• No results found

Framing tijdens een crisissituatie : een onderzoek naar impliciete frames in de crisiscommunicatie van organisaties en de berichtgeving van nieuwsmedia

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Framing tijdens een crisissituatie : een onderzoek naar impliciete frames in de crisiscommunicatie van organisaties en de berichtgeving van nieuwsmedia"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Framing tijdens een crisissituatie

Een onderzoek naar impliciete frames in de crisiscommunicatie van

organisaties en de berichtgeving van nieuwsmedia

Master Thesis

Student: Joselijn Blom (10167021)

Begeleider: Dr. J.W. Boumans

Datum: 24-06-2016

Graduate School of Communication: Corporate Communication

Universiteit van Amsterdam

(2)

2 Samenvatting

In dit onderzoek wordt gekeken naar het gebruik van impliciete frames in persberichten en krantenberichten omtrent een crisissituatie. Hiervoor zijn de slechte arbeidsomstandigheden in westerse kledingfabrieken in lagelonenlanden als case gebruikt. Persberichten van winkelketens H&M, Primark en Benetton, en krantenberichten uit alle Nederlandse en Britse nationale kranten zijn hiervoor onderzocht. Hierbij is een vergelijking gemaakt tussen het framegebruik van de organisaties, de Nederlandse kranten en de Engelse kranten. Om de impliciete frames te onderzoeken is gebruik gemaakt van een computer geassisteerde semantische netwerkanalyse. Gevonden frames en de verbanden hiertussen zijn gevisualiseerd met het programma Pajek.

Uit het onderzoek is gebleken dat de organisaties en de nieuwsmedia hun berichten over de slechte arbeidsomstandigheden in kledingfabrieken in lagelonenlanden anders framen. Waar organisaties zich veelal focussen op verbeteringen en initiatieven in de toekomst, lijken de krantenberichten meer te framen over de negatieve kenmerken van de fabrieksrampen, zoals de slachtoffers en de onveiligheid in de fabrieken. Daarbij blijken de frames in Nederlandse en Engelse krantenberichten ook enigszins van elkaar te verschillen. Beiden kranten berichten veel over de rampen in de kledingfabrieken, maar omdat de Engelse berichten in hogere mate geframed worden in termen van doden, slachtoffers en tragedie, lijken de Engelse nieuwsmedia hun berichten sensationeler te framen dan de Nederlandse nieuwsmedia.

Dit onderzoek is vanwege de vernieuwende onderzoeksmethode, waarbij latente frames in een groot aantal teksten kunnen worden blootgelegd, een toevoeging aan de bestaande literatuur op het gebied van crisiscommunicatie en framing. Daarbij helpt dit onderzoek zowel PR professionals als journalisten bij de realisatie in hoeverre frames overgenomen worden in tijden van crisis.

(3)

3 Inleiding

In april 2013 stortte het Rana Plaza gebouw in Bangladesh in, een acht verdiepingen tellend gebouw waarin diverse kledingfabrieken gevestigd waren. Met meer dan duizend doden en meer dan tweeduizend gewonden ging deze gebeurtenis de boeken in als de ergste ramp in de kledingindustrie ooit. De fabrieken in het Rana Plaza gebouw leverden aan westerse winkelketens, zoals H&M, Primark en United Collors of Benetton (NRC, 2014). Naast het feit dat de fabrieken erg onveilig waren, bleken de arbeidsomstandigheden in de fabrieken zeer slecht te zijn (Bloomberg, 2013).

Onverwachte crisissituaties zoals in dit voorbeeld zijn een grote bedreiging voor organisaties omdat relaties met stakeholders onder druk kunnen komen te staan en het schade kan brengen aan de reputatie. Een juiste manier van communiceren door de organisatie tijdens dergelijke situaties kan ervoor zorgen dat deze schade beperkt wordt (Coombs & Holladay, 2005). De reputatie van een organisatie is namelijk grotendeels afhankelijk van de media-aandacht die zij ontvangen (Schultz, Kleinnijenhuis, Oegema, Utz & Atteveldt, 2012).

Ondanks het feit dat communicatie over crises steeds vaker plaatsvindt in de nieuwe media, spelen traditionele media nog steeds een fundamentele rol in crisisontwikkelingen (Kleinnijenhuis, Schultz, Ultz & Oegema, 2013). De traditionele media beïnvloeden met name de publieke interpretaties en percepties over een gebeurtenis (Schultz et al., 2012). Ook blijken mensen traditionele media geloofwaardiger te vinden dan nieuwe media (Schultz, Utz & Göritz, 2011). PR professionals voorzien de nieuwsmedia van informatie om zo het publiek te informeren (Carroll & McCombs, 2003), maar ondanks de onderlinge afhankelijkheid tussen PR professionals en journalisten (Cornelissen, 2014), is de relatie tussen de twee partijen ook erg complex (Neijens & Smit, 2006).

Bij de communicatie over crisissituaties blijkt het gebruik van frames een belangrijke rol te spelen in het verloop en de consequenties van de crisis (Cornelissen, Caroll & Elving

(4)

4

2009). Coombs (2007) stelt zelfs dat framing in dit soort situaties essentieel is. Framing houdt in dat bepaalde kanten van een situatie belicht worden in een bericht waardoor bepaalde perspectieven en interpretaties benadrukt worden (Entman, 2003).

Er bestaan verschillende soorten frames. In veel voorgaand onderzoek binnen de communicatiewetenschap zijn expliciete frames onderzocht. Dit zijn vaststaande frames die vaak bewust worden gebruikt en aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse op een deductieve manier kunnen worden geanalyseerd (Semetko & Valkenburg, 2000). Omdat bij het analyseren van framegebruik tijdens een crisissituatie veel issue-specifieke frames over het hoofd kunnen worden gezien (Van Gorp, 2007), is er bij dit onderzoek voor gekozen om deze zogeheten impliciete frames (Hellsten, Dawson, & Leydesdorff, 2010) op een

inductieve manier te onderzoeken om zo het framegebruik tijdens een crisis nauwkeurig en volledig in kaart te kunnen brengen.

Naast een onderscheid tussen persberichten en nieuwsberichten zal een onderscheid gemaakt worden tussen de nieuwsberichten uit Engelse kranten en de nieuwsberichten uit Nederlandse kranten. Het Engelse mediasysteem bevindt zich in een meer competitief klimaat dan het Nederlandse nieuws waardoor het nieuws meer commercieel gedreven is (Esser, 2008). Interessant is het daarom om naast het framegebruik van organisaties en de

nieuwsmedia, ook het framegebruik van de Nederlandse en Engelse kranten te vergelijken. In dit onderzoek wordt daarom gekeken naar de manier waarop organisaties en de Nederlandse en Engelse nieuwsmedia een crisis framen. Frames die organisaties gebruiken in hun persberichten en frames die kranten gebruiken in hun nieuwsberichten worden op een inductieve manier in kaart gebracht. De slechte arbeidsomstandigheden in kledingfabrieken van westerse winkelketens worden als crisissituatie genomen. De onderzoeksvraag die centraal staat in dit onderzoek luidt: Hoe verschillen de frames in persberichten van

(5)

5

organisaties met de frames in krantenberichten omtrent een crisissituatie en wat is hierbij het verschil tussen Nederlandse en Engelse nieuwsberichten?

Om de impliciete frames in de pers- en krantenberichten op een inductieve manier in kaart te brengen wordt er in dit onderzoek een geautomatiseerde inhoudsanalyse uitgevoerd (Vlieger & Leydesdorff, 2012). Aan de hand van semantische netwerkanalyses worden frames opgesteld door te kijken naar de manier waarop woorden met elkaar in verbinding staan. Hierdoor wordt duidelijk hoe de situatie rondom de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken door zowel de organisaties als door de nieuwsmedia belicht worden. Deze nieuwe, complexere manier van onderzoeken is een toevoeging aan voorgaand onderzoek over crisiscommunicatie en framing. Daarbij focust dit onderzoek zich op zowel de kant van PR als op de nieuwsmedia, wat ook een toevoeging zal zijn op bestaande literatuur over crises. Onderzoek omtrent crises en crisiscommunicatie focust zich namelijk grotendeels enkel op het perspectief vanuit de organisatie (Coombs, 2006). Ook worden zowel

Nederlandse als Engelse krantenberichten geannalyseerd, wat een interessante vergelijking tussen de frames van Nederlandse en Engelse nieuwsmedia mogelijk maakt.

Theoretisch Kader Crisiscommunicatie

Een organisatorische crisis kan gedefinieerd worden als ‘een plotselinge en

onverwachte gebeurtenis die de activiteiten van een organisatie dreigt te verstoren en zowel een financiële bedreiging als een bedreiging voor de reputatie vormt’ (Coombs, 2007). De communicatie voorafgaand aan- en tijdens de crisis kan de effecten van de crisis op lange termijn beïnvloeden (Coombs, 2014). Een crisissituatie schaadt de reputatie van een organisatie en dit soort veranderingen kunnen effect hebben op de manier waarop

(6)

6

juiste manier communiceert, kan dit ervoor zorgen dat de schade van de crisis beperkt wordt (Coombs & Holladay, 2005).

Framing

Framing houdt in dat er bepaalde elementen in een bericht worden meegenomen,

weggelaten of benadrukt (Hallahan, 1999). Door middel van een bepaalde woordkeuze en het gebruik van bepaalde zinnen en bronnen worden bepaalde elementen van de situatie

geselecteerd en geaccentueerd (Andsager, 2000). Door specifieke informatie te selecteren en te benadrukken wordt getracht om de publieke interpretatie over een bepaalde situatie te beïnvloeden (Entman, 1993; Semetko & Valkenburg, 2000).

