• No results found

Leeftijdseffecten bij jongens en meisjes ten aanzien van beïnvloedbaarheid tijdens de adolescentie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Leeftijdseffecten bij jongens en meisjes ten aanzien van beïnvloedbaarheid tijdens de adolescentie"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Leeftijdseffecten bij jongens en meisjes ten aanzien van beïnvloedbaarheid tijdens de adolescentie. Fay Cleaver Studentnummer: 10184996 Begeleider: J. Zadelaar Universiteit van Amsterdam Aantal woorden: 5114

(2)

Abstract

De interactie tussen leeftijd en geslacht op beïnvloedbaarheid werd onderzocht bij een groep van 214 leerlingen van Nederlandse basisscholen en middelbare scholen. Deelnemers maakte een taak waarmee beïnvloedbaarheid werd gemeten. De taak werd gepresenteerd als een visuele beslistaak waarbij telkens uit twee mogelijkheden de langste lijn gekozen moest worden. In werkelijkheid werd er onderzocht of er al dan niet invloed was van een sociale hint die in de eerste versie van de taak wel en bij de tweede versie niet werd gegeven. Er werden geen effecten gevonden van sekse en leeftijdscategorie op beïnvloedbaarheid. Er werd getest op hoofdeffecten en interactie-effect. Door middel van een exploratieve analyse is geconcludeerd dat de manipulatie niet werkte. Wanneer de sociale hint op een andere wijze wordt gepresenteerd is er mogelijk wel effect. Ondanks dat er geen statistische significante effecten zijn, kan de opzet van het onderzoek, met aanpassing van de manipulatie, gebruikt worden voor toekomstig onderzoek.

(3)

Leeftijdseffecten bij jongens en meisjes ten aanzien van beïnvloedbaarheid tijdens de adolescentie.

Er is een stigma rondom de beïnvloedbaarheid van (jonge) adolescenten (Shulman, Harden, Chein & Steinberg, 2016). Het schoolvoorbeeld is een puber die gevaarlijk en/of onverantwoordelijk gedrag vertoont. Wanneer de ouder vraagt waarom de puber dit doet zegt de puber: “Pietje deed het ook”. Waarop de ouder antwoordt: “Als Pietje in de gracht springt, doe jij dat dan ook?”. Adolescenten vertonen verhoogd impulsief en risicovol gedrag ten opzichte van kinderen of volwassenen, vermoedelijk verklaard door de verhoogde mate van beïnvloedbaarheid door de sociale omgeving in deze leeftijdsperiode (​Gardner & Steinberg, 2005​).​ Adolescenten lijken dus verhoogd beïnvloedbaar voor sociale informatie, maar is dat ook zo? Met beïnvloedbaarheid wordt bedoeld het conformeren naar sociale informatie. Het is belangrijk om te begrijpen of, wanneer en op welke manier kinderen en adolescenten gebruik maken van “sociale informatie” bij beslissingen. Onder sociale informatie wordt verstaan informatie verkregen van een sociale bron. Hoe luisteren zij naar en leren van hun omgeving? Kennis hierover kan bijvoorbeeld worden ingezet in het onderwijs, waar docenten een belangrijke bron van sociale informatie zijn, maar ook in een klinische setting, waarin het stimuleren van positief beslisgedrag bij minderjarigen in een sociale omgeving veel kan bijdragen. De rol van factoren zoals sekse en leeftijd hierbij geeft een gedetailleerder beeld waardoor individuele verschillen tussen kinderen en adolescenten beter kunnen worden verklaard. Leeftijd is relevant omdat dit het verloop van beïnvloedbaarheid in kaart kan brengen. Wanneer er naar leeftijd gekeken wordt moet sekse ook meegenomen worden want uit eerder onderzoek blijkt dat leeftijdseffecten van psychologische fenomenen in de

adolescentie vaker verschillen voor mannen en vrouwen (​Kling, Hyde, Showers, & Buswell, 1999; Nolen-Hoeksema & Girgus, 1994; Steinberg & Morris, 2001)​. Meer inzicht in het

(4)

gedrag van jongeren is van belang om uiteindelijk kinderen en adolescenten met risicogedrag beter te kunnen begeleiden.

Eerder onderzoek

Leeftijd lijkt een rol te spelen bij beïnvloedbaarheid. Costanzo en Shaw (1966) vonden een curvilineair verband tussen leeftijd en beïnvloedbaarheid waarbij

beïnvloedbaarheid piekt tijdens de adolescentie. Echter, in later onderzoek lijkt

beïnvloedbaarheid af te nemen met de leeftijd. In een studie van ​Walker en Andrade ​(​1996​) werd een afname in conformerend gedrag gevonden met leeftijd. Deze resultaten lijken generaliseerbaar naar verschillende soorten gedrag, zoals prosociaal, neutraal of asociaal gedrag. In ander onderzoek werd een lineair verband gevonden tussen leeftijd en

beïnvloedbaarheid bij het vertonen van risicogedrag, waarbij beïnvloedbaarheid af neemt met de leeftijd (Gardner & Steinberg, 2005​). In een ​meta-analyse werd eenzelfde lineair patroon gevonden waarbij beïnvloedbaarheid afnam met de leeftijd (Steinberg & Monahan, 2007​).

Naast leeftijd lijkt sekse een rol te spelen bij beïnvloedbaarheid. De literatuur wat betreft sekse verschillen in gevoeligheid voor sociale beïnvloeding laat net als bij leeftijd inconsistente resultaten zien. ​Chassin, Presson, Sherman, Montello en McGrew (1986) vonden dat meisjes meer de neiging hebben zich te conformeren dan jongens. Echter, andere onderzoeken rapporteren een tegenovergesteld effect. Steinberg en Silverberg (1986) vonden dat jongens bij het vertonen van ​antisociaal en neutraal gedrag ​op basis van ​zelfrapportage gevoeliger zijn voor sociale druk.​ ​Tot slot komt er in sommige onderzoeken helemaal geen sekseverschil naar voren. In een onderzoek ​met een conformiteitstaak werd geen

sekseverschil op beïnvloedbaarheid​ gevonden (Adams, Ryan, Hoffman, Dobson, & Nielsen, 1984). Eerder genoemd onderzoek waar een curvilineair verband uit kwam toonde ook geen sekseverschillen (Costanzo & Shaw, 1966). In de hiervoor besproken ​meta-analyse werden

(5)

ook geen sekseverschillen gevonden ​(​Steinberg & Monahan, 2007​). Deze tegenstrijdige resultate​n suggereren dat meer onderzoek nodig is naar de rol van sekse bij

beïnvloedbaarheid.

