• No results found

Sensorische en instrumentele meting van de smaak van enkele rassen cherrytomaat 1997

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Sensorische en instrumentele meting van de smaak van enkele rassen cherrytomaat 1997"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Li'

Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente Vestiging Naaldwijk

Kruisbroekweg 5, Postbus 8, 2670 AA Naaldwijk Tel 0174-636700, fax 0174-636835

SENSORISCHE EN INSTRUMENTELE METING VAN DE SMAAK

VAN ENKELE RASSEN CHERRYTOMAAT 1997

Project 2527 W. Verkerke M. Kersten Naaldwijk, oktober 1998 Intern verslag 1 56

, - Z ^ M 8 ^

(2)

INHOUD

SAMENVATTING 2 1. INLEIDING 3 2. MATERIAAL EN METHODEN 3 3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 4 3.1 SMAAKPROEVEN 4 3.2 FYSISCHE EN CHEMISCHE BEPALINGEN 6

3.3 CORRELATIES EN MODELLEN 1 2

4. CONCLUSIES 16 LITERATUUR 16

(3)

SAMENVATTING

Enkele rassen cherrytomaat werden onderzocht met het PBG consumentenpanel. Aanvullend werden enkele chemische en textuur parameters bepaald. Het effect van balksnelheid op de textuurparameters werd onderzocht. Met behulp van het PBG smaakmodel en een provisorisch model voor de smaak van cherrytomaten werd de aangenaamheid berekend.

De smaak van Goldita en Pruim cherry was het minst. DRS C, Nektar, 71 en Favorita werden het best beoordeeld. Er kwamen karakteristieke bijsmaken, een overmatige zuurheid en extreem harde vruchtwanden voor, maar met deze

eigenschappen houdt het PBG smaakmodel geen rekening. Dit PBG smaakmodel is daarom niet bruikbaar voor de hier onderzochte range aan cherrytomaten. Een provisorische model voor cherrytomaten presteerde in deze proef beter, maar dit model is waarschijnlijk niet bruikbaar voor andere datasets.

(4)

1

INLEIDING

Door Dhr. G. Vermeer werden enkele rassen cherrytomaat geleverd waarmee smaakonderzoek werd uitgevoerd met het PBG consumentenpanel. Daarnaast werden de refractie, het gehalte aan titreerbaar zuur en het percentage sap bepaald en werden de textuur-eigenschappen van de vrucht gemeten met de druk-trekbank. Met behulp van het PBG smaakmodel (Verkerke, 1 9 9 7 ; Verkerke & Janse, 1 9 9 7 ; Verkerke et al., 1998) en een provisorisch model voor de smaak van cherrytomaten werd uit instrumentele parameters de aangenaamheid berekend. Daarnaast werd het effect van balksnelheid op de textuur parameters onderzocht.

2. MATERIAAL EN METHODEN (Tabel 1, 2)

Tabel 1 Rassen, herkomst en tussenplanting.

nummer ras herkomst tussengeplant

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 71 71 rood Favorita 66 Nektar Conchita DRS C 65 54 Goldita Aranca Pruim cherry G. Vermeer G. Vermeer G. Vermeer G. Vermeer G. Vermeer K. 't Hoen G. Vermeer G. Vermeer G. Vermeer G. Vermeer C. v.d. Lans C. v.d. Lans ja ja nee ja ja ja nee ja ja nee nee nee

Tabel 2 - Datum van levering, smaakproef en instrumentele metingen

september oktober

geleverd smaakproef

aantal consumenten instronmetingen

ingevroren voor chemische analyse op

15-09 16-09 30 16-09 16-09 7-10 10-10 28 10-10 10-10

De sensorische beoordeling, de textuurmetingen en de chemische analyses werden uitgevoerd zoals beschreven in Verkerke et al. ( 1 9 9 8 ) .

