• No results found

Umwertung aller Werte? Veranderende beeldvorming van Angela Merkel en François Hollande tijdens de vluchtelingencrisis (2015-2016)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Umwertung aller Werte? Veranderende beeldvorming van Angela Merkel en François Hollande tijdens de vluchtelingencrisis (2015-2016)"

Copied!
107
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Umwertung aller Werte?

Veranderende beeldvorming van Angela Merkel en François

Hollande tijdens de vluchtelingencrisis (2015-2016)

Masterscriptie Geschiedenis- Duitslandstudies (2018) Belegeider: dr. H. J. (Hanco) Jürgens

Tweede lezer: dr. K. (Krijn) Thijs

Jasmijn Van Raemdonck

(2)

Woord vooraf

Het was een heel avontuur: verhuizen van het rustige België naar het minder rustige– zeg maar hectische- Amsterdam. Niet alleen de taal was aanpassen maar ook de Amsterdamse levensstijl. Zélfs fietsen was niet meer evident. Ondanks de onverwachte cultuurschok, beleefde ik er een geweldig en leerrijk jaar in een prachtig decor.

De richting ‘Duitslandstudies’ aan de UvA bood de mogelijkheid om- binnen een goed omlijnd kader- telkens weer op zoek te gaan naar mijn eigen interesses. Op die manier genoot ik van de vrijheid om mezelf toe te leggen op een periode die mij persoonlijk het meest aanspreekt: het Duitsland na de val van de muur, het herenigde Duitsland, het Duitsland sinds ’89. Met het oog op een journalistieke carrière, koos ik ervoor mij te verdiepen in de hedendaagse ontwikkelingen binnen dit fascinerende land. Vandaar ook de overwogen keuze om mijn scriptie toe te passen op een actueel thema dat tot op vandaag het continent in de ban houdt: de vluchtelingencrisis.

Alvorens jullie mee te nemen in mijn onderzoek, wil ik graag verschillende mensen bedanken die de realisatie van deze scriptie mogelijk maakten. Allereerst en in het bijzonder bedank ik dr. Hanco Jürgens om mij de kans te geven me te verdiepen in dit onderwerp en om zijn bereidheid mij doorheen het hele parcours te begeleiden. Ik apprecieer vooral zijn enthousiasme, gedegen ondersteuning en waardevolle adviezen en inzichten. Zo heeft hij me geïnspireerd en bijgestaan om deze scriptie te maken tot wat hij nu is. Ook dr. Krijn Thijs wil ik mijn oprechte dank uitspreken omwille van zijn interesse in het onderwerp en zijn bereidheid om daarom als tweede lezer op te treden.

Tot slot gaat mijn dank uit naar alle mensen waarop ik tijdens mijn opleiding Duitslandstudies steeds kon rekenen, zowel op studievlak als daarbuiten. Ik denk hierbij aan de fijne collega’s uit de richting maar ook aan de vriendschappen daarbuiten die bijdroegen aan een mooie studietijd in Amsterdam, waar ik nog lang met een brede glimlach aan zal terugdenken. Tot slot wil ik in het bijzonder mijn ouders bedanken voor de kansen die ze me geboden hebben maar ook mijn broer en zus voor hun steun, aanmoediging en interesse. Dankzij hen heb ik dit parcours met succes kunnen afleggen.

Jasmijn Van Raemdonck juni 2018

(3)

Inhoud

Woord vooraf ... 1 Inleiding ... 3 1. Status quaestionis ... 3 2. Onderzoeksvoorstelling ... 9 3. Methodologie ... 12

Hoofdstuk 1: Aanslag op Charlie Hebdo (7 januari 2015) ... 15

1. La Marche Républicain ... 18 Hollande ... 18 Merkel ... 20 2. Crisisbeleid ... 26 Hollande ... 26 Merkel ... 30 3. Tussenbesluit ... 31

Hoofdstuk 2 : ‘Wir schaffen das’ (31 augustus 2015) ... 33

1. Binnenlandse ontwikkelingen: een interne strijd... 36

Hollande ... 36

Merkel ... 38

2. Het Europese toneel ... 45

Hollande ... 46

Merkel ... 48

3. Tussenbesluit ... 55

Hoofdstuk 3: Kölner Silvesternacht (31 december 2015- 1 januari 2016) ... 58

1. Immigratie- en integratiedebat ... 62 Merkel ... 62 Hollande ... 71 2. Europese verbrokkeling ... 72 Merkel ... 73 Hollande ... 77 3. Tussenbesluit ... 79 Conclusie ... 81 Bronnen... 86 Secundaire literatuur ... 101 Websites ... 106

(4)

Inleiding

De Deense professor Matthew Qvortrup betitelde de Duitse bondskanselier Angela Merkel in de biografie die hij in 2016 over haar schreef als ‘Europe’s most influential leader’.1 Amper een halve eeuw geleden was het nog ondenkbaar dat een politica tot machtigste persoon van Europa gekroond zou worden. Tot voor kort was de politieke wereld namelijk een bijna uitsluitend mannelijke omgeving. Vrouwen in politieke topfuncties zoals Margaret Thatcher in Groot-Brittannië, Édith Cresson in Frankrijk of Gro Harlem Brunlandt in Noorwegen waren in de laatste decennia van de 20e eeuw eerder uitzondering dan regel. Tot op heden blijven vrouwen in politieke topfuncties, ondanks de subtiele verschuivingen van de laatste jaren, wereldwijd ondervertegenwoordigd.2 Dat blijkt uit rapporten van de Europese

Commissie die in 2008 maar ook nog in 2017 wezen op het ‘glazen plafond voor vrouwen in topfuncties.’3

Het fenomeen van vrouwen met politieke macht wordt door de traditionele dichotomie tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht nog steeds als bijzonder of zelfs ongebruikelijk ervaren. Traditioneel worden mannen geassocieerd met de publieke sfeer, waartoe ook politiek behoort, en vrouwen met de privésfeer, zoals het huishouden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat deze houding, die zo sterk zit ingebakken in culturen wereldwijd, zijn weerslag heeft op de berichtgeving over vrouwelijke politici in de media. Maar ook omgekeerd spelen de media een belangrijke rol in de constructie en het in stand houden van genderpatronen.4

1. Status quaestionis

Het thema ‘gender’ bleef in de historiografie lange tijd onderbelicht. Pas met de tweede feministische golf, die deel uitmaakte van een bredere democratiseringsgolf in de jaren ‘60, groeide de aandacht voor de rol van vrouwen in de geschiedenis geleidelijk aan. Tot dan toe was de vrouw in de historiografie zelden als een volwaardige historische actor opgevoerd. Vrouwengeschiedenis evolueerde pas in de jaren ’70 en ’80 van de twintigste eeuw tot

Gender History waarin niet alleen naar vrouwen of vrouwelijkheid wordt gekeken, maar ook

man-vrouw relaties centraal staan. Hierdoor was er ook meer aandacht voor de positie van de

1 M. QVORTRUP, Angela Merkel : Europe’s most influential leader, Londen, 2016. 2

Binnenlands Bestuur, ‘Aantal vrouwen in politiek stagneert’.

3 ‘EU-rapport: nog steeds glazen plafond voor vrouwen in topfuncties’, European Commission: Press Release Databas; Knack, ‘Vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd in politiek leven in Europa’.

4

M. E. LEN-RÌOS e.a., ‘Representation of Women in News and Photos: Comparing Content to Perceptions’, Journal of Communication, 1 (2005), 152-168.

(5)

vrouw in de samenleving als geheel.5 Vanaf dan werd gender in het wetenschappelijk onderzoek beschouwd als de sociaal en cultureel bepaalde opvatting van het man-zijn en het vrouw-zijn. Wat als typisch mannelijk of vrouwelijk wordt beschouwd, is namelijk

afhankelijk van en veranderlijk naargelang de sociale en culturele context waarin men zich bevindt.6 Vanaf de jaren ‘90 nam binnen genderstudies meer specifiek de belangstelling voor de representatie van vrouwen in de media toe. Onderzoek naar de verbeelding van

vrouwelijke politici in zowel het geschreven als het visuele nieuws won aan populariteit die tot op vandaag aanhoudt. De invalshoek van waaruit dit onderwerp werd benaderd,

evolueerde naarmate de trends in het historiografisch onderzoek veranderden. Over de jaren heen kan een verschuiving worden waargenomen inzake de geografische focus van de studies en de conclusies.

Om te beginnen richtte het onderzoek zich in de jaren ’90 en de vroege jaren ‘2000 voornamelijk op de representatie van vrouwelijke politici in Amerikaanse en Canadese media. Deze studies baseerden zich zowel op gedrukte pers als politiek georiënteerde

televisieprogramma’s en trachtten met zowel kwantitatieve als kwalitatieve analyse de gevolgen van genderstereotype voorstellingen van vrouwelijke politici in de media te achterhalen.7 De algemene conclusie van deze studies is dat de media sterk gegenderd zijn. Onderzoekers als Gidengil en Everett maar ook Kahn en Goldenberg stelden vast dat het politieke nieuws vooral verteld werd vanuit een mannelijk narratief. Zo dragen de media volgens hen bij aan het versterken van het mannelijke karakter van de politiek. De eerste studies zagen dit als het bewijs dat vrouwelijke politici door de media worden achtergesteld. Later beweerden onderzoekers zoals Herrnson, Lay en Stokes dat gender niet per definitie een remmende factor hoeft te zijn voor vrouwelijke politici maar dat zij genderstereotypen in

5

S. O. ROSE, What is Gender History?, Cambridge, 2010. 6

L. VAN MOLLE, Huishoudens in Europa 1800-2000: convergenties en divergenties, Cursus, Katholieke Universiteit Leuven, onderzoekseenheid Geschiedenis, 2015, 156-171.

