• No results found

De inzet van interactieve media bij het tegengaan van verkeerd medicijngebruik

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De inzet van interactieve media bij het tegengaan van verkeerd medicijngebruik"

Copied!
78
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)De inzet van interactieve media bij het tegengaan van verkeerd medicijngebruik. Geschreven als scriptie ter afronding van de opleiding. “Communication and Multimedia Design” Amsterdam. •. •. Stefan Kuijers 500516493 stefan.kuijers@hva.nl Afstudeerbegeleidster: Minke Kampman Afstudeerscriptie S. Kuijers HvA CMD Amsterdam 7 juni 2014. •. •.

(2) De inzet van interactieve media bij het tegengaan van verkeerd medicijngebruik. Geschreven als scriptie ter afronding van de opleiding. “Communication and Multimedia Design” Amsterdam. •. •. Stefan Kuijers 500516493 stefan.kuijers@hva.nl Afstudeerbegeleidster: Minke Kampman Afstudeerscriptie S. Kuijers HvA CMD Amsterdam 7 juni 2014. •. •.

(3) De inzet van interactieve media bij het tegengaan van verkeerd medicijngebruik Geschreven als scriptie ter afronding van de opleiding CMD Amsterdam. Naam student: Studentnummer: Emailadres: Datum oplevering : Afstudeer Begeleidster:. Stefan Kuijers 500516493 stefan.kuijers@hva.nl 07-06-2014 Minke Kampman. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 1.

(4) Dankwoord Ten eerste wil ik diegene bedanken die de eerste plaats heeft in mijn leven. God, dank U voor rust, zelfvertrouwen en inspiratie. Naast God hebben vele anderen deze scriptie mogelijk gemaakt. Een speciaal woord van dank voor: Mijn vrouw, Monika voor steun en inspiratie. Mijn dochtertje, Hadassa (2011) voor het gezelschap tijdens de face-to-face enquête. Mijn zoontje Joshua (2013) voor het helpen typen van deze scriptie. Mijn ouders voor advies, inspiratie en het lenen van de iPad voor de face-to-face enquête. Zussen en zwagers voor leuke gesprekken over afstuderen en feedback op deze scriptie. Minke Kampman, afstudeerbegeleidster, voor het aanmoedigen in het schrijven van dit rapport en veel praktisch advies en ideeën. Alle ouderen die de enquête hebben ingevuld en de panelleden die de applicatie hebben getest. Deze tests zijn het eindproduct zeker ten goede gekomen. De zorgprofessionals voor het meewerken aan de interviews en opstellen van de enquête. Ans en Elly voor het uitdelen van enquêtes in een extramurale zorgpost en bij een 65-plus vereniging. Experts; T.G. van der Schors, Drs. E.G.R. Philipse – Heikoop en S. de Rooij. Hun feedback en ideeën hebben een grote invloed gehad op dit project. Alda voor toegang tot het internet. Alle anderen die geholpen hebben om deze scriptie mogelijk te maken.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 2.

