• No results found

Het verschil tussen kwetsbaar en grandioos narcisme verklaard door opvoedingsstijl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het verschil tussen kwetsbaar en grandioos narcisme verklaard door opvoedingsstijl"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het Verschil tussen Kwetsbaar en Grandioos Narcisme verklaard door Opvoedingsstijl

Shanna van Trigt

Studentnummer: 10365664

Begeleider: Eddie Brummelman

Universiteit van Amsterdam

Aantal woorden: 4901

(2)

Abstract

In deze literatuurstudie wordt het verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme en de invloed van opvoedingsstijl hierop bekeken. Bij beide types narcisme is er sprake van grootheidswaan. Het grootste verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme is echter dat grandioos narcisme voornamelijk extraversie, agressie, uitbuiting en competitiviteit betreft, terwijl kwetsbaar narcisme voornamelijk hypersensitiviteit, angst voor afwijzing, onzekerheid en jaloezie betreft. Op het gebied van opvoedingsstijl zijn geen eenduidige resultaten

gevonden. Wat over het algemeen naar voren kwam is dat narcisme het beste voorspeld wordt door een autoritaire opvoedingsstijl. Een permissieve opvoedingsstijl is zowel een negatieve als positieve voorspeller van narcisme en een autoritatieve opvoedingsstijl is een negatieve voorspeller van narcisme. Er zijn hierin geen duidelijke verschillen gevonden tussen

grandioos en kwetsbaar narcisme. Echter kan het ontstaan van kwetsbaar narcisme mogelijk verklaard worden door de psychoanalytische theorie en grandioos narcisme door de sociale leertheorie.

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding 4

2. Grandioos Narcisme vs. Kwetsbaar Narcisme 6

3. Verklaring door Opvoedingsstijl 11

4. Discussie 16

(4)

Het Verschil tussen Kwetsbaar en Grandioos Narcisme verklaard door Opvoedingsstijl

Narcisten worden gekenmerkt door superieure gevoelens over zichzelf. Dit uit zich in veel fantasieën over het eigen succes en de overtuiging dat ze speciaal behandeld dienen te worden door anderen (Brummelman, Thomaes, Nelemans, Orobio de Castro, Overbeek, & Bushman, 2015; Thomaes, Brummelman, Reijntjes, & Bushman, 2013). Hierbij hebben narcisten een grote behoefte aan aandacht en goedkeuring van anderen (Morf, & Rhodewalt, 2001; Pauletti, Menon, Menon, Tobin, & Perry, 2012). Wanneer het zelfvertrouwen van hen niet wordt bevestigd, ontstaan er gevoelens van woede, verzet, schaamte en vernedering (Morf, & Rhodewalt, 2001). Daarnaast hebben narcisten vaak een gebrek aan empathie en zien zij anderen als middel voor hun eigen succes (Pauletti et al., 2012; Thomaes et al., 2013). Een belangrijke kanttekening is dat narcisme geen persoonlijkheidsstoornis is, maar een persoonlijkheidskenmerk. Naast de bovenstaande kenmerken zijn er ook associaties met andere problemen die vaak voorkomen, zoals agressie en depressiviteit (Pauletti et al., 2012). De bovenstaande kenmerken van narcisme kunnen als paradoxaal gezien worden, want enerzijds is er sprake van grootheidswaan, maar anderzijds is er veel behoefte aan aandacht, bewondering en bevestiging van anderen (Morf, & Rhodewalt, 2001).

Er bestaan twee verschillende soorten narcisme, grandioos en kwetsbaar narcisme. Grandioos narcisme is de meest prototypische vorm van narcisme. Bij deze vorm van narcisme zijn grootheidswaan, een overdreven wens voor aandacht, een overdreven positief beeld van eigen kunnen en autoriteit, exhibitionisme en de neiging tot uitbuiting van anderen kenmerkend (Stoeber, Sherry, & Nealis, 2015). Daartegenover staat kwetsbaar narcisme, een vorm van narcisme waarin gebrek aan zelfvertrouwen, hypersensitiviteit voor kritiek en teruggetrokkenheid kenmerkend zijn, maar waarbij toch sprake is van grootheidswaan (Stoeber et al., 2015).

(5)

theorieën verklaren het ontstaan van narcisme aan de hand van de opvoedingsstijl van de ouders: de sociale leertheorie en de psychoanalytische theorie. De sociale leertheorie stelt dat narcisme kan ontstaan doordat de ouders hun kind overwaarderen, terwijl de

psychoanalytische theorie stelt dat narcisme kan ontstaan door een tekort aan warmte van de ouders (Brummelman et al., 2015; Horton, & Tritch, 2014; Thomaes, & Brummelman, 2015).

In het wetenschappelijk onderzoek is er nog weinig aandacht voor de verklaring van het ontstaan van verschillen tussen grandioos en kwetsbaar narcisme (Mechanic, & Barry, 2014). Er is een tekort aan focus op ontwikkelings- en contextfactoren, zoals de

opvoedingsstijl van de ouders en er ligt vooral een groot gat op het gebied van grandioos en kwetsbaar narcisme (Mechanic, & Barry, 2014). Tevens wordt er in veel wetenschappelijk onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen grandioos of kwetsbaar narcisme, maar wordt er alleen gekeken naar de meest zichtbare vorm, het grandioos narcisme (Barry, & Malkin, 2010). Miller, Widiger en Campbell (2014) concluderen ook dat kwetsbaar narcisme in het meeste empirisch onderzoek geen centraal component is. Er wordt vaak gekeken naar kenmerken als grootheidswaan, ongevoeligheid, hoge mate van manipulatie en het gevoel meer recht te hebben dan anderen, terwijl kenmerken als onzekerheid, emotionele labiliteit en overgevoeligheid voor kritiek vaak niet worden gebruikt bij het beoordelen van de

aanwezigheid van narcisme (Miller, Widiger, & Campbell, 2014). Daarnaast ligt in de vijfde editie van de ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’ (DSM-V) de focus ook meer op het grandioos narcisme (Miller, Gentile, Wilson, & Campbell, 2013; Miller,