7 K. F. KAHN en E. N. GOLDENBERG, ‘Women Candidates in the News: An Examination of Gender

Differences in U.S. Senate Campaign Coverage’, Public Opinion Quarterly, 2 (1991), 180– 199; M. S. LEEPER, ‘The Impact of Prejudice on Female Candidates: An Experimental Look at Voter Inference’, American Politics Quarterly, 2 (1991), 248- 261; P. NORRIS red., Women, Media and Politics , Oxford, 1996; K.B. SMITH, ‘When All’s Fair: Signs of Parity in Media Coverage of Female Candidates’, Political Communication, 14 (1997), 71–82; E. GIDENGIL en J. EVERETT, ‘Metaphors and Misrepresentation: Gendered Mediation in News Coverage of the 1993 Canadian Leaders’ Debates’, Harvard International Journal of Press/Politics, 4 (1999), 48-65; E. GIDENGIL en J. EVERETT, ‘Filtering the Female: Television News Coverage of the 1993 Canadian Leaders’ Debates’, Women & Politics, 4 (2000), 105–131; E. GIDENGIL en J. EVERETT,

‘Conventional Coverage/Unconventional Politicians: Gender and Media Coverage of Canadian Leaders’ Debates, 1993, 1997, 2000, Canadian Journal of Political Science, 3 (2003), 559-577; E. GIDENGIL en J. EVERETT, ‘Talking Tough: Gender and Reported Speech in Campaign News Coverage’, Political

Communication, 3 (2003), 209-232; P. HERRNSON, J. C. LAY en A K. STOKES ‘Women Running as Women: Candidate Gender, Campaign Issues, and Voter-Target Strategies’, Journal of Politics, 1 (2003), 244- 255; LEN-RÌOS e.a., ‘Representation of Women in News and Photos’, 152-168.

(6)

politieke campagnes ook in hun voordeel kunnen uitspelen. Dat kunnen zij doen door zich bijvoorbeeld als erg competent voor te stellen voor ‘typisch vrouwelijke’- lees sociale- aangelegenheden zoals gezondheidszorg of onderwijs. De vraag of genderframes hierdoor worden gereproduceerd, wordt in deze studies buiten beschouwing gelaten.

Naarmate de jaren ‘2000 vorderden, nam de interesse voor dit onderwerp in het wetenschappelijk onderzoek alleen maar toe. Een indicatie hiervan was de oprichting van het academische tijdschrift Feminist Media Studies in 2001 dat zich buigt over representaties van gender maar evenzeer van ras, seksualiteit, invaliditeit en klasse in de hedendaagse media.8 Het ontstaan van dit tijdschrift gaf het onderzoek naar gegenderde beeldvorming in de media een extra duw in de rug. Het zwaartepunt in het academisch onderzoek verschoof omstreeks 2002 van Amerika naar Europa. Deze studies weerspiegelden gelijkaardige conclusies als die uit de Verenigde Staten en Canada. Onderzoekers zoals Dulong en Matonti, Bonnafous en Sourd stelden vast dat vrouwelijke politici in Europese media vooral als vrouw en niet als politica worden voorgesteld.9

De stereotype voorstellingen kwamen vooral voor in de Franse media. Vrouwelijke politici werden in de berichtgeving geassocieerd met ‘typisch vrouwelijke’ kwaliteiten.10 Semetko en Boomgaarden, Schulz en Zeh, Scholz maar ook Pfannes zagen er echter geen graten in dat genderframes op die manier werden ontwikkeld. De traditionele rollenverdeling volgend, stellen zij vast dat vrouwen op specifieke domeinen in de politiek, zoals bijvoorbeeld het sociale, zelfs competenter zijn dan hun mannelijke collega’s. Het vrouw-zijn speelt hen aldus de onderzoekers daarom niet in het na-, maar wel in het voordeel.11 Bovendien menen zij dat dit vrouwbeeld in de media zelfs in de hand gewerkt wordt door de vrouwelijke politici zelf die hun genderspecifieke kwaliteiten expliciet zouden uitspelen. Ook de onderzoekers die zich later toelegden op genderstereotype berichtgeving in andere (West-)Europese media relativeerden de problematiek van de voortzetting van traditionele geslachtsbeelden door kranten en televisie. Genderframes zouden volgens hen nog voorkomen in de Europese media

8 Feminist Media Studies, 1 (2001)-…

9 D. DULONG en F. MATONTI, ‘L’indispensable féminité. La mise en récit des femmes en campagne. La mobilisation électorale municipale : permanences et mutations’, HAL. Archives Ouvertes, 2002, 1-25 ; S. BONNAFOUS, ‘‹‹Femme politique›› : Une question de genre ?’, Reseaux, 4 (2003), 119-145; C. SOURD, ‘Femmes où politiques ? La représentation des candidates aux élections françaises de 2002 dans la presse hebdomadaire’, Mots. Les langages du politique, 2 (2005), 65-78.

10 DULONG en MATONTI, ‘L’indispensable féminité.’

11 SEMETKO en BOOMGAARDEN, ‘Reporting Germany's 2005 Bundestag Election Campaign’, 154-171; SEMETKO en BOOMGAARDEN, ‘Duell Mann gegen Frau?!’, 171-196; W. SCHULZ en R. ZEH, ‘Die Kampagne im Fernsehen. Agens und Indikator des Wandels. Ein Vergleich der Kandidatendarstellung’, C. HOLTZ-BACHA red., Die Massenmedien im Wahlkampf. Die Bundestagwahl 2005, Berlijn, 2007, 277-305’, 277-305; PFANNES, ‘Powerfrau’, ‘Quotenfrau’, ‘Ausnahmefrau’; SCHOLZ red., ‹‹Kann die das?››, Berlijn, 2007.

(7)

maar zouden niet in het nadeel werken van de vrouwelijke politici.12 Gnändiger, Rail,

Leidenberger, Koch en Holtz-Bacha beklemtonen bovendien de geleidelijke verandering in de berichtgeving over vrouwelijke politici waarbij traditionele geslachtsconstructies steeds minder aan bod kwamen.13 Zij stelden zoals Raab een geleidelijke afzwakking van de stereotype tweestrijd tussen mannen en vrouwen vast in (West-)Europese kranten en televisie.14

Sinds 2009 laten steeds meer kritische stemmen zich horen over genderframes, voortgebracht door de media. Onderzoekers zoals onder meer Rötter, Lünenborg en Absolu die zich toelegden op genderstereotypen in verschillende Europese media stelden de

conclusies van eerdere onderzoeken aan de kaak.15 Volgens hen is er geen terugval in de mate van genderstereotypering maar gebeurt die tegenwoordig gewoon op een veel subtielere manier. Vrouwelijke politici worden niet per se in een negatiever daglicht geplaatst dan hun mannelijke collega’s maar zij worden in de media wel voortdurend afgemeten tegen een

12

SEMETKO en BOOMGAARDEN, ‘Reporting Germany's 2005 Bundestag Election Campaign’, 154-171; SEMETKO en BOOMGAARDEN, ‘Duell Mann gegen Frau?! Geschlechterrollen und Kanzlerkandidaten in der Wahlkampfberichterstattung’, F. BRETTSCHNEIDER e.a. red., Die Bundeswahl 2005. Analyse des

Wahlkampfes und der Wahlergebnisse, Wiesbaden, 2007, 171-196; SCHULZ en ZEH, ‘Die Kampagne im Fernsehen; S. SCHOLZ red., ‹‹Kann die das?›› Angela Merkels Kampf um die macht. Geschlechterbilder und Geschlechterpolitiken im Bundestagswahlkampf 2005, Berlijn, 2007; PFANNES, ‘Powerfrau’, ‘Quotenfrau’, ‘Ausnahmefrau’?’

13

C. GNÄNDIGER, Politikerinnen in deutschen Printmedien. Vorurteile und Klischees in der Berichterstattung, Saarbrücken, 2007; T. KOCH en C. HOLTZ-BACHA, ‘Der Merkel-Faktor. Die Berichterstattung der

Printmedien über Merkel und Schröder im Bundestagswahlkampf 2005’, C. HOLTZ-BACHA red., Frauen, Politik und Medien, Wiesbaden, 2008, 49-71; M. RAIL, Die K-Frage in der Union. Die Darstellung von Angela Merkel und Edmund Stoiber in der überregionalen Tagespresse, Uitgegeven Masterscriptie, Friedrich-Alexander Universität, Subfaculteit economische- en sociale wetenschappen, 2003; J. LEIDENBERGER en T. KOCH, ‘“Bambi und der böse Wolf”. Ségolène Royal und der französische Präsidentschaftswahlkampf in der deutschen und französischen Presse’, C. HOLTZ-BACHA red., Frauen, Politik und Medien, Wiesbaden, 2008, 122-150. 14 T. KOCH, ‘Immer nur die Frisur? Angela Merkel in den Medien’, C. HOLTZ-BACHA en N. KÖNIG-REILING red., Warum nicht gleich? Wie die Medien mit Frauen in der Politik umgehen, Wiesbaden, 2007, 146-166; U. RAAB, Analyse der Presseberichterstattung über Angela Merkel in den ersten 100 Tagen nach

Ernennung zur Bundeskanzlerin, Onuitgegeven Masterscriptie, Friedrich-Alexander-Universität, Subfaculteit economische en sociale wetenschappen, 2007.

15

Y. RÖTTER, Die Kanzlerin. Ein “echter” Staatsmann?!: Rollenerwartungen im Konflikt, Uitgegeven Masterscriptie, Helmut Schmidt Universität, Subfaculteit Sociologie, 2013; C. ADCOCK, ‘The Politician, The Wife, The Citizen, and her Newspaper Rethinking women, democracy, and media(ted) representation’, Feminist Media Studies, 2 (2010), 135-159; M. INSENGA, ‘An analysis of the representation of female members of the United Kingdom parliament in the British press’, European Scientific Journal, 2 (2014), 182-191; S. MAVIN, ‘Gender Stereotypes and Assumptions: Popular Culture Constructions of Women Leaders’, Conference paper presented to the 10th International Conference, HRD Development Research and Practice Across Europe, HRD: Complexity and Imperfection in Practice, Newcastle Business School, Northumbria University, UK 10-12th June 2009; B. ŽIKIĆ, ‘Gendered representations in Slovenian and Serbian Media Discourse’, CAS Sofia Woeking Paper Series, 2 (2009), 3-20; E. IBROSCHEVA, ‘Reporting Germany's 2005 Bundestag Election Campaign: Was Gender an Issue?’, Politics and Culture; N. MATAMOROS, ‘Visual Representation of Women in Politics: An Intercultural Perspective’, Observatorio Journal, 4 (2010), 325-344; N. FERNANDEZ-GARCIA, ‘Framing gender and women politicians representation: print media coverage of Spanish women ministers’, C.

