• No results found

Einde van de traditionele mediamacht in zicht? : onderzoek naar het framegebruik van traditionele en nieuwe media gedurende een organisationele crisis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Einde van de traditionele mediamacht in zicht? : onderzoek naar het framegebruik van traditionele en nieuwe media gedurende een organisationele crisis"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Einde van de traditionele mediamacht in zicht?

Onderzoek naar het framegebruik van traditionele en nieuwe media

gedurende een organisationele crisis

Master Thesis Corporate Communicatie Graduate School of Communication Door: Simone Willems

Studentnummer:10483942

Thesis begeleidster: Dr. Eleftheria Vasileiadou Datum: 31-01-2014

(2)

1

Samenvatting

De manier waarop de media in hun communicatie gebruik maken van frames, heeft een sterke invloed op de manier waarop het algemene publiek de sociale realiteit construeert (Hallahan, 1999). Vandaag de dag zou er weleens sprake kunnen zijn van een verschuiving van deze traditionele media invloed. Behalve framing vanuit de traditionele media zou er nu ook sprake kunnen zijn van public framing, door het algemene publiek dat zich op de nieuwe

mediakanalen bevindt (Merilainen& Vos, 2013). Er is tot op heden nog weinig onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop het algemene publiek gebruik maakt van frames en in hoeverre deze verschillen van de frames die de traditionele media inzetten.

In deze studie wordt dit onderzocht aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse

rondom een organisationele crisis, waarbij algemene nieuwsframes worden vergeleken tussen krantenberichten (n=171) en online lezersreacties (n=178). De crisis die in dit onderzoek centraal staat, is het paardenvleesschandaal dat zich in Europa afspeelde van januari- juli 2013.

Uit de resultaten van dit onderzoek komt naar voren, dat er sprake is van discrepantie in de samenstellingen van frames die ingezet worden door oude en nieuwe media. Er is slechts een overeenkomstig nieuwsframe geïdentificeerd. Daarnaast zijn er vier traditionele nieuwsframes en zes publieke nieuwsframes geïdentificeerd. Er kan anno 2014 niet meer worden

aangenomen, dat de frames die traditionele media gedurende een crisis inzetten, klakkeloos overgenomen worden door het algemene publiek. Het zou heel goed kunnen zijn dat de traditionele mediamacht wat betreft de vorming van de publieke opinie, langzaam aan het verdwijnen is. Voor organisaties die zich in een crisis bevinden betekent dit, dat zij zich naast traditionele media, nu ook moeten focussen op de wijze waarop het algemene publiek de crisis framed op de nieuwe online mediakanalen, zodat zij hier vervolgens met hun crisisstrategie op kunnen inhaken.

(3)

2

Inleiding

De macht van de traditionele media is groot. De manier waarop de media in hun

communicatie gebruik maken van frames, heeft een sterke invloed op de manier waarop het algemene publiek de sociale realiteit construeert (Hallahan, 1999). Een frame is een

instrument dat ingezet wordt om een bepaalde versie van de realiteit te promoten

(Vliegenthart& van Zoonen, 2011). Nu is het medialandschap voortdurend aan het veranderen en zou er weleens sprake kunnen zijn van een verschuiving van deze traditionele mediamacht.

Nieuwe media maken vandaag de dag een groot onderdeel uit van het medialandschap en zijn niet meer weg te denken. Waar voorheen slechts de krant, radio en televisie bepaalden wat het gesprek van de dag was, wordt deze rol nu vaak door nieuwe media overgenomen. Nieuwe media maken het voor het algemene publiek mogelijk om behalve te consumeren, nu ook te produceren, te participeren en te informeren (Orlikowski, 2000). De burger kan met behulp van de nieuwe mediakanalen, zelf de rol van journalist innemen en daarmee een bepaalde realiteit aan de ander promoten. Mensen binnen het algemene publiek hebben ieder hun eigen waarden en verwachtingen en kiezen daarom ieder hun eigen frame. Behalve framing vanuit de media, is er nu ook sprake van public framing (Merilainen& Vos, 2013).

Er is tot op heden nog weinig onderzoek uitgevoerd naar de manier waarop het algemene publiek gebruik maakt van frames en in hoeverre deze verschillen van de frames die de

traditionele media inzetten. Worden frames tijdens de communicatie op nieuwe media in grote mate overgenomen door wat er geschreven wordt door de oude media of worden frames door het algemene publiek gepersonaliseerd? De volgende onderzoeksvraag staat in deze studie centraal: Welke algemene nieuwsframes worden tijdens de communicatie rondom een organisationele crisis ingezet door traditionele en nieuwe media?

(4)

3 Deze studie levert een bijdrage binnen het onderzoeksdomein van Corporate Communicatie, door inzichten te genereren op het gebied van public framing op nieuwe media. Dit alles wordt onderzocht aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse rondom een

organisationele crisis, waarbij algemene nieuwsframes worden vergeleken tussen

krantenberichten en online lezersreacties. De organisationele crisis die centraal staat in dit onderzoek, is het paardenvleesschandaal dat zich afspeelde van januari tot en met juli 2012.

Er is gekozen voor een organisationele crisis, omdat huidig onderzoek zich beperkt tot nieuwsframes in politieke communicatie. Bovendien zorgen inzichten in het proces van framing ten tijde van een crisis, voor nieuwe richtlijnen met betrekking tot effectieve crisiscommunicatie vanuit de organisatie, gericht op de traditionele media en het publieke debat. Framing speelt namelijk een significante rol in de evolutie van een crisis en heeft invloed op de betekenisgeving ervan door stakeholders (Schultz, Kleinnijenhuis, Oegema, Utz & Van Atteveldt, 2012). Vooralsnog wordt vaak aangenomen dat, de frames die door de traditionele nieuwsmedia worden ingezet, de frames zijn die de meeste belanghebbenden rondom een crisis zullen ervaren en aannemen (Coombs, 2007). Dit zal in deze studie onderzocht worden. Inzichten in het framegebruik van traditionele en nieuwe media kan uiteindelijk een bijdrage leveren aan de beperking van de organisationele reputatieschade gedurende een crisis.

Theoretisch kader

Organisationele crisis

Een organisationele crisis is een plotselinge en onverwachte gebeurtenis, die dreigt de activiteiten van een organisatie te ontwrichten en vormt zowel een financiële bedreiging als een bedreiging voor de reputatie van de organisatie (Coombs, 2007). Verslechtering van de

(5)

4 reputatie leidt tot vermindering van het functioneren van een organisatie (Benoit, 1997). Een organisationele crisis brengt schade aan de reputatie, omdat een crisis een reden is voor stakeholders om slecht over een organisatie te denken. De media spelen een cruciale rol in de manier waarop stakeholders denken, doordat de meeste stakeholders via deze kanalen

geïnformeerd worden over de crisis (Coombs,2007).

De nieuwsagenda

Omdat tijd en ruimte beperkt zijn, zijn journalisten discreet in het kiezen van nieuwsonderwerpen en de toon waarop er in deze nieuwsartikelen gesproken wordt

(Larcinese, Puglisi, Snyder, 2011). Het kiezen van deze onderwerpen heeft alles te maken met het opstellen van de nieuwsagenda.

