• No results found

Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen? "

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vitaminen

(2)

Wat zijn het?

• Kleine organische (levende natuur) stoffen.

• Onmisbaar/ noodzakelijk voor groei en ontwikkeling

• Op vitamine D na, kan ons lichaam geen vitamines maken.

• Er bestaan 13 vitamines.

(3)

Oorsprong

• De vitamines zijn in het begin van de 20ste eeuw ontdekt door de Poolse biochemicus Casimir Funk.

• Hij kwam erachter dat sommige stoffen die stikstof bevatten onmisbaar zijn om ziekten te voorkomen.

• Hij noemde deze stoffen vitamines; een combinatie van het Latijnse vita dat leven betekent, en amine voor het aanduiden van een stikstofbevattende stof.

• Later werd bekend dat niet alle vitamines stikstof bevatten, maar de term was al algemeen aanvaard.

(4)

Wat is het verschil tussen vitamines en mineralen?

• Vitamines en mineralen hebben meer overeenkomsten dan verschillen.

• In het lichaam zijn beiden onmisbaar bij veel processen.

• Het enige verschil is scheikundig van aard:

vitamines zijn organische stoffen en komen dus uit de levende natuur, terwijl mineralen anorganische stoffen zijn en dus uit de dode natuur komen.

(5)

13 stoffen die de naam vitamine hebben

• Vitamine A, C, D, E en K

• Daarnaast zijn er 8 soorten vitamine B (B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 en B12)

(6)

Oplosbaar in water of in vet.

• De Vitamines A, D, E en K zijn oplosbaar in vet (KADE).

• In water oplosbare vitamines zijn: alle B- vitamines en vitamine C.

(7)

De vet oplosbare vitamines.

• De vet oplosbare vitamines komen vooral voor in voedingsvetten. Het lichaam kan deze

vitamines in beperkte mate opslaan, alleen van vitamine A kan het lichaam een grote voorraad aanleggen in de lever. Deze

vitamines worden uitgescheiden via de urine of de gal.

(8)

De in water oplosbare vitamines

(9)

Antioxidanten

• Deze stoffen kunnen helpen tegen

beschadiging van cellen of weefsels en

daarmee mogelijk op de lange termijn tegen ziektes als kanker en hart- en vaatziekten.

• Vitamines C en E behoren tot de antioxidanten

(10)

Vitamine A (retinol)

• Zit in: zuivelproducten en vleesproducten.

Provitamine A (Caroteen) wortelen en groenten.

• De ogen zich aanpassen aan het schemer.

• Aanmaak van cellen en de weefselstructuur van de huid.

• Epitheelcellen gevormd in de huid, luchtpijp, het haar, tandvlees en longweefsel.

(11)

Vitamine A deficienties (te kort)

• Oogziektes (nachtblindheid)

• Afwijkingen huid en slijmvliezen

(12)

Vitamine B 1 (Thiamine)

• Zit in: bruinbrood, aardappelen en zemelen.

• Bevordering van de koolhydraat stofwisseling

• Nodig voor een goede werking van de hartspier en het zenuwstelsel.

• Het drinken van grote hoeveelheden alcohol, remt de opname van vitamine B1

(13)

Vitamine B 1 deficiënties (te kort)

• Psychische afwijkingen ontstaan, zoals depressie, concentratieproblemen en

geheugenverlies, gevoelloosheid in de benen.

• Hartklachten

• Spierverlamming (beriberi). Beriberi is een zenuwaandoening en komt in de westerse wereld niet meer voor.

(14)

Vitamine B11 (Foliumzuur)

• Zit in: groenten, vooral de groene soorten, volkorenproducten, brood, vlees en zuivel.

• Groei en goede werking van het lichaam en voor de aanmaak van witte en rode

bloedcellen.

• Foliumzuur is ook belangrijk voor de vroege ontwikkeling van het ongeboren kind.

(15)

Vitamine B 11 deficiënties (te kort)

• Afwijkingen in de bloedvorming

• Slijmvliesontstekingen

• Foliumzuur verkleint de kans op

geboorteafwijkingen als het neurale-

buisdefect (NBD) of open ruggetje, een hazenlip en open gehemelte.