Binnen framing kan een onderscheid worden gemaakt tussen impliciete en expliciete frames. Expliciete frames zijn vaststaande frames die meestal bewust worden gebruikt (Semetko & Valkenburg, 2010). Deze frames worden vaak onderzocht aan de hand van handmatige inhoudsanalyses, waarbij vooropgestelde frames aan de hand van een codeboek in teksten worden onderzocht (Krippendorff, 1980; Semetko & Valkenburg, 2010). Impliciete frames zijn daarentegen latente frames, die bestaan uit verbindingen tussen woorden. Door te kijken naar deze verbindingen wordt duidelijk hoe bepaalde onderwerpen in een tekst belicht worden (Hellsten et al., 2010). Deze frames zijn subtieler en daardoor moeilijker handmatig te onderscheiden (Vlieger & Leydesdorff, 2012), maar komen wel vaker voor in teksten dan de expliciete frames (Hellsten et al., 2010). Met een onderzoek naar deze impliciete frames worden er geen belangrijke, specifieke frames over het hoofd gezien, zoals wel vaak gebeurt met inhoudsanalyses naar expliciete frames (Van Gorp, 2007).

Het onderzoek naar impliciete frames lijkt daarom een goede methode om de onderzoeksvraag van dit onderzoek te kunnen beantwoorden. Door in kaart te brengen hoe woorden met elkaar in verbinding staan in de persberichten en nieuwsberichten kunnen

(7)

7

onderliggende frames worden weergegeven in semantische kaarten. Deze kaarten kunnen vervolgens met elkaar worden vergeleken en aan de hand hiervan kan betekenis worden gegeven aan de communicatie vanuit de organisaties en de nieuwsmedia (Leyersdorff, 2001).

PR en de media

Omdat dit onderzoek zich focust op het gebruik van frames in zowel persberichten die afkomstig zijn van de organisaties en nieuwsberichten die afkomstig zijn van verschillende kranten, is het belangrijk om de relatie tussen PR en de media in kaart te brengen. De relatie tussen PR professionals en journalisten is al veel onderzocht. Vaak wordt gesproken van een onderling afhankelijke relatie, omdat het delen van informatie tussen beiden van belang is voor de productie van het nieuws (Cornelissen, 2014). Deze relatie is echter wel complex omdat PR professionals het best mogelijke nieuws voor hun organisatie of merk willen en journalisten meer op de waarheid en objectiviteit van het nieuws focussen (Neijens & Smit, 2006). White en Hobsbawn (2007) stellen dat de relatie tussen beide partijen voornamelijk gebaseerd is op vooroordelen en aannames.

PR professionals voorzien onder andere de nieuwsmedia van informatie over de

organisatie, bijvoorbeeld aan de hand van persberichten en persconferenties, met als doel hiervan het publiek te informeren (Carroll & McCombs, 2003). Dit doen organisaties vooral om hun reputatie zo goed mogelijk te houden. Organisaties die veel tijd besteden aan het onderhouden van relaties met het publiek en het managen van hun reputatie blijken over het algemeen over een goede, sterke reputatie te beschikken (Hutton, Goodman, Alexander & Genest, 2001).

Enerzijds blijkt dat de moeite die organisaties doen om hun corporate agenda naar de nieuwsmedia te communiceren resulteert in een zekere mate van overeenkomst tussen de agenda van de organisatie en de media (Carrol & McCombs, 2003). Uit meerdere

(8)

8

onderzoeken blijkt dat de nieuwsmedia hun berichtgeving in deels baseren op de corporate persberichten die zij ontvangen (Carrol & McCombs, 2003; Cameron, Sallot & Curtin, 1997; Blyskal & Blyskal, 1985). Hijmans, Buijs, Schafraad en d’Haenens (2009) stellen zelfs dat ruim een derde van het nieuws gebaseerd is op informatie die van buitenaf wordt ontvangen, zoals van PR-afdelingen. Anderzijds blijkt de relatie tussen PR professionals en journalisten complex te zijn. Jenkins (2006) stelt dat PR professionals continue zoveel mogelijk informatie richting de media sturen in de hoop om in de kranten te komen. Daarbij proberen PR

professionals zoveel mogelijk het best mogelijke nieuws voor hun organisatie te

communiceren, terwijl de focus van journalisten juist meer ligt op waarheid en objectiviteit (Neijens & Smit, 2006). Echter lijkt deze objectiviteit niet altijd absoluut te zijn. Journalisten rapporteren niet alleen het nieuws, ook construeren ze het nieuws door bepaalde aspecten van het nieuws te benadrukken en andere aspecten juist te negeren (Vasterman, 1995). Omdat journalisten zoveel mogelijk aandacht willen voor hun nieuws en PR professionals zo positief mogelijke informatie over hun organisatie willen communiceren, wordt gesteld dat beide partijen continue druk voelen om de selectieve waarheid te vertellen (Hobsbawm, 2006).

Corporate framing in tijden van crisis

Framing speelt een belangrijke rol voor PR professionals omdat het een bijdrage kan leveren aan het creëren en onderhouden van effectieve relaties met stakeholders (Hallahan, 1999). Berichten over een corporate issue worden op zo’n manier geframed dat het de

belangen van de organisatie beschermd of de organisatie in een positief daglicht zet (Schultz, Suddaby & Cornelissen, 2014).

Vooral in crisissituaties is framing belangrijk voor organisaties vanwege het risico dat de organisatie loopt op negatieve gevolgen (Coombs, 2007). Wanneer een crisis niet op een juiste manier wordt geframed kan dit leiden tot verwarring en onbegrip bij het publiek (Lui &

(9)

9

Kim, 2011). Gebleken is dat het framen van een crisissituatie succesvoller is wanneer bepaalde waarden die logisch samenhangen met het crisisverhaal worden gecommuniceerd (Baden & Schultz, 2013).

Cornelissen, Caroll & Elving (2009) stellen dat organisaties een bepaalde kwestie framen op basis van de identiteit van de organisatie. Dit gaat via een sensemaking proces waarbij zij aan de hand van hun identiteit bepalen hoe ze een kwestie interpreteren. Deze interpretaties leiden tot frames die zij vervolgens naar de media communiceren.

In dit onderzoek wordt gekeken hoe organisaties hun berichten framen tijdens een dergelijke crisissituatie. Omdat er gefocust wordt op impliciete frames kan er nauwkeurig gekeken worden hoe woorden worden gebruikt, hoe deze woorden samenvallen, hoe ze met elkaar in relatie staan en wat dit betekent (Leydesdorff & Hellsten, 2006). Om dit te

onderzoeken is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

RQ1: Welke impliciete frames gebruiken de organisaties in hun persberichten over de crisissituatie omtrent de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken in

lagelonenlanden?

De nieuwsmedia en framing

Net als PR professionals maken media in hun berichtgeving gebruik van frames. Op deze manier kan een onbekende gebeurtenis worden veranderd in een zichtbaar evenement (Tuchman, 1978). Voor journalisten en nieuwsmedia betekent framing ‘het creëren van nieuwsberichten op een manier dat ze meer opvallen, betekenis hebben en gedenkwaardigheid hebben bij het publiek’ (Entman, 1993). Nieuwsmedia spelen een belangrijke rol binnen crisiscommunicatie (Van der Meer & Verhoeven, 2013) en de manier waarop media een crisis framen bepaalt deels hoe het publiek de crisis interpreteert (Pattriotta, Grond & Schultz, 2011).

(10)

10

Over het algemeen geven de nieuwsmedia in hun berichtgeving veel aandacht aan crisissituaties. Dit komt doordat crisissituaties vaak negatieve situaties zijn en dit soort situaties bevatten veel nieuwswaarde volgens de nieuwsfactorentheorie (Galtung & Ruge 1965; Harcup & O’neill, 2016). Deze theorie gaat er vanuit dat bepaalde factoren in nieuwsberichten leiden tot meer nieuwswaardigheid, zoals machtige elites, beroemdheden, entertainment en slecht nieuws. Hoe meer van deze factoren voorkomen in een bericht, hoe nieuwswaardiger het bericht is (Harcup & O’neill, 2001; Harcup & O’neill, 2016). Het meenemen van nieuwsfactoren in de manier van framen zou dus kunnen leiden tot meer nieuwswaardigheid.

Daarbij is uit onderzoek gebleken dat de frames die de nieuwsmedia gebruiken omtrent een crisissituatie in de vroege periodes, wanneer de crisis net begonnen is, vaak verschillen van de frames die worden gebruikt door organisaties (Liu & Kim, 2011; Schultz et al., 2012; Van der Meer & Verhoeven, 2013).

Om in kaart te brengen welke frames de nieuwsmedia gebruiken omtrent de slechte arbeidsomstandigheden in kledingfabrieken in lagelonenlanden en in hoeverre deze frames overeenkomen met de frames van de organisaties zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

RQ2: Welke impliciete frames gebruiken de nieuwsmedia in hun nieuwsberichten over de crisissituatie omtrent de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken in

lagelonenlanden?

RQ3: In hoeverre komen de frames die de nieuwsmedia gebruiken in hun

(11)

11 Nieuwsmedia in Nederland en het Verenigd Koninkrijk

Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben verschillende mediasystemen. Tijdens

de tweede helft van de 20e eeuw namen Europese landen verschillende maatregelen om hun

democratie te beschermen. Het Verenigd Koninkrijk koos voor een gesubsidieerd publiek omroepmodel voor radio en televisie. De print media werd daarentegen niet gereguleerd en werd daarom gedreven door marktwerkingen (Hallin & Mancini, 2004). Dit leidde tot concurrentie en polarisatie op de krantenmarkt (Temple, 2008). De Nederlandse print media werd daarentegen meer beschermd tegen deze marktwerkingen omdat de kranten behoorden tot sociale en politieke zuilen. Aan het einde van dit zuilenstelsel werden Nederlandse kranten gesubsidieerd (Hallin & Mancini, 2004) vanwege de komst van radio en televisie (Abbring & Van Ours, 1994).