Tijdens het opstellen van de nieuwsagenda, ook wel “agendasetting ”genoemd, worden specifieke problemen in de media gedefinieerd die de publieke/ overheids- attentie waard zijn (Entman, 2007). “Agendasetting” kan omschreven worden als het mechanisme dat een

gemeenschappelijke definitie creëert van wat nieuw is en wat niet nieuw is (Vliegenthart& Walgrave, 2008). Er wordt onderscheid gemaakt tussen first level agendasetting en second level agendasetting. First level agendasetting heeft betrekking op het issue of object dat onder de aandacht wordt gebracht en second level agendasetting heeft betrekking op de kenmerken en eigenschappen die toegekend worden aan dat specifieke issue of object dat onder de aandacht gebracht is. Dit worden ook wel issue attributen genoemd (Carroll &

McCombs,2003).

De hypothese die vaak rondom agendasetting wordt aangenomen, houdt in dat journalisten over een bepaalde vrijheid bezitten waarmee ze kunnen bepalen wat nieuwswaardig is en wat niet, dat vervolgens een invloed uitoefent op wat de burger relevant vindt (Larcinese, Puglisi, Snyder, 2011). Via krantenartikelen, radio en televisie vangt het publiek namelijk belangrijke

(6)

5 onderwerpen op die op die op de media agenda staan, om op die manier vervolgens hun eigen publieke agenda op te stellen. Naarmate de tijd vordert, zie je dan dat de zichtbare prioriteiten op de media agenda gelijk zijn als die op de publieke agenda. Agendasetting vindt dan plaats. De media agenda bepaalt waar het publiek over praat en dit is de eerste fase in het vormen van de publieke opinie.

Framing in de media

De traditionele mediamacht beperkt zich niet alleen tot de afbakening van de nieuwsagenda. De traditionele media bepalen ook welke aspecten in deze gekozen nieuwsthema’s

geselecteerd en benadrukt worden. Dit proces wordt “framing” genoemd. Framing houdt in dat bepaalde aspecten uit de waargenomen realiteit geselecteerd worden om ze vervolgens saillant te maken in de gecommuniceerde tekst om zo een bepaald probleem, een causale interpretatie , een morele evaluatie of aanbeveling, te promoten (Entman, 1993). Framing is ook wel het insluiten, het uitsluiten of de nadruk leggen op bepaalde zaken. Het proces van framing vindt plaats wanneer het cognitieve proces van informatieverwerking van een bepaald individu vertekend wordt (Hallahan, 1999). Het doel van framing is dan vaak ook het

uitoefenen van invloed op waarden en overtuigingen of het beïnvloeden van besluitvorming en gedrag (Merilainen& Vos, 2013).

Public framing

Echter, de invloed van framing en agendasetting door traditionele media op de perceptie van het algemene publiek moet niet overschat worden. Met de komst van Web 2.0 zijn het niet alleen maar de traditionele mediakanalen die als informatiebron geraadpleegd worden. Waar bij Web 1.0 en traditionele media, de media bepaalden wat het publiek te lezen kreeg en de communicatie eenzijdig was, is het op Web 2.0 mogelijk om behalve te consumeren, te participeren, te produceren en informeren (Orlikowski, 2000). Consumenten en het voorheen

(7)

6 slechts lezende publiek, kunnen nu ook online content creëren. Er is sprake van tweezijdige communicatie en online interactiviteit (Macnamara, 2010). Doordat het algemene publiek de vrijheid heeft gekregen om wat voor informatie dan ook te verstrekken, draagt het publiek nu zeer waarschijnlijk ook bij aan framebuilding. Framing is in dat geval zichtbaar in traditionele nieuwsmedia, sociale media en interpersoonlijke communicatie (Van der Meer &

Verhoeven,2013). Behalve framing vanuit de media, is er nu ook sprake van “public framing” (Merilainen& Vos, 2013). Het zou daarom best weleens zo kunnen zijn, dat de macht die de media tot zijn beschikking heeft om de publieke opinie te beïnvloeden, overschat wordt. De kans is aanwezig, dat het algemene publiek vandaag de dag andersom ook de traditionele media beïnvloeden in het gebruik van frames en daarmee een sterke positie innemen in de communicatie en informatievoorziening binnen onze maatschappij (Uscinski, 2009).

Verschillende typen nieuwsframes

Mensen binnen het algemene publiek hebben ieder hun eigen waarden en verwachtingen en kiezen daarom ieder hun eigen frame. Verschillende frames zijn belangrijk voor verschillende mensen (Merilainen& Vos, 2013).Een frame is een instrument dat ingezet wordt om een bepaalde versie van de realiteit te promoten (Vliegenthart& van Zoonen, 2011). Een frame beperkt of bepaalt de betekenis van de boodschap en beïnvloedt daardoor de eindbeoordeling die individuen van een bepaald bericht maken. Frames reflecteren de oordelen van de

framemakers (Hallahan, 1999). De invloed van een bepaald frame hangt af van de geloofwaardigheid, legitimiteit en macht van de actor. Het frame dat ingezet wordt is

afhankelijk van het type issue en het belang van de actor. Elk type frame legt op een bepaald aspect in de betreffende issue een nadruk. (Merilainen& Vos, 2013).

Er zijn vele verschillende theorieën over framing en typen frames (Hallahan, 1999; Entman, 1991; Neuman, Just& Crigler, 1992 etc.). In deze studie wordt het gebruik van vijf algemene

(8)

7 nieuwsframes volgens Semetko &Valkenburg (2006) onderzocht, welke apart maar ook tegelijkertijd in een bepaald nieuwsbericht kunnen voorkomen.

Conflict frame: Dit frame benadrukt het conflict tussen individuen, groepen of instituties om de belangen van de verschillende groepen te beschrijven.

Human interest frame: Dit frame focust op het menselijke en emotionele aspect van een kwestie, evenement of probleem.

Economic consequence frame: Dit frame rapporteert een evenement, probleem of kwestie in termen van de consequenties die het economisch gezien gaat brengen voor individuen, groepen, instituties, een regio of een land.

Morality frame: Dit frame plaatst (indirect) het evenement, probleem of kwestie in de context van religieuze of morele principes. Achter een bepaald bericht kan een bepaald moreel

principe of een sociaal voorschrift over hoe men zich dient te gedragen verborgen liggen. Responsibility frame: Dit frame presenteert een kwestie of probleem op een zodanige manier dat de verantwoordelijkheid van de oorzaak of de oplossing van de kwestie of het probleem toegeschreven kan worden aan een individu, een bepaalde groep of aan de overheid.

Semetko & Valkenburg (2006) onderzochten met behulp van deze vijf algemene

nieuwsframes, het framegebruik in politieke nieuwsberichten op de televisie en in de krant rondom de Amsterdamse bijeenkomst van de Europese staatshoofden in 1997. Ze stelden dat er sprake was van een significant verschil tussen framegebruik van sensatiegevoelige en serieuzere berichtgeving. Met behulp van de nieuwsframes van Semetko & Valkenburg (2006) zijn er meerdere onderzoeken uitgevoerd naar framing in de media. Echter merendeel van deze onderzoeken zijn gericht op politieke communicatie (De Vreese, Peter & Semetko, 2001; Dirikx & Gelders, 2010; De Vreese, Boomgaarden & Semetko, 2010). Deze studie richt zich op framing binnen een organisationele crisis en levert daarmee een bijdrage in het

(9)

8 De crisis die in dit artikel centraal staat, was van invloed op vele verschillende uiteenlopende partijen in de maatschappij, zoals organisaties, consumenten en instanties. Ook andere landen binnen de Europese Unie werden tijdens de crisis in de media betrokken. De verwachting is daarom dat de crisis in de media vanuit verschillende algemene nieuwsframes belicht is en dat daarom alle vijf de frames van Semetko & Valkenburg (2006) zullen voorkomen.

