• No results found

De koninklijke familie in de media : het effect van persberichten van de Rijksvoorlichtingsdienst op de berichtgeving over het koninklijk huis door Nederlandse nieuwswebsites

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De koninklijke familie in de media : het effect van persberichten van de Rijksvoorlichtingsdienst op de berichtgeving over het koninklijk huis door Nederlandse nieuwswebsites"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De koninklijke familie in de media

Het effect van persberichten van de Rijksvoorlichtingsdienst op de berichtgeving over het koninklijk huis door Nederlandse nieuwswebsites

Master thesis

Graduate school of Communication

Naam Eliane Stuijt

Studentnummer 10117849 Begeleider Pytrik Schafraad

Afstudeerrichting Corporate Communication

(2)

Samenvatting

De invloed van persberichten op artikelen die worden gepubliceerd door Nederlandse nieuwswebsites neemt steeds meer toe. Persberichten worden ofwel volledig overgenomen of Nederlandse nieuwswebsites baseren artikelen op een persbericht. Dit onderzoek kijkt naar de invloed van persberichten, geschreven door de Rijksvoorlichtingsdienst over de koninklijke familie, op de artikelen van drie Nederlandse nieuwswebsites. De Nederlandse

nieuwswebsites zijn ad.nl, nrc.nl en volkskrant.nl. In totaal zijn er 88 persberichten van de RVD en 235 nieuwsberichten van de drie nieuwswebsites geanalyseerd. De persberichten en nieuwsberichten zijn vergeleken op het aantal woorden dat is gebruikt, in hoeverre het human interest frame is gebruikt en in hoeverre er gebruik is gemaakt van substantieve en affectieve aspecten. Daarnaast is het verband tussen frames in een persbericht en de opvolging hiervan door de drie websites geanalyseerd. De pers- en nieuwsberichten bevatten onderwerpen als het ongeluk van prins Friso, de troonswisseling en verschillende kleinere gebeurtenissen. Voorbeelden van deze kleine gebeurtenissen zijn staatsbezoeken, openingen van

evenementen en privé aangelegenheden. Middels een inhoudsanalyse kon worden

geconcludeerd dat hoe groter de gebeurtenis met betrekking tot de koninklijke familie, hoe hoger de prominentie van een artikel op een Nederlandse nieuwswebsite, hoe meer gebruik werd gemaakt van een human interest frame en hoe groter de kans op het gebruik van bepaalde substantieve aspecten in een artikel bleek te zijn. Daarnaast bleek dat wanneer in een persbericht een human interest frame en bepaalde substantieve en affectieve aspecten werden gebruikt, dit invloed had op het gebruik van deze aspecten in nieuwsberichten. Het bestuderen van dit onderwerp is van belang, omdat Nederlandse nieuwswebsites een steeds belangrijker wordende journalistieke bron van nieuws vormen door de komst van nieuwe media.

(3)

1 Inleiding

Persberichten bestaan al jarenlang in verschillende vormen en worden ook al jaren door journalisten gebruikt voor het produceren van nieuws. Persberichten worden geschreven door bijvoorbeeld pr- of persbureaus. Een persbericht is een instrument, dat wordt ingezet om aandacht te genereren voor een nieuwsitem rondom een persoon, organisatie, (verbeterd) product of dienst (Pander Maat, 2007). De persberichten worden naar journalisten gestuurd in de hoop dat zij deze informatie doorspelen naar hun lezers. Verschillende onderzoekers (Prenger, Van der Valk, Van Vree & Van der Wal, 2011) vragen zich steeds vaker af of de kwaliteit van de journalistiek nog hoog is omdat persberichten steeds vaker zonder enige bewerking worden overgenomen. Het plaatsen van een onbewerkt persbericht als nieuwsitem is een symptoom van de toenemende invloed van pr- en persbureaus (Lewis, Williams & Franklin, 2008). Pr- en persbureaus hebben een steeds grotere rol gekregen in het vormen van de inhoud van nieuwsitems (Lewis et al., 2008). Journalisten krijgen op die manier eerder een rol in het bewerken van een item dan het daadwerkelijke schrijven van de inhoud van een nieuwsitem. Wat ook mee zou spelen is het feit dat journalisten door het opvullen van steeds dikkere kranten en het leveren van content voor websites steeds minder tijd zouden hebben om een persbericht nog te bewerken (Kroon & Schafraad, 2013). Op deze manier worden persberichten steeds vaker klakkeloos overgenomen en zou de kwaliteit van journalistiek daardoor verminderen.

De andere kant van deze discussie focust zich op de uitdaging die de journalisten tegenwoordig moeten aangaan om de kwaliteit van journalistiek hoog te houden. Door de komst van nieuwe communicatiekanalen, met name het internet, is het aantal nieuwsbronnen enorm gegroeid (Van der Wurff & Schonbach, 2011). Individuen hebben de kans om een bron te worden van online informatie zoals meningen, inzichten, ervaringen en perspectieven die gedeeld kunnen worden met anderen (Veil, Buehner & Palenchar, 2011). De kennis en ervaring van journalisten voor het schrijven van een artikel is bijna niet meer nodig (Deuze, Bruns & Neuberger, 2007). Ook dit wordt ervaren als een bedreiging voor de kwaliteit van de journalistiek. Journalisten zien de komst van deze nieuwe communicatiekanalen als een uitdaging. Het is een uitdaging om het nieuws wat zij produceren zo te bewerken dat

duidelijk is dat het kwalitatief beter nieuws is dan dat wat iedereen tegenwoordig overal kan publiceren (Van der Wurff & Shonbach, 2011).

(4)

2 kwaliteit van de journalistiek hoog te houden, kunnen journalisten ook beter hun best doen om een artikel zelf te schrijven dan een persbericht over te nemen. Journalisten kunnen een persbericht gebruiken als insteek voor een artikel waarmee ze de kwaliteit omhoog proberen te halen. Met de keuze om wel of niet over een bepaald onderwerp te schrijven, hebben zij de macht om het publiek, via de media, te laten oordelen over hoe belangrijk een bepaald

nieuwsitem is en of deze wel of niet op de publieke agenda komt (McCombs & Shaw, 1972). Het proces van het gebruiken van een persbericht voor een nieuwsitem op basis van wat wel of niet belangrijk wordt geacht door journalisten wordt agenda building genoemd (Chernov, McCombs & Valenzuela, 2011). Journalisten kunnen over een onderwerp wat zij belangrijk achten op een positieve of negatieve manier schrijven. De manier waarop dit onderwerp in de media komt wordt framen genoemd (Hallahan, 1999). Via de manier van framen kan worden verklaard, hoe journalisten een persbericht bewerken en hoe zij willen dat het publiek over het onderwerp nadenkt. Een pr- of persbureau kan een persbericht versturen in de hoop dat een journalist hier over gaat schrijven. Het is dan nog altijd de vraag hoe de journalist het persbericht gebruikt in een artikel.

Het PR-bureau van het koninklijkhuis

Pr-bureaus zijn er in verschillende soorten met verschillende doeleinden. Het pr-bureau van de overheid wordt de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) genoemd

(Rijksvoorlichtingsdienst, 2015). Journalisten schrijven over het koninklijk huis niet alleen omdat het de interesse wekt van mensen, maar voornamelijk omdat het in het belang is van het volk. De RVD brengt persberichten naar buiten over ontwikkelingen binnen de overheid, maar ook over verschillende privéomstandigheden van het koninklijk huis. De RVD heeft als taak om de reputatie van een publieke instelling als het koninklijk huis hoog en transparant te houden. Nemen deze journalisten de persberichten van deze publieke instelling klakkeloos over of zullen ze deze persberichten gebruiken als insteek voor hun eigen artikel? En als ze het persbericht als insteek gebruiken hoe wordt dat onderwerp dan geframed in hun eigen artikel?

Dit onderzoek richt zich op de manier waarop journalisten een persbericht opvolgen. Dit zal gedaan worden door de persberichten die door de RVD over het koninklijk huis worden verzonden te analyseren. Deze zullen worden vergeleken met nieuwsberichten van drie verschillende Nederlandse nieuwswebsites waarbij het onderwerp is afgeleid van een persbericht van de RVD. De RVD is bevindt zich in een ‘beschermde’ monopoliepositie als het gaat om het naar buiten brengen van nieuws over de koninklijke familie. Hoe deze

(5)

3 persberichten vervolgens worden gebruikt in door Nederlandse nieuwswebsites is een

interessant gegeven voor zowel de RVD zelf als voor de wetenschap. Nederlandse nieuwswebsites zijn steeds vaker een serieuze journalistieke bron van nieuws. Bovendien bieden nieuwswebsites de optie om artikelen continu te kunnen aanpassen, dit maakt het nieuws preciezer en vernieuwend. In hoeverre deze nieuwswebsites de professionele persberichten van de RVD belangrijk vinden en op welke manier ze vervolgens deze

persberichten gebruiken in artikelen is een vraag om nader uit te zoeken. De onderzoeksvraag die gesteld kan worden op basis van bovenstaande is als volgt:

In hoeverre wordt een persbericht van de RVD door Nederlandse nieuwswebsites belangrijk geacht en op welke manier wordt een persbericht geframed en opgevolgd door deze

Nederlandse nieuwswebsites in het schrijven over de koninklijke familie?

In dit onderzoek wordt er allereerst dieper ingegaan op de RVD, wat is het precies en wat doet het. Vervolgens wordt er aan de hand van agenda building uitgelegd waarom iets op zowel de media als de publieke agenda wordt gezet. Daarnaast worden framing en

framebuilding verder uitgelegd met daarop volgend de hypotheses die de onderzoeksvraag ondersteunen. Vervolgens komt de methode van aan bod waarna de resultaten van de analyses volgen. Het onderzoek wordt afgesloten met een conclusie en een discussie.