Hierdoor bevinden de Engelse kranten zich tegenwoordig in een meer competitief en commercieel klimaat dan de Nederlandse kranten (Esser, 2008). Omdat het Engelse

mediasysteem en de kranten commerciëler en meer markt gedreven zijn dan de Nederlandse kranten, wordt er een verschil in framing verwacht tussen de twee landen. Op basis hiervan zijn de volgende hypotheses opgesteld:

H1: De frames die de Nederlandse kranten en Engelse kranten gebruiken in hun berichtgeving over de crisissituatie omtrent de slechte arbeidsomstandigheden in kledingfabrieken in lagelonenlanden verschillen van elkaar.

H2: De overeenkomst tussen de frames in de nieuwsberichten van de Engelse kranten en de persberichten van de organisaties is lager dan de overeenkomst tussen de frames in de nieuwsberichten van Nederlandse kranten en de persberichten van de organisaties.

(12)

12 Case: slechte arbeidsomstandigheden kledingfabrieken Bangladesh

Om te onderzoeken hoe organisaties en de nieuwsmedia een crisis is gekozen voor de crisissituatie omtrent de slechte arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken in

lagelonenlanden. Hiervoor is gekozen omdat het zich ten eerste in zowel de Nederlandse als in de Engelse media afspeelde, omdat het ten tweede een langdurige crisissituatie was waardoor er veel nieuwsberichten over beschikbaar zijn en omdat er ten derde meerdere organisaties betrokken waren bij deze crisissituatie waardoor er meerdere persberichten van meerdere organisaties beschikbaar zijn.

Rond juni 2012 ontstond er onrust in de media over slechte arbeidsomstandigheden en kinderarbeid in kledingfabrieken in Bangladesh. Vervolgens ging in september de Schone Kleren Campagne van start met een demonstratie op de Dam in Amsterdam (Riepma, 2012). Op 24 November, 2012, brak er een brand uit in een van de kledingfabrieken in Bangladesh (Zantingh, 2012). Een half jaar later, op 24 april, 2013, stortte het Rana Plaza gebouw in Bangladesh in, wat voornamelijk bestond uit westerse kledingfabrieken. Hierbij kwamen meer dan 1000 mensen om het leven en raakten meer dan 2000 mensen gewond (NOS, 2015). De fabrieken waren onder andere eigendom van Benetton, H&M en Primark. Voor de ramp werd de fabriek al onveilig verklaard, maar uitbaters van de textielfabrieken negeerden de waarschuwingen (NU, 2013).

Een maand later tekenden veel winkelketens, waaronder H&M, Primark en Benetton, het Bangladesh Fire and Building Safety Agreement (Schone Kleren, 2013). Vervolgens brak er op 8 oktober, 2013, wederom een brand uit in een kledingfabriek in Bangladesh (NOS, 2013). Ondanks dat H&M, Primark en Benetton de verklaring hadden getekend, wordt er in 2016 nog steeds gesproken van slechte arbeidsomstandigheden en een gebrek aan veiligheid in de textielfabrieken in Bangladesh (Butler, 2016).

(13)

13 Methode

Onderzoekseenheden

Om te onderzoeken in hoeverre frames in persberichten van organisaties

overeenkomen met frames in de berichtgeving van de nieuwsmedia, wordt een automatische inhoudsanalyse uitgevoerd. Persberichten van organisaties en nieuwsberichten uit

Nederlandse en Engelse kranten zijn de onderzoekseenheden.

De persberichten worden verzameld van drie winkelketens, namelijk Benetton, H&M en Primark. Voor deze organisaties is gekozen omdat alle drie de organisaties

kledingfabrieken hadden in het Rana Plaza gebouw en alle drie vervolgens het akkoord hebben getekend. Daarbij hebben alle drie de winkelketens winkels in zowel Nederland als Engeland. De persberichten zijn allen verkregen via de officiële internationale websites van de winkelketens. Van H&M zijn er 31 persberichten gevonden, van de Primark 16 en van de Benetton 11. In totaal zijn er 58 persberichten geanalyseerd. Alle persberichten zijn

Engelstalig, omdat er meer persberichten te verkrijgen waren van de internationale websites dan van de Nederlandse websites. Daarbij waren de Nederlandse persberichten in de meeste gevallen vertalingen van de Engelse persberichten.

De krantenberichten zijn verkregen via database LexisNexis. Gezocht is naar

krantenberichten over de slechte arbeidsomstandigheden in Bangladesh in combinatie met een van de drie winkelketens in Nederlandse en Engelse nationale kranten. Nederlandse

krantenberichten zijn afkomstig uit alle Nederlandse nationale kranten. Over Primark zijn er 157 Nederlandse krantenberichten gevonden, over de H&M 325 en over de Benetton 104. De Engelse krantenberichten zijn afkomstig uit alle Britse nationale kranten. Over Primark zijn 1302 Engelse krantenberichten gevonden, over H&M 1340 en over Benneton 448.

(14)

14

Tabel 1

Aantal persberichten en nieuwsberichten per organisatie

Organisatie N persberichten N Nederlandse nieuwsberichten N Engelse nieuwsberichten H&M 31 325 1340 Primark 16 157 1302 Benetton 11 104 448 Data-analyse

Om de pers- en nieuwsberichten te analyseren is gebruik gemaakt van een computer geassisteerde inhoudsanalyse met behulp van het programma Pajek. Dit computerprogramma maakt het mogelijk om impliciete frames uit teksten te halen en dit vervolgens, met

tussenkomst van het statistische programma SPSS, in een semantische kaart weer te geven. De frames worden vastgesteld door te meten welke woorden het vaakst voorkomen in de teksten en hoe ze met elkaar in verbinding staan (Vlieger & Leydesdorff, 2012).

Procedure

Allereerst zijn alle teksten opgeslagen in bestanden zonder opmaak. Met het

programma Frequency List is een word occurence matrix gecreëerd. Dit is een tabel met de meest voorkomende woorden in de teksten. Aan de hand van een standaard stopwoordenlijst zijn stopwoorden en andere oninteressante woorden gefilterd en verwijderd uit de tabel. Vervolgens zijn voor iedere tesktgroep (persberichten en nieuwsberichten per organisatie) de 75 meest voorkomende woorden geselecteerd. Voor dit aantal is gekozen omdat meer dan 75 woorden niet goed analyseerbaar zijn met Pajek (Vlieger & Leydesdorff, 2012). In sommige

gevallen zijn er een aantal extra woorden geselecteerd omdat de frequentie van het 75e woord

(15)

15

Vervolgens zijn alle teksten van iedere tekstgroep opgeslagen in aparte bestanden zonder opmaak. Hierna zijn de teksten samen met de woordenlijsten in het programma Fulltext geladen. Dit programma analyseert op welke manier de woorden in de teksten met elkaar in verbinding staan (Vlieger & Leydesdorff, 2012). Hieruit zijn bestanden gekomen die leesbaar zijn voor de programma’s SPSS en Pajek.

Voordat de semantische frames konden worden gevisualiseerd in Pajek, zijn er eerst analyses uitgevoerd in SPSS. Aan de hand van SPSS kan namelijk worden vastgesteld welke woorden tot welke frames behoren. Allereerst is er voor alle groepen een variantieanalyse uitgevoerd om te zien of alle variabelen een variantie van hoger dan nul hebben. Variabelen met een variantie van nul kunnen namelijk niet mee worden genomen in de verdere analyses. Binnen alle tekstgroepen bleken alle variabelen een waarde boven nul te hebben.

Vervolgens zijn voor alle verschillende groepen principale componenten

factoranalyses uitgevoerd in SPSS om te zien welke woorden tot welke factoren (frames) behoren. Hierbij was het van belang dat er maximaal zes factoren (frames) werden gecreëerd omdat meer frames moeilijk te visualiseren zijn door Pajek (Vlieger & Leydesdorff, 2012). Bij alle groepen zijn er in eerste instantie meer factoren gevonden door SPSS en daarom is er handmatig een maximum van zes factoren geselecteerd bij de factoranalyses. Na het uitvoeren van de factoranalyses werd aan de hand van de factorladingen zichtbaar welke woorden tot welke frames behoren. Hierbij was het van belang dat alle variabelen een factorlading van minimaal 0,45 hebben (Van Groningen & De Boer, 2010).

Na het vaststellen van de verschillende frames is er voor ieder frame binnen iedere tekstgroep een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd om te zien of de woorden die bij een bepaalde factor horen een betrouwbaar frame vormen. Hierbij moeten alle frames een Cronbach’s Alpha waarde van minimaal 0,65 hebben (Vlieger & Leydesdorff, 2012). In een aantal gevallen bleek het zesde frame niet betrouwbaar genoeg te zijn. Deze frames worden

(16)

16

wel weergegeven in de semantische kaarten maar worden vervolgens niet meegenomen in de analyses.

Als laatste stap is voor iedere groep het bestand gecreëerd door Fulltext in het

programma Pajek geladen. Omdat Pajek gebruik maakt van een cosinus matrix bij het creëren van frames en SPSS gebruik maakt van een correlatie matrix met een orthogonale rotatie, moeten de resultaten van de factoranalyses in SPSS handmatig worden ingevoerd in Pajek. Omdat de persberichten en de Engelse krantenberichten Engelstalig waren, zijn de Engelse woorden die hieruit voort zijn gekomen naar het Nederlands vertaald. Daarbij is ervoor gekozen om lijnen met een waarde lager dan 0,5 weg te laten uit de analyses, om zo een duidelijker en beter leesbaar beeld te vormen van de verbindingen tussen de woorden. Vervolgens zijn semantische mappen gecreëerd met Pajek die de samenhang tussen de verschillende woorden en frames visualiseren.