Type medium heeft invloed op type frame

Doordat traditionele en nieuwe media zo verschillend zijn, is het zeer aannemelijk dat er ook verschillen zijn in het gebruik van type frames. De vraag is of frames die ingezet worden door de traditionele nieuwsmedia, overgenomen worden door nieuwe media of dat deze frames door het algemene publiek gepersonaliseerd worden.

Uit eerder onderzoek dat is uitgevoerd aan de hand van een cross nationale inhoudsanalyse tijdens de 2009 Europese parlementaire verkiezingen, is gebleken dat het type medium, het land en het tijdstip van invloed zijn op het type frame dat door de media ingezet worden, (Schuck, Vliegenthart, Boomgaarden, Elenbaas, Azrout, van Spanje & de Vreese, 2013). Een tekortkoming aan het onderzoek van Schuck et al. (2013) is dat er slechts traditionele

mediakanalen zijn opgenomen in de dataset.

Er is tot op heden in het onderzoek domein van Corporate Communicatie weinig onderzoek uitgevoerd naar het verschil in gebruik van typen frames in traditionele én nieuwe media. Dit onderzoek gaat deze kloof in de huidige literatuur opvullen, door ook nieuwe mediakanalen op te nemen in de dataset om uiteindelijk een onderscheid te kunnen maken in framegebruik door oude én nieuwe media.

(10)

9

Methode

Om inzichten te genereren in het gebruik van semantische nieuwsframes door oude en nieuwe media tijdens een organisationele crisis, is er een kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd.

Steekproef

De crisis die in dit onderzoek centraal staat, is een crisis in de voedselindustrie die zich afspeelde vanaf januari tot en met juli 2013 in vele landen binnen Europa. Oorzaak van de voedselcrisis was de waarneming van paardenvlees dat als rundvlees op het etiket verkocht werd. Om te bepalen welke nieuwsframes door oude en nieuwe media tijdens de

berichtgeving over deze organisationele crisis werden ingezet, zijn er krantenartikelen en online lezersreacties geselecteerd.

De geselecteerde krantenartikelen zijn afkomstig uit 24 uiteenlopende landelijke en regionale kranten zoals de NRC, Telegraaf en het Limburgs Dagblad. Deze zijn verkregen door middel van het zoeken op de term “paardenvlees” in de LexisNexis database. Om er zeker van te zijn dat alle maanden in de steekproef voor zouden komen, is er voor gekozen om de 342

gevonden nieuwsartikelen systematisch om het even artikel te selecteren. Uiteindelijk

maakten 171 nieuwsartikelen, waarin de crisis centraal stond, deel uit van de dataset (n=171).

Wat betreft de nieuwe media, is dit onderzoek gericht op reacties van lezers van online krantenartikelen waarin het voedselschandaal centraal stond. Ook de lezersreacties zijn verzameld aan de hand van de zoekterm ‘paardenvlees’, in dit geval op de nieuwswebsite www.nu.nl. Hiervoor is gekozen, omdat www.nu.nl een duidelijk voorbeeld is van een veelgebruikt nieuw mediakanaal. Een medium waarbij de vroegere consumenten vandaag de dag tevens de rol van producent in kunnen nemen. In de periode van januari tot en met juli 2013 verschenen er op de website in totaal 65 persberichten en 6674 lezersreacties over het paardenvleesschandaal. Ook tijdens de selectie van de lezersberichten is systematisch

(11)

10 gecodeerd. Telkens werd om het 38e bericht geselecteerd, waardoor uiteindelijk 178 berichten

deel uitmaakten van de dataset (n=178). Doordat er frames geanalyseerd zouden worden, werden reacties bestaande uit één zin of minder niet meegenomen. In dat geval werd niet het 38e bericht, maar het eerstvolgende bericht langer dan één zin opgenomen. Zowel voor de

selectie van krantenberichten als lezersreacties, is gekozen om berichtgeving gedurende het hele tijdbestek van de crisis op te nemen, om er zeker van te zijn dat mogelijke veranderingen in de nieuwsframes over tijd deel uitmaken van de steekproef.

Operationalisatie

De onafhankelijke variabelen in dit onderzoek zijn oude en nieuwe media welke dichotoom 1(=Traditionele media) en 2(=Nieuwe media) gecodeerd werden. De afhankelijke variabelen zijn de algemene nieuwsframes die uit de resultaten van oude en nieuwe media naar voren komen.

Procedure

Het meetinstrument voor dit onderzoek is het vooropgestelde codeboek, dat terug te vinden is in bijlage I. Het codeboek bestaat in totaal uit 30 items. Er zijn 21 items met betrekking tot het type frame die over elke artikel of lezersreactie dichotoom gecodeerd zijn 0(=Nee) en 1(=Ja). Naast het coderen van de items, bestond het codeboek uit negen vragen waarbij vormkenmerken als verschijningsdatum en soort bericht gecodeerd werden.

De betrouwbaarheid van dit meetinstrument is gemeten aan de hand van een

intercodeursbetrouwbaarheidstest. In SPSS is een random- sample van 10 % (N=45)

getrokken uit de data-set, die door een tweede codeur nogmaals gecodeerd is. Over elk item is met een betrouwbaarheidstest, de Krippendorf’s Alpha berekend om na te gaan in hoeverre het coderen tussen de twee codeurs in overeenstemming is. De laagste Alpha was 0.63 en de

(12)

11 hoogte bleek 1.00. Er kan gesteld worden dat de intercodeursbetrouwbaarheid redelijk tot goed is. De volledige tabel met de Krippendorf’s Alpha per item is te vinden in bijlage II.

Resultaten

Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is er een kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd. Voor krantenberichten en lezersreacties apart, is er een Principale Componenten Factoranalyse uitgevoerd. Door middel van deze analyse is nagegaan op welke manier de 21 elementen in oude en nieuwe media constructen vormen om de verschillende frames, op basis van het onderwerp dat daarin centraal staat, te identificeren. Op deze manier kan er een vergelijking worden gemaakt tussen het framegebruik in oude en nieuwe media.