Er zijn verschillende verklaringen mogelijk voor de inconsistente resultaten van studies naar leeftijd en sekse op beïnvloedbaarheid. Allereerst verschillen de studies in focus van soort beïnvloedbaar gedrag. De ene studie focust op antisociaal gedrag, een andere studie op prosociaal gedrag en weer een andere studie op neutraal gedrag. Het is mogelijk dat bijvoorbeeld de invloed van sekse verschilt per soort gedrag. Bijvoorbeeld dat meisjes sneller beïnvloedbaar zijn op prosociaal gedrag en jongens op antisociaal gedrag (Rose & Rudolph, 2006). Een tweede verklaring zou kunnen zijn dat de studies verschillende methodes

gebruiken. De afhankelijke variabele, conformiteit/beïnvloedbaarheid, is op verschillende manieren gemeten (onder andere verschillende conformiteits-taken en verschillende

vragenlijsten). Daarnaast is het mogelijk dat sommige studies bij het analyseren van de data voor verschillende dingen wel of niet hebben gecorrigeerd (zoals bijvoorbeeld voor leeftijd). Tot slot variëren de studies van steekproef. Bijvoorbeeld een studie waarbij werving

plaatsvond bij jeugdgevangenissen (​Steinberg & Monahan, 2007)​. Deze verschillen in steekproef beïnvloeden de resultaten uiteraard. In de huidige studie wordt het onderzoek afgenomen op scholen binnen het reguliere basis- en middelbaar onderwijs, waarbij de beoogde populatie in ‘standaard’omstandigheden wordt onderzocht en zo geen problemen oplevert bij het generaliseren.

Er is ook onderzoek gedaan naar de interactie tussen sekse en leeftijd op

beïnvloedbaarheid. Sumter et al. (2009) ​keken naar de interactie van sekse en leeftijd en daarbij werd bij meisjes meer weerstand tegen sociale beïnvloeding gerapporteerd dan bij jongens, vooral tijdens de periode in het midden van de adolescentie (zie Figuur 1).

(6)

Beïnvloedbaarheid werd gemeten bij kinderen en adolescenten tussen 8 en 19 jaar met een zelfrapportage vragenlijst. ​Voor zowel jongens als meisjes werd met de leeftijd een toename in de algemene weerstand tegen onderlinge beïnvloeding waargenomen (Sumter et al, 2009).

Figuur 1a en 1b.​ Afkomstig uit Sumter et al. 2009. Toont leeftijd en sekse verschillen in beïnvloedbaarheid. Er is een toename van weerstand tegen sociale invloed bij zowel jongens als meisjes, echter de toename start eerder bij meisjes. 1b. aangepast om aan te geven hoe patronen overeen zouden kunnen komen. Het patroon is hier hetzelfde alleen bij meisjes vind het patroon eerder plaats.

Er is een mogelijke verklaring voor het verschil in patronen. In Figuur 1a lijkt het alsof meisjes en jongens een verschillend patroon vertonen wat betreft beïnvloedbaarheid. Een andere mogelijkheid is dat ze hetzelfde patroon vertonen, alleen meisjes eerder dan jongens. Dit is in beeld gebracht in Figuur 1b. Een verklaring hiervoor is dat meisjes gemiddeld eerder in de pubertijd​ ​komen (Mrug, 2014). Studies naar psychosociale

ontwikkeling tijdens de adolescentie hebben aangetoond dat meisjes in het midden van de adolescentie sneller volwassen worden dan jongens, en dat de jongens de meisjes inhalen tijdens de late adolescentie (Cohn, 1991). Het is aannemelijk dat, wat betreft

(7)

beïnvloedbaarheid, jongens en meisjes verschillende patronen laten zien omdat meisjes eerder in de pubertijd komen. Het doel van deze studie is te onderzoeken of we deze hypothese in de praktijk bevestigd zien. De hypothese is mogelijk ook een verklaring voor de eerder

genoemde tegenstrijdige resultaten omdat die onderzoeken geen rekening hebben gehouden met een interactie.

Voorgaand onderzoek naar de interactie tussen sekse en leeftijd bij beïnvloedbaarheid (Sumter et al, 2009) maakt gebruik van een zelfrapportage vragenlijst. Zo’n instrument is gevoelig voor de “social desirability bias”; sociaal wenselijke antwoorden geven.

Beïnvloedbaar zijn wordt niet gezien als een wenselijke eigenschap in een westerse

samenleving waar individualisme de heersende norm is (Gray & Bjorklund, 2014). Het zou kunnen dat deelnemers (naarmate ze ouder worden en zich meer bewust worden van de onwenselijkheid van de eigenschap) vragen beantwoorden zodat het lijkt alsof ze minder beïnvloedbaar zijn. Bovendien is een vragenlijst niet ideaal bij het vergelijken van kinderen. Dezelfde vragenlijst kan verschillend geïnterpreteerd worden door bijvoorbeeld een 11 jarige en een 17 jarige. Simpelweg omdat de 11 jarige nog over minder kennis beschikt. ​Voor zowel jongens als meisjes werd met de leeftijd een afname van beïnvloedbaarheid waargenomen (Sumter et al., 2009). Een alternatief voor een vragenlijst is een ​taak waarbij sociale beïnvloeding impliciet (gedrag) gemeten wordt. Verwacht wordt dat patronen van

adolescenten duidelijker in beeld gebracht kunnen worden zonder ​social desirability bias​. Als patronen gelijk zijn aan voorgaand onderzoek kan geconcludeerd dat er geen sprake is van een bias​.​ Als resultaten verschillen is het mogelijk dat er sprake is van een bias en kan hier rekening mee gehouden worden.

De literatuur laat tot op heden inconsistente resultaten zien en er is weinig recent onderzoek naar sekse in beïnvloedbaarheid. Onderzoek naar verschillende leeftijdseffecten

(8)

voor jongens en meisjes op beïnvloedbaarheid draagt bij aan de wetenschap door een fijnmaziger beeld te schetsen van hoe kinderen en adolescenten luisteren en leren van hun omgeving. Een vollediger beeld is van belang voor het beter begrijpen en daarmee het beter kunnen helpen en begeleiden van kinderen en adolescenten tijdens deze periode waarin veel veranderingen plaatsvinden. Ook kan het eventueel de tegenstrijdige resultaten van eerder onderzoek verklaren.