Hoffman, Gaughan, Gentile, Maples, & Campbell, 2011). Er komen wel aspecten voor die kenmerkend zijn voor kwetsbaar narcisme, echter zijn de twee hoofdpunten waar narcisme mee gediagnosticeerd wordt ‘grandiosity’ en ‘attention seeking’, waardoor de nadruk ligt op het grandioos narcisme (Miller et al., 2013). Het is belangrijk dat hier aandacht aan besteedt wordt, zodat er een duidelijk onderscheid komt tussen grandioos en kwetsbaar narcisme, met

(6)

evenveel aandacht voor beide soorten. Tevens is het belangrijk dat het gat op het gebied van de invloed van de opvoedingsstijl op het ontstaan van grandioos en kwetsbaar narcisme, verminderd wordt. Dus dat er een duidelijk beeld ontstaat over de invloed van de

opvoedingsstijl op het ontstaan van de twee verschillende soorten narcisme. Een voordeel van een duidelijk beeld over deze kwestie is bijvoorbeeld het kunnen aanpassen van

(opvoedings-)interventies, zodat deze beter aansluiten bij de behoeften van de cliënt. Als een bepaalde opvoedingsstijl bijvoorbeeld gekoppeld wordt aan het ontstaan van ofwel grandioos ofwel kwetsbaar narcisme, kan bij het ontstaan van overmatig veel kenmerken van de

betreffende soort narcisme een interventie worden gegeven om de opvoedingsstijl aan te passen.

In deze literatuurstudie zal de vraag of het verschil tussen kwetsbaar en grandioos narcisme verklaard kan worden door opvoedingsstijl behandeld worden. Deze vraag zal beantwoord worden door eerst grandioos en kwetsbaar narcisme uitgebreid te beschrijven en te vergelijken, waarna gekeken wordt of het verschil tussen deze twee soorten narcisme mogelijk verklaard kan worden door de opvoedingsstijl. De deelvraag die hierbij beantwoord zal worden is: ‘Is het verschil tussen kwetsbaar en grandioos narcisme te verklaren door opvoedingsstijl?’.

Grandioos Narcisme vs. Kwetsbaar Narcisme

Er zijn veel verschillende definities en kenmerken van grandioos en kwetsbaar narcisme in de wetenschappelijke literatuur, maar deze komen over het algemeen wel overeen. De meest voorkomende kenmerken van grandioos narcisme zijn grootheidswaan, dominantie en agressie wanneer niet aan hun verwachtingen wordt voldaan (Miller et al., 2011; Dickinson, & Pincus, 2003). Een ander kenmerk van grandioos narcisme is dat zij ondanks hun grootheidswaan, bevestiging zoeken van anderen. Dit kan verklaard worden doordat hun extreem positieve zelfbeeld niet door enkel zichzelf in stand gehouden kan

(7)

worden, omdat dit zelfbeeld in de objectieve werkelijkheid niet zou kunnen bestaan (Morf, & Rhodewalt, 2001).Dickinson en Pincus (2003) stellen tevens dat ontkenning van zwaktes en devaluatie van mensen die het zelfvertrouwen van grandioze narcisten bedreigen, kenmerkend zijn voor grandioze narcisten. Bovendien wordt de oorzaak van elk conflict dat optreedt toegeschreven aan iets of iemand anders (Dickinson, & Pincus, 2003). Daarnaast is er bij mensen met grandioos narcisme vaak ook sprake van een overdreven positief zelfbeeld, uitbuiting van anderen en fantasieën over aanbidding en macht (Mechanic, & Barry, 2015; Stoeber, Sherry, & Nealis, 2015). Aan deze kenmerken worden nog intense jaloezie, agressie en exhibitionistische gedragingen toegevoegd (Pincus, & Lukowitsky, 2009).

Kwetsbaar narcisme is een vorm van narcisme die gekenmerkt wordt door enerzijds superieure gevoelens over zichzelf, maar anderzijds hoge mate van onzekerheid. Er is sprake van verlegenheid en ingetogenheid, maar onder dit uiterlijk liggen gevoelens van

grandioosheid en de overtuiging meer recht te hebben dan anderen (Dickinson, & Pincus, 2003). Een andere omschrijving van kwetsbaar narcisme is een gebrek aan zelfvertrouwen, hypersensitiviteit voor kritiek en teruggetrokkenheid, maar waarbij toch sprake is van grootheidswaan (Stoeber et al., 2015). Volgens Miller en collega’s (2013) wordt kwetsbaar narcisme gekenmerkt door gevoelens als incompetentie en negatief affect. Andere kenmerken die kwetsbaar narcisme omschrijven zijn schaamte en hypersensitiviteit (Miller et al., 2011). Ook ontwijken kwetsbare narcisten persoonlijke relaties, omdat zij hypersensitief zijn voor afwijzing en kritiek (Pincus, & Lukowitsky, 2009). De onderzoeken van Dickinson en Pincus (2003) en Mechanic en Barry (2014) voegen daar nog angst en sociale teruggetrokkenheid aan toe. Verder hebben zij een lage tolerantie voor kritiek van anderen en falen (Miller et al., 2011).

Er zijn veel verschillende vragenlijsten om de mate van kwetsbaar of grandioos

(8)

Inventory’ (NPI), de ‘Pathological Narcissism Inventory’ (PNI) en de ‘Hypersensitive Narcissism Scale’ (HSNS). De NPI is een zelfrapportage vragenlijst voor het bepalen van de mate van grandioos narcisme (Raskin, & Terry, 1988). De HSNS is ook een zelfrapportage vragenlijst, alleen meet deze de mate van kwetsbaar narcisme (Hendin, & Cheek, 1997). De PNI is een zelfrapportage vragenlijst die zowel grandioos als kwetsbaar narcisme meet (Pincus, Ansell, Pimentel, Cain, Wright, & Levy, 2009).