Frames van traditionele media

Voordat de factoranalyse voor traditionele media is uitgevoerd, is per element nagegaan of deze minder dan vijf keer voorkwam in de gecodeerde data. Dit bleek het geval voor het winnaar- verliezer element en het crisisgevolgenelement. Deze zijn daarom weggelaten tijdens de factoranalyse. Uit de factoranalyse van krantenberichten blijkt dan dat de verschillende 19 elementen, zes componenten vertegenwoordigen (N=171) met elk een eigenwaarde groter dan 1 (zie tabel 1). Het zesde component “ bijvoeglijke naamwoorden “ wordt niet als frame aangenomen. Dit omdat enkel het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in een krantenartikel, geen verdere inzichten geeft in de aspecten waarop in de

crisiscommunicatie de nadruk gelegd wordt. Er zijn daarom in totaal vijf componenten die ieder op zichzelf als een van de traditionele media frames geïnterpreteerd kunnen worden. Deze vijf componenten verklaren samen 60,12 % van de variantie. Nadat duidelijk werd op basis van welke elementen de frames opgebouwd zijn, zijn de artikelen hercodeerd om het bestaan en gebruik van de verschillende frames vast te stellen. De frames zijn op basis van het volledige gebruik van de behorende elementen dichotoom gecodeerd 0(=Nee) en 1(=Ja).Van

(13)

12 elk frame is vervolgens nagegaan met welke frequentie deze in de krantenberichten

voorkwamen (zie tabel 2).

Frame 1 2 3 4 5 6 Ethisch-verantwoordelijkheidsframe Onenigheid Wenselijk gedrag Ethiek Verwijten Individu/organisatie verantwoordelijk 0,800 0,793 0,777 0,762 0,752 Economisch –maatschappelijk gevolgenframe Economische gevolgen Winst/verlies

Effect op individu of groep

0, 820 0,765 0,543

Overheidsframe

Overheid verzacht met omstandigheden Overheid verantwoordelijk 0,579 0,532 Oplossing noodzaakframe Oplossing Actienoodzaak 0,526 0,522 Menselijk frame Menselijk Persoonlijke omstandigheden 0,739 0,714 Bijvoeglijke naamwoorden Bijvoeglijke naamwoorden 0,868 Eigenwaarde 4,970 2,216 1,970 1,269 1,150 1,058 20,993 11,236 10,145 8,955 8,787 6,374

Tabel 1. Rotated componenten matrix krantenartikelen N=171 * Alleen factorladingen >.05 zijn opgenomen in de tabel

(14)

13 Tabel 2. Traditionele mediaframes. N=171

Frame 1: Ethisch- verantwoordelijkheidsframe heeft een eigenwaarde van 4,970 en komt in meer dan de helft van de krantenartikelen voor (53,8 %). Dit frame bespreekt en verklaart de onverenigbaarheid die heerst tussen de betrokken partijen binnen de voedselcrisis. De betrokken organisaties binnen de crisis maakten onderdeel uit van een productieketen,

waarvan een of meerdere schakels onverantwoordelijk handelden. De nadruk binnen dit frame ligt dan op de manier waarop de verschillende organisaties binnen de productieketen

gehandeld hebben en dit wordt gelinkt aan waarom bepaalde organisaties op basis van ethische motieven weleens schuldig zouden kunnen zijn. Dit verklaart de samenhang van de vijf elementen binnen het frame.

Frame 2: Economisch- maatschappelijk gevolgenframe heeft een eigenwaarde van 2,216 en komt in 26,9 % van de krantenartikelen voor. Dit frame weerspiegelt de economische consequenties voor zowel de schuldige als onschuldige organisaties, als de effecten op de individuen en groepen binnen de maatschappij die bij de crisis betrokken zijn. Ten eerste leverden de ondernomen acties die de crisis veroorzaakt hebben, winst of verlies op voor de betrokken organisaties. Zo werd erg vaak beschreven hoe de verkoop van paardenvlees steeg en de verkoop van rundvlees daalde. Ook wordt besproken dat vleesfabrikanten enorm veel winst boekten, door het goedkope paardenvlees als rundvlees te verkopen. Deze economische

Frame Aantal Aantal in

%

Ethisch- verantwoordelijkheidsframe 92 53,8

Overheidsframe 90 52,6

Menselijk frame 76 44,4

Oplossing noodzaakframe 67 39,2

(15)

14 gevolgen worden binnen het frame in relatie gebracht met de (ongewenste) consequenties voor de maatschappij. Een voorbeeld hiervan is dat consumenten die de Euroshopper Lasagne van Albert Heijn gekocht hadden, deze moesten terugbrengen. Een ander voorbeeld is dat de schrijver de consument moest geruststellen, met het feit dat hoewel er paardenvlees genuttigd is, het paardenvlees niet schadelijk kan zijn geweest voor de gezondheid van de consument. Dit frame benadrukt op basis van de drie elementen, dat de crisis zowel van invloed is geweest op de betrokken organisaties, als op de sociale maatschappij.

Frame 3: Overheidsframe heeft een eigenwaarde van 1,970 en komt in 52.6% van de

krantenartikelen voor. Besproken wordt dat de overheid verzachtende omstandigheden creëert omdat, zij in een bepaalde mate (mede) verantwoordelijk zijn voor de crisis en het verloop ervan. Hierdoor maken de twee elementen deel uit van het frame. Europese regelgeving betreffende voedselveiligheid wordt binnen dit frame aan de kaak gesteld en de lezer wordt geïnformeerd over de bijeenkomsten, controles en voedselinspecties die de overheid en haar instanties gaan uitvoeren om op deze manier, soortgelijke situaties in de toekomst uit de weg te gaan en de huidige crisis te doen verhelpen. Traditionele media schrijven de overheid binnen dit frame slechts indirect de verantwoordelijkheid toe, doordat ze aangeven dat de overheid met oplossingen komt en moet komen. Dit verklaart waarom het overheid -verzachtelement hoger scoort dan het overheid- verantwoordelijkheidselement.

Frame 4: Oplossing noodzaakframe heeft een eigenwaarde van 1,269 en komt in 39,2% van de krantenartikelen voor. De schrijver van een artikel binnen dit frame, bespreekt oplossingen om de crisis te doen verhelpen en benadrukt hierbij de urgentie van actie. De actienoodzaak wordt in relatie gebracht met de oplossing, om de lezer over de gesuggereerde oplossingen te doen nadenken. Voornamelijk oplossingen zoals betere controles en strafverhoging door de voedselautoriteiten worden in krantenartikelen binnen dit frame aangekaart.

(16)

15 krantenberichten voor. Dit frame plaatst de crisis in een humane context. Bepaalde personen worden tijdens het artikel in verband gebracht met de crisis en persoonlijke omstandigheden van de betreffende persoon komen aan bod om de crisis vanuit een menselijk perspectief te doen belichten. Welk persoon centraal staat in het krantenartikel, is zeer uiteenlopend van slager, tot politici of directeur. Zo refereert het ene artikel naar een strafzaak van een

vleesfabrikant, terwijl in een ander artikel de mening van een slager centraal staat. Belangrijk hierbij te vermelden is dat binnen dit frame de crisis verbonden wordt aan bepaalde personen, echter, de daadwerkelijke impact en effecten van de crisis op de personen maken geen

onderdeel uit van dit frame.