Resultaten

In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de ontdekte impliciete frames in de persberichten van de drie organisaties. Vervolgens worden de impliciete frames in de

Nederlandse en Engelse nieuwsberichten over de verschillende organisaties in kaart gebracht. Als laatste worden de discours in de persberichten en de nieuwsberichten met elkaar

vergeleken.

Voor alle semantische kaarten die zijn gecreëerd met Pajek geldt dat de gele bolletjes, ook wel vertices genoemd, het dominante en meest belangrijke frame

vertegenwoordigen. De kleur groen correspondeert met het tweede frame en de kleuren rood, blauw, roze en wit komen in deze volgorde overeen met het derde, vierde, vijfde en zesde frame. De lijnen laten de verbindingen tussen de woorden zien. Hierbij geldt dat hoe meer lijnen er tussen de woorden staan, hoe sterker de verbinding is. Daarbij zijn de posities van de

(17)

17

vertices van belang. Hoe dichter ze bij elkaar staan, des te vaker staan ze in teksten dichtbij elkaar. Als laatste correspondeert het formaat van de vertice met de mate waarin een woord voorkomt in de teksten (Vlieger & Leydesdorff, 2012).

Impliciete frames in persberichten

H&M. Met behulp van SPSS zijn er bij de persberichten van H&M zes frames

gecreëerd die samen een verklaarde variantie hebben van R² = 67,02, wat inhoudt dat deze zes frames 67,02% van de discours in de persberichten bepalen. Uit de factoranalyse in SPSS is gebleken dat het hoofdframe in de persberichten van H&M het verbetering veiligheid frame is (EV = 12.32, R² = 9.24, α = 0,90). Dit frame bestaat uit woorden als fabrieken, kwestie, veilig,

veiligheid, belangrijk en verbetering. Het frame dat na het hoofdframe het belangrijkste is in

de persberichten van H&M is het Rana Plaza donatie frame (EV = 14,32, R² = 11,74, α = 0,89). In dit frame staan woorden centraal als Rana, Plaza, instorting, slachtoffers,

verbeteren, donatie en getekend. Het derde frame is het ontwikkelingsframe (EV = 12,83, R² =

10,53, α = 0,95). Binnen dit frame bleek het woord doel een te lage factorlading te hebben, wat betekent dat dit woord maar in hele lage mate met de rest van het frame correspondeert. De overige drie frames zijn het lange termijn initiatieven frame (EV = 8,11, R² = 9,90, α = 0,88), het verandering duurzaamheidsframe (EV = 6,55, R² = 7,99, α =0,66) en het eerlijke

lonen frame (EV = 5,70, R² = 6,96, α = 0,71). Het woord vergadering in het zesde frame heeft

(18)

18 Figuur 1: Semantische kaart van de persberichten van H&M

In figuur 1 is te zien dat alle zes de frames redelijk op zichzelf staan. Alleen valt op dat het groene frame (Rana Plaza donatie) deels veel overlap vertoont met het gele frame

(verbeteren veiligheid). Dit is te verklaren doordat beide frames gaan over het nemen van bepaalde maatregelen naar aanleiding van de onveiligheid in de fabrieken. Daarbij heeft het roze frame (verandering duurzaamheid) veel overlap met het blauwe frame (lange termijn initiatieven). Ook hier betekent dit dus dat de betekenissen van de twee frames dichtbij elkaar liggen.

Primark. De zes gecreëerde frames van de persberichten van Primark hebben een

verklaarde variantie van R²= 74,51. Het hoofdframe is hierbij het Rana Plaza donatie frame (EV = 19,01, R²= 24,38, α = 0,96). Dit frame bestaat uit woorden als Rana, Plaza, instorting,

slachtoffer, compensatie en betaling. Het tweede frame is het hulp frame (EV = 10,20, R² =

13,07, α = 0,90) en bestaat uit woorden als aanpak, families, hulp en eten. Het derde frame is het veiligheidsakkoord frame (EV = 8,13, R² = 10,42, α = 0,96), het vierde frame is het

(19)

19

bedrijfsframe (EV = 7,07, R² = 9,06, α = 0,78) en het zesde frame is het ethisch arbeidsomstandigheden frame (EV = 5,98, R² = 7,66, α = 0,86).

Figuur 2: Semantische kaart van de persberichten van Primark

In figuur 2 is domineert het gele frame de discours in de persberichten van de Primark, wat ook duidelijk te zien is door de vele lijnen tussen de vertices van dit frame. Duidelijk is ook te zien dat het rode frame (veiligheidsakkoord frame), blauwe frame (financieel korte termijn frame) en groene frame (aanpak hulp frame) enig overlap vertonen. De betekenissen van deze frames liggen dus dicht bij elkaar en overlappen elkaar deels. Alle drie de frames gaan dan ook over maatregelen naar aanleiding van de rampen in de kledingfabrieken.

Benetton. De zes frames die gecreëerd zijn uit de persberichten van Benetton hebben

samen een verklaarde variantie van R² = 92,41. Het hoofdframe is hierbij het Rana Plaza

donatie frame (EV = 15,64, R² = 20,04, α = 0,96). Hierbij horen woorden als betaling, Rana, Plaza, contributie en compensatie. Het tweede frame is het veiligheidsakkoord frame (EV =

14,66, R² = 18,80, α = 0,93) met belangrijke woorden zoals: bedrijf, veiligheid, akkoord,

samenwerking en toewijding. Het derde frame is het lange termijn oplossingen frame (EV =

(20)

20

14,54, α = 0,87), het vijfde frame is het initiatieven slachtoffers frame (EV = 9,70, R² = 12,44,

α = 0,88) en het zesde frame is het arbeidsomstandigheden hulp frame (EV = 7,42, R² = 9,50, α = 0,78).

Figuur 3: Semantische kaart van de persberichten van Benetton

In figuur 3 vertonen het hoofdframe (geel) en het tweede frame (groen) weinig overlap met de andere frames, maar het rode frame (lange termijn oplossingen frame), het blauwe frame (betrokkenheidsframe), het roze frame (initiatieven slachtoffers frame ) en het witte frame (hulp arbeidsomstandigheden frame) vertonen wel redelijk veel overlap. De

betekenissen van deze frames komen dus deels overeen. Dit is te verklaren omdat alle vier de frames gaan over betrokkenheid en hulp naar aanleiding van de onveiligheid in de

kledingfabrieken.

In tabel 2 zijn de gevonden impliciete frames in de persberichten van de drie organisaties weergegeven. Over het algemeen lijken de frames van de drie organisaties op elkaar. Primark en Benetton hebben zelfs hetzelfde hoofdframe. Het tweede frame van H&M komt deels overeen met de hoofdframes van Primark en Benetton. Daarbij is het tweede frame van Benetton gelijk aan het derde frame van Primark. Er zijn dus veel overeenkomsten tussen

(21)

21

de discours van de persberichten van de verschillende organisaties. De frames die bij alle drie de organisaties belangrijke rollen spelen zijn: het Rana Plaza compensatie frame, het

veiligheidsakkoord frame, het lange termijn oplossingen / lange termijn initiatieven frame en

frames rondom het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Een verschil is dat bij H&M het hoofdframe het verbeteren veiligheid frame is en dat Primark meer focust op korte termijn initiatieven terwijl H&M en Benetton meer op lange termijn initiatieven focussen.

Samenvattend zijn er veel overeenkomsten tussen de frames en lijken de organisaties vooral frames rondom verbeteringen in de toekomst (op het gebied van veiligheid,

arbeidsomstandigheden en duurzaamheid), compensaties, donaties en hulp te gebruiken in hun persberichten. Hiermee is de eerste onderzoeksvraag beantwoord.

Tabel 2

Impliciete frames in de persberichten van H&M, de Primark en Benetton Frame 1

Frame label:

Frame 2 (EV, R², α)

Frame 3 Frame 4 Frame 5 Frame 6

Persberichten H&M Verbeteren veiligheid 12,32; 9,24 0,90

Rana Plaza donatie 14,32; 11,74 0,89 Ontwikkeling 12,84; 10,53 0,95 Langetermijn initiatieven 8,11; 9,90 0,88 Verandering duurzaamheid 6,55; 7,99 0,66 Eerlijke lonen 5,70; 6,96 0,71 Persberichten Primark Rana Plaza donatie 19,01; 24,38 0,96 Hulp 10,20; 13,07 0,90 Veiligheidsakkoord 8,13; 10,42 0,84 Financieel korte termijn 7,73; 9,91 0,68 Bedrijf 7,07; 9,06 0,78 Ethisch arbeids-omstandigheden 5,98; 7,66 0,86 Persberichten Benetton Rana Plaza donatie 15,64; 20,04 0,96 Veiligheidsakkoord 14,66; 18,80 0,93 Langetermijn oplossingen 13,32; 17,08 0,88 Betrokkenheid 11,34; 14,54 0,87 Initiatieven slachtoffers 9,70; 12,44 0,88 Hulp arbeids- omstandigheden 7,42; 9,50 0,78

Impliciete frames in Nederlandse nieuwsberichten

H&M. Uit de Nederlandse nieuwsberichten van H&M zijn in eerste instantie zes

frames gecreëerd, maar omdat het zesde frame niet betrouwbaar bleek te zijn (α = 0,49) wordt dit frame niet meegenomen in de analyses. De vijf overige frames hebben samen een

verklaarde variantie van R² = 26,51. Het hoofdframe is hierbij het Rana Plaza / slechte

(22)

22

zoals Rana, Plaza, Bangladesh, ramp, veiligheid, arbeidsomstandigheden en slecht. Het tweede frame is het duurzame kleding frame (EV = 7,51, R² = 5,86, α = 0,81). Belangrijke woorden bij dit frame zijn: H&M, duurzaamheid, kleding, duurzame en produceren. Het derde frame is het fabrieksarbeiders frame (EV = 3,07, R² = 3,94, α = 0,68), het vierde frame is het lonen frame (EV = 2.95, R² = 3,78, α = 0,70). Binnen dit frame bleken een aantal

woorden een te lage factorlading te hebben, namelijk: water, beter en mogelijk. Deze woorden corresponderen in lage mate met het frame. Het vijfde frame is het Nederlandse winkels frame (EV = 3,53, R² = 2,75, α = 0,66).

