• No results found

Daten als emerging adult : sekse en seksuele oriëntatieverschillen op Tinder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Daten als emerging adult : sekse en seksuele oriëntatieverschillen op Tinder"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Daten als emerging adult:

Sekse en seksuele oriëntatieverschillen

op Tinder

Noor Zigenhorn

Universiteit van Amsterdam 10003908

Bachelorproject Mark Spiering 5398 woorden

(2)

Abstract

Moderne communicatietechnologie heeft gezorgd voor veel veranderingen in de datingcultuur, bijvoorbeeld de opkomst van de app Tinder. Met name de groep jongeren tussen 18 en 30 jaar gebruikt de technologie in grote mate. In dit onderzoek werd onderzocht wat de sekse en seksuele oriëntatieverschillen in de datingcultuur waren op Tinder. Vanuit een evolutionair perspectief werd gekeken naar de

datingcultuur. 184 jongvolwassenen vulden een vragenlijst in waarin werd gevraagd naar hun wensen op romantisch en seksueel gebied en de doelen en uitkomsten op Tinder. Uit de resultaten bleek dat de evolutionaire principes niet opgingen. Mannen gebruikten Tinder meer met seks als doel dan vrouwen. Als iemand op hetzelfde geslacht viel, gebruikte men Tinder meer voor het vinden van een relatie dan wanneer men op het andere geslacht viel. Hieruit kan geconcludeerd worden dat op evolutie gebaseerde strategieën mogelijk wegvallen door het gebruik van technologie onder emerging adults.

(3)

Inleiding

Moderne communicatietechnologie is niet meer weg te denken uit de

samenleving. Social media wordt door bijna 100% van jongvolwassenen tussen de 18 en 30 jaar gebruikt (CBS, 2013). Ondanks dat uit onderzoek blijkt dat deze groep ‘tijd samen doorbrengen’ belangrijk vindt voor het beginnen van een romantische relatie, speelt de technologie in dit proces ook steeds meer een rol (Rappleyea, Taylor & Fang, 2014). Zo blijkt uit onderzoek dat het gebruikt wordt om contact te maken met potentiële romantische partners. Daarnaast wordt internet gebruikt om relaties te onderhouden, maar ook steeds meer om seksueel gedrag te exploreren (Taylor, Rappleyea, Fang & Cannon, 2013).

De dating-app Tinder is een recent medium waarmee aan al deze behoeftes kan worden voldaan. Het is een applicatie waarop contact gemaakt kan worden met mensen in de omgeving. Op basis van enkele foto’s geeft men aan of men iemand leuk vindt en als dit wederzijds is, is er een match waarna men kan chatten om elkaar te leren kennen. In deze studie werd gekeken naar sekse en seksuele

oriëntatieverschillen in de relatie- en datingcultuur op Tinder. Met sekseverschillen werd gekeken naar de verschillende strategieën die mannen en vrouwen hanteren en met seksuele oriëntatieverschillen de verschillen tussen hetero- en homoseksuele mannen en vrouwen.

De groep jongvolwassenen tussen de 18 en 30, die de Tinder-app het meest gebruikt, behoort tot de emerging adults (ontluikende volwassenen). In deze levensfase wordt een identiteit gevormd en een plek in de maatschappij gecreëerd (Erikson, aangehaald in Arnett, 2000). Arnett beschrijft dat emerging adults in een periode van verandering en ontdekking van mogelijke levensrichtingen zitten. Waar vroeger het huwelijk en ouderschap in het begin van deze periode heel normaal

(4)

waren, is het vandaag de dag een periode van het ontdekken van bepaalde voorkeuren op romantisch en seksueel gebied (Arnett).

Uit onderzoek blijkt dat in deze periode van het leven tegenwoordig meer een hook-up cultuur heerst dan een datingcultuur (Bogle, 2008). Voor het beginnen van seksuele en romantische relaties is een hook-up steeds meer de norm dan de

traditionele dates. Een hook-up wordt gedefinieerd als een seksuele ontmoeting, waarbij al dan niet geslachtsgemeenschap plaatsvindt, tussen mensen die elkaar niet of slechts voor een korte periode kennen (Bradshaw, Kahn & Saville, 2010). De verschuiving naar een cultuur waarin deze zogenoemde hook-ups steeds meer de norm zijn, heeft een verandering van scripts met zich meegebracht. Een script is een cognitieve map die gevormd wordt uit sociaal geconstrueerde normen (Serewicz & Gale, 2008). In het beginstadium van seksuele en romantische relaties begeleiden deze scripts het proces van de relatievorming. De veranderingen die door de

hernieuwde datingcultuur onder jongeren plaatsvinden, zorgen voor verwarring in het proces, waarbij verwachtingen en doelen van het initiëren van romantische en

seksuele relaties niet meer eenduidig zijn. Daarnaast speelt het feit dat de voorkeuren ontdekt worden in de emerging adulthood en de tijd wordt genomen voor het vormen van een identiteit ook een rol in de niet meer eenduidige doelen en verwachtingen.

Naast het feit dat de scripts voor romantische en seksuele relaties zijn

veranderd door de hook-up cultuur, is er ook een verandering zichtbaar in de manier waarop ontmoetingen plaatsvinden. Het internet is gemakkelijk beschikbaar om potentiële partners te ontmoeten (Korchmaros, Ybarra & Mitchell, 2015). Daarnaast vergroot internet de connectiviteit tussen mensen en versterkt het de mogelijkheid om het sociale en seksuele netwerk te vergroten. Zo is er dus een grotere beschikbaarheid aan partners. Voor emerging adults die tegen barrières aanlopen rondom het initiëren

(5)

van een relatie, is het internet ook een goed middel gebleken om deze barrières te doorbreken (Korchmaros et al.).

