Detailberekening aan een aluminiumstaander
Citation for published version (APA):Braak, L. H. (1984). Detailberekening aan een aluminiumstaander. (DCT rapporten; Vol. 1984.009). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1984
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
DETAILBEREKENING AAN EEN ALUM~NIUMSTAANDER
DR.IR. L.H. BRAAK
WFW 84.009 april 1984
IMHOUD ?.Inleiding 2.Modelvorming 3.Belasting 4.Berekeningen 5.Resultaten FIGUREN A l
-
A3 : Elementverdelingen.B1
-
B3 : Verplaatsingen bij oorspronkelijke constructie.B4 - B9 : Hoogtelijnen van de vergelijkspanning bij oorspronkelijke
constructie.
C1 - C3 : Verplaatsingen na wijziging van de dikte van de verstijvers.
C4
-
C8 : Hoogtelijnen van de vergelijkspanning na wijziging van de diktevan de verstijvers.
Dl : Verplaatsingen; zonder verstijvers,
1. INLEIDING
Bij ALCOA B.V. te Drunen worden plannen ontwikkeld voor de fabricage van geluidwerende schermen die langs auto(sne1)wegen kunnen worden geplaatst. Voor de staanders, waar de schermen tussen gehangen worden, wordt gebruik gemaakt van geëxtrudeerde profielen.
~ ~~ Alvorens ~ rekstrookmetingen uit te gaan voeren aan een staander met grond-
plaat is aan de vakgroep Fundamentele Werktuigbouwkunde van de T.H. Eind-
hoven verzocht enige berekeningen aan de staander uit te voeren opdat de plaatsen met hoge spanningen en de spanningen zelf redelijk nauwkeurig bekend zouden worden.
2. MODELVORMING
Een staander kan een hoogte van ongeveer 5 m krijgen. De doorsnede van de
st.aander wordt opgebouwd uit twee profielen A , die door een lijfplaat met
een dikte van 4 mm gekoppeld worden. Het profiel wordt langs de gehele
omtrek gelast aan een bodemplaat. Bovendien wordt elk profiel bij de voet van drie verstijvingsstukken voorzien.
De belasting van de staander ontstaat in hoofdzaak door windbelasting. In & .S.,-. ,,et vârà de staander ontstaat dâardvor naast een dwâïshracht,
groot buigend moment. In eerste instantie wordt een berekening uitgevoerd waarbij alleen het buigend moment in rekening wordt gebracht.
een
Vanwege de symmetrie in vorm en belasting behoeft slechts de helft van
het profiel in de berekening te worden onderzocht. Aangezien Ret normale verloop van de buigspanningen in het profiel goed bekend is, beperken wij
ons bij de analyse tot liet detail dat in Fig. 1 is aangegeven, met een
lengte van 300 mm.
Relevante maten van het profiel en de plaats van de verstijvingsstukken zijn in Fig. 2 aangegeven.
Bij de berekening met het eindige elementenpakket FEMSYS hebben wij
ondermeer de beschikking over een vlak element QUAFIS, waarbij membraan-
spanningen voor vlakke, twee-dimensionale problemen kunnen worden bere-
kend. Het onderhavige probleem is echter ruimtelijk, maar in FENSYS is
geen element beschikbaar voor ruimtelijke plaatconstructies. Door middel van enige modelmatige ingrepen wordt toch een rekenmodel gecreëerd, dat
met QUAM8-elementen een xedefijke voorspelling van de spanningen moet op-
leveren.
Daartoe splitsen wij het profiel in twee hoofddelen.
In het verticale vlak denken wij ons de lijfplaat en de kleine verstij-
ver, zie Fig. 3 . Vanwege de symmetrie krijgen deze delen slechts de halve
materiaaldikte.
Fig. 4 . Delen in het horizontale vlak.
In het horizontale vlak ligt dan de flens met het verdikte uiteinde en
bovendien dwingen wij de grote verstijver eveneens in dit vlak, Fig. 4 .