Public frames

Ook voorafgaande aan de factoranalyse voor nieuwe media, is per element nagegaan of deze minder dan vijf keer voorkwam in de gecodeerde data. Dit bleek het geval voor het winnaar- verliezer element, het winst/verlies element en het crisisgevolgenelement, welke daarom zijn tijdens de analyse zijn weggelaten. Ook het ‘menselijke’ element is weggelaten. Deze toonde geen variantie, doordat elke lezersreactie in de data hier op scoorde. Uit de factoranalyse van lezersreacties blijkt dat de 17 verschillende elementen, zeven componenten

vertegenwoordigen (N=178) met elk een eigenwaarde groter dan 1 (zie tabel 3). Deze zeven componenten kunnen elk geïnterpreteerd worden als een van de nieuwe media frames, welke samen 67,2 % van de variantie verklaren. Nadat duidelijk werd op basis van welke elementen de frames opgebouwd zijn, zijn de lezersreacties hercodeerd om het bestaan en gebruik van de verschillende frames vast te stellen. De frames zijn op basis van het volledige gebruik van de behorende elementen dichotoom gecodeerd 0(=Nee) en 1(=Ja).Van elk frame is vervolgens nagegaan met welke frequentie deze in de lezersreacties voorkwamen (zie tabel 4).

(17)

16 Frame 1 2 3 4 5 6 7 Ethisch conflictframe Onenigheid Verwijten Ethiek Wenselijk gedrag 0,793 0,748 0,736 0,733 Moraal oplossingenframe Oplossing Actienoodzaak Moraal boodschap 0,847 0,733 0,604 Overheidsframe Overheid verantwoordelijk Overheid verzacht omstandigheden

0,868 0,819

Oorzaak en gevolgenframe Kosten

Economische gevolgen Effect op individu of groep

0,689 0,666 0,629

Benoemingsframe Bijvoeglijke naamwoorden

Individu/ organisatie verantwoordelijk

0,753 0,654 Persoonlijk religieframe Religie Persoonlijke omstandigheden 0,669 0,667 Meerzijdig aanleidingframe Meerzijdig 0,901 Eigenwaarde 3,645 1,700 1,523 1,316 1,120 1,094 1,030 15,391 11,019 10,429 8,685 8,514 6,855 6,328

Tabel 3. Rotated componenten matrix lezersreacties N= 178 * Alleen factorladingen >.05 zijn opgenomen in de tabel

(18)

17 Tabel 4. Nieuwe mediaframes. N= 178

Frame 1: Ethisch conflictframe heeft een eigenwaarde van 3,645 en komt in maar liefst 61, 2% van de lezersreacties voor. De lezersreacties binnen dit frame representeren negatieve oordelen over de bedrijvigheid in de Europese voedselindustrie, voornamelijk gericht op de organisaties die deel uitmaakten van de productieketen die deze crisis heeft doen veroorzaken. Behalve de kritiek die gegeven wordt over de voedselindustrie, wordt ook de gehele algemene beschaving bekritiseerd. Dit alles wordt binnen dit frame vanuit ethisch oogpunt beredeneerd. Dit is de reden dat de vier elementen samen het Ethisch conflictframe vormen. In een deel van de lezersreacties staan organisaties centraal, in andere lezersreacties staan juist journalisten, groepen mensen of individuen centraal.

Frame 2: Moraal oplossingenframe heeft een eigenwaarde van 1,700 en komt in 9% van de lezersreacties voor. Dit frame stelt dat er actie ondernomen moet worden om de crisis te verhelpen. Binnen dit frame wordt de oplossing onderbouwd, door de oplossing te relateren aan de actienoodzaak en morele motieven. Zo worden er controles en boetes gesuggereerd en wordt er gesteld dat het voedsel niet vernietigd moet worden, maar in plaats daarvan naar

Frame Aantal Aantal

in % Ethisch conflictframe 109 61,2 Overheidsframe 17 9,6 Moraal oplossingenframe 16 9,0 Benoemingsframe 16 9,0 Meerzijdig aanleidingframe 8 4,5 Persoonlijk religieframe 6 3,4 Oorzaak en gevolgenframe 3 1,7

(19)

18 Syrië moet worden gestuurd. De focus ligt binnen dit frame niet op wat er in het verleden fout is gegaan, maar bespreekt hoe er op morele wijze gehandeld dient te worden om gemaakte fouten recht te zetten.

Frame 3: Overheidsframe heeft een eigenwaarde van 1,523 en komt in 9,6 % van de

lezersreacties voor. Net als het overheidsframe binnen traditionele media, bestaat dit frame uit het overheid- verantwoordelijkheid element en het overheid-verzachtelement. Verschil is dat in dit geval het verantwoordelijkheidselement hoger scoort dan het overheid verzachtelement. De overheid wordt binnen dit frame in een negatief daglicht gesteld, door anderen ervan te overtuigen dat de overheid verantwoordelijk is voor de crisis en daarbij niet in staat is om de juiste verzachtende omstandigheden te creëren, of deze in ieder geval niet creëert. Dit frame presenteert de crisis op een zodanige manier, dat de oorzaak van de crisis voor een deel toegeschreven kan worden aan de overheid. Binnen dit frame beweren lezers, dat de overheid zich niet bewust is van wat zich binnen de voedselindustrie afspeelt of zich hierin niet willen verdiepen. Hierdoor is de overheid niet in staat om juiste oplossingen te creëren en blijft de consument wantrouwend tegenover de voedselindustrie én de overheid.

Frame 4: Oorzaak en gevolgenframe heeft een eigenwaarde van 1,316 en komt slechts in 1,7 % van de lezersreacties voor. Dit frame behandelt de crisis op basis van oorzaak en gevolg, aan de hand van kosten en de daar uit voortkomende effecten. Lezers stellen dat de

inkoopkosten van paardenvlees voor organisaties lager zijn geweest dan de kosten van rundvlees. De producent heeft er daarom voor gekozen om paardenvlees als rundvlees op het etiket te verkopen. Hierdoor is de goedgelovige consument dupe geworden van de illegale voedselindustrie en heeft het vertrouwen hierin verloren.

Frame 5: Benoemingsframe heeft een eigenwaarde van 1,120 en komt in 9 % van de lezersreacties voor. Dit frame presenteert de crisis op een zodanige manier, dat de

(20)

19 individu of organisatie. Bijvoeglijke naamwoorden worden daarbij ingezet, om gevoelens als frustratie, achterdocht en twijfel te benadrukken en om de ander ervan te overtuigen dat de benoemde organisatie/ het individu verantwoordelijk is. In merendeel van de lezersreacties binnen dit frame, worden vleeshandelaren en vleesfabrikanten terecht gesteld om ze

vervolgens te omschrijven als “oplichters” en “criminelen”. Van een sterke onderbouwing of argumentatie is in de meeste van de lezersreacties binnen dit frame geen sprake, er wordt slechts benoemd.

Frame 6: Persoonlijk religieframe heeft een eigenwaarde van 1,094 en komt in 3,4% van de lezersreacties voor. Dit frame plaatst de crisis in context van religieuze principes, waarvoor persoonlijke thuissituaties en ervaringen worden aangehaald. Dit frame expliceert dat de crisis, voor geen enkele bevolkingsgroep op basis van religie grote gevolgen teweeg heeft gebracht. Voornamelijk de Islam wordt binnen dit frame in relatie gebracht met het feit dat paardenvlees als rundvlees werd verkocht.

Frame 7: Meerzijdig aanleidingframe heeft een eigenwaarde van 1,030 en komt in 4,5 % van de lezersreacties voor. Wanneer dit frame zich voordoet, wordt de aanleiding van de crisis vanuit verschillende invalshoeken gepresenteerd en belicht. Zo stellen een aantal lezers, dat het belachelijk is dat een crisis als deze zich in Nederland voordoet. Anderzijds stelt dezelfde lezer, dat de consument de crisis aan zichzelf te danken zou hebben. Producten moeten zo goedkoop mogelijk in de schappen liggen, waardoor fabrikanten genoodzaakt zijn om met hun vlees te sjoemelen. Ook stellen een aantal lezers, dat de consument wil dat de overheid op haar inspectie- activiteiten bezuinigt, waardoor logischerwijs consequenties als deze optreden.

