• No results found

Samen oud & gelukkig : de invloed van emotionally focused therapy op relatietevredenheid bij koppels met relationele stress

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samen oud & gelukkig : de invloed van emotionally focused therapy op relatietevredenheid bij koppels met relationele stress"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelor scriptie

Samen Oud & Gelukkig

De Invloed van Emotionally Focused Therapy op Relatietevredenheid bij Koppels met Relationele Stress

Naam: Laura Gerritsen

Studentnummer: 10196188

Begeleiding: Ellie Lardenoije

Universiteit: Universiteit van Amsterdam

Datum: 19 juni 2014

(2)

Abstract

In deze literatuurstudie is de effectiviteit van Emotionally Focused Therapy (EFT) op relatietevredenheid onderzocht bij koppels met relationele stress. Uit de besproken

onderzoeken kan worden gesuggereerd dat EFT, zowel op korte als lange termijn, effectief lijkt te zijn om relationele stress te verlagen waardoor koppels meer relatietevredenheid ervaren. Dit effect lijkt ook zichtbaar wanneer een van beide partners een lichamelijke of mentale aandoening heeft. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat wanneer het kind van een koppel een aandoening heeft, EFT ook effectief lijkt te zijn om de ontstane relationele stress van het koppel te verlagen. Tot slot lijkt EFT even effectief als bestaande

behandelinterventies gebaseerd op Cognitieve Gedrags Therapie om relatietevredenheid te verhogen. De factoren vergeving en self-disclosure lijken belangrijke onderdelen te zijn van een EFT en worden besproken.

(3)

Inhoudsopgave

Abstract 2

Emotionally Focused Therapy, Relatietevredenheid en Relationele Stress 4

EFT & Relatietevredenheid 7

EFT & Relatietevredenheid en een Aandoening 9

EFT & Relatietevredenheid en Mechanismes 13

Conclusie & Discussie 16

(4)

Emotionally Focused Therapy, Relatietevredenheid en Relationele Stress

Wanneer partners ontevreden zijn over de relatie, kunnen zij veel relationele stress ervaren en neemt de kans dat zij uit elkaar gaan toe. Relationele stress kan ook effect hebben op de gezondheid zoals een negatieve uitwerking op het immuun- en hormoonsysteem en zelfs een vertraagd herstelproces (Janice Kiecolt-Glaser, 1993). Ook is de kans op een hartinfarct en een metabool syndroom (speelt een grote rol bij hart/vaatziekten) groter. Als een koppel echter weinig stress ervaart heeft dat veel voordelen voor beide partners. Zo is te zien dat koppels minder chronische gezondheidsproblemen ervaren en de overlevingskans vijf jaar na de diagnose van kanker, hoger ligt (Jaremka, Glaser, Malarkey & Kiecolt-Glaser, 2013). Het is van belang te onderzoeken of er een behandeling bestaat die de relationele stress kan verlagen waardoor de kans op een gezonde en gelukkige relatie toeneemt.

Romantische liefde wordt door Hazan & Shaver (1987) uitgelegd als een

hechtingsproces. Het concept hechting is door Bowlby ontworpen en onderzocht met de hechtingstheorie als resultaat (Bowlby, 1969). Hechting is volgens Bowlby een duurzame relatie of verbinding tussen twee personen. De theorie gaat er vanuit dat ieder mens de primaire behoefte heeft om zich te hechten aan een ander mens. Binnen deze theorie beschrijft Bowbly twee vorm van hechting: veilig en onveilig. In de jaren 70 is Mary Ainsworth met deze hechtingstheorie gaan werken in de context van een verzorger/kind relatie en bedacht het experiment Strange Situation om deze hechting te toetsen (Keenan, T. & Evans, S., 2007 en Wiers, R., van der Molen, M. & Raijmakers, M., 2007). Hierbij werd een spelend kind 20 minuten geobserveerd terwijl er bekende (zoals de ouder/verzorger) en onbekende personen de ruimte binnen kwamen. De reactie van het kind liet vervolgens zien welke hechtingsstijl hij/zij waarschijnlijk had: a) Veilig gehecht, b) Onveilig-vermijdend gehecht, c) Onveilig-afwerend/ambivalent gehecht en d) Ongeorganiseerd / gedesoriënteerd

(5)

gehecht. Bij veilig gehechte kinderen zorgt de aanwezigheid van de verzorger ervoor dat het kind durft te exploreren. Bij de aanwezigheid van een onbekend persoon zoekt het kind eerst toenadering tot de verzorger voor veiligheid om vervolgens weer te exploreren. Bij een onveilige hechting (op de drie beschreven stijlen) reageert het kind op een onbekend persoon in de ruimte door bijvoorbeeld gewoon door te gaan (onveilig-vermijdend) of erg wisselend te reageren zoals huilen en afstandelijk zijn (onveilig-afwerend/ambivalent). Hoewel de beschreven hechtingsstijlen specifiek zijn ontworpen voor de relatie tussen ouder/verzorger en kind, is het niet gezegd dat hechting op een latere leeftijd geen rol meer speelt. Een veilige of onveilige hechtingsband is volgens Johnson (2008) ook van belang bij volwassenen in de context van een relatie. Om deze hechtingsband te begrijpen speelt emotie een belangrijke rol. Emoties zijn sturend bij hechtingsgedrag: emotie controleert onze aandacht, laat ons focussen bij mogelijk gevaar en motiveert ons om op zoek te gaan naar steun in zo’n situatie. In sommige situaties is een afhankelijke houding bijvoorbeeld functioneel, zoals bij

stressvolle signalen (bij de strange situation test was dit de onbekende persoon die de kamer binnen liep). Wanneer een partner bij stressvolle signalen steun kan bieden geeft dit een gevoel van veiligheid en geeft dit vertrouwen in nieuwe situaties (Feeney, 2007). Het doel van EFT is dus niet volledige onafhankelijkheid maar juist effectieve afhankelijkheid. Echter, hoe kan deze effectieve afhankelijkheid worden bereikt?