Theoretisch kader

De Rijksvoorlichtingsdienst

In 1848 is in de Grondwet vastgelegd dat de koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn voor het optreden van de koning (Koninklijkhuis.nl, 2012). De koning is hiermee onderdeel van de regering. Nadat koninklijke besluiten en

wetsvoorstellen door de Staten-Generaal zijn aanvaard worden ze eerst door de koning en daarna door een minister of staatssecretaris ondertekend. Na deze ondertekening kunnen ze pas in werking treden. Het feit dat de ministers verantwoordelijk zijn voor de acties van de koning maakt het belangrijk dat er zo transparant mogelijk wordt opgetreden vanuit de koninklijke familie naar de regering. Wordt hier niet transparant mee om gegaan dan kunnen er vragen ontstaan vanuit het volk.

Om zo transparant mogelijk om te gaan met de acties van de koninklijke familie is in 1965 de RVD opgericht. De RVD is onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken en verzorgt de woordvoering van de minister-president en het kabinet. Bovendien is de RVD verantwoordelijk voor de berichtgeving over onder andere het algemeen regeringsbeleid.

(6)

4 Daarnaast verzorgt de RVD de voorlichting over het koninklijk huis en adviseert de leden van het koninklijk huis op het gebied van publiciteit. De afdeling Communicatie Koninklijk Huis van de RVD verzorgt de communicatie over en de begeleiding van de publieke optredens van het koninklijk huis in binnen- en buitenland (Rijksvoorlichtingsdienst, 2015). Deze afdeling communiceert voornamelijk via de website Koninklijkhuis.nl, waar alle persberichten en aankondigingen op worden geplaatst. Ook is er van elk lid van de koninklijke familie een profiel en is er veel geschiedenis over de familie te vinden. Voor de afdeling Communicatie Koninklijk Huis ligt de nadruk vooral op het naar buiten brengen van nieuws over koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix. Deze website wordt niet alleen gebruikt voor het naar buiten brengen van nieuws over staatsrechtelijke aangelegenheden zoals staatsbezoeken, openingen of de troonswisseling, maar ook voor nieuws over privé omstandigheden zoals verjaardagen, overlijden en huwelijken. Voor dit onderzoek is een onderscheid gemaakt tussen grote gebeurtenissen zoals de troonswisseling, en kleine

gebeurtenissen zoals staatsbezoeken. Zoals eerder genoemd komen de functies van de RVD op een bepaalde manier overeen met de taken van een pr-bureau: de RVD brengt middels persberichten nieuws naar buiten over de minister-president, het kabinet en het koninklijk huis.

Agenda building

De koninklijke familie staat geregeld in de belangstelling van de media. Zo zijn er verschillende tijdschriften die alleen over de koninklijke familie schrijven, maar ook kranten en online media wijden er stukken aan. De onderwerpen waar de media over schrijven

verschillen van elkaar en niet elk medium schrijft over elke aangelegenheid. De onderwerpen, waarvan de media vinden dat deze belangrijk genoeg zijn om over te schrijven, bepalen daarmee ook de publieke agenda (McCombs & Reynolds, 2002). Onderwerpen die in de media worden behandeld, krijgen aandacht van het publiek en komen daarmee op de publieke agenda.

Het overbrengen van het belang van onderwerpen van de maatschappelijke agenda naar de media agenda wordt agenda building genoemd (Caroll & McCombs, 2003). Agenda building kan ook als een paraplubegrip worden gezien, dat wordt gebruikt om te achterhalen waarom bepaalde kwesties of gebeurtenissen het nieuws kunnen domineren terwijl de meeste onderwerpen niet eens de nieuwskolommen halen (Kroon & Schafraad, 2013). De bron van het nieuws speelt hierbij een belangrijke rol. Hoe hoger de kwaliteit of het imago van een bron, zoals een pr-bureau, hoe groter de kans dat het nieuws van die bron in de media wordt

(7)

5 overgenomen (Hijmans et al., 2011; Lewis et al., 2008). Over het algemeen worden

persberichten van pr-bureaus sneller overgenomen door de media dan persberichten van bijvoorbeeld een organisatie zelf. Dit vanwege de ervaring en kennis die pr-bureaus hebben op het gebied van het schrijven van persberichten. Op basis van bovenstaande kan worden gesteld dat de berichten van een kwalitatief hoog aangeschreven ‘pr-bureau’ als de RVD vaak terug te vinden zijn in het nieuws. Voornamelijk berichten waaruit veel informatie valt af te leiden en waarin duidelijk kan worden gemaakt wat het belang is van de boodschap worden over genomen door journalisten (Hijmans et al., 2011). Gebaseerd op de agenda building theorie is de volgende hypothese opgesteld:

H1: Artikelen over grote gebeurtenissen rondom de koninklijke familie hebben een grotere prominentie op de Nederlandse nieuwswebsites dan artikelen over kleine

gebeurtenissen. Framing

Zoals hierboven genoemd, kunnen attributen rondom een object op een bepaalde manier worden geframed. Framing is een proces waarbij een bron, zoals een krant, maar ook een organisatie of een persoon, een issue op een manier definieert die gunstig is voor de bron. Hierbij laat de bron bepaalde elementen meer opvallen (Glazier &Boydstun, 2012).

Verschillende onderzoekers hebben geprobeerd een definitie te geven aan framing (De Vreese, 2012). In dit onderzoek wordt het denkbeeld van Entman (1993) over framing aangehouden. Entman definieert framing op de volgende manier: “To frame is to select some aspects of a perceived reality and make them more salient in a communicating text, in such a way as to promote a particular problem definition, causal interpretation, moral evaluation, and/or treatment recommendation for the item described”. (p. 52). Entman stelt hiermee dat frames verschillende functies hebben. Frames definiëren problemen, ze stellen wat de oorzaak van een probleem is en ze oordelen op morele wijze. Ze dragen bovendien een oplossing aan.

Volgens Entman werkt framing als volgt: een frame licht bepaalde informatie uit een tekst op, waardoor het bij mensen opvalt en tegelijkertijd vallen andere stukken informatie minder op. De informatie die bij mensen opvalt, wordt als het ware belangrijker en

opmerkelijker gemaakt. Op deze manier neemt het publiek de informatie bewuster tot zich en zal het deze informatie eerder onthouden.

Een belangrijke bron als de RVD maakt ook gebruik van persberichten die wel of niet door de media worden opgevolgd. Zoals eerder genoemd is de RVD eigenlijk een soort

(8)

pr-6 bureau met een grote verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid is het verspreiden van nieuws rondom het koninklijk huis, de leider(s) van Nederland. Een andere belangrijke

instantie als de RVD is bijvoorbeeld het Witte Huis die nieuws over de president en leider van Amerika naar buiten brengt. In het naar buiten brengen van nieuws over dit land wordt ook gebruik gemaakt van framing in de persberichten die afkomstig zijn van de president (Glazier & Boydstun, 2012). De media en de president brengen beide op een andere manier nieuws naar buiten. Ze hanteren verschillende framing gedragingen en passen frames dus op een andere manier toe. Het resultaat is dat de geframede boodschappen soms overeenkomen, vooral op kritieke momenten, maar veelal zullen verschillen (Coleman & Banning, 2006). Hieruit kan worden afgeleid dat de RVD en de Nederlandse nieuwsmedia anders omgaan met onderwerpen rondom het koninklijk huis. Omdat beide partijen verschillende belangen hebben in het naar buiten brengen van nieuws, zullen de partijen verschillende frames gebruiken.

Geconstateerd kan worden dat een president of een leider van een land voornamelijk gebruik maakt van frames waarin de acties die hij of zij heeft verricht, overkomen alsof dat het beste is wat kon worden gedaan (Hänggli & Kriesi, 2010). Het maakt niet uit hoe slecht een presidentiele actie zal gaan of hoe erg er kritiek op wordt geuit: de president zal proberen om naar het publiek te communiceren dat hij of zij hetgeen heeft gedaan wat de beste optie was. Dit kan gedaan worden door middel van positief getinte frames.

Verschillende frames

Gebaseerd op het onderzoek van Glazier en Boydstun (2012) en Hänggli en Kriesi (2010) kan gesteld worden dat de RVD en de Nederlandse nieuwsmedia verschillende frames gebruiken voor het naar buiten brengen van nieuws over de koninklijke familie. Een frame kan verschillen in de aanwezigheid of de afwezigheid van bepaalde woorden, zinnen, stereotype afbeeldingen, bronnen van informatie, en bepaalde zinnen die clusters of feiten vanuit een bepaald oordeel bieden (De Vreese, 2012). Ook kan een frame verschillen in de keuzes in taal, quotaties en relevante informatie (Shah, Watts, Domke & Fan, 2012). Dat er verschillende frames bestaan die toepasbaar zijn op pers- en nieuwsberichten mag duidelijk zijn. Voorbeelden van vijf verschillende frames zijn: het conflict frame, human interest frame, economisch consequenties frame, morele frame en het

verantwoordelijkheidsframe (Semetko & Valkenburg, 2000). Dit onderzoek zal alleen gebruik maken van het human interest frame. Het human interest frame is een frame waarbij een gezicht of een emotionele insteek aan een artikel wordt gegeven (Semetko & Valkenburg,

(9)

7 2000). Het nieuws wordt gepersonaliseerd, gedramatiseerd en er wordt gebruik gemaakt van emoties in de tekst om de aandacht van het publiek te trekken. Aangezien dit onderzoek pers- en nieuwsberichten analyseert die betrekking hebben op personen (de koninklijke familie) is de kans groot dat het human interest frame vaak wordt gebruikt. De andere frames zijn toepasselijk voor onderwerpen die minder gericht zijn op personen of families. Daarom worden die frames niet gebruikt voor dit onderzoek.

