• No results found

Individualisering als speerpunt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Individualisering als speerpunt"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

idee'66 I

jaargang 6 I

nummer

I

I

maart

Ig85

I

blz.

15

LOUISE GROENMAN

Individualisering als speerpunt

Speerpunten

Speerpunten binnen het 0'66-beleid zijn sinds en-ige tijd individualisering, milieu en informatica. Ik denk dat alleen over milieu als speerpunt vol-doende duidelijkheid bestaat, zeker binnen de partij. We stonden altijd al een toekomstgericht milieubeleid voor en konden wat dat betreft onze positie ten opzichte van andere partijen duidelijk afperken. Bovendien bestaat er een departement dat zich met milieubeleid bezighoudt en we heb-ben daarvoor zelf in het recente verleden een staatssecretaris geleverd. Dat ook andere partijen zich over 'ons' milieubeleid hebben ontfermd, is een andere zaak. Het blijft één van onze sterke punten.

Ons beleid met betrekking tot informatietech-nologie is nog onvoldoende uitgekristalliseerd, maar het kan met alle creativiteit binnen de par-tij eveneens worden tot een speerpunt waaruit onze VISIe op een toekomstige maatschappij blijkt.

Individualisering

Individualisering voert 0'66 ook al geruime tijd in het vaandel. Aan dat begrip handen en voeten te geven, is één van de moeilijkste opgaven waar-voor we op dit moment staan. Het heeft namelijk nogal wat consequenties, met name in materiële

zin, en dan bedoel ik de uitwerking van het be-grip naar het inkomensbeleid in primaire, secun-daire en tertiaire sfeer.

Niet omstreden is de uitleg dat een beleid ge-baseerd op de vrije wil van individuen om hun eigen leven zin en inhoud te geven, er logischer-wijze toe leidt dat geen enkele overheid het recht heeft zich met de keuze van mensen voor een be-paalde leefvorm te bemoeien. Dat deze regering dat bij voortduring wél doet, zet dan ook veel kwaad bloed. Deze regering doet dat vanuit een zeer kortzichtige inkomenspolitiek en legt der-halve een relatie tussen de immateriële en de ma-teriële kant van het begrip individualisering.

Door met name in de uitkeringssfeer als een 'Big brother watching the minima' op te treden, getuige de thans met steun van COA en ook vvo

genomen voordeurdelersmaatregelen, beperkt de regering aan de onderkant van het inkomensge-bouw de principiële rechten van mensen die on-gewild op een uitkering zijn aangewezen. Het principiële recht om zelf die leefvorm te kiezen waarin men denkt gelukkig te zijn, wordt zo-doende voorbehouden aan mensen met een in-komen uit arbeid.

Hoe hoger het inkomen, hoe meer mogelijk-heden om je van de bemoeiienis van de overheid 'vrij te kopen'. Bij de tweeverdienerswetgeving geldt in zekere zin hetzelfde. Tweeverdieners ver-dienen zelden beide een hoog inkomen. Is dat

(2)

idee'66

I

Individualisering als speerpunt

I

blz. 16

echter wél zo, dan bestaan er allerlei constructies om aan de tweeverdienerswetgeving te ontko-men. Het kopen van aparte flats, naast elkaar, en die vervolgens van binnen doorbreken, doet men-sen als alleenstaanden te boek staan voor de fiscus en werkt dus zeer besparend. Al die andere ge-vallen, waarin de ene partner via een (deeltijd) -baan een wel substantieel maar niet hoog aandeel in het 'gezins'inkomen binnen brengt, worden fis-caal bestraft. Vluchtconstructies via 'aparte' adressen zijn immers slechts voor weinigen weg-gelegd.

Hoewel het recht op vrijheid in leefvorm aller-wegen wordt erkend, wordt dit toch impliciet onthouden aan de minst weerbaren in de samen-leving, aan uitkeringsgerechtigden en ook aan vrouwen.

Emancipatie

Individualisering wordt vaak 10 verband ge-bracht met emancipatie, en dat ligt ook voor de hand. Vrouwen claimen steeds meer zelfstandige en onafhankelijke (inkomens)posities in deze sa-menleving. Een dergelijke maatschappelijke ont-wikkeling, met alle sociaal-economische gevol-gen van dien, is niet te stuiten en eigevol-genlijk het enige harde overblijfsel uit het eind van de jaren zestig. Hoewel 0'66 in die tijd als een veel bredere beweging is ontstaan, heeft ze toch altijd het emancipatie-element in zich gehad. Gelijkbe-rechtiging voor mannen en vrouwen op arbeid en inkomen, en in het verlengde daarvan op eigen uitkeringsrechten, is voor democraten altijd een vanzelfsprekende zaak geweest die niet steeds ex-pliciet gemaakt behoefde te worden. In tijden van grote werkloosheid en een schrikbarend fi-nancieringstekort wordt het echter steeds meer noodzakelijk om vanuit de o'66-invalshoek te ex-pliciteren hoe wij het individualiseringsbegrip willen concretiseren.