In een correlationele studie is gekeken naar persoonlijkheidskenmerken, gedragingen en psychopathologie bij jongeren en het verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme (Miller et al., 2011). De mate van grandioos en kwetsbaar narcisme bij de deelnemers werd bepaald aan de hand van de NPI, de PNI en de HSNS. De persoonlijkheidskenmerken, gedragingen en psychopathologie werden gemeten aan de hand van verschillende andere vragenlijsten. Er is gebleken dat kwetsbaar narcisme positief correleert met neuroticisme en grandioos narcisme met extraversie. Zowel grandioos als kwetsbaar narcisme correleren negatief met vriendelijkheid, maar de correlatie was sterker voor grandioos narcisme. Verder correleert kwetsbaar narcisme positief met het ervaren en uiten van woede en het vertonen van onbeleefd gedrag. Dit geldt ook voor grandioos narcisme, echter is er daarbij ook sprake van schreeuwen, bedreigen en bereid zijn om fysieke agressie te gebruiken in problematische situaties. Daarnaast is grandioos narcisme positief gecorreleerd aan gedragingen gericht op het profiteren van anderen, ongeacht de consequenties. Voor kwetsbaar narcisme is deze correlatie niet gevonden. Wel is kwetsbaar narcisme positief gecorreleerd met symptomen van depressie, angst, obsessieve compulsieve stoornis, paranoia en vijandigheid. Voor grandioos narcisme werd enkel een correlatie gevonden voor vijandigheid. Verder werd er voor

kwetsbaar narcisme een negatieve correlatie gevonden met positief affect en een positieve correlatie met negatief affect, terwijl er voor grandioos narcisme op deze aspecten geen correlatie gevonden werd. Over het algemeen zijn voor kwetsbaar narcisme voornamelijk

(9)

kenmerken gevonden van internaliserend probleemgedrag, terwijl voor grandioos narcisme voornamelijk kenmerken van externaliserend probleemgedrag zijn gevonden.

Naast de persoon- en gedragskenmerken is er ook gekeken naar het sociale netwerk van grandioze en kwetsbare narcisten (Lamkin, Clifton, Campbell, & Miller, 2014). In deze studie is onderzocht hoe kwetsbare en grandioze narcisten de mensen in hun naaste omgeving beoordelen. De maten van grandioos en kwetsbaar narcisme werden gemeten aan de hand van de NPI, de PNI en de ‘Revised NEO Personality Inventory’ (NEO PI-R). De NEO PI-R is een uitgebreide zelfrapportage vragenlijst die verschillende persoonlijkheidskenmerken meet (Costa, & McCrae, 1992). De participanten vulden diverse vragenlijsten in over hun dertig naaste vrienden en familieleden. Over het algemeen kwamen de twee soorten narcisme

overeen. Zowel grandioze als kwetsbare narcisten beoordeelden anderen in hun omgeving als: op zichzelf gefocust, narcistisch, minder intelligent en minder aardig. Daarbij discussiëren zowel grandioze als kwetsbare narcisten meer met de mensen uit hun omgeving en zij vergeleken zichzelf ook meer met hen. Er zijn echter ook verschillen tussen grandioos en kwetsbaar narcisme gevonden in dit onderzoek. Zo gaven grandioze narcisten hun naasten vaak een beoordeling van een lage sociale status. Grandioze narcisten vonden ook dat hun naasten minder betrokken waren bij andere naasten. Kwetsbare narcisten waren vaker jaloers op hun naasten, voelden zich minder dichtbij hen staan en beoordeelden hen als minder aantrekkelijk (Lamkin et al., 2014). Er dient echter wel rekening gehouden te worden met het feit dat het enkel gaat om de percepties van de participanten. Er is niet bekend of de

deelnemers hun naasten een beoordeling van bijvoorbeeld een lage sociale status geven uit eigen perspectief, of dat deze naasten ook daadwerkelijk een lage sociale status hebben.

Tevens is onderzocht of kwetsbare en grandioze narcisten verschillen in hun reacties op bedreiging. In dit onderzoek werd gekeken naar de volgende twee bedreigingen: falen bij prestaties en persoonlijke afwijzing (Besser, & Priel, 2010). De mate van grandioos narcisme

(10)

bij de deelnemers werd gemeten aan de hand van de NPI en de mate van kwetsbaar narcisme aan de hand van de PNI. Aan de hand van hypothetische scenario’s werden de deelnemers gevraagd wat voor gevoelens dit bij hen opriep. Er is gebleken dat grandioze narcisten zich vooral bedreigd voelden wanneer zij een bepaalde taak niet konden volbrengen, of wanneer iemand anders ergens beter in was dan hij of zij zelf. Kwetsbare narcisten voelden zich vooral bedreigd wanneer zij te maken hadden met persoonlijke afwijzing, zoals vernedering of afwijzing door anderen (Besser, & Priel, 2010). Echter dient er bij dit onderzoek rekening gehouden te worden met het gebruik van de hypothetische scenario’s. Er is dus geen sprake van het daadwerkelijk ervaren van de bedreiging, enkel het inbeelden hiervan.