In eerder onderzoek zijn verschillen tussen mannen en vrouwen in de datingcultuur meermaals aangetoond. Zo onderzochten Bradshaw et al. (2010) sekseverschillen in de beleving van voordelen van dating en hooking-up. Onder 150 studenten van een Amerikaanse universiteit namen ze een vragenlijst af, waarbij ze voorkeuren voor daten en hook-ups in verschillende situaties maten plus de

bijbehorende voordelen en risico’s. Uit de resultaten bleek dat mannen fysieke intimiteit, oftewel seks, als groter voordeel zagen dan vrouwen, maar dat de risico’s, zoals soa’s en zwangerschappen, gelijk werden ingeschat. Ook bleek dat vrouwen een grotere voorkeur hadden voor het traditionele daten dan mannen. Dit sekseverschil viel echter weg als er interesse was in een lange termijn relatie; zowel mannen als vrouwen hadden dan een voorkeur voor het traditionele daten.

De verklaring voor dit verschil in voorkeur kan worden gevonden in het onderscheid tussen lange en korte termijn strategieën die mannen en vrouwen hanteren voor het vinden van partners. Daten is een vorm van een lange termijn strategie, waarbij een partner eerst wordt geëvalueerd, alvorens een relatie aan te gaan. Hook-ups zijn een voorbeeld van een korte termijn strategie, waarbij het doel vanuit evolutionair oogpunt is om voor zoveel mogelijk nageslacht te zorgen. De seksuele strategietheorie van Buss en Schmitt (1993), die dit onderscheid tussen korte en lange termijn maakt, legt de twee verschillende strategieën uit vanuit een

evolutionair perspectief. Zij verklaren de verschillen tussen mannen en vrouwen op basis van evolutionaire principes die vroeger adaptief waren. Een van deze principes is de parental investment (ouderschapsinvestering) van Trivers (aangehaald in Buss & Schmitt). Deze ouderschapsinvestering wordt gedefinieerd als de investering die een

(6)

ouder doet in het nageslacht. Trivers veronderstelt dat vrouwen hierin veel meer investeren, zo zijn ze anders dan mannen beperkt vruchtbaar en alleen al 9 maanden kwijt aan de zwangerschap.

Dat zou de reden zijn dat ze kieskeuriger zijn in het uitzoeken van een

potentiële partner en dus een lange termijn strategie hanteren. Hierbij nemen ze de tijd om de partner te evalueren op basis van hoe goed ze kunnen helpen voor het

nageslacht te zorgen. Mannen investeren minder in hun nageslacht en hun succes wordt onder meer bepaald door het aantal verschillende partners. Mannen zouden volgens Buss en Schmitt (1993) dan ook meer geïnteresseerd zijn in korte termijn relaties, omdat ze daarmee de grootste kans hebben op meer nageslacht en dus een groter succes. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat mannen de voorkeur geven aan hook-ups in plaats van traditionele dates.

Mannen hebben echter ook een lange termijn strategie, voortkomend uit de behoeften van vrouwen hieraan. Wanneer mannen deze strategie inzetten, is het belangrijk voor hen dat ze een partner vinden waarmee ze goed kunnen samenwerken en die genetisch beter nageslacht kan bieden (Buss & Schmitt, 1993). Dit kan

verklaren waarom Bradshaw et al. (2010) vonden dat mannen op de lange termijn net zo graag dates willen als vrouwen. Vrouwen maken in hun strategie eigenlijk geen onderscheid tussen lange en korte termijn. Als zij al de korte termijn strategie

gebruiken, is dat om mannen voor de lange termijn te evalueren, wat alsnog als lange termijn strategie gezien zou kunnen worden.

Ander onderzoek sluit aan bij het verschil in korte en lange termijn strategieën in de datingcultuur. Sassler (2010) beschrijft dat de achterliggende behoefte van belang is bij relatiepatronen. Zo wordt er risicovoller gedrag (seks met eventuele zwangerschap of SOA als gevolg) vertoond als een lange termijn relatie of het

(7)

huwelijk niet van belang is. Aangezien de primaire behoefte in de emerging adulthood niet meer zozeer bij trouwen ligt, zou de hook-up dan ook logischerwijs vaker voor moeten komen.

In de scripts van deze hook-ups zelf zijn wederom sekseverschillen te vinden, die aansluiten bij de seksuele strategietheorie van Buss en Schmitt (1993). Taylor et al. (2013) deden onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen in attitudes in het kader van daten en de bijbehorende scripts. Uit de resultaten bleek dat mannen toleranter tegenover seksuele activiteiten staan in het proces van relatieformatie, wat passend is bij de hook-up cultuur. Ook dit gegeven is weer te verklaren door het verschil in strategie tussen mannen en vrouwen. Mannen willen op de korte termijn zich vooral voortplanten en seksuele activiteiten zijn dus logischerwijs

geaccepteerder. Bijkomend is het voor vrouwen nadelig om meer te engageren in seksuele activiteiten, omdat zij hiermee gezien kunnen worden als seksueel promiscue. Voor mannen zou deze promiscuïteit een teken zijn dat vrouwen niet kunnen gaan voor een lange relatie en dus niet genoeg kunnen investeren in het nageslacht (Buss & Schmitt, 1993). Ook brengt dit vaderschapsonzekerheid met zich mee, de onzekerheid dat het nageslacht daadwerkelijk van hen is. Het is dan een onvoordelige keuze om voor zo’n vrouw te gaan, wanneer de man op zoek is naar een lange termijn relatie.