Onderzoeksopzet

In het onderzoek worden twee visuele beslis-taken (twee versies van de “Length Discrimination taak”) afgenomen bij kinderen en adolescenten uit de hoogste klassen van het basisonderwijs en uit meerdere middelbare schoolklassen van verschillende niveaus en uit verschillende jaarlagen. Leeftijdsgroepen worden gebaseerd op ​Sullivan’s Interpersonal

Model of Personality Development​ (Bremner, 2017): het pre-adolescente stadium van 9-12

jaar, het vroege adolescente stadium van 12 - 14 jaar en tot slot het late adolescente stadium van 14 - 21 jaar. In het huidige onderzoek zijn wegens praktische beperkingen kinderen en adolescenten opgenomen tot 18 jaar (eind middelbare school leeftijd). Verwachting op basis van bovengenoemde literatuur is dat kinderen onder de 9 jaar het meest beïnvloedbaar zijn en dat na 18 jaar beïnvloedbaarheid verder afneemt. De Length Discrimination taak meet in welke mate kinderen en adolescenten gebruik maken van sociale informatie door middel van het wel of niet geven van een hint. Bij de eerste versie krijgen de deelnemers een hint (hint items) en bij de tweede versie krijgen de deelnemers geen hint (no hint items). Als

afhankelijke variabele wordt de verschilscore tussen het aantal correct beantwoorde hint en het aantal correct beantwoorde no hint items genomen (continu). Er zijn twee categorische onafhankelijke variabelen, geslacht (man/vrouw) en leeftijd (pre/vroeg/laat).

(9)

Naar aanleiding van eerder onderzoek is er een aantal hypothesen en verwachtingen opgesteld. Ten eerste wordt verwacht dat zowel jongens als meisjes minder beïnvloedbaar worden naarmate leeftijd toeneemt. De verschilscore op de Length Discrimination taak zal afnemen als de leeftijd toeneemt. Ten tweede wordt er verwacht dat jongens en meisjes in de pre en late adolescentie weer even beïnvloedbaar zijn. Verschilscores van de jongens en meisjes uit de eerste en laatste leeftijdsgroep zijn dan nagenoeg gelijk. Tevens wordt er verwacht dat meisjes in de vroege adolescentie minder beïnvloedbaar zijn dan jongens. Meisjes van 12-14 jaar zouden dan gemiddeld een lagere verschil score hebben op de Length Discrimination Task dan jongens van dezelfde leeftijd. Dit zou betekenen dat er een

interactie-effect is. Er wordt hierbij een hoofdeffect van leeftijdsgroep en geen hoofdeffect van sekse verwacht. Het hoofdeffect van leeftijdsgroep dat verwacht wordt is dat de

deelnemers uit de tweede leeftijdsgroep een lagere verschilscore op de Length Discrimination taak hebben dan de eerste leeftijdsgroep en de deelnemers uit de derde groep weer een lagere verschilscore dan deelnemers uit de tweede leeftijdsgroep. Tot slot zal verschilscore bij meisjes in de tweede leeftijdsgroep lager zijn dan bij jongens in dezelfde leeftijdsgroep. Dit zou betekenen dat er een interactie-effect van sekse en leeftijd is.

Methode Design

Huidig onderzoek is onderdeel van een grotere studie. In het huidig onderzoek zijn twee visuele beslistaken (een met en een zonder sociale informatie), een vragenlijst naar aandacht, zelfvertrouwen, culturele achtergrond, en een eindvragenlijst naar beleving van het onderzoek zelf afgenomen bij 227 deelnemers. Huidig onderzoek gebruikt alleen leeftijd,

(10)

geslacht en de twee visuele beslistaken. De studie is goedgekeurd door de Facultaire Commissie Ethiek (FMG) van de Universiteit van Amsterdam.

Deelnemers

De testafname is klassikaal. Dat wil zeggen, iedere student maakt de Length Discrimination taak en vragenlijsten individueel, maar dit doet de hele klas tegelijkertijd – vergelijkbaar met een toetsafname. Daarom is er voor gekozen contact op te nemen met scholen in plaats van deelnemers op een andere wijze te verzamelen. Als eerste is er contact opgenomen met verschillende scholen om toestemming te vragen voor het uitvoeren van het onderzoek. Er waren tien scholen die wilden deelnemen. Vervolgens is het

onderzoeksvoorstel voorgelegd aan de Commissie Ethiek. De commissie heeft toestemming gegeven voor het onderzoek en daarnaast ook voor het gebruik van ​passive informed consent​. De ​passive informed consent​ brief inclusief informatiebrochure is door de leraar aan de ouders verzonden per mail. Wanneer ouders bezwaar hadden tegen deelname van hun kind konden ouders dit per mail/telefoon of anderszins laten weten aan de leraar. Per klas werd voor aanvang van het onderzoek gecheckt of er leerlingen waren die niet mochten deelnemen. Er deden 227 leerlingen mee aan dit onderzoek uit groep 6, 7 of 8 van Nederlandse

basisscholen en uit klas 1, 5 en 6 van Nederlandse middelbare scholen. De deelnemende leerlingen waren afkomstig van elf verschillende scholen uit Amsterdam en omstreken. Leerlingen op alle niveaus mochten deelnemen en er waren geen verdere inclusiecriteria. Door middel van een ​passive informed consent​ brief is aan ouders van kinderen jonger dan 16 toestemming gevraagd voor de deelname van hun kind. Een aantal ouders had per mail/per telefoon of anderszins aangegeven dat ze geen toestemming gaven voor de deelname van hun kind; deze kinderen hebben dan ook niet meegedaan aan het onderzoek. Deelnemers van 16 jaar en ouder tekenden voorafgaand aan de afname van het onderzoek een ​informed consent​.

(11)

Aan het eind van elke klassikale testafname werd onder de deelnemers die meewerkten aan de testafname twee chocoladerepen verloot als beloning. Alle deelnemers ondergingen dezelfde procedure.

Materiaal

Persoonsgegevens formulier

Voor afname van de taken werd de deelnemer gevraagd zijn of haar leeftijd en geslacht aan te geven op een formulier.

Puzzelboekje

Deelnemers kregen een puzzelboekje op tafel voor het geval de deelnemer de Length Discrimination taak eerder had afgerond dan zijn groepsgenoten. Er werd aangemoedigd om dan in het puzzelboekje te werken om zo de rust in de klas te behouden.

