• No results found

Christenvervolging in de krant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Christenvervolging in de krant"

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Christenvervolging in de krant

Christenvervolging in de krant

Student: Eline Kuijper Afstudeerbegeleider: Bert Mateboer

(2)

Nemen Nederlandse kranten hun journalistieke

verantwoordelijkheid in de berichtgeving over

christenvervolging in Irak?

Afstudeeronderzoek opleiding Journalistiek Markt en Maatschappij

Eline Kuijper

Christelijke Hogeschool Ede

(3)
(4)

Voorwoord 4

Inleiding 5

Hoofdstuk 1: Definities 6 1.1 Wat bedoel ik met de Nederlandse kranten? 7 1.2 Wat bedoel ik met christenvervolging? 18 1.3 Wat is de verantwoordelijkheid van de journalistiek? 25

Hoofdstuk 2 Verdient het onderwerp christenvervolging aandacht in de media? 33

Hoofdstuk 3 De analyse 36

3.1 Criteria 37

3.2 Mijn verwachting 38

3.3 Wat is er gebeurd aan christenvervolging in 2010? 39 3.4 In hoeverre hebben de kranten hierover gepubliceerd? 43 3.5 In hoeverre voldoet dit aan criteria? 49

Hoofdstuk 4: Conclusie 66

Literatuurlijst 69

Eindnoten 70

(5)

Voorwoord

Ga niet zo maar in de journalistiek werken, want dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee. Bezint eer ge begint. Die les leerde ik tijdens het werken aan deze scriptie. Dat bleek een mooie manier om eens te reflecteren op mijn beroep. In hoofdstuk 1.3 stel ik namelijk de vraag: wat is de verantwoordelijkheid van de journalistiek? Door daar zo intensief mee bezig te zijn, vormde ik vanzelf mijn eigen visie op het vak. Geen overbodige luxe voor de aanvang van mijn loopbaan. Behalve dat, vond ik het verrijkend om na te denken over christenvervolging: wat is dat eigenlijk? Ik vind het vreselijk om te lezen dat mensen die in dezelfde God geloven als ik het zo zwaar hebben. Het is frappant dat juist dat geloof in zo veel landen zo intensief vervolgd wordt. Kennelijk laat het de mensen niet onverschillig. Jezus is nog altijd de steen waarover men struikelt. Voor mij bevestigt dat de relevantie van het christelijk geloof. Maar niet alles aan deze scriptie was zo belangwekkend. Eerlijk gezegd hoopte ik op een wat verrassender conclusie. Of beter gezegd: een wat schokkender conclusie. Desalniettemin is de uitkomst van het onderzoek anders dan mijn verwachting zoals ik die in de inleiding heb beschreven.

Al met al was het een boeiend traject. Ik hoop dat u als lezer er op uw manier weer wat van leert.

(6)

Een kapotgeslagen Christusbeeld op de vloer van de st. Petrus en Pauluskerk in Temanggung, Indonesië. Dat beeld beslaat de gehele voorpagina van het Nederlands Dagblad van 9 februari 2011. De krant schrijft moord en brand: radicale moslims hebben drie Indonesische kerken in de fik gestoken. Bij de buitenlandpagina’s wordt het hoofdartikel gewijd aan de kwestie.

Uit gewoonte lees ik ook de Trouw. Als ik die ernaast leg, lijkt het haast alsof er niets aan de hand is. Tot ik aankom bij pagina 12, de tweede pagina met nieuws uit het buitenland. Daar staat een artikel met de kop ‘Moslims op Java woedend over vonnis’. In het artikel wordt duidelijk dat christenen vijf jaar celstraf hebben gekregen wegens godslastering. De radicale moslims vonden dat te weinig. Ik kreeg de indruk dat Trouw veel minder belang hechtte aan nieuws over geweld tegen christenen dan het Nederlands Dagblad. Maar is dat terecht? Welke krant doet het nu goed?

Het verschil in de berichtgeving van deze twee kranten is de inspiratie geweest van mijn afstudeeronderzoek. Ik dacht: als ik mij maanden lang ga verdiepen in een onderwerp, moet het wel iets zijn wat mij raakt. Christenvervolging is vreselijk leed en onrecht in de wereld. En het gaat mijn broers en zussen aan, broers en

zussen in het geloof. Journalisten hebben de mogelijkheid om leed en onrecht in de wereld aan de kaak te stellen (dat is een van de redenen dat dit vak mijn hart heeft). Die mogelijkheid brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Nemen journalisten die verantwoordelijkheid op gebied van christenvervolging?

Om het onderzoek enigszins behapbaar te houden, heb ik mijn vraag afgebakend tot de Nederlandse kranten, en christenvervolging in Irak. Om tot een antwoord te komen, ga ik eerst beschrijven wat ik eigenlijk bedoel met de Nederlandse kranten, met christenvervolging en met journalistieke verantwoordelijkheid.

Als dat helder is, stel ik aan de hand daarvan criteria op, waaraan ik de berichtgeving van de Nederlandse kranten kan toetsen. Vervolgens analyseer ik de berichtgeving in de kranten en kom ik ten slotte tot een conclusie.

(7)

Definities

(8)

De kranten in Nederland zijn onder te verdelen in landelijke dagbladen, regionale kranten, gespecialiseerde dagbladen en gratis dagbladen. De gespecialiseerde en de gratis dagbladen laat ik buiten beschouwing.

Er zijn acht landelijke dagbladen in Nederland. Zes daarvan verschijnen ’s ochtends, het NRC Handelsblad en het Reformatorisch Dagblad verschijnen ’s middags. De grootste krant van Nederland is de Telegraaf, de kleinste het Nederlands Dagblad.

De kranten zijn ook onder te verdelen in kwaliteitskranten en populaire kranten. De Telegraaf en het Algemeen Dagblad worden gezien als populaire kranten. NRC Handelsblad, de Volkskrant en Trouw als echte kwaliteitskranten. De kwaliteit schuil vooral in de verhouding tussen informatie en amusement 1.

Hieronder de Nederlandse, betaalde, landelijke dagbladen. De oplagecijfers komen van het HOI Instituut voor Media Auditing. Het zijn de cijfers van het derde kwartaal van 2010, van de totaal verspreide oplage.

1. De Telegraaf 671.699 2. Algemeen Dagblad 448.754 3. De Volkskrant 259.557 4. NRC Handelsblad 195.313 5. Trouw 103.451 6. NRC-Next 80.218 7. Reformatorisch Dagblad 53.312 8. Nederlands Dagblad 28.631

Gezien het onderwerp christenvervolging in Irak, zal ik de regionale dagbladen niet meerekenen. Populaire kranten, zoals De Telegraaf en het Algemeen Dagblad zal ik buiten beschouwing laten. Om de Nederlandse kranten iets beter te leren kennen, schets ik een profiel van ze.

(9)

1. De Volkskrant

Volgens de cijfers uit 2010 is de Volkskrant de tweede krant van Nederland. Wie alleen kwaliteitskranten meerekent, kan de Volkskrant zelfs de grootste van ons land bestempelen.

De Volkskrant is begonnen als rooms-katholieke krant, maar sinds de jaren zestig is de krant niet meer katholiek te noemen. De Volkskrant richt zich nu op de hoger opgeleide lezers en is politiek gezien links. De krant wil vooral met kwaliteit haar lezers behouden. Journalistieke waarden als onpartijdigheid en onafhankelijkheid staan hoog in het vaandel.

Het imago van de Volkskrant is niet altijd positief. De krant zou zure artikelen schrijven. Zo luidt een oude grap: als je een komkommer een nacht in de Volkskrant wikkelt, heb je de volgende ochtend een zure bom. Naast zuur is de Volkskrant voor een kwaliteitskrant toch enigszins ‘licht’, gezien het nieuwe katern. Sinds 2011 bestaat bij de Volkskrant de dagelijkse bijlage ‘V’. Een katern met cultuur, media en modern leven/lifestyle.

2. NRC Handelsblad

Het NRC Handelsblad is opgericht in 1970. De krant is ontstaan uit de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen Handelsblad. In het logo staat Lux et Libertas dat licht en vrijheid betekent.

De identiteit van het NRC Handelsblad is te omschrijven als modern-liberaal. De krant wil zich op geen enkele manier binden aan een ‘collectiviteit’ en wantrouwt zelfs alle vormen van collectiviteit 2. Als hoogste doel ziet de krant

de ‘vrije ontplooiing van de gaven die in de individuele mens verborgen liggen’. De mens weet zelf het best wat goed voor hem is. Op buitenlands gebied stelt het NRC Handelsblad, dat de krant bereid is banden aan te gaan en te verstevigen met andersdenkenden. De krant richt zich op hoogopgeleiden en wil niet met populariteit de aandacht van lezers trekken. In de krant is veel ruimte voor nieuws uit het buitenland, over politiek, economie, opinie, kunst en literatuur.

3. Trouw

Een raar en dun krantje. Rebels, eigenwijs en principieel. Dat is Trouw. De krant begon als illegaal verzetsblad, met christelijke signatuur.