Johnson & Greenberg (1985) hebben onderzoek gedaan naar een geschikte relatietherapie bij koppels met relationele stress. Emotionally Focused Therapy (EFT) (Johnson & Greenman, 2006) is ontwikkeld vanuit twee stromingen: de humanistisch-experientele therapie en de systeem therapie. Bij de humanistisch-humanistisch-experientele therapie staat de persoon centraal en zijn de therapeutische relatie en de clientervaring belangrijk (Lambert, 2013). Daarnaast worden inzichten uit de systeem therapie gebruikt zoals het ervaren van problemen als een reactie op signalen uit de omgeving. Naast het belang van emoties staan

(6)

ook interactiepatronen, de manier van interacteren of reageren op de partner, centraal binnen EFT. Bij de behandeling wordt geprobeerd deze vaak onbewuste negatieve interactiepatronen te doorbreken. Het proces binnen de behandeling kan worden opgedeeld in drie fasen. In fase 1 gaat het om patroonherkenning door de eigen rol binnen het interactiepatroon te

(h)erkennen en te zien welke emoties hiermee gepaard gaan. Vervolgens wordt er ook gekeken hoe partners dit kunnen verwoorden in termen van veiligheid en hechting (Cycle Deescalation). In fase 2 gaat het over het herkennen, erkennen en begrijpen van de emoties en behoeftes bij zichzelf en de partner en het opbouwen van een nieuwe emotionele

verbinding en nieuwe interactiepatronen (Restructuring Interactional Positions). In de laatste fase worden partners gestimuleerd om uit het patroon te stappen door zelf nieuwe

oplossingen te bedenken en door te leren hulp, steun en begrip te vragen aan de partner (Consolidation/Integration) (Johnson & Greenman, 2006). Het doel van EFT ligt dus bij het herkennen en doorbreken van negatieve patronen om vervolgens weer op vernieuwende wijze tot een veilige en vertrouwde relatie te komen.

Om relatietevredenheid te meten wordt veelal gebruik gemaakt van de Dyadic

Adjustment Scale (DAS) van Spanier (1976), zie bijlage 1. De DAS is een vragenlijst met 32 items, waarvan 30 items met een 6 punts-Likertschaal van helemaal niet mee eens/nooit tot helemaal wel mee eens/altijd en 2 items met twee antwoordmogelijkheden (Ja/Nee). Een voorbeeld item is: “How often do you discuss or have you considered divorce, separation, or terminating your relationship?”. De 32 items zijn verdeeld over 4 subschalen:

relatiesatisfactie (in hoeverre ervaren partners de relatie als stabiel), relatieconsensus (in hoeverre zijn partners het met elkaar eens), relatiecohesie (in hoeverre ondernemen partners samen activiteiten) en affectieve expressie (in hoeverre zijn partners het met elkaar eens over hoe affectie wordt geuit). Er kan worden gescoord van 0 tot 151, waarbij uit onderzoek van Spanier (1976) blijkt dat gehuwde koppels een gemiddelde DAS score hadden van 114,8 en

(7)

gescheiden koppels een gemiddelde DAS score hadden van 70,7. In onderzoek wordt veelal een DAS score tussen de 80 en 97 gehanteerd omdat koppels zich hierbij nog niet in een scheidingsfase bevinden, maar wel gemiddeld meer relationele stress ervaren dan andere koppels (Graham et al, 2006). De betrouwbaarheid van de DAS is a = .96 (Spanier, 1976).

In deze literatuurstudie zal eerst worden bekeken hoe effectief EFT is om relationele stress bij koppels te verlagen. Daarna wordt specifiek gekeken naar de effectiviteit van EFT voor koppels met relationele stress wanneer een aandoening een belangrijke plaats inneemt binnen de relatie. Hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen een fysieke aandoening en een mentale aandoening. Ten slotte wordt bekeken welke mechanismen in EFT van invloed zijn op relatietevredenheid.

EFT & Relatietevredenheid

Om te bekijken of EFT een geschikte behandelmethode is voor koppels met

relationele stress, zal in deze paragraaf worden gekeken naar het effect van EFT ten opzichte van bestaande behandelmethoden zoals de Cognitieve Gedrags Therapie (CGT). Bij CGT ligt de focus vaak op het aanleren van nieuwe vaardigheden zoals probleemoplossend vermogen om zo de relatieproblemen aan te pakken (Greenberg & Johnson, 1985a).

In 1985 heeft Greenberg samen met Johnson onderzoek gedaan naar EFT bij koppels met relatieproblemen (1985a). In deze studie werden de volgende 3 groepen met elkaar vergeleken: Cognitieve-gedragsinterventie met de focus op probleem oplossende

vaardigheden (CGT), experientele interventie met de focus op emotionele ervaringen tijdens interactie (EFT), en een wachtlijst. Relatietevredenheid werd bij de groepen voor de

behandeling, na de behandeling, en 2 maanden na de behandeling gemeten. Zowel de CGT als de EFT conditie lieten ten opzichte van de wachtlijstconditie een stijging zien op de DAS, wat suggereert dat relationele stress was gedaald bij de eerste meting na de behandeling. De

(8)

effecten van de EFT conditie leken echter positiever te zijn dan de effecten van de CGT conditie. Ook na 8 weken werd dit effect gevonden. In een vervolgstudie werden dezelfde deelnemers onderzocht waarbij niet de drie groepen met elkaar werden vergeleken, maar de deelnemers ten opzichte van zichzelf (Johnson & Greenberg, 1985b). Relatietevredenheid werd onderzocht voor de wachtlijst, na 8 weken op de wachtlijst, na de EFT behandeling en 8 weken na het afronden van de EFT behandeling. Na 8 weken op de wachtlijst was er nog geen verschil te zien in de DAS score, maar na 8 weken behandeling was er een positief effect op diverse metingen zichtbaar waaronder de DAS en de Goal Attainment Scaling (GAS). Dit suggereert dat de behandeling een positief effect had op relatietevredenheid en op het behalen van een vooraf opgesteld doel. Opvallend aan deze laatste verbetering is dat dit op gedragsniveau een verandering meet. Het effect van de EFT interventie was eerder alleen verwacht op emotionele vlakken, terwijl deze studie nu aanwijst dat het effect van de

behandeling ook op gedragsmatig niveau zichtbaar is (Johnson & Greenberg, 1985).

In replicatieonderzoek werd het effect van EFT, Integrated Systemic Therapy (IST), of een wachtlijst op relatietevredenheid onderzocht. Hierbij werden de DAS- en GAS-vragenlijst voor, na 10 weken en na 26 weken afgenomen. Beide interventiemethoden lieten na 10 weken een stijging van de DAS score zien ten opzichte van de wachtlijstconditie. Na 26 weken bleven beide interventiemethoden effectiever dan de wachtlijstconditie maar was de DAS-score en de GAS-score voor koppels uit de IST conditie hoger dan bij de koppels uit de EFT conditie. Hier moet echter wel bij worden vermeld dat bij de EFT behandeling de behandelaren individueel actief waren terwijl bij de IST behandeling er gebruik werd gemaakt van een team van behandelaren dat fungeerde als een denk-tank. Deze denk-tank had uitgebreid overleg over elk koppel en kwamen tot consensus over vervolgstappen.

Mogelijk is dit een belangrijke factor geweest in de effectiviteit en zou hier ook rekening mee moeten worden gehouden bij het generaliseren van deze resultaten.