Type medium en type frame

Uit de factoranalyses is gebleken dat er wel degelijk sprake is van discrepantie in framegebruik tussen oude en nieuwe media. De samenstelling van de frames die ingezet worden in krantenberichten, verschillen in hoge mate van de samenstelling van de frames die

(21)

20 ingezet worden in online lezersreacties. Er is slechts een overeenkomstig nieuwsframe

geïdentificeerd, namelijk het Overheidsframe dat zowel in krantenberichten als in online lezersreacties gehanteerd wordt. Desondanks is er binnen dit overeenkomstige

Overheidsframe nog steeds sprake van discrepantie. In het geval van online lezersreacties, scoort het overheid-verantwoordelijkheidselement hoger dan het overheid-verzachtelement. Dit geldt andersom voor traditionele media. Nieuwe media schrijven de overheid direct een bepaalde mate van verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de crisis toe, terwijl

traditionele media de verantwoordelijkheid van de overheid op een impliciete manier in hun berichtgeving duidelijk maken. Traditionele media focussen zich binnen het Overheidsframe op de verzachtende omstandigheden die de overheid creëert, waardoor de overheid in hun berichtgeving in een minder negatief daglicht gesteld wordt. Door aan te geven dat de overheid verzachtende omstandigheden creëert, geven traditionele media slechts indirect aan dat de overheid (mede) verantwoordelijk is voor het verloop van de crisis.

Verder zijn er tijdens deze studie vier unieke traditionele nieuwsframes geïdentificeerd en zes unieke publieke nieuwsframes (zie tabel 1 en tabel 3). Er zijn nog een aantal opvallende resultaten uit de kwantitatieve inhoudsanalyse naar voren gekomen. Ten eerste blijkt uit de resultaten dat traditionele media in hogere mate nieuwsframes combineren tijdens de berichtgeving over een organisationele crisis, ten opzichte van nieuwe media (zie tabel 2 en tabel 4).

Een tweede opmerkelijke bevinding is dat het algemene publiek veel explicieter stelt, welke organisatie binnen de crisis als verantwoordelijk kan worden gehouden. Een sterk

onderbouwde argumentatie ontbreekt daarbij in vele gevallen (Benoemingsframe).

Traditionele media daarentegen, suggereren alleen en doen dit bovendien aan de hand van een uitgebreide ethische en informatieve onderbouwing (Ethisch- verantwoordelijkheidsframe). Dit sluit aan bij de bevindingen die hierboven besproken zijn, met betrekking tot de diepere

(22)

21 analyse van het Overheidsframe. Er kan gesteld worden dat traditionele media voorzichtiger en genuanceerder communiceren wat betreft de verantwoordelijkheden binnen de

organisationele crisis.

Als laatste is opmerkelijk dat er binnen nieuwe media het oorzaak-gevolgframe en het meerzijdig aanleidingframe geïdentificeerd zijn, terwijl er geen soortgelijk nieuwsframe binnen traditionele media geïdentificeerd is. Oorzaken en aanleidingen worden onder andere in krantenartikelen besproken binnen het Ethisch- verantwoordelijkheidsframe, maar deze onderwerpen staan hierin niet per se centraal. Een verklaring voor de identificatie van de twee frames binnen nieuwe media zou kunnen zijn, dat het algemene publiek van meer informatie voorzien had willen worden, met betrekking tot de oorzaken en aanleiding van de crisis. Deze onderwerpen worden daardoor in het algemene publiekelijke debat bespreekbaar gemaakt.

Discussie

Doel van deze studie was inzichten te genereren in het gebruik van algemene nieuwsframes in de communicatie rondom een organisationele crisis door traditionele en nieuwe media.

Er blijkt sprake te zijn van discrepantie in het gebruik van nieuwsframes in de

crisiscommunicatie van traditionele en nieuwe media. Er is met het Overheidsframe slechts een overeenkomstig nieuwsframe geïdentificeerd, tegenover vier unieke traditionele

nieuwsframes en zes unieke publieke nieuwsframes. Voor traditionele media zijn de volgende unieke frames vastgesteld; Ethisch- verantwoordelijkheidsframe, Menselijk frame, Oplossing noodzaakframe en Economisch- maatschappelijk gevolgenframe. Voor nieuwe media zijn de volgende unieke frames samengesteld; Ethisch conflictframe, Moraal oplossingenframe, Benoemingsframe, Meerzijdig aanleidingframe, Persoonlijk religieframe en Oorzaak en gevolgenframe.

(23)

22 Op basis hiervan kan gesteld worden dat de frames die traditionele media gedurende een organisationele crisis inzetten, gepersonaliseerd worden door het algemene publiek dat zich op de nieuwe media bevindt. Mensen binnen het algemene publiek communiceren op basis van eigen waarden en verwachtingen en kiezen daarom hun eigen frames. Vandaag de dag is er ten tijde van een organisationele crisis sprake van public framing.

Uit dit onderzoek is gebleken dat de vijf algemene nieuwsframes van Semetko & Valkenburg (2006) die in eerder onderzoek naar politieke communicatie vaak geïdentificeerd zijn, niet toepasbaar zijn op crisiscommunicatie. Dat de frames niet gevonden zouden worden in de nieuwe media, omdat de frames van Semetko & Valkenburg (2006) vooralsnog alleen in traditionele media onderzocht zijn, was enigszins te voorzien geweest. Echter geen enkel frame van Semetko & Valkenburg (2006), is tijdens deze studie in traditionele of nieuwe media geïdentificeerd. Politieke nieuwsberichten zullen in dergelijke mate verschillen van crisis nieuwsberichten, dat deze algemene nieuwsframes niet overeenkomen.

Verder is dus uit dit onderzoek gebleken, dat het algemene publiek gebruik maakt van eigen unieke frames. Deze conclusie is niet in overeenstemming met de aanname van Coombs (2007). Coombs (2007) stelt namelijk dat de frames die door de traditionele nieuwsmedia ingezet worden, de frames zijn die de meeste belanghebbenden rondom een crisis ervaren en aannemen. Deze theorie moet op basis van de inzichten in public framing, in twijfel getrokken worden. Het sluit aan bij de aanname van Merilainen& Vos (2013) en Uscinski (2009), die stellen dat er wel degelijk zoiets bestaat als public framing.

Dit onderzoek sluit ook aan bij de bevindingen van Schuck et al. (2013), die stellen dat het type medium een invloed heeft op het type nieuwsframe dat ingezet wordt. Hoewel de

bevindingen in deze studie, niet statistisch onderbouwd zijn, bieden de resultaten wel degelijk ondersteuning voor de conclusies van Schuck et al. (2013), vooral omdat in deze studie ook nieuwe mediaberichten zijn opgenomen.