Redacteuren blijven altijd kritisch naar hun eigen krant kijken. Het zijn de vrijgevochten vogels, die maar al te bang zijn dat hun krant te christelijk en te saai is. Sierk Ybema noemt in zijn boek ‘De koers van de krant’ Trouw een levensbeschouwelijk ruimdenkende, sociaal betrokken kwaliteitskrant 3.

Inmiddels is de Trouw-lezer sociaal betrokken, aan de linkerkant van het CDA, met uitstapjes naar de PvdA,

(10)

GroenLinks of de ChristenUnie. De lezer van Trouw is toch nog vaak verbonden aan de kerk, zonder daar elke zondag heen te gaan. Hij is milieubewust, reist vaak met de trein, is niet geïnteresseerd in het grote geld, werkt in de quartaire sector, zorg, onderwijs, heeft daarin niet een topfunctie maar zit in het hoge middenkader. Hij houdt van fietsen, heeft wel een auto op de oprit, een Ford, Opel Astra of een andere wagen die degelijk is en een tijdje meegaat4.

4. NRC-Next

De NRC-Next is een jonge krant en richt zich ook op een jong publiek. De krant is bedoeld voor HBO+ mensen van 25 tot 34 jaar. De NRC-Next werkt samen met het NRC Handelsblad, maar heeft wel een eigen redactie. Zestig procent van de inhoud van het NRC Handelsblad wordt in de NRC-Next overgenomen. De redactie zorgt voor een frissere presentatie en vult het aan met eigen columns, afbeeldingen, trips en puzzels. Folkert Jensma, voormalig hoofdredacteur van het NRC Handelsblad, zegt dat de NRC-Next bedoeld is voor de ‘nieuwe generatie geïnteresseerde mediagebruikers die anders omgaat met nieuws en informatie.’ Dat komt tot uiting in de korte nieuwsberichten en de achtergronden, duiding en opinie.

5. Reformatorisch Dagblad

Het Reformatorisch dagblad heeft een orthodox-reformatorische identiteit. De krant verschijnt sinds 1971 en behoort tot de Erdee Media Groep. Het Reformatorisch Dagblad hecht veel waarde aan de principes van het reformatorisch gedachtegoed en de drie formulieren van enigheid (de Heidelbergse Catechismus, de Dordtse Leerregels en de Nederlandse geloofsbelijdenis)5.

Het RD werd opgericht omdat de bevindelijke kringen niet tevreden waren met de christelijke journalistiek in Nederland. De rechtervleugel van de orthodoxie had behoefte aan een eigen krant. Er waren lezers die de Trouw de rug toekeerden, omdat ze niet meer tevreden waren over de identiteit van de krant. Het Nederlands Dagblad was teveel gericht op de vrijgemaakte zuil, dus er was een nieuw, eigen geluid nodig6 . De initiatiefnemers

voor een eigen krant waren veelal dominees.

De doelgroep van het RD is de gereformeerde gezindte. De krant besteedt dan ook veel ruimte aan kerkelijk nieuws, reformatorisch onderwijs en de politieke partijen SGP en CU. Ruimte voor sport of film is er niet of nauwelijks, omdat de bevindelijke lezers daar geen aandacht voor hebben. Typerend voor het principiële karakter van het RD, is het feit dat de website op zondag wereldwijd gesloten is7 .

(11)

6. Nederlands Dagblad

Het Nederlands Dagblad is een krant voor christelijk Nederland. Er is veel ruimte voor kerkelijk nieuws. De krant begon als spreekbuis voor de gereformeerd vrijgemaakte zuil, maar is later steeds meer een open krant geworden. De christelijke identiteit is nog altijd zichtbaar. In 2010 is de krant overgegaan op een uniek formaat binnen Nederland, de zogenaamde ‘berliner’. Sindsdien staat er geen vol uitgeschreven ‘Nederlands Dagblad’ meer op de voorpagina maar enkel de afkorting ND met daarboven een C. Die staat voor christelijk. De lezers van het ND zijn afkomstig uit kleine gereformeerde kerken, de Protestantse Kerk in Nederland en zijn baptisten of evangelische christenen. De lezers van het ND stemmen veelal op de ChristenUnie, het CDA en een paar op de SGP8 .

Net als het Reformatorisch dagblad onderschrijft het Nederlands Dagblad de drie formulieren van enigheid.

Welke kranten ga ik analyseren?

In het analyseren van de Nederlandse kranten is het interessant om te kijken naar een christelijke krant, een seculiere krant en een krant die er een beetje tussenin zit. Met die reden richt ik mij op het Nederlands Dagblad, de Volkskrant en Trouw.

Het zijn drie kranten die allemaal een ontwikkeling hebben doorgemaakt van een herkenbare, christelijke identiteit naar een meer open krant. De mate waarin ze opener geworden zijn, verschilt behoorlijk. Het Nederlands Dagblad begon als krant van de gereformeerd-vrijgemaakte zuil en richt zich inmiddels op een algemeen christelijk publiek. Trouw begon als krant van de protestants-christelijke zuil en richt zich nu op de sociaal betrokken Nederlander. De Volkskrant begon als katholieke krant en is nu een seculier dagblad. Een analyse van deze drie dekt de krantenwereld van seculier tot christelijk in de volle breedte.

Om een beter beeld te krijgen van de drie kranten waar ik mij op richt, maak ik een analyse van de ontwikkeling die ze hebben doorgemaakt op gebied van identiteit.

(12)

Het Nederlands Dagblad

Het Nederlands Dagblad ontwikkelde zich van een onwrikbaar vrijgemaakte krant naar een ongedwongen christelijk dagblad. Het begon tijdens de oorlog, toen een groep mensen zich afscheidde van de gereformeerde kerk: de vrijmaking in 1944. Er werd veel gesproken en geschreven over de kerkscheuring. Daarvoor was een platform nodig en verschillende bladen werden opgericht. Dominees probeerden met artikelen zoveel mogelijk mensen die nog in de gereformeerde kerk zaten, te doen inzien dat de vrijgemaakte kerk de enige ware kerk was. De Reformatie Stemmen was een van de bladen waar zij hun podium vonden. Later zou het blad opgaan in De Vrije Kerk. Daarin werd behalve over de ontwikkelingen in de kerk, ook geschreven over andere maatschappelijke thema’s. Het vrijgemaakte leven besloeg immer alles. De vrijgemaakte kerk was een zuil, die alle aspecten van het leven beïnvloedde. De dringende behoefte aan een eigen vrijgemaakte krant was dan ook voelbaar. Daar was echter te weinig geld voor. Om toch enigszins in die behoefte te voorzien, deed de redactie van De Vrije Kerk haar best om het blad uit te breiden. In 1948 resulteerde dat in het Gereformeerd Gezinsblad, dat twee keer per week uitkwam, onder leiding van Piet Jongeling.

Een echt dagblad

Behalve artikelen over ontwikkelingen in de kerk, kwam er steeds meer ruimte voor nieuws. Langzamerhand begon het steeds meer op een echt dagblad te lijken. Dat werd het ook, in 1959. Het doel van de krant was volgens Jongeling: “Volledige binding aan de bijbel en aan de gereformeerde belijdenisgeschriften. Principiële voorlichting op ‘alle terreinen des levens’. Bevordering van de doorwerking der reformatie, die, in de kerk begonnen, gelijk een zuurdeeg het hele leven moest doortrekken. Ontmaskering en bestrijding van de tijdgeest en het geven van opbouwende lectuur voor het hele gezin.9” Piet Jongeling zag als taak

van zijn krant om de tijdgeest te ontmaskeren. De krant moest meewerken aan het brengen van Gods koninkrijk en het uitbouwen van de kerk. De krant hielp bij het opbouwen van een vrijgemaakt leven.

De nieuwe naam, Nederlands Dagblad, die in 1968 aan de krant werd gegeven, moest duidelijk maken dat de boodschap van de krant niet alleen voor vrijgemaakte mensen was bedoeld, maar ook voor andere gereformeerden in Nederland. Onder aanvoering van Jurn de Vries, Jongelings opvolger, mochten er ook journalisten werken die niet vrijgemaakt waren. Er kwam in zijn tijd

(13)

meer ruimte voor andere meningen op de opiniepagina’s en bij de ingezonden brieven.

Krant voor christelijk Nederland

De echte verandering kwam in 2003, toen de ondertitel van het Nederlands Dagblad niet langer ‘gereformeerd gezinsblad’ was, maar ‘christelijk betrokken’. Peter Bergwerff, die toen al hoofdredacteur was, wilde zich meer richten op heel christelijk Nederland en niet alleen de gereformeerden. Zijn doel is om in rekening te brengen dat de wereld van God is. Hij wil zich richten op de taak van christenen om in de wereld te leven met oog voor de medemens. Daarom is er ruimte om te schrijven over milieu, oorlog, vrede, consumptie en economie.