Length Discrimination taak

De taak meet in hoeverre deelnemers gebruik maken van een sociale hint, en in die zin dus beïnvloedbaar zijn. De Length Discrimination taak is gebaseerd op de

Length-estimation task​ van Morgan, Rendell, Ehn, Hoppit, & Laland (2012). ​Deelnemers

krijgen de taak op pen-en-papier. In totaal was de taak 160 items met 4 items per pagina. Dit aantal is gebaseerd op een pilot studie. De pilot betrof een auditieve discriminatie taak. Huidige taak is een visuele discriminatie taak. Uit de resultaten van de pilot bleek dat dit aantal praktisch realiseerbaar was (dat wil zeggen qua beschikbare tijd en verwachte

aandachtsspanne en/of motivatie van de deelnemers). Elk item bestaat uit een enkele lijn (L1) met constante lengte en twee afzonderlijke lijnen (L2), waarvan de individuele en

gecombineerde lengte per item varieer​t. L1 heeft een lengte van 75mm, en de totale lengte van L2 varieert tussen 63.75mm en 86.25mm.​ Het doel van de taak is om aan te geven welke langer is, de enkele lijn of de twee afzonderlijke lijnen gecombineerd. Dit mag alleen door te

(12)

kijken, niet door te meten (met liniaal, pen/potlood, vingers, enzovoort). Dit werd ook duidelijk gecommuniceerd. Zowel L1 als L2 zijn rechte, verticale lijnen die naast elkaar worden weergegeven. Antwoorden worden gegeven door het aankruisen van het blokje links of rechts onder, zie Figuur 2.

Figuur 2. ​Een voorbeelditem. Links zien we de enkele rechte lijn, rechts zien we de twee afzonderlijke lijnen, met een bijbehorend vakje ernaast om het antwoord aan te kruisen. In dit voorbeeld zijn de twee lijnen samen langer dan de enkele regel. Het vakje dat overeenkomt met de twee lijnen (rechts onder) zou aangekruist moeten worden.

Merk op dat er in Figuur 2 twee paar antwoord vakjes zijn, twee aan de bovenkant en twee aan de onderkant. De Length Discrimination taak is in twee onderdelen opgesplitst.

Hint Taak

De hint taak bestond uit 120 items. Deze items bevatten sociale informatie in de vorm van de antwoorden van een vermeende vorige deelnemer 'Robin' (eigenlijk hints van de onderzoekers, maar het 'Robin'-verhaal werd geacht meer overeen te komen met de omstandigheden van sociale informatie in het dagelijks leven). De twee vakjes bovenaan geven een hint weer met betrekking tot het juiste antwoord. Er wordt vermeld dat "Robin" 90 van de 120 items (75%) goed had. In werkelijkheid zijn dit computer gegenereerde 0'en (incorrecte hint) en 1'en (correcte hint) zijn. De deelnemer kan de hints gebruiken als hij/zij hiervoor kiest. Het percentage juiste hints werd zo gekozen, dat het nuttig was om de hints te

(13)

gebruiken in plaats van te raden (in welk geval een 50% percentage juiste hints wordt verwacht gezien de twee-keuzemogelijkheden), met nog steeds genoeg "foute-hint items" zodat we kunnen onderzoeken wanneer mensen kiezen voor de hint, ook als deze niet klopt. De Length Discrimination taak wordt gepresenteerd als een visuele ruimtelijke taak om de aandacht van de deelnemers te vestigen op prestaties en weg van de relevantie van 'Robin's antwoorden', die de mate waarin deze worden gebruikt, kunnen beïnvloeden. De vakjes onderaan zijn bedoeld voor het antwoord van de deelnemer. Als de deelnemer denkt dat de enkele regel langer is, kruist hij/zij het vakje van de enkele regel (links) aan en als de deelnemer denkt dat de twee lijnen samen langer zijn, kruist hij/zij het vakje van de twee lijnen (rechts) aan. Zowel de taak als de instructies waren in het Nederlands, omdat de testafname uitsluitend op Nederlandstalige scholen plaatsvond.

No hint Taak

De no hint taak bestond uit 40 items. Deze items bevatten geen hint maar zagen er verder hetzelfde uit.​ De 40 no-hints items waren 40 items uit de hint taak maar dan zonder hint gepresenteerd zodat de antwoorden tussen de 40 no hint items en diezelfde 40 hint items vergelijkbaar zouden zijn. Er is rekening gehouden met spreiding van moeilijkheid van de 40 geselecteerde items. Daarnaast is rekening gehouden met dat de geselecteerde hint items die omgezet zijn naar no hint items 30 correcte hints en 10 incorrecte hints bevatten, om de 75% aan te houden.

Procedure

Onder “Deelnemers” is de benadering van de scholen beschreven. Tijdens de testafname waren er altijd tenminste twee testleiders aanwezig. De testleiders gingen op bezoek op de school. De testleiders hielden toezicht op het test proces en waren

(14)

Discrimination taak en vragenlijsten waren op pen-en-papier. Ten eerste werden de niet deelnemende leerlingen in een aparte ruimte geplaatst zodat zij de testafname niet konden verstoren. Alle tafels werden voorzien van een post-it met proefpersoonnummer, een

puzzelboekje en een persoonsgegevensformulier. De testafname bestond uit drie blokken met een pauze (zie Tabel 1).

Tabel 1 ​Schematische weergave van de opzet van de testafname

Blok 1 Hint taak (120 hint items)

-Pauze-

Blok 2 No hint taak (40 no hint items)

Blok 3 Vragenlijsten

Na een korte introductie, waarin de regels werden meegedeeld en het belang van het onderzoek werd benadrukt, vulden de deelnemers het persoonsgegevens formulier in met naam, leeftijd, sekse, klas, school, niveau, datum, tijd en proefpersoonnummer. Deelnemers van 16 jaar en ouder tekenden ter plekke een ​informed consent​. Hierna deelde een van de proefleiders de hint taak uit. Als eerste kregen deelnemers klassikaal uitleg over de hint taak met behulp van voorbeelditems gedrukt op posters en hadden zij de mogelijkheid tot vragen stellen. Wanneer alles duidelijk was voor de deelnemers kon de hint taak gemaakt worden. Na blok 1 kwam een pauze van 2-3 minuten waarin een filmpje werd getoond ter

ontspanning. Er is gekozen voor een pauze na de hint taak omdat dit de langste taak was. Vervolgens kregen deelnemers klassikaal uitleg over de no hint taak en was er de

mogelijkheid tot vragen stellen. Na het afronden van de hint taak kregen de deelnemers uitleg over de vragenlijsten (blok 3) en was er de mogelijkheid tot vragen stellen. Vervolgens werden de vragenlijsten gemaakt.