Naast de verschillen in sekse zijn er binnen de datingcultuur ook verschillen te vinden in seksuele oriëntaties. Korchmaros et al. (2015) onderzochten de online-vorming van romantische relaties onder LGB (lesbisch, gay, biseksueel) en niet-LGB emerging adults. Met behulp van vragenlijsten over seksuele identiteit,

karaktereigenschappen van romantische relaties, offline relatievorming en online relatievorming analyseerden zij de verschillen tussen LGB en niet-LGB. Uit de

(8)

resultaten bleek dat LGB emerging adults net zoveel relaties offline beginnen als niet-LGB. Wel bleek dat LGB meer relaties hadden (gehad) en dat zij ook meer gebruik maakten van het internet om deze relaties te beginnen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er wel een verschil is in de online relatievorming bij LGB en niet-LGB emerging adults. Dit wordt ondersteund door onderzoek van Barrios en Lundquist (2012). Zij vonden dat heteroseksuele en homoseksuele mannen verschillende seksuele scripts en romantische verlangens rapporteerden. Op verschillende universiteiten in Amerika werden vragenlijsten afgenomen met betrekking tot datingscripts. Uit de resultaten bleek dat homoseksuele mannen meer hook-ups hebben dan heteroseksuele mannen. Dit is vanuit de seksuele strategieën theorie een logisch gevolg. Mannen die toch al toleranter tegenover seksuele activiteiten staan, worden in dit geval niet beperkt door vrouwen, die moeten uitkijken voor hun reputatie.

Voor lesbische vrouwen bleek echter iets anders. Uit onderzoek van Bailey, Gauln, Agyei en Gladue (1994) bleek dat heteroseksuele en homoseksuele vrouwen weinig verschillen in hun voorkeuren. Zij onderzochten de verschillen in seks zonder relatie, ook wel te vergelijken met hook-ups onder 69 homoseksuele vrouwen en 71 heteroseksuele vrouwen met behulp van een vragenlijst. Uit de resultaten bleek dat heteroseksuele vrouwen en homoseksuele vrouwen net zo weinig interesse hadden in seks zonder relatie als heteroseksuele vrouwen. De verschillen in de datingcultuur onder heteroseksuele en homoseksuele vrouwen zijn dus niet gevonden. Dit is logisch in het kader van de seksuele strategieën theorie. Homoseksuele mannen worden versterkt in hun seksuele activiteiten, omdat er geen vrouwen zijn om ze tegen te houden. Vrouwen blijven bij hun aanvankelijke strategie waarbinnen hook-ups minder voorkomen.

(9)

In deze studie werd met behulp van een vragenlijst onderzoek gedaan naar sekse en seksuele oriëntatieverschillen, gebaseerd op de seksuele strategieën theorie (Buss & Schmitt, 1993), in de relatie en datingcultuur op Tinder. Er werd hierbij gekeken naar wat iemand wilt in zijn leven op romantisch en seksueel gebied. Hierbij werd verwacht dat mannen in deze leeftijdscategorie meer seks willen dan vrouwen, terwijl vrouwen vaker een vaste relatie willen dan mannen, waarbij seksuele oriëntatie geen effect zou hebben. Wat iemands doel is op Tinder was de volgende stap. Hierbij werd wederom verwacht dat mannen vaker seks willen dan vrouwen en vrouwen vaker een vaste relatie dan mannen. Dit komt waarschijnlijk doordat Tinder gezien kan worden als een korte termijn strategie en mannen toleranter zijn ten opzichte van seks dan vrouwen. Ook hier was de verwachting dat seksuele oriëntatie hier geen rol in speelt.

Vervolgens werd gekeken naar wat de verschillen waren in de uitkomsten van Tinder. De verwachting was dat homoseksuele mannen vaker seks op Tinder hadden gevonden, omdat zij niet worden tegengehouden door de strategieën van vrouwen. Daarna werd verwacht dat heteroseksuele mannen vaker seks op Tinder hadden bereikt, gevolgd door heteroseksuele vrouwen en als laatste homoseksuele vrouwen. Homoseksuele vrouwen hoeven namelijk niet mee te gaan in het verwachtingspatroon van mannen. Tot slot werd verwacht dat voor de mate waarin een relatie was bereikt het omgekeerde gold; homoseksuele vrouwen zouden het meest een relatie hebben bereikt, gevolgd door heteroseksuele vrouwen, heteroseksuele mannen en als laatste homoseksuele mannen.

(10)

Methode

Deelnemers

In dit onderzoek namen 256 deelnemers deel. Hiervan vulden 48 deelnemers de vragenlijst op papier in op MBO-scholen of in verschillende gaybars in

Amsterdam. Via een link op Facebook vulden 208 deelnemers de vragenlijst in. Hierbij werden oproepen geplaatst in Facebook-groepen met veel leden, zoals psychologiestudenten van de UvA, waarbij ook Facebook-groepen met een homoseksuele populatie werden gebruikt, bijvoorbeeld de Facebook-groep van de gaybar de Trut. Inclusiecriteria waren (a) het gebruik van Tinder voor meer dan 1 dag en (b) een leeftijd van 18-30 jaar. Alle deelnemers lazen een informed consent. Het onderzoek was goedgekeurd door de Commissie Ethiek van de Faculteit der

Maatschappij en Gedragswetenschappen. Deelnemers kregen geen beloning na deelname.

Materialen

Met een vragenlijst (zie bijlage 1) werd allereerst gevraagd naar het geslacht van de deelnemer. Seksuele oriëntatie werd gemeten met de vraag “ik val vooral op”. Hierbij kregen deelnemers drie keuze mogelijkheden; mannen, vrouwen of beiden. In dit onderzoek werd alleen naar de verschillen tussen hetero/homo gekeken, maar naar biseksualiteit werd gevraagd in verband met eventueel vervolgonderzoek.