Bergwerff is zich bewust van de niet-christelijke lezer, maar richt zich voornamelijk op algemeen christelijk Nederland. De krant dient als bindmiddel in de christelijke gemeenschap. Vroeger wees het Nederlands Dagblad erg met het vingertje naar homoseksualiteit en de kinderdoop. Nu wil de krant vooral grote lijnen schetsen, achtergronden geven en de geestelijke ontwikkelingen benoemen.

(14)

Trouw

Trouw begon in 1943 als verzetskrant, onder de naam Oranje-Bode. Protestanten maakten en verspreidden de krant illegaal. Velen van hen moesten daarvoor hun leven geven, honderddertig redactieleden werden tijdens de bezetting gedood. Na de oorlog was Trouw een krant voor de protestants-christelijke zuil. In de jaren vijftig kwamen de redacteuren van gereformeerde of hervormde afkomst, waaronder domineeskinderen met zendingsdrang. Het was een behoorlijk gesloten krant. Hoofdredacteur Bruins Slot was ook fractievoorzitter van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en liet dat duidelijk merken in zijn commentaren. Die waren fel, ook in de jaren zestig. Bijvoorbeeld over de apartheid en de Amerikaanse bezetting van Vietnam. Er werkten in die tijd linkse mensen bij Trouw die meestal wel ‘iets’ van het geloof hadden meegekregen, of gereformeerd waren opgevoed. In die jaren werd Trouw van een gesloten krant steeds meer open. Zo stond er sinds die tijd ook nieuws van zondag in Trouw.

Verdeelde redactie

Rimmer Mulder, die destijds bij Trouw werkte, omschreef de redactie als schizofreen. Ze mochten de traditionele

achterban niet wegschrijven maar moesten tegelijk wel nieuwe lezers trekken.

Toen in 1971 Trouw de vier kleine, christelijke kwartetbladen in Zuid-Holland ‘opslokte’, herkenden de lezers van die bladen weinig terug in Trouw. Het nieuws van zondag, de aandacht aan cultuur en de afstand tot christelijk organisaties was voor veel mensen reden om hun abonnement op te zeggen. In de jaren tachtig wilde een deel van de redactie een ‘ouderwets’ christelijke krant blijven maken, maar de andere helft nam de Volkskrant als lichtend voorbeeld. De redactie wilde steeds meer af van het imago ‘saaie christelijke krant’10 .

Ondertussen werd er bij een sollicitatie ook niet meer gevraagd naar een christelijke achtergrond. Jaap Timmers was in de jaren tachtig en negentig adjunct en plaatsvervangend hoofdredacteur. Hij zei over de redactie van die tijd: “Ik denk dat meeste redacteuren niet de neiging hebben gehad de lezers voor het hoofd te stoten. Er was toch door de bank genomen een redelijk respect voor de lezers. Niet de wens om ze koste wat het kost te behagen, maar zeker ook niet de wens om ze van je te vervreemden. De redactie is sneller veranderd dan de lezerskring, ze is altijd voorop gegaan, en dat betekende ook een voorsprong op je lezers. Je kunt dat uitleggen als een kloof, ik hou het liever op een voorsprong.11

(15)

Speerpunten van de krant werden onderwijs, zorg en levensbeschouwing, en de kerkpagina veranderde in religie en filosofie. Jaap de Berg was in de jaren negentig samen met Frits van Exter hoofdredacteur. Hij stuurde de lezers een brief, waarin hij veranderingen die de krant doormaakte toelichtte: “We willen ook graag een krant blijven maken voor uw kinderen en kleinkinderen.”

Trouw nu

Inmiddels is de Trouw-lezer sociaal betrokken, aan de linkerkant van het CDA, met uitstapjes naar de PvdA, GroenLinks of de ChristenUnie. De lezer van Trouw is toch nog vaak verbonden aan de kerk, zonder daar elke zondag heen te gaan. Hij is milieubewust, reist vaak met de trein, is niet geïnteresseerd in het grote geld, werkt in de quartaire sector, zorg, onderwijs, heeft daarin niet een topfunctie maar zit in het hoge middenkader. Hij houdt van fietsen, heeft wel een auto op de oprit, een Ford, Opel Astra of een andere wagen die degelijk is en een tijdje meegaat12.

(16)

De Volkskrant

De Volkskrant werd opgericht na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, als een weekblad. De krant was bedoeld voor de katholieke arbeider. Niet dat er geen katholieke bladen bestonden -de Maasbode en de Tijd waren katholiek- maar die richtten zich te veel op de elite. Omdat de katholieke kerk een echte volkskerk is, wilde de nieuwe krant zich ook op het volk richten. Vandaar de naam de Volkskrant, met als ondertitel ‘katholiek dagblad van Nederland’. Sinds 1921 verscheen de Volkskrant dagelijks.

De krant heeft altijd maar weinig invloed gehad van paters, pastoors of priesters. Er is nooit een hoofdredacteur geweest die tegelijk een geestelijke rol vervulde in de kerk. De Volkskrant was dan ook geen onderwijsmiddel van de kerk, maar puur een katholiek alternatief voor de seculiere ‘heidense’ kranten. Er stonden dan ook geen godsdienstige rubrieken of berichtgeving over de kerk in.

In de oorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, is de hoofdredactie kort overgenomen door een NSB’er. Toen de redactie aftrad en eveneens werd vervangen door NSB’ers, zegden veel leden hun abonnement op. Zo veel, dat het fataal was voor de

krant. In 1941 werd de Volkskrant opgeheven. Maar toen de oorlog voorbij was, werd de krant nieuw leven ingeblazen. Het werd een katholiek dagblad, dat zich ook richtte op niet-katholieken. Het doel was om de katholieke cultuur te verspreiden in Nederland. De ondertitel ‘katholiek dagblad van Nederland’ bleef, maar de Volkskrant wilde vooral lezers trekken door middel van journalistieke kwaliteit. Dat politiek hoofdredacteur Romme ook fractievoorzitter was van de Katholieke Volkspartij, werd niet in dank afgenomen. Hij werd na te veel commentaar op zijn dubbelrol aan de kant gezet.

Van katholiek naar kwaliteit

In de jaren zestig werd de krant progressiever. De redactie vond aandacht voor morele en politieke waarden belangrijker dan berichtgeving over de kerk. De krant werd onafhankelijker van de KVP en ook de onderkop ‘katholiek dagblad van Nederland’ verdween. Hoofdredacteur Van der Pluijm zei daarover: “Het had zin in een tijd dat het bijvoegsel katholiek voor katholieken de voornaamste reden was om zich als abonnee op te geven. Dit etiket maakte voor hen een goede krant duidelijk herkenbaar tegenover andere, slechte kranten.13” De Volkskant ging

dus mee met de tijd in de culturele revolutie. Van de Pluijm zegt over de koers van zijn krant: “We willen onze

(17)

krant maken vanuit een verwantschap met de verdrukten en ontrechten in de samenleving”.

In de jaren zeventig richtte de Volkskrant zich vooral op journalistieke waarden zoals onafhankelijkheid. De krant wil een eigen agenda hebben en zich niet laten weerhouden door heilige huisjes.

(18)

Mijn beeld van de drie kranten

In het Gereformeerd Vrijgemaakte gezin van mijn ouders kon het fatsoenlijke, van oorsprong vrijgemaakte Nederlands Dagblad niet ontbreken. Deze krant met uitgesproken christelijk karakter, sluit aan bij de belevingswereld en het gedachtegoed van mijn ouders. Trouw vonden ze ook wel de moeite waard. Het is immers een krant met christelijke oorsprong en er wordt nog altijd veel aandacht gegeven aan ethische en religieuze onderwerpen. Omdat het perspectief van Trouw breder is dan dat van het Nederlands Dagblad, is die krant een mooie aanvulling op het ND. Zodoende liggen deze twee kranten al jaren gezamenlijk op de ontbijttafel van de familie Kuijper.

Zichtbaar verschil

In die tijd viel mij op dat Trouw een ruimer wereldbeeld heeft. De krant geeft minder automatisch ruimte aan de christelijke politieke partijen zoals de ChristenUnie of het CDA. Ook bij religieuze conflicten in bijvoorbeeld het Midden-Oosten, kiest de Trouw minder automatisch de kant van de christenen. Waar het Nederlands Dagblad al snel moord en brand schreeuwt bij geweld tegen christenen, is Trouw evenwichtiger. Daarin staat ook de

andere kant, dat ook moslims veel geweld te verduren krijgen.

Trouw ken ik niet alleen van de ontbijttafel van mijn ouders, maar ook van de drie maanden dat ik daar stage liep. In die periode heb ik gemerkt dat de redactie zich enigszins afzet tegen het christelijke imago van de krant. Ze willen daar maar al te graag vanaf. Dat brengt het gevaar met zich mee dat de berichtgeving doorslaat naar de andere kant en er geen recht gedaan wordt aan de situatie van christenen.

