• No results found

Dertig dagen droog voldoende

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dertig dagen droog voldoende"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wagenings Why Dry-project: weglaten droogstand

geen strategie om blindelings toe te passen

Dertig dagen

droog voldoende

Vraag 1

Kan de droogstand met succes ingekort worden? Ja, dat kan. Het bestaande advies aan melkveehouders gaat uit van een droog-stand van zes tot acht weken. Maar zo’n lange periode om zich voor te bereiden op de volgende lactatie lijken koeien niet nodig te hebben. ‘In principe is een droogstand van dertig dagen voldoende’, zegt Ariëtte van Knegsel, onderzoeker aan Wageningen Universiteit. Haar uit-spraak baseert ze op de resultaten van het project Why Dry. ‘Koeien met een droogstand van dertig dagen produceer-den niet significant minder melk, maar hadden wel hogere gehalten en een be-tere energiebalans aan het begin van de lactatie. Het verkorten van de droog-stand had bovendien geen effect op het celgetal en de biestkwaliteit.’

Ook twee lactaties achter elkaar verkort droogzetten blijkt geen probleem, zo toont het onderzoek aan. ‘Zeker wan-neer koeien twee maanden voor het kal-ven nog een hoge dagproductie hebben en vervetting in de volgende lactatie be-perkt wordt door een aangepast rant-soen te voeren’, zegt Van Knegsel.

Vraag 2

Is het weglaten van de droogstand aan te raden?

Nee, het weglaten van de droogstand, of-wel het doormelken van koeien, is geen strategie die veehouders blindelings toe

kunnen passen bij al hun koeien. ‘Het kost simpelweg te veel melk’, geeft Van Knegsel aan. ‘Oudere koeien zonder droogstand produceerden ruim duizend kilo melk minder dan oudere koeien met zestig dagen droogstand.’

Het voordeel van doormelken is dat de energiebalans aan het begin van de lacta-tie duidelijk verbetert. Maar daar tegen-over staat dat het celgetal van koeien zonder droogstand stijgt, het risico op ver-vetten in de loop van de lactatie toeneemt en de biestkwaliteit afneemt. ‘Het gehalte aan antistoffen in de biest ligt duidelijk lager. Dat komt niet omdat deze koeien minder antistoffen produceren, maar om-dat ze een deel al in de week vóór het af-kalven via de melk kwijtraken.’

Van Knegsel plaatst een nuance. ‘Voor vijf à tien procent van de koeien lijkt doormelken wel geschikt. Dat zijn koei-en met ekoei-en hoge dagproductie aan het eind van de lactatie, een goede persisten-tie en een laag celgetal. Ook zouden aan-passingen in het rantsoen kunnen zor-gen voor een betere persistentie en minder vervetting. Daarmee zouden koeien geschikter zijn voor een systeem zonder droogstand.’

Vraag 3

Is de ideale droogstandslengte voor elke koe hetzelfde?

Nee, het lijkt erop dat sommige koeien meer geschikt zijn voor een strategie

zonder of met een korte droogstand dan andere koeien. Het vervolgproject ‘Droogstand op Maat’ gaat daar dieper op in, vertelt Van Knegsel. ‘We kijken daarin naar onder meer conditiescore en ener-giebalans, diergezondheids- en melkpro-ductiekenmerken, zoals het lactatienum-mer en de afname in melkproductie tussen zestien en twaalf weken voor afkalven.’

Maar ook het genotype zou een rol kun-nen spelen, vervolgt Van Knegsel. ‘Het blijkt dat koeien met een bepaald geno-type voor DGAT, een gen voor vetsamen-stelling, minder dalen in productie na het weglaten van de droogstand dan koeien met een ander genotype voor DGAT.’

In het vervolgproject gaan de onderzoe-kers ook dieper in op de interactie tus-sen droogstandslengte en antibioticum-gebruik en uiergezondheid tijdens de droogstand. Ook kijken de onderzoekers naar de consequenties van verkort droogzetten voor economie, milieu en dierwelzijn. ‘Je zou je kunnen voorstel-len dat het weglaten van de droogstand ook rust geeft en daarom het dierwelzijn verbetert. Koeien hoeven dan niet te wis-selen van rantsoen en blijven in dezelfde groep. Maar of dat ook inderdaad zo is, gaan we onderzoeken.’

Vraag 4

Heeft een verkorte droogstand gevolgen voor het gebruik van droogzetters?

Ja, het verkorten van de droogstand tot dertig dagen zorgt voor een praktisch probleem: de wachttijd van de huidige droogzetters behelst 72 uur na afkalven, uitgaande van gemiddeld 35 of zelfs 42 dagen droogstand. De registratie geldt dus eigenlijk niet voor een kortere droogstandsperiode, geeft Theo Lam aan. Lam is als hoogleraar mastitisma-nagement aan de faculteit Diergenees-kunde betrokken bij het vervolgproject Droogstand op Maat. ‘Dan is er sprake van offlabel gebruik en gelden er sub-stantieel langere wachttijden voor melk na afkalven.’

Van Knegsel noemt de verkorte droog-stand een uitdaging voor farmaceuten. ‘En sowieso speelt het natuurlijk niet bij koeien die zonder droogzetter de droog-stand ingaan.’