(15)

Tijdens de hele testafname werden de instructies mondeling gegeven door de testleiders. Geschreven versies werden ook verstrekt. Elke leerling maakte alle taken en vragenlijsten individueel. Als een deelnemer klaar was kon hij/zij in een puzzelboekje aan de slag tot alle deelnemers klaar waren met het betreffende blok. De totale testafname duurde tussen de 45 en 75 minuten. Elke deelnemer maakte dezelfde taken/vragenlijsten, in dezelfde volgorde. Aan het einde konden ze opmerkingen geven of vragen stellen. Het ​debriefing formulier werd net als het ​passive informed consent​ formulier door de school verstrekt. Dit gebeurde opnieuw per email. In het ​debriefing​ formulier werden (ouders van) deelnemers geïnformeerd​ over enkele aspecten van het onderzoek die vooraf niet volledig

waarheidsgetrouw gedeeld konden worden in verband met het onderzoeksdoel. Namelijk dat er in plaats van onderzoek naar visueel ruimtelijk inzicht er in werkelijkheid werd onderzocht of, wanneer en hoe kinderen en adolescenten gebruikmaken van sociale informatie

(informatie verkregen van anderen) bij visuele beslissingen. Dit kon niet vooraf worden prijsgeven omdat deze kennis mogelijk het gebruik van sociale informatie zou beïnvloeden, en dus de onderzoeksresultaten zou vertekenen. Indien (ouders van) deelnemers op basis van deze informatie niet langer wilden dat er gebruik werd gemaakt van zijn of haar

onderzoeksgegevens konden (ouders van) deelnemers direct contact opnemen met de

onderzoeksleider. ​Het ​debriefing​ formulier mocht pas worden verstuurd als de testafname op een school was afgerond, om te voorkomen dat informatie zich zou verspreiden naar nog niet geteste studenten. Exclusiecriterium was daarnaast wanneer een deelnemer meer dan 25% van de vragen niet had ingevuld. Dit criterium werd gehanteerd zodat dat er alleen

deelnemers overbleven die de taak serieus hadden afgerond om de hoeveelheid ruis te beperken. Het is mogelijk dat deelnemers die meer dan 25% van de vragen niet beantwoord hadden zich minder goed geconcentreerd hebben en daardoor slordiger hebben gewerkt. Het

(16)

is ook mogelijk dat ze in tijdnood kwamen omdat ze de taak niet begrepen bijvoorbeeld. Bij het bekijken van de resultaten van de eindvragenlijst valt op dat veel van de deelnemers die meer dan 25% van de data missen de vragenlijst “lang” of “erg lang” vonden. Dit heeft het mogelijke gevolg dat de taken minder weloverwogen zijn ingevuld, waardoor ze niet representatief zijn voor de beïnvloedbaarheid door sociale hint.​ Het is voordelig voor de analyse om mensen met +25% missing data uit te sluiten want anders zou dit eventueel kunnen leiden tot een vertekend beeld van de resultaten.

Analyses

Om leeftijdsverschillen en de leeftijd × geslacht interactie te analyseren, worden drie leeftijdsgroepen gecreëerd, dwz Groep 1 (<12 jaar, ​N​ = 93), Groep 2 (12-14 jaar, ​N​ = 30) en Groep 3 (>14 jaar, ​N​ = 81). Geslacht werd als volgt gecodeerd; Man = 0, Vrouw = 1. Om te onderzoeken of er een effect was van sekse en leeftijd op verschilscore is een factorial ANOVA uitgevoerd. Hierbij zijn sekse en leeftijdscategorie de onafhankelijke variabelen (beide categorisch). De afhankelijke variabele is de verschilscore ​tussen het aantal correcte responsen op de hint en het aantal correcte responsen op de no hint items genomen (continu). De verschilscore werd berekend door aantal correcte responsen op de no hint taak af te trekken van het aantal correcte responsen op de hint taak.​ Verwacht werd dat bij een hoge verschilscore er dus verschillend is gepresteerd op de twee taken en de hint daarmee van invloed was. Bij een lage (of geen) verschilscore werd verwacht dat er op beide taken nagenoeg hetzelfde is gepresteerd en daarmee van weinig tot geen invloed was.

Resultaten

Van de 227 deelnemers waren er 13 die op de hint taak en/of de no hint taak meer dan 25% niet hadden ingevuld. De gegevens van deze deelnemers zijn niet meegenomen in

(17)

verdere dataverwerking. Er deden zowel jongens (​n ​= 98) als meisjes (​n ​= 115) mee aan het onderzoek. De gemiddelde leeftijd was 13.3 jaar (​SD ​= 3.17) de leeftijdsrange was van 8 jaar tot en met 19 jaar.

Voor iedere categorie werd de gemiddelde verschilscore tussen correcte responsen op de hint en de no hint taak, en de bijbehorende standaardafwijking berekend, zie Tabel 2.

Tabel 2

Gemiddelde verschilscores en standaardafwijkingen (tussen haakjes) voor leeftijdscategorien <12, 12-14 en 14< voor mannen en vrouwen

Leeftijdscategorie <12 12-14 14<

Man 16,3 (4,4) 18,4 (6,7) 14,9 (4,7)

Vrouw 20,9 (4) 23,4 (6,2) 6,6 (4,3)

Noot​. Verschilscore = aantal correcte hint items - aantal correcte no hint items.

Om te kijken of er een effect was van sekse en leeftijd op verschilscore in correcte responsen op de hint taak en no hint taak (hint - no hint) is een factorial ANOVA uitgevoerd. Voor dat deze test is uitgevoerd zijn de assumpties gecontroleerd. Aan het assumptie ​niveau van de variabelen (de onafhankelijke variabelen zijn categorisch en de afhankelijke variabele is continu) en onafhankelijkheid van de scores is voldaan. Aan de assumptie van

homogeniteit van variantie werd ook voldaan. Normaliteit, gebaseerd op de

Kolmogorov-Smirnov test, bleek geschonden. De verschilscores tussen de hint taak en de no hint taak, ​D​(214) = 0.299, ​p​ < .00, en is dus significant niet-normaal verdeeld. Data

transformaties; ​square-root​, ​log​, ​inverse​ en ​cube​, boden geen oplossing voor deze geschonden assumptie. Omdat er geen non parametrisch alternatief is voor de Factorial ANOVA is deze, ondanks het niet voldoen aan alle assumpties, wel uitgevoerd. Bovendien is

(18)

de factorial ANOVA robuust tegen de schending van normaliteit, in ieder geval wanneer de verschillende groepen ongeveer even groot zijn, een redelijke sample size hebben, en gelijke varianties hebben.