Persberichten met als onderwerp een grote gebeurtenis, zoals de troonswisseling of het ongeluk van prins Friso, bevatten relatief veel informatie en vinden ook plaats over een langere tijdsspanne. Tijdens deze periodes zijn er meerdere persberichten over hetzelfde onderwerp naar buiten gebracht. Persberichten over deze onderwerpen hebben relatief meer kans om factoren van het human interest frame te bevatten omdat ze dieper ingaan op

persoonsgebonden gebeurtenissen. Kleinere gebeurtenissen nemen vaak minder tijd in beslag en persberichten over deze gebeurtenissen bevatten vaak ook minder informatie. Gebaseerd op het human interest frame en het verschil tussen de grote en kleine gebeurtenissen is de volgende hypothese opgesteld:

H2: In artikelen door Nederlandse nieuwswebsites over grote gebeurtenissen wordt vaker een human interest frame gebruikt dan in artikelen over kleine gebeurtenissen.

Een andere manier om te achterhalen welk soort frame is gebruikt, is door te kijken naar de verschillende aspecten van een bericht. Een artikel bestaat uit verschillende aspecten en op basis van die aspecten kan beoordeeld worden hoe een bericht is geframed (Kim, Kiousis & Zeng, 2015). Aspecten zijn te onderscheiden in substantieve en affectieve

aspecten. Substantieve aspecten zijn cognitieve aspecten van een object. Een object is hierbij het onderwerp van het persbericht. In het geval van dit onderzoek is dat de koninklijke familie. Substantieve aspecten zijn voornamelijk feitelijke gegevens zoals de geboortedatum van een persoon of een financiële status van een organisatie. Gebaseerd op deze theorie en het feit dat pers- en nieuwsberichten van kleine gebeurtenissen waarschijnlijk meer korte en feitelijke informatie bevatten is de volgende hypothese opgesteld:

H3: In artikelen door Nederlandse nieuwswebsites over grote gebeurtenissen rondom de koninklijke familie worden minder substantieve aspecten gebruikt dan in artikelen over kleine gebeurtenissen.

(10)

8 Naast substantieve aspecten kan een bericht affectieve aspecten bevatten (Kim et al., 2015). Deze aspecten zijn te herkennen aan emotionele karakteristieken van een object of het onderwerp van een artikel. Een voorbeeld hiervan is de tone of voice van een artikel. Deze aspecten gaan meer over het artikel in zijn algemeenheid dan over kenmerken van de

personen uit het artikel. Op basis van de definitie van deze affectieve aspecten en omdat pers- en nieuwsberichten rondom de grote gebeurtenissen waarschijnlijk veel uitgebreider en groter zijn, is de volgende hypothese opgesteld:

H4: In artikelen van Nederlandse nieuwswebsites over grote gebeurtenissen rondom de koninklijke familie worden meer affectieve aspecten gebruikt dan in artikelen over kleine gebeurtenissen.

Verschil tussen de websites

De drie Nederlandse nieuwswebsites die zijn gekozen voor dit onderzoek zijn ad.nl, nrc.nl en volkskrant.nl. Het NRC Handelsblad en de Volkskrant staan in Nederland bekend als wat nettere kranten en minder commercieel in vergelijking met Het Algemeen Dagblad. Het NRC Handelsblad en de Volkskrant hebben een hoogopgeleid publiek en 60 procent van de lezers zitten in de twee hoogste welstandsklassen. Het publiek van het Algemeen Dagblad zit maar voor 40 procent in deze categorie (Bakker, 2013). Omdat Het NRC Handelsblad en de Volkskrant kranten zijn met een doelgroep van hoger opgeleiden mensen, kan worden verwacht dat deze kranten voornamelijk feiten naar buiten brengen en niet ingaan op emoties die betrekking hebben tot wat meer sensatie gericht nieuws. Hieruit kan worden afgeleid dat ook de nieuwswaardes van de kranten verschillen. Het blijft moeilijk om te bepalen waarom, hoe of wanneer iets nieuws wordt (Harcup & O’Neil, 2001). Er zijn verschillende factoren ontwikkeld die enigszins belangrijk kunnen zijn in het bepalen van nieuws (Galtung & Ruge, 1965). Een van de factoren, die ook relevant zijn voor dit onderzoek is het refereren naar bekende mensen. Hieronder vallen niet alleen beroemdheden in het algemeen, maar ook leden van koninklijke families. Nieuwsitems waarin bekende mensen een rol spelen, worden gezien als nieuws omdat het publiek zich kan associëren met de acties van deze mensen. Het publiek zou zich kunnen identificeren met deze bekende personen. Ook de frequentie van een gebeurtenis en de betekenis van een gebeurtenis zijn factoren die een rol kunnen spelen in het bepalen wanneer iets nieuws is. Wanneer een gebeurtenis niet plaats neemt over een langere tijdsperiode maar zich juist ontvouwt binnen een korter tijdsbestek, zou dit laatste eerder nieuws worden (Galtung & Ruge, 1965). Het is accurater en heeft een grotere nieuwswaarde. De betekenis van een gebeurtenis is weer gerelateerd aan culturele aspecten. De

(11)

9 troonswisseling van koning Willem-Alexander heeft in Nederland een grotere nieuwswaarde dan in bijvoorbeeld Frankrijk. In Nederland gaat hier een hele (culturele) geschiedenis aan vooraf gaat en betreft het de toekomst van alleen Nederland betreft. Journalisten van kranten, en de bijbehorende websites, kunnen bepalen wat zij als meer nieuws ervaren. Daarnaast kunnen zij bepalen of ze het onderwerp bij een krant vinden passen, en op basis van die nieuwswaarde een artikel wel of niet schrijven. Op basis van de verschillende doelgroepen en nieuwswaardes van de Nederlandse kranten, en daarmee ook de websites van die kranten, zijn de volgende hypotheses opgesteld:

H5: De Nederlandse nieuwswebsites nrc.nl en volkskrant.nl gebruiken meer substantieve aspecten in artikelen over de koninklijke familie dan het ad.nl.

H6: De Nederlandse nieuwswebsites nrc.nl en volkskrant.nl gebruiken minder affectieve aspecten in artikelen over de koninklijke familie dan het ad.nl.

Frame building

Middels agenda building, wordt zoals eerder genoemd, bepaald welk nieuwsitem belangrijk is voor de media agenda (McCombs & Shaw, 1972). Gebaseerd op agenda building kan het concept frame building worden uitgelegd. Middels frame building wordt onderzocht welke factoren belangrijk zijn voor het overbrengen van nieuws en hoe

journalisten deze factoren vervolgens meer kunnen laten opvallen. Frame building is het door journalisten belangrijk achten van bepaalde factoren uit een persbericht en op basis van dit belang bepalen of deze bruikbaar zijn voor een artikel (Hänggli, 2012). Waar agenda building zich richt op het belang van een issue in zijn algemeen, richt frame building zich op het belang van bepaalde aspecten uit een issue. Volgens de eerder genoemde discussie zou de kwaliteit van journalistiek achteruit gaan omdat pr-bureaus steeds meer macht krijgen. Journalisten zouden een persbericht steeds vaker overnemen zonder enige bewerking. Dit betekent dat exact dezelfde frames en belangrijke factoren uit een persbericht ook worden overgenomen. Wanneer journalisten besluiten om een persbericht als insteek voor een nieuw artikel te gebruiken hoeft dit niet te betekenen dat de frames of belangrijke factoren uit een persbericht direct worden overgenomen. Iedere partij gebruikt, zoals eerder genoemd, frames op een voor hen meest gunstigste manier (Glazier & Boydstun, 2012). De vraag is dus in hoeverre frames en aspecten uit een persbericht daadwerkelijk worden overgenomen door journalisten. Op basis van de eerder genoemde frames en om het verschil tussen frames in pers- en nieuwsberichten aan te tonen, zijn de volgende drie hypotheses geformuleerd:

(12)

10 H7: Wanneer het persbericht afkomstig van de RVD gebruik maakt van het human interest frame stijgt de kans van aanwezigheid van dit frame in de nieuwsberichten van Nederlandse nieuwswebsites.

H8: Wanneer het persbericht afkomstig van de RVD gebruik maakt van substantieve aspecten stijgt de kans van aanwezigheid van deze aspecten in de nieuwsberichten van Nederlandse nieuwswebsites.

H9: Wanneer het persbericht afkomstig van de RVD gebruik maakt van affectieve aspecten stijgt de kans van aanwezigheid van deze aspecten in de nieuwsberichten van Nederlandse nieuwswebsites.

Methode

Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag door het toetsen van hypotheses, is gebruik gemaakt van een inhoudsanalyse. Een inhoudsanalyse is een ideale methode om de inhoud van bestaand (media) materiaal waar te nemen en te analyseren (Wester, 2006). Een inhoudsanalyse is een systematische vorm van lezen om waarnemingen te doen en zo specifieke karakteristieken van bestaand tekstueel materiaal te identificeren (Krippendorf, 1980). Inhoudsanalyses zijn gericht op het beschrijven van patronen in documenten (Wester, 2006). Deze patronen zijn kenmerken die los van het materiaal te omschrijven zijn. Om te achterhalen hoe Nederlandse nieuwswebsites de persberichten van de RVD overnemen is een inhoudsanalyse de ideale onderzoeksmethode. Via deze methode kan onderzocht worden welke kenmerken over worden genomen uit het persbericht of op welke manier de nieuwswebsite het persbericht verwerkt in een artikel. Dit onderzoek richt zich op de aanwezigheid van artikelen over gebeurtenissen rondom de koninklijke familie op de nieuwswebsites, of deze websites gebruik hebben gemaakt van het human interest frame, substantieve en affectieve aspecten en in hoeverre de persberichten terugkomen in de nieuwsberichten. Alle berichten zijn gecodeerd met behulp van Qualtrics. De vragen uit het codeboek zijn in Qualtrics verwerkt en zo kon op een snelle en effectieve manier de data worden gecodeerd. Het databestand dat hieruit ontstond is verder bewerkt in SPSS. Alle hypotheses zijn getoetst met behulp van SPSS.

