• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Relaties tussen mineralisatie, denitrificatie en indicatoren voor bodemkwaliteit in landbouwgronden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Relaties tussen mineralisatie, denitrificatie en indicatoren voor bodemkwaliteit in landbouwgronden"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

wageningen ur

Relaties tussen mineralisatie,

denitrificatie en indicatoren voor bodemkwaliteit

in landbouwgronden

Inleiding

Mineralisatie en denitrificatie zijn bodemprocessen die een groot effect hebben op de hoeveelheid voor het gewas beschikbare stikstof en de stikstofuitspoeling naar grond-en oppervlaktewater. Beide processgrond-en wordgrond-en in sterke mate gestuurd door de afbreekbaarheid van organische stof in de bodem. Inzicht en kwantificering van mineralisatie en denitrificatie is nodig voor een goede onderbouwing van bemestingsadviezen en instrumenten ten behoeve van het mestbeleid, zoals een indicator voor nitraatuitspoeling.

In deze studie zijn de relaties onderzocht tussen enerzijds de potentiële mineralisatie en potentiële denitrificatie en anderzijds mogelijke indicatoren voor bodemkwaliteit.

Onderzoek

De analyse is uitgevoerd met de bovengrond (0-10 cm grasland en 0-25 cm bouwland) van zand- en lössgronden uit het project Sturen op Nitraat (in totaal 459 monsters). De monsters zijn onderscheiden naar vier bodemgroepen: lössgronden en drie groepen zandgronden met een verschillend gehalte aan organische stof (Zand 1 > Zand 2 > Zand 3).

De volgende indicatoren zijn getest: · het gehalte aan totaal N en C

· het gehalte aan oplosbaar N en C (in 0,01M CaCl2)

· de verhouding Ctotaal/Ntotaal en de verhouding Coplosbaar/Noplosbaar · hot KCl extraheerbaar ammonium

Potentiële mineralisatie en denitrificatie

De potentiële mineralisatie en denitrificatie zijn in alle bodemgroepen duidelijk hoger in grasland dan in bouw- en maïsland (fig. 1). Dit geeft aan dat grasland meer gemakkelijk afbreekbare organische stof bevat dan bouw- en maïsland.

De potentiële denitrificatie was hoger in de lössgronden dan in de zandgronden (fig. 1), waarbij wel moet worden opgemerkt dat de data-set voor lössgronden veel kleiner was. De kans op N-verlies via denitrificatie uit de bovengrond van lössgrond is dus gro-ter dan die uit zandgrond.

Er bestaat een positief verband tussen de potentiële mineralisatie en potentiële denitri-ficatie; dit geldt met name voor grasland (fig. 2). Dit biedt perspectieven voor het aflei-den van één indicator voor beide processen. Gronaflei-den met hoge mineralisatiecapaciteit hebben dus onder natte omstandigheden een grotere kans op denitrificatieverliezen dan gronden met een lage mineralisatiecapaciteit. In adviezen en richtlijnen voor bemesting wordt wel op verschillende manieren rekening gehouden met mineralisatie (via tabellen, vuistgetallen en eenvoudige mineralisatie modellen), maar niet met N-ver-liezen door denitrificatie.

fig 1. Gemiddelde potentiële mineralisatie en denitrificatie in zand- en lössgronden

0 1 2 3

löss zand 1 zand 2 zand 3

potentiële mineralisatie, mg N kg-1 dag-1 0 2 4 6 8 10 12 14

löss zand 1 zand 2 zand 3

potentiële denitrificatie, mg N kg-1

dag-1

grasland bouwland maisland Definities in deze studie

Stikstofmineralisatie

het microbiële proces waarbij organische N in de bodem wordt omgezet in minerale N. De potentiële mineralisatie is

de mineralisatie tijdens incubatie van grond bij

20 oC bij aanwezigheid van zuurstof.

Denitrificatie

het microbiële proces waarbij nitraat in de bodem wordt omgezet tot de gasvormige

verbindingen stikstofverbindingen N2en N2O.

De potentiële denitrificatie is de denitrificatie

tijdens incubatie van grond bij 20 oC bij een

overmaat aan nitraat en onder zuurstofloze omstandigheden.

(2)

Indicatoren

Van de geteste indicatoren waren oplosbaar N en C het best gerelateerd aan de potentiële mineralisatie en denitrificatie (fig. 3). Ook in andere studies is een goede relatie tussen oplosbaar organisch N en mineralisatie gevonden. Het is niet duidelijk via welk mechanisme oplosbaar organische N een rol speelt bij N-mineralisatie. Het gehalte aan oplosbaar organische N is meestal veel lager dan de hoeveelheid N die wordt gemineraliseerd.

