• No results found

Archeologische werfbegeleiding Antwerpen – Italiëlei 76-90

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische werfbegeleiding Antwerpen – Italiëlei 76-90"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Archeologische werfbegeleiding Antwerpen – Italiëlei 76-90

1. Inleiding

Het terrein is gelegen in Antwerpen in de Italiëlei 76-90 (kadaster afdeling 2, sectie B percelen 1377 H2, 1377 L2 en 1366).

In het kader van een nieuwbouwproject met ondergrondse parking adviseerde de stedelijke afdeling archeologie om een archeologisch onderzoek in te passen. De geplande werken omvatten de bouw van twee nieuwbouwappartementen (nrs. 76/78 en 90) en de nieuwbouw van een pand voor openbaar nut op het binnengebied, met hierbij inbegrepen het slopen van drie niet waardevolle panden, de renovatie van het pand nr. 88 en de renovatie van het gelijkvloerse niveau van het pand nr. 84/86 (totale oppervlakte 2565m²).

Een gedeelte van de bestaande bebouwing, met name het Van Celst Instituut en de bijhorende ondergrondse kelders, werd reeds gesloopt door de bouwheer. In de projectzone is een tuin gelegen, horende tot de Begijnhofsite (Begijnhoftuin nr. 14; beschermd monument en landschap). De bouwheer plant de parking deels onder deze beschermde tuin. De verdere uitgraving wordt archeologisch begeleid. Het gaat om de zone onder de tuin en de twee niet onderkelderde zones (in de bestaande toestand) in het binnengebied. Indien bij deze uitgraving archeologische sporen aan het licht komen, worden deze zones volledig archeologisch onderzocht. Onder de percelen langs de kant van de Italiëlei worden de te verwachten restanten van de Spaanse omwalling volledig archeologisch onderzocht.

Het onderzoek werd uitgevoerd door Archaeological Solutions olv Maarten Bracke van 17 tot 18 juni 2010.

(2)

In overleg met de opdrachtgever zou het onderzoek in twee fasen uitgevoerd worden, dit omwille van stabiliteitsproblemen. Fase 1 bestond uit het verdiepen ter hoogte van zone 1 en 2 (cfr. Afb 2) tot een diepte van ca. 1,5 tot 2 m onder het straatniveau. Nadien zouden enkele stabiliteitswerken uitgevoerd worden. Op deze wijze zou op een veilige manier tot de maximale diepte van 7 m uitgegraven en onderzocht kunnen worden en dit in de zones 1 en 2. Tijdens deze fase 2 zou ook zone 3 onderzocht kunnen worden. Deze zone leunt aan tegen de begijnhoftuin. Enkel fase 1 werd uitgevoerd.

Afbeelding 2 Vereenvoudigd plan met aanduiding van de te onderzoeken zones 1, 2 en 3

2. Resultaten fase 1

2.1. Niveau 1 (- 100-120 cm)

Zowel in zone 1 als 2 werden op een eerste niveau kelders aangetroffen die tot kort voor het onderzoek in gebruik waren. De keldervloeren bevinden zich op ca. 100 tot 120 cm onder het straatniveau. In zone 1 werden twee tegen elkaar gelegen kelders aangetroffen. De noordelijke kelder had een tegelvloer bestaande uit rode en grijzigzwarte tegels (12 op 12 cm) geplaatst in een ruitpatroon. Op de wanden werden witte tegels geplaatst met onderaan en halverwege een rij tegels met een blauw en geel versieringspatroon. De zuidelijke kelder werd voorzien van een blauwe beschildering op de wanden. De vloer is opgebouwd uit rode tegels van 12 op 12 cm. In de zuidoostelijke hoek bevond zich een afvoerputje. In zone 2 werden de wanden van de kelder afgecementeerd. De vloer bestaat hier uit grijze vierkante tegels van 15 op 15 cm.

(3)

Afbeelding 3 Zicht op de zuidelijke kelder aangetroffen in zone 1

(4)

2.2. Niveau 2 (- 120-200 cm)

Vlak onder de keldervloeren, op ca. 110 tot 130 cm onder het straatniveau, bevonden zich de funderingen van de Spaanse omwalling. De muur heeft een NNO-ZZW oriëntatie en werd opgebouwd uit rode, gele en rozige bakstenen gevat in een gelige kalkmortel met kalkbrokjes. De bakstenen werden bovenaan geplaatst volgens een staandverband, meer naar onder toe in een wildverband (cfr. Afb 5). De formaten van de bakstenen bedragen 22 x 9 x 5 cm. Tegen de muur zelf werd een dun grijs kleilaagje aangebracht, vermoedelijk om de fundering meer waterbestendig te maken. Langs de westelijke zijde werden steunberen aangebracht die met dezelfde bakstenen werden opgebouwd, geplaatst in een wildverband.

Afbeelding 5 Detailopname van de funderingsmuur met links zicht op het grijzig aangebrachte kleilaagje

In zone 1 kon over de volledige breedte (835 cm) de muur gevolgd worden. De muur had een breedte van 265 cm en liep verder onder de stoeprand door, vermoedelijk tot tegen de Italiëlei (buiten het onderzoeksgebied). Halverwege bevond zich een steunbeer in westelijke richting met een lengte van 430 cm en een breedte van 155 cm.

In zone 2 kon ongeveer hetzelfde vastgesteld worden als zone 1. Door een sterke verstoring in het noordelijke deel van zone 2 kon enkel de helft onderzocht worden. De steunbeer werd ook hier aangetroffen en had een lengte van 410 cm. De breedte kon niet volledig vastgesteld worden maar vermoedelijk bedraagt deze net als de steunbeer in zone 1 155 cm.

(5)
(6)
(7)
(8)
(9)

Afbeelding 10 Autocadplan met aanduiding van zone 1 (rechts) en zone 2 (links) en de aangetroffen muren (gearceerd)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op één bedrijf (20) was er op de betreffende diepte zelfs geen beginbesmetting aangetoond. Nagenoeg in alle behandelingen met aaltjes was de eindbesmetting hoger dan

Het effect van dieet op de systolische (a) en de diastolische bloeddruk (b) voor verschillende niveaus van zoutinname bij een groep patiënten die een controledieet

Bij Duyndam hebben de maatregelen ter preventie van hoog- celgetalkoeien, waaronder het afvoeren van 17 koeien, effect gehad, al wordt de streefwaarde van minder dan 15 % koeien met

Dat er veel leemtes zijn in de kennis over de maatschappelijke vraag naar natuur resultaat van het literatuuronderzoek; Dat de vraag naar natuur veel breder/ gevarieerder is dan

Uitwerking van een voorraad om de ambitie ‘beter gebruik van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid’ bleek niet goed mogelijk door de complexiteit van deze ecosysteemdienst.. Om toch

Op deze bedrijven waar gedurende de teelt aangetaste planten zijn gevonden met drie bedrijven met een vroege en drie bedrijven met een late aantasting zijn de volgende

5.5 Aantal dagen vanaf planten tot 10, 50 en 90% van de totale productie Cultivar Eerste beoordeling Scarlet Nr, 94 – 1012 M 155 – 10 Sussex Katrina Ursula Valda Tara FF 0570 – 1

Boerengeriefhout wordt steeds minder gebruikt; dit houdt in dat knotbomen niet meer worden onderhouden.. Een knotboom die niet wordt onderhouden gaat op