Buiten de onderzoeken naar verschillen in gedrag en sociaal netwerk, is er specifiek gekeken naar verschillen op het gebied van perfectionisme. In dit onderzoek werd gekeken of er verschillen waren tussen grandioos en kwetsbaar narcisme voor drie soorten

perfectionisme: op zichzelf georiënteerd, op de ander georiënteerd en op sociale

verwachtingen georiënteerd (Stoeber et al., 2015). Op zichzelf georiënteerd perfectionisme is dat men van zichzelf verwacht dat men alles perfect doet. Bij perfectionisme georiënteerd op de ander, verwacht men dat de ander alles perfect doet. Bij perfectionisme dat georiënteerd is op sociale verwachtingen, denkt men dat anderen van jou verwachten dat alles perfect gedaan wordt. Ook in dit onderzoek werd de mate van grandioos en kwetsbaar narcisme bij de deelnemers gemeten aan de hand van de NPI, PNI en de HSNS. Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat grandioos narcisme enkel correleert met perfectionisme gericht op anderen. Voor kwetsbaar narcisme is een positieve correlatie gevonden voor perfectionisme georiënteerd op sociale verwachtingen en voor op zichzelf gericht perfectionisme. Dit kan mogelijk teruggekoppeld worden aan de internaliserende problematiek bij kwetsbaar narcisme en de externaliserende problematiek bij grandioos narcisme, wanneer niet aan de verwachtingen van perfectionisme wordt voldaan. Grandioze

(11)

narcisten leggen in dit geval de schuld bij de ander, terwijl kwetsbare narcisten de schuld bij zichzelf leggen.

Concluderend kan worden gesteld dat grandioos narcisme een vorm van narcisme is die gekenmerkt wordt door een hoge mate van extraversie, uiting van agressie, uitbuiting van anderen en vijandigheid. Daarbij is er weinig sprake van affectie voor anderen. Ook

verwachten zij perfectionisme van de mensen om hen heen. Grandioze narcisten zijn verder erg gericht op competitie en het behalen van prestaties. In tegenstelling tot grandioos

narcisme, is er bij kwetsbaar narcisme geen sprake van een hoge mate van extraversie, maar meer van neuroticisme en internaliserende problematiek. Ook zijn kwetsbare narcisten gevoelig voor persoonlijke afwijzing en bang vernederd te worden en zij verwachten perfectionisme van zichzelf en denken dat anderen dit ook doen. Daarbij zijn kwetsbare narcisten vaker jaloers op hun naasten en voelen zich minder met hen verbonden.

Verklaring door Opvoedingsstijl

Nu de voornaamste verschillen tussen grandioos en kwetsbaar narcisme zijn bekeken, heerst nog de vraag waardoor deze verschillen verklaard kunnen worden. Er wordt gesteld dat opvoeding een mogelijke verklaring is voor het ontstaan van narcisme (Horton, 2012). Er is echter nog geen duidelijkheid over de invloed van verschillende opvoedingsstijlen op het ontstaan van het verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme. Er zijn drie belangrijke opvoedingsstijlen die bekeken kunnen worden bij het verklaren van het verschil tussen

grandioos en kwetsbaar narcisme: een autoritaire, permissieve en autoritatieve opvoedingsstijl (Baumrind, 1978). Een autoritaire opvoedingsstijl wordt gekenmerkt door een hoge mate van autoriteit van de ouders en weinig autonomie voor het kind. Er is hierbij sprake van een hoge mate van psychologische controle, maar weinig warmte van de ouders. De permissieve opvoedingsstijl wordt gekenmerkt door hoge mate van warmte van de ouders in combinatie met weinig monitoring en psychologische controle. De autoritatieve opvoedingsstijl wordt

(12)

gekenmerkt door hoge mate van autonomie voor het kind, waarbij wel sprake is van monitoring door de ouders zonder dat er sprake is van psychologische controle. Er is ook sprake van veel responsiviteit en warmte van de ouders. De autoritatieve opvoedingsstijl wordt in de Westerse cultuur gezien als meest gewenst en is gerelateerd aan sociale competentie en succes voor de kinderen (Baumrind, 1978).

Er is een onderzoek gedaan naar de invloed van opvoedingsstijl op het ontstaan van grandioos en kwetsbaar narcisme (Miller, & Campbell, 2008). In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van twee verschillende groepen. Allereerst een groep adolescenten die vragenlijsten in moesten vullen over de opvoedingsstijl van hun ouders. De tweede groep in dit onderzoek, waren de ouders van deze adolescenten. Ook zij kregen vragenlijsten om in te vullen over hun opvoedingsstijl. De mate van grandioos narcisme werd gemeten aan de hand van de NPI. De mate van kwetsbaar narcisme werd gemeten aan de hand van de ‘Personality Diagnostic Questionnaire’ (PDQ-4). De PDQ-4 is een zelfrapportage vragenlijst naar

persoonlijkheidsstoornissen (Hyler, 1994). Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat kwetsbaar narcisme gerelateerd is aan een hoge mate van psychologische controle en lage mate van monitoring en warmte, oftewel een autoritaire opvoedingsstijl. Voor grandioos narcisme werd deze relatie niet gevonden.

Ditzelfde is ook onderzocht in een andere studie (Otway, & Vignoles, 2006). De mate van grandioos narcisme werd bepaald aan de hand van de NPI en de mate van kwetsbaar narcisme aan de hand van de HSNS. De opvoedingsstijl van de ouders werd gemeten aan de hand van vragenlijsten naar hoe de participanten hun opvoeding hebben ervaren. Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat overwaardering door de ouders een goede voorspeller is van grandioos narcisme. Ook is gebleken dat ouderlijke koudheid een goede voorspeller is van grandioos narcisme. Voor kwetsbaar narcisme werden precies dezelfde relaties gevonden, alleen waren deze effecten minder sterk aanwezig dan voor grandioos

(13)

narcisme (Otway, & Vignoles, 2006).