Om erachter te komen wat de respondenten willen op romantisch en seksueel gebied werd de vraag gesteld “Op dit moment zou ik op romantisch/seksueel gebied graag willen” waarbij meerdere antwoorden aangekruist konden worden:

vriendschappelijke relatie, vaste relatie, seks of overig. De Tinderdoelen werden uitgevraagd met behulp van een 8-punts Likertschaal. Deelnemers kregen de

(11)

instructie “Geef met een kruis op de lijn aan hoezeer je het eens bent met de volgende stellingen (helemaal niet = 0 en helemaal wel = 7). “Op Tinder wil ik het liefst

bereiken:”. Seks en romantische relatie waren twee verschillende factoren waarop deelnemers de mate waarin ze dat wilde bereiken konden aangeven. De

Tinderuitkomsten werden op eenzelfde manier gemeten als de doelen. Op de vraag “Op Tinder heb ik bereikt” kregen zij dezelfde factoren te zien die ze werden gevraagd te scoren.

De hoeveelheid Tindergebruik werd gemeten met de vraag: “Ik gebruik Tinder”. De volgende antwoorden waren mogelijk: dagelijks, wekelijks, maandelijks en minder dan maandelijks. Ook werd gevraagd naar het opleidingsniveau van de deelnemers: “ik volg of volgde”, waarbij er gekozen kon worden voor MBO, HBO of WO. Hoe volwassen iemand zich voelde, werd wederom met een 8-punts Likertschaal gemeten. De vraag was : “Op een schaal van 0 tot 7 voel ik me”, waarbij 0 stond voor adolescent en 7 voor volwassen. Wat iemands huidige relatiestatus was werd

gevraagd met “Ik ben”, waarbij de mogelijkheden waren single, in een relatie of anders. Bij anders kregen deelnemers de ruimte om in te vullen wat dit precies inhield.

Procedure

Nadat deelnemers het informed consent hadden gelezen, gingen zij met het invullen van de vragenlijst hier automatisch mee akkoord. De vragenlijst bestond uit 15 items. Allereerst werd gevraagd naar het Tindergebruik en de hoeveelheid hiervan. Vervolgens werd gevraagd naar demografische variabelen, zoals sekse, leeftijd en opleidingsniveau. Ook het gevoel van volwassenheid en de seksuele oriëntatie hoorde hierbij. Daarna werd gevraagd naar iemands wensen op romantisch en seksueel

(12)

gebied. Tot slot werd gevraagd naar wat iemand wilde bereiken via Tinder, wat iemand verwachtte en wat iemand had bereikt via Tinder. De verwachtingen van Tinder werden in dit onderzoek niet meegenomen, maar waren voor het onderzoek van collega’s. Het invullen van de vragenlijst duurde in totaal ongeveer 5 minuten.

Analyseplan

Allereerst werd onderzocht, in hoeverre groepen (man/vrouw, hetero/homo) verschillen op demografische gegevens. Deze controles zijn noodzakelijk. Hiermee wordt nagegaan of de mogelijk gevonden verschillen op romantisch en seksueel gebied te wijten zijn aan sekse en seksuele oriëntatie en niet aan andere variabelen. Met een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA en leeftijd als afhankelijke variabele zal gekeken worden of de groepen verschillen in leeftijd. Hetzelfde werd gedaan met gevoel van volwassenheid en hoeveelheid Tindergebruik als afhankelijke variabelen. Tot slot werd met chi-kwadraat toetsen gekeken of er een associatie was tussen Sekse en Seksuele oriëntatie en het opleidingsniveau en de relatiestatus.

Daarna werd met behulp van chi-kwadraattoetsen gekeken of sekse een effect heeft op wat iemand wilt op romantisch en seksueel gebied. Allereerst werd dit gecheckt met het wel of niet willen van een vaste relatie. Vervolgens werd dit gecheckt met het wel of niet willen van seks. Daarna werd er met behulp van chi-kwadraattoetsen gekeken of seksuele oriëntatie een effect heeft op het wel of niet willen van een vaste relatie. Tot slot werd gekeken of het seksuele oriëntatie een effect heeft op het wel of niet willen van seks.

Daarna werd er een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA uitgevoerd met als afhankelijke variabele de mate waarin iemand seks wilt

(13)

bereiken via Tinder. Vervolgens werd er een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA uitgevoerd met als afhankelijke variabele de mate waarin iemand een relatie wilt bereiken via Tinder.

Eenzelfde 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA werd uitgevoerd met als afhankelijke variabele de mate waarin iemand Seks heeft bereikt via Tinder. Ook werd een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA uitgevoerd met als afhankelijke variabele de mate waarin iemand een vaste Relatie heeft bereikt via Tinder.

(14)

Resultaten

Allereerst werden negen deelnemers verwijderd uit de steekproef, omdat ze ouder waren dan 30 jaar. Dertig deelnemers werden verwijderd, omdat ze geen Tinder gebruikte en 33 omdat ze de vragenlijst onvolledig hadden ingevuld. Uiteindelijk werd er een steekproef gebruikt van 184 deelnemers.

De steekproef bestond uit 78 mannen (42%), waarvan 29 homoseksueel (16%), en 106 vrouwen (58%), waarvan 24 lesbisch (13%) en 9 biseksueel (5%). Biseksuele mannen hebben de vragenlijst niet ingevuld. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 22,1 jaar (SD = 2.7). Ze gebruikten gemiddeld iets meer dan maandelijks Tinder (M = 2.7, SD = 1.1) op een 4-punts schaal van minder dan maandelijks tot dagelijks, en voelde zich iets meer volwassen dan adolescent (M = 4.7, SD = 1.5) op de 8-punts Likertschaal van adolescent tot volwassen. Van alle deelnemers genoot 17% een MBO opleiding, 28% een HBO opleiding en 55 % WO opleiding. Verder was 70% van de deelnemers single, ten opzichte van 26% in een relatie en 4% had een andere relatiestatus, zoals daten.