(5) Managerssamenvatting Jaarlijks zijn er 19 000 voorkombare ziekenhuisopnames en 1 250 doden als gevolg van verkeerd medicijngebruik1. Het doel van dit afstudeerproject is om te onderzoeken hoe het verkeerd gebruik van medicijnen, onder 65-plussers in Nederland, tegengegaan kan worden door het inzetten van interactieve media. In het kader van deze scriptie is een enquête uitgevoerd2 waaruit bleek dat de ondervraagde ouderen bekend zijn met het probleem van verkeerd medicijngebruik. Zij zien zichzelf als één van de hoofdverantwoordelijke voor medicijnveiligheid en willen zelf actief zijn in het tegengaan van het probleem. Met deze reden is gekozen om het probleem tegen te gaan door een product voor deze doelgroep te ontwikkelen. Verkeerd medicijngebruik kent een scala van oorzaken. Instanties zetten verschillende interventiemethoden in om deze oorzaken tegen te gaan, maar weinig van deze methoden benaderen het probleem vanuit de patiënt. In overleg met een expert op het gebied van medicijngebruik zijn de volgende oorzaken gekozen, die tegengegaan kunnen worden door interactieve media. ● Medicijngebruik van patiënt is niet (volledig) bekend bij zorgverleners ● Therapieontrouw Therapieontrouw is één van de grootste oorzaken van verkeerd medicijngebruik en komt voor in veel verschillende vormen. In overleg met een expert is gekozen te focussen op de volgende vormen van therapieontrouw; verminderde cognitie3, dubbelmedicatie4 en eigen inbreng op medicijngebruik5. Op basis van de enquête, een expert review met een apotheker en interviews met zorgverleners is vastgesteld waar het product aan moet voldoen. Ook zijn er usecases opgesteld. Al het genoemde onderzoek leidde tot het volgende concept: een tabletapplicatie waarmee herinneringen ingesteld kunnen worden en medicijninformatie wordt verstrekt. De applicatie controleert of er geen gevaarlijke medicijncombinaties worden gebruikt. Ook biedt de applicatie de mogelijkheid om gemakkelijk een medicatieoverzicht te delen met medische professionals. Dit concept is op iteratieve wijze uitgewerkt tot een prototype. Tijdens het ontwikkelen van het prototype zijn er usability-tests uitgevoerd en zijn er experts geraadpleegd. De conclusie van dit onderzoek is dat interactieve media een belangrijke rol kunnen spelen in het tegengaan van verkeerd medicijngebruik. Het gemaakte prototype is een aanzet tot een oplossing die nog verder ontwikkeld en getest zal moeten worden.. 1 2 3 4 5. Ongepubliceerd onderzoek schat, 20 000 ziekenhuis opnames en 2 000 doden op jaarbasis (Leendertse, A. UvA) Met een bereik van 64 ouderen. Leidt tot het vergeten van innamemomenten, dosis en reden van inname. Voorbeeld: Een medicijn wordt in een nieuwe verpakking verstrekt en patiënt denkt dat het een nieuw medicijn is. Vervolgens wordt medicijn in de oude en nieuwe verpakking gelijktijdig gebruikt. Bijvoorbeeld dat de patiënt medicijnen bij de drogist haalt en deze naast voorgeschreven medicijnen gebruikt.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 3.

(6) Index Dankwoord...........................................................................................................................................2 Managerssamenvatting.........................................................................................................................3 Hoofdstuk 1: Introductie.......................................................................................................................9 1.1 Verkeerd medicijngebruik als afstudeerproject..........................................................................9 1.2 Afbakening.................................................................................................................................9 1.3 Structuur.....................................................................................................................................9 1.3.1 Hoofdvraag.......................................................................................................................10 1.3.2 Deelvragen.......................................................................................................................10 1.4 Methodiek................................................................................................................................11 1.4.1 Deskresearch....................................................................................................................11 1.4.2 Interviews.........................................................................................................................11 1.4.3 Enquête.............................................................................................................................11 1.4.4 Expert review...................................................................................................................12 1.4.5 Usability-tests...................................................................................................................12 Hoofdstuk 2: Oorzaken en interventiemethoden................................................................................17 2.1 Oorzaken en interventiemethoden in de literatuur...................................................................17 2.2 Oorzaken en interventiemethoden in de praktijk.....................................................................18 2.3 Oorzaken en interventiemethoden volgens een expert............................................................19 2.4 Rol van een interactief product................................................................................................20 2.5 Bestaande initiatieven..............................................................................................................21 2.6 Conclusie oorzaken en interventiemethoden...........................................................................22 Hoofdstuk 3: 65-plussers....................................................................................................................25 3.1 Eigen kijk op verkeerd medicijngebruik..................................................................................25 Bewustheid gevaren verkeerd medicijngebruik...................................................................25 Kennis van maatschappelijk probleem.................................................................................25 Interesse veranderen maatschappelijk probleem..................................................................25 Bereidheid van eigen participatie in oplossen probleem......................................................26 3.2 Richting een oplossing voor 65-plussers.................................................................................26 3.2.1 Mediabezit........................................................................................................................26 3.2.2 Het kiezen van een geschikt medium...............................................................................27 3.2.2 Voorlopig concept............................................................................................................27 3.3 Conclusie doelgroep................................................................................................................28 Hoofdstuk 4: Product voor 65-plussers..............................................................................................31 4.1 Het concept..............................................................................................................................31 4.2 Richtlijnen................................................................................................................................31 4.3 Eerste opzet van het product....................................................................................................32 4.3.1 Technische architectuur....................................................................................................32 4.3.2 Interface...........................................................................................................................34 4.3.3 Expert opinion..................................................................................................................35 4.3.4 Ontwikkelproces..............................................................................................................35 4.4 Eerste ontwikkeliteratie...........................................................................................................36 4.4.1 Paneltest...........................................................................................................................36 4.4.2 Expert opinion..................................................................................................................38 4.5 Tweede ontwikkeliteratie.........................................................................................................39 4.5.1 Design..............................................................................................................................39 4.5.2 Paneltest...........................................................................................................................43 4.5.3 Expert review...................................................................................................................45 4.6 Uiteindelijke product...............................................................................................................46 Hoofdstuk 5: Conclusie......................................................................................................................49 Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 4.

