• No results found

De Romaanse Sint-Walburgakerk te Veurne

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Romaanse Sint-Walburgakerk te Veurne"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J.

TERMOTE

DE ROMAANSE SINT-WALBURGAKERK

TE VEURNE

(2)

20 SINT-WALBURGAKERK TE VEURNE

Tijdens de opgravingen naar de vroegmiddeleeuwse versterking in het stad-spark te V eume werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een onderzoek in te stellen naar de Romaanse Sint-W alburgakerk. De samenwerking tussendeN .D. 0. en de Werkgroep Archeologie voor Veume en Omstreken liet toe enkele pro-blemen in verband met de ontwikkeling van deze kerk nader te bestuderen. De heer burgemeester en de heren schepenen van de stad Veurne gaven hun bereidwillige toestemming tot deze opgravingen, waarvoor onze oprechte dank.

Over de begingeschiedenis van de kerk is weinig met zekerheid gekend. Waarschijnlijk is het gebouw ontstaan uit een kapel van de grafelijke residentie te Veurne, die vermoedelijk reeds op het einde van de Xde eeuw op de plaats van de mogelijk IXde eeuwse circulaire versterking(!) opgericht werd (fig. 1). De oudste vermelding van de kerk dateert pas van 1095 (2); hieruit blijkt dat aan de kerk, die toen nog toegewijd was aan de Moeder Gods, een kapittel verbonden was.

De bouw van de ruime Romaanse kerk moet op stijlkritische gronden in de eerste helft van de Xllde eeuw gesitueerd worden. Geleidelijk werd dit gebouw door de huidige Gothische constructie vervangen ; rond 1250 maakte het koor plaats voor een vroeggotisch koor met omgang en straalkapellen; eind XIV de eeuw werd de benedenkerk grotendeels gesloopt en door de aanzet van een hooggotische westtoren vervangen. Het Romaanse transept en resten van de vieringtoren bleven - zij het sterk verbouwd - tot in het begin van deze eeuw bewaard. Tussen 1902-1907 maakten ze plaats voor een neogotisch transept en benedenkerk(3). Beschrijvingen en fotografisch materiaal van de laatste resten(4) alsmede een opgraving van L. Devliegher(5) lieten een gedeeltelijke reconstructie toe: de Romaanse kruiskerk had een vierzijdige vieringstoren die op de oosthoeken door twee traptorens geflankeerd was; twee halfrond gesloten zijkoren tegen de trap-torens openden op het transept; de driebeukige benedenkerk van minstens 5

1 Over de opgravingen die op deze plaats lopen: J. DE MEuLEMEESTER, De circulaire versterking en de warandemate te Veurne, Conspectus MCMLXXV/1/- Archaeologia Belgica 213, Brussel, 1979, 152-156; Io., De circulaire versterking te Veurne, Conspectus MCMLXXJX- Archaeologia Belgica 223, Brussel, 1980, 109-173.

2 Het betreft een schenkingsakte van een prebende ( 4 okt. 1 095) door gravin Geertrode van Saksen. Kerkarchief Sint-Walburgakerk te Veurne,Liber privilegiorum,fundaonum (sic) jurium et appoinctementorum Ecclesia collegiatae Sanctae Walburgis in oppido furnensi,

f'l.

3 J. TERMOTE, De Sint Walburgakerk te Veurne, De Gidsenkring, juni 1979, 10-28. 4 Br. FIRMIN, De Romaansche Kerkelijke Bouwkunst in West-Vlaanderen, Gent, 1940, 257-268.

5 L. DEVLIEGHER, Vondsten in de Sint-Jacabskerk te Ieper en in de Sint-Walburgakerk te Veurne, Handelingen van het genootschap voor Geschiedenis Société d' Emulation, CIX, 1972, 3-4, 232-233.

(3)

SINT-WALBURGAKE RK TE VEURNE 21

(4)

<>

0

0

0

~0

0

~

2

lOm

Fig. 2. 1. Reconstructie van de Romaanse kerk; 2. tot 1901/1902 bewaarde delen van de

Romaanse kerk; 3. huidige constructies met de Gotische torenaanzet; A en B

(5)

SINT-WALBURGAKERK TE VEURNE 23 traveeën zou van beuksgaanderijen voorzien zijn geweest(6). Enkele elementen bleven onbekend: het uitzicht van het koor, de lengte van het schip en de wijze waarop dit afgesloten was. Deze twee laatste punten vormden het onderwerp van ons onderzoek (fig. 2, A-B).

Een volledige en precieze reconstructie van het grondplan kon echter moeilijk verwacht worden; het grootste deel van de betreffende fundering was volledig uitgebroken toen tussen 1720-1724 binnen de torenmuren een waterreservoir werd uitgegraven. Bovendien mocht aan de beplantingen rond de toren niet geraakt worden, wat de voor het onderzoek beschikbare oppervlakte aanmerkelijk vermin-derde.

De bouwrest, die ons nog inlichtingen kon geven, was de fundering van de noordelijke zijbeukmuur; de as van de Gotische kerk lag immers een 2 tot 3 m zuidwaarts van deze van de Romaanse kerk en vertoonde bovendien een minder grote afwijking ten overstaan van de oost-west as; hierdoor bleef de muur ten noorden van de torenaanzet bewaard (fig. 2, A).