Materiaal

Het materiaal voor dit onderzoek bestond uit persberichten van de RVD en online artikelen van drie Nederlandse nieuwswebsites. Voor dit onderzoek is gekozen voor online

(13)

11 nieuwsberichten van drie verschillende websites omdat deze artikelen het meest actueel zijn. Een website biedt de mogelijkheid om een artikel steeds aan te passen aan de actualiteit rondom een gebeurtenis. De drie geselecteerde Nederlandse nieuwswebsites zijn nrc.nl, ad.nl en volkskrant.nl. Dit zijn de websites van drie van de grootste kranten van Nederland, NRC Handelsblad, Algemeen Dagblad en Volkskrant, wat ook meteen de reden is waarom deze websites zijn gekozen. Vanwege het grote bereik van de kranten is de kans aanzienlijk dat deze kranten een artikel hebben gepubliceerd gebaseerd op een persbericht van de RVD. De persberichten zijn geschreven door de RVD en zijn van de website koninklijkhuis.nl

afgehaald. Deze website publiceert alle persberichten van de RVD over de koninklijke familie.

De geselecteerde persberichten komen uit de periode 2012 tot en met 2013. Hierin zijn twee grote gebeurtenissen rondom de koninklijke familie geselecteerd. De eerste is het ongeluk van prins Friso in 2012, de tweede is de troonswisseling van koning Willem-Alexander en prinses Beatrix in 2013. Deze twee gebeurtenissen zijn uitgekozen omdat ze recent zijn en omdat er veel media aandacht voor was. Uit de database van de RVD zijn twaalf persberichten geselecteerd die geschreven zijn naar aanleiding van het ongeluk van prins Friso. Dit zijn de enige persberichten die zijn gepubliceerd in de week na het ongeluk. Voor dit onderzoek is gekozen om alleen persberichten en nieuwsberichten te selecteren in de eerste week na het ongeluk. Voor de troonswisseling van koning Willem-Alexander zijn uit de database van de RVD 30 persberichten geselecteerd tussen 28 januari 2013 en 1 mei 2013. Dit omdat de troonswisseling 28 januari 2013 werd aangekondigd en heeft plaatsgevonden op 30 april 2013. Voor deze twee grote gebeurtenissen zijn per nieuwswebsite ook 30 berichten geselecteerd. Na het uitsluiten van eventuele missings is het totaal van nieuwsberichten met als onderwerp grote gebeurtenissen hiermee 172 (n = 172). Het totaal aantal persberichten van de RVD was 44 (n = 44).

Daarnaast zijn er gebeurtenissen geselecteerd in 2012 en 2013 die relatief klein zijn in vergelijking met de twee grote gebeurtenissen. Dit om een verschil te kunnen aantonen in het gebruik van de persberichten van de RVD door Nederlandse nieuwswebsites ten tijden van grotere en kleinere gebeurtenissen rondom de koninklijke familie. Een voorbeeld van een kleine gebeurtenis is de uitreiking van een prijs als de Appeltjes van Oranje of een

staatsbezoek aan Turkije. De kleine gebeurtenissen zijn opgesplitst in vier subcategorieën. Deze categorieën luiden als volgt: ‘Feestelijke gebeurtenis’, ‘Opening campagne/evenement’, ‘Privé’ en ‘Werkbezoek/ontvangst’. Onder een ‘Feestelijke gebeurtenis’ vallen de

(14)

12 evenement, maar wat tevens een feestelijke gebeurtenis is. Een voorbeeld hiervan is de

aanwezigheid van koning Willem-Alexander bij het jubileum diner van NOC*NSF. Onder een ‘Opening van een campagne of evenement’ vallen gebeurtenissen waar de koninklijke familie aanwezig moet zijn als een staatsrechtelijk evenement en wat een opening van iets is. Een voorbeeld hiervan is het Women Inc. Festival. Dit festival werd geopend door koningin Máxima. Gebeurtenissen die onder ‘Privé’ vallen zijn gebeurtenissen die betrekking hebben op het privéleven van de leden van de koninklijke familie. Een voorbeeld hiervan is het winnen van de Machiavelli prijs door koningin Máxima of de status van het ziekteverloop van prins Bernhard junior. Onder werkbezoek of ontvangst vallen alle bezoeken of

ontvangsten die staatsrechtelijk zijn of die gericht zijn op het bedrijfsleven van Nederland. Een voorbeeld hiervan is het werkbezoek van koning Willem-Alexander aan de Koninklijke Marechaussee of het eerder genoemde staatsbezoek aan Turkije.

De persberichten met een kleine gebeurtenis als onderwerp zijn geselecteerd uit de periode van januari 2012 tot en met december 2013. In totaal zijn er 44 (n = 44) persberichten van de RVD geselecteerd. Niet alle persberichten werden opgevolgd door de nieuwswebsites. Van de website ad.nl zijn in totaal 23 berichten geselecteerd die een kleine gebeurtenis als onderwerp hebben. Van de website nrc.nl zijn in totaal 20 berichten geselecteerd en van de website volkskrant.nl ook 20 berichten. In totaal zijn er 63 nieuwsberichten met als

onderwerp een kleine gebeurtenis geanalyseerd.

Het totale materiaal bestaat uit 88 (n = 88) persberichten afkomstig van de RVD en 235 (n = 235) nieuwsberichten afkomstig van drie verschillende nieuwswebsites. Dit maakt een totaal van 323 (N = 323) berichten die zijn gecodeerd.

Meetinstrument

Zoals gebruikelijk bij een inhoudsanalyse is er voor dit onderzoek een codeboek opgesteld om verschillen aan te kunnen tonen. Het codeboek is gebruikt tijdens het analyseren van de pers- en nieuwsberichten. Het codeboek bevat vragen die een duidelijk beeld kunnen geven van het gebruik van een persbericht in een nieuwsbericht en bestaat uit drie delen. Het eerste deel had betrekking op het lezen van het persbericht, het tweede deel had betrekking op het lezen van het nieuwsbericht en het derde deel had betrekking op zowel het persbericht als het nieuwsbericht. Bij het coderen van het persbericht werden, na het beantwoorden van specifieke vragen over het persbericht, vragen gesteld aangaande de verschillende soorten frames. Wanneer een nieuwsbericht werd gecodeerd, kwamen eerst de vragen van deel twee en daarna de vragen uit deel drie aan bod. Enkele voorbeelden van

(15)

13 vragen over het persbericht zijn: ‘Wat is het onderwerp van dit persbericht?’ of ‘Door welke nieuwsmedia website wordt aandacht geschonken aan dit persbericht?’. Het tweede deel had betrekking op de nieuwsberichten van de nieuwswebsites. Voorbeelden van vragen uit dit tweede deel zijn ‘Wat is de lengte van het nieuwsbericht (aantal woorden)?’ of ‘Wat is de website van het nieuwsbericht?’. Het derde deel richtte zich voornamelijk op de verschillende frames. Dit deel bevatte voornamelijk vragen als ‘Gaat het verhaal in op het privé leven van een lid/de leden van de Koninklijke familie?’, ‘Wordt het aantal kinderen van het lid/de leden van de Koninklijke familie genoemd?’ of ‘Eventueel toegevoegde afbeeldingen en/of video’s benadrukken positieve/negatieve elementen uit het persbericht/artikel’. Zie bijlage 1.0 voor het gehele codeboek.

Intercodeurbetrouwbaarheid

Het gehele codeboek is getest met tien procent van de totale data (n = 33) waarbij onduidelijkheden konden worden geconstateerd. De berichten die voor de

intercodeurbetrouwbaarheid werden gecodeerd zijn zowel persberichten als nieuwsberichten. Deze berichten zijn random geselecteerd en hercodeerd door twee codeurs. De codeurs waren een externe codeur en dezelfde codeur die de berichten eerder had gecodeerd. Voor het testen van de intercodeurbetrouwbaarheid is voor dit onderzoek gekozen voor een Krippendorff’s alpha. Deze formule is toepasbaar voor inhoudsanalyses met een onbeperkt aantal codeurs. Daarnaast is deze formule expliciet beschikbaar voor variabelen op elk meetniveau (Lomard et al., 2002). De variabelen ‘Mening van de koninklijke familie’, ‘Geboortedatum’, ‘Baan’, en ‘Plek in lijn van troonopvolging’ bleken betrouwbaar te zijn gecodeerd. De rest van de variabelen bleek niet betrouwbaar te zijn. Een oorzaak voor dit resultaat kan de relatief kleine steekproef van dit onderzoek zijn. Ook kan het feit dat er slechts twee codeurs waren,

waarvan één codeur de gehele data ook codeert, meespelen. De tweede codeur kan de coderingsprocedure niet goed hebben begrepen waardoor de betrouwbaarheid naar beneden wordt gehaald. Door de korte tijdsspanne waarin dit onderzoek werd uitgevoerd was er geen tijd meer om de onbetrouwbare variabelen aan te passen. Als gekeken wordt naar het

overeenkomstpercentage bleek de meerderheid een hoog overeenkomstpercentage te hebben. Om deze redenen zijn de variabelen toch allemaal meegenomen in dit onderzoek. Een

compleet overzicht van de intercodeurbetrouwbaarheid van de verschillende variabelen is opgenomen in bijlage 2.0, tabel 1.0.

(16)

14 Analyseprocedure

Onafhankelijke variabelen. De negen hypotheses bevatten in totaal drie

onafhankelijke variabelen. Deze zijn ‘Onderwerp van het nieuwsartikel’, voor hypothese één tot en met vier, ‘Website van nieuwsartikel’ voor hypothese vijf en zes en ‘Persbericht of nieuwsbericht’ voor hypothese zeven tot en met negen. De variabele ‘Onderwerp van het nieuwsartikel’ bestond uit drie waardes namelijk: ‘Het ongeluk van prins Friso’,

‘Troonswisseling’ en ‘Kleine gebeurtenis’. De eerste twee waardes zijn samengevoegd waarna de waardes van de variabele ‘Onderwerp van het nieuwsartikel’ bestond uit ‘Grote gebeurtenis’ en ‘Kleine gebeurtenis’. De variabele ‘Website van het nieuwsartikel’ bestond uit de drie waardes ‘ad.nl’, ‘nrc.nl’ en ‘volkskrant.nl’. De variabele ‘Persbericht of

nieuwsbericht’ bestond uit de twee waardes ‘Persbericht’ en ‘Nieuwsbericht’.