Uit de Factorial ANOVA bleek er geen significant hoofdeffect van leeftijdscategorie op verschilscore, ​F​(2, 213) = 2.32, ​p​ = .1. Dit suggereert dat het verschil in correct

beantwoorde items tussen hint en no-hint items niet verschillend was voor de verschillende leeftijdscategorieën. Een non-significant hoofdeffect van sekse suggereert dat het verschil in items correct beantwoord tussen hint en no-hint items niet verschillend was voor mannen en vrouwen, ​F​(1, 213) = .01, ​p​ = .92. Een non-significant interactie effect tussen sekse en leeftijdscategorie suggereert dat het verschil in items correct beantwoord tussen hint en no-hint items niet verschillend was voor mannen tijdens de adolescentie ten opzichte

vrouwen, ​F​(2, 213) = 1.28, ​p​ = .281. In Figuur 3 zijn de resultaten van de Factorial ANOVA grafisch weergegeven.

(19)

Figuur 3.​ Gemiddelde Verschilscores van de Leeftijdscategorien per Sekse. (met 95%

betrouwbaarheidsinterval).

Exploratieve analyses

Gekeken is of het aantal correcte responsen op de hint en no hint items significant van elkaar verschillen door middel van een Paired-samples T-Test. Uit de Paired-samples T-test bleek dat de hint en no hint scores niet significant van elkaar verschillen, ​t​(214) = -.152, ​p​ = -.879. Dit is mogelijk een verklaring voor de non-significante resultaten.

Als tweede exploratieve analyse is de Factorial ANOVA nogmaals uitgevoerd maar dit keer met exclusiecriteria meer 2,5% van de items niet ingevuld. Uit de Factorial ANOVA bleek er geen significant hoofdeffect van leeftijdscategorie op verschilscore, ​F​(2, 188) = 2.57,

p​ = .079. Er bleek geen significant hoofdeffect van sekse op verschilscore, ​F​(1, 188) = 0.59, ​p

= .445. Er bleek geen significant interactie effect tussen sekse en leeftijdscategorie op

verschilscore, ​F​(2, 188) = 1.54, ​p​ = .217. Bijbehorende grafiek zag er nagenoeg hetzelfde uit als Figuur 3.

Tot slot is ook een post-hoc power analyse uitgevoerd met ​G*Power​ (Faul & Erdfelder, 1992) om te controleren of de non significante resultaten te wijten zijn aan een gebrek aan statistische power. Cohen (1969) definieert de volgende effect size conventies: klein ​f​ = 0.10, medium ​f​ = 0.25 en large ​f​ = 0.40. Field (2013) noemt power voldoende vanaf 0,8. De effect size ​f​ van hoofdeffect van leeftijdscategorie = 0,1 met een power = 0,231. De effectsize ​f​ van hoofdeffect sekse = 0,09 met een power = 0,24. De effect size ​f​ van interactie effect = 0,12 met een power = 0,41. Alle effectgroottes zijn klein en geen van de powers is voldoende. De non significante resultaten kunnen worden verklaard door een gebrek aan statistische power.

(20)

Discussie

In deze studie werd onderzocht of er een interactie bestaat tussen sekse en

leeftijdscategorie bij mate van beïnvloedbaarheid. Er werden geen effecten en geen interactie gevonden.

Er werd geen significant hoofdeffect gevonden van sekse. Dit is in lijn met de verwachting dat er gemiddeld over alle leeftijdscategorien heen geen verschil is tussen jongens en meisjes in beïnvloedbaarheid. Dit resultaat is in lijn met het onderzoek van Sumter et al. (2009). Daarnaast werd geen significant hoofdeffect gevonden van

leeftijdsgroep. Verwacht werd dat beïnvloedbaarheid afneemt met leeftijd. Dit resultaat was dus niet in lijn met de verwachting op basis van eerdere literatuur (Gardner & Steinberg, 2005​; ​Steinberg & Monahan, 2007; Sumter et al., 2009​)​. Ten slotte werd er ook geen significant interactie effect gevonden van sekse en leeftijdsgroep. Dit was niet in lijn met de verwachting dat beïnvloedbaarheid pas op latere leeftijd afneemt voor jongens dan voor meisjes (Sumter et al., 2009).

Uit T-test bleek dat de hint en no hint scores niet significant van elkaar verschillen. Dit toont aan dat de manipulatie niet succesvol was. Uit een post hoc power analyse bleek dat de non significante resultaten verklaard konden worden door een gebrek aan statistische power.

Kanttekeningen

Ten eerste een praktische kanttekening is het afnemen van dit onderzoek op papier. Dit was behalve kostbaar (printen en papier), ook erg tijdrovend zowel bij de afname

(uitdelen/ophalen etc) als bij de invoer van de data (handmatig van papier naar excel). Echter, de voornaamste reden waarom in dit onderzoek voor pen-en-papier afname is gekozen is omdat computer-afnames individueel hadden moeten plaatsvinden omdat veel scholen geen

(21)

computer/ipad per kind hebben. Bovendien moet er dan gewerkt worden met active consent, wat tijdsintensiever is.