(9)

Een belangrijke methodologische valkuil in de beschreven onderzoeken betreft de auteurs. Een deel van de onderzoekers van bovenstaande artikelen zijn zelf ook de bedenkers van de behandelmethode waardoor ook daar de objectiviteit in het geding komt. De auteur heeft er namelijk op dat moment belang bij dat het onderzoek een positief effect laat zien; in dit geval dat EFT zorgt voor een sterkere afname van relationele stress ten opzichte van een controleconditie of andere interventie. Om de onderzoeksresultaten sterker te onderbouwen is de volgende studie gedaan door onafhankelijke onderzoekers. Denton, Burleson, Clark, Rodriguez en Hobbs (2000) onderzochten de invloed van EFT op relatietevredenheid ten opzichte van een wachtlijstconditie. Aan de hand van een RCT ontvingen veertig koppels acht weken EFT of werden acht weken op een wachtlijst geplaatst. De koppels in de EFT conditie toonde na acht weken in verhouding met de wachtlijstconditie, een significant grotere toename in de DAS score wat suggereert dat relatietevredenheid door EFT was toegenomen.

De resultaten van de besproken onderzoeken suggereren dat EFT effectief lijkt te zijn om relatietevredenheid te bevorderen. Zowel ten opzichte van een wachtlijst als van andere interventiemethoden zoals CGT en IST, lijkt EFT effectief te zijn om relationele stress te verlagen en daarmee relatietevredenheid te verhogen. Relationele stress kan op diverse manieren ontstaan. Zo zijn er vele relaties waarbij een aandoening een rol speelt. Hoe gaan koppels om met deze factor en hoe heeft dit invloed op de relatietevredenheid?

EFT, Relatietevredenheid en een Aandoening

Er zijn koppels die naast relatieproblemen ook te maken krijgen met een aandoening die voor of tijdens de relatie kan zijn ontstaan. In deze paragraaf wordt er gekeken naar de effectiviteit van EFT bij koppels waarbij een van beide partners een aandoening heeft. Hierbij

(10)

wordt onderscheid gemaakt tussen een fysieke ziekte zoals kanker en een mentale stoornis zoals een post traumatische stress stoornis (PTSS)

Voor een specifieke groep waarbij trauma een gevolg was van seksueel misbruik in de kindertijd, is onderzoek gedaan naar het effect van EFT op het verminderen van

traumaklachten en het verhogen van relatietevredenheid (MacIntosh & Johnson, 2008). Voor het onderzoek werden deelnemers geselecteerd met de diagnose PTSS op basis van de Clinician Administered PTSD Scale (CAPS) en werd de Trauma Symptom Inventory afgenomen voor een indicatie van trauma symptomen. Deelnemers ontvingen gedurende 19 weken een EFT behandeling, waarbij zowel voor als na de behandeling de DAS- en TSI-vragenlijst en het CAPS interview werden afgenomen. In vergelijking met de scores voor de behandeling, was er een significante stijging op de DAS-score. De afname op de CAPS-score was niet significant, maar de afname op de TSI score wel, wat suggereert dat EFT hier zorgde voor een toename in relatietevredenheid en een afname van trauma klachten. Dit resultaat is nogmaals bevestigd in een methodologisch krachtigere studie waarbij middels een

randomized control trial (RCT) werd onderzocht wat de invloed was van EFT op

relatietevredenheid tussen koppels waarvan de vrouwelijke partner in het verleden misbruik (seksueel of fysiek) had ervaren (Dalton, Greenman, Classen & Johnson, 2013). Hierbij kregen koppels EFT of werden zij op een wachtlijst geplaatst. De DAS-score na de

behandeling liet zien dat de EFT conditie significant sterker gestegen was in vergelijking met de wachtlijst-conditie.

Bij trauma in het verleden door misbruik (fysiek of seksueel) suggereren de

onderzoeken dat EFT een effectieve behandeling kan zijn om traumaklachten te verlagen en relatietevredenheid te vergroten. Voor traumaklachten wordt nu veel behandeling geboden via de EMDR techniek (Comer, 2011). Echter bij een combinatie van trauma- en

(11)

In Nederland zijn het afgelopen jaar 5,2% van de volwassen Nederlandse bevolking gediagnostiseerd met een depressie (Trimbos, 2014). Momenteel zijn het geven van

medicatie of het volgen van een Cognitieve Gedrags Therapie veelgebruikte

behandelmethoden bij een depressie (Hammen & Watkins, 2008). Bij deze behandelmethoden wordt er echter geen aandacht besteed aan de rol van de partner in het proces, terwijl

relatietevredenheid en een depressie sterk verband houden. Wanneer relatietevredenheid onder druk staat, neemt de kans op een depressie toe (Rodin, Walsh, Zimmerman, Gagliese, Jones & Shepherd, 2007). Aan de andere kant, voor mensen met depressieve klachten lijkt sociale ondersteuning juist ook een beschermende factor te zijn (Hunter, Davis & Tunstall, 2006). De rol van de partner kan dus zeer belangrijk zijn voor deze groep.

Dessaulles, Johnson & Denton (2003) vergeleken het effect van EFT ten opzichte van farmacotherapie bij koppels met relatieproblemen, waarbij een van beide partners was

gediagnostiseerd met een depressie aan de hand van de Computerized version of the Diagnostic Interview Schedule (CDIS) en de Inventory to Diagnose Depression (IDD). Koppels werden random verdeeld over de twee condities waarna zij 16 weken werden behandeld. Beide interventies lieten na 16 weken een daling op de IDD score zien wat suggereert dat beide effectief waren in het verlagen van depressieve klachten, echter het effect in de EFT conditie was ook na 40 weken nog zichtbaar. De EFT conditie had een positief effect op de DAS-score wat aangeeft dat de relatietevredenheid was toegenomen. Daarnaast bleek in de EFT conditie geen van de deelnemers meer te voldoen aan de criteria voor een depressie.

Later is dit onderzoek gerepliceerd door Denton, Wittenborn & Golden (2012) waarbij werd onderzocht of EFT effectief kon zijn in de behandeling van relatieproblemen waarbij depressie een rol speelde. Een van beide partners moest gediagnostiseerd zijn met een depressie aan de hand van de Structural Clinical Interview (SCID). In het onderzoek werden

(12)

koppels random verdeeld over twee condities: farmacotherapie of de combinatie van

farmacotherapie met EFT. Relationele stress werd gemeten via de Quality of Marriage Index (QMI, vergelijkbaar met de DAS) en de depressieklachten werden gemeten door de Inventory of Depressive Symptomatology - Clinician Rated 30-item version (IDS-CR30). Ten opzichte van de situatie voor de behandeling zorgde beide interventies na de behandeling voor een afname op de IDS-CR30 wat aangeeft dat depressieklachten waren gedaald. Hier was echter de SCID niet opnieuw afgenomen, waardoor geen uitspraken konden worden gedaan over de klinische significantie. Daarnaast zorgde alleen de gecombineerde behandeling van

farmacotherapie en EFT voor een hogere score op de DAS wat een toename van relatietevredenheid suggereert.