Afhankelijke variabelen. De negen hypotheses bevatten in totaal vier verschillende afhankelijke variabelen. Voor hypothese één werd de prominentie van een gebeurtenis op een Nederlandse nieuwswebsite gemeten. Om dit te meten is de variabele ‘Aantal woorden van nieuwsartikel’ gebruikt. De variabele bestond uit de waardes ‘kort’, waaronder artikelen vielen die 0 tot en met 200 woorden bevatten, ‘medium’ met een woordenaantal van 201 tot en met 500, en ‘lang’ waaronder de berichten vielen die 501 of meer woorden bevatten. Voor hypothese twee en zeven werd de aanwezigheid van het human interest frame gemeten. Om dit te meten werden er elf verschillende vragen gesteld tijdens het coderen. De vragen waren gebaseerd op de betrouwbare schaal van Semetko en Valkenburg (2011). Voorbeelden van deze vragen zijn: ‘Gaat het verhaal in op het privéleven van een lid/de leden van de koninklijke familie?’ of ‘Gebruiken de journalisten in het verhaal positieve of

negatieve bijvoeglijke naamwoorden die bepaalde gevoelens, empathie, sympathie of compassie over van een lid van de koninklijke familie opwekken?’.Een overzicht van alle vragen is te vinden in het codeboek, bijlage 1.0. Nadat de variabelen werden samengevoegd, bleek dat als de variabele ‘Hebben de journalisten een bekend gezicht van de koninklijke familie aan het artikel gekoppeld?’ werd weggelaten dit een betrouwbaardere schaal opleverde (α = 0,63). De overige vragen werden samengevoegd en vormde de variabele ‘human interest frame’.

Voor hypothese drie, vijf en acht werd de aanwezigheid van substantieve aspecten gemeten. In het codeboek waren negen vragen opgenomen die de aanwezigheid van deze aspecten meten. Voorbeelden van deze vragen zijn: ‘Wordt de geboortedatum/de leeftijd van het lid/de leden genoemd?’ of ‘Wat is de plaats van de gebeurtenis van het onderwerp van het artikel?’. De vragen om deze substantieve aspecten te meten waren afgeleid van het

(17)

15 onderzoek van Kim et al. (2015) maar zijn nog niet getest op een betrouwbare schaal. Na een factor analyse bleek dat er vier componenten waren met een eigen waarde van meer dan 1. Samen verklaarden deze componenten voor 51,69% de variantie. Nadat de componenten werden samengevoegd, bleek dat geen van de componenten een betrouwbare schaalwaarde opleverden. Dit betekende dat de vragen niet mochten worden samengevoegd. De

substantieve aspecten werden naar aanleiding van de onbetrouwbare schalen allemaal apart getoetst.

Voor hypothese vier, zes en negen werd de aanwezigheid van affectieve aspecten gemeten. In het codeboek waren drie vragen die de aanwezigheid van deze aspecten meten. Ook deze vragen waren afgeleid van het onderzoek van Kim et al. (2015), maar nog niet getest op een betrouwbare schaal. Een voorbeeld van deze vragen is ‘De tone of voice van het artikel is’. Uit de factor analyse bleek dat alle drie de vragen samen laden op één component. Samen verklaarde deze component voor 75,18% de variantie. De schaal is goed betrouwbaar met een schaalwaarde van α = 0,83. Dit maakte de schaal betrouwbaar genoeg om er een variabele van te maken. Samen vormen deze drie vragen de variabele ‘Affectieve aspecten’. Hoe hoger de schaalscore hoe groter de aanwezigheid van de affectieve aspecten in het artikel was.

Resultaten

Het verschil tussen de grote en kleine gebeurtenissen

Prominentie op Nederlandse nieuwswebsites. Om te achterhalen welk soort gebeurtenis met betrekking tot de koninklijke familie een grotere prominentie had op Nederlandse nieuwswebsites is (H1) een onafhankelijke t-toets uitgevoerd. Uit deze toets is gebleken dat grote gebeurtenissen (M = 1,27, SD = 0,44) gemiddeld een grotere prominentie hebben op Nederlandse nieuwswebsites dan kleine gebeurtenissen (M = 1,05, SD = 0,22). Dit resultaat is statistisch significant (t(216, 103) = 5,07, p < 0,001) wat betekent dat hypothese één wordt aangenomen. Artikelen die gaan over grote gebeurtenissen met betrekking tot de koninklijke familie, hebben een grotere prominentie op Nederlandse nieuwswebsites dan kleine gebeurtenissen.

Human interest frame. Voor de tweede hypothese is gekeken naar het gebruik van het human interest frame. De hypothese veronderstelde dat door Nederlandse nieuwswebsites in artikelen over grote gebeurtenissen vaker een human interest frame wordt gebruikt dan voor artikelen over kleine gebeurtenissen. Om dit verschil tussen de twee groepen te toetsen is wederom een onafhankelijke t-toets uitgevoerd. Op basis van deze toets kan worden gesteld

(18)

16 dat in artikelen van Nederlandse nieuwswebsites over grote gebeurtenissen met betrekking tot de koninklijke familie gemiddeld vaker (M = 1,39, SD = 0,49) een human interest frame te vinden is dan in artikelen over kleine gebeurtenissen (M = 1,24, SD = 0,43). Dit resultaat is significant bevonden (t(124, 725) = 2,30, p < 0,05). Dit betekent dat hypothese twee wordt aangenomen.

Substantieve aspecten. De derde hypothese stelde dat artikelen over grote gebeurtenissen met betrekking tot de koninklijke familie minder gebruik maken van

substantieve aspecten dan artikelen over kleine gebeurtenissen. Zoals eerder genoemd bleken de variabelen die samen de substantieve aspecten meten geen betrouwbare schaal te vormen. Hierdoor konden ze niet worden samengevoegd tot één variabele. Naar aanleiding hiervan is gekozen voor een chikwadraattoets voor elk van de afhankelijke variabelen. De

onafhankelijke variabele was hier net als voor hypothese twee ‘onderwerp van de

gebeurtenis’ welke bestond uit de categorieën ‘grote gebeurtenis’ en ‘kleine gebeurtenis’. Uit de resultaten bleek dat in 43,6% van de geanalyseerde artikelen over grote gebeurtenissen de variabelen ‘Baan’ voorkomt. Voor de artikelen over kleine gebeurtenissen kwam dit in 11,1% van de berichten voor (X² (1) = 21,43, p < 0,001). In 39,5% van de artikelen over grote

gebeurtenissen kwam de variabele ‘Plek in lijn van troon opvolging’ voor. In artikelen over kleine gebeurtenissen was dit 3,2% (X² (1) = 29,15, p < 0,001). De ‘Plaats van gebeurtenis’ kwam in 73,8% van de artikelen over grote gebeurtenissen voor. In artikelen over kleine gebeurtenissen kwam dit in 92,1% van de artikelen voor (X² (1) = 9,14, p = 0,002). Het aspect ‘Algemene informatie over gebeurtenis’ kwam in 78,5% van de artikelen over grote

gebeurtenissen voor. Dit aspect kwam in 98,4% van de artikelen over kleine gebeurtenissen voor (X² (1) = 13,50, p < 0,001). De bovengenoemde variabelen tonen een significant verschil aan. De andere variabelen bleken niet significant te verschillen tussen artikelen over grote en kleine gebeurtenissen. Dit betekent dat variabele drie waarbij gesteld wordt dat substantieve aspecten minder vaak voor komen in artikelen over grote gebeurtenissen dan in artikelen over kleine gebeurtenissen, deels kan worden aangenomen. De substantieve

aspecten ‘Baan’ en ‘Plek in lijn van troonopvolging’ bleken significant wel vaker voor te komen in artikelen over grote gebeurtenissen met betrekking tot de koninklijke familie dan in artikelen over kleine gebeurtenissen. De substantieve aspecten ‘Plaats van gebeurtenis’ en ‘Algemene informatie over gebeurtenis’ bleken significant vaker voor te komen in artikelen met onderwerp kleine gebeurtenissen, dan in artikelen met als onderwerp een grote

gebeurtenis. Voor een compleet overzicht van de resultaten van de chikwadraattoetsen, zie bijlag 3.0, tabel 2.0.

(19)

17 Affectieve aspecten. Om te toetsen of artikelen van Nederlandse nieuwswebsites over grote gebeurtenissen met betrekking tot de koninklijke familie meer affectieve aspecten bezitten dan artikelen over kleine gebeurtenissen (H4) is wederom een chikwadraattoets uitgevoerd. Uit de resultaten van de chikwadraattoets viel af te leiden dat in 62,8% van de berichten over een grote gebeurtenis gebruik wordt gemaakt van affectieve aspecten. Voor kleine gebeurtenissen was dit 58,7% van de berichten. Dit verschil bleek niet significant te zijn (X² (1) = 0,32, p = 0,57). Dit betekent dat in artikelen over grote gebeurtenissen niet vaker gebruik wordt gemaakt van affectieve aspecten in vergelijking met artikelen over kleine gebeurtenissen. Hypothese vier wordt met dit resultaat verworpen.