Bij het bodemonderzoek werden de funderingsresten van de zesde en tevens laatste westtravee nagenoeg volledig vrijgelegd (fig. 3); tussen de traveeën en op de noordwesthoek vertoonde de buitenzijde van de muur pilastervormige uitspron-gen; de binnenwand was vlak gehouden. De muur was opgebouwd uit limo-nietzandsteen van de Vlaamse Heuvelen. Tot halfweg de travee bleek de muur goed bewaard (fig. 3, A); het opgaande werk was ongeveer 90 cm breed; ook de pilaster tussen de traveeën was in opstand bewaard. De ijzersteen was in de naar onder versmallende funderingssleuf gelegd; tegen de wanden werden regelmatige lagen platte stenen opgestapeld, terwijl het binnenwerk met onregelmatige stenen opgevuld werd. Als bindmiddel was een zandige klei gebruikt; vanaf- 106 was de muur met witte zandige kalkmortel gevoegd. Door de talrijke begravingen kon het loopvlak niet vastgesteld worden, maar waarschijnlijk moet het zich rond - 100 situeren. De rest van de muur tot en met de noordwesthoek van het schip werd geheel of gedeeltelijk uitgebroken en dit wegens de bouw van een steunbeer van de torenaanzet van de Gotische kerk. De fundering van deze laatste was te diep aangelegd (- 3,50 m) opdat de Romaanse muren konden herbruikt worden. Toch werden ze niet volledig verwijderd. Zo was de muur aan de voorzijde van de steunbeer deels weggenomen, deels in de fundering van dezelfde steunbeer opge-nomen (fig. 3, 4 en 5, B enD). Een fragment van de fundering van een hoekpilaster bleef eveneens bewaard (22x?x?). Van de noordwesthoek en een gedeelte van de

6 De reconstructie van de hoofdbreuk steunde op een bouwvallig fragment van de

zuide-lijke middenbeukmuur; deze zou een drieledige opstand hebben gehad: boven de

scheiboog op samengestelde pijlers was hier een met baksteen gedichte rondboogopening van 2 m X 3 m merkbaar. We verwijzen hier maar een foto uit 1899 in het archief van de

(6)

-300

lm B

-194

Fig. 3. Detailplan van de funderingsresten: A. opstaande zijbeukmuur van de Romaanse

kerk; B. fundering van de Romaanse zijbeukmuur; C. uitbraaksleuf van de Ro-maanse muur; D. fundering van de steunbeer van de Gotische torenaanzet

(7)

SINT-WALBURGAKERK TE VEURNE 25

--100

B

0

0

0 lm

Fig. 4. De onderbroken Romaanse fundering (B) en de steunbeerfundering van de Go-thische torenaanzet (D) in doorsnede.

(8)

--26 SlNT-WALBURGAKERK TE VEURNE

Fig. 5. Opstaande muur, pilaster (A) en fundering (B) van de Romaanse zijbeukmuur; fundering van de Gotische steunbeer (D).

westgevel, die ook op dezelfde bouwsleuf lagen, kon enkel een uitbraakspoor in het kreekzand

C)

gevolgd worden (fig. 3, C). Deze sleuf was opgevuld met skelet-resten, waarschijnlijk afkomstig van het kerkhof voor de Romaanse westgeveL Immers bij een steekproef uitgevoerd voor het westportaal van de torenaanzet om de aanwezigheid van een mogelijke westtoren te kontroleren kwamen we op een grafveld, dat door de bouwsleuf van de Gotische toren gesneden was.

7 Het zand van de Duinkerke Il kreek waarop Veurne gebouwd werd ligt rond de

torenaan-zet op -240. Daar deze laag de grondwatertafel bevatte werd ze niet door begraving verstoord.

(9)

SINT-WALBURGAKERK TE VEURNE 27

Fig. 6. Mogelijk uitzicht van de Romaanse Sint-Walburgakerk.

De nieuwe gegevens bevatten aanwijzingen dat de Romaanse benedenkerk eenvoudiger opgebouwd was dan tot nogtOJ:! werd aangenomen. Zo kan met vrij grote zekerheid gesteld worden dat de zes traveeën lange benedenkerk door een vlakke westgevel afgesloten werd. Bovendien lijkt de mogelijkheid dat de kerk ooit tribunes boven de zijbeuken had eerder gering: de dikte van de muur met de weinig uitspringende pilasters, het ontbreken van een schalk of pilaster tegen de bin-nenmuur voor de opvang van de moerboog en de afwezigheid van een trap-constructie in het verlengde van de zijbeuk wijzen in die richting. De gedichte rondboogopening in de middenbeukmuur van de verdwenen kerk kan dan ook als een onderdeel van een wandversiering met nissen verklaard worden.

De bekende elementen van de benedenkerk tonen duidelijk een directe in-vloed van de Romaanse Normandische bouwkunst en dit zowel in de algemene opbouw als in de versiering. Dit nauw aansluiten bij de toen toonaangevende Franse bouwscholen zal ook bij het vroeggotisch koor tot uiting komen; gezien de ligging van de stad Veurne hoeft dit ons niet te verwonderen.

(10)

In België gedrukt door de N. V. Drukkerij Erasmus, Gent

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien op dit onderdeel (dus op het betrekken van anderen in zijn ervaringen) negatief wordt gescoord:?. - kijk dan terug naar de hierboven genoemde eerder afgenomen kenmerken

Maak er vijf bloemblaadjes omheen, zet hierin eveneens zelfstandig naamwoorden geassocieerd vanuit het woord in het midden.. probeer de associaties divers te maken zodat

Het verwijderen van deze opslag zal hoogstwaarschijnlijk een geringe tot verwaarloosbare impact hebben op de verschillende Europees beschermde vleermuissoorten, waarvoor

besparingen zijn ook te bereiken door in plaats van schaalvergroting per bedrijf te kiezen voor samenwerking met andere boeren, bijvoorbeeld door een dure melkstal met

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 &amp; M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Het gebonden stel- sel met zesdelige ribgewelven over twee tra- veeën (St. Aposteln en St. Kunibert in Keu- len, Zutphen, Limburg an der Lahn), de drie- of vierdelige wandopbouw