Allereerst werd gekeken of de verschillende groepen niet significant verschilden op andere variabelen. De gemiddelden en standaarddeviaties zijn weergegeven in Tabel 1.

Tabel 1. Gemiddeld resultaat (SD) op verschillende variabelen bij mannen en vrouwen.

Man Vrouw

Hetero (n = 48) Homo (n = 29) Hetero (n = 73) Homo (n = 24)

Leeftijd M (SD) 21.4 (2.4) 24.0 (3.4) 21.2 (1.8) 23.3 (2.9)

Volwassenheid M (SD) 5.2 (1.4) 5.1 (1.6) 4.6 (1.5) 4.1 (1.2)

(15)

Een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA met als afhankelijke variabelen leeftijd werd uitgevoerd. Er werd geen significant

hoofdeffect gevonden van Sekse op leeftijd, F(1) = 1.37, p = .243. Er werd ook geen significant hoofdeffect gevonden van Seksuele oriëntatie op leeftijd, F(2) = 1.15, p = .320. Wel werd er een significante interactie gevonden tussen Sekse en Seksuele oriëntatie op leeftijd, F(1) = 35.57, p < .001. Als men op hetzelfde geslacht viel was men significant ouder, dan wanneer men op het andere geslacht viel.

Een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA met als afhankelijke variabelen gevoel van volwassenheid op een 8-punts Likertschaal werd daarna uitgevoerd. Hierbij werd een significant hoofdeffect gevonden van Sekse op gevoel van volwassenheid, F(2) = 9.81, p = .002. Er werd geen significant

hoofdeffect gevonden van Seksuele oriëntatie op gevoel van volwassenheid, F(2) = 2.85, p = .061. Er werd tevens geen significant interactie-effect gevonden, F(1) = 1.73, p = .190. Op basis van de gemiddelden bleek dat mannen zich significant volwassener voelden dan vrouwen.

Daarna werd er een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA met als afhankelijke variabele de hoeveelheid Tindergebruik uitgevoerd. Er werd geen significant hoofdeffect gevonden van Sekse F(1) = 2.80, p = .96. Er werd ook geen significant hoofdeffect gevonden van Seksuele oriëntatie, F(2) = 0.21, p = .809. En er was geen significant interactie-effect, F(1) = 0.02, p = .876.

(16)

De aantallen en percentages van de verdeling van opleidingsniveau en relatiestatus binnen de groepen zijn weergegeven in Tabel 2.

Tabel 2. Aantallen (%) met betrekking tot opleidingsniveau en relationele status van mannen en

vrouwen.

Man Vrouw

Hetero (n = 48) Homo (n = 29) Hetero (n = 73) Homo (n = 24)

MBO (%) 18 (10.3) 2 (1.1) 9 (5.2) 1 (0.6) HBO (%) 16 (9.1) 8 (4.6) 23 (13.2) 4 (2.3) WO (%) 14 (8.0) 19 (11.0) 41 (23.6) 19 (11.0) Single (%) 35 (20.2) 18 (10.3) 54 (31.1) 16 (9.1) Relatie (%) 13 (7.6) 10 (5.7) 18 (10.3) 6 (3.4) Anders (%) 0 (0) 1 (0.6) 1 (0.6) 2 (1.1)

Met een chi-kwadraattoets werd gekeken naar de associatie tussen sekse en seksuele oriëntatie en opleidingsniveau. Uit de chi-kwadraat test bleek dat er alleen een significante associatie was tussen sekse en opleidingsniveau, χ2 (2) = 12.28, p = .002. Homoseksuele mannen waren hoger opgeleid dan heteromannen. Uit de andere chi-kwadraattoetsen kwamen geen significante resultaten.

(17)

De gemiddelden en percentages van wat iemands wensen zijn op datinggebied zijn weergegeven in Tabel 3.

Tabel 3. Absolute aantallen (%) van wensen op datinggebied.

Man Vrouw

Hetero (n = 48) Homo (n = 29) Hetero (n = 73) Homo (n = 24) Romantische Relatie Wel (%) 35 (72.9) 23 (79.3) 59 (80.8) 17 (70.8) Niet (%) 13 (27.1) 6 (20.7) 14 (19.2) 7 (29.2) Seks Wel (%) 26 (54.1) 14 (48.2) 25 (34.2) 13 (54.2) Niet (%) 22 (45.9) 15 (51.8) 48 (65.8) 11 (45.8)

Allereerst werd met een chi-kwadraattoets gekeken of sekse een effect heeft op of iemand seks wilt of niet. Uit de chi-kwadraat test bleek dat er geen significante associatie was tussen sekse en het willen van seks, χ2 (1) = 1.52, p = .218. Dit betekent dat mannen en vrouwen net zo graag seks willen. Met eenzelfde chi-kwadraattoets werd gekeken of sekse dan wel een effect had op of iemand een vaste relatie wilt of niet. Ook hier werd geen significante associatie gevonden, χ2 (1) = 0.02, p = .903.

Met een chi-kwadraat werd getoetst of het geslacht waar mannen op vielen een effect had of op iemand seks wilt of niet. Uit de resultaten bleek dat het geslacht waar mannen op vielen geen effect had, χ2 (1) = 0.25, p = .616. Ook op het willen van een relatie had seksuele oriëntatie van mannen geen significant effect, χ2 (1) = 0.40, p = .528. Ook voor vrouwen had seksuele oriëntatie geen significant effect op het willen van een relatie χ2 (1) = 1.06, p = .303, of op het willen van seks χ2 (1) = 3.01, p = .083.

(18)

De gemiddelden en standaarddeviaties op de 8-punts Likertschaal over de doelen en uitkomsten van Tinder bij mannen en vrouwen zijn weergegeven in Tabel 4.

Tabel 4. Gemiddelden en (SD) van de uitkomsten, gemeten op een 8-punts Likertschaal, bij mannen en

vrouwen.