Onbekend terrein

En dan de Volkskrant. Ik ben er niet mee opgegroeid, zoals het ND en de Trouw. Tijdens mijn stage bij Trouw merkte ik dat de meeste journalisten de Volkskrant nauwlettend in de gaten houden. Als de Volkskrant een onderwerp groot behandelde en Trouw niet, werd dat wel eens gezien als een fout. Bij de komst van het luchtige katern ‘V’ klonk er op de redactie van Trouw hoongelach over het ‘kermisgehalte’ ervan. De Volkskrant heeft kwaliteit en alles staat er in. Toch is het een tikje populair. Wat betreft religie zou de krant neutraal moeten zijn. Geen voorkeur voor christenen, maar de redactie hoeft ook niet te bewijzen dat ze niet christelijk is.

(19)

Christenvervolging betekent dat christenen niet vrij zijn om hun geloof uit te oefenen. Dat kan op verschillende manieren tot uiting komen. Christenen krijgen bijvoorbeeld tegenwerking door speciale, strenge regels, ze worden geslagen, krijgen geen werk of worden zelfs gemarteld en vermoord. Wie dat de christenen aandoen, verschilt per land. In moslimlanden is het vaak de familie, in Noord-Korea is het de overheid en in veel landen zijn het bendes die christenen het leven zuur maken.

Ronald Boyd-MacMillan legt in zijn boek Volharden in geloof uit dat het belangrijk is om een heldere definitie van ‘vervolging’ te formuleren en die consequent toe te passen. De meningen zijn erg verdeeld over wat vervolging precies inhoudt. De moord op de Amerikaanse Cassie Bernall bijvoorbeeld, was dat vervolging of niet? Ze werd op 20 april 1999 vermoord op haar middelbare school. De dader stond met een pistool op haar gericht tegenover Cassie en vroeg: ‘Geloof je in God?’, waarop ze ‘ja’ antwoordde. Dat leidde tot haar dood. Volgens Anne van der Bijl, oprichter van Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen, is dat geen christenvervolging, omdat het een incident is in een land waar christenen in principe heel vrij zijn om hun geloof te praktiseren. Vervolging is volgens Van der Bijl een politiek of religieus systeem, dat christenen hun vrijheid ontneemt.

Boyd-MacMillan vindt het echter bizar om niet van vervolging te spreken als iemand zijn leven geeft voor Christus. Hij onderscheidt twee definities van christenvervolging:

1. Alle manieren waarop iemands godsdienstvrijheid onder vuur komt, van discriminatie en marginalisatie tot aan martelaarschap.

2. Alleen extreme, gewoonlijk lichamelijk leed veroorzakende handelingen die hebben plaatsgevonden vanwege iemands geloof.

Boyd-MacMillan onderschrijft zelf de eerste definitie: de vervolging van christenen is elke vijandigheid die vanuit de wereld wordt ervaren als gevolg van de identificatie met Christus. Dit kan vijandige gevoelens, houdingen, woorden en handelingen omvatten.

Wat zegt de Bijbel?

Deze visie van Boyd-MacMillan is heel Bijbels: in Hebreeën 11:36 staat dat gelovigen te maken kregen met ‘bespotting en geseling, zelfs met arrestatie en gevangenschap’. In Mattheüs 5:11 zegt Jezus: ‘Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten’. In Johannes 8:48 wordt Jezus verdacht

(20)

gemaakt. In Lucas 6:22 zegt Jezus: ‘Gelukkig zijn jullie wanneer de mensen jullie omwille van de Mensenzoon haten en buitensluiten en beschimpen en je naam door het slijk halen.’ In Marcus 15:16-20 wordt Jezus veracht. Het lijden van Jezus, waarin de christenen zullen delen, is dus breder dan alleen lichamelijk geweld vanuit de overheid of georganiseerde bendes. Bovendien staat er in 2 Timoteüs 3:12 dat ‘iedereen die vroom en in eenheid met Christus Jezus wil leven, vervolgd zal worden’. Als vervolging enkel georganiseerd, lichamelijk geweld is, zouden alle christenen in vrije landen niet vroom zijn en niet in eenheid met Christus Jezus willen leven.

P.J. Vergunst schrijft in zijn boek Vervolgd om Jezus’ wil14

dat het woord dat de Bijbel gebruikt voor vervolging, thlipsis, het volgende inhoudt:

 uitgelachen worden

 excommunicatie (iemand buitensluiten)  gevangen genomen

 lichamelijke pijn

 innerlijke pijn (angst, smart)  armoede

 haat  dood

 verjaard worden15.

Ook Vergunst is het dus eens met de visie dat christenvervolging breder is dan georganiseerd, extreem, lichamelijk geweld tegen christenen, omwille van hun geloof.

In mijn ogen is ook een incident vervolging, evenals discriminatie en uitgelachen worden. Misschien is het, om verwarring te voorkomen, verstandig om daar een ander woord aan te koppelen: verdrukking. Hoewel de ene Bijbelvertaling ‘verdrukking’ gebruikt op de plaats waar een andere vertaling ‘vervolging’ schrijft, is het voor deze scriptie een bruikbaar onderscheid in taal. Verdrukking is dus een minder ernstige vorm van vervolging, zoals de extreme, georganiseerde, op lichamelijke pijn gerichte vervolging die in bepaalde landen veel voorkomt.

Het woord vervolging voelt ongeveer net zo zwaar als genocide en Holocaust. Daarom gebruiken staten niet graag het woord vervolging. Als er vervolging plaatsvindt in een land, zal de regering moeten ingrijpen. Het is dus een politiek beladen term.

(21)

Mensenrechten

Vertegenwoordigers van mensenrechten gebruiken niet snel het woord vervolging. Zij spreken eerder van ‘schending van het recht op godsdienstvrijheid’. Volgens artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens16 , heeft ieder mens het recht om te geloven. Dat

is een absoluut recht. Maar het recht omdat geloof te praktiseren, het uit te leven, is een voorwaardelijk recht. Verstandig, want een geloof mag nooit de dekmantel zijn voor onmenselijke praktijken. Stel, een nieuwe groepering besluit een ‘geloof’ te creëren dat zware mishandeling van kinderen voorschrijft. Dan zouden de daders zich kunnen beroepen op artikel 18. Het is dus maar goed dat de uitoefening van het geloof een voorwaardelijk recht is. Hierachter kunnen overheden zich helaas ook verschuilen. China bijvoorbeeld. In dat land hebben christenen geen toestemming om kerken te bouwen en bijeenkomsten te organiseren. Als ze dat toch doen, zijn ze strafbaar en kunnen ze worden opgepakt. Niet omdat ze christen zijn, maar omdat ze de wet overtreden.

Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is echter heel helder, over het feit dat iedereen, ook christenen, het recht hebben om een eredienst te houden:

Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.

Uit dit artikel kunnen vijf grondwaarden gehaald worden: 1. Iedereen heeft het recht om in zijn godsdienst te

geloven

2. Iedereen heeft het recht om zijn godsdienst uit te oefenen

3. Iedereen heeft het recht om zijn godsdienst uit te dragen

4. Iedereen heeft het recht om van godsdienst te veranderen

5. Iedereen heeft het recht omzijn godsdienst over te brengen op zijn kinderen.

Het probleem met artikel 18 is dat het een puur juridische definitie is. De geestelijke kant van christenvervolging, vervolging door familieleden in plaats van de staat en discriminatie hebben er geen ruimte in. De Bijbelse

(22)

definitie, dat iedereen die Jezus navolgt, vervolgd zal worden, gaat verder dan artikel 18. Maar vertegenwoordigers van mensenrechten kunnen daar weinig mee.

In deze scriptie zal ik me dan ook vooral richten op de zware vervolging. Ik ben het niet eens met de definitie van Open Doors, dat vervolging alleen extreem, georganiseerd en lichamelijk is, maar dat is wel het type vervolging waarop ik mij in deze scriptie zal focussen. Dat doe ik, omdat de mildere vorm, die ik verdrukking noem, niet afgebakend genoeg is om in een scriptie te onderzoeken. Het zou een te breed en uitgebreid onderzoek worden.

(23)
(24)

Waar worden christenen vervolgd?

Al sinds het ontstaan van de christelijke kerk, zo’n tweeduizend jaar geleden, worden christenen vervolgd. Niet overal, maar wel altijd ergens. Eigenlijk is dat te verwachten, want in de Bijbel werd het al gezegd. In 2 Timoteüs 3:12 staat: ‘Alen die vroom en in eenheid met Christus Jezus willen leven, zullen vervolgd worden’. Open Doors houdt jaarlijks een ranglijst bij van de landen waarin christenen het ergst vervolgd worden. Om die ranglijst te maken, hanteert de organisatie een puntensysteem. Er worden bij elk land vijftig vragen gesteld. Die gaan bijvoorbeeld over de grondwet: is er officieel gesproken vrijheid van godsdienst? Staat de wet het toe dat mensen zich tot het christendom bekeren? De vragen gaan ook over de situatie in de praktijk: hoeveel christenen worden gevangen genomen of opgesloten in een kamp of inrichting, puur vanwege hun geloof? Mogen christenen Bijbels verspreiden of ander christelijk materiaal? Aan de hand van de antwoorden worden punten toegekend. Het maximum aantal is honderd. Noord-Korea staat al jaren op nummer één met 90.5 punten. Het land steekt met kop en schouders uit boven de nummers twee (Iran, 67.5) en drie (Afganistan, 66). Maleisië sluit de lijst met 22.5 punten.17 In totaal zijn er vijftig landen waar

christenen niet vrij zijn om hun geloof uit te oefenen. De meeste daarvan zijn moslimslanden18.