Naast een mentale aandoening kan ook een lichamelijke aandoening een rol spelen bij koppels met relatieproblemen. Er zal nu worden bekeken hoe effectief EFT is bij koppels waarbij een lichamelijke aandoening een rol speelt binnen de relatie.

In het onderzoek van McLean, Walton, Rodin, Esplen & Jones (2013) naar de

effectiviteit van EFT op relatietevredenheid bij koppels waarbij een van beide partners kanker had, kwam naar voren dat EFT niet alleen effectief leek te zijn voor relatietevredenheid maar ook de ervaring van empathic care door de partner met kanker nam toe. Empathic care staat voor empatische zorg en het geven van empatische reacties door de partner zonder kanker wat in verband wordt gebracht met positieve interacties binnen een relatie (McLean et al, 2013). Relatietevredenheid was onderzocht door de RDAS, een revised versie van de reeds beschreven DAS vragenlijst.

EFT lijkt effectief te zijn voor koppels waarbij een van beide partners een lichamelijke of mentale aandoening heeft. Naast een van beide partners is er nog een

(13)

niet een van de partners, maar het kind ziek is? Ouders van chronisch zieke kinderen lopen een hoger risico op relationele stress (Walker, Johnson, Manion & Cloutier, 1996). EFT lijkt een effectieve behandelmethode te zijn om deze stress te verlagen en de relatietevredenheid te verhogen (Walker, Johnson, Manion & Cloutier, 1996). Ook twee jaar na de behandeling is dit effect nog zichtbaar (Cloutier, Manion, Walker & Johnson, 2002).

Uit de beschreven onderzoeken (bijlage 2) komt naar voren dat bij zowel een fysieke aandoening (zoals kanker) als een mentale aandoening (zoals een depressie) EFT effectief zou kunnen zijn in het verhogen van relatietevredenheid. Daarnaast lijkt EFT te zorgen voor een afname op de klachten bij de aandoening zoals bij een depressie of PTSS. Het is dus van belang om zowel voor een mentale aandoening als voor een fysieke aandoening de partner te betrekken in het herstelproces van de aandoening en bij het herstellen van de

relatietevredenheid.

EFT, Relatietevredenheid en Mechanismes

Tot dusver is er inzicht gegeven in de effectiviteit van EFT bij koppels met relationele stress waarbij soms andere factoren zoals aandoeningen bij kinderen of een aandoening bij een van beide partners een belangrijke rol hadden binnen de relatie. Ondanks dat EFT in deze onderzoeken effectief lijkt te zijn, is er nog weinig duidelijk over de werkzame mechanismen binnen de behandeling. Welke factoren binnen de therapie zorgen voor de afname van

relationele stress bij koppels? Diverse onderzoeken beschrijven forgiveness (vergeving) als belangrijke factor in het herstelproces (Greenberg, Warwar & Malcolm, 2010; Halchuk, Makinen & Johnson, 2010). Ook self-disclosure lijkt een key-factor te zijn om relationele stress te verlagen (Greenberg, Ford, Alden & Johnson, 1993). Twee mechanismen die in diverse onderzoeken naar voren kwamen, worden besproken.

(14)

Veel koppels ervaren tijdens een relatie emotionele beschadiging door een gebeurtenis die de veiligheid van de relatie in gevaar brengt. Voorbeelden van emotionele beschadigingen zijn vreemdgaan door een van beide partners of het plegen van abortus. Als de veiligheid in de relatie niet wordt hersteld kan de gebeurtenis na jaren nog een negatief effect hebben op de relatie en zorgen voor veel relationele stress (Greenberg, Warwar & Malcolm, 2010). Om de relationele stress na een emotionele beschadiging te verlagen lijkt EFT effectief te zijn

(Greenberg, Warwar & Malcolm, 2010). Koppels met een emotionele beschadiging (door een specifieke gebeurtenis) werden onderzocht door de invloed van EFT te meten op stress-symptomen. Daarnaast werd ook bekeken welke rol vergeving had bij het herstellen van relatietevredenheid. Koppels werden eerst op een wachtlijst geplaatst en kregen vervolgens EFT aangeboden. Ten opzichte van de DAS-score na de wachtlijst, werd er na EFT een toename in de DAS-score gevonden wat suggereert dat relatietevredenheid was verhoogd. Daarnaast bleken koppels tijdens EFT vaker te vergeven dan tijdens de wachtlijst. Vergeving zou dus een belangrijke mediator kunnen zijn in de behandeling.

In het onderzoek van Makinen & Johnson (2006) werd na een EFT bekeken bij welke koppels de veiligheid in de relatie weer was hersteld en bij welke koppels niet.

Relatietevredenheid werd gemeten aan de hand van de DAS en vergeving aan de hand van de Interpersonal Relationship Resolution Scale (IRRS). Bij de koppels waarbij de veiligheid in de relatie weer was hersteld, bleek vaker sprake van vergeving en lieten een verbetering zien in relatietevredenheid ten opzichte van de koppels waarbij de veiligheid in de relatie niet was hersteld. Ook na 3 jaar was de verbetering in relatietevredenheid en vergeving nog zichtbaar (Halchuk, Makinen & Johnson, 2010). Hier moet echter wel bij worden vermeld dat deze studies methodologisch minder sterk zijn doordat pas na de behandeling de deelnemers in groepen werden ingedeeld (in veiligheid hersteld/niet hersteld). Om een verband te kunnen aantonen is een RCT nodig die de groepen op voorhand indeelt. Op basis van het onderzoek

(15)

van Makinen & Johnson (2006) is er het Attachment Injury Resolution Model (AIRmodel) ontworpen. Aan de hand van dit model wordt het herstel van de veiligheid in de relatie gekoppeld aan een hechtingsprobleem dat is ontstaan door een emotionele beschadiging. Het AIRModel komt sterk overeen met de reeds beschreven stappen van het EFT model. Het model functioneert als een handleiding in het gesprek om belangrijke fases in het gesprek te herkennen en gestructureerd te werken naar een oplossing. Het begint bij het herkennen van de gebeurtenis, vervolgens wordt het gevoel dat deze gebeurtenis opwekt, besproken en wordt de nadruk gelegd op het luisteren en begrijpen van de ander. Hierbij wordt de focus gelegd op de angst die de situatie opwekt en het erkennen van verantwoordelijkheid. Ten slotte staat vergeving en her-consolidatie centraal waarbij door het uitspreken van behoeften en het accuraat reageren van partners, de veiligheid in de relatie weer wordt hersteld

(Makinen & Johnson, 2006).