(5)

3 . R E S U L T A T E N EN D I S C U S S I E (Tabel 3 1 1 , Figuur 1 4) 3.1 SMAAKPROEVEN (Tabel 3, 4, Figuur 1)

Tabel 3 - Aangenaamheid van 12 rassen cherrytomaat in september en oktober en

het gemiddelde van de proevers die beide malen hebben deelgenomen.

nr ras september oktober gemiddeld

58 61

67 65

69 67

60 59

69 68

58 49

69 72

62 60

56 60

43 43

57 58

43 47

59 59

* » * » » # 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 gem P 71 71 rood Favorita 66 Nektar Conchita DRS C 65 54 Goldita Aranca Pruim cherry LSD 5%

interactie datum x ras • » » _ p<0.001 66 63 69 62 69 45 73 62 67 51 59 56 62 # * • 4 » » #

De twee smaakproeven zijn niet helemaal vergelijkbaar omdat in september de vruchten al na 1 dag werden geproefd en eigenlijk nog iets te weinig

doorgekleurd waren. De tweede smaakproef is drie dagen na aanleveren uitgevoerd. Deze partij was uniformer, hoewel 71 rood wellicht weer iets te zacht was geworden (zie Tabel 4). Toch geeft over het geheel genomen de tweede smaakproef de rasverschillen waarschijnlijk beter weer.

In de eerste smaakproef hebben DRS C, Nektar en Favorita de beste smaak. De smaak van Conchita, Goldita en de Pruim cherry is minder (Tabel 3, Figuur 1). In de tweede smaakproef hebben 71 rood geoogst, Favorita, Nektar en DRS C de beste smaak; Pruim cherry en Goldita zijn het minst (Tabel 3, Figuur 1).

In de oktober scoren Pruim cherry, Goldita, 54 relatief lager en komt Conchita relatief hoger uit. Waarschijnlijk was in oktober het totale smaakniveau hoger (zie ook Tabel 5) zodat de verschillen met de minder smakende rassen duidelijker door het panel werden opgemerkt.

Rood oogsten van ras 71 verbetert de smaak in oktober; in september kon dit effect niet door het panel worden vastgesteld.

(6)

Tabel 4 - Overzicht van de opmerkingen gemaakt door de deelnemers van het PBG consumentenpanel. nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 ras 71 71 rood Favorita 66 Nektar Conchita DRSC 65 54 Goldita Aranca Pruim cherry september aroma fris, sappig zoet stugge schil. sappig zuur

stug, hard, bijsmaak zoet, zuur

zoet

stugge schil zuur

iets melig

stugge schil. hard, melig

oktober

zuur, weinig smaak taaie schil, zoet, te zacht iets sappig, taaie schil smaakvol, zuur, taaie schil zoet, zuur

weinig smaak, hard, taaie schil zoet, iets taaie schil

zuur, hard, wrang zuur

vieze bijsmaak, te zuur zoet, te zacht, melig

zeer hard, melig, zuur, taaie schil Er werden relatief veel opmerkingen gemaakt over bijsmaken.

Opvallend is de zure smaak van Goldita, 54 en 65.

Tussen de cherrytomaten valt Aranca op als relatief zacht en melig. Conchita en Pruim cherry worden als stug en hard omschreven.

| september | oktober

Figuur 1 - De sensorische aangenaamheid van de t w e e inzetten

op volgorde van aangenaamheid in oktober. De beste rassen zijn 71 rood geoogst, Nektar, Favorita en DRS C (resp nr 2 , 5, 3, 7). De minst lekkere rassen zijn Pruim cherry en Goldita (nr 12 en 10).

(7)

3.2 FYSISCHE EN CHEMISCHE BEPALINGEN (Tabel 5 - 9, Figuur 2)

Tabel 5 - Diameter, vruchtgewicht, refractie en gehalte titreerbaar zuur van 12 rassen

cherrytomaat. Diameter van de vrucht D (mm), gemiddeld vruchtgewicht G (alleen in oktober, g), refraktie R (°Brix) en het titreerbaar zuur TZ (mmol

H3O+/100g). ras 71 71 rood Favorita 66 Nektar Conchita DRS C 65 54 Goldita Aranca Pruim cherry gem SD P LSD 5% nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 september D 37 37 29 30 28 32 29 31 31 28 40 30 32 4 R 5.6 6.2 6.3 6.0 6.0 5.7 6.7 5.4 6.0 5.7 6.5 6.8 6.1 0.4 TZ 10.2 8.5 9.2 11.3 10.6 9.7 9.1 11.5 11.4 11.5 8.0 9.8 10.1 1.2 oktober D 37 37 30 31 32 35 30 32 30 28 42 32 33 4 G 25 27 15 16 16 20 14 17 15 13 38 23 20 7 R 6.0 6.8 6.4 6.4 6.7 6.7 6.3 5.8 6.6 6.2 6.8 7.2 6.5 0.4 TZ 9.8 8.9 10.4 12.2 11.5 9.4 10.2 11.0 12.3 11.9 8.4 9.7 10.5 1.2 gemiddeld D 37 37 30 31 30 34 30 32 31 28 41 31 33 * » * 2 R 5.8 6.5 6.4 6.2 6.3 6.2 6.5 5.6 6.3 5.9 6.7 7.0 6.3 * * 0.5 TZ 10.0 8.7 9.8 11.8 11.0 9.6 9.6 11.2 11.8 11.7 8.2 9.8 10.3 # * * 0.9

In de t w e e d e inzet was de refractie en het gehalte titreerbaar zuur gemiddeld iets hoger.