(7) 5.1 Interactieve media tegen verkeerd medicijngebruik................................................................49 5.2 Discussie..................................................................................................................................50 5.3 Aanbevelingen.........................................................................................................................50 6. Literatuur........................................................................................................................................55 7. Bijlagen...........................................................................................................................................57 7.1 Interviews.................................................................................................................................57 7.2 Enquête....................................................................................................................................58 7.3 Enquête resultaten....................................................................................................................60 7.4 CBS Mediagebruik..................................................................................................................64 7.5 Usecases...................................................................................................................................64 7.6 Flowchart A3............................................................................................................................67 7.7 Overzicht gekozen technieken en frameworks........................................................................68 7.8 Versiontracking in Github........................................................................................................69 7.9 Notulen eerste paneltests.........................................................................................................70 7.10 Notulen tweede paneltest.......................................................................................................72 7.11 Database design.....................................................................................................................74 7.11.1 Device database design..................................................................................................74 7.11.2 API database design.......................................................................................................75 7.12 Uiteindelijke status prototype................................................................................................75. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 5.

(8) “A spoonful of sugar helps the medicine go down” Mary Poppins. but a good app will be great too .....

(9) 1 Introductie. 1 Introductie.

(10) 1. 1 eitcudortnI.

(11) Hoofdstuk 1: Introductie 1.1 Verkeerd medicijngebruik als afstudeerproject Uit onderzoek van UIPS6 blijkt dat er Jaarlijks minimaal 19 000 ziekenhuis opnames en 1 250 doden als gevolg van verkeerd medicijngebruik zijn (Bemt et al, 2006). De oorzaak hiervan ligt onder anderen bij gebrekkige medicijninformatie en bij miscommunicatie tussen verschillende zorgverleners. Uit ongepubliceerd onderzoek van UvU blijkt dat het aantal gevallen van verkeerd medicijngebruik is toegenomen over de afgelopen jaren (Leendertse, A. N.p.). Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat het verkeerd gebruik van medicijnen vooral voorkomt bij 65-plussers (Lemmens et al, 2013). De toename van verkeerd medicijngebruik lijkt dan ook een logisch gevolg van de vergrijzing. Het doel van dit afstudeerproject is om te onderzoeken of, en hoe, interactieve media ingezet kunnen worden om verkeerd medicijngebruik onder 65-plussers in Nederland tegen te gaan. Het eindproduct is een prototype van een tabletapplicatie voor 65-plussers die het gebruik van medicijnen veiliger maakt.. 1.2 Afbakening Tijdens dit onderzoek zijn de volgende vormen van verkeerd medicijngebruik niet in overweging genomen: Medicijngebruik in combinatie met drugs of alcohol en bewust verkeerd gebruik van medicijnen. Verder is er besloten alleen aandacht te besteden geregistreerde medicijnen. Wisselwerkingen tussen medicijnen worden medicijninteracties genoemd. Medicijninteractie is een zeer complex onderwerp. Er zijn namelijk niet alleen enkelvoudige interacties, bijvoorbeeld; Medicijn A kan niet met medicijn B samen, maar ook meervoudige, bijvoorbeeld; A en B gaan goed samen mits C gebruikt wordt. Er bestaan ook conditionele interacties waarbij medicijnen wel of niet samengaan onder bepaalde voorwaarden zoals: gebruiksduur, ziektebeeld of het metabolisme van de patiënt. De gestelde project periode waarbinnen dit afstudeerproject afgesloten moest worden was niet lang genoeg om deze complexe interacties mee te nemen in het ontwerp van het prototype. Hoewel een groter deel van de doelgroep bereikt zou kunnen worden door het interactieve product voor meerdere media te ontwikkelen is gekozen om nu één medium te kiezen. Door één medium te kiezen is er meer tijd beschikbaar voor vooronderzoek en usability-tests.. 1.3 Structuur Het doel van mijn afstudeerproject is het onderzoeken hoe interactieve media ingezet kunnen worden om verkeerd medicijngebruik onder 65-plussers tegen te gaan. Om dit doel te bereiken is er een hoofdvraag opgesteld. Deze is onderverdeeld in deelvragen en subvragen die op de vele aspecten van de probleemstelling en oplossingsrichtingen ingaan. In deze scriptie komen de deelvragen één voor één aan bod. De antwoorden op de deelvragen leiden vormen het antwoord op de hoofdvraag. 6. Utrecht Institue for Pharmaceutical Sciences. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 9.