Self-disclosure lijkt ook een effectief mechanisme te zijn binnen EFT. Zoals in het AIRmodel al is besproken staat het uiten van gevoel dat door de gebeurtenis wordt opwekt, centraal in het herstelproces. In een studie van Greenberg, Ford, Alden & Johnson (1993) werd na een EFT, 1 sessie waarin self-disclosure plaats vond, opnieuw bekeken om het gedrag van beide partners te onderzoeken. Zowel affiliatie als self-disclosure werden gemeten via de Self-Disclosure Coding System (SDCS). Hieruit kwam naar voren dat wanneer de ene partner self-disclosure toepast, dit ervoor zorgt dat de andere partner ook uiting geeft aan het gevoel. Daarnaast laat het onderzoek zien dat wanneer een partner op een intieme en

affectieve manier self-disclosure toepast, de andere partner meer affiliatie laat zien. Binnen de theorie van EFT wordt voorspeld dat meer affiliatie gedrag leidt tot een toegankelijkere partner waardoor het vertrouwen groeit en er nieuwe positieve interactiepatronen kunnen ontstaan. EFT kan hierdoor een essentiële rol spelen in het herstel van vertrouwen en het herstel van de relatietevredenheid (Greenberg et al, 1993).

(16)

Conclusies & Discussie

Emotionally Focused Therapy lijkt effectief te zijn bij koppels met relationele stress. Dit effect is ook zichtbaar wanneer een van beide koppels een lichamelijke of mentale aandoening heeft. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat wanneer niet het koppel maar het kind van het koppel een aandoening heeft, EFT ook effectief lijkt te zijn om de ontstane relationele stress bij de ouders te verlagen en daarmee relatietevredenheid te verhogen. Tot slot zijn uit diverse onderzoeken belangrijke mechanismen naar voren gekomen die mogelijk een belangrijke rol hebben bij de werking van EFT. Zo lijken de factoren vergeving en self-disclosure belangrijke onderdelen te zijn van de EFT behandeling. Deze factoren zijn echter na een EFT geselecteerd door in retroperspectief naar de studie te kijken. Om een verband te kunnen aantonen tussen deze factoren en de effectiviteit van EFT is het noodzakelijk dat deze factoren voor de behandeling worden verwerkt in het design zoals via een RCT waarbij de deelnemers uit één conditie wel worden gestimuleerd om self-disclosure toe te passen en de deelnemers uit de andere conditie niet.

Ten tweede vormt ook de grootte van de steekproef een belangrijke beperking in het onderzoek naar EFT. In de beschreven onderzoeken is de gebruikte steekproeven veelal klein (van 10 tot 42 koppels) wat een risico vormt voor het generaliseren van de resultaten. De steekproef is dan een te beperkte weergave van de populatie. Daarnaast vormen ook het aantal EFT sessies een discussiepunt. Het aantal sessies lag gemiddeld rond de 16 terwijl de theorie achter EFT adviseert een gemiddeld aantal sessies te hanteren van 30. Wellicht is het effect van een EFT nog sterker als de behandeling langer zou duren. Hier zou in

vervolgstudie rekening mee kunnen worden gehouden door te bekijken met welke hoeveelheid sessies een zo effectief maar ook efficiënt mogelijk resultaat kan worden behaald.

(17)

Een ander punt van kritiek is de kwaliteit van de DAS. De DAS is een vragenlijst die deelnemers zelf moeten invullen (zie bijlage). Dit vormt een risico door subjectiviteit en sociaal wenselijke antwoorden (Mook, 2001). Ook is de resultatensectie bij enkele onderzoeken onvoldoende in het verschaffen van volledige informatie. Er ontbraken bij enkele studies de scores voor en na de interventie en de daarbij behorende SD. Aangezien deze informatie niet overal compleet was, moest worden aangenomen dat de data op correcte wijze werd geïnterpreteerd. Dit is echter niet wenselijk en vormt een bedreiging voor de interpretatie van de onderzoeken in deze literatuurstudie.

Een laatste punt van kritiek ligt bij de actieve bijdrage van de bedenkers van EFT bij diverse onderzoeken. Door de actieve bijdrage van Sue Johnson in veel van de onderzoeken (door bijvoorbeeld het trainen van de therapeuten die de EFT geven) komt de objectiviteit van de onderzoeken door haar aanwezigheid, in gevaar. Het risico van de actieve bijdrage van Sue Johnson bij de diverse onderzoeken is dat zij belang heeft bij een succesvolle uitkomst van de studies naar haar EFT theorie. Hierdoor kan er een confirmation bias ontstaan wat een risico kan vormen voor de interne validiteit van het onderzoek. Door onafhankelijk

onderzoek te doen neemt dit risico af en kan de waarde van de resultaten van het onderzoek toenemen.

EFT lijkt een geschikte behandeling om relationele stress bij koppels te verlagen en daardoor ook het risico op gezondheidsklachten te minimaliseren. Dit effect lijkt voor diverse specifieke doelgroepen effectief. Een bijkomend voordeel van EFT is de toegankelijkheid van deze theorie via zelfhulpboeken. Sue Johnson schreef Houd me vast (2008) waar diverse elementen van de therapie worden behandeld zoals hechting, emoties en interactiepatronen. Daarnaast zijn de drie fasen en bijbehorende stappen uitgewerkt en zijn er oefeningen toegevoegd zodat koppels hier zelf mee aan de slag kunnen. Hierdoor kan er naast de psychotherapie ook preventief door koppels worden gewerkt aan de relatie.

(18)

Zo worden we samen oud én gelukkig.

Literatuur

Bowlby, J. (1969). Attachment and Loss: Volume 1 Attachment. New York: Basic Books.

Cloutier, P. F., Manion, I. G., Walker, J. G., & Johnson, S. M. (2002). Emotionally focused interventions for couples with chronically ill children: A 2-year follow-up. Journal of Marital and Family Therapy, 28, 391-398.

Comer, R.J. (2011). Fundamentals of Abnormal Psychology. New York: Worth Publishers.

Dalton, E. J., Greenman, P. S., Classen, C. C., & Johnson, S. M. (2013). Nurturing

connections in the aftermath of childhood trauma: A randomized controlled trial of emotionally focused couple therapy for female survivors of childhood abuse. Couple and Family Psychology: Research and Practice, 2, 209-221.

Denton, W., Burleson, B., Clark, T., Rodriguez, C. & Hobbs, B. (2000) A Randomized Trial of Emotionally Focused Therapy for Couples in a Training Clinic. Journal of Marital and Family Therapy, 26, 65-78.

Denton, W. H., Wittenborn, A. K., & Golden, R. N. (2012). Augmenting antidepressant medication treatment of depressed woman with emotionally focused therapy for couples: a randomized pilot study. Journal of Marital and Family Therapy, 38, 23-38.

Dessaulles, A., Johnson, S. M., & Denton, W. H. (2003). Emotion-focused therapy for

couples in the treatment of depression: A pilot study. The American Journal of Family Therapy, 31, 345-353.

(19)

Feeney, B.C. (2007) The dependency paradox in close relationships: accepting dependence promotes independence. Journal of Personality and Social Psychology, 92, 268- 285.