Aangezien de taak in dit onderzoek erg lang was, blijft het mogelijk dat, ondanks het uitsluiten van deelnemers die veel niet hadden ingevuld, de taken minder weloverwogen zijn ingevuld, waardoor ze niet representatief zijn voor de beïnvloedbaarheid door sociale hint. Een ander knepunt zou kunnen zijn dat veel deelnemers zich bewust leken van het feit dat het onderzoek niet alleen over visueel ruimtelijk inzicht ging. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat sommige deelnemers toch beïnvloed werden door de ​social desirability bias,​ wat weer tot gevolg zou kunnen hebben dat de resultaten vertekend zijn. ​Deelnemers scoorden niet significant anders op de no hint en hint taak, dit suggereert dat de manipulatie van hints niet goed is gelukt.​ Mogelijk kunnen in de toekomst nog andere varianten van de taak worden onderzocht waarbij de taak korter is, of nog beter wordt gemaskeerd dat er een sociale hint gegeven wordt. Bijvoorbeeld door computerafname waarbij gezegd kan worden dat de deelnemer tegen iemand anders speelt. Een mogelijke opzet zou kunnen zijn dat de

deelnemer antwoord geeft, vervolgens het antwoord van de zogenaamde tegenstander ziet en daarna zijn antwoord nog mag wijzigen. Ten slotte zouden in vervolgonderzoek 2e, 3e en 4e klassen van de middelbare school meegenomen kunnen worden en zou onderzoek ook

uitgevoerd kunnen worden buiten Amsterdam. Deze data ontbreekt in huidige studie omdat er last-minute scholen afzagen van deelname aan het onderzoek. Omdat de leeftijdsgroepen niet even groot zijn kunnen ze minder goed worden vergeleken en dit kan mogelijk de resultaten vertekend hebben. Wanneer scholen buiten Amsterdam ook zouden worden meegenomen in het onderzoek, zouden de resultaten beter te generaliseren zijn naar de hele populatie. Zo kan een vollediger beeld worden verkregen.

(22)

Voorlopig kan de conclusie zijn dat met dit onderzoek geen effect kon worden aangetoond. De vraag of adolescenten beïnvloedbaarder zijn voor sociale informatie dan kinderen en volwassenen kan op basis van eerdere literatuur dus als volgt worden

beantwoord. Beïnvloedbaarheid in in de vroege adolescentie op zijn hoogst en neemt hierna alleen maar af (Walker en Andrade , 1996​; Gardner & Steinberg, 2005; Steinberg &

Monahan, 2007). Kennis hierover is belangrijk om te begrijpen of, wanneer en hoe kinderen en adolescenten gebruik maken van sociale informatie bij het maken van beslissingen. Deze kennis kan bijvoorbeeld worden ingezet in het onderwijs of in een klinische setting. Er zijn wat betreft sekse invloeden bij beinvloedbaarheid veel tegenstrijdige resultate​n, deze suggereren dat meer onderzoek nodig is naar de rol van leeftijd bij beïnvloedbaarheid.

Eerder onderzoek naar de interactie tussen sekse en leeftijd op beïnvloedbaarheid (Sumter et al, 2009) maakt gebruik van een instrument dat gevoelig is voor de ​social

desirability bias. ​​Het is van belang om te kijken of er vergelijkbare resultaten gevonden

worden wanneer gecontroleerd wordt voor deze bias. De literatuur laat tot op heden inconsistente resultaten zien en er is weinig recent onderzoek naar sekseverschillen in beïnvloedbaarheid. Meer inzicht in leeftijdseffecten voor jongens en meisjes op

beïnvloedbaarheid draagt bij aan de wetenschap door een vollediger beeld te schetsen van hoe kinderen en adolescenten luisteren en leren van hun omgeving. Zo kunnen kinderen en

adolescenten beter geholpen en begeleidt worden tijdens deze hectische periode. Dit onderzoek is een stap in de goede richting en kan ter inspiratie worden gebruikt voor vervolgonderzoek.

(23)

Literatuur

Adams, G. R., Ryan, J. H., Hoffman, J. J., Dobson, W. R., & Nielsen, E. C. (1984). Ego identity status, conformity behavior, and personality in late adolescence.

Journal of Personality and Social Psychology​, ​47​(5), 1091.

Achenbach, T. M., Becker, A., Döpfner, M., Heiervang, E., Roessner, V.,

Steinhausen, H. C., & Rothenberger, A. (2008). Multicultural assessment of child and adolescent psychopathology with ASEBA and SDQ instruments: research findings, applications, and future directions. ​Journal of Child

Psychology and Psychiatry​, ​49​(3), 251-275. doi:

10.111/j.1469-7610.2007.01867.x

Albert, D., Chein, J., & Steinberg, L. (2013). The teenage brain: Peer influences on adolescent decision making. ​Current directions in psychological science​,

22​(2), 114-120. doi: 10.1177/0963721412471347

Albert, D., & Steinberg, L. (2011). Judgment and decision making in adolescence. Journal of Research on Adolescence, 21(1), 211-224. doi:

10.1111/j.1532-7795.2010.00724.x

Asch, S. E. (1956). Studies of independence and conformity: I. A minority of one against a unanimous majority. ​Psychological monographs: General and

applied​, ​70​(9), 1.

Brechwald, W. A., & Prinstein, M. J. (2011). Beyond homophily: A decade of advances in understanding peer influence processes. ​Journal of Research on

Adolescence​, ​21​(1), 166-179. doi: 10.1111/j.1532-7795.2010.00721.x

Bremner, J. G. (2017). ​An introduction to developmental psychology.​ John Wiley & Sons.

(24)

Chassin, L., Presson, C. C., Sherman, S. J., Montello, D., & McGrew, J. (1986). Changes in peer and parent influence during adolescence: Longitudinal versus cross-sectional perspectives on smoking initiation. Developmental Psychology, 22(3), 327.

Cohen, J. (1969).​ Statistical power analysis for the behavioral sciences. ​New York: Academic Press.

Cohn, L. D. (1991). Sex differences in the course of personality development: A meta-analysis. ​Psychological bulletin​, ​109​(2), 252-266.

Costanzo, P. R., & Shaw, M. E. (1966). Conformity as a function of age level. ​Child

development​, 967-975.

Faul, F., & Erdfelder, E. (1992). GPOWER: A priori, post-hoc, and compromise power analyses for MS-DOS [Computer program]. ​Bonn, FRG: Bonn

University, Department of Psychology​.

Field, A. (2013). ​Discovering statistics using SPSS​ (4rd​ed.). Sage publications:

London.

Gardner, M., & Steinberg, L. (​2005​). Peer influence on risk taking, risk preference, and risky decision making in adolescence and adulthood: an experimental study. ​Developmental psychology​, ​41​(4), 625. doi:

10.1037/0012-1649.41.4.625

Gray, P. O., & Bjorklund, D. F. (2014). ​Psychology​ (7th ed.). New York: Worth. Kling, K. C., Hyde, J. S., Showers, C. J., & Buswell, B. N. (1999). Gender differences

in self-esteem: a meta-analysis. ​Psychological bulletin​, ​125​(4), 470.