W z e vereenvnudigingen lijken acceptabel als verondersteld wordt dat zo-
wel flens als verstijver nagenoeg uitsluitend in en niet loodrecht op het
vlak worden belast.
.-
Het horizontale en verticale vlak zijn gekoppeld via de lijnen AB en CD.
Op grond van deze koppeling moet gelden dat de axiale verplaatsing (in
x-
richting) voor knooppunten op de koppellijn voor beide delen gelijk is
(zie fig. 5 ) . Bovendien geldt op grond van de symmetrie van het profiel
dat de knooppunten op de l i j n CD, als deel van het horizontale vlak, geen
*
verplaatsing ondergaan in de y -richting. Deze koppelingen houden onder
meer in dat verplaatsingen in het vlak van het ene deel niet doorwerken als verplaatsingen loodrecht op het vlak in een ander deel.
2
Voor alle punten van de constructie die met de voetplaat zijn verbonden, worden in beide richtingen de verplaatsingen onderdrukt.
In het elementenmodel worden de delen van het horizontale en verticale vlak in èèn plat vlak gedwongen, zie Fig. 6.
De verstijver 3 schuift daarbij als het ware onder of boven flens 4 en 5 .
De dikte van de elementen, hier loodrecht op het vlak van tekening, wordt voor elk genummerd deel apart ingevoerd. In Fig. 6 zijn tevens de kinema- tische en dynamische randvoorwaarden voor het probleem weergegeven. Ten
-an,nzhen van de belastinq werden de volgende overwegingen in beschouwing
3 . DE BELASTING
Wij gaan er van uit dat in doorsnede S-S (Fig.1, Fig.6) alleen een bui-
gend moment werkt dat aanleiding geeft tot een lineaire spanningsverde-
ling. Als rekeneenheid gaan we er van uit dat de normaalspanning in het
hart van de flens een normatieve waarde bereikt van 100 N/mm
.
Alleberekende spanningen worden aan die waarde gerelateerd om zodoende locale
spanningsconcentratiefactoren te berekenen. Omdat het verdikte gedeelte van de flens iets dichter bij de hartlijn van de doorsnede ligt, wordt
voor dit deel een wat lagere normaalspanning ingevoerd :
2
2
a = - 264 x 100 = 98,5 N/mm 268
Voor de lijfplaat van het profiel geldt dat de normaalspanning lineair
afneemt in de richting van het middelpunt van de doorsnede :
2
o = (100 - 0,373
3)
N/mmwaarbij
i
de afstand is vanaf de hartlijn van de flens, zie Fig. 7.o
4 . BEREKENINGEN
Met behulp van het programma TRIQUAMESH wordt het 2-dimensionaal gemaakte probleem in vierhoekige elementen verdeeld. Het gebruikte element QUAM8 telt. behalve de vier hoekpunten ook knooppunten op de middens der zijden. Daardoor kan dit element een lineair spanningsverloop langs de element- rand representeren.
D e elementverdelin- is in de omgeving van de verstijveraansluitingen in
geringe mate verdicht wegens de te verwachten spanningsconcentraties daar ter plaatse.
Het totaal aantal elementen bedraagt 265, het aantal knooppunten is 897.
In de Fig. Al t/m A3 is de elementverdeling voor elk onderdeel weergege-
ven.
Berekeningen voor dit model zijn uitgevoerd met de eerder genoemde belas-
ting. Om inzicht te krijgen in de invloed van de verstijvers zijn twee
extra berekeningen gemaakt. Bij de eerste aanpassing van het model werden
de verstijvers in dikte gehalveerd : voor deel 3 werd in het rekenmodel t
= 5 mm genomen, voor deel 6 t = 10 mm. Bij de tweede aanpassing werden de
5. RESULTATEN
Voor elke berekening worden per onderdeel van de constructie plaatjes ge- tekend van de vervormde en onvervormde geometrie en bovendien van het
verloop van de vergelijkspanning u id.