Een hoge refractie hebben ras 71 rood, DRS C, Aranca en Pruim cherry; de laagste refractie hebben de rassen 71 en 6 5 .

Door rood t e oogsten neemt de refractie flink toe in ras 7 1 .

Het hoogste gehalte aan titreerbaar zuur komt voor bij de rassen 6 5 , 6 6 , 5 4 en Goldita; het laagste bij 71 rood geoogst en bij Aranca.

(8)

Tabel 6 - Fysische parameters van 12 rassen cherrytomaat bij 2 verschillende

balksnelheden gemeten aan de oogst van september. Dikte van het ponsje Dp (mm), helling van curve Hp (N/mm), kracht tot breuk bij het ponsje Fbp (N), compressie tot breuk van het ponsje Cbp (mm), energie tot breuk van het ponsje Ebp (J), percentage sap geperst uit het pericarp %Sap (%).

ras 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 gem SD v = Dp 4.7 4.6 3.8 3.7 3.8 4.9 4.1 4.2 4.0 3.5 5.0 4.3 4.2 0.5 30 mm/minuut Hp 139.99 100.9 173.2 164.7 144.9 200.2 95.6 135.6 102.6 106.6 46.2 155.3 130.4 40.1 Fbp Cbp Ebp ' 156.0 1.48 182.2 107.2 1.24 110.5 161.2 1.21 154.5 145.3 1.04 119.3 140.2 1.11 124.2 247.8 1.43 253.2 112.4 1.34 118.1 141.5 1.19 137.3 100.2 1.11 93.8 103.4 1.13 96.5 67.0 1.65 94.9 174.7 1.29 170.0 138.1 1.27 137.9 44.3 0.17 44.5 %Sap 69 70 63 51 52 56 63 49 47 42 44 28 53 12 v = Dp 4.8 4.7 4.0 3.8 4.0 4.5 4.3 4.4 4.1 3.7 5.1 4.5 4.3 0.4 60 mm/minuut Hp 137.7 94.4 196.0 226.2 195.0 250.7 113.0 151.8 123.1 125.7 47.1 182.4 153.6 55.9 Fbp 182.9 109.3 199.1 203.1 175.3 289.6 147.9 169.6 115.5 128.8 61.8 198.1 165.1 55.9 Cbp 1.56 1.53 1.29 1.10 1.03 1.36 1.56 1.30 1.09 1.16 1.45 1.25 1.31 0.18 Ebp 203.2 135.8 195.4 170.0 142.3 285.2 169.1 169.3 107.0 114.5 76.4 188.0 163.0 52.1 %Sap 68 69 63 54 54 61 62 51 49 43 40 29 53 11

De balksnelheid heeft een grote invloed op de waarden van Hp en Fbp en Ebp, omdat bij hogere snelheid de kracht zich minder goed kan verdelen over de ponsjes en verder gaat oplopen voordat er breuk ontstaat.

Bij een hogere balksnelheid is de helling Hp steiler; de breekkracht Fbp en de energie bij breuk Ebp zijn hoger.

De balksnelheid heeft geen invloed op de gemeten dikte pericarp Dp, de compressie bij breuk Cbp en het % Sap.