CERQUEIRA e.a. red., Gender in focus: (new) trends in media, Minho, 2016, 141-160; V. G. H. HOOFT, Van lelijk eendje tot politica van internationale allure. De beeldvorming over Merkels leiderschap in de Nederlandse dagbladpers, Onuitgegeven masterscriptie, Universiteit van Amsterdam, Subfaculteit Geesteswetenschappen, 2013.

(8)

mannelijke maatstaf die als norm wordt opgevoerd.16 Een vrouw wordt volgens Coulomb-Gully en Olivesi met andere woorden als een goede politica gezien als zij over mannelijke eigenschappen beschikt.17 De algemene conclusie uit deze studies is dat de media- ondanks het steeds groter wordende aantal vrouwelijke journalisten- met hun overwegend mannelijk discours genderstereotypen voortbrengen en versterken. Dit wordt voortaan wel als

problematisch ervaren aangezien de politiek nog steeds als een mannelijk domein wordt gepercipieerd. Vrouwen worden volgens Magin en Stark niet als volwaardige politici geportretteerd waardoor hun competentie in het veld ter discussie wordt gesteld.18 Kortom wijzen deze onderzoeken er vooral op dat vrouwelijke politici op basis van gender benadeeld worden. Dit besluit draagt een negatievere boodschap uit dan de studies uit de jaren ’90 en vroege jaren ‘2000 die beweerden dat gender ook in het voordeel van vrouwen kon zijn. Het wetenschappelijk onderzoek negeert de problematiek niet meer maar voert de conclusies voortaan op als pleidooi tegen de reproductie van genderstereotypen via de media.

De laatste jaren diversifiëren deze studies zich steeds verder. Naast Amerika en Europa komen voortaan ook andere werelddelen aan bod in het onderzoek naar gegenderde media. Een duidelijke afspiegeling van deze geografisch verruimde blik, is de publicatie van de bundel Challenging Images of Women in the Media: Reinventing Women’s Lives in 2012. Hierin poogden de redacteurs de blik te verruimen naar een mondiaal perspectief. Deze bundel werpt licht op genderstereotypen in de media in de Verenigde Staten, Japan, Pakistan, Australië, India, China, Bulgarije,… Een andere studie richtte zich op de eenentwintigste-eeuwse representatie van vrouwelijke politici in Turkse kranten.19 Kortom: de focus werd de laatste jaren sterk verruimd in vergelijking met eerder onderzoek naar uitsluitend westerse media.20 Deze studies reflecteren dezelfde conclusie als de meest recente onderzoeken naar Europese media, namelijk dat genderframes nadelig zijn voor vrouwen met politieke ambitie.

16 M. LÜNENBORG en J. RÖSER red., Ungleich mächtig. Das Gendering von Führungspersonen aus Politik, Wirtschaft und Wissenschaft in der Medienkommunikation, Bielefeld, 2012; M. LÜNENBORG en T. MAIER, ‘‘Power Politician’ or ‘Fighting Bureaucrat’ : gender and power in German Political Coverage’, Media, Culture and Society, 2 (2015), 180-196; F. ABSOLU, Les femmes politiques dans la presse: mythèmes, biographèmes et archétype : les représentations genrées de Ségolène Royal et Angela Merkel dans la presse française et

allemande pendant leurs campagnes électorales, Würzburg, 2014 ; P. LEROUX en C. SOURD, ‘Des femmes en représentation. Le politique et le féminin dans la presse’, Questions de Communication, 7 (2012), 73-86. 17 M. COULOMB-GULLY, Présidentielle 2007. Médias, genre et politique, Mots. Les langages du politique, 2 (2009), 5-11 ; A. OLIVESI, ‘La parole profane dans les médias ou les ambigüités du discours sur le genre’, Mots. Les langages du politique, 2 (2009), 65-81.

18 M. MAGIN en B. STARK, ‘Mediale Geschlechterstereotype. Eine ländervergleichende Untersuchung von Tageszeitungen’, Publizistik, 4 (2010), 383–404.

19 C. ÖZTOSUN, Representation of Women Politicians in the Turkish Media, Onuitgegeven Masterscriptie, Eastern Mediterranean University, Subfaculteit Communication in Media Studies, 2013.

20

T. CARILLI en J. CAMPBELL red., Challenging Images of Women in the Media: Reinventing Women’s Lives, Lanham, 2012.

(9)

In het onderzoek naar gender, politiek en media bleef ook Duitsland niet buiten beschouwing. Dergelijke studies namen toe in de aanloop naar en sinds de verkiezing van Angela Merkel tot bondskanselier. Haar aantreden als eerste vrouwelijke kanselier was op zijn minst opmerkelijk te noemen, zeker als men het mannelijke karakter van de politieke Duitse cultuur in acht neemt. Wanneer de belangrijkste politieke positie in Duitsland in 2005 plots door een vrouw werd bezet, kwam de relatie tussen gender en macht er automatisch

prominenter op de voorgrond terecht.21 Om deze reden is het erg interessant en bovendien relevant om na te gaan hoe een vrouw, die plots de hoogste politieke functie in Duitsland bekleedde, wordt gepresenteerd door de media. Verschillende onderzoekers zoals onder meer Koch en Holtz-Bacha, Semetko en Boomgaarden en Schulz en Zeh stellen de beeldvorming van beide kanselierskandidaten, Merkel en Schröder, tijdens de Bondsdagverkiezingen van 2005 in de Duitse media naast elkaar.22 Deze studies vergelijken voorstellingen van beide kandidaten in televisiedebatten en in de gedrukte pers met een specifieke focus op

genderframes. Vergelijkbaar onderzoek richtte zich later ook op de Bondsdagverkiezingen van 2009 en 2013 met respectievelijk de vergelijking tussen Merkel en Steinmeier en tussen Merkel en Steinbrück als centrale focus.23 Parallel met de conclusies uit de hierboven beschreven onderzoeken, stelden de studies voor 2009 vast dat de genderstereotype voorstellingen niet in het nadeel van Merkel uitpakten en dat de genderkloof in de

berichtgeving geleidelijk kleiner werd. Sinds 2009 onderstrepen steeds meer onderzoekers de problematiek van de genderspecifieke berichtgeving in de Duitse media. Ook zij stellen vast dat vrouwelijke politici nog altijd niet als de norm worden beschouwd en dat zij nog steeds worden beoordeeld aan de hand van een mannelijke maatstaf. Met deze studies trekken

21 M. THOMPSON, ‘The Making of chancellor Merkel’, German Politics, 1 (2006), 99-110.

22 KOCH en HOLTZ-BACHA, ‘Der Merkel-Faktor’, 49-71, KOCH, ‘Immer nur die Frisur?’, 146-166,

SEMETKO en BOOMGAARDEN, ‘Duell Mann gegen Frau?!’, 171-196, SCHULZ en ZEH, ‘Die Kampagne im Fernsehen.’, 277-305; SCHOLZ red., ‹‹Kann die das?››, Berlijn, 2007; J. EITNET, Macht macht männlich? Das Bild von Angela Merkel und Gerhard Schröder in der deutschen Tagespresse, Marburg, 2007; A.

FREUDENSTEIN, Die Machtphysikerin gegen den Medienkanzler: der Gender-Aspekt in der

Wahlkampfberichterstattung über Angela Merkel und Gerhard Schröder, Frankfurt am Main, 2010; C. HOLTZ-BACHA. red., Die Massenmedien im Wahlkampf. Die Bundestagswahl 2005, Berlijn, 2006; B. WESTLE en I. BIEBER, ‘Wahlkampf der Geschlechter? Inhaltsanalyse von Printmedien im Bundestagswahlkampf 2005’, S. KÜHNEL e.a. red., Wähler in Deutschland. Sozialer und politischer Wandel, Gender und Wahlverhalten, Berlijn, 2009, 217-247; L. M. KUTCH, ‘Angela Merkel has more to offer: satirical images of Germany’s first female chancellor’, T. CARILLI en J. CAMPBELL red., Challenging Images of Women in the Media: Reinventing Women’s Lives, Lanham, 2012, 133-144.

23 C. HOLTZ-BACHA red., Die Massenmedien im Wahlkampf. Die Bundestagswahl 2009, Berlijn, 2010; W. SCHULZ, en R. ZEH ‘Die Protagonisten in der Fernseharena. Merkel und Steinmeier in der Berichterstattung über den Wahlkampf 2009’, C. HOLTZ-BACHA red., Die Massenmedien im Wahlkampf. Das Wahljahr 2009, Berlijn, 2010, 313-338; S. MERKLE, ‘Personalisierung und genderspezifische Berichterstattung im

Bundestagswahlkampf 2013. “Ausnahmefall” Angela Merkel oder typisch Frau’, C. HOLTZ-BACHA red., Die Massenmedien im Wahlkampf. Die Bundestagswahl 2013, Berlijn, 2015, 217-247 ; C. HOLTZ-BACHA red., Die Massenmedien im Wahlkampf. Die Bundestagswahl 2013, Berlijn, 2015.

(10)

onderzoekers aan de alarmbel: zij menen dat genderstereotypen en genderframes in de samenleving zullen blijven bestaan zolang het journalistieke discours niet verandert.