Man Vrouw

Hetero (n = 48) Homo (n = 29) Hetero (n = 73) Homo (n = 24)

Doel: Seks M(SD) 3.4 (0.3) 3.3 (0.4) 1.7 (0.3) 2.9 (0.4) Doel: Relatie M(SD) 3.0 (0.3) 3.9 (0.4) 3.1 (0.3) 3.9 (0.5) Uitkomst: Seks M(SD) 2.6 (0.4) 2.8 (0.6) 2.3 (0.4) 3.8 (0.6) Uitkomst: Relatie M(SD) 1.0 (0.4) 1.5 (0.5) 1.8 (0.3) 2.8 (0.6

Met een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA werd gekeken naar de effecten van de mate waarin iemand seks wilt bereiken via Tinder. Er was een significant hoofdeffect van Sekse op de mate waarin iemand seks wilt

bereiken op Tinder, F(1, 166) = 9.21, p = .003. Waarbij mannen iets vaker dan vrouwen seks wilde bereiken. Er was geen significant hoofdeffect van Seksuele oriëntatie op de mate waarin iemand seks wilt bereiken via Tinder, F (2, 166) = 1.71, p = .183. Er werd geen significante interactie gevonden tussen Sekse en Seksuele oriëntatie, F(1, 166) = 2.63 p = .107. Dit impliceert dat mannen en vrouwen iets anders willen bereiken via Tinder, maar dat dit verschil niets te maken heeft met het geslacht waar ze op vallen, wat in overeenstemming is met de verwachting. In Figuur 1 zijn de resultaten weergegeven.

(19)

Figuur 1. Mate waarin mannen/vrouwen seks willen bereiken via Tinder, in interactie met wat iemands

seksuele voorkeur is.

Met een 2 Sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA werd gekeken naar de effecten van de mate waarin iemand een relatie wilt bereiken via Tinder. Er was geen significant hoofdeffect van sekse op de mate waarin iemand een relatie wilt bereiken, F(1,165) = 0.13, p = .724. Er werd ook geen significant

hoofdeffect gevonden van seksuele oriëntatie op de mate waarin iemand een relatie wilt bereiken via Tinder, F(2,165) = 0.25, p = .783. Er was wel een significant interactie-effect tussen sekse en seksuele voorkeur op de mate waarin iemand een relatie wilde bereiken via Tinder, F (1, 165) = 4.73, p = .031 (zie Figuur 2.) Dit was niet in overeenstemming met de verwachtingen.

0   1   2   3   4   Man   Vrouw   D oe l;  se k s   Sekse  

Mate  waarin  seks  het  doel  is  

op  Tinder  

Mannen   Vrouwen  

(20)

Figuur 2. Mate waarin mannen/vrouwen een relatie willen bereiken via Tinder, in interactie met wat

iemands seksuele voorkeur is.

Een 2 sekse (man/vrouw) x 2 Seksuele oriëntatie (man/vrouw) ANOVA met de mate waarin iemand seks had bereikt via Tinder als afhankelijke variabele werd uitgevoerd. Er was geen significant hoofdeffect van Sekse op de mate waarin iemand seks had bereikt via Tinder, F (1, 158) = 0.54, p = .463. Er was ook geen significant hoofdeffect van waar Seksuele oriëntatie op de mate waarin iemand seks had bereikt via Tinder, F (2, 166) = 1.78, p = .172. Er werd ook geen significante interactie gevonden tussen Sekse en Seksuele oriëntatie, F (1, 158) = 3.00, p = .850. Dit impliceert dat er geen verschillen zijn tussen mannen of vrouwen of hun seksuele voorkeur voor de hoeveelheid seks die iemand via Tinder heeft bereikt, wat niet overeen komt met de verwachtingen. In Figuur 3 zijn de resultaten weergegeven.

0   1   2   3   4   5   Man   Vrouw   Do el ;  r el at ie     Sekse  

Mate  waarin  een  relatie  het  

doel  is  op  Tinder  

Mannen   Vrouwen  

(21)

Figuur 3. Mate waarin mannen/vrouwen seks hadden bereikt via Tinder, in interactie met wat iemands

seksuele voorkeur was.

Hetzelfde werd gedaan voor het bereikt hebben van een relatie via Tinder. Er was een significant hoofdeffect van Sekse op het hebben bereikt van een relatie op Tinder, F (1, 155) = 5.82, p = 0.170. Gemiddelden lieten zien dat vrouwen in grotere mate een relatie hadden gevonden op Tinder dan mannen. Er was geen significant hoofdeffect van Seksuele oriëntatie op het hebben bereikt van een relatie via Tinder, F(2, 155) = 1.50, p = .227. Tevens was er geen interactie-effect, F(1, 155) = 2.50, p = .116 (Figuur 4). 0   1   2   3   4   5   Man   Vrouw   U it k om st ;  se k s     Sekse  

Mate  waarin  seks  de  

uitkomst  was  op  Tinder  

Mannen   Vrouwen  

(22)

Figuur 4. Mate waarin mannen/vrouwen een relatie hadden bereikt via Tinder, in interactie met wat

iemands seksuele voorkeur was.