Het verschil tussen de Nederlandse nieuwswebsites

Substantieve aspecten en Nederlandse nieuwswebsites. Hypothese vijf stelde dat de websites nrc.nl en volkskrant.nl meer substantieve aspecten in artikelen gebruiken dan de website ad.nl. Om dit verschil tussen websites en het gebruik van deze aspecten te toetsen is wederom, voor alle variabelen die een substantief aspect meten, apart een chikwadraattoets uitgevoerd. Uit de analyses bleek dat er geen significant verschil te vinden was tussen de drie verschillende websites en het gebruik van de substantieve aspecten in de nieuwsartikelen. Voor een compleet overzicht van de resultaten van de chikwadraattoetsen, zie bijlage 3.0, tabel 3.0. Op basis van deze resultaten kan hypothese vijf worden verworpen.

Affectieve aspecten en Nederlandse nieuwswebsites. Om te toetsen of nrc.nl en volkskrant.nl minder affectieve aspecten in artikelen gebruiken dan ad.nl (H6), is een chikwadraattoets uitgevoerd. Uit deze analyse bleek dat in 60,5% van alle artikelen van het ad.nl gebruik wordt gemaakt van affectieve aspecten. Voor de website nrc.nl was dit 62,5% van alle geanalyseerde artikelen en voor de website volkskrant.nl was dit 62,2%. Deze resultaten bleken niet significant te zijn (X² (2) = 0,08, p = 0,96). Er bleek geen significant verschil te zijn tussen de website waar het artikel voor was geschreven en de aanwezigheid van affectieve aspecten in de artikelen van deze websites. Dit betekent dat de nieuwswebsites nrc.nl en volkskrant.nl significant niet minder affectieve aspecten in hun artikelen gebruiken dan de website ad.nl doet. Met dit resultaat wordt de zesde hypothese niet aangenomen.

Het verschil tussen persberichten en nieuwsberichten

Human interest frame. Om te achterhalen of de aanwezigheid van het human interest frame in een nieuwsbericht stijgt wanneer deze wordt gebruikt in een persbericht van de RVD (H7) is gebruik gemaakt van een enkelvoudige regressie analyse. Het regressiemodel is significant, F(1, 322) = 27,47 p < 0,001. De variantie in het gebruik van het human interest

(20)

18 frame wordt voor 7,9% verklaard door de variantie in het soort bericht. Uit de analyse komt naar voren dat er een positieve samenhang bestaat tussen het gebruik van een human interest frame in een persbericht van de RVD en het gebruik van dit frame in een nieuwsbericht van een Nederlandse nieuwswebsite (b* = 0,28, t = 5,24, p < 0,001 CI [0,17, 0,38]). Er is sprake van een zwak verband. Op basis van deze resultaten wordt hypothese 7 aangenomen. Substantieve aspecten. Zoals eerder genoemd konden de variabelen die substantieve aspecten meten niet worden samengevoegd. Om deze reden is ook voor hypothese acht voor elke variabele apart een chikwadraattoets uitgevoerd. Hypothese acht stelde dat wanneer een persbericht gebruik maakt van substantieve aspecten de kans dat deze aspecten ook in

nieuwsberichten aanwezig zijn, stijgt. De onafhankelijke variabele was hierbij ‘Persbericht of nieuwsbericht’. Uit de resultaten bleek dat de voor variabele ‘Geboortedatum’ geen

significant verschil was tussen het gebruik van dit aspect in een persbericht en in een nieuwsbericht (zie tabel 3.0). De variabelen ‘Relatie met gebeurtenis’ toonden een zelfde resultaat aan. Deze twee aspecten toonden geen significant verschil aan. Wel bleek er een positief verschil te zitten tussen het gebruik van deze aspecten in een persbericht en in een nieuwsbericht. In nieuwsberichten bleken deze aspecten vaker te zitten dan in persberichten. Dit betekent dat er een samenhang is tussen het nieuwsbericht en het aspect. Het gebruik van het aspect wordt niet veroorzaakt door het gebruik van het aspect in het persbericht. De aanwezigheid van het aspect in het persbericht is veel lager dan die in een nieuwsbericht. De variabele ‘Burgerlijke staat’ bleek een significant verschil aan te tonen tussen het gebruik van het aspect in een persbericht en in een nieuwsbericht. Het aspect bleek in geen enkel van de geanalyseerde persberichten van dit onderzoek voor te komen. Dit betekent dat het gebruik van dit aspect in een persbericht geen invloed heeft op het gebruik hiervan in een nieuwsbericht. Het gebruik van de variabele ‘Aantal kinderen’ bleek ook een significant verschil aan te tonen tussen het gebruik in een persbericht en in een nieuwsbericht. Het verschil tussen de geanalyseerde persberichten en nieuwsberichten bleek positief te zijn. Dit betekent dat er een significant verschil was tussen het gebruik van het aspect ‘Aantal

kinderen’ in een persbericht en vervolgens in een nieuwsbericht. Het gebruik van dit aspect in een persbericht had dus invloed op het gebruik van ditzelfde aspect in een nieuwsbericht. Dit resultaat geldt tevens voor de variabele ‘Plek in lijn van troonopvolging’, ‘Achterliggende info plaats’ en ‘Algemene info gebeurtenis’. Al deze variabelen toonden een significant en een positief verschil aan. Dit betekent voor al deze variabelen dat het gebruik van deze aspecten in een persbericht invloed had op het gebruik van deze aspecten in nieuwsberichten. Daarnaast kwamen deze aspecten vaker voor in nieuwsberichten dan in persberichten.

(21)

19 De variabele ‘Baan’ toonde geen significant verschil aan tussen het gebruik van dit aspect in een persbericht en een nieuwsbericht. Het aspect kwam bijna even vaak voor in persberichten en nieuwsberichten. Dit betekent dat er wel invloed was op het gebruik van dit aspect in persberichten op het gebruik van dit aspect in een nieuwsbericht. Dit resultaat geldt ook voor de variabele ‘Plaats gebeurtenis’ en ‘Geschiedenis gebeurtenis’. Deze aspecten kwamen ook bijna even vaak voor in persberichten en nieuwsberichten. Dit betekent dat het gebruik van deze aspecten in persberichten ook invloed had op het gebruik hiervan in nieuwsberichten. Zie voor een compleet overzicht van de aanwezigheid van de aspecten in een pers- of nieuwsbericht bijlage 3.0, tabel 4.0. Op basis van deze resultaten kan hypothese acht deels worden aangenomen. Alleen het gebruik van de aspecten ‘Geboortedatum’, ‘Burgerlijke staat’ en ‘Relatie met gebeurtenis’ in een persbericht, bleken geen invloed te hebben op het gebruik van deze aspecten in een nieuwsbericht. Voor de anderen variabelen geldt dat wanneer deze aspecten worden genoemd in een persbericht de kans stijgt dat deze ook worden genoemd in een nieuwsbericht.

Affectieve aspecten. Om te toetsen of de kans op de aanwezigheid van affectieve aspecten in een nieuwsbericht stijgt wanneer deze aspecten zijn gebruikt in een persbericht afkomstig van de RVD (H9), is een chikwadraattoets uitgevoerd. Uit de resultaten van de chikwadraattoets viel af te leiden dat in 3,4% van de geanalyseerde persberichten gebruik wordt gemaakt van affectieve aspecten. De affectieve aspecten bleken in 61,7% van de nieuwsberichten voor te komen. Dit verschil bleek significant en positief. Dit betekent dat wanneer een persbericht van de RVD gebruik maakt van affectieve aspecten, de kans stijgt dat deze aspecten ook voorkomen in een nieuwsbericht. Op basis van deze resultaten kan hypothese negen worden aangenomen.

Conclusie en discussie

In deze studie is middels een inhoudsanalyse van 323 pers- en nieuwsberichten afkomstig van de RVD en Nederlandse nieuwswebsites ad.nl, nrc.nl en volkskrant.nl gezocht naar een antwoord op de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre wordt een persbericht van de RVD door Nederlandse nieuwswebsites belangrijk geacht en op welke manier wordt een persbericht geframed en opgevolgd door deze

Nederlandse nieuwswebsites in het schrijven over de koninklijke familie?

Een eerste belangrijke bevinding van dit onderzoek is het resultaat dat hoe groter de gebeurtenis met betrekking tot de koninklijke familie is, een hoe grotere prominentie het

(22)

20 onderwerp op een Nederlandse nieuwswebsite heeft. Een verklaring hiervoor is het gegeven dat wanneer een persbericht veel informatie bevat en afkomstig is van een betrouwbare bron, bijvoorbeeld een groot pr- of persbureau, de kans groter is dat hier meer over wordt

geschreven (Hijmans et al., 2011). Wanneer grote gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, zoals het ongeluk van prins Friso en de troonwisseling, willen nieuwswebsites zo veel mogelijk relevante informatie in hun artikelen verwerken. Alle informatie die een

‘persbureau’ als de RVD vrij geeft, wordt verwerkt in een artikel. Zoals uit de resultaten van dit onderzoek blijkt, zijn de artikelen die de Nederlandse nieuwswebsites schrijven over deze grote gebeurtenissen groter dan de persberichten van de RVD en worden er ook meerdere artikelen geschreven over deze onderwerpen. De bron van de persberichten, in dit geval de RVD, speelt ook een rol in de verklaring van dit resultaat. Wanneer een bron als betrouwbaar wordt gezien, wordt een bericht van deze bron ook eerder als belangrijk geacht. Dit bericht wordt dan ook sneller overgenomen door journalisten (Hijmans et al., 2011; Lewis et al., 2008). De RVD bevindt zich in een monopoliepositie wat betreft het verslag doen van nieuws over de koninklijke familie. De RVD is de enige aangestelde en officiële bron van nieuws wat betreft de koninklijke familie. Op basis van die gegevens kan de RVD als betrouwbare bron worden gezien voor de Nederlandse nieuwswebsites.