De vergelijkspanning, volgens Huber en Hencky, wordt berekend uit de waarden van u x r u
_Ter controle van de aangelegde belasting is- bij CCn van de berekeningen
ook Ret spanningsverloop getekend langs de snijlijn S-S.
Deze waarden bleken te kloppen met de opgelegde belasting. en T
Y X Y in elk knooppunt van de constructie.
Zoals uit de plaatjes met de "hoogtelijnen" van de vergelijkspanning valt
te destilleren, treedt steeds de hoogste spanning op in het laatste ge- meenschappelijk knooppunt van verstijver en lijfplaat of flens.
Door verjonging van de verstijvers wordt de spanningsconcentratie in de delen van het profiel lager, de spanning in de verstijver neemt daar en tegen toe.
De belangrijke spanningsconcentratiefactoren zijn in onderstaande tabel weergegeven.
I
I
Flens ( 4 ) 1 , 4 0 1 , 2 5 Verdikking (5) ~ Verstijver ( 3 ) 1 ,O8 1,48 2 , 0 7 2 , 7 5I
Verstijver ( 6 )I
Tabel1
: Spanningsconcentratiefactoren.Gezien de spanningsconcentraties aan de kop van de verstijvers en de la- gere toelaatbare spanning wegens het lassen van het materiaal, lijkt deze constructie niet optimaal.
Wellicht verdient. het aanbeveling het profiel zonder verstijvers te las-
sen op een grondplaat. Deze plaat moet mogelijk dikker gekozen worden o f
van ribben worden voorzien om de benodigde stijfheid rond de bouten te verkrijgen.
Fisuren A. Elementverdeling
A l : Elementverdeling voor de onderdelen 1 , 2, 4, 5, delen van het profiel.
A2 : Elementverdeling voor de kleine verstijver deel 3.
A3 : Elementverdeling voor de grote verstijver deel 6.
1
1
1
deel1 11
I
Fisuren B. De oorspronkelijke constructie
B1 : Verplaatsingen van profieldelen. B2 : Verplaatsingen van kleine verstijver.
33 : Verplaatsingen van grote verstijver.
Gestippeld : onvervormde geometrie. Getrokken : vervormde geometrie.
84 : Vergelijkspanning in profieldelen.
85 : I 1 11 in kleine verstijver.
B6 : 11 I1 in grote verstijver.
B7 : Detail van deel 2. B8 : 'I 'I deel 4.
89 : deel 5.
2
2
Interval van de spanningen : 5 N/mm
.
u) k- z 3 H ai ai a
.
-21-
m
\
MESH: I
M m
= 8 . 1 5 UNITSCONTOURS
OF
S I G I D a LEVELS: 8 + I m 59 I=@ TO 41C1 : Verplaatsingen van profieldelen. c2 :
c3 : I' grote verstijver.
It kleine verstijver.
It
Gestippeld : onvervormde geometrie. Getrokken : vervormde geometrie.
C4 : Vergelijkspanning in profieldelen. c5 :
C6 :
C7 : Detail van deel 5.
C8 : 'I deel 6. I1 It in kleine verstijver. I1 in grote verstijver. H 2 2 Interval van de spanningen : 5 N/mm
.
co k- Z 3 al w II om
V
M
H
-
34-
“C -55
-
vt 4 aJ aJ a $4 al a C O C -TIFiquren D. Constructie zonder verstijvers.
D I : Verplaatsingen van profieldelen.
Gestippeld : onvervormde geometrie. Getrokken : vervormde geometrie.
D2 : Vergelijkspanning in profieldelen.
2
2
Interval van de spanningen : 5 N/mm
.
C $ c U I r
I
( ! ( L < I ! ( I 1 I 4 i i I i I t I I I I I I 1 II
,