2. Onderzoeksvoorstelling

De studies naar de representatie van Merkel in de Duitse pers overbruggen de periode tussen 2005 en 2013. De periode na 2013 bleef tot nu toe buiten beschouwing, zo ook de recente vluchtelingencrisis waar de bondskanselier een vooraanstaande rol in speelde. Een vergrote aandacht voor de representatie van Merkel in de media tijdens deze crisis in 2015-2016 is nochtans betekenisvol om vier redenen. Om te beginnen is het relevant om de representatie van Merkel tijdens de vluchtelingencrisis als casus te onderzoeken omwille van haar positie als machtigste politica van Europa. Vrouwen worden nu, anders dan vroeger, wél toegelaten tot politieke topfuncties maar de vraag blijft of dat besef ook volledig is doorgedrongen in het beeld dat de samenleving heeft van vrouwelijke politici. Gezien de enorme internationale aandacht voor Merkel in de tijdspanne 2015-2016 is deze periode ideaal om de beeldvorming van de bondskanselier nader te bestuderen. Die uitgebreide media-aandacht is te wijten aan haar controversiële opstelling in de vluchtelingencrisis, met name sinds de speech die ze eind augustus 2015 hield en waarin ze de nu al historische woorden ‘Wir schaffen das’ sprak. Tegen de Europese stroom in, besloot Angela Merkel haar land open te stellen voor

vluchtelingen in nood. Ten derde laat dergelijk onderzoek met de focus op de periode 2015-2016 toe om aan te tonen of en hoe de gegenderde beeldvorming van Merkel is geëvolueerd in vergelijking met de resultaten uit eerder onderzoek dat zich overwegend focuste op de eerste jaren van Merkels kanselierschap. Tot slot blijft onderzoek naar gender in de media uiterst relevant zolang mannen en hun traditioneel bijbehorende eigenschappen de norm blijven in de politiek. Dergelijke studies zijn nodig om het besef in de samenleving aan te wakkeren over het dominante mannelijke karakter van de politiek én de journalistiek.

Om inzicht te scheppen in de hedendaagse man-vrouw verhoudingen zal deze

masterscriptie de genderstereotypen en –vooroordelen in de gemediatiseerde voorstelling van de Duitse kanselier Angela Merkel en haar Franse tegenspeler François Hollande tijdens de vluchtelingencrisis in 2015 en 2016 met elkaar vergelijken. Genderonderzoek heeft als doel de man-vrouw verhoudingen onder de loep te nemen en daarom is een vergelijking van beide casussen boeiend. De media spelen een belangrijke rol in het reproduceren en verspreiden van

(11)

vrouwen- en mannenbeelden in de samenleving en bieden tegelijk inzicht in de alledaagse omgang met genderstereotypen en vooroordelen binnen een specifieke cultuur.

De vergelijking van precies de Franse met de Duitse casus is interessant omwille van het frappante onderscheid tussen beide landen op verschillende vlakken. Om te beginnen kennen Frankrijk en Duitsland, ondanks de nauwe samenwerking, een opvallend

verschillende politieke cultuur.24 Volgens Luuk van Middelaar wordt de Franse politiek vooral voortgedreven door gebeurtenissen, momenten bij uitstek waarop de president zich kan bewijzen als leider. In tegenstelling tot Frankrijk, zijn het in Duitsland niet de uitzonderingen, maar juist de regels die de politiek naar behoren doen functioneren.25 Verder is de

vergelijking van Merkel en Hollande relevant omwille van de huidige positie van Duitsland en Frankrijk in Europa. Duitsland enerzijds is een land dat de laatste jaren zijn macht op het continent heeft zien toenemen onder leiding van een sterke vrouw. Frankrijk anderzijds was ooit een toonaangevende macht in Europa maar is die vooraanstaande positie in de laatste decennia steeds meer kwijtgespeeld. In de vluchtelingencrisis stond het land onder leiding van een weinig populaire mannelijke leider in de schaduw van de grote Duitse buur. Tot slot doet het ertoe de Duitse casus met de Franse te vergelijken, gezien het machogehalte van de Franse politiek. Duitsland ervoer bij het uitbreken van de vluchtelingencrisis al tien jaar vrouwelijk leiderschap. Frankrijk daarentegen heeft tot op vandaag nog geen vrouw in het hoogste politieke ambt gekend. Ondanks verschillende vrouwen in politieke topfuncties kampt Frankrijk nog steeds met een sterke machocultuur in de politiek. In 2016 nog stelden verschillende Franse vrouwelijke journalisten en politici het seksisme in de Franse politiek aan de kaak via een open brief in de wekelijkse krant Le Journal Du Dimanche.26 De

spanning tussen verschillende politieke culturen in beide landen maakt van deze vergelijking een boeiende case.

Om de Duitse en de Franse beeldvorming van Merkel en Hollande tijdens de

vluchtelingencrisis te vergelijken, wordt gebruik gemaakt van Duitse en Franse gedrukte pers. Daarin wordt veel over elkaar bericht omwille van de positie van Frankrijk als de rechterhand van Duitsland in Europa. Uit die kranten worden niet alleen geschreven artikelen maar ook beelden geanalyseerd. Praatprogramma’s, televisiedebatten of het televisiejournaal blijven om praktische redenen buiten beschouwing. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de manieren waarop wordt bericht over Merkel en Hollande zullen kranten van verschillende

24 L. VAN MIDDELAAR, ‘Duitsland-Frankrijk in Europa: een blijvend onbegrip’, H. JÜRGENS en T. NIJHUIS red., De vleugels van de adelaar. Duitse kwesties in Europees perspectief, Amsterdam, 2017, 142. 25

Idem, 141-143.

(12)

politieke strekkingen worden geanalyseerd. Dit wil zeggen dat zowel aan Franse als aan Duitse zijde gebruik zal worden gemaakt van centrumrechtse, eerder conservatieve en centrumlinkse, eerder liberale kranten. Concreet wordt de Duitse beeldvorming aan centrumlinkse zijde belicht aan de hand van het weekblad Der Spiegel. De centrumrechtse zijde komt aan bod via het dagblad Die Welt. Centrumlinks georiënteerde Franse artikelen zijn afkomstig uit het dagblad Le Monde. De centrumrechtse beeldvorming wordt nagegaan in het dagblad Le Figaro.

De aantallen mensen die hun geboorteland verlieten op zoek naar een veiliger leven in Europa, vlogen vanaf 2015 de pan uit. De vluchtelingenstroom die al in 2014 op gang kwam werd daarom vanaf toen ook echt beschouwd als een crisis, met alle gevolgen van dien. Om die reden wordt januari 2015 gehanteerd als het beginpunt van dit onderzoek, dat zich focust op het tijdperk waarin de crisis zich afspeelt. Aangezien het praktisch niet efficiënt zou zijn om de zes geselecteerde kranten over een tijdspanne van twee jaar te doorzoeken, zal het bronnenaantal worden ingeperkt door drie gebeurtenissen in de periode 2015-2016 uit te lichten naar aanleiding waarvan Merkel en Hollande het gespreksonderwerp werden in de internationale media. Allereerst zal de berichtgeving worden bestudeerd in de eerste maand na de aanslag op Charlie Hebdo op 7 januari 2015 in Parijs. Hollande trad onmiddellijk op als president-crisismanager. De Duitse bondskanselier betuigde meteen haar steun aan de Fransen en liep enkele dagen na de gebeurtenis mee in de ‘Mars voor de Republiek’ in Parijs. Een tweede frappante gebeurtenis was de ondertussen befaamde ‘Wir schaffen das’-speech van de Duitse bondskanselier, gehouden op 30 augustus 2015. In de weken hierop nam de

bondskanselier nog verschillende beslissingen die druk besproken werden in de internationale pers. Amper een week na haar speech zette Merkel, samen met haar Oostenrijkse collega Werner Faymann, de grenzen open voor de vluchtelingen die vast zaten in Boedapest. Later die maand voerde ze onder politieke druk opnieuw grenscontroles in. François Hollande schaarde zich voorzichtig achter de visie van de kanselier en besloot ook in zijn land vluchtelingen toe te laten. Omwille van deze gebeurtenissen zullen de Franse en Duitse kranten uit september 2015 worden bestudeerd. Tot slot zal de beeldvorming van Merkel en Hollande in het kader van de gebeurtenissen tijdens de Silvesternacht in Keulen onder de loep genomen worden. Meer dan duizend vrouwen werden in de Duitse stad op oudejaarsavond lastig gevallen, beroofd en aangerand. Naar aanleiding daarvan kwam Merkels

vluchtelingenbeleid onder druk te staan omdat ooggetuigen verklaarden dat de daders ‘van Noord-Afrikaanse en Arabische origine’ zouden zijn geweest. Deze gebeurtenis ijlde in de

(13)

internationale pers na doorheen de eerste maand van het nieuwe jaar. Daarom zullen artikelen uit januari 2016 als bronnenmateriaal voor deze case worden gebruikt.

De primaire bronnen over deze gebeurtenissen moeten bijdragen tot een antwoord op de vraag hoe Franse en Duitse kranten berichten over Angela Merkel en François Hollande tijdens de vluchtelingencrisis. De focus ligt specifiek op gegenderde representaties en man-vrouw verhoudingen in het journalistieke discours. Hoe wordt de man-vrouwelijke bondskanselier gerepresenteerd? En zijn er frappante verschillen vast te stellen met de beeldvorming van de mannelijke president? Zo moet deze studie achterhalen of de mannelijke norm nog altijd toonaangevend is in artikelen en beelden over politiek. Zijn vrouwen in de politiek ondertussen ‘normaal’ of worden zij nog altijd afgemeten tegen een mannelijke maatstaf? Plaatsen de Franse en Duitse journalisten de traditionele genderstereotypen op de helling of zorgen zij voor de instandhouding ervan? Wat kan daaruit worden afgeleid over de

genderhiërarchie in de samenleving? En tot slot: kunnen verschillen worden vastgesteld tussen Franse en Duitse media? Wat vertelt dat over de nationale opvattingen van gender?