Christen zijn in een moslimland

In de top tien van landen waar christenen vervolgd worden, zijn er acht moslimlanden. Bijvoorbeeld Iran, Afghanistan, Somalië en Irak. In zeven van die landen is de situatie de afgelopen jaren verslechterd. In de top dertig op de ranglijst van Open Doors, zijn er maar zes landen waar christenen vervolgd worden om een andere reden dan moslimextremisme. Het is duidelijk dat christenen het in moslimlanden zwaar hebben. Niet alle moslims haten alle christenen, maar er zijn wel moslims die christenen naar het leven staan. De aanslagen in Amerika, op

11 september 2001, en de aanslagen die daarop volgden in Madrid en Londen zijn daarvan een bewijs.

Anne van der Bijl schrijft in zijn boek ‘Geheime Gelovigen’ wat er gebeurt als moslims christen worden. Moslims die zich bekeren worden gezien als afvalligen, ongelovigen. Ze worden verstoten door hun familie, in elkaar geslagen of vermoord. Maar niet alleen bekeerlingen, ook de kerk heeft het zwaar. Op het dopen van een bekeerling staat de doodstraf. En een kerk die bekeerde moslims helpt, begaat een misdrijf. De overheid doet vaak weinig om het terreur tegen christenen te stoppen. Moslims kennen Allah meer gezag toe dan de staat met haar wetten. Volgens de sharia, de traditionele islamitische wet, kunnen moslims die zich bekeren tot het christendom zelfs de doodstraf krijgen19 .

(25)

Irak

Irak is een voorbeeld van een land waar de situatie de laatste jaren slechter is geworden. Sinds het bestaan van de ranglijst van Open Doors, in 1993, is Irak van de zeventiende naar de achtste plaats gestegen. Onder het bewind van Saddam Hoessein werden christenen nog redelijk met rust gelaten. Maar sinds zijn val in 2003 hebben moslimextremisten hun kans gegrepen. Ze maken christenen het leven zuur met aanslagen en dreigementen en moordpartijen. Sinds de val van Saddam Hoessein is het aantal christenen in Irak gehalveerd. Ze zijn vermoord of gevlucht. In 2010 zijn er negentig christenen vermoord en honderden gewond geraakt bij vuurgevechten 20.

Een reportage van Netwerk, ‘Het leven van christenen in Noord-Irak’, vertelt het verhaal van gevluchte christenen. Moslimextremisten proberen ze allemaal het land uit te werken. Ze plakken dreigbrieven op de deur van christenen met de boodschap: ‘Verdwijn christen, of je wordt vermoord’. In diezelfde documentaire vertelt Joël Voordewind van de ChristenUnie dat er in Irak een religieuze zuivering plaatsvindt: nonnen en priesters worden ontvoerd en vermoord21. In een andere

documentaire van Netwerk, ‘Christenen vaker doelwit in Irak’, zijn beelden te zien van een ontvoerde christelijke jongen. Verderop in de video zou hij onthoofd worden. Een dvd met het beeldmateriaal wordt door moslimextremisten

verspreid onder christenen. Een effectief dreigmiddel. Veel christenen pakken hun spullen na het zien van de afschuwelijke beelden en vertrekken22.

Ook de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood ziet Irak als het meest sprekende voorbeeld van een land waar moslimextremisten christenen vervolgen23.

Ik zal mijn onderzoek afbakenen door me te richten op christenvervolging in Irak. Irak is ook als land relevant omdat Nederland er een rol heeft gespeeld. Nederland heeft zich achter de inval in Irak geschaard, waardoor Nederland verantwoordelijkheid heeft genomen voor de situatie. Dat maakt het op journalistiek gebied interessant. Omdat Nederland betrokken is bij Irak, is het een land waar de Nederlandse kranten veel over kunnen en moeten berichten. Over de taak van de journalistiek op gebied van berichtgeving over christenvervolging ga ik verder in hoofdstuk 2.

(26)

Om een goed antwoord te geven op de hoofdvraag, is het belangrijk om eerst helder te verwoorden wat de verantwoordelijkheid van de journalistiek is. Daarvoor beschrijf ik eerst het werk van een journalist, zodat duidelijk is wat ik daaronder versta. Vervolgens beschrijf ik het belang van nieuws om te verhelderen waarom journalistiek een onmisbaar beroep is. Daarna komt een paragraaf over de verhouding tussen macht en verantwoordelijkheid en tot slot beschrijf ik de rol van buitenlandjournalistiek.

A.

Het werk van een journalist

Nieuws brengen

Een journalist verzamelt, sorteert en verspreidt nieuws. Iedere dag vinden er ontelbaar veel gebeurtenissen plaats in de wereld en journalisten proberen dit enigszins te ordenen door hier een selectie uit te maken en die te publiceren. De ingewikkelde vraag over wat wel en geen nieuws is, wordt echt niet bij iedere onderwerpkeuze expliciet gesteld. Journalisten hebben door ervaring wel een soort ‘gevoel’ voor nieuws. Jonge journalisten leren dat van de oudere generatie. Toch zijn er wel dingen te zeggen over nieuws en waarom het de krant haalt. Er is onderzoek gedaan naar wat gebeurtenissen meer kans geeft om nieuws te worden. Freerk Teunissen omschrijft in

zijn boek ‘Wat is nieuws?’24 verschillende factoren die

volgens hem ervoor zorgen dat nieuws de krant haalt. Hoe meer van deze factoren een gebeurtenis bevat, hoe groter de kans dat het nieuws wordt. Het verschilt uiteraard per krant welke factoren het zwaarst wegen.

Teunissen benoemt de volgende factoren: 1. Dichtbijheid in tijd

Een gebeurtenis moet passen in de verschijningstermijn van het medium. Nieuws in een dagblad moet van dezelfde of hooguit de vorige dag zijn. Een weekblad daarentegen kan ook nog berichten over gebeurtenissen van de vorige week. Iets wat veel tijd in beslag neemt, kan de krant halen als er een aanleiding wordt gecreëerd zoals een feestelijke opening van een gebouw of een bekende persoon die op bezoek komt ergens. Daarmee wordt een langdurige ontwikkeling tot een actuele gebeurtenis gemaakt.

2. Dichtbijheid in afstand

Als iets om de hoek gebeurt, hoeft het minder groot te zijn om de krant te halen dan wanneer iets ver weg plaatsvindt.

3. Dichtbijheid in beleving

1.3 Wat is de verantwoordelijkheid van de

journalistiek?

(27)

Als gebeurtenissen het wereldbeeld van de lezer of de journalist tegenspreken, zullen ze niet of anders geïnterpreteerd de krant halen. Onderwerpen die passen bij de belevingswereld van de journalist of lezer zullen meer aandacht krijgen, van zowel de lezer als de journalist.

4. Uniciteit

Gebeurtenissen die ingaan tegen de normale gang van zaken zullen eerder het nieuws halen dan dingen die normaalgesproken voorkomen. Een hond die een man bijt is niet zo heel bijzonder. Maar als de man de hond bijt, is dat nieuws.

5. Verandering

Als dingen in beweging zijn, is er verandering. Gevolgen op lange termijn krijgen meer aandacht dan gebeurtenissen die redelijk op zichzelf staan. 6. Elitepersonen, -landen en - instanties

Stuur ergens een bekende Nederlander op af en de media volgen. Als iets in een belangrijk land gebeurt, haalt het eerder de krant en als er instanties bij betrokken zijn ook.

7. Emotie, spanning en sensatie

Als gebeurtenissen en beelden inwerken op emoties halen ze de krant. Cijfers die iets moeten uitdrukken, zeggen bijvoorbeeld minder dan een persoonlijk verhaal.

8. Gevolgen voor de doelgroep van het medium Soms betekenen gebeurtenissen meer dan de gebeurtenis op zich. Als de oorzaak bij de maatschappij ligt of als de gevolgen groot zijn voor mensen, zullen de media er meer aandacht aan geven.

9. Beschikbaarheid

Als er geen informatie beschikbaar is, kunnen media er ook niet over berichten.