Graham, J. M., Liu, Y. J. & Jeziorski, J. L. (2006). The Dyadic Adjustment Scale: A Reliability Generalization Meta-Analysis. Journal of Marriage and Family, 6, 701- 717.

Greenberg, L., Warwar, S., & Malcolm, W. (2010). Emotion-focused couples therapy and the facilitation of forgiveness. Journal of Marital and Family Therapy, 36, 28-42.

Greenberg, L.S., Ford, C.L., Alden, L.S. & Johnson, S. (1993). In-session change in emotionally focused therapy. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 61, 78-84.

Halchuk, R. E., Makinen, J. A., & Johnson, S. M. (2010). Resolving attachment injuries in couples using emotionally focused therapy: A three-year follow-up. Journal of Couple and Relationship Therapy, 9, 31-47.

Hammen, C. & Watkins, E. (2008). Depression. Hove: Psychology Press.

Hazan, C. & Shaver, P.R. (1987) Romantic Love Conceptualized as an Attachment Process.

Journal of Personality and Social Psychology, 52, 511-524.

Hunter, M., Davis, P., & Tunstall, J. (2006). The influence of attachment and emotional support in end-stage cancer. Psycho-Oncology, 15, 431-444.

IKNL, Integraal Kankercentrum Nederland (2014) 101.500 Nederlanders kregen kanker in 2013. Opgehaald 27 mei 2014, van http://www.iknl.nl/nieuws/nieuws-

(20)

Jaremka, L. M., Glaser, R., Malarkey, W. B., & Kiecolt-Glaser, J. K. (2013). Marital distress prospectively predicts poorer cellular immune function. Psychoneuroendocrinology, 38, 2713-2719.

Johnson, S. (2008). Houd me vast. Utrecht: Kosmos Uitgevers.

Johnson, S. & Greenberg, L. (1985). Differential Effects of Experiential and Problem-solving Interventions in Resolving Marital Conflict. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 53, 175-184.

Johnson, S. & Greenberg, L. (1985). Emotionally Focused Couples Therapy: An Outcome Study. Journal of Marital and Family Therapy, 11, 313-317.

Johnson, S. & Greenman P. S. (2006). The Path to a Secure Bond: Emotionally Focused Couple Therapy. Journal of Clinical Psychology, 62, 597-609.

Keenan, T., & Evans, S. (2009). An Introduction to Child Development. London: SAGE Publications.

Kiecolt-Glaser, J. K., Malarkey, W. B., Chee, M., Newton, T., Cacioppo, J. T., Mao, H., & Glaser, R. (1993). Negative behavior during marital conflict is associated with immunological down-regulation. Psychosomatic Medicine, 55, 395-409.

Lambert, M. (2013). Chapter 13: Research on Humanistic-Experiential

Psychotherapies. Bergin and Garfield's Handbook of Psychotherapy and Behavior Change (6th ed.,). Hoboken: John Wiley & Sons Inc.

MacIntosh, H. B., & Johnson, S. (2008). Emotionally focused therapy for couples and childhood sexual abuse survivors. Journal of Marital and Family Therapy, 34, 298- 315.

(21)

Makinen, J. A., & Johnson, S. M. (2006). Resolving attachment injuries in couples using emotionally focused therapy: Steps toward forgiveness and reconciliation. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 74, 1055-1064.

McLean, L. M., Walton, T., Rodin, G., Esplen, M. J., & Jones, J. M. (2013). A couple-based intervention for patients and caregivers facing end-stage cancer: outcomes of a randomized controlled trial. Psycho-Oncology, 22, 28-38.

Mook, D.G. (2001). Psychological Research: The Ideas Behind the Methods. New York: W. W. Norton & Company.

Rodin, G., Walsh, A., Zimmerman, C., Gagliese, L., Jones, J., & Shepherd, F. (2007). The contribution of attachment security and social support to depressive symptoms in patients with metastatic cancer. Psycho-Oncology, 16, 1080-1091.

Trimbos (2014) Feiten en cijfers depressie. Opgehaald 27 mei 2014, van

http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychische-gezondheid/depressie/feiten-en-

cijfers

Walker, J. G., Johnson, S., Manion, I., & Cloutier, P. (1996). Emotionally focused marital intervention for couples with chronically ill children. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 64, 1029-1036.

Wiers, R., van der Molen, M., Raijmakers, M. (2012). Theories of development: Selected chapters from Green & Piel and from Crain. Harlow: Pearson.

(22)

Bijlage 1 Onderdeel van de Dyadic Adjustment Scale (DAS)

(23)
(24)

Onderzoeksopzet

Leven na Oorlog

De Invloed van Emotionally Focused Therapy bij Veteranen met PTSS Klachten en Relationele Stress.

Naam Laura Gerritsen

Universiteit Universiteit van Amsterdam

Docent Marieke Soeter

Datum 29 juni 2014

(25)

Korte Samenvatting

Dit onderzoek richt zich op de rol van Emotionally Focused Therapy (EFT) bij koppels waarbij 1 van beide partners veteraan is, gediagnostiseerd met een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) en relatieproblemen ervaart. EFT lijkt effectief te zijn bij de behandeling van koppels met relatieproblemen en PTSS klachten veroorzaakt door misbruik in het verleden. Hierbij bleek EFT te zorgen voor een toename in relatietevredenheid en een daling in PTSS klachten. In deze studie wordt een EFT vergeleken met een wachtlijst om te onderzoeken of EFT een effectieve behandeling kan zijn voor veteranen met PTSS klachten en relationele stress. Dit effect wordt zowel op korte termijn (8 weken) als lange termijn (24 weken) onderzocht.

Afleiden van de onderzoeksvraagstelling

Wanneer hulp uit Nederland nodig is om een veilige situatie in het buitenland te creëren, worden Nederlandse militairen opgeroepen en uitgezonden. In vergelijking met het dagelijks leven in Nederland, zorgt een oorlogssituatie ervoor dat men constant rekening moet houden met onverwachte situaties. Wanneer de militair zich in deze nieuwe situatie bevindt, wordt de focus op overleven vergroot en worden de basale reacties, fight, flight en freeze, het meest belangrijk. Wanneer de missie is afgerond en de militairen weer in Nederland zijn, moet de focus op

overleven worden aangepast aan de oude leefsituatie. In sommige gevallen is het voor de militair moeilijk om deze overgang te maken en blijven de aangeleerde overlevingsreacties ook bij thuiskomst actief terwijl deze niet meer aansluiten bij de nieuwe situatie. Dit kan ervoor zorgen dat de militair moeite krijgt op diverse gebieden zoals sociale vaardigheden en relaties. Als de niet aansluitende overlevingsreacties 6 maanden of langer aanhouden, is er mogelijk sprake van een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). PTSS kenmerkt zich door symptomen zoals: herbeleving, vermijding, verlies van interesse, toename in opwinding, angst en schuldgevoel (Comer, 2009).