3. Methodologie

Om deze vragen te beantwoorden zullen de zes geselecteerde Duitse en Franse kranten worden onderworpen aan een kwalitatief onderzoek. Een kwantitatieve analyse van het bronnenmateriaal blijft achterwege. Het is niet de bedoeling om te onderzoeken hoe vaak Merkel of Hollande in de Duitse en Franse media verschijnen maar wel de manier waarop. Meer bepaald zal op de artikelen een discoursanalyse worden uitgevoerd en worden de afbeeldingen onderworpen aan een beeldanalyse. Die moeten blootleggen welk discours dominant was in de Franse en Duitse kranten tijdens de vluchtelingencrisis van 2015-2016. De bedoeling van een discoursanalyse is volgens Reiner Keller ‘to emphasize that in the practical use of signs, meanings of phenomena are socially constructed and these phenomena are thereby constituted in their social reality.’27

De genderconstructies worden met andere woorden vormgegeven binnen en bepaald door een sociale realiteit. Genderframes en – stereotypen vertellen dus meer over de context waarbinnen ze tot stand komen.

Genderconstructies kunnen daarom verduidelijken welke plaats aan mannen en vrouwen wordt toegekend in de politieke en de journalistieke wereld. Domineert in deze werelden nog steeds een mannelijk discours die de sociale realiteit vormgeeft? Of is er een verandering vast te stellen?

(14)

Meer concreet wordt onderzocht hoe genderconstructies tot stand komen in de

artikelen en afbeeldingen. In de artikelen wordt de terminologie geanalyseerd die de Franse en Duitse journalisten gebruiken om Merkel en Hollande te omschrijven met in het bijzonder aandacht voor impliciete connotaties die meer vertellen over het dominante achterliggende discours. Hetzelfde geldt voor de afbeeldingen: ook zij worden gescand op impliciete connotaties die achter bepaalde beelden schuilgaan. Om de discours- en beeldanalyse een duidelijke richting te geven, worden drie facetten onder de loep genomen. Ten eerste wordt onderzocht hoe de journalisten berichten over het uiterlijk van beide leiders. Brengen zij dit ter sprake en zo ja, hoe doen ze dat? Hoe rapporteren ze over fysieke eigenschappen, kleding, houding uitstraling, etc.? Ten tweede worden de persoonlijke beschrijvingen van Merkel en Hollande geanalyseerd. De focus ligt hierbij op omschrijvingen van hun karakter,

persoonlijkheid, kwaliteiten, capaciteiten, …maar ook de aanspreekvormen waarmee

journalisten naar hen verwijzen. Tot slot ligt de focus op genderframes. Dit wil zeggen dat er wordt gezocht naar beschrijvingen van traditionele rollenverdelingen en -verwachtingen. Hierbij gaat de aandacht uit naar genderstereotypen en clichés. Aangezien gegenderde

berichtgeving niet los te koppelen is van de verslaggeving over de vluchtelingencrisis, worden beide aspecten in de analyse opgenomen. Het gaat er namelijk om hoe Merkel en Hollande worden gerepresenteerd in precies deze crisis. De verslaggeving over de crisis en de gegenderde beeldvorming van de leiders worden daarom met elkaar in verband gebracht. Welke rol krijgen zij door de media toebedeeld in deze crisis en wordt die rol in verband gebracht met hun geslacht?

De vergelijking van de beeldvorming van Merkel en Hollande in de Duitse en Franse pers, met aandacht voor genderaspecten, moet de –al dan niet bestaande- nationale verschillen blootleggen in de journalistieke omgang met vrouwen en mannen in politieke topfuncties en op die manier de lezer bewust maken van de kracht en impact van de media op

genderstereotypen in de samenleving. ‘National cultures differ with respect to single attributes of masculinity and femininity as well as to the degree of stereotyping.’28 Zo verwoordden Magin en Stark in hun vergelijkend onderzoek van genderstereotypen in Duitse, Oostenrijkse en Zwitserse media dat de manier waarop een samenleving omgaat met mannelijk- en

vrouwelijkheid verschilt naargelang de nationale context. Toch zal deze scriptie verder gaan dan het louter vergelijken van nationale culturen.

Bij de vergelijking van Franse en Duitse berichtgeving moet er rekening worden gehouden met het onderscheid tussen Innen- en Auβenansicht. De manier waarop Franse

(15)

kranten berichten over de Duitse bondskanselier of Duitse kranten over de Franse president zal ongetwijfeld verschillen van de berichtgeving van binnenuit. Dat is allereerst te wijten aan voorkennis van het doelpubliek over de politiek en gebeurtenissen in het andere land.

Daarnaast berichtten Franse en Duitse kranten anders over de gebeurtenissen tijdens 2015-2016 gezien de nationale verschillen in politieke omgang met crises, zoals van Middelaar beschreef.29 Beide landen ondervinden bovendien een andere ‘sociale realiteit’, zoals Keller het benoemde, van waaruit zij hun berichten vormgeven.30 Ook kijken buitenlandse kranten door een bril die meer voor de hand liggende kaders in de verf zet, terwijl in binnenlandse kranten meer ruimte is voor nuance en aspecten die minder evident zijn. Kortom:

verschillende landen schrijven vanuit verschillende perspectieven of zoals Nina Lange het in haar masterscriptie verwoordt: ‘ruimtelijke kaders.’31 Voortbouwend op Langes argumentatie moet wel rekening worden gehouden met de transnationale uitwisseling tussen Franse en Duitse kranten. Vandaag de dag kan niet meer eenvoudigweg worden gesproken over

losstaande nationale culturen. Een vergelijking met als doel louter de nationale verschillen of overeenkomsten bloot te leggen zou daarom te kort doen aan de hedendaagse realiteit.

Onderlinge uitwisseling en beïnvloeding is niet weg te denken in een geglobaliseerde wereld. Het is daarom, zoals Lange poneert, niet alleen interessant om beeldvorming van- in dit geval- Merkel en Hollande te onderzoeken maar ook om te achterhalen welke impact Duitse en Franse kranten hebben op elkaars berichtgeving in de vluchtelingencrisis. Hoe beïnvloeden zij elkaar? Hiervoor zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan passages waarin Duitse en Franse kranten naar elkaar verwijzen.

Deze masterscriptie zal worden opgebouwd aan de hand van drie chronologisch opeenvolgende hoofdstukken. Achtereenvolgend zullen de drie geselecteerde casestudies worden behandeld. In het eerste hoofdstuk staat de aanslag op de redactie van het satirische Franse weekblad Charlie Hebdo op 7 januari 2015 centraal. Hoofdstuk twee belicht de maand september van het jaar 2015 waarin verschillende beslissingen van de Duitse bondskanselier in de nasleep van de ‘Wir schaffen das’-speech hevig bediscussieerd werden. Tot slot komen ook de gebeurtenissen tijdens de Silvesternacht in Keulen aan bod in hoofdstuk drie. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een tussenbesluit dat opbouwt naar een algemene conclusie in het laatste hoofdstuk.

29

VAN MIDDELAAR, ‘Duitsland-Frankrijk in Europa’, 141-142. 30 KELLER, Doing Discourse Research, 3.

31 N. LANGE, Niederlande, Jahre voraus? Een vervlochten geschiedenis over de betekenis van Nederland in het Duitse immigratie- en integratiedebat (2002-2010), Onuitgegeven Masterscriptie, Universiteit van Amsterdam, Subfaculteit Geesteswetenschappen, 2012, 9.

(16)

Hoofdstuk 1: Aanslag op Charlie Hebdo (7 januari 2015)

Het jaar was nauwelijks uit de startblokken of het noodlot sloeg al toe in de Franse hoofdstad. Op 7 januari 2015 stormden de gebroeders Chérif en Saïd Couachi de redactie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo binnen en schoten er twaalf mensen dood. De aanslag werd opgeëist door de terreurbeweging Al Quaeda en was heel gericht: het Franse weekblad spotte met hun profeet Mohammed. In de nasleep van deze aanslag vielen nog vijf

slachtoffers. Een kennis van de gebroeders Couachi, Amedy Coulibaly, schoot op straat een politieagente neer en gijzelde de aanwezigen in een joodse supermarkt. Dit deed hij als reactie op de politieactie waarbij Chérif en Saïd Couachi om het leven kwamen maar ook op de Franse aanvallen tegen Islamitische Staat.

Op de aanslag werd niet alleen in Frankrijk maar in heel Europa gereageerd met grote afkeer. Kanselier Merkel betuigde direct haar steun aan het Franse volk. Crises zoals deze worden volgens Luuk van Middelaar in beide landen op een verschillende manier beteugeld. Terwijl een crisis in Duitsland vooral als iets destabiliserend wordt ervaren, is dit voor de Franse president juist het uitgelezen moment om zich als leider te bewijzen.32 ‘De pers maakt er een collectief moment van, een nieuwe bladzijde in de roman de la nation,’ aldus van Middelaar.

De waarde van een president wordt in Frankrijk afgeleid van zijn vermogen om op dergelijke gebeurtenissen te kunnen inspelen. In Duitsland daarentegen worden zij beteugeld door vaste regels te volgen. De focus ligt er dan ook minder op het persoonlijke optreden van de kanselier. Dit hoofdstuk zal zich daarom focussen op het leiderschap van Merkel en Hollande en meer bepaald op hoe de Franse en Duitse media hierop ingaan. Zo wordt onderzocht of van Middelaars theorie opgaat na Charlie Hebdo. In het verlengde daarvan besteed ik aandacht aan de plaats die gender inneemt in het Duitse en Franse leiderschap.