Ons uitgangspunt is dat mannen en vrouwen vol-ledig gelijkwaardig behandeld worden, direct en indirect (het bij uitsluiting verlenen van rechten aan kostwinners betekent een indirecte ongelijk-waardigheid van vrouwen). Dit heeft voor het inkomens- en sociale zekerheidsbeleid forse con-sequenties. Zolang er onvoldoende werk is voor iedereen die wil en kan werken volgens de huidige

40- of 38-urige werkweek, en ons nationaal in-komen te langzaam groeit, moet er bezuinigd worden op de sociale zekerheid. Herverdeling van werk, inkomen en sociale zekerheidsrechten zijn dan sleutelwoorden.

De toenemende participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt, dankzij een stijgend onderwijs-niveau, leidt tot een toenemend aantal inkomens, maar ook tot een daling van het bestedingsniveau van ieder apart inkomen. Herverdeling van werk betekent altijd herverdeling van inkomen. Het inkomen per economisch actieve - ook het minimuminkomen - ligt in Nederland op een hoog niveau ten opzichte van de rest van de West-europese landen. Dat komt omdat in Nederland de arbeidsdeelname van vrouwen veel lager was dan in andere landen van de Europese Gemeen-schap. Het minimuminkomen had en heeft daar-door een grotere betekenis als gezinsbehoefte-norm. Onze inkomens zijn nog steeds gezinsinko-mens; hoog genoeg om er een vrouwen twee kin-deren van te onderhouden. Het standaard gezin als (achterhaalde) norm.

Het o'66-beleid gaat er van uit dat er in de toe-komst slechts inkomens worden verdiend die vol-doende zijn voor het onderhoud van één persoon. Een individueel recht op arbeid, op inkomen en I

in het verlengde daarvan op een eventuele uit-kering. Dat is een logisch einddoel, maar ook 0'66 kan er niet aán voorbij dat veel gehuwde of sa-menwonende vrouwen (nog) niet aan het

arbeids-pro mei kon hOL bev kon doe die I doe om: dee COl zo r lenc em; keli bes! ten! eve: I mal

(3)

:n :n k. -et } -Jr ~e }-;d tg :n lp s-s, .u et :n t-.d iS l- r- e- o- 1-m n.. :n t-i6 i-

s-idee'66

I

jaargang

6

I

nummer

I

I

maart

Ig85

I

b/z.

17

proces deelnemen. Met de situatie dat in één sa-menwoonsituatie slechts één inkomen binnen-komt, moet voorlopig nadrukkelijk rekening ge-houden worden, en ondertussen moet de situatie bevorderd worden dat er twee inkomens binnen-komen. Die paradox kan alleen opgelost worden door tijdelijk toeslagen te geven aan alleenver-dieners, terwijl het proces van arbeidsverdeling door middel van arbeidsduurverkorting en omzetting op vrijwillige basis van voltijd- naar deeltijdbanen versneld voortgang moet vinden.

Concretisering

Concretisering van individualisering is daarom zo moeilijk, omdat politieke partijen een verschil-lende inschatting en waardering hebben van het emancipatieproces als maatschappelijke ontwik-keling. Het CDA ziet liefst de traditionele situatie bestendigd: mannen aan het betaalde werk bui-tenshuis en vrouwen zorgend voor huishouden en eventuele kinderen.

De VVD beklemtoont de gelijke rechten van

mannen en vrouwen, maar schiet te kort als het

gaat om een voorwaardenscheppend beleid om dat te bereiken.

De PVDA kent twee tegengestelde stromingen,

een behoudende, waarin het alleenverdienersge-zin voorrang verdient en een progressieve die re-kening houdt met ontstuitbare ontwikkelingen. Zowel voorwaarts als achterwaarts dus, en dat leidt tot een pas op de plaats.

Ook de huidige regering opereert tweeslachtig. Enerzijds staat in het conceptplan

emancipatie-beleid dat van vrouwen die na 1990 18 jaar

wor-den, verwacht wordt dat ze zelf in het eigen le-vensonderhoud voorzien. Anderzijds word t bij de plannen rond de herziening van het stelsel van sociale zekerheid het kostwinnerschap niet echt losgelaten. D'66 heeft bij uitstek de functie om de progressieve koers uit te zetten waar het indivi-dualisering van inkomens en uitkeringen betreft. De ontwikkeling naar een maatschappij waarin individuen onafhankelijk (in materiële zin) van elkaar leven en samenleven laat zich immers niet loochenen!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

wij hier te doen hebben met een motiveering, welke een specifiek r. Zij zijn van geestelijk-zedelijken aard. ethiek en de protestantsche ethiek fundamenteele

De klap op 58-jarige leeftijd vindt zijn oorsprong voor een belangrijk deel bij het brugpensioen en de daling op 60-jarige leeftijd is een gevolg van de mogelijkheid om op

Dus, hoewel de oor- zaken van stress meer aanwezig zijn in jobs en sec- toren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en hoewel vrouwen naast hun job ook nog vaak in- staan voor de

bestond deze groep, die men de beroepsbevolking noemt, echter uit 35 mannen en 16 vrouwen per honderd Belgen op beroepsactieve leeftijd; van 1970 tot 1998 evolueerde dit naar 29

In tegenstelling tot de verschillen tussen mannen en vrouwen in ervaren hulp vanuit gemeenten, zijn er tussen mannen en vrouwen in de WW geen significante verschil- len in

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord in totaal niet meer dan 60 woorden. In tekst 1 worden in alinea 3 en 4 enkele al dan

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 1p 4 Hoe kan de strekking van alinea 7 van tekst 1 het