Onderzoekers Galtung en Ruge hebben de inhoud van vier Noorse kranten geanalyseerd25. Ze vroegen niet naar de

intenties en bedoelingen van journalisten, maar analyseerden puur de tekst in de kranten. Daaruit concludeerden zij dat de volgende factoren bepalen of iets nieuws is:

1. Frequentie: gebeurtenissen die zich ontwikkelen krijgen aandacht.

2. Drempel: is de gebeurtenis groot genoeg?

3. Duidelijkheid: hoe duidelijker de betekenis, hoe eerder in het nieuws.

4. Betekenis: heeft het gevolgen voor de lezer, is het bekend?

5. Consonantie: correspondeert de gebeurtenis met de verwachting? Is het gewenst?

(28)

6. Het onverwachte: als gebeurtenissen stroken met de verwachting, is het geen nieuws.

7. Continuïteit: als iets eenmaal nieuws is, blijven media erover berichten.

8. Compositie: nieuws moet passen in de mix van onderwerpen in de krant.

9. Elitelanden: komen eerder in het nieuws dan niet-elitelanden.

10. Elitepersonen: komen eerder in het nieuws dan niet-elitepersonen.

11. Mensen: als gebeurtenissen met mensen te maken hebben halen ze eerder het nieuws.

12. Negativiteit: als gebeurtenissen negatieve gevolgen hebben, halen ze het nieuws.

Een belangrijke conclusie van Galtung en Ruge is dat verre landen alleen aandacht krijgen als het om negatief nieuws gaat, terwijl nabije landen ook positief in de media komen. En ze concludeerden dat gebeurtenissen die geleidelijk plaatsvinden niet snel in het nieuws komen, in tegenstelling tot gebeurtenissen die plotsklaps plaatsvinden26.

Nieuws duiden

Tijdens mijn stage bij dagblad Trouw ontdekte ik dat gebeurtenissen veel aandacht krijgen wanneer ze ethische

dilemma’s blootleggen. Zelden werd er in de ochtendvergadering expliciet benoemd waarom bepaalde onderwerpen in de krant moesten. Meestal was iedereen het erover eens wat wel en wat geen nieuws was. Over sommige onderwerpen werd echter langer gepraat. Dat waren de gebeurtenissen die diepere vragen opriepen. Zoals een vrouw van 63 die een kind kreeg. Ze was alleenstaand, het kind was via kunstmatige inseminatie verwekt en met een keizersnede ter wereld gebracht. Op zich al spectaculair nieuws, maar het roept ook de vraag op: moet alles wat medisch gezien mogelijk is gewoon kunnen? Of zijn er op ethische grond grenzen aan te geven? Ook de vraag wat een kind eigenlijk nodig heeft kwam naar voren. Een gebeurtenis die dieper liggende vragen oproept, krijgt meer ruimte in de krant dan gebeurtenissen die enigszins op zichzelf blijven staan. Zo ook de schietpartij in Alphen aan den Rijn. Op zich was het al een groot drama, maar toen bleek dat de dader Tristan van der Vlis op een schietvereniging zat en oorlogsspellen op de computer deed, werd er nog meer aandacht aan besteed. Mogen schietverenigingen wel bestaan? Moeten gewelddadige oorlogsspellen niet verboden worden? Het riep vragen op over de samenleving, die verder gingen dan de gebeurtenis zelf.

(29)

Maar de dieper liggende vragen benoemen is niet het enige. Veel journalisten proberen ze ook te beantwoorden. Ze verklaren het nieuws: waarom gebeurt dit, hoe komt dat en wat betekent het? Soms schrijven ze zelf een analyse, maar meestal laten ze een deskundige antwoord geven op die vragen. Bij voorkeur komen meerdere kanten van het verhaal aan bod, zodat lezers een compleet beeld krijgen en daardoor zo veel mogelijk begrijpen van wat er gebeurt.

Mening

Er zijn journalisten die hun eigen mening geven over het nieuws: wat vind ik ervan dat dit gebeurt? Meestal gebeurt dat in een apart gedeelte van de krant, op de opiniepagina’s, in een column of in een commentaar. Door de heldere afbakening, weet de lezer dat die verhalen geen objectieve journalistiek bevatten. De journalist moet duidelijk onderscheid maken tussen feiten, beweringen en meningen27.

Als al deze aspecten van de journalistiek integer, waarheidsgetrouw, compleet en controleerbaar gebeuren28,

en samen een duidelijk beeld geven van wat er gebeurt in de wereld, kan de lezer er een mening over vormen. Een krant moet de lezer dus helpen de processen en gebeurtenissen in de wereld te begrijpen29.

b. Het belang van nieuws

Meningsvorming

Wat gebeurt hier nu eigenlijk? Die vraag benoemen is de taak van de journalist. Dat is belangrijk, want lezers die anders niet verder zouden kijken dan de gebeurtenis zelf, zien doordat journalisten die vraag benoemen, dat er meer achter zit. Zo kan de lezer er zelf een mening over vormen. En die mening is belangrijk in een democratie. De lezer is namelijk degene die stemt op partijen. Als de lezer niet goed op de hoogte is, geen mening heeft, kan hij niet goed bepalen op welke partij er gestemd moet worden. Maar het belang van een zo compleet mogelijk beeld van wat er gebeurt, gaat verder dan het stemmen op partijen. Ook burgerinitiatieven kunnen ontstaan door berichtgeving. En als burgerinitiatieven aandacht krijgen in de media, zijn er weer andere burgers die de bestaande initiatieven ondersteunen met bijvoorbeeld geld.

Democratie

De belangrijkste functie van de journalistiek is die van de ´waakhond van de democratie´. Zonder journalistiek kan er namelijk helemaal geen democratie bestaan. Er moeten mensen zijn die er hun werk van maken om in de gaten te houden of de regering wel doet wat ze moet doen30. De

(30)

ook voor de burger. Er moet een plek zijn waar het publieke debat gevoerd kan worden.

De berichtgeving in de media kan ook dingen op de politieke agenda zetten. Als er onrecht plaatsvindt, maar niemand weet er van, dan hoeft de politiek zich niet te ontfermen Als de samenleving echter weet wat er mis gaat, dan moet de politiek er wel wat mee, anders zullen partijen stemmen verliezen.

John C. Merril legt in het boek Global Journalism uit, dat er twee modellen, omstandigheden zijn te onderscheiden waarin journalistiek kan opereren31. De eerste is de

‘Machiavellistische’, waarbij journalistiek een machtsinstrument is. Journalistiek moet een doel bereiken met de middelen die werken. Die doelen kunnen zijn: veiligheid en stabiliteit, sociale ontwikkeling en financiële vooruitgang van een land.

Democratische pers is een andere benadering van de journalistiek. Daarbij zijn de kranten de plek waar het publieke debat gevoerd wordt, waar de publieke opinie zich ontwikkelt. De journalistiek controleert de overheid. Daarom is het in een democratie noodzakelijk dat de pers vrij is. Journalisten worden niet vooraf gecontroleerd door de overheid en worden niet beperkt door wetten.

Samenleving op scherp

Allerlei partijen in de samenleving, zoals bedrijven, regeringspartijen en defensie, moeten gecontroleerd worden. Als niemand vertelt dat er op grote schaal kinderarbeid plaatsvindt, dat politici hun afspraken niet nakomen of dat banken investeren in wapenhandel, kan dat blijven gebeuren. Als journalisten er een punt van maken, kunnen de regering en burgers er wat aan veranderen. Burgers zullen bijvoorbeeld een andere bank kiezen en overheden kunnen wetten aanscherpen of strenger controleren.

C.

Macht en verantwoordelijkheid

Vrije pers is goede pers?

Vrije pers betekent niet per se verantwoordelijke journalistiek32. Als media verantwoordelijkheid met zich

meedragen, welke is dat dan? Aan wie moeten ze verantwoording afleggen? En hoe? Moet de journalistiek in een behoefte voorzien of gewoon bieden wat de massa wil ontvangen? De meeste journalisten vinden wel dat de pers verantwoordelijk gehouden kan worden voor haar boodschap.

Als de mensen hun overheid meer kunnen sturen, leven ze dan in een efficiëntere en veiligere samenleving? Misschien, maar dan ga je ervan uit dat wijsheid met de

(31)

massa komt. Er is weinig bewijs dat de massa behoefte heeft aan kwaliteitsjournalistiek. Er zijn maar weinig serieuze, wereldwijze kwaliteitsbladen. Om geld te verdienen moeten media de aandacht trekken van de massa, met populaire journalistiek. Mensen houden over het algemeen nou eenmaal niet van lezen33.

In het boek Global Journalism, staat een rijtje met criteria waaraan een krant moet voldoen om een kwaliteitskrant te zijn:34

 gelezen door opinieleiders over de wereld,

 gevonden worden in leidende, belangrijke bibliotheken,

 gelezen door diplomaten,

 geciteerd in journalistieke en literaire kringen,  gebruikt in toespraken van wereldleiders,  goede, efficiënte typografie en opmaak,  diepgaande en serieuze inhoud,

 nadruk op internationale betrekkingen en politiek,  nadruk op economie, wetenschap, religie en

ideeën,

 wereldburgerlijke benadering en verbanden leggen in het nieuws,

 feedback van het publiek en ruimte voor opiniestukken van gasten en

 nadruk op sociale kritiek, literatuur, kunst en muziek.

Macht en verantwoordelijkheid

Bij de komst van de massamedia ontstond er grote angst dat de media de publieke opinie naar hun hand konden zetten35. Over de invloed en de macht van de media is veel

geschreven. Er zijn veel onderzoeken naar gedaan, maar er is geen eenduidige mening over hoeveel macht de media hebben36. Er zijn verschillende visies op. De ietwat

primitieve media-theorie van de ‘almacht van de media’ ging er vanuit dat de boodschap die de zender, het medium, uitdraagt, direct de ontvanger beïnvloedt. Later ontstonden er steeds meer theorieën over ‘ruis’ die er kan ontstaan, waardoor de invloed van de media minder groot is37. Later ontstond ook de theorie van ‘agendasetting’:

media bepalen niet wat het publiek denkt, maar wel waarover het nadenkt. De media zetten onderwerpen op de agenda van de samenleving38.