(26)

Er is een sterke relatie tussen een PTSS, wanneer deze veroorzaakt is door een

oorlogservaring, en relatie problemen (Monson, Taft, Fredman, 2009). Wanneer wordt gekeken naar veteranen (militairen uit dienst) is te zien dat het percentage scheidingen beduidend hoger ligt bij veteranen mét PTSS klachten in vergelijking met veteranen zonder PTSS klachten. Ook ontstaat er vaker agressie bij koppels waarbij de partner (veteraan) PTSS klachten heeft.

Daarnaast is gevonden dat veteranen met PTSS klachten in contact met hun partner minder over zichzelf onthullen (self-disclosure), zich minder emotioneel uiten, afstandelijker zijn en meer angst ervaren bij intimiteit (Monson et al., 2009). Ook excessief middelengebruik komt vaak voor bij mensen met PTSS klachten en heeft een negatieve invloed op relatietevredenheid (Monson et

al., 2009).

Een veelgebruikte behandeling om relatietevredenheid te verhogen is Emotionally

Focused Therapy.In deze behandeling staat hechting, als eerst beschreven door Bowlby (Bowlby,

1969), centraal en wordt gekeken waarom de hechting tussen een koppel beschadigd is geraakt en

hoe deze weer veilig kan worden (Johnson & Greenman, 2006). Om deze hechtingsband te begrijpen speelt emotie een belangrijke rol. Emoties zijn sturend bij hechtingsgedrag: emotie

controleert onze aandacht, laat ons focussen bij mogelijk gevaar en motiveert ons om op zoek te gaan naar steun in zo’n situatie. EFT is een evidence based behandeling; in een meta-analyse uit 1999 volgt een mean effect size van 1.3 over diverse studies (Johnson, Hunsley, Geenberg &

Schindler, 1999). Het effect van EFT op korte termijn, lijkt ook op lange termijn zichtbaar te zijn

(Dalton, Greenman, Classen & Johnson, 2013). Ook lijkt EFT effectief te zijn bij koppels met relatieproblemen waarbij trauma, door seksueel misbruik, een rol speelt (MacIntosh & Johnson, 2008).EFT zorgde in deze studie voor zowel een toename in relatietevredenheid als een afname in trauma klachten. Dit resultaat werd nogmaals bevestigd in een methodologisch krachtigere studie waarbij middels een randomized control trial (RCT) werd onderzocht wat de invloed was van EFT op relatietevredenheid tussen koppels waarvan de vrouwelijke partner in het verleden misbruik (seksueel of fysiek) had ervaren (Dalton, et al., 2013).

(27)

In deze studie zal door middel van een RCT worden onderzocht wat het effect is van EFT voor veteranen met PTSS- en relatieproblemen. Gezien EFT al effectief lijkt te zijn bij koppels met relatieproblemen waarbij trauma een rol speelt zal in dit onderzoek worden bekeken of EFT ook effectief is wanneer dit trauma oorlog gerelateerd is. Hierbij zal EFT worden vergeleken met een wachtlijst.

Onderzoeksmethode

Deelnemers

Koppels uit Nederland tussen de 18 en 65 jaar worden benaderd via het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) om deel te nemen aan het onderzoek voor koppels met relatieproblemen en traumaklachten. Er worden twee vragenlijsten afgenomen, de RDAS en de TSI, om zowel relatietevredenheid als traumaklachten te meten. Deelnemers moeten voldoen aan de volgende criteria: minimaal 2 jaar in een heteroseksuele relatie, geen intentie om te scheiden, een TSI score van 65 of meer en een RDAS score tussen de 31 en 47. Daarnaast moet door middel van de CAPS, PTSS worden gediagnostiseerd. Deelnemers worden uitgesloten van de studie als zij momenteel een andere behandeling volgen, een andere AS 1 of AS 2 stoornis hebben,of er sprake is van geweld of misbruik in de relatie 6 maanden voor aanvang van het onderzoek. Dertig koppels worden at random verdeeld over twee condities: de EFT conditie (n=15) en een wachtlijstconditie (n=15).

Materiaal

In deze studie wordt gebruik gemaakt van diverse meetinstrumenten.

Revised Dyadic Adjustment Scale. De RDAS (Busby, Christensen, Crane & Larson, 1995) is een vragenlijst met 14 items die veel wordt gebruikt om relatietevredenheid te meten. De

(28)

relationele stress hoger ligt dan gemiddeld. Een voorbeeldvraag is: Do you ever regret that you

married (or lived together)? De RDAS heeft een Cronbach’s alpha van .90.

Couple Therapeutic Alliance Scale. De CTAS is een vragenlijst met 29 items welke door

beide partners wordt ingevuld om te bekijken hoe de werkrelatie met de therapeut wordt ervaren. De CTAS heeft een voorspellende waarde voor de uitkomst van de behandeling; een hoge waarde voorspelt een positieve uitkomst terwijl bij een lage waarde de therapeut tijdig moet ingrijpen.

Trauma Symptom Inventory. De TSI is een vragenlijst met 100 items waarmee

post-traumatische stress en andere symptomen van post-traumatische gebeurtenissen worden gemeten. Deze vragenlijst bevat 10 klinische schalen waaronder: Angstig opgewonden, depressie,

boos/geïrriteerd, opdringerige ervaringen, verdedigende vermijding, dissociatie, seksuele zorgen, dysfunctioneel seksueel gedrag, beschadigd zelfbeeld en spanning verlagend gedrag. De TSI heeft een hoge interne consistentie (a = .84) gemeten bij veteranen met PTSS klachten. Een hogere score geeft aan dat er sprake is van meer traumatische symptomen.

Clinician-Administered PTSD Scale. Bij de CAPS wordt door middel van een

gestructureerd interview bekeken of er sprake is van de diagnose PTSS. Het interview is gestructureerd op basis van de DSM-IV en heeft een hoge interne consistentie (a = .94).

Therapeuten

In de studie geven drie therapeuten, één man en twee vrouwen, de EFT behandeling. De therapeuten hebben een masterdiploma behaald in klinische psychologie en hebben ten minste 4 jaar werkervaring zodat bij het aanleren van de nieuwe behandelmethode, basisvaardigheden al onder controle zijn. De therapeuten ontvangen 12 uur training in EFT en er worden opnames gemaakt van de behandeling zodat deze gebruikt kunnen worden in het wekelijkse

supervisiemoment.