Een korte schets van de context waarin Merkel en Hollande zich in januari 2015 bevonden moet helpen om het leiderschap van de kanselier en de president beter te kunnen kaderen. Sinds haar oprichting in 1958, wordt de Vijfde Republiek gekenmerkt door sterk leiderschap. Met het aantreden van Charles de Gaulle kwam een nieuwe interpretatie van de presidentiële

(17)

macht tot stand: in geen enkele westerse democratie heeft de president zo veel invloed op de politieke beslissingen.33 Sinds de Gaulle wordt de macht daarom ook sterk

verpersoonlijkt: de macht van de president staat of valt met zijn uitstraling.34 Crises zijn voor hem daarom hét uitgelezen moment om zijn leiderskwaliteiten uit te spelen. Amerikaans politicoloog William Nester verwoordt het als volgt: ‘Perhaps more than most people, the French look for the proverbial ‘man on a white horse’ during times of national crisis, yet they are swift to try to overthrow him if he blunders.’35

Dit komt overeen met wat ook Luuk van Middelaar stelt. In het verlengde daarvan is het van groot belang om de publieke opinie voor zich te winnen: geen grandeur zonder erkenning van het volk.36 Populariteitspeilingen werden een kenmerk van de Vijfde Republiek en schandalen de potentiële zwakke plek van de

president.37 De media hebben op die manier veel macht in handen. Zij legden niet in het minst president François Hollande herhaaldelijk het vuur aan de schenen.

Al sinds zijn verkiezing tot president, zat de publieke opinie Hollande tegen. ‘In the immediate aftermath of his presidential victory in May 2012, the dominant media cliché and general public reaction was that François Hollande did not win the presidential election in May 2012, Nicolas Sarkozy lost it,’ schrijft Brits politicoloog John Gaffney.38

In sneltempo volgden verschillende schandalen elkaar op die de toch al geringe populariteit van de

president steeds meer deden kelderen. Zo vertrok hij in 2012 twee maanden na zijn verkiezing tot president op vakantie, wat door de bevolking omwille van de torenhoge werkloosheid niet in dank werd afgenomen.39 In september 2014 bracht Hollandes voormalige partner Valérie Trierweiler, enkele maanden na hun breuk, het boek ‘Merci pour ce moment’ uit waarin zij geen al te fraai beeld schetste van de president. Ze schilderde hem af als koude en cynische man en beweerde dat Hollande haar zou bedrogen hebben met de Franse actrice Julie Gayat. Deze geruchten deden eerder dat jaar al de ronde nadat het tijdschrift Closer foto’s

verspreidde van Hollande die met zijn scooter nachtelijke bezoekjes bracht aan de achttien jaar jongere actrice. De neergang van Hollande leek hiermee zo goed als compleet.40

Merkel stond in de periode van de aanslag op Charlie Hebdo al tien jaar aan het roer van de Duitse regering. In de Europese politiek had zij zich in die tijdspanne vooral doen

33 D. S. BELL en J. GAFFNEY, ‘Introduction: the Presidency in the French Fifth Republic’, D. S. BELL en J. GAFFNEY red., The Presidents of the French Fifth Republic, Londen, 2013, 1-10.

34 BELL en GAFFNEY, ‘Introduction: the Presidency in the French Fifth Republic’, 1-10.

35 W. R. NESTER, De Gaulle’s Legacy: The Art of Power in France’s Fifth Republic, New York, 2014, 1-9. 36

BELL en GAFFNEY, ‘Introduction: the Presidency in the French Fifth Republic’, 1-10. 37 J. GAFFNEY, France in the Hollande Presidency: The Unhappy Republic, Londen, 2015, 1-9. 38 Idem, 1.

39

Idem, 12. 40 Idem, 1-9.

(18)

opmerken tijdens de Griekse crisis, waarin zij het voortouw nam. Dat is voor een vrouw in de mannelijk gedomineerde politieke wereld niet vanzelfsprekend. Voorgaande studies wijzen uit dat vrouwelijke politici door de media vaak als competent worden voorgesteld in ‘typisch vrouwelijke’ politieke domeinen, zoals sociale zaken. Domeinen zoals bijvoorbeeld defensie en internationale politiek zijn volgens deze gedachtengang daarentegen voor mannelijke politici weggelegd.41 Margareth Lünenborg en Tanja Maier stellen dat vrouwelijke politici wel als bekwaam worden gezien indien zij beschikken over ‘mannelijke’ eigenschappen.42 Merkel werd in het verleden met andere woorden als een goede politica gepercipieerd, ook in ‘typisch mannelijke’ domeinen omdat zij over mannelijke eigenschappen zou beschikken. Kortom: het mannelijke normatieve kader in de politiek bleef dominant. Hieronder zal uit de doeken worden gedaan of genderstereotypen in de maand na Charlie Hebdo nog worden voortgebracht en of de mannelijke maatstaf toonaangevend blijft. Om deze vragen te

beantwoorden, worden twee thema’s onder de loep genomen. Allereerst zal worden ingegaan op het optreden van Hollande en Merkel tijdens de Marche Républicain, of de ‘mars voor de republiek’ die op 11 januari, na de aanslag op Charlie Hebdo en de gijzeling in de joodse supermarkt werd gehouden in Parijs. Vervolgens wordt de focus verschoven naar het crisisbeleid van beide leiders in de maand na de gebeurtenissen in Frankrijk.

41 DULONG en MATONTI, ‘L’indispensable féminité’, 1-25 ; S. BONNAFOUS, ‘‹‹Femme politique››: Une question de genre?’, Reseaux, 4 (2003), 119-145.

(19)

1. La Marche Républicain

Hollande

Na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo en de daaropvolgende gijzeling in de Joodse supermarkt leek het tij te keren voor François Hollande. Het was een uitgesproken kans om iets te doen aan zijn tanende populariteit. De Franse president schoot dan ook meteen in actie: hij snelde zich naar de plaats van de aanslag en hield er een speech waarin hij opriep tot eenheid. ‘Notre meilleure arme, c’est notre unité’, sprak hij.43

Vanuit deze filosofie

organiseerde François Hollande de eerste zondag na de aanslag, op 11 januari, een ‘mars voor de republiek’ in Parijs. Hiermee wilde hij Franse politici van alle strekkingen en staats- en regeringsleiders uit de hele wereld samenbrengen. De mars moest zo de union nationale in Frankrijk symboliseren. Zijn doel was de kloof tussen de verschillende politieke fracties te dichten om zo de terreur samen te bezweren. Het Franse volk schaarde zich zonder aarzelen achter hem. Dat blijkt onder meer uit de centrumlinkse en –rechtse kranten die eensgezind met veel belangstelling over hun president schrijven. Op het feit dat Hollande, ondanks de

union nationale, het Front National van Marine Le Pen uitsloot van de mars, kwam

nauwelijks commentaar.44 De president wordt in de beeldvorming als centrale figuur

opgevoerd in de Marche Républicain. ‘Le monde en marche, autour de François Hollande, et la France derrière lui,’ schrijft David Revault d'Allonnes in Le Monde.45

Le Monde en Le

Figaro portretteren de president als een gezagvolle, verantwoordelijke en vastberaden

leider.46 Deze leider is er volgens hen, ondanks het uitsluiten van het Front National,

bovendien één die zijn volk verenigt: ‘Et voilà qu’en quelques jours ce président démonétisé est devenu celui de tous les Français et a réussi le tour de force de rassembler.’47

Hij wordt ook wel de ‘garant de l'union nationale’ genoemd; de president die zijn volk -hoe divers ook- wil samenbrengen én –houden.48 Solenn de Royer en Delphine de Mallevoüe, beiden politiek

43 ‘Ce jour où un peu partout en France, on a crié : "Je suis Charlie"’, Le Monde (9 januari 2015) , 6-8. 44 A. MESTRE, ‘Marine Le Pen veut tirer profit de sa mise à l'écart’, Le Monde (10 januari 2015), 9 ; J. WAINTRAUB, A. ROVAN en S. DE RAVINEL, ‘L'unité nationale se construit sans le FN; La grande marche de dimanche réunira PS, UMP, UDI, MoDem, EE-LV, PRG, Front de gauche et Debout la France, mais pas le FN, dont la gauche ne veut pas’, Le Figaro (9 januari 2015), 7 ; F.-X. GARAT, J.-B. JAIGU, A. ROVAN e.a., ‘Hollande réunit gauche et droite pour la République;À l'exception du Front national, tous les dirigeants de la majorité et de l'opposition ont défilé dimanche à Paris’, Le Figaro (12 januari 2015), 4.

45 D. REVAULT D’ALLONNES, ‘Le sans-faute de François Hollande,’ Le Monde (13 januari 2015), 6. 46 J.-M. LECLERC en P. GONZALES, ‘Après les alertes de décembre, le pire des scénarios pour

l'antiterrorisme’, Le Figaro (8 januari 2015), 3-4 ; D. REVAULT D’ALLONNES, ‘A l'Elysée, deux jours sous haute tension’, Le Monde (10 januari 2015), 10.

47 V. SCHNEIDER, ‘Nicolas Sarkozy peine à trouver sa place’, Le Monde (14 januari 2015), 4. 48

S. DE ROYER, ‘Hollande veut rassurer les musulmans; Le président a rappelé que « les Français de

(20)

journalist bij Le Figaro, loven Hollande om zijn zelfbeheersing en presidentiële uitstraling tijdens de mars.49 Hij laat volgens de auteurs zijn emoties niet de vrije loop maar toont, ondanks zijn medeleven, veel zelfbeheersing.50 Het negatieve beeld van de ‘meest onpopulaire president van de Vijfde Republiek’ lijkt hiermee aan de kant geschoven. Hollande voldoet zo aan het ideaalbeeld van een sterke president in crisistijd.