Bij adolescenten is een vergelijkbaar onderzoek gedaan. Er is hierbij gekeken naar de invloed van opvoedingsstijl op het ontstaan van grandioos of kwetsbaar narcisme (Mechanic, & Barry, 2014). In dit onderzoek werd de mate van narcisme bepaald aan de hand van de PNI. De opvoedingsstijl van de ouders werd bepaald door een vragenlijst bij de ouders, evenals de opvattingen van de opvoedingsstijl van de adolescenten zelf. Uit de resultaten van dit

onderzoek is gebleken dat kwetsbaar narcisme positief correleert met een opvoedingsstijl die gekenmerkt wordt door inconsistente discipline en weinig monitoring en toezicht, ofwel een permissieve opvoedingsstijl waarbij geen sprake is van warmte. Er werd verwacht dat een opvoedingsstijl met veel positieve bekrachtiging en weinig monitoring en toezicht positief gecorreleerd zou zijn met grandioos narcisme. Hier werd echter alleen bewijs voor gevonden wanneer het ging over de opvatting van opvoedingsstijl door de adolescent en niet door de opvoedingsstijl van de ouder die is vastgesteld aan de hand van de vragenlijst (Mechanic, & Barry, 2014).

Het effect van opvoedingsstijl is ook onderzocht voor enkel grandioos narcisme. (Horton, & Tritch, 2013). In dit onderzoek werd gekeken of verschillende kenmerken van opvoedingsstijl in verband gebracht kunnen worden met grandioos narcisme. De mate van grandioos narcisme bij de participanten werd gemeten aan de hand van de NPI. Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat hoge mate van psychologische controle positief gecorreleerd is met grandioos narcisme, terwijl zowel veel monitoring als weinig warmte negatief gecorreleerd zijn met grandioos narcisme. Dit zijn alle drie aspecten van een autoritaire opvoedingsstijl. Er zijn in dit onderzoek dus tegenstrijdige resultaten gevonden binnen deze opvoedingsstijl. Het aspect monitoring komt in het onderzoek van Mechanic en Barry (2014) ook aan bod, hierin werd geconcludeerd dat weinig monitoring positief

(14)

Tritch (2013) dat veel monitoring negatief gecorreleerd is met grandioos narcisme. Buiten dat er enkel focus is op de opvoedingsstijl, is er ook aandacht voor de

verschillen tussen het geslacht van de ouders (Cramer, 2015). Er is in dit onderzoek gekeken of de opvoedingsstijl van de ouders invloed heeft op het ontstaan van grandioos of kwetsbaar narcisme, met onderscheid tussen de opvoeding van de vader en de moeder. Er werd gebruik gemaakt van de ‘California Adult Q-sort’ (CAQ). Dit is een schaal waarbij de participanten worden geobserveerd door twee hiervoor opgeleide observatoren (Block, 1961). De

opvoedingsstijl van de ouders werd gemeten aan de hand van vragenlijsten bij de ouders van de participanten van het onderzoek. Uit het onderzoek bleek dat een autoritaire

opvoedingsstijl van de moeder positief gecorreleerd is met kwetsbaar narcisme, voor de vader geldt dit niet. Verder is een hoge mate van een responsieve (autoritatieve) en een permissieve opvoedingsstijl van de moeder negatief gecorreleerd met kwetsbaar narcisme. Ook hier werd voor de vader geen correlatie gevonden. Voor een hoge mate van onverschilligheid werd voor zowel moeders als vaders geen correlatie gevonden met kwetsbaar narcisme (Cramer, 2015). Voor grandioos narcisme zijn dezelfde analyses uitgevoerd. Hier werd voor gevonden dat een autoritaire opvoedingsstijl en een hoge mate van onverschilligheid van de vader een positieve correlatie heeft met grandioos narcisme, voor moeders waren deze correlaties niet significant. Een hoge mate van responsiviteit en een permissieve opvoedingsstijl zijn negatief

gecorreleerd met grandioos narcisme voor vaders, voor moeders is deze correlatie opnieuw niet gevonden. De verschillende opvoedingsstijlen hebben voor grandioos en kwetsbaar narcisme dus dezelfde uitkomst, echter is er een verschil in de sekse van de ouders. Bij kwetsbaar narcisme is de opvoedingsstijl alleen van invloed wanneer het gaat om de opvoeding van de moeder, en bij grandioos narcisme is dit zo voor de opvoeding van de vader.

(15)

vroege levenservaringen. Er is een onderzoek gedaan waarin werd gekeken of de vroege levenservaringen van invloed zijn op het ontstaan van zowel grandioos als kwetsbaar

narcisme (Cater, Zeigler-Hill, & Vonk, 2011). In dit onderzoek werd gekeken naar het effect van ouderlijke discipline. De mate van grandioos en kwetsbaar narcisme werden gemeten aan de hand van de PNI en de NPI. Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat grandioos narcisme positief correleert met ouderlijke discipline. Dat wil zeggen dat participanten met hoge mate van grandioos narcisme, vaker strengere en frequentere straffen door hun ouders hebben gerapporteerd. Voor kwetsbaar narcisme werd geen significant verband gevonden met ouderlijke discipline. Echter is er in dit onderzoek opnieuw gebruik gemaakt van

zelfrapportage over de vroege levenservaringen.

Concluderend kan worden gesteld dat er geen eenduidig beeld is over de invloed van verschillende opvoedingsstijlen op het ontstaan van grandioos en kwetsbaar narcisme.