(16)

Vitamine B 12

• Nodig voor opname intrinsic factor (prod.

maagwand)

• Zit in: dierlijk eiwit

• nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen en voor een goede werking van het

zenuwstelsel.

(17)

Vitamine B 12 deficiënties (te kort)

• Bloedarmoede (perniceuze anemie)

• Neurologische aandoeningen.

(18)

Vitamines B2 en B5

• B2

– Zit in: groente en melk.

– Haar, huis en zenuwstelsel

• B5

– Zit in rundvlees en aardappelen – Energiehuishouden

(19)

Vitamines B6 en B8

• B6

– Zit in: brood, aardappelen en banaan.

– Afbraak en opbouw eiwitten, weerstand

• B8

– Zit in: eieren melkproducten

– Haar, huid en nagels en vorming vetzuren

(20)

Vitamine C (ascorbinezuur)

• Zit in: fruit, groente en aardappelen

• Antioxidant

• Instandhouding dek en bindweefsel

• Opname ijzer

• Op peil houden weerstand

(21)

Vitamine C deficiënties (te kort)

• Verhoogde kans op infecties

• Scheurbuik; de verschijnselen zijn

tandvleesbloedingen, onderhuidse en inwendige bloedingen.

(22)

Vitamine D

• Het lichaam kan in de huid vitamine D onder invloed van de ultraviolette straling uit

zonlicht zelf aanmaken.

• Zit in: vooral in vette vis, en met wat lagere

gehaltes in vlees en eieren. wordt toegevoegd aan boterproducten.

• Opname Calcium uit de darm en calcium/

fosfaat stofwisseling

(23)

Vitamine D deficiënties (te kort)

• Rachitis (Engelse ziekte)

• Bij volwassenen en ouderen kan een vitamine D-tekort op den duur botontkalking of

osteoporose optreden.

(24)

Vitamine E

• Zit in: zonnebloemolie, dieethalvarine, dieetmargarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groenten en fruit.

• Antioxidant

• Beschermt de cellen, celwand, bloedbaan en weefsel.

(25)

Vitamine E deficiënties (te kort)

• Te kort komt nauwelijks voor.

• (Een ernstig vitamine E tekort kan leiden tot bloedarmoede, neurologische symptomen en spierzwakte)

(26)

Vitamine K

• Bacteriën kunnen in de dikke darm vitamine K maken.

• Zit in: eten en drinken

• Nodig voor een goede bloedstolling (Protrombine = stollingsfactor)

• Pasgeboren baby's krijgen vitamine K toegediend.

(27)

Vitamine K deficiënties (te kort)

• Stollingsstoornissen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

-Andere organismen nodig voor voedsel -Schimmels, dieren en meeste bacteriën.. 1) Koolstofassimilatie (Fotosynthese).  Alleen in autotrofe organismen 2)

Waar het om gaat is dat vetten bestaan uit glycerol met daaraan lange ketens van verschillende vetzuren. Hoe de koppeling tussen vetzuur en glycerol precies gebeurt hoef je niet

CONSUMENTEN 2E ORDE. CONSUMENTEN

 Wat de belangrijkste wetten van arbeid zijn en wie toeziet op de naleving van deze

Het netwerk heeft onder andere het actieplan ‘Monitoring hormoonverstoorders, geneesmiddelen en overige nieuwe stoffen’ opgesteld.. Hierin wordt een overzicht gegeven van

Verder lijkt bij langdurig gebruik van ppi ’s minder intrinsieke factor beschikbaar voor binding van cobalamine voor absorptie.. Mogelijk treedt bij chronische maagzuurremming

Het waren vogelbroedgebieden op Texel 1909-1917, het eiland dat Thijsse tijdens zijn driejarig verblijf als onderwijzer zeer was gaan waarderen; het al genoemde Leuvenumse bos

Dit leert ons dat deze zogenaamde cross-ecosysteem effecten expliciet moeten worden onder- zocht; niet alleen omdat stoffen grenzen van systemen door- kruisen, maar ook omdat