(29)

Koppels in de EFT conditie ontvangen gedurende 8 weken, wekelijks een sessie van 75 minuten. De wachtlijstconditie ontvangt gedurende deze periode geen behandeling. Koppels worden voor de behandeling (T0), direct na de behandeling van 8 weken (T1) en na drie maanden (T2) gemeten op zowel de RDAS als de TSI. De CAPS wordt zowel voor de behandeling als na 8 weken afgenomen om te bekijken of er nog sprake is van de diagnose PTSS en geeft daarmee tevens een klinisch significante waarde aan. Daarnaast wordt de CTAS in sessie 3 afgenomen om te bekijken hoe de werkrelatie tussen het koppel en de therapeut is. Dit lijkt een voorspellende waarde te hebben op het succes van de behandeling waardoor tijdig kan worden ingegrepen als dit onvoldoende is.

Procedure

Na een telefonische screening wordt bij koppels een pre-test afgenomen om te bekijken of zij aan alle voorwaarden van het onderzoek voldoen en worden de gegevens op de RDAS en TSI gebruikt als baseline meting. Koppels worden random verdeeld over de wachtlijst conditie en de EFT conditie, waarbij de EFT conditie een EFT behandeling ontvangt van 75 minuten per week, gedurende 8 weken. De wachtlijstconditie ontvangt gedurende 8 weken geen behandeling. De sessies worden op video opgenomen als materiaal voor de supervisie. In de derde sessie wordt de CTAS afgenomen om de werkrelatie te beoordelen. Na zowel 8 weken als 24 weken wordt er bij alle koppels een post-test afgenomen door middel van de RDAS en de TSI. Het CAPS interview wordt na 8 weken afgenomen om te bekijken of er nog sprake is van de diagnose PTSS. Na 24 weken ontvangt ook de wachtlijst conditie de EFT behandeling.

Data analyse

Om te toetsen of de condities op voorhand van elkaar verschillen, wordt de Levene’s test uitgevoerd. Hierdoor kan worden bekeken of de deelnemers (en de scores) gelijk verdeeld zijn over beide condities. Als de Levene’s test significant is geeft dit aan dat de scores op voorhand wel van elkaar verschillen wat moet worden meegenomen in vervolganalyses. Vervolgens wordt

(30)

aan de hand van een paired-samples t-test de score per conditie bekeken op meetmoment 0 en 1 (T0 en T1) en 1 en 2 (T1 en T2). Hier kan worden bekeken of de deelnemers binnen de condities na 8 en 24 weken verschil laten zien op de 2 vragenlijsten (RDAS en TSI). Om te toetsen of de EFT conditie na 8 weken effectiever was in het verlagen van trauma- en relatieklachten dan de wachtlijstconditie, wordt een ANOVA uitgevoerd. Hierbij wordt de gemiddelde score op de RDAS en de gemiddelde score op de TSI van de wachtlijst conditie vergeleken met deze scores in de EFT conditie.

Klinische significante resultaten worden onderzocht door het CAPS interview na 8 weken af te nemen en te bekijken of er nog sprake is van een PTSS diagnose.

Door deze analyses uit te voeren kan er worden bekeken a) wat het effect is van een EFT behandeling of een wachtlijst op RDAS en TSI na 8, b) na 24 weken, c) wat het effect van een EFT behandeling is ten opzichte van een wachtlijst na 8 weken en d) of dit verschil op lange termijn ook zichtbaar is.

Interpretatie van mogelijke resultaten

Er wordt verwacht dat de EFT conditie ten opzichte van de wachtlijst conditie zorgt voor een sterkere afname in relationele stress en PTSS klachten. Dit wordt verwacht gezien EFT ook effectief bleek bij koppels met relatieproblemen en traumaklachten door misbruik (Dalton, et al., 2013). Gezien EFT in eerdere studies ook op lange termijn effectief bleek te zijn, wordt verwacht dat in dit onderzoek EFT ook op de lange termijn zorgt voor een afname van traumaklachten en een toename in relatietevredenheid. Wanneer blijkt dat EFT effectiever is dan de wachtlijst, zou kunnen worden bekeken of EFT even effectief of effectiever is dan bestaande behandelmethoden zoals CBCT (Monson et al., 2009).

(31)

Literatuuroverzicht

Bowlby, J. (1969). Attachment and Loss: Volume 1 Attachment. New York: Basic Books.

Busby, D. M., Christensen, C., Crane, D. R. and Larson, J. H. (1995). A revision of the Dyadic Adjustment Scale for use witg distressed and nondistressed couples: construct hierarchy and multidimensional scales. Journal of Marital and Family Therapy, 21: 289–308

Comer, R.J. (2011). Fundamentals of Abnormal Psychology. New York: Worth Publishers.

Dalton, E. J., Greenman, P. S., Classen, C. C., & Johnson, S. M. (2013). Nurturing

connections in the aftermath of childhood trauma: A randomized controlled trial of emotionally focused couple therapy for female survivors of childhood abuse. Couple and FamilyPsychology: Research and Practice, 2(3), 209 - 221.

Johnson, S. & Greenman P. S. (2006). The Path to a Secure Bond: Emotionally Focused Couple Therapy. Journal of Clinical Psychology, 62, 597-609.

Johnson, S. M., Hunsley, J., Greenberg, L. and Schindler, D. (1999). Emotionally Focused Couples Therapy: Status and Challenges. Clinical Psychology: Science and Practice,

(6), 67–79.

MacIntosh, H. B., & Johnson, S. (2008). Emotionally focused therapy for couples and childhood sexual abuse survivors. Journal of Marital and Family Therapy, 34, 298- 315.

Monson, C. M., Taft, C. T., & Fredman, S. J. (2009). Military-related PTSD and intimate relationships : From description to theory-driven research and intervention development. Clinical Psychology Review, (29), 707-714.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zou kunnen dat mensen met een vermijdende hechtingsstijl vanwege hun sterke voorkeur voor onafhankelijkheid, meer moeite hebben om veel samen te zijn met hun partner in

Maar enkel voor het plezier wandelen, daarin geloofde ik niet echt.. Zo graag doe ik dat niet, ik ben het liefst zo snel mogelijk

Hij is nu bezig met de vorming van Zijn Gemeente, maar er zal een moment komen waarop ook de laatste jaarweek in vervulling gaat en vervolgens Israël als volk weer hersteld

Geen actie voor CONCERT studie Roze tekst: actie.. arts-onderzoeker Blauwe tekst: actie

Wanneer de Aanbieder niet binnen de genoemde termijn kan leveren of niet in staat is om de benoemde resultaten met Cliënt te behalen, koppelt de Aanbieder dit onverwijld

Wanneer u kiest voor het peuterprogramma, komt uw kind alleen tijdens het peuterprogramma naar Hoera.. Locaties voor peuterprogramma bij

De gemeente heeft de aanvraag wel ontvangen maar niet doorgestuurd naar de provincie omdat in het OLO de provincie al als bevoegd gezag stond aangemerkt.. Uw aanvraag dient conform

Om het programma VPT optimaal in te zetten binnen het onderwijs heeft het ministerie van BZK behoefte aan diepgaand inzicht in welke relaties in het netwerk van