Morgan, T. J. H., Rendell, L. E., Ehn, M., Hoppitt, W., & Laland, K. N. (2012). The evolutionary basis of human social learning. Proceedings of the Royal Society

(25)

of London B: Biological Sciences, 279(1729), 653-662. doi: 10.1098/rspb.2011.1172

Mrug, S., Elliott, M. N., Davies, S., Tortolero, S. R., Cuccaro, P., & Schuster, M. A. (2014). Early puberty, negative peer influence, and problem behaviors in adolescent girls. ​Pediatrics​, ​133​(1), 7-14. doi:10.1542/peds.2013-0628

Nolen-Hoeksema, S., & Girgus, J. S. (1994). The emergence of gender differences in depression during adolescence. ​Psychological bulletin​, ​115​(3), 424.

Rose, A. J., & Rudolph, K. D. (2006). A review of sex differences in peer relationship processes: potential trade-offs for the emotional and behavioral development of girls and boys. ​Psychological bulletin​, ​132​(1), 98. doi:

10.1037/0033-2909.132.1.98

Shulman, E. P., Harden, K. P., Chein, J. M., & Steinberg, L. (2016). The development of impulse control and sensation-seeking in adolescence: independent or interdependent processes?. ​Journal of Research on Adolescence​, ​26​(1), 37-44. doi: 10.1111/jora.12181

Steinberg, L. (2005). Cognitive and affective development in adolescence. Trends in cognitive sciences, 9(2), 69-74. doi: 10.1016/j.tics.2004.12.005

Steinberg, L., & Monahan, K. C. (2007). Age differences in resistance to peer influence. Developmental psychology, 43(6), 1531. doi:

10.1037/0012-1649.43.6.1531

Steinberg, L., & Morris, A. S. (2001). Adolescent development. ​Annual review of

psychology​, ​52​(1), 83-110. doi​: 10.1146/annurev.psych.52.1.83

Steinberg, L., & Silverberg, S. B. (1986). The vicissitudes of autonomy in early adolescence. ​Child development​, 841-851.

(26)

Sumter, S. R., Bokhorst, C. L., Steinberg, L., & Westenberg, P. M. (2009). The developmental pattern of resistance to peer influence in adolescence: Will the teenager ever be able to resist?. ​Journal of adolescence​, ​32​(4), 1009-1021. doi: 10.1016/j.adolescence.2008.08.010

Sumter, S. R., Bokhorst, C. L., & Westenberg, P. M. (2011). Resistance and

conformity. In Encyclopedia of Adolescence(pp. 2373-2381). Springer New York. doi: 10.1007/978-1-4419-1695-2_327

Walker, M. B., & Andrade, M. G. (1996). Conformity in the Asch task as a function of age. ​The Journal of social psychology​, ​136​(3), 367-372.

(27)

Bijlagen

I. Instructies Taak

(28)

I. Instructies   

Deze taak heeft 120 vragen. Bij iedere vraag zie je steeds één lange lijn en twee losse  lijnen naast elkaar. Jij moet zeggen welke langer is, de ene lijn OF de twee losse  lijnen bij elkaar (dus als je ze bovenop elkaar zou plakken). Dat doe je door één van  de onderste hokjes, de linker of de rechter, aan te kruisen.  

  

Hieronder zie je een voorbeeld vraag.  

  

  

● Als je denkt dat de ene lijn (links) langer is dan de twee losse lijnen bij  elkaar, dan kruis je het hokje links onder aan.  

  

● Als je denkt dat de twee losse lijnen (rechts) bij elkaar langer zijn dan de  ene lijn, dan kruis je het hokje rechts onder aan.  

  

Boven de twee onderste hokjes waarmee jij antwoord geeft staan nog twee hokjes.  Eentje is al aangekruist. Dit is het antwoord van Robin, die vóór jou deze taak heeft  gemaakt. Robin heeft 90 van de 120 vragen goed beantwoord. We verklappen niet  welke!  

  

In dit voorbeeld is de ene lijn langer dan de twee losse lijnen bij elkaar opgeteld.  Daarom zou jij hier het hokje van de ene lijn (links onder) aankruisen. Robin had ook  het hokje van de ene lijn aangekruist (links boven). Robin had deze voorbeeldvraag 

(29)

Uitleg  

 

Hier zie je dezelfde voorbeeldvraag als op de vorige bladzijde (plaatje 1). We doen net  alsof we één van de losse lijnstukken pakken en zetten die bovenop de andere losse  lijnstuk (plaatje 2 & 3). Zo kunnen we zien dat de ene rechte lijn LANGER is dan de  twee losse lijnen bij elkaar (plaatje 4). Daarom kruisen we het hokje van de rechte lijn  aan (plaatje 5).  

  

 

  

(30)

Regels  

  

● Je geeft antwoord door een hokje aan te kruisen.  

     

● Geef altijd antwoord, ook als je het niet zeker weet.     

● Het is de bedoeling dat je KIJKT welke lijn langer is! Je mag de lijnen dus  niet opmeten (met een liniaal, je pen/potlood, je vingers, enzovoort).     

We willen juist zien of jij alleen door te kijken kunt zeggen welke lijn het  langste is!  

  

● Blijf niet te lang hangen bij één vraag.     

● Als je een vraag hebt beantwoord sla je de bladzijde om. Je mag daarna  NIET meer terugbladeren.  

(31)

II.

Vraag 1-4. WELKE LIJN IS LANGER?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Comparing the modes of governance envisaged in this Decree to those established by the current legal framework shows that for ‘project grids’ one main actor has to carry out all

Het zusterboek van het meester Geertshuis is waarschijnlijk geschreven na 1483 door, voor en over verschillende zusters van het gemene leven. Deze groep zusters kan worden gezien

Hoewel het bevoegd gezag procedureel verantwoordelijk is voor het ‘doorzetten’ van deze documenten naar de provincie, stelt ze het hiermee geen informatieobjecten beschikbaar

The specific research question A (How does the current spatial planning framework of Wrocław’s Functional Area guides spatial development in railway urban areas located in

The statistical model in the simula- tion design was identical to the model we used for the sensitivity analysis (Fig. This model contains seven parameters: the mean and variance of

Important constants are integer PDELAY for the expected network delay, and integer array POOL RATES[POOLS], which contains for each miner the rate at which it finds blocks.. The

Trigonella foenum graecum (fenugreek) seed powder improves glucose homeostasis in alloxan diabetic rat tissues by reversing the altered glycolytic, gluconeogenic

Nederlandse Vereniging van Aids Behandelaren (NVAB) zijn er meerdere combinatietherapieën mogelijk bij patiënten die voor het eerst worden behandeld.. De vraag is of een volledige