• No results found

Virus in Muscari kan bedreiging vormen voor hyacint

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Virus in Muscari kan bedreiging vormen voor hyacint"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BloembollenVisie 13 mei 2004, nummer 36

23

ONDERZOEK

GRIJS

BloembollenVisie 13 mei 2004, nummer 36

22

vatbare cultivars zoals ‘Anna Marie’ en ‘Delft Blue’ aan de rand van zijn perce-len te teperce-len of preparatiebolperce-len en lever-bare bollen waar het virus minder scha-de in doet.

Tijdens het groeiseizoen kan virusover-dracht voor een deel worden voorko-men door hyacinten wekelijks te bespui-ten met een pyrethroïde vanaf begin mei (bij een warm voorseizoen: vanaf half april) tot ca. twee weken voor het rooien. Deze maatregel hoort bij de standaard behandeling van werkbollen, hol- en snijbollen en pluis van hyacin-ten. Door belendende Muscari ook wekelijks met pyrethroïde (mee) te spuiten, wordt de virusoverdracht bij de bron aangepakt en kan daardoor de te voorspellen schade voor de hyacinten-teler beperkt worden.

Aan het eind van het groeiseizoen bestaat nog een mogelijkheid voor de hyacintenteler de schade te beperken door het bed naast de zieke Muscari

apart te rooien en dit deel van de partij apart te houden. Omdat het hyacinten-mozaïekvirus over korte afstand wordt verspreid, zullen namelijk in het rand-bed meer planten ziek zijn geworden dan in de andere bedden. Het resteren-de geresteren-deelte van resteren-de partij hyacinten zal door deze maatregel op een laag virus-percentage blijven.

RISICO ANDERE

HYACINT-ACHTIGEN

Problemen zoals nu geconstateerd met Muscari en Bellevalia kunnen zich even-tueel ook voordoen met andere gewas-sen die waardplant zijn voor het hyacin-tenmozaïekvirus of een sterk verwant virus. Vandaar de vraag wat bekend is van andere hyacintachtigen.

Het hyacintenmozaïekvirus was tot voor kort alleen bekend in hyacint, Muscari en Bellevalia. Nu blijkt dit virus ook in Veltheimia voor te kunnen komen. De kans op virusverspreiding vanuit dit

TEKST : TOON DERKS, PAUL VAN LEEUWEN, PETER VREEBURG EN MIRIAM LEMMERS, PPO SECTOR BLOEMBOLLEN, LISSE

FOTO EN ILLUSTRATIE : PPO

Het grijs in hyacinten wordt veroor-zaakt door het hyacintenmozaïekvirus (HMV), een virus behorend tot de potyvirusgroep. De keuringsnormen voor dit virus zijn de afgelopen jaren aangescherpt en de teelt van viruszieke, zogenaamde grijze hyacinten, is verder afgebouwd. Hyacintentelers spannen zich in om werkbollen, hol- snijbollen en pluis zo virusvrij mogelijk te telen, maar constateren de laatste jaren een groeiende bedreiging door virus uit Muscari in belendende percelen. Was tot 7 jaar terug de teelt van Muscari redelijk constant op zo’n 100 ha, waar-van ca. 80 ha M. armeniacum, nu is dit uitgebreid naar zo’n 180 ha, waarvan ongeveer 125 ha M. armeniacum. Waar voorheen de teelt van Muscari bijna nooit naast hyacinten plaats vond, is daar bij de uitbreiding van het areaal verandering in gekomen vooral door de toename van deze teelt in Noord-Holland. Muscaritelers zijn zich waar-schijnlijk niet bewust van de risico’s die de teelt van hun gewas voor hyacinten-telers kan vormen.

VIRUS IN MUSCARI

Uit onderzoek bij PPO is bekend dat in diverse Muscarisoorten het hyacinten-mozaïekvirus voorkomt. Partijen van M. armeniacum, de meest geteelde soort, zijn volledig besmet met dit virus. Ook in de andere onderzochte soorten, M. comosum, M. latifolium en M. para-doxum (tegenwoordig Bellevalia pyc-nantha), is het virus in hoge percenta-ges aangetroffen. De hoge mate van voorkomen heeft ertoe geleid dat er geen keuringsnorm voor dit virus is vastgesteld.

Het virus veroorzaakt lichtgroene stre-pen tot een mozaïekachtig beeld, dat vaak moeilijk te zien is mede doordat de bladeren van M. armeniacum smal zijn. In deze soort is het virus meestal het beste te zien in een jong stadium als de onderste delen van de bladeren nog een rode kleur hebben. Mede door het verdwijnen van deze rode kleur zijn symptomen in een later groeistadium minder goed zichtbaar of volledig gemaskeerd. In Muscarisoorten met een breder blad, zoals M. latifolium, zijn de symptomen vaak duidelijker. Behalve via symptomen op het blad kan het virus ook zichtbaar worden op de bloemsteel als lichtgroene strepen of oogvlekken.

In overdrachtsproeven met bladluizen bleek het hyacintenmozaïekvirus vanuit viruszieke Muscari armeniacum en M. paradoxum net zo efficiënt over te kun-nen gaan op hyacint als vanuit viruszie-ke, grijze hyacinten. Het ziektebeeld dat zich daarbij ontwikkelde in hyacint was hetzelfde, dus onafhankelijk vanuit welke plantensoort het virus afkomstig was.