Figuur 4: Semantische kaart van de Nederlandse nieuwsberichten over H&M

Te zien is dat er tussen alle vijf de frames enig overlap is. Vooral het rode frame (arbeiders fabrieken frame) en het blauwe frame (lonen frame) vertonen veel overlap met elkaar en met het gele hoofdframe (Rana Plaza ramp / slechte arbeidsomstandigheden frame). Dit is te verklaren doordat de onderwerpen van het rode en het blauwe frame te maken hebben met het gele frame. Naar aanleiding van de Rana Plaza ramp wordt er gesproken over de arbeiders in de fabrieken en de lonen van de arbeiders. Daarbij is duidelijk te zien dat het

(23)

23

zesde frame geen betrouwbaar frame is, aangezien de witte bolletjes volledig verspreid over de kaart staan en geen groep vormen.

Primark. Net als bij de Nederlandse nieuwsberichten over H&M wordt bij de

Nederlandse nieuwsberichten over de Primark het zesde frame niet meegenomen in de analyses vanwege een te lage betrouwbaarheid (α = 0,51). De overige vijf frames hebben samen een verklaarde variantie van R² = 30,12. Het hoofdframe in deze discours is het

verbeteren veiligheid / arbeidsomstandigheden frame (EV = 5,40, R² = 7,10, α = 0,82).

Belangrijke woorden in dit frame zijn: Bangladesh, kledingfabrieken, veiligheid, akkoord,

verbeteren en arbeidsomstandigheden. Het tweede frame is het Nederlandse kledingwinkels frame (EV = 4,88, R² = 6,41, α = 0,71) met belangrijke woorden zoals mode, winkel, merken, Nederland, Amsterdam, en consumenten. Het derde frame is het lage lonen frame (EV = 4,63, R² = 6,09, α = 0,74), het vierde frame is het Rana Plaza/doden frame (EV = 4,13, R² = 5,43, α

= 0,78) en het vijfde frame is het Schone Kleren campagne frame (EV = 3,86, R² = 5,08, α = 0,70).

Figuur 5: Semantische kaart van de Nederlandse nieuwsberichten over de Primark

In figuur 5 is te zien dat er enorm veel overlap is tussen de vijf frames. Vooral het gele hoofdframe (verbeteren veiligheid en arbeidsomstandigheden frame), het rode frame (lage

(24)

24

lonen frame) en het blauwe frame (Rana Plaza ramp doden frame) vertonen veel overlap. De betekenissen van deze frames komen dus overeen en dat klopt ook omdat het gele en rode frame gaan over de arbeidsomstandigheden, veiligheid en lonen naar aanleiding van de Rana Plaza ramp (blauwe frame).

Benetton. De zes frames uit de nieuwsberichten over Benetton hebben samen een

verklaarde variantie van R² = 47,40. Het hoofdframe is het arbeidsomstandigheden frame (EV = 7,60, R² = 9,63, α = 0,85). Belangrijke woorden in dit frame zijn: textielindustrie,

Bangladesh, arbeidsomstandigheden, veiligheid en fabrieken. Het tweede frame is het compensatie slachtoffers frame (EV = 6,89, R² = 9,19, α = 0,88) met belangrijke woorden

zoals geld, slachtoffers, compensatie, betaling en nabestaanden. Het derde frame is het lage

lonen frame (EV = 5,86, R² = 7,82, α = 0,80), het vierde frame is het akkoord kledingfabrieken frame (EV = 6,14, R² = 7,77, α = 0,76), het vijfde frame is het Rana Plaza compensatie frame

(EV = 6,02, R² = 7,62, α = 0,82) en het zesde frame is het verbeteringsframe (EV = 4,96, R² = 6.28, α = 0,79). Een aantal woorden binnen het zesde frame bleken een te lage factorlading te hebben, namelijk: verantwoordelijkheid, werkomstandigheden en gebouw. Deze woorden corresponderen in lage mate met dit frame en dit is ook te zien in onderstaand figuur doordat de woorden aan de buitenkant van het figuur staan en weinig tot geen verbindingslijnen hebben met andere woorden.

(25)

25 Figuur 6: Semantische kaart van de Nederlandse nieuwsberichten over Benetton

De eerste twee frames (geel en groen) lijken redelijk op zichzelf te staan. Het rode frame (lage lonen) vertoont veel overlap met het witte frame (verbetering). Daarbij vertoont het roze frame (Rana Plaza donatie) veel overlap met het groene frame (compensatie

slachtoffers) en het blauwe frame (akkoord kledingfabrieken). Dit is te verklaren doordat het roze frame over de Rana Plaza ramp gaat en daarom betrekking heeft tot de twee frames die gaan over de slachtoffers van de ramp en het akkoord naar aanleiding van de ramp.

Impliciete frames in Engelse nieuwsberichten

H&M. De zes frames in de Engelse nieuwsberichten van H&M hebben een verklaarde

variantie van R² = 30.33. Hierbij is het hoofdframe het verandering eerlijke lonen frame (EV = 6,11, R² = 7,64, α = 0,82). Belangrijke woorden bij dit frame zijn: eerlijke, minimum, loon,

arbeider, productie en verandering. Het tweede frame is het fabrieksbrand /

arbeidsomstandigheden frame (EV = 5,48, R² = 6,85, α = 0,80). Bij dit frame horen woorden

zoals fabriek, brand, gedood, toestand en conditie. Het derde frame is het Rana Plaza ramp /

(26)

26

kledingindustrie frame (EV = 4,22, R² = 5,28, α = 0,73), het vijfde frame is het Britse kledinghandel frame (EV = 3,75, R² = 4,69, α = 0,69) en het zesde frame is het verbetering omstandigheden fabrieken frame (EV = 3.48, R² = 4.36, α = 0,66).

Figuur 7: Semantische kaart van de Engelse nieuwsberichten over H&M

Ten eerste valt in figuur 7 op dat het gele hoofdframe (verandering eerlijke lonen) veel overlap vertoont met het blauwe frame (merken ethisch frame). Deze twee frames lijken qua betekenis dus veel op elkaar, wat ook klopt aangezien eerlijke lonen met ethiek te maken hebben. Daarbij staat een deel van het roze frame (Britse kledinghandel frame) een stuk van de andere frames af met weinig verbinding met de andere frames, maar vertonen sommige delen van dit frame ook veel overlap met het gele, blauwe en rode frame. Delen van dit frame hebben dus te maken met de andere drie frames en hebben weinig connecties met de rest van het frame.

Primark. Uit de Engelse nieuwberichten over Primark waren in eerste instantie zes

frames gecreëerd, maar omdat het zesde frame een te lage betrouwbaarheid had (α = .57) wordt dit frame niet meegenomen in de analyses. Deze vijf frames hebben samen een

(27)

27

verklaarde variantie van R² = 31.59. Het hoofdframe is hierbij het fabrieksrampen/ tragedie

frame (EV = 7,09, R² = 8,86, α = 0,85). De belangrijke woorden die bij dit frame horen zijn: Bangladesh, veiligheid, fabriek, fabrieken, brand, instorting, gedood en tragedie. Het tweede

frame is het instorting fabriek / doden frame (EV = 6,58, R² = 8,23, α = 0,86). Bij dit frame horen woorden zoals ingestort, mensen, dood, gestorven, lichamen, redder en puin. Het derde frame is het Rana Plaza compensatie frame (EV = 4,49, R² = 5,61, α = 0,77), het vierde frame is het Britse kledinghandel frame (EV = 4.00, R² = 4.99, α = .76) en het vijfde frame is het

lage lonen frame (EV = 3,12. R² = 3,90, α = 0,67). De woorden arbeid en leven in het vijfde

frame bleken een te lage factorlading te hebben en corresponderen dus in lage mate met de rest van het frame.

Figuur 8: Semantische kaart van de Engelse nieuwsberichten over Primark

Het gele frame (fabrieksrampen / tragedie frame) is het dominante frame en in figuur 8 is te zien dat dit frame zich ook in het midden van de semantische netwerkkaart bevindt. Het gele, groene, blauwe en roze frame staan redelijk op zichzelf en vertonen niet heel veel overlap met andere frames. Wel valt op dat het rode frame (Rana Plaza ramp / compensatie) veel overlap met alle vier de andere frames. Dit kan verklaard worden omdat dit frame gaat

(28)

28

over het instorten van de Rana Plaza fabriek en daarom betrekking heeft tot de andere frames die gaan over rampen in kledingfabrieken en lage lonen in de kledingfabrieken. Vooral het gele, groene en rode frame lijken qua onderwerp heel erg op elkaar en dit is ook terug te zien in het figuur. De frames liggen heel dicht bij elkaar en overlappen elkaar enigszins.