(9)

Tabel 7 - Fysische parameters aan 12 rassen cherrytomaat bij 2 verschillende

balksnelheden gemeten aan de oogst van oktober 1997. Dikte van het ponsje Dp (mm), helling van curve Hp (N/mm), kracht tot breuk bij het ponsje Fbp (N), compressie tot breuk van het ponsje Cbp (mm), energie tot breuk van het ponsje Ebp (J), percentage sap geperst uit het pericarp %Sap(%). ras 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 gem SD v = Dp 4.8 4.3 4.1 3.9 3.9 5.3 4.1 4.5 4.0 3.5 5.4 5.0 4.4 0.6 10 mm/minuut Hp 57.4 47.6 135.7 161.6 126.5 131.5 102.0 121.2 91.3 99.9 36.3 71.1 98.5 37.3 Fbp 70.7 46.6 140.1 147.0 114.1 168.2 92.0 116.7 77.0 90.9 49.2 90.1 100.2 36.7 Cbp 1.50 1.16 1.33 1.07 1.02 1.57 1.12 1.11 1.00 1.07 1.53 1.56 1.25 0.22 Ebp 91.3 58.4 152.3 124.4 95.8 200.3 93.1 112.2 74.4 83.4 69.7 110.1 105.4 37.6 %Sap 61 73 62 44 47 60 61 52 47 44 44 27 52 12 v = 30 mm/minuut Dp 4.8 4.7 4.0 3.5 4.0 5.0 3.9 4.0 3.9 3.6 5.5 4.9 4.3 0.6 Hp 60.9 64.9 198.1 243.1 160.0 165.0 126.1 162.8 117.0 125.1 35.6 141.4 133.3 56.8 Fbp 88.2 71.5 202.5 183.8 146.4 184.5 123.4 160.4 108.0 109.9 49.8 173.4 133.5 47.1 Cbp 1.80 1.34 1.38 0.96 1.13 1.38 1.31 1.19 1.13 0.98 1.56 1.43 1.30 0.23 Ebp 118.8 87.6 213.3 143.2 130.5 195.3 135.9 147.0 102.3 92.4 70.5 179.4 134.7 42.3 %Sap 60 67 59 46 50 58 60 48 47 39 30 25 49 12

Bij een hogere balksnelheid is de helling Hp steiler; de breekkracht Fbp en de energie bij breuk Ebp zijn hoger.

De balksnelheid heeft geen invloed op de gemeten dikte pericarp Dp, de compressie bij breuk Cbp en het % Sap.

Bij alle gebruikte balksnelheden was de breuk goed waarneembaar. Het is op grond van deze data niet uit te maken welke balksnelheid de beste resultaten geeft.

(10)

Tabel 8 - Het effect van balksnelheid v (mm/min) op enkele textuurparameters bij twee

inzetdata. Dikte vruchtwand Dp (mm), Helling kracht/deformatiecurve Hp (N/mm), breekkracht vruchtwand Fbp (N), compressie bij breuk Cbp (mm). Energie onder curve bij breuk Ebp (mJ), Percentage indrukking bij einde compressie %SNe, kracht bij einde compressie Fe (N) en % Sap.

inzet oktober P LSD 5% september P LSD 5% V 10 30 30 60 Dp 4.4 4.3 NS 4.2 4.3 NS 14 Hp 99 133 * » » 130 154 * * 11 Fbp 100 134 » » » 138 165 # # * Cbp 1.25 1.30 NS 1.27 1.31 NS 12 Ebp 105 135 # • » 138 163 * * » 0.03 %SNe 97 95 * # * 102 102 * » * 15 Fe 908 921 * »* 922 941 * % Sap 52 49 NS 53 53 NS

De balksnelheid heeft geen invloed op de gemeten dikte pericarp Dp, de compressie bij breuk Cbp en het % Sap. Bij een hogere snelheid is de helling Hp steiler, de

breekkracht Fbp hoger, vooral bij de hardere rassen (Figuur 2). De energie bij breuk Ebp is hoger, en de eindkracht Fe is hoger door de grotere overshoot van de Instron. Toch heeft dit vrijwel geen effect op het % Sap (Tabel 6, 7).

Figuur 2 - Het effect van de balksnelheid v (mm/min)

(11)

Tabel 9 - Fysische parameters gemiddeld van september en oktober 1997 aan 12

rassen cherrytomaat bij balksnelheid v = 30 (mm/min). Dikte van het ponsje Dp (mm), helling van curve Hp (N/mm), kracht tot breuk bij het ponsje Fbp (N), compressie tot breuk van het ponsje Cbp (mm), energie tot breuk van het ponsje Ebp (J), percentage sap geperst uit het pericarp %Sap(%). ras 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Dp 4.8 4.7 3.9 3.6 3.9 5.0 4.0 4.1 4.0 3.6 5.3 4.6 Hp 100 83 186 204 152 183 111 149 110 116 41 148 Fbp 122 89 183 165 143 216 118 151 104 107 58 174 Cbp 1.64 1.29 1.30 1.00 1.12 1.41 1.33 1.19 1.12 1.06 1.61 1.36 Ebp 151 99 184 131 127 224 127 142 98 94 83 175 %Sap 65 69 61 49 51 57 61 49 47 41 37 27 LSD 5% september oktober datum 0.4 4.2 4.3 NS 63 130 133 NS 55 138 134 NS 0.20 1.27 1.30 NS 54 138 135 NS 7 53 49 NS Bij dezelfde balksnelheid zijn de fysische parameters en het % Sap tussen de t w e e inzetdata niet significant verschillend.