Allereerst is gebleken dat een autoritaire opvoedingsstijl samenhangt met kwetsbaar narcisme. Ook kwam er naar voren dat overwaardering door de ouders in samenhang met ouderlijke koudheid, gerelateerd is aan zowel grandioos als kwetsbaar narcisme. Daarnaast is gebleken dat een permissieve opvoedingsstijl zonder warmte gerelateerd is aan kwetsbaar narcisme en met warmte aan grandioos narcisme. Verder is aangetoond dat een hoge mate van

psychologische controle, een kenmerk van een autoritaire opvoedingsstijl, gerelateerd is aan grandioos narcisme. Dit terwijl veel monitoring en weinig warmte, ook kenmerken van een autoritaire opvoedingsstijl, negatief gecorreleerd zijn aan grandioos narcisme. Er is ook uit onderzoek naar voren gekomen dat een hoge mate van ouderlijke discipline, een kenmerk van een autoritaire opvoedingsstijl, gerelateerd is aan grandioos narcisme, voor kwetsbaar

narcisme was dit niet zo. Daarnaast is ook gekeken naar verschillen tussen het geslacht van de ouders. Hieruit is gebleken dat een autoritaire opvoedingsstijl van de moeder positief

(16)

hangen hier negatief mee samen. Voor grandioos narcisme zijn bijna dezelfde resultaten gevonden, echter was het bij grandioos narcisme de vader die van invloed was.

Een autoritaire opvoedingsstijl is dus de meest aan narcisme verwante opvoedingsstijl. Dit resultaat is voor zowel grandioos als kwetsbaar narcisme gevonden en in bijna alle

gevallen was er een positief verband tussen autoriteit in de opvoeding en narcisme. Een permissieve opvoedingsstijl heeft zowel positieve als negatieve samenhang met grandioos en kwetsbaar narcisme. Een autoritatieve opvoedingsstijl heeft alleen een negatieve samenhang met zowel grandioos als kwetsbaar narcisme.

Discussie

Allereerst is in dit literatuuroverzicht een duidelijker beeld geschetst van grandioos en kwetsbaar narcisme. Het grootste verschil hiertussen is dat grandioos narcisme voornamelijk extraversie, agressie, uitbuiting, competitiviteit en grootheidswaan betreft, terwijl kwetsbaar narcisme voornamelijk hypersensitiviteit en angst voor afwijzing, onzekerheid, jaloezie en toch grootheidswaan betreft. Voor het verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme door verschillen in opvoedingsstijl is nog geen eenduidige verklaring gevonden. Wat wel

gedeeltelijk overeenkwam, is dat een autoritaire opvoedingsstijl samenhangt met zowel grandioos als kwetsbaar narcisme. Echter kwam in het ene onderzoek naar voren dat vooral grandioos narcisme hieraan gerelateerd was, en in het andere weer kwetsbaar narcisme. Voor een autoritatieve opvoedingsstijl werd een negatieve correlatie gevonden voor zowel

grandioos als kwetsbaar narcisme, echter kwam deze opvoedingsstijl maar in één onderzoek naar voren. Voor een permissieve opvoedingsstijl zijn zowel negatieve als positieve

correlaties gevonden voor grandioos en kwetsbaar narcisme. Kortom, narcisme kan het beste voorspeld worden door een autoritaire opvoedingsstijl. Een permissieve opvoedingsstijl is zowel een negatieve als positieve voorspeller van narcisme en een autoritatieve

(17)

In de bevindingen van de autoritaire opvoedingsstijl komen aspecten naar voren van de psychoanalytische theorie, die stelt dat een tekort aan warmte van de ouders tijdens de opvoeding ten grondslag kan liggen aan het ontstaan van narcisme (Brummelman et al., 2015; Horton, & Tritch, 2014; Thomaes, & Brummelman, 2015). Voor de sociale leertheorie, die stelt dat overwaardering door de ouders ten grondslag kan liggen aan het ontstaan van narcisme (Brummelman et al., 2015; Horton, & Tritch, 2014; Thomaes, & Brummelman, 2015), is ook enige bevestiging gevonden in de besproken onderzoeken. Er is namelijk gebleken dat overwaardering gerelateerd is aan zowel kwetsbaar als grandioos narcisme (Otway, & Vignoles, 2006).

Naast de bevestiging van deze twee theorieën op het gebied van opvoedingsstijl, kan er een onderscheid gemaakt worden tussen kwetsbaar en grandioos narcisme. Zo is uit de meeste onderzoeken naar voren gekomen dat kwetsbaar narcisme samenhangt met lage mate van warmte door de ouders, wat overeenkomt met de psychoanalytische theorie. Terwijl dit voor grandioos narcisme maar in één onderzoek naar voren kwam. Daarbij is ook gebleken dat grandioos narcisme juist negatief samenhangt met een lage mate van warmte van de ouders, wat de psychoanalytische theorie weer tegenspreekt. Voor de sociale leertheorie is gevonden dat zowel grandioos en kwetsbaar narcisme samenhangen met overwaardering van de ouders, maar dit verband is sterker voor grandioos narcisme. Over het algemeen kan dus gesteld worden dat kwetsbaar narcisme samenhangt met de psychoanalytische theorie, oftewel een tekort aan warmte in de opvoeding, terwijl grandioos narcisme samenhangt met de sociale leertheorie, oftewel een opvoeding waarbij veel sprake is van overwaardering.

Het verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme kan mogelijk verklaard worden door het verschil op het gebied van deze twee theorieën. Het ontstaan van grandioos narcisme kan verklaard worden door de sociale leertheorie. Het overdreven positieve zelfbeeld van grandioze narcisten kan ontstaan doordat er in de opvoeding sprake was van overwaardering

(18)

van de ouders. Tevens kan het zijn dat het ontkennen van zwaktes hiermee in verband staat, omdat zij vroeger nooit geconfronteerd zijn met de eigen zwaktes en dus niet weten hoe zij daarmee om moeten gaan. Daarnaast kunnen de fantasieën over aanbidding en macht hier ook aan toegeschreven worden, omdat zij vroeger in principe aanbeden zijn door hun ouders. Het ontstaan van kwetsbaar narcisme kan dan weer verklaard worden vanuit de psychoanalytische theorie. Door het gebrek aan warmte van de ouders kan het gebrek aan zelfvertrouwen,

hypersensitiviteit voor kritiek en teruggetrokkenheid ontstaan zijn. Tevens kan het ontwijken van relaties hieraan toegeschreven worden, omdat zij gewend zijn geen warmte te ontvangen van iemand waaraan zij wel gehecht zijn. Toch is er bij kwetsbaar narcisme sprake van gevoelens van grandioosheid. Dit lijkt in strijd met het tekort aan warmte in de opvoeding, maar mogelijk is dit een mechanisme geweest om, ondanks het tekort aan warmte, toch een positief beeld over zichzelf in stand te houden.