Benetton. De zes frames uit de Engelse nieuwsberichten over Benetton hebben samen

een verklaarde variantie van R² = 39,43. Het hoofdframe is het instorting fabriek / doden

frame (EV = 9,24, R² = 12,32, α = 0,90). Belangrijke woorden die bij dit frame horen zijn: gebouw, verdieping, ingestort, fabriek, scheur, mensen, en gedood. Het tweede frame is het Rana Plaza ramp / compensatie frame (EV = 6,89, R² = 9,19, α = 0,88). Bij dit frame horen

woorden zoals Rana, Plaza, ramp, slachtoffer, families, compensatie, fonds, steun en betalen. Het derde frame is het veiligheid fabrieken frame (EV = 5,86, R² = 7,82, α = 0,80). Bij dit frame hebben de woorden overheid en Mango een te lage factorlading en corresponderen daarom in lage mate met de rest van het frame. Het vierde frame is het lonen frame (EV = 4,17, R² = 5.56, α = 0,68), het vijfde frame is het instorting fabriek / doden frame (EV = 3.41,

R² = 4,54, α = 0,67) en het zesde frame is het Benetton campagne frame (EV = 3,00, R² =

4,00, α = 0,75). Opvallend hierbij is dat het eerste frame en het vijfde frame dezelfde naam hebben. Beide frames gaan over de instorting van de kledingfabriek en bevatten woorden als

(29)

29 Figuur 9: Semantische kaart van de Engelse nieuwsberichten over Benetton

Ten eerste valt op in figuur 9 dat het blauwe frame (lonen frame) veel overlap vertoont met het groene frame (Rana Plaza ramp/ compensatie frame) en het rode frame (veiligheid fabrieken frame). De betekenis van het blauwe frame komt dus deels overeen met het rode en groene frame. Daarbij ligt het roze frame (instorting fabriek / doden frame) heel dicht bij het gele frame (instorting fabriek / doden frame) en zijn deze twee frames sterk met elkaar verbonden, wat bevestigt dat deze twee frames qua inhoud erg overeen komen.

In tabel 3 zijn de gevonden impliciete frames in de nieuwsmedia weergegeven. Over het algemeen lijkt in alle gevallen het dominante hoofdframe te gaan over een fabrieksramp en de arbeidsomstandigheden in de fabrieken. De fabrieksrampen en de slechte

arbeidsomstandigheden zijn dus dominante onderwerpen in zowel de Nederlandse als de Engelse nieuwsberichten. Verder komen het lage lonen frame, het compensatie frame en het (verbeteren) veiligheidsframe veel voor. De discours in de media lijkt dus voornamelijk te gaan over de fabrieksrampen in Bangladesh, de slechte arbeidsomstandigheden, de slechte veiligheid en de lage lonen.

Hoewel een aantal van de frames overeenkomen met de frames die gevonden zijn in de persberichten, lijkt er over het algemeen een groot verschil te zitten tussen de frames.

(30)

30

Vooral de dominante frames verschillen veel van elkaar. De frames in de persberichten gaan voornamelijk over verbeteringen in de toekomst, donaties en het veiligheidsakkoord, terwijl frames in de nieuwsberichten voornamelijk gaan over de fabrieksrampen, de slechte

arbeidsomstandigheden en de lage lonen. Beide groepen besteden veel aandacht aan de Rana Plaza ramp, maar de persberichten framen de ramp met initiatieven en oplossingen voor de toekomst en de nieuwsberichten framen de ramp met doden, slechte arbeidsomstandigheden en onveiligheid. Hiermee zijn de tweede en derde onderzoeksvraag beantwoord.

Tabel 3

Impliciete frames in de Nederlandse en Engelse nieuwsmedia

Frame 1

Label frames:

Frame 2

(EV, R², α) Frame 3 Frame 4 Frame 5 Frame 6

Nederlandse nieuwsberichten H&M

Rana Plaza ramp/ slechte arbeidsomstandigheden 6,05; 7,76 0,83 Duurzame kleding 7,51; 5,86 0,81 Arbeiders fabrieken 3,07; 3,94 0,68 Lonen 2,95; 3,78 0,70 Nederlandse winkels 3,53; 2,75 0,66 Nederlandse niewsberichten Primark Verbeteren veiligheid / arbeidsomstandigheden 5,40; 7,10 0,82 Kledingwinkels Nederland 4,88; 6,41 0,71 Lage lonen 4,63; 6,09 0,74

Rana Plaza ramp/ doden 4,13; 5,43 0,78 Schone Kleren campagne 3,86 5,08 0,70 Nederlandse Nieuwsberichten Benetton Fabrieken arbeids-omstandigheden 7,60; 9,63 0,85 Compensatie slachtoffers 6,53; 8,27 0,82 Lonen fabrieks- arbeiders 6,19; 7,84 0,83 Akkoord kledingfabrieken 6,14; 7,77 0,76 Rana Plaza/ compensatie 6,02; 7,62 0,82 Verbeteren omstandigheden 4,96; 6,28 0,79 Engelse nieuwsberichten H&M Verandering eerlijke lonen 6,11; 7,64 0,82 Brand fabriek/ slechte arbeids- omstandigheden 5,48; 6,85 0,80

Rana Plaza ramp/ veiligheid 4,70; 5,88 0,83 Merken ethisch 4,22; 5,28 0,73 Britse kledinghandel 3,75; 4,69 0,69 Verbetering omstandigheden kledingfabrieken 3,48; 4,36 0,66 Engelse nieuwsberichten Primark Rampen fabrieken/ tragedie 7,09; 8,86 0,85 Instorting fabriek/ doden 6,58; 8,23 0,86 Rana Plaza / compensatie 4,49; 5,61 0,77 Britse kledinghandel 4,00; 4,99 0,76

Arbeid lage lonen 3,12; 3,90 0,67 Engelse nieuwsberichten Benetton Instorting fabriek/ doden 9,24; 12,32 0,90

Rana Plaza ramp/ compensatie 6,89; 9,19 0,88 Veiligheid fabrieken Bangladesh 5,86; 7,82 0,80 Lonen 4,17; 5,56 0,68 Instorting fabriek/ doden 3,41; 4,54 0,67 Benetton campagne 3,00; 4,00 0,75

Om antwoord te geven op de twee hypothesen moet gekeken worden naar het verschil tussen de frames in de Nederlandse en Engelse nieuwsberichten. Omdat de frames van de Nederlandse nieuwsberichten per organisatie van elkaar verschillen en de frames van de Engelse nieuwsberichten ook van elkaar verschillen is het moeilijk om hier een eenduidig verschil in aan te tonen. Wel valt het op dat bij alle Nederlandse nieuwsberichten het dominante frame over de slechte arbeidsomstandigheden gaat, terwijl dit bij de Engelse nieuwsberichten niet het geval is. Daarbij lijken frames over de fabrieksrampen vaker voor te

(31)

31

komen in de Engelse nieuwsberichten dan in de Nederlandse nieuwsberichten. Opvallend is ook dat de Engelse nieuwsberichten de rampen vaker framen met woorden zoals doden, slachtoffers en gewonden. Daarbij wordt er in de Engelse nieuwsberichten vaker gesproken over een tragedie. De Engelse nieuwsberichten lijken de onderwerpen daarom soms iets sensationeler te framen. Ondanks dat er veel frames op elkaar lijken of overeenkomen, zijn er ook verschillen aanwezig tussen de frames van de Nederlandse en Engelse nieuwsberichten. Om deze reden wordt de eerste hypothese aangenomen.

In tabel 3 (Appendix 1) is een volledig overzicht te zien van de gevonden frames in de persberichten, de Nederlandse nieuwsberichten en de Engelse nieuwsberichten. Ondanks dat er sprake is van een verschil tussen de frames in de Nederlandse en Engelse nieuwsberichten, is het onduidelijk welke nieuwsberichten de meeste overlap vertonen met de persberichten. In de persberichten wordt voornamelijk gefocust op verbeteringen, veranderingen, compensaties en initiatieven, maar deze frames komen ook voor in zowel de Nederlandse als Engelse nieuwsberichten en in ongeveer dezelfde mate. Om deze reden wordt hypothese 2 verworpen.

Conclusie en discussie

In dit onderzoek is gekeken naar het gebruik van impliciete frames in persberichten van organisaties en Nederlandse en Engelse nieuwsberichten omtrent de slechte

arbeidsomstandigheden in kledingfabrieken in lagelonenlanden. Aan de hand van drie onderzoeksvragen en twee hypothesen is getracht antwoord te geven op de volgende

onderzoeksvraag: Hoe verschillen de frames in persberichten van organisaties met de frames

in krantenberichten omtrent een crisissituatie en wat is hierbij het verschil tussen Nederlandse en Engelse nieuwsberichten?

Ten eerste is uit de resultaten gebleken dat in de persberichten van alle drie de

(32)

32

in de toekomst. Er wordt veel gefocust op de Rana Plaza ramp, maar dan wel met frames die focussen op toekomstige initiatieven en verbeteringen. De frames kunnen verklaard worden doordat organisaties in crisissituaties hun berichten zo proberen te framen dat het de

organisatie in een positief daglicht zet (Schultz, Suddaby & Cornelissen, 2014). Wanneer de organisaties alleen zouden berichten over de rampen en de negatieve gevolgen ervan, zou dit heel negatief zijn voor de organisaties. Door naast op de rampen ook te focussen op

compensaties, initiatieven en verbeteringen in de toekomst, komt de organisatie positiever naar voren.