Er is dus geen eenduidig geluid over de mate waarin de media macht hebben. Waar de theorieën wel eenduidig in zijn, is hetgeen de media beïnvloeden. Namelijk de mening van mensen, de publieke opinie. Als dat zo is, dragen de media daarover verantwoordelijkheid met zich mee.

(32)

Kennelijk hebben de media de verantwoordelijkheid dat onderwerpen op de agenda komen te staan. Niet per se direct op de politieke opinie, maar op die van de publieke agenda. Als de media geen informatie geeft, als er geen nieuws gebracht wordt, kan er geen publiek debat over gevoerd worden. Door informatie bepaalt een individu zijn mening. Daarin schuilt de macht van de media39.

Alle aspecten van de journalistiek moeten integer, waarheidsgetrouw, compleet en controleerbaar gebeuren40.

Journalistieke uitingen moeten samen een duidelijk beeld geven van wat er gebeurt in de wereld, zodat de lezer op de hoogte is en er een mening over kan vormen. Hiermee moet een krant de lezer helpen de processen en gebeurtenissen in de wereld te begrijpen41.

D.

Buitenlandnieuws

De eerste kranten in de zeventiende eeuw brachten al nieuws uit het buitenland42. Het ging vooral over

veranderende machtsverhoudingen, die invloed hadden op de handelsstad Amsterdam. Buitenlands nieuws wordt voornamelijk gebracht als het invloed heeft op Nederland. Het belang van buitenlandnieuws is hetzelfde als dat van ander nieuws. Lezers moeten op de hoogte zijn van wat er gebeurt in de wereld, zodat ze er een mening over kunnen vormen.

In tijden van de globalisering, is ook wereldwijde journalistiek nodig. Het zou niet alleen maar moeten gaan over rampen en oorlogen, maar de journalistiek moet lezers helpen de mensen uit een ander land te begrijpen43.

Wat daarvoor nodig is: niet te veel afhankelijk zijn van officiële bronnen, maar erheen gaan. De beste verhalen zijn degene die de machthebbers willen verzwijgen. Er zijn onafhankelijke getuigen nodig, die vertellen wat er gebeurt. Die informatie is nodig, zodat de lezer kan bepalen wat hij ervan vindt.

De journalisten die dat doen, die blijven als iedereen weg gaat, die dieper graven dan de rest om het echte verhaal te kunnen vertellen, laten zien dat journalistiek ertoe doet. De journalistiek heeft effect: het kan buitenlandpolitiek beïnvloeden, de publieke opinie: er moet iets gebeuren. Berichten uit Oost-Timor en Kosovo hebben de wereldleiders destijds gedwongen om tot actie over te gaan.

Conclusie

De journalistiek heeft een sterke maatschappelijke functie van informatievoorziening. Journalisten hebben de taak om

(33)

de maatschappij op de hoogte te brengen van wat er gebeurt en daar duiding aan te geven. Ze leggen verbanden, waardoor de mediagebruikers zich een mening kunnen vormen over de situatie.

(34)

Verdient het onderwerp christenvervolging aandacht in de media?

(35)

Nu duidelijk is waarvoor de journalistiek eigenlijk bestaat, is het goed om te kijken naar wat de journalistiek moet met christenvervolging. In dit hoofdstuk leg ik christenvervolging naast het lijstje van nieuwscriteria. Als het onderwerp aan veel criteria voldoet, valt te verwachten dat de kranten veel aandacht geven aan christenvervolging en vice versa.

1. Dichtbijheid in tijd

Christenvervolging vindt op lange termijn plaats. Dat maakt het moeilijk om erover te berichten. Er zijn echter mogelijkheden om het in de krant te noemen. Bijvoorbeeld als er een incident plaatsvindt: een kerk wordt in de brand gestoken of er is een aantal mensen vermoord. Ook rapporten van organisaties kunnen een aanleiding zijn om het onderwerp ter sprake te brengen.

2. Dichtbijheid in afstand

Irak ligt ver van Nederland, dus wat er gebeurt moet wel ernstig zijn wil het de Nederlandse kranten bereiken. 3. Dichtbijheid in beleving

Dit is een interessant criterium, waar de identiteit van de krant en de doelgroep een rol speelt. Christenvervolging is een onderwerp dat bij het Nederlands Dagblad meer in de belevingswereld van de lezer en journalist past, dan bij de

Volkskrant. Bij Trouw past het goed, omdat het met religie te maken heeft en de krant daar veel ruimte voor vrijmaakt.

4. Uniciteit

Zoals we in hoofdstuk 1.2 hebben gezien, is het volgens de Bijbel heel normaal dat christenen vervolgd worden. Zo uniek is het dus niet. Maar vergeleken bij de situatie in Nederland en het westen, is het niet de normale gang van zaken.

5. Verandering

Zowel Open Doors als Kerk in Actie geven aan dat de situatie in Irak is verslechterd sinds de val van Saddam Hoessein. Er heeft dus verandering plaatsgevonden. 6. Elitepersonen, - landen en – instanties

Irak is geen eliteland en christenen in het algemeen zijn geen elite personen. De kerk zou ik ook niet scharen onder een elite-instantie.

7. Emotie, spanning en sensatie

Aan dit criterium voldoet het onderwerp. Bomaanslagen, mensen die vluchten en hun familie kwijtraken.

(36)

8. Gevolgen voor de doelgroep van het medium Hier speelt weer de identiteit van de krant en de doelgroep een grote rol. Bij de Volkskrant heeft het onderwerp christenvervolging weinig gevolgen voor de doelgroep. Het zijn immers geen christenen. Maar bij het Nederlands Dagblad is dat al een stuk meer het geval. Bij Trouw in zekere mate, omdat de krant ook door christenen wordt gelezen.

9. Beschikbaarheid

De gebeurtenissen in Irak zijn door Nederlandse media goed te volgen. Open Doors en Kerk in Nood zijn ook op de hoogte van de incidenten. De organisaties sturen persberichten naar de media.

Het onderwerp christenvervolging in het algemeen voldoet aan behoorlijk wat nieuwscriteria. Het zou dus terecht zijn als de Nederlandse kranten daar aandacht aan besteden. Maar er zijn meer redenen waarom de journalistiek aandacht zou moeten besteden aan christenvervolging in Irak. Zoals in hoofdstuk 1 staat, heeft de journalistiek als taak om onrecht aan de kaak te stellen. Zowel de politiek als burgers moeten op de hoogte zijn van wat er gebeurt in de wereld, zodat er wat aan gedaan kan worden. Journalistiek kan veel invloed uitoefenen op de politieke agenda en de publieke opinie.

Christenvervolging in het algemeen verdient dus de aandacht van de media, maar christenvervolging in Irak al helemaal. Zoals in hoofdstuk 1 staat, heeft Nederland zich geschaard achter de oorlog in Irak. Sindsdien is de situatie voor christenen daar verslechterd.

Het is ook mogelijk dat aandacht van de media aan christenvervolging niet verantwoord is. Het is niet geheel ondenkbaar dat de veiligheid van christenen in Irak in gevaar kan komen door publiciteit. Zo schrijft Vergunst in zijn boek Vervolgd om Jezus’ wil, dat publiciteit enerzijds kan helpen tegen christenvervolging. Als machtige, westerse landen weten hoe christenen worden vervolgd, kunnen de overheden druk uitoefenen. Dat kan de situatie in een land verbeteren. Maar publiciteit kan ook averechts werken44.

Joris van Voorst, directeur van de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood, is van mening dat er in de media te weinig aandacht is voor christenvervolging45. Of

dat echt zo is, zal blijken na de analyse van de drie kranten.

(37)

De analyse

(38)

In deze scriptie wil ik vergelijken hoe het Nederlands Dagblad, Trouw en de Volkskrant berichten over christenvervolging in Irak. Nemen de kranten daarin hun journalistieke verantwoordelijkheid? Dat zou kunnen door simpelweg het aantal berichten te tellen waarin het woord ‘christenvervolging’ voorkomt, maar dat zal geen zinnig resultaat opleveren.

Het is mijn bedoeling om een beeld te krijgen van welke keuzes de drie redacties maken. Hoe vaak staat er een artikel in de krant dat gaat over christenen die vervolgd worden? Hoe groot zijn die artikelen? Waar staan ze? En misschien wel het belangrijkste: wat staat er in die artikelen?

De inhoud van de berichten kan ook sterk verschillen. Vermeldt de journalist bijvoorbeeld bij een gewelddadige gebeurtenis dat het gericht is tegen christenen? Staat er ook bij dat ze vervolgd worden omdat ze geloven? Gaat de journalist in op de diepere betekenis achter geweld? In de analyse zal ik uiteraard ook de achtergrond van de krant en het lezerspubliek meenemen. Gezien de verschillende profielen van de drie kranten, zullen ze alle drie op hun eigen manier omgaan met nieuws rond christenvervolging in Irak.