(24)

23 Dit laatste is een methodologische implicatie. Tijdens deze studie is er namelijk voor gekozen om de traditionele en publieke nieuwsframes, die uit de factoranalyses zijn opgemaakt, op een interpretatieve wijze nader te onderzoeken. Op deze manier zijn er inzichten gegenereerd wat betreft de discrepantie tussen de nieuwsframes van traditionele en nieuwe media. In plaats hiervan had er ook gekozen kunnen worden voor een factoranalyse, gevolgd door een aantal statistische analyses. Op deze manier zou de focus liggen op de overeenkomstige frames en zouden er significante resultaten achterhaald worden, wat betreft de relatie van type medium op type frame.

Toch zijn de conclusies uit dit onderzoek waardevol op wetenschappelijk gebied en hebben ze daarnaast een maatschappelijke relevantie.

Nu bevestigd is dat er wel degelijk sprake blijkt te zijn van public framing gedurende een organisationele crisis, kunnen er vraagtekens gezet worden bij de invloed van de traditionele media. Vandaag de dag is het voor een ieder mogelijk, de rol van online journalist in te nemen en daarmee een bepaalde realiteit aan de ander te promoten. Dit gebeurt dan ook, door middel van het gebruik van gepersonaliseerde publieke frames. Er kan anno 2014 niet meer

aangenomen worden, dat de frames die traditionele media communiceren, overgenomen worden door het algemene publiek. Het zou heel goed kunnen zijn dat de traditionele

mediamacht wat betreft de vorming van de publieke opinie, langzaam aan het verdwijnen is. Voor organisaties die zich in een crisis bevinden betekent dit, dat zij zich naast traditionele media, nu ook moeten focussen op de wijze waarop het algemene publiek de crisis framed op de nieuwe online mediakanalen. Zo kunnen zij hier vervolgens met hun crisisstrategie op in haken en draagvlak creëren binnen de maatschappij. Dit zal er uiteindelijk toe leiden, dat de reputatieschade van de organisatie tijdens een crisis zo beperkt mogelijk zal blijven.

Reflecterend op de studie, kunnen er een aantal kanttekeningen worden geplaatst. Ten eerste is het gebruik van frames tussen krantenberichten en online lezersreacties vergeleken. Over

(25)

24 het algemeen ligt het gemiddelde aantal woorden in een krantenbericht een stuk hoger, dan het gemiddelde aantal woorden in een lezersreactie. Dit kan van invloed zijn geweest op het gebruik van type frames. Bovendien is het dan ook vrij logisch dat uit de resultaten is gebleken, dat er in krantenberichten meerdere frames in combinatie ingezet worden.

Een tweede tekortkoming wat betreft dit onderzoek, is dat er slechts één organisationele crisis is geanalyseerd, die zich beperkt tot de voedselindustrie. Uit een onderzoek naar framegebruik in crisiscommunicatie binnen een andere sector, zouden wellicht geheel andere frames

geïdentificeerd worden. Ook zouden meerdere crisissen in een studie onderzocht moeten worden, om zo tot betere inzichten te komen wat betreft het framegebruik rondom een organisationele crisis.

Als laatste, zijn tijdens deze studie slechts krantenartikelen en online lezersreacties

geanalyseerd. Een studie waarin meerdere typen traditionele mediakanalen en meerdere typen nieuwe mediakanalen deel uit zouden maken van de onderzoeksopzet, zouden tot sterkere generaliserende conclusies kunnen leiden.

Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de relatie type medium op type frame, maar dan gebruik te maken van statistische analyses om significante conclusies te kunnen trekken. Verder zou vervolgonderzoek zich kunnen toespitsen op het gebruik van nieuwsframes door traditionele en nieuwe media tijdens de communicatie rondom een organisatieverandering of rondom het CSR beleid van een organisatie. Interessant is dan te na te gaan of er wellicht meerdere overeenkomstige frames ingezet worden of dat er nog steeds sterke discrepantie bestaat in het gebruik van nieuwsframes door oude en nieuwe media.

Verder is het zeer aannemelijk, dat wanneer de invloed van traditionele media op het gebied van framing daadwerkelijk afneemt, dit uiteindelijk gepaard gaat met de invloed wat betreft agendasetting. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het agendasetting proces tussen

(26)

25 traditionele en nieuwe media, om na te gaan in hoeverre traditionele media nog bepalen wat er op de nieuwsagenda van het algemene publiek komt te staan.

De conclusies in dit onderzoek onderstrepen de noodzaak van vervolgonderzoek op het gebied van framing door traditionele en nieuwe media. Het algemene publiek neemt vandaag de dag zelf de rol van journalist in en promoot door de inzet van publieke frames op nieuwe media, een bepaalde realiteit aan de ander. Is met de komst van public framing, het einde van de traditionele mediamacht daadwerkelijk in zicht?

Literatuur

Benoit, W.L. (1997). Image repair discourse and crisis communication. Public Relations Review, 23(2), 177-186.

Carroll, C.E., & McCombs, M. (2003). Agenda-setting effects of business news on the public’s images and opinions about major corporations. Corporate Reputation Review, 6(1), 36-46.

Coombs, T. (2007). Protecting organization reputations during a crisis: The development and application of situational crisis communication theory. Corporate Reputation Review, 10(3), 163-176.

Cornelissen, J. (2011). Corporate Communication: A Guide to Theory and Practice. Sage: London.

De Vreese, C.,& peter, J., Semetko, H. (2001). Framing politics at the launch of the Euro: A Cross-national comparative study of frames in the news. Political Communication, 18(2), 107-122.

De Vreese, C., Boomgaarden, H., & Semetko, H. (2010). (In)direct Framing Effects: The effects of news media framing on public support for turkish membership of the european union. Communication Research, 38(2), 179-205.

(27)

26 Dirikx, A., & Gelders, D. (2010). To frame is to explain: A deductive frame- analysis of

Dutch and French climate change coverage during the annual UN conferences of the parties. Public Understanding of Science, 19(6), 732-742.

Entman, R.M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication, 43(4), 51-58.

Entman, R.M. (2007). Framing bias: Media in the distribution of power. Journal of Communication, 57(1), 163-173.

Hallahan, K. (1999). Seven models of framing: implications for public relations. Journal of public relations research, 11(3), 205-242.

Larcinese, V., Puglisis, S., & Snyder, J. (2011). Partisan bias in economic news: Evidence on the agenda-setting behavior of U.S. newspapers. Journal of public economics, 95(9), 1178-1189.

Macnamara, J. (2010). ‘Emergent’ media and public communication: understanding the changing mediascape. Public Communication Review, 1(2), 3‐17.

Merilainen, N. & Vos, M. (2013). Framing issues in the public debate: the case of human rights. Corporate Communications an International Journal, 18(1), 119-134. Neuman, W.R, Just, M.R., & Crigler, A.N. (1992). Common knowledge. Chicago:

University of Chicago press.

Orlikowski, W.J. (2000).Using technology and constituting structures: A practice lens for studying technology in organizations. Organization Science, 11(4), 404–428.

Schuck, A., Vliegenthart, R., Boomgaarden, H., Elenbaas, M., Azrout, R., van Spanje, J & de Vreese, H. (2013). Explaining campagin news coverage: How medium, time and context explain variation in the media framing of the 2009 european parliamentary elections. Journal of Political Marketing, 12(1), 8-28.