Vraag 5

Wat zijn de consequenties van selectief droog-zetten voor het optreden van mastitis? In onderzoek uit 2012 is berekend dat selectief droogzetten volgens de richtlijn gemiddeld 0,6 extra gevallen van

klini-De afronding van het project Why Dry van Wageningen

Univer-siteit is aanleiding om stil te staan bij de droogstand. Wat is de

ideale droogstandslengte? Is doormelken of het weglaten van

de droogstand aan te raden en zorgt selectief droogzetten voor

meer mastitisgevallen? Veeteelt zet aan de hand van zeven

vragen de onderzoeksresultaten op een rij.

tekst Inge van Drie

G E Z O N D H E I D

5 4 V E E T E E L T J A N U A R I 1 / 2 2 0 0 9

5 4 V E E T E E L T J A N U A R I 1 / 2 2 0 1 5

(2)

sche mastitis per jaar geeft op een kop-pel van 100 koeien, geeft Lam aan. ‘De praktij k leert ons dat er melkveebedrij -ven zij n die helemaal geen extra klini-sche mastitis krij gen en soms zelf min-der klinische mastitis. Maar er zij n ook bedrij ven die wel meer gevallen krij gen. De grote lij n is dat er wel gevolgen zij n voor subklinische mastitis, maar dat het meevalt voor klinische mastitis.’ Exacte cij fers over heel Nederland ont-breken, meldt Lam. ‘De sleutel tot succes

Het verkorten van de droogstand heeft geen effect op celgetal en biestkwaliteit

ligt in het uiergezondheidsmanagement; in welke mate is de veehouder in staat om de uiergezondheidsomstandigheden optimaal te houden of te maken?’

Vraag 6

Waar moeten veehouders op letten bij het sa-menstellen van een rantsoen voor een verkorte droogstand?

Bij een verkorte droogstand van dertig dagen kunnen veehouders het ‘normale’ droogstandsrantsoen toepassen, stelt

Symposium

droogstand

Ant Koopmans, onderzoeker voeding bij Schothorst Feed Research. ‘Een specifi e-ke aanpassing is niet nodig. Belangrij k is vooral dat de koeien op een goede ma-nier aan de droogstand beginnen.’ Een goede rantsoenberekening is onmis-baar, geeft Koopmans aan. ‘Een goed droogstandsrantsoen bevat ongeveer 800 tot 850 vem per kilo droge stof en 12 tot 14 procent ruw eiwit, met 14 procent ruw eiwit voor vaarzen.’

Een goed droogstandsrantsoen is daar-naast smakelij k en bevat voldoende structuur, vertelt Koopmans, die ook aanraadt gedurende de hele periode droogstandsmineralen te verstrekken. ‘Zo’n rantsoen kun je samenstellen met graskuil, snij mais en stro in de verhou-ding 40:40:20 met eventueel een aanvul-lende eiwitbron. Een andere optie is een goede kwaliteit natuurhooi, waarbij aan de genoemde kenmerken wordt voldaan. Let er wel op dat het kaliumgehalte in het rantsoen en de kation-anionbalans niet te hoog worden.’

Vraag 7

Hoe beginnen koeien op een goede manier aan de droogstand?

Zorg dat de melkgift voldoende laag is, geeft Ant Koopmans als advies. ‘Het liefst lager dan 12,5 kilogram melk per dag. Dat kunnen veehouders bereiken door tij dens het laatste deel van de lacta-tie de hoeveelheid krachtvoer terug te brengen. Verstrek hoogproductieve die-ren drie à vier weken voor de droogstand geen krachtvoer meer.’ Vooral het verla-gen van het eiwitgehalte in het rantsoen is van belang, benadrukt Koopmans. ‘Een mogelij kheid is om dieren de laat-ste dagen voor het droogzetten alleen hooi te geven en eventueel één keer per dag te melken. De conditiescore moet daarbij niet boven de 3,5 liggen.’ l Ter afsluiting van het project Why Dry organiseert Wageningen Universiteit op vrij dag 6 februari in Wageningen een symposium over droogstand. Op het symposium presenteren onderzoekers de nieuwste droogstandsinzichten op het gebied van onder meer voeding, het gebruik van antibiotica en de lengte van de droogstand.

Meer informatie en aanmelden kan via: http://www.wageningenur.nl/adp

5 5

V E E T E E L T J A N U A R I 1 / 2 2 0 1 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This study attempts to address that research gap by evaluating whether regularity of social media use will influence the consumer outcomes of performance tolerance, stadium match

While frequent milking of an infected udder is used to treat mastitis cases caused by coliforms and other environmental pathogens, severe cases have to be

To investigate and compare the eliciting potential of aphid [RWASA1 and Russian wheat aphid South African biotype 2 (RWASA2)] saliva, in the induction of

Bultmann’s interpretation of the commandment to love one’s neighbour provides a key to the pronouncements in the Jesus tradition in Matthew 19:21 and 26:6-14 about the

Voordat die oorqake van die onruq aan die weAgrenA in die reine gebr~ng kon word,het die ontdekking van diamante langs die vaal- en Hartqriviere tot Pritqe

In an attempt to provide a solution to the problem stated above, the aim of this study is to supply an overview of educational and instructional leadership to determine to what

For instance, if not enough heat is transferred at the beginning of the roasting process (which may be due to the roaster type used or the conditions of the roasting air) the

Learning tasks are regarded as motivational when students perceive that they are related to personal needs, interests and goals, and are of appropriate