De criteria waaraan berichtgeving moet voldoen haal ik uit hoofdstuk 1.3, over de verantwoordelijkheid van de journalistiek.

De criteria waaraan berichtgeving moet voldoen: • Informatievoorziening:

Brengt de krant het nieuws? Besteedt de krant überhaupt aandacht aan christenvervolging?

• Prioriteit:

Waar staan de artikelen, staan er foto’s bij? Kortom: wordt de aandacht erop gevestigd?

• Duiding:

Duidt de krant het nieuws? Wordt er in de berichtgeving aandacht geschonken aan de betekenis van het geweld? Worden de dieperliggende vragen beantwoord?

• Platform:

Is er in de krant ruimte voor opinie? Is de krant een platform voor mensen met een mening over christenvervolging?

• Waakhondfunctie:

Zijn de journalisten kritisch op de rol van de overheid van Irak? Zijn de journalisten kritisch op de rol van invloedrijke landen?

(39)

Het Nederlands Dagblad zal waarschijnlijk veel artikelen wijden aan geweld tegen christenen, omdat de krant zich richt op christelijk Nederland. Zoals ik in hoofdstuk een heb beschreven, wil de krant fungeren als bindmiddel in de christelijke gemeenschap. Wat christenen bindt is hun geloof en als andere gelovigen elders op de wereld daar voor vervolgd worden, zal de krant daar logischerwijs aandacht aan geven. In de beginselverklaring staat dat de redactie de werkelijkheid niet alleen wil beschrijven, maar ook wil duiden in het licht van Gods Woord46. Als de

redactie dat consequent toepast, zal ze ook geweld tegen christenen duiden in het licht van de Bijbel. Dat zal als het goed is resulteren in lange nieuwsanalyses en achtergrondartikelen over christenvervolging.

Trouw is een krant die religie en filosofie veel aandacht geeft, maar ook bang is om nog gezien te worden als een christelijk krantje. Ik verwacht dat Trouw wel aandacht heeft voor het geweld tegen christenen, maar ze vooral zal benoemen als ‘religieuze minderheden’. Ook denk ik dat Trouw de berichten minder prominent in de krant zal plaatsen. Waarschijnlijk besteedt Trouw wel een achtergrondverhaal in de verdieping, al dan niet op de pagina ‘religie en filosofie’, aan het onderwerp.

De Volkskrant is volkomen seculier geworden. Ik denk dat de Volkskrant heel ernstige incidenten, zoals het afbranden van een kerk, de moord op een bisschop etc, wel zal vermelden. Mijn verwachting is dat de Volkskrant zo neutraal mogelijk zal blijven en geen kant zal kiezen voor christenen of moslims. Zoals in hoofdstuk één staat beschreven, staan journalistieke normen als objectiviteit en onpartijdigheid hoog in het vaandel bij de krant. Gezien dit profiel van de krant, verwacht ik dat de Volkskrant christenvervolging eerder zal presenteren als geweld tussen religies, dan tegen christenen.

(40)

Om de analyse te kunnen maken, moet er eerst een overzicht zijn van alle gebeurtenissen van christenvervolging die in Irak hebben plaatsgevonden. De twee organisaties die ik daarvoor benader zijn Open Doors en Kerk in Nood. Beide organisaties hebben contacten ter plekke en houden de persbureaus en media nauwlettend in de gaten. Beide organisaties konden mij vooral veel informatie geven van de jaren 2007 tot en met 2010. In bijlage 1 een totaaloverzicht van de gebeurtenissen uit die jaren. Het zijn er echter zo veel, dat ik me wil beperken tot 2010.

De gegevens komen uit rapporten van Kerk in Nood: Persecuted and Forgotten? A report on Christians oppressed for their faith, Kerk in Nood 2011 en Religious Freedom in the World, report 2010. Tevens aangevuld met informatie van Open Doors, via www.opendoors.nl

• Begin 2010 kwam een nieuwe golf van geweld, waardoor meer dan 4.000 christenen uit Monsul vluchtten. Zelfs in de oude christelijke dorpen in de Ninevévlakte kon de veiligheid van christenen niet worden gegarandeerd. Dreigementen en incidentele aanvallen maakten duidelijk hoe groot het geweld tegen de gelovigen was.

• Januari 2010: Nog een aanslag op christenen in Bagdad. Een aartsbisschop Jean Sleiman uit Bagdad roept op om niet langer te zwijgen over de moord op christenen in Irak. Ze worden vermoord en de staat doet niets. De machthebbers in de geteisterde plaatsen zien niets, horen niets en zeggen niets.

• 12, 15, 17 januari 2010, Mosul: drie christelijke winkelhouders waren vermoord. Hikmat Sleiman, Amjad Hamid Abdulhallah en Saadallah Youssif Jorjis.

• 14 – 25 februari 2010, Mosul: negen christenen zijn vermoord. Twee kooplieden: Rayan Salem Elias en Mounir Fatoukhi. en een vijfde christen Wissam George werd op straat neergeschoten. Een zesde werd ontvoerd.

• 21 februari, Mosul: een orthodoxe christen is vermoord: Adnan al-Dahan, hij werd een week eerder ontvoerd.

3.3 Wat is er gebeurd aan christenvervolging in

2010?

(41)

• 23 februari Mosul: een christelijk gezin is omgebracht, ook twee broers en de vader van een Assyrische priester werden buiten hun huis vermoord. • 2 mei 2010, vier mensen zijn omgekomen en 171 gewond geraakt toen een konvooi bussen studenten uit een overwegend christelijke buurt naar de universiteit bracht. • Augustus 2010: Ali-al-Musawi, de woordvoerder van de premier van Irak, Nuri al-Maliki, zegt dat de overheid al het mogelijke doet om de veiligheid te garanderen. Maar vertelde erbij dat religieuze en etnische minderheden extra kwetsbaar zijn en meer nodig hebben om hun veiligheid te garanderen. Nadat Amerika een resolutie aannam waarin de prille status van religieuze minderheden werd benadrukt, riep hij de overheid op om het geweld tegen hen aan te pakken.

• 31 oktober 2010: een aanslag op de kathedraal in Bagdad: ‘Baghdad’s Our Lady of Salvation Syrian Catholic Cathedral.’ Daarbij stierven 52 mensen. De ‘Islamic State of Iraq’, een organisatie met banden met al-Qaida, eiste de aanslagen op, waaronder de aanval op de kathedraal in Bagdad, oktober 2010. Gedetailleerde beschrijving: De terroristen kwamen de kathedraal binnen met

zelfmoordvesten en automatische wapens. Ongeveer honderd mensen werden naar het midden van de kathedraal geleid, terwijl een priester zestig anderen in een kleine kamer achterin het gebouw verborg. De extremisten wilden de vrijlating van al-Qaida gevangenen. Ze beschimpten de gevangenen met antichristelijke teksten en dreigden het gebouw op te blazen. Irakese en Amerikaanse militairen omsingelden het gebouw waardoor het geweld toenam. Twee jonge priesters waren vermoord, Een derde priester werd naar het ziekenhuis gebracht met buikwonden.

• Een week later werden drie mensen vermoord en 26 raakten gewond in christelijke huizen in Bagdad. De ‘Islamic State of Iraq’ eiste de aanslag weer op. Onder de slachtoffers was de familie van een slachtoffer uit de kerk, eerder die week. Ze konden hen herkennen aan de begrafenis tekenen buiten het huis.

• November 2010: Binnen twee weken na de aanslag op de kerk zijn honderd Irakese christenen gevlucht naar Sulaimaniya. Ze waren niet gerustgesteld door de arrestatie van twaalf mensen in verband met de aanslag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De eerste groep aangeklaagden verklaarde openlijk dat zij christenen waren en dit heeft ertoe geleid dat de rechter (de praefec- tus urbi, of misschien de praefectus praetorio)

graag op deze pagina, over DE HELE PAGINA, dus ook over de gekleurde balken heen, onze

De vaststelling dat socio-economische verschillen in de rol van ouders (en bijgevolg in de vrijetijdsbesteding van jongeren) niet zozeer te wijten zijn aan de doelen

Grafi ek 2 Gemiddeld aantal artikelen per voorpagina, per krant per jaar 38 Grafi ek 3 Percentage van onderwerpen op voorpagina’s van Nederlandse kranten, per jaar 39 Grafi ek

The aim of this paper is to show that the standard rotating vector model [4] can be used to model the optical polarisation position angle of the white dwarf pulsar to constrain

[r]

In die lig hiervan is die ondersoek onder andere daarop gerig om vas te stel wat die houding van hulle portuurs teenoor swanger skoolgaandes is: wat die aard van

Zo kunnen aansprekende politici met een migratieachtergrond op verkiesbare (aanbod) of invloedrijke posities (doorstroom) zorgen voor meer politieke participatie onder kiezers met