0   0,5   1   1,5   2   2,5   3   Man   Vrouw   U it k om st ;  r el at ie   Sekse  

Mate  waarin  een  relatie  de  

uitkomst  was  op  Tinder  

Mannen   Vrouwen  

(23)

Discussie

Uit dit onderzoek bleek dat mannen en vrouwen niet verschilden in hun wensen op datinggebied. Wel bleken ze te verschillen in hun doelen via Tinder; mannen wilden meer seks bereiken via Tinder dan vrouwen, ongeacht hun seksuele oriëntatie. Dit ondersteunde de hypothese. Mannen en vrouwen bleken echter niet te verschillen in de mate waarin zij een vaste relatie wilden bereiken via Tinder, in tegenstelling tot de hypothese en tevens bleek seksuele oriëntatie er wel toe te doen. Wanneer men voorkeur had voor hetzelfde geslacht wilde men meer relaties bereiken via Tinder. Sekse en seksuele oriëntatie hadden geen enkel effect op de mate waarin men seks had bereikt via Tinder. Sekse deed er echter wel toe als het ging over de mate waarin men een relatie had bereikt; vrouwen hadden meer relaties via Tinder gevonden dan mannen. Er was echter geen verschil in seksuele oriëntatie, wat volgens de hypothese wel werd verwacht.

Feit dat voorkeur voor hetzelfde geslacht zorgde voor een grotere wens voor het bereiken van een relatie via Tinder, zou ook verklaard kunnen worden doordat deze groep ouder was dan de groep mensen die vielen op het andere geslacht.

Naarmate mensen ouder zijn, wordt de wens voor een relatie misschien groter, omdat men steeds meer een eigen identiteit heeft ontwikkeld (Arnett, 2000). Dat mannen meer seks wilden dan vrouwen, kan te maken hebben met het feit dat zij zich volwassener voelden dan vrouwen. Een gevoel van volwassenheid zorgt misschien voor meer openheid ten opzichte van seks. Echter is uit eerdere onderzoeken al gebleken dat mannen toleranter staan tegenover seks dan vrouwen (Taylor et al., 2013) en is dat een veel logischere verklaring voor deze conclusie.

De seksuele strategietheorie van Buss en Schmitt (1993) lijkt niet meer geheel het juiste perspectief te zijn voor de datingcultuur van deze groep. De verwachtte

(24)

man-vrouw verschillen in strategieën werden namelijk alleen gevonden als doel op Tinder. Mannen voldeden aan de verwachting dat ze meer seks zouden willen. Desalniettemin, als er naar de algemene wensen op relatiegebied werd gekeken, werden deze verschillen helemaal niet gevonden. Tinder zou dus een uiting kunnen zijn van de korte termijn strategie. In het algemeen is er echter geen verschil meer en lijkt het perspectief vanuit evolutionair oogpunt dus niet meer geheel geldig.

Een mogelijke verklaring is dat emerging adults in deze levensfase niet meer de traditionele jongvolwassenen zijn waar de seksuele strategietheorie op gebaseerd is. Het krijgen van kinderen en trouwen wordt door hen steeds meer uitgesteld dan 20 jaar geleden (Arnett, 2000) en het experimenteren om een eigen identiteit te vormen, is daarvoor in de plaats gekomen. Een andere mogelijke verklaring is de gender similarities hypothese van Hyde (Petersen & Hyde, 2010) . Deze hypothese suggereert dat de meeste psychologische variabelen bij mannen en vrouwen gelijk zijn. Een meta-analyse van Hyde liet zien dat veel verschillen in seksualiteit

verwaarloosbaar zijn. Dit zou vooral een verklaring zijn voor het feit dat mannen en vrouwen in dit onderzoek niet verschillen in hun algemene wensen op romantisch gebied.

Tot slot zou de beperkte bevestiging van de theorie van Buss en Schmitt (1993) te maken kunnen hebben met het steeds frequenter gebruiken van technologie (Rappleyea, Taylor & Fang, 2014). Door de vele mogelijkheden die dit biedt, zijn de mogelijkheden op romantisch en seksueel gebied ook veel uitgebreider. Voor mannen en vrouwen die op hetzelfde geslacht vallen, biedt het duidelijkheid. In de offline wereld is het niet altijd zichtbaar op wat voor geslacht iemand valt, maar op een app als Tinder wel. Uit onderzoek van Rosenfeld en Thomas (2012) is dan ook gebleken dat homoseksuelen, die in de echte wereld een kleinere kans hebben op het vinden

(25)

van een partner, meer internet gebruiken dan heteroseksuelen. Dit verklaart mogelijk waarom een voorkeur voor hetzelfde geslacht samenhangt met het willen bereiken van een relatie via Tinder. Maar ook onder heteroseksuelen vonden zij dat traditionele ontmoetingen en strategieën zijn vervangen door het internet. Aangezien de seksuele strategietheorie een vrij traditionele theorie is, zou het goed kunnen dat de komst van het internet gezorgd heeft voor de opkomst van nieuwe strategieën.

Een tekortkoming van dit onderzoek is dat de meeste variabelen slechts met één vraag geoperationaliseerd zijn. De betrouwbaarheid van deze vragen kan hiermee niet vastgesteld worden. Echter is in deze studie bewust gekozen voor een korte vragenlijst, die makkelijk en snel in te vullen was. Hiermee kon ook een

homoseksuele populatie in gaybars bereikt worden, en belangrijker nog; zoveel mogelijk deelnemers. Meer onderzoek waarmee de betrouwbaarheid vastgesteld kan worden, zou dus nodig zijn om de bevonden resultaten te reproduceren. Ook zou kwalitatief onderzoek, bijvoorbeeld met gebruik van focusgroepen, een breder perspectief kunnen bieden op de datingcultuur van emerging adults

Een andere mogelijke tekortkoming is het gebruik van Tinder om de strategie van Buss en Schmitt (1993) te evalueren. Tinder zou geen goede afspiegeling van de datingcultuur kunnen zijn. Het is een app die in korte tijd heel populair is geworden en die op vele manieren gebruikt kan worden. Verschillende opmerkingen van

deelnemers illustreren dit. “Leuk tijdsverdrijf, maar op een gegeven moment saai” en “puur voor het plezier gedownload”, impliceren dat vermaak ook reden is om Tinder te gebruiken. Voor die mensen past Tinder niet bij de datingcultuur. In

vervolgonderzoek zouden dan ook dezelfde hypotheses onderzocht kunnen worden middels datingsites of speeddates. Dit zijn andere afspiegelingen van de

(26)

laten reacties als “Uit eigen ervaring en uit ervaringen om mij heen, merk ik dat Tinder werkt. Tot nu toe relaties die blijven werken.” en “Het werkt echt goed voor seks met vrouwen, echt!” ook zien dat de aspecten uit de datingcultuur die hier onderzocht zijn, wel degelijk terugkomen op Tinder.