(28)

27 Schultz, F., Kleinnijenhuis, J., Oegema, D., Utz, S., & Van Atteveldt, W. (2012). Strategic

framing in the BP crisis: A semantic network analysis of associative frames. Public Relations Review, 38(1), 97–107.

Semetko, H. A. & Valkenburg, P. M. (2000). Framing European politics: A content analysis of press and television news. Journal of Communication, 50(2), 93-109.

Uscinski, J. (2009), “When does the public’s issue agenda affect the media’s issue agenda (andvice-versa)? Developing a framework for media-public influence”, Social Science Quarterly, 90(4), 796-815.

Van der Meer, T. & Verhoeven, P. (2013). Public framing organizational crisis situations: social media versus new media. Elsevier, 39 (1), 229-231.

Vliegenthart, R., & Walgrave, S. (2008). The contingency of intermedia agenda- setting: A longitudinal study in Belgium. Journalism and Mass Communication Quaterly, 85(4): 860-877.

Vliegenthart, R.,& van Zoonen, L. (2011). Power to the frame: Bringing sociology back to frame analysis. European Journal of Communication, 26(2), 101-115.

(29)

28

Bijlage I

Codeboek 1. Naam codeur: 2. Berichtnummer: 3. Verschijningsdatum bericht: 4. Grootte bericht:

1=Kort artikel of bericht ( < 100 woorden) 2=Middelgroot artikel ( <250 woorden) 3=Groot artikel (> 250 woorden) 5. Bericht uit:

1= Krant

2= Reactie nu.nl

6. Indien krant, welke krant: 7. Over welk land gaat het bericht:

1=Groot Brittannië 2=Zweden 3=Nederland 4=Roemenië 5=Frankrijk 6= Heel Europa

8. Geef aan welk soort actor (subject) voornamelijk centraal staat in het betreffende bericht. Actoren zijn alle personen die in het bericht benoemd, beschreven, geparafraseerd of gequoteerd worden:

(30)

29 2= Overheid 3= Voedsel autoriteiten 4= Klant 5= Europa 6= de Media 7= Tsjechië

9. Toon van uitspraak van/over deze eerste actor. Indien er geen uitspraak wordt gedaan of indien onduidelijk wat de toon van uitspraak is kies NVT

1= Positief 2= Negatief 3=Neutraal 4=NVT

Het Conflictframe

10. Het bericht geeft onenigheid tussen partijen/individuen/groepen/landen weer 0=Nee/1=Ja

11. De partijen/individuen/groepen/landen in het artikel verwijten elkaar 0=Nee/1=Ja

12. Het bericht geeft meerdere kanten van eenzelfde probleem/onderwerp weer 0=Nee/1=Ja

13. Het bericht spreekt over winnaars en verliezers 0=Nee/1=Ja

Het Human-Interest frame

14. Het bericht geeft voorbeelden over het onderwerp waarbij het onderwerp menselijk wordt gemaakt. Het bij of een ‘menselijk gezicht’ aan het onderwerp

(31)

30 0=Nee/1=Ja

15. Het bericht maakt gebruik van bijvoeglijke naamwoorden of persoonlijke kenschetsen die betrekking hebben op belediging, empathie, sympathie of medelijden

0=Nee/1=Ja

16. Het bericht legt nadruk op hoe het probleem/onderwerp effect heeft op individuen of groepen

0=Nee/1=Ja

17. Het bericht gaat in op het privé-leven of de persoonlijke omstandigheden van de actoren

0=Nee/1=Ja

Het Economische-gevolgenframe

18. Het bericht refereert naar financiële winst of verlies, op dit moment of in de toekomst 0=Nee/1=Ja

19. Wordt de hoogte van de kosten of de investeringen genoemd in het bericht 0=Nee/1=Ja

20. Worden de economische gevolgen van het wel of niet uitvoeren van een bepaalde actie genoemd

0=Nee/1=Ja

21. Worden de gevolgen van de economische crisis behandeld 0=Nee/1=Ja

Het Moraliteitsframe

22. Het bericht bevat een boodschap met een moraal 0=Nee/1=Ja

(32)

31 23. Het bericht refereert aan moraliteit, God, of andere religieuze grondstellingen

0=Nee/1=Ja

24. Het bericht biedt sociale voorschriften over gewenst gedrag 0=Nee/1=Ja

25. Het bericht bevat een ethisch vraagstuk 0=Nee/1=Ja

Het Verantwoordelijkheidsframe

26. Suggereert het bericht dat de overheid , op wat voor niveau ook, de mogelijkheid heeft het probleem te verzachten

0=Nee/1=Ja

27. Suggereert het bericht dat de overheid, op wat voor niveau ook, verantwoordelijk is voor het probleem

0=Nee/1=Ja

28. Het bericht behandelt mogelijke oplossingen voor het probleem/onderwerp 0=Nee/1=Ja

29. Het bericht suggereert dat een individu of een organisatie (of een groep mensen in de samenleving) verantwoordelijk is voor het probleem/onderwerp

0=Nee/1=Ja

30. Het bericht veronderstelt dat het probleem dringend om actie vraagt 0=Nee/1=Ja

(33)

32

Bijlage II

Frame Frequentie Krippendorf’s Alpha

Conflictframe Item 1 Item 2 Item 3 Item 4 45 45 45 45 0.74 0.64 0.74 1.00 Human- Interest frame

Item 1 Item 2 Item 3 Item 4 45 45 45 45 0.70 0.75 0.71 0.79 Economische gevolgen frame

Item 1 Item 2 Item 3 Item 4 45 45 45 45 0.74 0.67 0.85 1.00 Moraliteitsframe Item 1 Item 2 Item 3 Item 4 45 45 45 45 0.72 1.00 0.64 0.78 Verantwoordelijkheidsframe Item 1 Item 2 Item 3 Item 4 Item 5 45 45 45 45 45 0.86 0.89 0.70 0.63 0.71 Tabel 5. Resultaten Intercodeursbetrouwbaarheidtoetsen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toen de fotonovela in dit onderzoek (in natuurlijke setting) werd aangeboden, tegelijk met een informatieve brochure over hetzelfde onderwerp, werd de fotonovela minder

tabel 12, motieven en argumenten bij provincie E Ten opzichte van de bestudeerde literatuur zijn vier nieuwe argumenten (zie '*') gevonden, namelijk de toepassing van

Deze beroepsgroepen zullen in de toekomst uitgebreid worden met de andere beroepsgroepen waarvan leden prestaties wensen te leveren in het kader van de verplichte verzekering

Het functioneren van de natuur en natuurlijke processen wordt beïnvloed door lokale handelingen en ondernemen met natuur is afhankelijk van het goed functioneren van ecosystemen en

People are not equally influenced by the different attitudes, but the attitudes are thought to be crucial for a moral society (Aiking and de Boer 2009: 5). The five moral

Verwacht mag worden dat zich in de geplagde proefvlakken weer een karakte- ristieke, soortenrijke vegetatie van natte, kalktijke schraalianden ontwikkelt met soorten

In addition, Pennycook and Rand (2017) found that a single exposure to a fabricated fake news article on Facebook is enough to make people believe the fake story is true.. According

Percentage radiologische onderzoeken bij conservatief behandelde patiënten met heupartrose in de tweede lijn - twintig weken voor tot twintig weken na het eerste