Zowel Le Figaro als Le Monde schrijven met trots over hun land. Frankrijk wordt in Le

Figaro afgebeeld als een land waar het patriottisme op 11 januari 2015 zegeviert:

‘La Marseillaise, entonnée de manière aussi vibrante que spontanée ; le drapeau tricolore brandi par milliers; les forces de l’ordre admirées et acclamées. Bref : une fierté républicaine usant de symboles que d’aucuns - à commencer par ceux à qui s’adressait cet hommage...- brocardaient comme emblèmes d’un nationalisme cocardier suranné, voire suspect. Le patriotisme, dimanche, était le bouclier de la République.51

Le Monde gaat zelfs zo ver om Parijs op de dag van de mars de ‘hoofdstad van de wereld

tegen het terrorisme’ te noemen.52

Volgens de Franse kranten zijn alle ogen op dat moment op Parijs gericht. Dit patriottisme baseren zij op de basiswaarden van de republiek, liberté,

égalité en fraternité, de waarden van de Franse Revolutie.53 In de Franse kranten worden met trots de principes die voortvloeien uit de basiswaarden van de republiek onderlijnd: ‘La liberté d’expression, la laïcité, l’émancipation des femmes sont des piliers de la civilisation

française.’54

Ook vrijheid van religie en tolerantie worden hoog in het vaandel gehouden.55 Al deze ideeën worden in de Franse kranten nota bene opgevoerd als Franse waarden, niet meer in zijn algemeenheid als westerse waarden. Tot slot stelt Solenn de Royer zijn land voor als één waarin nationale eenheid heerst. Alle Fransen, van welke overtuiging of afkomst ook, verenigen zich tegen terreur.56 Kortom: deze artikelen weerspiegelen de Franse veerkracht en patriottisme.

49 S. DE ROYER ; ‘Les nouveaux défis de François Hollande; Le président, qui a effectué un sans-faute depuis les attentats, se replace au centre du jeu. Jusqu'à quand ?’, Le Figaro (14 januari 2015), 2-3 ; D. DE

MALLEVOŰE, ‘L'hommage aux trois policiers assassinés; Le chef de l'État s'est recueilli devant les cercueils de Franck Brinsolaro, Clarissa Jean-Philippe et Ahmed Merabet, Le Figaro (14 januari 2015), 4.

50 REVAULT D’ALLONNES, D., ‘A l'Elysée, deux jours sous haute tension’, Le Monde (10 januari 2015), 10. 51

G. TABART, ‘Les politiques, de l'émotion au devoir de décision’, Le Figaro (12 januari 2015), 5 ; G. DE CAPELE, De l'audace, enfin ?, Le Figaro (20 januari 2015), 1; D. REVAULT D’ALLONNES, François Hollande, rassembleur jusqu'à quand ?, Le Monde (14 januari 2015), 5-6.

52 D. REVAULT D’ALLONNES, ‘A l'Elysée, des heures sans savoir " de quel côté les choses vont basculer "’, Le Monde (11 januari 2015), 3-4.

53

F. FRESSOZ, ‘L'effet de souffle du 11 janvier’, Le Monde (22 januari 2015), 19-20 ; ‘libres, debout, ensemble’, Le Monde (9 januari 2015), 26.

54 I. RIOUFOL, ‘Dépasser les limites de l'« effet Charlie »’, Le Figaro (23 januari 2015),15 . 55

‘dimanche 11 janvier : une marche pour l'histoire’, Le Monde (11 januari 2015), 20.

(21)

De Duitse kranten omschrijven Frankrijk als een trots land dat de nationale eenheid wil benadrukken.57 In Der Spiegel weerklinken echter kritische stemmen die de Franse ‘nationale eenheid’ een leeg begrip vinden. Stefan Simons schrijft dat de fraternité, één van de Franse basiswaarden, gefaald heeft omdat de integratie in Frankrijk mislukt is.58 Mogelijks is de centrumlinkse krant kritisch omdat het wantrouwig staat tegenover nationalisme en in het verlengde daarvan ook patriottisme, ideeën die sinds het Naziregime vooral in het linkse Duitsland nogal taboe zijn.59 De Duitse kranten definiëren concepten als meningsvrijheid en tolerantie daarnaast niet als typisch Frans, zoals de Franse kranten dat doen, maar als westerse waarden: ‘Die Terroranschläge von Paris haben dem freien Westen deutlich gemacht, wie wertvoll eine offene Gesellschaft ist, die auf Toleranz und Meinungsfreiheit beruht, und wie angreifbar sie ist.’60

De Franse kranten benadrukken in tijden van crisis vooral de sterkte van Frankrijk. Voor stemmen die de eendracht bekritiseren, is er in Franse kranten geen plaats. In Duitse kranten daarentegen is wel meer ruimte voor kritiek op het buurland.

Merkel

Meteen na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo, betuigde Duitsland solidariteit aan zijn buurland. Op 11 januari nam naast de belangrijkste wereldleiders ook Angela Merkel deel aan de mars voor de republiek. Daarin liep zij op de eerste rij aan de zijde van de Franse president. Die dag verspreidde over heel de wereld een foto van de bondskanselier die haar hoofd op Hollandes schouder legt. De Franse kranten vermelden Merkel als een van de belangrijkste aanwezige leiders. Herhaaldelijk benadrukken zij dat de Duitse kanselier doorheen de stoet vlak naast Hollande liep. ‘Il (Hollande, J.V.R.) a annoncé sa présence à la marche républicaine, entouré des leaders européens, dont la chancelière allemande Angela Merkel, les chefs de gouvernement espagnol (Mariano Rajoy), italien (Matteo Renzi), britannique (David Cameron) ou encore Jean-Claude Juncker, le président de la Commission européenne,’ schrijft Solenn de Royer.61

Merkel wordt niet alleen in dit maar ook in andere artikelen als eerste en voornaamste aanwezige vermeld. Het beeld van Merkel als een van de belangrijkste Europese politici wordt ook ondersteund door de foto’s in de Franse kranten,

57 G. WÜPPER, ‘Frankreich zwischen Trauer und Stolz; Die Regierung mobilisiert 10.000 Soldaten zum Schutz "anfälliger Punkte". Doch das Land wärmt sich auch an der neuen Einheit’, Die Welt (13 januari 2015), 4-5. 58 ‘Religion verdient Kritik; Stimmen prominenter Schriftsteller zum Attentat in Paris’, Die Welt (9 januari 2015), 2.

59

D. ROCHTUS, Duitsland: de macht van Merkel, Antwerpen, 2017, 206. 60 U. POSCHARDT, ‘Garant der Freiheit’, Die Welt (17 januari 2015), 1.

61 S. DE ROYER, ‘Dans la crise, Hollande se veut le garant de l'unité; Le chef de l'État, qui vit l'épreuve la plus douloureuse de son quinquennat, a appelé « les Français à se lever ». Il sera présent dimanche lors de la marche républicaine à Paris’, Le Figaro (10 januari 2015), 7.

(22)

waarop zij te zien is op de eerste rij in de stoet, aan de zijde van hoofdfiguur Hollande. Twee politici, man en vrouw, samen aan het roer van een solidair Europa. Merkel houdt zich als

politica kranig tussen de overvloed aan mannelijke collega’s, aan wie zij gelijkwaardig wordt voorgesteld. Daarbij aansluitend onderlijnen zowel de Franse als de Duitse kranten de Frans-Duitse vriendschap.62 De andere leiders komen slechts aan bod als een van de namen in een grotere opsomming.

Ook de Duitse kranten hebben vooral aandacht voor Hollande en Merkel: ‘Vorneweg marschierten die Angehörigen der Opfer, dann folgten die Politiker- geordnet nach

Wichtigkeit: Kanzlerin Angela Merkel neben Präsident François Hollande’63

Zij worden voorgesteld als de twee voornaamste politici tijdens de mars, aan de andere leiders wordt weinig aandacht besteed. Merkels positie als toppolitica is kortom zowel in Duitse als in

62 R. ALEXANDER, ‘Kampf gegen den Terror: Bundestagsdebatte über Sicherheit. Behörden in Deutschland und Frankreich gehen gegenIslamisten vor. Neue Angriffe von Extremisten in Nigeria und Syrien;

"Die Scharia steht nicht über dem Grundgesetz"; Merkel stellt die Opfer von Paris in eine Reihe mit Martin Luther King und Hanns Martin Schleyer. Eine ungewöhnliche Debatte im Bundestag’, Die Welt (16 januari 2015), 4-5; A. SALLES, ‘L'Europe défilera à Paris contre le terrorisme’, Le Monde (11 januari 2015), 12. 63 S. SIMONS, ‘Sarkozy drängelt in die erste Reihe’, Der Spiegel Online.

(23)

Franse kranten onmiskenbaar.64 Zij wordt als een internationaal gerespecteerde politica gepresenteerd, zonder dat dit gewijd wordt aan haar ‘mannelijke’ eigenschappen.

Een grote aandacht voor Hollande en Merkel in de stoet, leidt automatisch ook tot belangstelling

voor het beeld van Merkel die haar hoofd op Hollandes schouder legt. Hierbij kan een duidelijk interpretatiever-schil worden vastgesteld

tussen de Franse en Duitse kranten. Terwijl Hollande in de Franse kranten wordt beschreven als een president die zijn emoties onder controle houdt, wordt bij de Duitse kanselier het drama erachter meer benadrukt: ‘Il (Hollande) s’attarde avec Angela Merkel, qui pose sa tête sur son épaule, émue,’ schrijft Le Figaro.65

Ook in Le Monde wordt Merkel als een

emotioneel persoon voorgesteld: ‘L’émotion était palpable avec la chancelière.’66 Hollande, die Merkel bij haar schouder vastneemt wordt als ‘teder’ omschreven.67

Sociologe Melanie Magin omschreef in haar onderzoek uit 2010 al dat vrouwen in stereotype voorstellingen worden geassocieerd met emotionaliteit. Die eigenschap staat in contrast met rationaliteit, wat dan als typisch mannelijk wordt beschouwd.68 De Franse kranten brengen dit stereotype beeld van de vrouw voort door herhaaldelijk Merkels emotionaliteit te benadrukken en door dit in

64 T. SAMSON en B. KRIEGER, ‘Die Mörder von Paris sind tot - Zweites Geiseldrama endet blutig; Die Brüder, die das Blutbad bei "Charlie Hebdo" anrichteten, sterben im Kugelhagel. Ihr Komplize überfällt jüdischen Supermarkt. Bei der Erstürmung kommen er und vier Menschen ums Leben’, Die Welt (10 januari 2015), 1; ‘"Freiheit - Wir sind deinetwegen hier"; Mehr als eine Million Menschen gedenken in Paris der Opfer der Anschläge. Staats- und Regierungschefs in der ersten Reihe’, Die Welt (12 januari 2015), 1; U. SCHMITT, ‘Obama wurde beim Millionenmarsch in Paris schmerzlich vermisst; US-Zeitungen sprechen von "schändlichem Versagen". Sicherheitsbedenken waren offenbar zu groß’, Die Welt (13 januari 2015), 4; G. WÜPPER, ‘"Wir haben keine Angst, vive la France!"; In Paris demonstrieren bis zu 1,5 Millionen Menschen für die 17 Opfer der Attentate. Auch 50 Staats- und Regierungschefs sind vor Ort. Es ist die größte Versammlung seit Ende des Zweiten Weltkriegs’, Die Welt (12 januari 2015), 4-5.