Deze literatuurstudie bevat ook beperkingen. Zo is er in bijna alle onderzoeken naar het effect van de opvoeding op grandioos en kwetsbaar narcisme, gebruik gemaakt van zelfrapportages. Nu is dit bij het meten van kenmerken van narcisme geen probleem. Dit is ook de enige manier om kenmerken van narcisme, zoals bijvoorbeeld een grandioos zelfbeeld of het gevoel meer recht te hebben dan anderen, direct te meten (Thomaes, & Brummelman, 2015). Echter, bij het meten van de ervaring van opvoedingsstijl kan dit zorgen voor een verdraaid beeld van de werkelijkheid. Bij narcisten is deze kans nog meer aanwezig dan normaal. Het is namelijk mogelijk dat narcisten hun ervaringen van vroeger anders

interpreteren dan dat in werkelijkheid zo geweest is, doordat zij zo veel bezig zijn met hun eigen behoeften en anderen enkel zien als een middel om tot hun eigen doelen te komen (Cater et al., 2011). Daarnaast zijn veel van de gebruikte onderzoeken correlationeel. Met correlationele onderzoeken wordt enkel gemeten of er een correlatie is tussen bepaalde

(19)

de richting en oorzaak van het effect. Zo kan het zijn dat de opvoedingsstijl de mate van grandioos of kwetsbaar narcisme beïnvloedt, maar ook dat de mate van grandioos of

kwetsbaar narcisme de opvoedingsstijl beïnvloedt. Daarnaast kan er ook altijd sprake zijn van een bidirectioneel effect.

Het is dus belangrijk dat er nog meer onderzoek gedaan zal worden om een beter beeld te krijgen van de invloed van opvoedingsstijl op grandioos en kwetsbaar narcisme. Hierbij is het belangrijk dat er duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen grandioos en kwetsbaar narcisme. Veel huidige onderzoeken kijken namelijk enkel naar de invloed van

opvoedingsstijl op narcisme in het algemeen, of naar een ander onderscheid zoals bijvoorbeeld pathologisch en niet-pathologisch narcisme. Tevens is het belangrijk dat er aandacht wordt besteedt aan het design van het onderzoek. De meeste studies naar verschillende opvoedingsstijlen en grandioos of kwetsbaar narcisme, zijn correlationele studies. Deze zijn niet per definitie slecht, maar wanneer er meer onderzoek wordt gedaan naar causaliteit, kunnen er meer uitspraken worden gedaan over de oorzaak-gevolg relatie van opvoedingsstijl en grandioos of kwetsbaar narcisme, in plaats van het enkel aantonen van een correlatie.

Wat over het algemeen in deze studie naar voren is gekomen, is dat grandioos narcisme een vorm van narcisme is die voornamelijk externaliserend van aard is, terwijl kwetsbaar narcisme voornamelijk internaliserend van aard is. Voor de verschillende

opvoedingsstijlen zijn geen overeenkomstige bevindingen gedaan, maar er is wel een verschil gevonden tussen de verschillende theorieën die narcisme verklaren. Zo hangt kwetsbaar narcisme voornamelijk samen met de psychoanalytische theorie en grandioos narcisme met de sociale leertheorie. Het verschil tussen grandioos en kwetsbaar narcisme kan dus misschien niet zodanig verklaard worden door een specifieke opvoedingsstijl, maar wel door

(20)

verschillende kenmerken van opvoeding, zoals de mate van warmte en overwaardering van de ouders.

(21)

Literatuur

Barry, C. T., & Malkin, M. L. (2010). The relation between adolescent narcissism and internalizing problems depends on the conceptualization of narcissism. Journal of Research in Personality, 44, 684-690. doi:10.1016/j.jrp.2010.09.001

Baumrind, D. (1978). Parental disciplinary patterns and social competence in children. Youth and Society, 9, 239-276. Retrieved from: www.search.proquest.com

Besser, A., & Priel, B. (2010). Grandiose narcissism versus vulnerable narcissism in threatening situations: Emotional reactions to achievement failure and interpersonal rejection. Journal of Social and Clinical Psychology, 29, 874-902. doi:

10.1521/jscp.2010.29.8.874

Block, J. (1961). The Q-Sort method in personality assessment and psychiatric research. Springfield, IL: Thomas

Brummelman, E., Thomaes, S., Nelemans, S. A., Orobio de Castro, B., Overbeek, G., & Bushman, B. J. (2015) Origins of narcissism in children. PNAS, 112, 3659-3662. doi:10.1073/pnas.1420870112

Cater, T. E., Zeigler-Hill, V., Vonk, J. (2011). Narcissism and recollections of early life experiences. Personality and Individual Differences, 51, 935-939.

doi:10.1016/j.paid.2011.07.023

Costa, P. T, & McCrae, R. R. (1992). Revised NEO personality inventory (NEO PI-R) and NEO five-factor inventory (NEO FFI): Professional manual. Psychological

(22)

Cramer, P. (2015). Adolescent parenting, identification, and maladaptive narcissism. Psychoanalytic Psychology, 32, 559-579. doi:10.1037/a0038966

Dickinson, K. A., & Pincus, A. L. (2003). Interpersonal analysis of grandiose and vulnerable narcissism. Journal of Personality Disorders, 17, 188-207.