VIRUSVERSPREIDING TE

BEPERKEN

Het hyacintenmozaïekvirus wordt net als andere potyvirussen verspreid door vliegende bladluizen op non-persistente wijze, dat wil zeggen met een korte opnametijd (enkele seconden tot een minuut) uit de zieke plant en een korte afgiftetijd in de (gezonde) plant waar de bladluis naar doorgevlogen is. De afstanden die de bladluizen daarbij afleggen zijn kort. Meestal beperkt zich dat tot de direct omringende planten.

Vanwege het feit dat partijen Muscari (bijna) volledig virusziek zijn, is het aan te raden een minimale afstand van 25 meter tot hyacinten aan te houden. Een andere mogelijkheid is het planten van een ander gewas (geen waardplant voor hyacintenmozaïekvirus) als barrière tussen zieke Muscari en gezonde hya-cint. Een gewas als tulp bijvoorbeeld dat hoger wordt dan Muscari is hiervoor geschikt. De genoemde maatregelen vereisen echter een afstemming tussen de beide telers voor het plantseizoen. Daarnaast kan een hyacintenteler zich deels tegen virusoverdracht uit belen-dende percelen indekken door weinig

De teelt van Muscari neemt de laatste jaren in omvang toe en vindt steeds

vaker plaats naast of in de nabijheid van hyacinten. Bij de keuring van

hyacinten worden de normen voor grijs (hyacintenmozaïekvirus) verder

aangescherpt, terwijl er bij Muscari geen keuringsnormen voor dit virus

bestaan. Dat brengt risico’s met zich mee, die voorkomen kunnen

wor-den. PPO Bloembollen zet daarom de de gevaren rond virusziekten in

Muscari, hyacint en aanverwante gewassen nog eens op een rij.

gewas is echter erg klein, omdat het in kassen wordt geteeld. Bovendien werd in proeven met bladluizen geen virus-overdracht vanuit Veltheimia bracteata naar hyacint waargenomen.

In andere hyacintachtige gewassen komen aan hyacintenmozaïekvirus ver-wante virussen voor en ook vaak in hoge percentages. Het gaat om Ornithogalumsoorten, Galtonia candi-cans en Eucomissoorten. Vanuit deze gewassen is in proeven met bladluizen alleen virusoverdracht naar hyacint waargenomen uitgaande van Ornithogalumsoorten en dan vooral vanuit O. thyrsoïdes, de meest geteelde soort. De kans dat dit gewas naast hya-cinten wordt geteeld en dat van daaruit virus wordt verspreid, is gering, mede doordat O. thyrsoïdes pas in het voor-jaar wordt geplant.

In Hyacinthoides (voorheen: Scilla campanulata) komt ook een potyvirus voor, dat echter geen (serologische) verwantschap heeft met het hyacinten-mozaïekvirus. Met dit virus zijn nog geen overdrachtsproeven gedaan, zodat over de risico’s van dit gewas voor hya-cint nog geen uitspraken gedaan kun-nen worden. Dit laatste geldt ook voor de gewassen Puschkinia, Chionodoxa en Scilla siberica.

CONCLUSIES

Muscari vormt door het daarin alge-meen voorkomende hyacintenmozaïek-virus een bedreiging voor hyacinten wanneer deze gewassen naast elkaar geteeld worden. Voor hyacintentelers is het zeer welkom als telers van Muscari voor het plantseizoen contact opnemen met de hen omringende hyacintente-lers. Na het planten is er maar in beperkte mate correctie mogelijk om de schade voor de hyacintenteler te beper-ken.

Andere aan hyacint verwante gewassen vormen in de praktijk vooralsnog geen bedreiging voor virusarme hyacinten. Potentiële risicogewassen zijn:

Ornithogalum en Veltheimia. Het risico van een aantal gewassen is nog niet bekend.

Dit onderzoek werd gefinancierd door het Productschap Tuinbouw

Virus in Muscari kan bedrei ging

vormen voor hyacint

Muscari met mozaïek in nog deels roodgekleur-de blaroodgekleur-deren

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze controle kan ofwel gebeuren in het regionaal ziekenhuis Heilig Hart in Leuven ‘s ochtends tussen 8u00 en 9u30, ofwel in het Life Expert Centre, schipvaartstraat

De hogere kosten voor de productie van het local-for-local product worden niet gecompenseerd door lagere afzetkosten. Het local-for-local product zal daardoor een hogere

“Waar de schenker ons meer vrijheid laat om zijn fondsen toe te kennen, kie- zen we graag voor domeinen waar nog niet veel onderzoek gebeurt: geriatrie, niet-farma

Voor het berekenen van de kosten en baten van de afvoer van dierlijke mest zonder mestbeleid is daarom uitgegaan van de hoeveelheid mest die naar schatting in 1986 van bedrijven

In 2013 kochten 97 schapenhouders in totaal 307 antibioticumhoudende middelen. Van deze groep hebben 83 houders bij ca. 220 middelen inclusief sprays en zalven de indicatie

Een goed uitgewerkte visie op het begrip referentiesituatie voor toepassing van de Visindex binnen het kader van de Kaderrichtlijn kan meer duide- lijkheid bieden voor de

Deze markante gelaagdheid is verklaarbaar uit het feit, dat op een zeker moment het gehele kostgrondterrein aan zijn lot wordt overgelaten en een vegetatie zich gaat ontwikkelen

van tros 1 tot tros 6 en 6A, hetgeen wil zeggen, dat het aantal dagen tussen bloei en oogst minder werd. In vivo werd een geheel ander beeld gevonden. Dus hierbij geen verband