Een tweede belangrijke bevinding is dat een human interest frame inderdaad vaker wordt gebruikt voor artikelen die als onderwerp grote gebeurtenissen met betrekking tot de koninklijke familie hebben. Het gegeven dat artikelen over grote gebeurtenissen vaker gebruik maken van een human interest frame kan worden verklaard door het soort

gebeurtenissen die zijn geselecteerd voor dit onderzoek. Beide grote gebeurtenissen waren voor de koninklijke familie ook persoonlijk belangrijk. Het ongeluk van prins Friso was een ongeluk wat ieder normaal gezin had kunnen overkomen en wat zorgde voor een grote mate van empathie vanuit het volk. Iedereen leefde mee en artikelen die geschreven werden over het ongeluk benoemden deze empathie ook. Zelfs de persberichten geschreven door de RVD die normaal vrij zakelijk zijn, hadden geregeld een kenmerk van emotie in zich en benoemde vaak de dank voor het medeleven. De andere grote gebeurtenis, de troonswisseling, was voor koning Willem-Alexander en prinses Beatrix een persoonlijke en belangrijke gebeurtenis. Juist omdat het persoonlijk en belangrijk was, is het bijna logisch te noemen dat artikelen over dit onderwerp zowel met een emotionele insteek werden geschreven als dat er een gezicht aan werd gekoppeld.

Een derde opmerkelijke bevinding wat uit de resultaten kan worden afgeleid, is dat twee substantieve aspecten wel vaker werden genoemd in een artikel naarmate de grootte van

(23)

21 de gebeurtenis steeg. Bij eveneens twee aspecten daalde deze kans naarmate de grootte van een gebeurtenis steeg. De aspecten die meer kans maakten om genoemd te worden, waren ‘De baan van het lid of de leden van de koninklijke familie’ en ‘De plek in de lijn van

troonopvolging’. De aspecten die minder vaak werden benoemd naar mate de grootte van een gebeurtenis steeg waren ‘Plaats van gebeurtenis’ en ‘Algemene informatie gebeurtenis’. Een logische verklaring voor het benoemen van de plek in de lijn van troonopvolging kan het feit zijn dat veel van de geanalyseerde artikelen ging over de troonswisseling. De toenemende mate van het benoemen van de baan van een lid van de koninklijke familie in artikelen van Nederlandse nieuwswebsites, wanneer de grote van de gebeurtenis ook toenam, kan worden verklaard door het feit dat Koning Willem-Alexander in feite ging wisselen van baan door de troonswisseling. Hoewel het tegenstrijdig is met de eerder genoemde theorie is zijn de verklaringen voor de verhoogde kans van het benoemen van deze substantieve aspecten wel logisch te noemen.

Het gegeven dat de ‘Plaats van de gebeurtenis’ en ‘Algemene informatie over de gebeurtenis’ minder vaak werden benoemd in artikelen over grote gebeurtenissen is eveneens logisch en aan de hand van de theorie, te verklaren. De artikelen over grote gebeurtenissen gaan over gebeurtenissen die plaats vinden over een langere tijdsspanne. Om in elk artikel te herhalen wat de plaats van de gebeurtenis is en de algemene informatie over gebeurtenis zou te veel herhaling zijn. Kleine gebeurtenissen zijn heel verschillend in plaats en algemene informatie. Dit kan een verklaring zijn voor het gegeven dat het gebruik van deze aspecten vaker voor komt in artikelen over kleine gebeurtenissen. Hoewel gesteld werd dat

substantieve aspecten voornamelijk in artikelen over kleine gebeurtenissen voor kwamen bewijzen de resultaten ook een tegendeel. Korte maar informatieve feiten (substantieve aspecten) worden ook in artikelen over grote gebeurtenissen genoemd, omdat deze aspecten ook belangrijk zijn voor grote gebeurtenissen (Shah, Watts, Domke & Fan, 2012).

De veronderstelling dat affectieve aspecten vaker werden benoemd in artikelen over grote gebeurtenissen dan in artikelen over kleine gebeurtenissen werd in dit onderzoek niet bevestigd. Het gaat om aspecten die een onderwerp of object in negatief of positief daglicht zetten. Een verklaring voor het niet benoemen of gebruiken van bepaalde substantieve aspecten of affectieve aspecten is de betrouwbaarheid van een artikel. Wanneer een artikel substantieve aspecten bevat, wordt een artikel eerder als betrouwbaar gezien dan wanneer een artikel affectieve aspecten bevat (Kim et al., 2015). Het resultaat dat bepaalde substantieve aspecten kans maken om te worden benoemd, maar affectieve aspecten niet, kan worden verklaard door de betrouwbaarheid van een artikel. Affectieve aspecten creëren, zoals eerder

(24)

22 genoemd, vaak een soort oordeel. Substantieve aspecten benoemen slechts feitelijke

informatie. De betrouwbaarheid van een artikel wordt dus hoger ingeschat wanneer het geen affectieve aspecten bevat. De veronderstelling dat hoe groter de gebeurtenis, hoe meer een nieuwswebsite gebruik maakt van affectieve aspecten wordt voor dit onderzoek niet aangenomen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het de betrouwbaarheid van een artikel, bij gebruik van deze aspecten, naar beneden zou halen.

De vijfde en zesde hypothese veronderstellen dat de websites nrc.nl en volkskrant.nl meer substantieve en minder affectieve aspecten zouden gebruiken dan de website ad.nl. Beide hypotheses zijn voor dit onderzoek niet aangenomen. Dat deze hypotheses beide niet zijn aangenomen is een opmerkelijk punt, omdat kranten over het algemeen een andere insteek en doelgroep hebben (Bakker, 2010). Daarnaast framen kranten artikelen op een verschillende manier met aspecten die het beste overeenkomen met de algemene insteek van de nieuwswebsite (Glazier & Boydstun, 2012). Daarnaast zullen pr-bureaus, die met

informatie over belangrijke objecten of onderwerpen naar buiten komen, een bericht op een manier framen waarin het object of onderwerp het beste naar buiten wordt gebracht. Hoe een krant of nieuwswebsite daar mee om gaat, zal ook verschillen omdat een krant of

nieuwswebsite het met het persbericht eens kan zijn of juist niet (Hänggli & Kriesi, 2010). Hoe het verschil tussen de drie Nederlandse nieuwswebsites in het publiceren van artikelen over de koninklijke familie precies in elkaar zit, zou in vervolg onderzoek verder kunnen worden onderzocht.

Naast het verband tussen het gebruik van frames en de grootte van een gebeurtenis, heeft dit onderzoek ook het verband tussen frames in een persbericht en hoe deze worden opgevolgd door de Nederlandse nieuwswebsites geanalyseerd. Hypothese acht stelt dat het gebruik van een human interest frame in een persbericht de kans vergroot dat dit frame ook in een nieuwsbericht wordt gebruikt. De resultaten bevestigen deze hypothese. Een verklaring kan het onderwerp van de persberichten die zijn geanalyseerd zijn. Hoewel persberichten meestal informatie bevatten die vrij zakelijk van aard is (Hänggli, 2012), zijn de onderwerpen uit dit onderzoek niet allemaal zakelijk te noemen. De onderwerpen bevatten twee

persoonlijke gebeurtenissen waarbij de RVD zo min mogelijk emotionele informatie naar buiten wil brengen. Uit het materiaal van dit onderzoek is gebleken dat dit soms niet anders kan. Hoewel beide partijen, het pr-bureau en de nieuwswebsite, een bericht op een voor hen meest gunstige manier framen (Glazier & Boydstun, 2012), zijn de onderwerpen van dit onderzoek niet bedoeld voor promotie en het wel of niet gunstiger framen. De informatie uit een persbericht van de RVD over de twee grote gebeurtenissen is relevant voor elke

(25)

23 nieuwswebsite. Wanneer de RVD gebruik maakt van een human interest frame is de kans aanzienlijk groot dat dit frame wordt overgenomen door de nieuwswebsites. Omdat een ‘pr-bureau’ als de RVD meestal zonder enige emotie een persbericht uitbrengt, is het opmerkelijk als dit opeens wel gedaan wordt.

Zoals eerder genoemd zorgt het gebruik van substantieve aspecten voor een betrouwbaar artikel (Kim et al., 2015). De bevinding dat het gebruik van substantieve aspecten in een persbericht de kans voor bepaalde aspecten groter maakt om ook te worden gebruikt in een nieuwsbericht, is bevestigd. Zeven van de tien aspecten hebben een grotere kans om voor te komen in een nieuwsbericht als deze ook worden gebruikt in een persbericht. Dit resultaat kan worden verklaard door wederom de betrouwbaarheid van het artikel.

Wanneer een persbericht substantieve aspecten bevat, wordt dit als betrouwbaar gezien (Kim et al, 2015). Deze betrouwbare informatie wordt vervolgens ook gebruikt in het schrijven van een nieuwsbericht om ook die betrouwbaarheid te verhogen. De betrouwbare informatie is de informatie waarvan de journalisten ook willen dat wordt opgevangen door het publiek. Een andere verklaring voor dit resultaat is het feit dat een persbericht vaak kort en krachtig is

(Hänggli, 2012). Het bevat precies de informatie die de afzender wereldkundig wil maken.

Substantieve aspecten zijn voornamelijk korte informatieve feiten. Wanneer een persbericht enkel deze feiten bevat, zonder veel omringde tekst er omheen, is het te verwachten dat deze feiten worden gebruikt of verwerkt in de opvolging van dit persbericht.

De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat wanneer affectieve aspecten in een persbericht worden gebruikt, de kans dat ze in een nieuwsbericht ook worden gebruikt stijgt. Wanneer een persbericht een bepaalde tone of voice of andere affectieve aspecten bevat, is de kans groot dat journalisten dit overnemen. Hoewel het volgens bovenstaande uitleg de

betrouwbaarheid van een artikel naar beneden zal halen, kan dit resultaat wel worden verklaard. Wanneer een persbericht gebruik maakt van bepaalde affectieve aspecten is de kans groot dat deze worden aangenomen, omdat een persbericht bijna nooit gebruik maakt van affectieve aspecten (Hänggli, 2012). Zoals eerder genoemd is een persbericht, vooral vanuit de RVD, vaak kort, krachtig en zakelijk. Wanneer er dan toch een bepaald oordeel of mening in zit (aspecten die onder affectieve aspecten vallen) zullen deze dusdanig belangrijk worden gevonden dat ze worden overgenomen in het nieuwsbericht.