Ook is er een vergelijking gemaakt tussen de persberichten en de nieuwsberichten. Allereerst is er een zekere overeenkomst tussen de beiden gevonden. Het compensatieframe wordt zowel in de persberichten als in de nieuwsberichten vaak gebruikt en ook het frame rondom het veiligheidsakkoord komt voor in de nieuwsberichten. Daarbij komen er net als in de persberichten ook verbeteringsframes voor in de nieuwsberichten. De overeenkomsten tussen sommige frames kunnen verklaard worden doordat de nieuwsmedia hun berichtgeving deels baseren op informatievoorzieningen van derden, zoals persberichten (Carrol &

McCombs, 2003; Hijmans et al., 2009)

Ondanks dat sommige frames uit de persberichten en de nieuwsberichten

overeenkomen, zijn er ook een aantal fundamentele verschillen gevonden. De hoofdframes in zowel de persberichten als in de nieuwsberichten gaan in bijna alle gevallen over een

fabrieksramp, alleen worden de rampen in de persberichten geframed met compensaties en verbeteringen, en in de nieuwsberichten meer met de slachtoffers en de slechte

arbeidsomstandigheden. Dit verschil komt overeen met bevinden uit voorgaand onderzoek (Liu & Kim, 2011; Schultz et al., 2012; Van der Meer & Verhoeven, 2013). Het verschil in framing tussen de persberichten en de nieuwsberichten kan op verschillende manieren

(33)

33

op het best mogelijke nieuws voor de organisatie creëren (Neijens & Smit, 2006). Daarbij willen journalisten dat hun nieuwsberichten opvallen (Entman, 1993). Als laatste is een negatieve gebeurtenis een factor dat leidt tot meer nieuwswaarde (Harcup & O’neill, 2016) en komen de kledingrampen negatiever naar voren wanneer wordt gesproken over het aantal slachtoffers en de slechte arbeidsomstandigheden.

Als laatste is gebleken dat er een redelijk verschil is tussen de frames in de Engelse en Nederlandse nieuwsberichten. De hoofdframes in de Nederlandse nieuwsberichten gaan allemaal over de slechte arbeidsomstandigheden, terwijl de hoofdframes in de Engelse nieuwsberichten gaan over de fabrieksramp in combinatie met de doden en over eerlijkere lonen. Het dominante discours in de nieuwsberichten van de twee landen verschilt daarom van elkaar. In de nieuwsberichten van beide landen wordt veel gefocust op fabrieksrampen, maar in de Engelse nieuwsberichten wordt er vaker gesproken over het aantal doden en slachtoffers en worden er vaker woorden gebruikt zoals tragisch en tragedie. Hieruit wordt geconcludeerd dat de Engelse nieuwsmedia de rampen enigszins sensationeler framen dan de Nederlandse nieuwsmedia. Dit kan verklaard worden aan de hand van het commerciële mediasysteem van Engeland dat zich in een competitiever klimaat bevindt dan het Nederlandse mediasysteem (Esser, 2008).

Huidig onderzoek is een toevoeging aan de bestaande PR- en medialiteratuur over framing. Naast dat er een vergelijking is gemaakt tussen frames in persberichten, Nederlandse nieuwsberichten en Engelse nieuwsberichten is er gebruik gemaakt van een nieuwe

onderzoeksmethode die het mogelijk maakt om grote aantallen teksten te analyseren. In tegenstelling tot een handmatige inhoudsanalyse, waarbij alleen manifeste frames kunnen worden onderzocht, is er bij deze inhoudsanalyse gezocht naar latente frames en de

(34)

34

computer geassisteerde programma’s is deze manier van het zoeken naar frames dus geheel objectief en verhoogt daarmee de betrouwbaarheid van dit onderzoek.

Desondanks zijn er ook een aantal beperkingen aan dit onderzoek. Ondanks dat het vinden van de frames geheel objectief gebeurt, ligt de interpretatie van de gecreëerde frames volledig bij de onderzoeker. Dit komt doordat de statistische achtergrond nog niet ver genoeg is ontwikkeld om de interpretatie aan de hand van statistische eisen te kunnen doen (Vlieger & Leydesdorff, 2012). Hierdoor is de interpretatie van de frames een subjectief proces en valt dus binnen het veld van kwalitatief onderzoek. De benoemde frames in dit onderzoek zijn een interpretatie van de onderzoeker en hadden door een andere onderzoeker wellicht enigszins anders geïnterpreteerd kunnen worden.

Daarbij blijkt uit de resultaten van dit onderzoek dat de verklaarde varianties van de frames uit de persberichten aanzienlijk hoger zijn dan de verklaarde varianties van de frames uit de nieuwsberichten. Dit houdt in dat de gevormde frames uit de persberichten een

aanzienlijk groter deel van het discours in de persberichten bepalen. De discoursen van de nieuwsberichten zijn dus breder dan alleen de frames die in dit onderzoek gedefinieerd zijn, aangezien die allemaal een verklaarde variantie van ongeveer R² = 30 hebben. De overige 70% is dus niet verklaard door de gedefinieerde frames. De reden hiervoor is dat de nieuwsberichten uit veel meer teksten bestonden dan de persberichten. Daarbij zijn er nieuwsberichten gebruikt over een lange tijdsperiode. Ondanks dat alle berichten gecontroleerd zijn op inhoud, zullen veel van de nieuwsberichten deels ook andere

onderwerpen hebben beslagen. Dit komt vooral omdat het onderwerp in huidig onderzoek breed was en verschillende velden besloeg. Meerdere rampen en meerdere landen behoorden tot dit onderwerp. Om deze redenen verklaren de frames uit de nieuwsberichten waarschijnlijk een kleiner deel van de variantie.

(35)

35

In de toekomst zou meer onderzoek gedaan kunnen worden naar deze vorm van computer geassisteerde inhoudsanalyses. Op deze manier zou wellicht een statistische manier van interpreteren ontwikkeld kunnen worden wat de betrouwbaarheid van de interpretaties zou verbeteren (Van der Meer, Verhoeven, Beentjes & Vliegenthart, 2014). De interpretaties zouden ook gecontroleerd kunnen worden aan de hand van extra onderzoekers. Net als bij een handmatige inhoudsanalyse, waarbij de intercodeurbetrouwbaarheid berekend kan worden om zo de betrouwbaarheid van het onderzoek te verhogen. Wanneer meerdere onderzoekers de frames op de zelfde manier, afzonderlijk van elkaar, interpreteren, komt dit de

betrouwbaarheid van de interpretaties ten goede. Daarbij is het voor vervolgonderzoek aan te raden om een eenduidige ramp of crisissituatie te onderzoeken. De huidige crisissituatie betrof een vrij lange tijdsperiode en had betrekking tot meerdere rampen op verschillende plekken. Hierdoor kwamen de verklaarde varianties van de frames uit de nieuwsberichten in het geding. Wanneer er juist naar één ramp of eenduidige crisissituatie wordt gekeken, verklaren de frames wellichte en groter deel van de variantie.

Dit onderzoek geeft weer welke frames organisaties gebruiken omtrent een crisissituatie en in hoeverre deze frames gebruikt worden door de nieuwsmedia. Dit helpt zowel PR professionals als journalisten bij de realisatie in hoeverre frames overgenomen worden in tijden van crisis. Daarbij geeft dit onderzoek zowel de frames in Nederlandse nieuwsberichten als in Engelse nieuwsberichten weer. Dit kan interessant zijn voor

organisaties die zowel in Nederland als in Engeland opereren. Op deze manier kunnen de PR professionals van deze organisaties zien hoe de Nederlandse en Engelse nieuwsmedia gebruik maken van frames in hun nieuwsberichten omtrent een crisissituatie en in hoeverre deze frames overeenkomen met de frames uit de persberichten. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen daarom zowel voor PR professionals als voor de nieuwsmedia en journalisten interessant zijn.

(36)

36 Literatuur

Abbring, J. H., & Van Ours, J. C. (1994). Selling news and advertising space: The economics of Dutch newspapers. De economist, 142(2), 151-170.

Andsager, J. L. (2000). How interest groups attempt to shape public opinion with competing news frames. Journalism & Mass Communication Quarterly, 77(3), 577-592.

An, S. K., & Gower, K. K. (2009). How do the news media frame crises? A content analysis of crisis news coverage. Public Relations Review, 35, 107–112.

Baden, C., & Schultz, F. (2013). Institutional Justification in Frames. In The 63rd Annual

International Communication Association Conference. ICA 2013.

Berkowitz, D., & Adams, D.B. (1990) Information subsidy and agenda-building in local television news. Journalism & Mass Communication, 67(4), 723-731.

Blyskal, H. B., & Blyskal, M. (1985). PR: How the Public Relations Industry Writes the News. Morrow, New York.

Butler, S. (2016, 28 januari). Bangladesh fashion factory safety work severely behind schedule. The Guardian. Geraadpleegd op 15 april 2016, van

https://www.theguardian.com/world/2016/jan/28/bangladesh-factory-safety-scheme-stalls

Cameron, G.T., Sallot, L.M., & Curtin, P.A. (1997) Public relations and the production of news. Communication Yearbook 20, 111-155. Thousand Oaks, CA: Sage.

Carroll, C. E., & McCombs, M. (2003). Agenda-setting effects of business news on the public's images and opinions about major corporations. Corporate Reputation Review,

6(1), 36-46.

Coombs, W. T. (2006). The protective powers of crisis response strategies: Managing reputational assets during a crisis. Journal of Promotion Management, 12, 241–260.

(37)

37

Coombs, W. T. (2007). Protecting organization reputations during a crisis: The development and application of situational crisis communication theory. Corporate Reputation

Review, 10(3), 163–176.

Coombs, W. T., & Holladay, S. J. (2005). An exploratory study of stakeholder emotions: Affect and crises. Research on emotion in organizations, 1, 263-280.

Cornelissen, J. P., Caroll, C., & Elving, W. J. L. (2010). Making sense of a crucial interface: Corporate communication and the news media. In Media, Organizations and

Identity (pp. 129-145). Palgrave Macmillan UK.