(12)

3.3 CORRELATIES EN MODELLEN (Tabel 1 0 - 1 1 , Figuur 3, 4)

Tabel 10 - Correlaties tussen de aangenaamheid en enkele instrumentele parameters

bij de twee inzetten (september en oktober). Diameter van de vrucht D (mm), refraktie R (°Brix) titreerbaar zuur TZ (mmol H30+/ 100 g), dikte van

het ponsje Dp (mm), helling van curve Hp (N/mm), kracht tot breuk bij het ponsje Fbp (N), compressie tot breuk van het ponsje Cbp (mm), energie tot breuk van het ponsje Ebp (mJ), % Sap geperst uit het pericarp.

D R TZ Dp Hp Fbp Cbp Ebp %Sap september - 0 . 0 9 0.27 - 0 . 0 8 v = 60 - 0 . 0 8 - 0 . 2 6 0.33 0.09 - 0 . 3 0 0.37 v = 30 - 0 . 2 9 - 0 . 2 5 - 0 . 4 3 - 0 . 2 0 - 0 . 4 5 0.43 oktober 0.04 - 0 . 1 9 - 0 . 0 3 v = 30 - 0 . 1 9 - 0 . 0 1 - 0 . 1 0 0.12 - 0 . 0 3 0.59 v = 10 - 0 . 2 3 0.07 -0.11 - 0 . 3 6 - 0 . 2 2 0.55

Significante positieve correlaties worden gevonden tussen de aangenaamheid en de refractie en het percentage sap (R, % Sap).

Negatieve correlaties worden gevonden met de energie bij breuk (Ebp). In september is de Helling Hp negatief en de breekkracht v r u c h t w a n d Fbp positief gecorreleerd met de aangenaamheid, maar in oktober niet. Bovendien is bij een balksnelheid van 10 mm/minuut de correlatie negatief.

In oktober is de compressie bij breuk Cbp negatief gecorreleerd met de

aangenaamheid, maar alleen bij de laagste balksnelheid. Hiervoor ontbreekt een duidelijke verklaring.

De significante parameters uit het PBG smaakmodel komen dus maar gedeeltelijk als positief naar voren in deze inventarisatie.

(13)

9 algemeen 0 cherry

50 60 sensorische aangenaamheid

80

Figuur 3 Het verband tussen de sensorische aangenaamheid van 12 rassen cherrytomaat en de door het algemene PBG

smaakmodel voorspelde aangenaamheid (oranje lijn, 25% verklaarde variantie) en de door het provisorische model voor cherrytomaten voorspelde aangenaamheid (rode lijn, 78% verklaarde variantie). Sensorische data gemiddeld van twee inzetten; textuurdata gemiddeld van metingen met balksnelheid 30 mm/minuut.

Deze dataset van cherrytomaten wordt gekenmerkt door het optreden van extreem harde en zure vruchten. Verder zijn er veel bijsmaken. Met deze

eigenschappen w o r d t geen rekening gehouden in het voorlopige algemene PBG smaakmodel (Verkerke et al., 1998).

Dit veroorzaakt waarschijnlijk dat het algemene PBG model (Tabel 11 ) slechts een kwart van de variatie in de dataset kan verklaren. Vooral de smaak van de

mindere rassen w o r d t overschat (Figuur 3, oranje lijn).

Met de verzamelde data zijn t w e e provisorische modellen opgesteld voor

cherrytomaten (Tabel 11). Deze modellen verschillen aanzienlijk van het algemene model en hebben waarschijnlijk echter een geringe bruikbaarheid omdat de range in de sensorische dataset eigenlijk te klein is om een goed model op te stellen. Vooral het tweede model is ingewikkeld en bevat erg veel parameters. De

bruikbaarheid van deze modellen voor andere datasets is waarschijnlijk klein. De uitkomsten van het tweede model zijn uitgezet in Figuur 3 (rode lijn).

