• No results found

Voorwoord Themanummer To Hear or Not to Hear

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorwoord Themanummer To Hear or Not to Hear"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S

TEM-,

S

PRAAK- EN

T

AALPATHOLOGIE

Vol. 25, 2020, pp. ii-iii

Gepubliceerd online: 24 december 2020 © 2020 De auteur(s) University of Groningen Press

Voorwoord

Voorwoord Themanummer To Hear or Not to Hear

December 2020

N.a.v. NVSST Symposium 1 maart 2019

Dit themanummer bestaat uit bijdragen van sprekers van het symposium ‘To Hear or Not to Hear’ dat in 2019 werd georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Stem-, Spraak-en Taalpathologie (NVSST). Het doel van het symposium was om aan NVSST ledSpraak-en Spraak-en be-langstellenden recent onderzoek te presenteren over gehoorverlies, gehoorverbeterende maat-regelen en de effecten daarvan op spraakverstaan en spraakproductie. De geselecteerde ar-tikelen in dit themanummer zijn heel gevarieerd, van meer fundamenteel onderzoek naar de spraakontwikkeling van slechthorende baby’s tot een persoonlijk verhaal over muziek-beleving na cochleaire implantatie.

Het persoonlijke verhaal van Joke Veltman, op het symposium geagendeerd als inter-mezzo, maakte veel indruk. Joke Veltman is pianiste Master of Music en initiatiefnemer-projectleider van de “Musi-CI training”. Zij is op volwassen leeftijd doof geworden, heeft een cochleair implantaat gekregen en beschrijft vanuit eigen ervaring het aangrijpende proces van sterk progressief gehoorverlies en het revalidatietraject na CI, en de impact daarvan op haar muzikale ervaring en ontwikkeling. Met subsidie van ZonMw heeft Joke Veltman het project ‘Voor Elkaar!’ gestart, met voorlichting en training die tegemoet komt aan de wen-sen van CI-gebruikers én past binnen wat CI-teams kunnen bieden. De achtergronden van deze nieuwe aanpak met muziek als uitgangspunt worden besproken in dit themanummer. Het dragen van een hoortoestel wordt niet altijd als prettig ervaren. De ervaringen van ouderen spreken boekdelen; velen dragen hun hoortoestel beslist niet de hele dag en klagen over te harde en blikkerige geluiden. Katrien Kestens, Sofie Degeest en Hannah Keppler van de Universiteit Gent en Universitair Ziekenhuis Gent behandelen de vraag: Wat bepaalt de meerwaarde van een hoortoestel bij ouderen? De auteurs geven een systematische review van onderzoek naar en klinische ervaring op het gebied van de interacties tussen cognitie, hoortoestelvoordeel, luisterinspanning en auditief-cognitieve training. Daarbij ligt het ac-cent op de vraag hoe deze balans verstoord kan raken door gehoorverlies en cognitieve

(2)

ach-VOORWOORD THEMANUMMER TO HEAR OR NOT TO HEAR iii

teruitgang bij ouderen, en welke gehoorverbeterende maatregelen, training en eventuele compensaties het spraakverstaan kan verbeteren. De balans tussen bottom-up matchings-processen en top-down hypotheses genereren speelt een grote rol, evenals de consequenties voor de benodigde luisterinspanning.

We meten hooruitkomsten nog vaak in een ideale context, in een één-op-één situatie en geluidsarme ruimte van het audiologisch centrum. In het dagelijks leven communice-ren of luistecommunice-ren we echter meestal in een omgeving met omgevingslawaai. Margreet Lan-gereis, Wouter Rijke en Anneke Vermeulen, die samenwerken vanuit Pento Audiologische Centra, Radboud UMC Nijmegen en Koninklijke Kentalis St Michielsgestel, beschrijven hoe recente technische ontwikkelingen op het gebied van cochleaire implantaten de spraakper-ceptiemogelijkheden in rust van ernstig slechthorende en dove kinderen aanzienlijk heeft verbeterd. In ongunstige luistersituaties zijn de hoormogelijkheden echter nog beperkt. De auteurs gaan dieper in op de gevolgen voor de ontwikkeling van woordenschat, en de com-plexere taalvaardigheden zoals morfo-syntaxis, vertelvaardigheden en verbaal redeneren. Zwakkere en instabiele fonologische representaties door verminderd spraakverstaan, lijken een belangrijke rol te spelen.

De gesproken taalontwikkeling begint met spraakperceptie en spraakproductie, het waar-nemen van klanken in de moedertaal en het spreken van de eerste woordjes. Lizet Ketelaar, Bernadette Vermeij, Conja Adriaanse, Sanne Peet en Wiepke Koopmans van de NSDSK ge-ven een diepgaande beschrijving van de klankontwikkeling van baby’s met gehoorverlies. De klankontwikkeling van een groep van 28 kinderen met licht tot zeer ernstig perceptief gehoorverlies en van 31 kinderen zonder gehoorverlies werd gevolgd over een periode van 12 maanden (leeftijd van 6 tot 18 maanden). Uit de resultaten blijkt dat op groepsniveau kinderen met gehoorverlies in het eerste levensjaar al een achterstand laten zien in de klan-kontwikkeling ten opzichte van kinderen zonder gehoorverlies; tevens blijken er echter grote individuele verschillen in het verloop van de klankontwikkeling. De conclusie is dat meer onderzoek nodig is om verder vast te stellen welke factoren een rol spelen bij het risico op een achterblijvende klankontwikkeling.

De artikelen geven een mooie state-of-the-art samenvatting van onderzoek in het domein spraak-taal- en -gehoor in Nederland en Vlaanderen. We wensen u veel leesplezier.

Ben Maassen

Emeritus hoogleraar en klinisch neuropsycholoog, RUG

Ellen Gerrits

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The systems imply that no audiovisual products (dvd, game or cinema ticket) may be sold to children and adolescents who are too young for the Kijkwijzer or PEGI classification..

However, in a survey among Dutch cities that they conducted, results showed that the governments were mostly using ‘old fashioned’ online interactions like forums and regular

To test whether results from CMC literature also apply for digital gaming, we present an empirical study in which social presence and player experience are investigated as

Past researches already studied brand placement in music, showing, for example, that brands placed in the song’s chorus are recalled more often than brands placed in

A larger positive influence on the perceived usefulness of positive word-of-mouth for people with social goals compared to people with functional goals of listening to word-of-mouth

Die navorser postuleer verder dat elkeen van die verskillende tipes van een- saamheid soos deur die HLE gemeet, naamlik sosiale, emosionele, kommu- nikatiewe, religieuse

[r]

[r]