Cornelissen, J. (2014). Corporate communication: A guide to theory and practice. Sage. Deephouse, D.L., & Carroll, C.E. (2007). What makes news fit to print: A five-level

framework predicting media visibility and favorability of organizations. Working paper.

Dowling, G. (2002). Creating Corporate Reputations: Identity, Image, and Performance. Oxford: University Press, New York.

Dutton, J. E., & Dukerich, J. M. (1991). Keeping an eye on the mirror: Image and identity in organizational adaptation. Academy of Management Journal, 517–554.

Entman, R. M. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of

Communication, 43(4), 51–58.

Entman, R.M. (2003). Cascading activation: Contesting the White House’s frame after 9/11.

Political Communication, 20(4), 415-432. doi:10.1080/10584600390244176

Esser, F. (2008). Dimensions of political news cultures: Sound bite and image bite news in France, Germany, Great Britain, and the United States. The International Journal of

Press/Politics, 13(4), 401-428.

(38)

38

Congo, Cuba and Cyprus crises in four Norwegian newspapers. Journal of

International Peace Research 1, 64–91.

Gans, H. (1979). Deciding What's News: A Study of CBS Evening News. NBC Nightly

News, Newsweek and Time. New York: Vintage Books.

Gorp, B. van. (2007). Het reconstrueren van frames via inductieve inhoudsanalyse: uitgangspunten en procedures. Kwalon, 12(2), 13-18.

Hallahan, K. (1999). Seven models of framing: Implications for public relations. Journal of

public relations research, 11(3), 205-242.

Hallin, D. C., & Mancini, P. (2004). Comparing media systems: Three models of media and politics. Cambridge University Press.

Harcup, T., & O'Neill, D. (2016). What is news? News values revisited (again).Journalism

Studies, 1-19.

Hellsten, I., Dawson, J., & Leydesdorff, L. (2010). Implicit media frames: Automated analysis of public debate on artificial sweeteners. Public Understanding of

Science, 19(5), 590-608.

Hijmans, E., Schafraad, P., Buijs, K., & d’Haenens, L. (2009). Nieuwsbronnen en de kwaliteit

van de journalistiek. Een verkennende analyse van binnenlandse nieuwsonderwerpen in vier Nederlandse dagbladen. Journalistiek in diskrediet, 41-66. Diemen: Uitgeverij AMB.

Hobsbawm, J. (2006). Inside out information Where the Truth Lies. Trust and Morality in PR

and Journalism, 118 – 129. Atlantic Books.

Hutton, J.G., Goodman, M.B., Alexander, J.B., & Genest, C.M. (2001). Reputation management: the new face of corporate public relations? Public Relations Review,

27(3), 247-261.

(39)

39

Lies - Trust and Morality in PR and Journalism, 130 – 135. Atlantic Books.

Kleinnijenhuis, J., Schultz, F., Utz, S., & Oegema, D. (2013). The mediating role of the news in the BP oil spill crisis 2010: How US news is influenced by public relations and in turn influences public awareness, foreign news, and the share price. Communication

Research, 0093650213510940.

Krippendorff, K. (1980), Content Analysis: An Introduction to Its Methodology. Thousand Oaks, CA: Sage.

Leydesdorff, L. (2001). The Challenge of Scientometrics: The development, measurement,

and self-organization of scientific communications. Universal-Publishers.

Liu, B. F., & Kim, S. (2011). How organizations framed the 2009 H1N1 pandemic via social and traditional media: implications for US health communicators. Public Relations

Review, 37, 233–244.

Meer, T. G. van der, & Verhoeven, P. (2013). Public framing organizational crisis situations: Social media versus news media. Public Relations Review,39(3), 229-231.

Meer, T.G.L.A. van der, Verhoeven, P., Beentjes, H., & Vliegenthart, R. (2014). When frames align: The interplay between PR, news media, and the public in times of crisis. Public Relations Review, 40 (5), 751-761. doi: 10.1016/j.pubrev.2014.07.008 Neijens, P., & Smit, E. (2006). Dutch public relations practitioners and journalists:

Antagonists no more. Public Relations Review, 32(3), 232-240.

NOS. (2013, 9 september). Negen doden bij brand in kledingfabriek Bangladesh. Geraadpleegd op 13 april 2016, van http://nos.nl/video/560312-negen-doden-bij-brand-in-kledingfabriek-bangladesh.html

NOS. (2015, 8 augustus). Schadevergoeding voor instorting Bangladesh rond. Geraadpleegd op 15 april 2016, van http://nos.nl/artikel/2040285-schadevergoeding-voor-instorting-bangladesh-rond.html

(40)

40

NU. (2013, 24 april). Meer dan 100 doden door instorten gebouw. Geraadpleegd op 14 april 2016, van http://www.nu.nl/buitenland/3405088/meer-dan-100-doden-instorten-gebouw-.html

Pattriotta, G., Gond, J. P., & Schultz, F. (2011). Maintaining legitimacy: Controversies, orders of worth and public justifications. Journal of Management Studies, 48, 1804–1836. Prenger, M., Valk, L. van der, Vree, F. van, & Wal, L. van der. (2011). Gevaarlijk spel. De

verhouding tussen pr & voorlichting en journalistiek. Diemen: Uitgeverij AMB. Riepma, S. (2012, 23 september). Halfnaakte vrouwen bestormen kledingzaken. Het Parool.

Geraadpleegd op 15 april 2016, van http://www.parool.nl/amsterdam/halfnaakte-vrouwen-bestormen-kledingzaken~a3320917/

Scheufele, D. A. (1999). Framing as a theory of media effects. Journal of Communication, 49, 103–122.

Scheufele, D. A., & Tewksbury, D. (2007). Framing, agenda setting, and priming: The evolution of three media effects models. Journal of communication, 57(1), 9-20. Schone Kleren. (2013). Het Bangladesh Veiligheidsakkoord: een baanbrekend initiatief voor

veilige fabrieken. Geraadpleegd op 14 april 2016, van

http://www.schonekleren.nl/nieuws/2013/het-bangladesh-veiligheidsakkoord-een-baanbrekend-initiatief-voor-veilige-fabrieken

Schultz, F., Utz, S., & Göritz, A. (2011). Is the medium the message? Perceptions of and reactions to crisis communication via twitter, blogs and traditional media. Public

relations review, 37(1), 20-27.

Semetko, H. A., & Valkenburg, P. M. (2000). Framing European politics: A content analysis of press and television news. Journal of communication, 50(2), 93-109.

(41)

41

framing in the BP crisis: A semantic network analysis of associative frames. Public

Relations Review, 38(1), 97-107.

Schultz, F., Suddaby, R., & Cornelissen, J. P. (2014). The role of business media in constructing rational myths of organizations. Organizations and the Media:

Organizing in a Mediatized World, 30, 13.

Schulz, W. (1976). Die Konstruktion von Realität in den Nachrichtenmedien: Analyse der aktuellen Berichterstattung. Freiburg: Alber.

Semetko, H. A., & Valkenburg, P. M. (2000). Framing European politics: A content analysis of press and television news. Journal of Communication, 50(2), 93-109.

Sigal, L. (1973). Reporters and Officials: The Organizations and Politics of Newsmaking, Lexington MA, Boston, US: D.C. Heath and Company.

Temple, M. (2008). The British Press. McGraw-Hill International.

Vasterman, P. (1995). Media hypes: A framework for the analysis of publicity waves.

Vlieger, E., & Leydesdorff, L. (2012). Visualization and Analysis of Frames in Collections of Messages: Content Analysis and the. Research Methodologies, Innovations and

Philosophies in Software Systems Engineering and Information Systems, 321.

Vreese, C. H. (2003). Framing Europe: television news and European integration. Weick, K. E. (1995). Sensemaking in organizations. Thousand Oaks, CA: Sage. White, D.M. (1950) The gatekeeper: a case study in the selection of news. People,

Society and Mass Communications, 160-171. London: The Free Press of Glencoe. White, J., & Hobsbawn, J. (2007). Public relations and journalism. the unquiet relationship – a

view from the United Kingdom. Journalism Practice, 1(2), 283-292.

Zantingh, P. (2012, 25 november). Meer dan honderd doden bij brand in kledingfabriek in Bangladesh. NRC. Geraadpleegd op 15 april 2016, van

(42)

42

http://www.nrc.nl/nieuws/2012/11/25/meer-dan-honderd-doden-bij-brand-in-kledingfabriek-bangladesh

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hypothesis 7: Firm size moderates the relationship between the presence of laws and regulations that promote higher levels of shareholder protection, and SMEs’ adoption

Als eerste blijkt uit de interviews dat er een openheid is aan thema’s waarbinnen sleutelpersonen actief zouden kunnen zijn. Dit heeft te maken met de situatie van Nijmegen, waar

Mycophenolate mofetil, when administered to the correct subgroup of patients, is an effective and safe alternative for cyclophosphamide in the treatment of relapses of PR3 and

Case study results indicate that proposed control method significantly in- creases the match of electricity demand with volatile supply by shifting electric loads and taking advantage

Heuner, Maike; Silinski, Alexandra; Schoelynck, Jonas; Bouma, Tjeerd J.; Puijalon, Sara; Troch, Peter; Fuchs, Elmar; Schroder, Boris; Schroder, Uwe; Meire, Patrick.. Published in:

The objective of this study is to describe, illustrate, and compare different approaches for handling compet- ing risks in DES models informed by uncensored IPD. The comparison

To efficiently process up-sampled LR image in the NTIRE 2019 Real Super-Resolution challenge dataset, we reshape the input image via an inverse pixel-shuffle operation (de-

Based on the observed (2  2) structure and the small bandgap opening, we suggest that only half of the upward buckled Ge atoms are hydrogenated, resulting in a hydrogen coverage of