• No results found

Ondernemerstypen en kennisverspreiding rond geintegreerde teelt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ondernemerstypen en kennisverspreiding rond geintegreerde teelt"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

ONDERNEMERSTYPEN EN KENNISVERSPREIDING ROND GEÏNTEGREERDE TEELT

Liesbeth Theuws en Jan Buurma

Voor een sectorbrede introductie en verdere ontwikkeling van geïntegreerde gewasbescherming is een ef-fectieve kennisverspreiding heel belangrijk. Hiervoor is inzicht nodig in de verschillende typen ondernemers en hun kennisbehoefte. In opdracht van LNV heeft het LEI in samenwerking met glastuinbouw en PPO-champignons geprobeerd dit inzicht te geven en aanbevelingen te formuleren voor de inrichting van het ken-nisbeleid.

Het onderzoek heeft plaatsgevonden in vier sectoren, namelijk akkerbouw, bloembollenteelt, rozenteelt en champignonteelt. De werkwijze en uitgangspunten zijn voor de vier sectoren vergelijkbaar. De gegevens voor de bepaling van het niveau van ondernemerschap en de gewasbeschermingsaanpak zijn verzameld via een enquête bij in totaal 140 bedrijven.

Verschillen in ondernemerschap

Alle sectoren vertonen een grote spreiding in het niveau van ondernemerschap. De spreiding hangt sterk samen met deelname aan studieclubs en deelname aan projecten (inclusief betrokkenheid bij keurmerken en inschakeling van adviseurs). Bij actief ondernemerschap wordt gebruikgemaakt van de nieuwste kennis, bij behoedzaam ondernemerschap wordt vooral beproefde kennis gebruikt, terwijl passief ondernemerschap het met name houdt op vertrouwde kennis.

In alle sectoren was er een positieve relatie tussen ondernemerschap en gewasbeschermingsaanpak. Bij ro-zen en champignons was de relatie zwak. Actief ondernemerschap blijkt dus niet altijd een waarborg voor een geïntegreerde gewasbeschermingsaanpak op het bedrijf. Met name in de rozenteelt blijkt actief onder-nemerschap evenzeer in de richting van chemische verfijning te kunnen werken.

Bij bloembollen en akkerbouw is de indruk ontstaan dat passief ondernemerschap vaak samengaat met een hoog middelenverbruik, bij actief ondernemerschap is er sprake van een gematigd middelenverbruik en be-hoedzaam ondernemerschap resulteert in een verhoudingsgewijs laag verbruik. Bij rozen realiseren actieve ondernemers met geïntegreerde bestrijding (in tegenstelling tot actieve ondernemers met chemische be-strijding en passieve ondernemers) een veel lager verbruik van insecticiden en ook het verbruik van fungiciden is meestal lager. In de champignonteelt oriënteert de actieve ondernemer zich meer op hygiëne-maatregelen dan alleen op ontsmetting. Dit resulteert in een lager verbruik van ontsmettingsmiddelen.

Discussie

De kwalificaties passief, behoedzaam en actief voor het ondernemerstype hangen samen met bedrijfsken-merken en bijbehorende toekomstperspectieven. Hier ligt een aansluiting met de culturele theorie. De culturele theorie schetst drie beelden van hoe mensen tegen veranderingen in systemen kunnen aankijken. Vanuit deze theorie kan worden gesproken van respectievelijk 'bedreigde' ondernemers, 'bedaarde' onder-nemers en 'be-durf-de' onderonder-nemers. De bedreigde ondernemer is vaak ouder en het bedrijf heeft een lagere moderniteit. De eisen van de maatschappij gaan zijn spankracht te boven. Vaak gaat het hier om te-lers die hun bedrijf op termijn beëindigen. Ze nemen niet (meer) actief deel aan het kennisnetwerk. De bedaarde ondernemer is een ondernemer met een stabiel bedrijf met gewone teelten. Dit betekent dat de prijzen en de geldopbrengsten onder druk staan. De ondernemer wil kosten besparen en weinig risico ne-men. Kennisopbouw via een studiegroep is hiervoor geschikt. De be-durf-de ondernemer heeft vaak een groot bedrijf met intensieve teelten. Kleine fouten hebben dan grote gevolgen. De be-durf-de teler probeert via kennisvergaring de risico's voor te blijven en boort daarom nieuwe kennisbronnen aan.

Aanbevelingen

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, september 2002 pagina 2

Het LEI en PPO geven LNV de volgende aanbevelingen voor de organisatie van het kennissysteem zodat de drie onderscheiden typen ondernemers worden bereikt:

- de actieve ondernemers zoeken zelf hun weg. Ze maken voldoende gebruik van de beschikbare kennis en worden met het huidige kennissysteem goed bereikt;

- de behoedzame ondernemers wisselen kennis uit via studieclubs. In de cyclus van registreren, vergelij-ken, interpreteren en plannen mavergelij-ken, kan het opstellen van gewasbeschermingsplannen worden ingebouwd;

- de passieve ondernemers vertrouwen vooral op kennis via middelenleveranciers. Ze zijn gevoelig voor afzetzekerheid. Zij kunnen worden beïnvloed via afnemerseisen en via middelenleveranciers.

Het verbeteren van de kennisverspreiding vormt een deel van de verdere ontwikkeling naar geïntegreerde teelt. Bij deze aanbevelingen moeten wel de verschillen in 'inkleuring' van het begrip geïntegreerde teelt tus-sen de sectoren in de gaten worden gehouden.

Meer informatie:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De minister en de toezicht- houder zouden in hun toezicht meer aandacht aan publiek-private arrangemen- ten moeten besteden Het externe toezicht is niet ingericht op het

Door de verantwoordelijkheid van de goede uitkomsten neer te leggen bij de leerkracht, de projectmedewerker van de SKBG en het ICT bedrijf, kan de onderzoeker ‘blind’ gemaakt

Ten tweede kan een genereus sociaal zekerheidssysteem werkloosheid rela- tief aantrekkelijk maken, boven zelfstandig ondernemerschap of werknemerschap, of meer specifiek als de

De beginnend beroepsbeoefenaar maakt een gedetailleerde beschrijving van de belangrijkste activiteiten van de onderneming en wat er voor middelen (zoals bijvoorbeeld apparatuur,

In het proefschrift wordt een verband gelegd tussen het wel of niet accepteren van blijvende schuldverhoudingen en in het verlengde daarvan het wel of niet vragen van rente,

betrokkenheid. Pekela heeft qua beleid niet een specifiek aandachtspunt waaruit dit te verklaren is en een vervolg onderzoek met meer cases zou hier een verklaring voor kunnen

17 Ondanks dat de ondernemer aangeeft dat het sociale netwerk geen rol heeft gespeeld ten tijde van de vestiging, kan de vestigingskeuze beter verklaard worden door sociale

Aandeel Belgen die aangeven dat hun opleiding hen geholpen heeft om de rol van ondernemers in de samenleving beter te begrijpen Aandeel Belgen die aangeven dat hun opleiding