65 F.-X. BOURMAND, J.-B. GARAT e.a., ‘Hollande réunit gauche et droite pour la République; À l'exception du Front national, tous les dirigeants de la majorité et de l'opposition ont défilé dimanche à Paris’, Le Figaro (12 januari 2015), 4-5.

66 Y.-M. RIOLS en A. SALLES, ‘Le monde défile à Paris contre la terreur’, Le Monde (12 januari 2015), 8-9. 67

Idem.

68 MAGIN, ‘Mediale Geschlechterstereotype‘, Publizistik, 4 (2010), 383-404.

(24)

contrast te plaatsen met Hollandes beheersing. Een verschil tussen de centrumlinkse en -rechtse landschap is op dit vlak in de Franse kranten niet vast te stellen. Van een nationaal verschil is daarentegen wel sprake.

De Duitse kranten interpreteren het beeld van Merkel die haar hoofd te rusten legt op de schouder van de Franse president op een heel andere manier. In Die Welt is van

emotionaliteit bij de kanselier geen sprake. Der Spiegel gaat nog verder door zich expliciet te verzetten tegen dit stereotype beeld van de emotionele vrouw. In deze krant wijdt René Pfister, hoofd van Der Spiegel in Berlijn, het artikel ‘‘Bitte abstand halten!’ Symbole. Angela Merkels Aufstieg ist auch eine Geschichte der Emanzipation von der männlichen Umarmung’ aan de foto van Merkel en Hollande tijdens de mars. ‘Es ist ein Foto, das auch deshalb

Wirkung entfaltet, weil es so unwahrscheinlich erscheint: die deutsche Kanzlerin, vereint in einer innigen, fast Trost suchenden Geste mit einem Kollegen? Bisher musste man ihre Karriere ehrer als eine Geschichte der Emanzipation von der männlichen Umarmung lesen.’ Pfister trekt de interpretatie dat Merkel openlijk troost zou zoeken bij de Franse president in twijfel. Hij omschrijft haar uitdrukking daarom niet als emotioneel maar wel als ‘stoïcijns’ en ‘ernstig’.69

De journalist stelt daarbij ook het stereotype beeld van de man als ‘beschermer’ in vraag. Merkels vrouwelijkheid wordt expliciet losgekoppeld van de verwachting dat ze omwille van haar geslacht meer steun nodig zou hebben dan haar mannelijke collega’s.70

Daarnaast geven verschillende journalisten van Der Spiegel openlijk kritiek op de Joods-orthodoxe kranten die Merkel en alle andere vrouwelijke politici hebben weg-gefotoshopt uit het iconische beeld van de rij staats- en regeringsleiders in de mars voor de republiek. Merkel, die op de eerste rij naast president Hollande liep, werd uit de foto geknipt waardoor Hollande naast de Palestijnse leider Abbas kwam te staan. Hauke Janssen, hoofd documentatie bij Der Spiegel, spreekt zelfs van een ‘Lügenpresse’.71

‘Die extrem konservativen Ultraorthodoxen folgen einem strengen Religionskodex und verweigern sich in vielen Bereichen der modernen Gesellschaft. Besonders intensiv verfolgen Teile der ultraorthodoxen Gemeinschaft die Geschlechtertrennung, sei es in Bussen, Krankenhäusern oder sogar auf Friedhöfen. Und auch gegen Fotos von Frauen gehen sie vor.’72

Janssen omschrijft de omgang van deze ultraorthodoxe groepering met vrouwen als iets wat niet binnen de moderne samenleving past. Vrouwen zijn tegenwoordig volwaardig onderdeel van het politieke landschap en dat kan niet ontkend worden. Met deze boodschap zetten de

69

R. PFISTER, ‘Bitte abstand halten!’ Symbole. Angela Merkels Aufstieg ist auch eine Geschichte der Emanzipation von der männlichen Umarmung, Der Spiegel (17 januari 2015), 27.

70 Idem. 71

H. JANSSEN, ‘Gibt es eine "Lügenpresse"?’, Der Spiegel Online.

(25)

journalisten van Der Spiegel zich af tegen de stereotype tweedeling dat mannen zouden thuishoren in de openbare ruimte en vrouwen in de privésfeer. Kortom: de Duitse kranten brengen in januari 2015 geen stereotype beelden van Merkel voort, in tegenstelling tot de Franse. De centrumlinkse Der Spiegel gaat nog een stap verder door ook expliciet kritiek te geven op die genderstereotype vooroordelen van anderen.

(26)

Der Spiegel: mars met Merkel

(27)

2. Crisisbeleid

Hollande

Na 7 januari besloot Hollande de strijd tegen terreur en voor veiligheid op te voeren in binnen- en buitenland. Die beslissingen vielen in goede aarde bij de Franse bevolking. De president wordt zowel in Le Figaro als in Le Monde geloofd om zijn degelijk crisisbeleid: ‘Sa main n’a pas tremblé, ses choix ont été pertinents, ses mots globalement justes et sa gestion de crise précise et conforme aux exigences de sa fonction.’73

Kortom: zij omschrijven Hollande als een echte crisismanager, precies zoals in Frankrijk van een goede president verwacht wordt. In Le Monde schrijft David Revault d’Allonnes, hoofd van de politieke redactie, dat Hollande na de aanslag perfect heeft weten in te spelen op de situatie: ‘Le président a bien été, pendant ces cinq jours, l’homme politique de la situation.’74

Deze zin bevestigt de these van Van Middelaar, namelijk dat van een Franse leider verwacht wordt dat die aan

gebeurtenissenpolitiek kan doen:

‘In Frankrijk blijft een gebeurtenis, zelfs een dramatische, ook altijd een teken van leven, van vernieuwing, en een oproep tot handeling. Voor een Franse leider – de president van de Republiek voorop- houdt een crisis ook altijd de mogelijkheid in om aan het volk te tonen wat hij waard is.’75 Door de verpersoonlijking van de macht speelt de populariteit van de president een grote rol in de Vijfde Republiek sinds de Gaulle. Hollande, die regelmatig ‘le plus impopulaire président de la Ve République’ wordt genoemd, lijkt deze stempel na Charlie Hebdo naast zich neer te leggen.76 Le Monde en Le Figaro schrijven uitgebreid over de gegroeide populariteit van de president sinds 7 januari. Zij benadrukken herhaaldelijk de tweespalt tussen de reputatie van Hollande vóór en na de aanslag op Charlie Hebdo: ‘François Hollande, au plus bas dans leur estime, a quant à lui partiellement reconquis leur respect pour s’être montré à la hauteur dans l’épreuve.’77

De Franse kranten beklemtonen de negatieve reputatie van Hollande vóór de crisis om zijn efficiënt beleid ná 7 januari extra in de verf te zetten. Daarnaast onderlijnen beide Franse kranten Hollandes ‘foutloze parcours’ sinds 7 januari.78

De neerwaartse spiraal waarin de president zich bevond lijkt na de aanslag op Charlie Hebdo bevroren. Met hernieuwd vertrouwen schaart de Franse bevolking zich achter zijn president.

73 G. TABARD, ‘Les politiques, de l'émotion au devoir de décision’, Le Figaro (12 januari 2015), 5.

74 D. REVAULT D’ALLONNES, ‘François Hollande, rassembleur jusqu'à quand’, Le Monde (14 januari 2015), 5.

75 VAN MIDDELAAR, ‘Duitsland-Frankrijk in Europa’, 142. 76 DE ROYER, ‘Les nouveaux défis de François Hollande’, 2. 77 DE CAPELE, ‘De l'audace, enfin ?’, 1.

78

F.-X. BOURMAUD, ‘Sondages : Hollande retrouve des marges de manoeuvre; Le président de la République fait un bond record de 21 points dans un sondage Ifop, de 20 points pour Ipsos’, Le Figaro (20 januari), 2.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[15] Over de daders wordt verder opgemerkt dat de commissie is ‘gestuit op gevallen van seksueel misbruik, waarbij bleek dat de pleger zelf in zijn jeugd slachtoffer was geweest

gesehen hat, kann man nach Österreich, Italien oder in die Schweiz reisen, da München geografisch sehr günstig gelegen ist. Es gibt für jeden also immer etwas

Vlak voor Pinksteren ontving paus Franciscus de Duitse bonds- kanselier Angela Merkel, door media wereldwijd graag bestem- peld als de machtigste vrouw ter wereld.. Dat is

Dit wetsvoorstel heeft tot doel om het voor basisscholen in het regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs mogelijk te maken dat een deel van de

En dépit de sa lutte commune avec les jansénistes contre les protestants, l'évêque de Meaux s'est toujours réservé le point de la grâce et du libre arbitre. Le problème l'a

les deux éditions du Telemachus (1733 et 1763) et son Henrik de Groote 1). Bien que nous ne voulions pas les considérer, ainsi que le professeur G. Kalff, comme de simples traductions

Dans la lutte pour la tragédie classique on se réclamait de Boileau pour justifier le choix d'une matière empruntée aux Anciens, on se fondait sur son Art Poétique pour

Los Estados Unidos nunca han condicionado el comercio a la política, pero la hegemonía anglo es cosa ya del pasado, luego de Trump y el Brexit. ¿Será que Merkel se perfila como la