Omdat met deze data niet een echt zinvol model kon worden opgesteld kan er ook geen duidelijke keus voor een bepaalde balksnelheid worden gemaakt. Wellicht is een verlaging van de balksnelheid t o t 3 0 mm/minuut aan te bevelen, maar dit kan alleen onderzocht worden in een groter opgezette kalibratie met behulp van een dataset waarin flinke extremen voorkomen.

(14)

~ TJ ÇU_ <ß n'a CO ° 2, — J CD O CD CD < O O -^ o •g co' Ni 00 00

ö

co r 00 00 00 Ol Ol 00

b

Ol vi Ol CO 00

b

00 CO (O vi 0) œ œ bo o 00 UI

o

•o X TJ CT •o m CT •D I •D Ti CT •o c/> 0) TJ O O 3 w 01 3 CD Q. Ö' O CD 3 O-9 N CO vj O ) co co v j CD mm* a> fo $ o --, I Q 3 CD CD CL cv CU CA CD • - f < 0 ) 3 < CD CD C4 O 3 Q> r + CD 3 r + O < • * o 3 -CD rmy o 3 Q ) CD 3 H CD < CD C Q 3 ' C Q cö" 3 " CD < O O 0 TJ C Q ' 0 ) CQ CD 3 CD CD 3 TJ 00 O CA 3 CU CD 3 0 Q . cp_ ^m* CD CO v j 03 CQ CD CT CD CD Q . 3 CD <•+ Q . CD CT CD O c CT 0 ) -1 S N 2 3 a 2. 3 ' ^ C Q O 3 " 0 »

a l

1 CD ~ 0» D 3"

It

CD ~ ™ CT < ? C T J O CD 2 O O 3 3 CQ 3 » — CO - CD • 0 T J « CQ O CD CD T J 3 CD r + —1 Q> co CQ r+ CD C < Ä " 2

5"

- i CD a 3. CD n < 9J CD T J

5' ^

5 CT) • •g 1 3. s. °> Ï 5 CO

S ;

CU CO 0 *** x o. co T T 0 ) 7T CD co' CD' CD 3 < 0 C L CD CD î " * 3 3 " a. 0 CD CD

" I

û) CD = 3 -Q - CD S Q.'

s- »

5 CD < - 1 5' °" S'9J en N o F < 0 ) 3 3 -CD T J O 3 tft CD' D T J 3 3 3 -çp_ 3 ' CQ < 0 ) 3 O c ^ < CD T J 2 3 3 CT ^ CD CD TT c/> CD 3 CO 0 co' 0 3 -(D Q . eu eu < eu 3 C L CD T J O CD < CD CO a CD' CT CD CD 3 eu CD 3 3 -CD CT CT CD 3 CQ CD 7T T J - 1 - 1 CU O n CD

5 2

T J CD Ô ' CD T J T l CT T J 2 ~ CD 3 CD C Q CD r + O CT - 1 CD C < CD 3 3 " CD T J O 3 .52 CD' m CT T J 3 c_ ^" CD X C c 3 CD r* 3 ' CQ CD 3 ÇT CT C0_ TT CO 3 CD 3 -CD a. < II CO 0 3 3 3 3 c c D CD 7S eu 3 Q. CL' eu eu 3 0 a çp_ ëô" 3 < 0 0 C L CD Q) eu 3 C Q CD 3 eu eu 3 3 " CD C L ' N J eu V) CO CD 3 O 3 -CD ^ < O 3 eu eu 1 - * C Q CD 3 CL' a CD CL 0 < CD CL CD C L eu eu < eu 3 (A CD T J CD 3 CT CD -^ CD 3 O 7T r + O CT CD CD CD v j

(15)

c CO 03 > -o jnnz jeecpeai)!! piSMuieeuaBuee opuaiarag S 3 ? <M 8 ? pjeqmeeuoßuee aipsuosuss . c Ü N a> > o c a> a> c a> ^.^ rv o> O) ^ a> TJ » o s E O m 0 . CD c 0) E CD O) o > +•• co C0 E o % w ^ CD £ O c CD CO co co CD o o N CD • o c o CD O) TJ (D 1—1 • o a> x : F co (0 c a> O) c co co CD TJ c CD .* a> <B -Q C a> 0) o o co c a> co a CD ff "O CD • o "O fc CD O) CD o r co > co k . CD CD h cn co Q. CD c CD E 3 CO r CD O) c co CD -O CD TJ O h r I K O O > CD 13 T J CD .C E co co c CD O) c co m CD sz o l/J o u> c CD CO CD • o 11 T l TJ E u> u> CD TJ c co > (LULU) dQ

(16)

De minst lekkere rassen (Goldita, Pruim cherry en Conchita, nr 10, 12 en 6) worden door het model het meest overschat.