Hendin, H.M., & Cheek, J.M. (1997). Assessing hypersensitive narcissism: A reexamination of Murray's narcism Scale. Journal of Research in Personality, 31, 588-599. Retrieved from: www.researchgate.net

Horton, R. S. (2012). Parenting as a cause for narcissism, in The handbook of narcissism and narcissistic personality disorder: Theoretical approaches, empirical findings, and treatments, eds: W.K. Campbell, & J. D. Miller, John Wiley, & Sons, Inc., Hoboken, New Jersey. doi:10.1002/9781118093108.ch16

Horton, R. S., & Tritch, T. (2014). Clarifying the links between grandiose narcissism and parenting. The Journal of Psychology, 148, 133-143.

doi:10.1080/00223980.2012.752337

Hyler, S. E. (1994). Personality diagnostic questionnaire-4. New York: New York State Psychiatric Institute.

Lamkin, J., Clifton, A., Campbell, W. K., & Miller, J. D. (2014). An examination of the perceptions of social network characteristics associated with grandiose and vulnerable narcisissm. Personality Disorders: Theory, Research and Treatment, 5,137-145. doi:10.1037/per0000024

Mechanic, K. L., & Barry, C. T. (2015). Adolescent grandiose and vulnerable narcissism: Associations with perceived parenting practices. Journal of Child and Familiy Studies, 24, 1510-1518. doi:10.1007/s10826-014-9956-x

(23)

Miller, J. D., & Campbell, W. K. (2008). Comparing clinical and social-personality conceptualizations of narcissism. Journal of Personality, 76, 449-476. doi:10.1111/j.1467-6494.2008.00492.x

Miller, J. D., Gentile, B., Wilson, L., & Campbell, W. K. (2013). Grandiose and vulnerable narcissism and the DSM-5 pathological personality trait model. Journal of Personality Assessment, 95, 284-290. doi:10.1080/00223891.2012.685907

Miller, J. D., Hoffman, B. J., Gaughan, E. T., Gentile, B., Maples, J., & Campbell, W. K. (2011). Grandiose and vulnerable narcissism: A nomological network analysis. Journal of Personality Disorders, 79, 1013-1042,

doi:10.1111/j.1467- 6494.2010.00711.x

Miller, J. D., Widiger, T. A., & Campbell, W. K. (2014). Vulnerable narcissism: commentary for the special series “narcissistic personality disorder – new perspectives on diagnosis and treatment”. Personality Disorders: Theory, Research and Treatment, 5, 450- 451. doi:10.1037/per0000083

Morf, C. C., & Rhodewalt, F. (2009). Unraveling the paradoxes of narcissism: a dynamic self-regulatory processing model. Psychological Inquiry, 12, 177-196.

doi:10.1207/S15327965PLI1204_1

Pauletti, R. E., Menon, M., Menon, M., Tobin, D. D., & Perry, D. G. (2012). Narcissism and adjustment in preadolescence. Child Development, 83, 831-837. doi:10.1111/j.1467-8624.2011.01731.x

Pincus, A. L., Ansell, E. B., Pimentel, C. A., Cain, N. M., Wright, A. G. C., & Levy, K. N. (2009). Initial Construction and validation of the pathological narcissism inventory. Psychological Assessment, 21, 365-379. doi:10.1037/a0016530

(24)

Pincus, A. L., & Lukowitsky, M. R. (2010). Pathological narcissism and narcissistic personality disorder. The Annual Review of Clinical Psychology, 6, 421-446, doi:10.1146/annurev.clinpsy.121208.131215

Raskin, R., & Terry, H. (1988). A principal-components analysis of the narcissistic personality inventory and further evidence of its construct validity. Journal of Personality and Social Psychology, 54, 890-902. Retrieved from:

http://www.columbia.edu

Stoeber, J., Sherry, S. B., & Nealis, L. J. (2015). Multidimensional perfectionism and narcissism: grandiose or vulnerable? Personality and Individual Differences, 80, 85-90. doi:10.1016/j.paid.2015.02.027

Thomaes, S., & Brummelman, E. (2016). Narcissism. In D. Cicchetti (Ed.), Developmental psychopathology (3rd ed., Vol. 4, pp. 679–725). Hoboken, NJ: Wiley

Thomaes, S., Brummelman, E., Reijntjes, A., & Bushman, B. J. (2013). When Narcissus was a boy: origins, nature, and consequences of childhood narcissism. Child Development Perspectives, 7(1), 22-26. doi:10.1111/cdep.1200

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Banken en verzekeraars ontwikkelen hun nieuwe producten gro- tendeels sequentieel (of parallel, maar geïsoleerd van elkaar) en slechts zelden worden klanten en externe gebruikers

Daarbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat sommige vonnissen niet op korte termijn tot uitvoering komen vanwege celtekorten.. Uiteindelijk komen deze vonnissen wel tot

Die belastingpligtige se redelike vooruitsig om ’n wins te maak sal gewoonlik bewys kan word deur die voorlegging van ’n lewensvatbaarheidstudie (uitvoerbaarheidstudie) van

Benadrukking: de nadruk wordt gelegd op de Evangeliën: het aardse leven en de bediening van Christus - Jezus als menselijke vriend!. Benadrukking: de nadruk wordt gelegd op de

Een pasgeboren baby in Christus kan geestelijk zijn maar hij mist de groei en rijpheid die noodzakelijk zijn om in staat te zijn een broeder te helpen die onverhoeds een

“Maar deze [dingen] zijn beschreven opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, gelovend, het LEVEN hebt in Zijn Naam”. -

-Beiden zijn pathogenen (ziekteverwekkers) waartegen ons lichaam

vitamines zijn organische stoffen en komen dus uit de levende natuur, terwijl mineralen anorganische stoffen zijn en dus uit de dode natuur komen... Oplosbaar in water of