Dit onderzoek heeft een nieuw perspectief geboden op de online datingcultuur van de emerging adults, waar nog niet veel onderzoek naar was gedaan. De alom geaccepteerde theorie van Buss en Schmitt (1993) is in deze moderne tijd dus misschien wel aan een update toe.

(27)

Literatuur

Arnett, J. J. (2000). Emerging adulthood: A theory of development from the late teens through the twenties. American Psychologist, 55, 469.

Bailey, J. M., Gaulin, S., Agyei, Y., & Gladue, B. A. (1994). Effects of gender and sexual orientation on evolutionarily relevant aspects of human mating psychology. Journal of Personality and Social psychology, 66, 1081. Barrios, R. J., & Lundquist, J. H. (2012). Boys just want to have fun? Masculinity,

sexual behaviors, and romantic intentions of gay and straight males in college. Journal of LGBT Youth, 9, 271-296

Bogle, K. A. (2007). The shift from dating to hooking up in college: What scholars have missed. Sociology Compass, 1, 775-788.

Bradshaw, C., Kahn, A. S., & Saville, B. K. (2010). To hook up or date: Which gender benefits?. Sex Roles, 62, 661-669.

Buss, D. M., & Schmitt, D. P. (1993). Sexual strategies theory: an evolutionary perspective on human mating. Psychological Review, 100, 204.

Buss, D. M., & Schmitt, D. P. (2011). Evolutionary psychology and feminism. Sex Roles, 64, 768-787.

Couch, D., & Liamputtong, P. (2008). Online dating and mating: The use of the internet to meet sexual partners. Qualitative Health Research, 18, 268-279. Korchmaros, J. D., Ybarra, M. L., & Mitchell, K. J. (2015). Adolescent online

romantic relationship initiation: Differences by sexual and gender identification.Journal of Adolescence, 40, 54-64.

Petersen, J. L., & Hyde, J. S. (2010). A meta-analytic review of research on gender differences in sexuality, 1993–2007. Psychological bulletin, 136, 21.

(28)

communication technology use among emerging adults in the initiation of dating relationships. Marriage & Family Review, 50, 269-284.

Rosenfeld, M. J., & Thomas, R. J. (2012). Searching for a mate the rise of the internet as a social intermediary. American Sociological Review, 77, 523-547.

Rupp, L. J., Taylor, V., Regev-Messalem, S., Fogarty, A. C., & England, P. (2014). Queer Women in the Hookup Scene Beyond the Closet?. Gender &

Society, 28, 212-235.

Simon van Bighelaar en Math Akkermans. (oktober 2013). In CBS. Van http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/06A12225-495E-4620-80F6-F2A53E819957/0/20131001b15art.pdf

Sassler, S. (2010). Partnering across the life course: Sex, relationships, and mate selection. Journal of Marriage and Family, 72, 557-575.

Serewicz, M. C. M., & Gale, E. (2008). First-date scripts: Gender roles, context, and relationship. Sex Roles, 58, 149-164.

Taylor, A. C., Rappleyea, D. L., Fang, X., & Cannon, D. (2013). Emerging adults’ perceptions of acceptable behaviors prior to forming a committed, dating relationship. Journal of Adult Development, 20, 173-184.

Zimmer-Gembeck, M. J., Hughes, N., Kelly, M., & Connolly, J. (2012). Intimacy, identity and status: Measuring dating goals in late adolescence and emerging adulthood. Motivation and Emotion, 36, 311-322.

Van De Wiele, C., & Tong, S. T. (2014, September). Breaking boundaries: the uses & gratifications of grindr. In Proceedings of the 2014 ACM International Joint Conference on Pervasive and Ubiquitous Computing (pp. 619-630). ACM  

(29)

Bijlage 1

       

(30)

   

(31)

 

 

   

   

(32)

 

   

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Aardrijkskunde | groep 8 | Man trouwt man, vrouw trouwt vrouw?. ARGUS CLOU AARDRIJKSKUNDE | LESSUGGESTIE |

Bij de meeste mannen duurt het langere tijd voordat zij na een orgasme opnieuw een hoogtepunt kunnen bereiken, maar vrouwen kunnen soms meerdere malen vrijen en achter

want de vrouw eens Konings kent men aan haar gelaat; zo moest het ook met de Kerk zijn; maar dat koninklijk gewaad is weg, zodat de Heere wel zeggen mag: zij is

Waar God uw vrouw, ofschoon zij een zondares is, genade geeft, genade des levens, opdat zij niet sterve, maar eeuwig voor Zijn aangezicht leve, daar zult gij, man, slechts dan

„Maar de dialoog moet meer zijn dan camaraderie”, zegt Paolo Dall’Oglio.. „We moeten ook het theologische gesprek durven

Wat mijn woordje betreft, bij ouderen be- gin ik niet over het trouwboekje, maar voorts is de liefde hetzelfde voor jong en oud.” „Bij ons was het intiem, sfeervol en

De heteronorm (wijs naar poster 9, bijlage 5) in onze samenleving gaat ervan uit dat er mannen en vrouwen zijn, plus dat je verliefd wordt op het tegenovergestelde

Ons advies is: gebruik geen alcohol in de periode dat u zwanger wilt worden, en zeker niet tijdens uw