Het gebruik van oplosbaar organische N (via extractie met 0,01M CaCl2) als indicator voor mineralisatie en denitrificatie is perspectiefvol omdat in hetzelfde monster N-mineraal kan worden bepaald. Hierdoor kan een indicator voor direct beschikbare N worden gecombineerd met een indicator voor mineralisatie en denitrificatie.

De hoeveelheid hot KCl extraheerbaar NH4was minder sterk gecorreleerd met de

potentiële N-mineralisatie dan de hoeveelheid oplosbaar N. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat hot KCl een sterker extractiemiddel is en ook een deel van de minder afbreekbare organische stof in oplossing brengt.

Er was geen duidelijk verband tussen enerzijds de gehalten aan totaal N en C en de C/N-verhouding van de organische stof en anderzijds de mineralisatie en denitrificatie. Dit geeft aan dat het grootste deel van de organische stof in bodem uit moeilijk afbreekbare organische verbindingen bestaat die geen of een beperkte rol spelen bij mineralisatie en denitrificatie. Gegevens over totaal C- en N- gehalten en de C/N-verhouding zijn dus minder geschikt als indicator voor de mineralisatie en denitrificatie in landbouwgronden op zand en löss.

Vervolg

In het project Sturen op Nitraat wordt gezocht naar een (set van) variabele(n) die als indicator kan worden gebruikt voor nitraatuitspoeling naar het grondwater. De gegevens van potentiële mineralisatie en denitrificatie en de verschillende indicatoren worden in de analyse van Sturen op Nitraat meegenomen.

In enkele veldproeven in de mest- en mineralenprogramma's (398) worden potentiële mineralisatie en denitrificatie bepaald in combinatie met de gewasopname en enkele indicatoren voor bodemkwaliteit.

De resultaten van Sturen op Nitraat en de programma's 398 zullen verder kwantitatief inzicht geven in de landbouwkundige en milieukundige toepasbaarheid van deze indicatoren voor bodemkwaliteit.

Referentie

Velthof, G.L. (2003) Relaties tussen mineralisatie, denitrificatie en indicatoren voor bodemkwaliteit in landbouwgronden, Alterra-Rapport 769, Sturen op Nitraat rapport nr. 6. Alterra, Wageningen, 38 blz..

Voor meer informatie:

Dr.ir. G.L.(Gerard) Velthof Informatieblad 398.38 september 2003

Alterra

Postbus 47, 6700 AA, Wageningen Mest- en Mineralenprogramma's 398-I, 398-II, 398-III

Tel. 0317-474793 Gefinancierd door ministerie LNV

e-mail: Gerard.velthof@wur.nl www.mestenmineralen.nl

figuur 3. Relatie tussen oplosbaar organisch N en mineralisatie (bovenste figuur) en oplosbaar organisch C en denitrificatie (onderste figuur) figuur 2. Relatie tussen potentiële mineralisatie en potentiële denitrificatie 0 5 10 15 20 25 30 35 -1 0 1 2 3 4 5 6 bouwland grasland maisland (3.2, 75) (3.8, 110) potentiële denitrificatie, mg N kg-1 dag-1 potentiële mineralisatie, mg N kg-1 dag-1 -1 0 1 2 3 4 5 6 0 5 10 15 20 25 30 35 bouwland grasland maisland potentiële mineralisatie, mg N kg-1 dag-1

oplosbaar N-gehalte, mg N kg-1 0 5 10 15 20 25 30 35 40 0 100 200 300 400 500 600 bouwland grasland maisland potentiële denitrificatie, mg N kg-1 dag-1

oplosbaar C-gehalte, mg N kg-1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alcohol dehydrogenase I (Adh1p) is the major enzyme responsible for the reduction of acetaldehyde to ethanol through the subsequent oxidation of NADH to NAD + (Fig 3) (Leskovac

This is followed by an overview of why migrant children achieve (or not), and then the factors we choose to investigate in greater detail, namely various language interventions;

7.2 Possible Future Research: Considering Tim Keller’s Model of Contextualisation A case has been made for South African Reformed Baptists to reconsider deliberate,

[r]

Die beheer van d ie konsentrasiekampe in Transvaal het by die militere goewerneur berus en die kampe is geadministreer deur 'n Algemene Superindent wat bygestaan

Besides their anti-apoptotic activity, the synthesised compounds were also evaluated in vitro as competitive inhibitors of MAO-B using a spectrophotometric assay that utilised

I, LESABANE AUDREY MOALUSI, hereby declare that this study, “A public–private partnership between the public and mining sectors to improve the design and implementation of

Let us not forget the words of warning of Leopold Senghor as mentioned earlier – the African Charter of Human and Peoples’ Rights is not a charter of “The Right of African Man”