Conchita en Pruim cherry (nr 6 en 12) hebben waarschijnlijk een te harde en dikke vruchtwand; Goldita (nr 10) heeft een te hoog zuurgehalte.

Het zuurgehalte is ook hoog in de rassen 66, 65 en 54 (nr 4, 8 en 9), maar die compenseren dit door een hoger % Sap, een minder harde vruchtwand en wellicht door minder bijsmaken.

71 (nr 1 en 2) wordt door het model hoger geschat door het relatief hoge % Sap. De vruchtwand is ook relatief dik, maar deze parameter zit niet in het model. Tussen de cherrytomaten valt Aranca (nr 11) op door een lagere breekkracht en een laag % Sap. De refractie is overigens niet laag. Aranca wordt door het model in smaak overgeschat, maar is tussen de cherrytomaten toch relatief zwak. Het is de vraag of met de huidige meetmethode de taaiheid van het schilletje voldoende wordt gemeten. Deze eigenschap kwam in voorgaand onderzoek als negatief naar voren (Janse & Schols, 1996).

(17)

4. CONCLUSIES

Van deze rassen was de smaak van Goldita en Pruim cherry het minst. DRS C, Nektar, 71 en Favorita worden het best beoordeeld.

Er kwamen karakteristieke bijsmaken, een overmatige zuurheid en extreem harde vruchtwanden voor. Met deze eigenschappen houdt het PBG smaakmodel geen rekening.

Het PBG smaakmodel is daarom niet bruikbaar voor de hier onderzochte range aan cherrytomaten. Een provisorische model voor cherrytomaten presteerde in deze proef beter, maar dit model is waarschijnlijk niet bruikbaar voor andere datasets.

Er kan nog geen aanbeveling over de optimale balksnelheid worden gedaan.

LITERATUUR

Janse, J . & Schols, M. - Smaak cherrytomaat. Kort Onderzoekverslag PBG Naaldwijk (1996).

Verkerke W. (1997) - Objectieve smaakmeting in ontwikkeling. Groenten & Fruit/Vakdeel Glasgroenten 45: 14-15 (7 november 1997)

Verkerke W. & Janse, J . (1997) - Measuring sweetness and mealiness of tomato

fruit. In: Jeronimidis G. and Vincent J.F.V. (Eds.). Plant Biomechanics 1997: Conference Proceedings I. Centre for Biomimetics, The University of Reading, pp. 289 - 294.

Verkerke, W., Janse, J . & Kersten, M. (1998) - Instrumental measurement and modelling of tomato fruit taste. Acta Horticulturae 456: 199 - 205.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

plafond, des meubles adjacents (par exemple, des placards) ou autre. Pour éviter tout risque de blessure grave, la distance entre la barrière de sécurité supérieure et les

Toegestane afwijkingen tussen EQUITONE [natura] panelen kunnen worden gemeten volgens een vereenvoudigd CIELAB kleurmodel en zijn minimaal.. Kleurschakeringen kunnen merkbaar zijn

Elke zondag brengt MM Brunch een synthese van de actualiteit van de afgelopen week, aangevuld met een aantal exclusieve interviews, de campagne van de week, de Milky Way en, omdat

V 1 Hoeveel minuten heeft Jorit zijn computer deze week gemiddeld gebruikt.. V 2 Wat is

• Het verplicht egaliseren van de volledige oppervlakte in een minimale laagdikte van 2 mm, met een drukvastheid van &gt; 34,0 N/mm² en buigsterkte van 9,0 N/mm² volgens

U kunt met deze oefening na 4 weken starten, als de pijn dit toelaat. Ook nu kunt u passief en actief oefenen, zoals

Als uw kind dan nog te veel pijn heeft, kan uw kind het gebruik van de brace en de sling in de derde week afbouwen?. Om stijfheid van de pols te voorkomen is het belangrijk dat uw

Indien uw kind dan nog te veel pijn heeft, is het verstandig het gebruik van de brace in de tweede week af te bouwen?. Om stijfheid van de pols te voorkomen is het belangrijk dat