Vervolg onderzoek en limitaties

Voor vervolg onderzoek zijn er meerdere suggesties die de resultaten van dit

(26)

24 aspecten meten, gebaseerd op het onderzoek van Kim et al. (2015). Dat codeboek is

voornamelijk gericht op het herkennen van substantieve en affectieve aspecten van pers- en nieuwsberichten over organisaties. Het codeboek van dit onderzoek richt zich ook op pers- en nieuwsberichten van een ‘organisatie’, namelijk het koninklijk huis. In feite betreft het geen berichten over een organisatie, maar een familie. Zoals eerder uitgelegd kan het koninklijk huis ook worden gezien als een organisatie, maar betreft het wel mensen in plaats van resultaten van een organisatie. Een suggestie voor vervolg onderzoek is het dieper ingaan op de items die substantieve en affectieve aspecten meten met betrekking tot mensen in plaats van resultaten van een organisatie. Wanneer deze items dieper worden onderzocht, zou dit kunnen leiden tot meer significante resultaten. Op die manier zou er wellicht ook een ander resultaat kunnen worden aangetoond wat betreft de verschillende websites en het benoemen van de verschillende aspecten in de artikelen geschreven door die websites.

Het verschil in schrijven over de gebeurtenissen tussen de verschillende Nederlandse nieuwswebsites is ook een aspect voor vervolg onderzoek. Zo toont het onderzoek van Bakker (2010) aan dat de websites en kranten verschillende insteken hebben wat betreft het verslag doen van nieuws. De resultaten van dit onderzoek kunnen de resultaten van Bakker, waar het berichtgeving over de koninklijke familie aangaat, niet bevestigen. Voor vervolg onderzoek is het een suggestie om uit te zoeken waar precies dat verschil zit tussen het schrijven over de koninklijke familie en waarom de resultaten van dit onderzoek verschillen met dat van Bakker. Bekend is dat er bepaalde regels zitten aan het verslag doen over de koninklijke familie. Dit kan een verklaring zijn voor de manier van opvolgen van de persberichten van de RVD en hoe de RVD persberichten schrijft. Deze regelgeving is een aspect om dieper op in te gaan in vervolg onderzoek.

Bij de genoemden resultaten moet rekening worden gehouden met enkele beperkingen die dit onderzoek kent. Allereerst analyseert dit onderzoek artikelen van slechts drie

Nederlandse nieuwswebsites. De websites van de drie van de grootste kranten van Nederland zijn uitgekozen terwijl er nog veel meer opties zijn. Zo zijn er nog meer grote kranten in Nederland, zoals de Telegraaf, met een bijbehorende website en zijn er ook meerdere Nederlandse nieuwswebsites. Websites als nos.nl, rtlnieuws.nl en nu.nl zouden ook kunnen dienen als relevante bronnen voor artikelen om te analyseren. Een andere beperking is dat sommige relevante artikelen van de websites niet konden worden achterhaald. Deze artikelen waren dan alleen toegankelijk wanneer de lezer een abonnement op de betreffende krant had. Hierdoor konden enkele artikelen niet meegenomen worden in dit onderzoek.

(27)

25 de grote gebeurtenissen die voor dit onderzoek zijn geselecteerd de grootste twee

gebeurtenissen van de afgelopen drie jaar zijn geweest, waren er nog andere opties. Grote gebeurtenissen die andere resultaten konden opleveren zijn bijvoorbeeld het huwelijk van prins Friso en prinses Mabel, met de vermeende affaire die prinses Mabel had met de crimineel Klaas Bruinsma. Ook zou het huwelijk van prins Willem-Alexander en prinses Máxima en de afwezigheid van de vader van prinses Máxima een interessante gebeurtenis kunnen zijn voor een soortgelijk onderzoek. Echter zijn deze gebeurtenissen wel wat ouder en daardoor minder actueel. Daarnaast zou het lastiger zijn om deze gebeurtenissen op te zoeken op het internet. Een suggestie voor vervolg onderzoek zou dan zijn om artikelen over deze gebeurtenissen te vergelijken met persberichten van de RVD en krantberichten van de verschillende kranten.

Naast de grote gebeurtenissen die zijn geselecteerd, zijn er ook kleine gebeurtenissen meegenomen in de analyse. Deze zijn random geselecteerd en hier zat geen enkel thema in. Uiteindelijk waren er vier categorieën te onderscheiden. Door deze uiteenlopende kleine gebeurtenissen werd duidelijk dat sommige persberichten van de RVD niet werden

opgevolgd. Dit had ook te maken met het belang van de kleine gebeurtenis maar hierdoor was het moeilijker om te achterhalen in hoeverre een persbericht werd overgenomen. Voor

vervolg onderzoek is het een beter idee om een duidelijke structuur te creëren in het selecteren van persberichten van de RVD en de opvolging van dit persbericht door de nieuwsmedia. Verschillen konden alleen worden aangetoond wanneer er ook daadwerkelijk door de nieuwswebsites over de kleine gebeurtenissen werd geschreven. Dit was nu niet voor elke gebeurtenis het geval.

Ten slotte is de korte tijdsspanne waarin dit onderzoek is uitgevoerd ook een beperking. Wanneer het onderzoek meer tijd had gekregen konden de aspecten waar naar werd gekeken dieper worden uitgezocht. Ook konden er in het geval van meer tijd voor het onderzoek meer specifieke vragen worden gesteld over de verschillende onderwerpen. Nu zijn de vragen vrij algemeen gebleven. Voor een gedetailleerder resultaat was een langere tijdsspanne beter geweest.

Naast de limitaties zijn er ook enkele implicaties. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat het gebruik van de grootte van het onderwerp, bepaalde frames en aspecten in de persberichten invloed hebben op het gebruik hiervan in nieuwsberichten. Wanneer de RVD wenst dat een persbericht wordt opgevolgd door de Nederlandse nieuwswebsites, kunnen de resultaten van dit onderzoek hulp bieden bij het opstellen van een persbericht. De resultaten bieden een inzicht in welke frames of aspecten meer of minder effectief zijn.

(28)

26 Daarnaast bieden de resultaten voor de wetenschap een inzicht in het effect van persberichten van de RVD op de Nederlandse nieuwsmedia. De RVD heeft een ‘beschermde’

monopoliepositie: dit is de enige organisatie die informatie over de koninklijke familie naar buiten mag en kan brengen. Op welke manier dit wordt gedaan is voor de wetenschap een verbreding van kennis, omdat over de werkwijze van een organisatie als de RVD nog weinig informatie beschikbaar is.

(29)

27 Bibliografie

Bakker, P. (2013). 30 jaar kranten in Nederland: Consolidatie en monopolievorming. Opgeroepen op 20 april 2015 van Mediamonitor:

http://www.mediamonitor.nl/gastauteurs/piet-bakker-2013/#

Carroll, C. E., & McCombs, M. (2003). Agenda-setting effects of business news on the public's images and opinions about major corporations. Corporate reputation review, 6(1), 36-46.

Chernov, G., McCombs, M., Valenzuela, S. (2011). An experimental comparison of two perspectives on the concept of need for orientation in agenda-setting theory. Journalism & Mass Communication Quarterly, 88(1), 142-155.

Coleman, R., & Banning, S. (2006). Network TV news’ affective framing of the presidential candidates: Evidence for a second-level agenda-setting effect through visual framing. J&MC Quarterly, 83(2), 313-328.

Deuze, M., Bruns, A., & Neuberger, C. (2007). Preparing for an age of participatory news, Journalism Practice 1(3), 322-338.

Entman, R. M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication, 43(4), 51-58.

Galtung, J., & Ruge, M. (1965). The structure of foreign news: The presentation of the Congo, Cuba and Cyprus crises in four Norwegian newspapers. Journal of International Peace Research, 1, 64–91.

Glazier, R., & Boydstun., A. (2012). The president, the press, and the war: A tale of two framing agendas. Political Communication, 29, 428-446.

Hallahan, K. (1999). Seven Models of Framing: Implications for Public Relations. Journal of Public Relations Research, 11(3), 205-242.

Hänggli, R. (2012). Key Factors in Frame Building: How Strategic Political Actors Shape News Media Coverage. American Behavioral Scientist, 56(3), 300-317.

Hänggli, R., & Kriesi, H. (2010). Political framing strategies and their impact on media framing in a Swiss direct-democratic campaign. Political Communication, 27, 141-157.


Harcup, T., & OʼNeill, D. (2001). What Is News? Galtung and Ruge revisited. Journalism Studies, 2(2), 261-280.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zover er wel werd geadviseerd door de ouders, werden de ambachtelijke beroepen het meest aangeraden (31%)« Het landarbeidersberoep werd veel min- der vaak aangeraden (11%).

The Potsdam Gait Study (POGS) will examine the effects of 10 weeks of power training and detraining on leg muscle power and, for the first time, on complete gait

Een voorbeeld van het gevoel van angst dat afhankelijk is van gender kunnen we zien aan het feit dat voornamelijk vrouwen in tegenstelling tot mannen de angst hebben om ’s avonds

aeruginosa strains is the presence or absence of the peptide synthetase, mcyB, in toxin producing and non toxin-producing strains respectively (Dittmann et al.,..

In recent years there has been an increase of food shortages, especially in the Lubombo region of Swaziland, which has led to vulnerable households opting for coping strategies

Names of members of OFS Provincial Council 1919-1952; notes by DP van der Merwe; Congress of Central SA Regional Development Society 1950; motor vehicles statistics 1949;

In response to government policy of concentration and selectivity and drawing from the experience of CHEPS, the main feature of the plan was to form a small number of focus

This investigation of the phylogeny was indeed preliminary, as more samples and genes still need to be incorporated and the results interpreted in combination with the