(12) 1.3.1 Hoofdvraag Hoe kan een interactieve applicatie verkeerd medicijngebruik onder 65-plussers in Nederland tegengaan?. 1.3.2 Deelvragen De eerste deelvraag verkent het probleem en wordt beantwoord door een samenvattende lijst van oorzaken van verkeerd medicijngebruik die tegengegaan kunnen worden door het inzetten van interactieve media. Deze deelvraag wordt beantwoord in hoofdstuk 2: Oorzaken en Interventiemethoden verkeerd medicijngebruik. 1 - Welke oorzaken van verkeerd medicijngebruik onder 65-plussers kunnen worden tegengegaan door het inzetten van interactieve media en welke bestaande interventiemethoden worden tegen deze oorzaken ingezet? Toen duidelijk was welke oorzaken tegengegaan kunnen worden met een interactief product is onderzocht, of de doelgroep behoefte heeft aan een interactieve oplossing voor het probleem. Daarnaast wordt bij deze deelvraag ook onderzoek gedaan naar praktijkvoorbeelden van verkeerd medicijngebruik. Deze deelvraag wordt behandeld in onderdeel 3.1: Eigen kijk op verkeerd medicijngebruik. 2 - Hoe zien 65-plussers het verkeerd gebruik van medicijnen? Na het onderzoeken van de behoefte aan een oplossing onder 65-plussers is de vorm van het product behandeld. Dit door te onderzoeken voor welk medium het interactieve product geschikt is. Zie onderdeel 3.2: Richting een oplossing voor 65-plussers. 3 - Welke interactieve media, waarover 65-plussers beschikken, zijn het best geschikt voor de interactieve applicatie? Voor elk medium, elke doelgroep en elk soort applicatie bestaan bewezen principes die bijdragen aan de gebruiksvriendelijkheid van het product. Om het uiteindelijke product goed aan te laten sluiten bij de doelgroep is er onderzoek gedaan naar die richtlijnen. Dit onderwerp wordt behandeld in onderdeel 4.2: Richtlijnen 4 - Hoe kunnen bestaande design richtlijnen en best practises ingezet worden om de interactieve applicatie geschikt te maken voor 65-plussers? De doelgroep, het doel en het medium staan vast. De laatste deelvraag richt zich op de realisatie van het product. Hier wordt behandeld hoe de gebruiker door de applicatie navigeert, welke technieken en frameworks er zijn gebruikt en hoe het ontwikkelingsproces is opgezet. Deze deelvraag wordt behandeld in hoofdstuk 4: Product voor 65-plussers. 5 – Hoe kan het eindproduct het beste worden ontwikkeld?. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 10.

(13) 1.4 Methodiek Om tot de resultaten te komen die genoemd zijn in dit onderzoek zijn verschillende onderzoeksmethoden ingezet. Per methode volgt een beschrijving en hoe deze is ingezet.. 1.4.1 Deskresearch Deze methode is ingezet bij het onderzoeken van deelvraag één, drie, vier en vijf. Bij het inzetten is er gebruik gemaakt van de universitaire methode waarbij een lijst met sleutelwoorden en databanken wordt opgesteld door middel van vooronderzoek. Na dit vooronderzoek zijn in- en exclusiecriteria opgesteld waarmee de resultaten verder werden gefilterd. De bronnen zijn daarna op betrouwbaarheid beoordeeld, wat leidde tot een lijst van relevante bronnen.. 1.4.2 Interviews Er zijn een viertal diepte interviews uitgevoerd met zorgprofessionals. Hiermee zijn interventiemethoden die ingezet worden tegen verkeerd medicijngebruik en praktijkvoorbeelden van verkeerd medicijngebruik in beeld gebracht. Het resultaat van deze interviews is gebruikt om deelvraag één te beantwoorden. Tijdens de interviews werd de zorgprofessional gevraagd om het proces van verstrekken van medicatie aan de patiënt te omschrijven. Daarnaast zijn de volgende vragen gesteld: - Wat is uw beroep? - Verstrekt u zelf medicijnen aan patiënten? - Kan het proces van medicijngebruik goed worden samengevat in de volgende fasen? constatering Symptomen, besluit overgaan tot medicijngebruik of niet, besluit welk medicijn, verstrekking, toedienen medicijn, monitoren van effect - Zou u kunnen omschrijven hoe het proces van het verkrijgen van medicijnen verloopt voor de patiënt, van constatering van symptomen tot het toedienen van de medicatie? Waar nodig, zijn de geïnterviewde per fase de volgende vragen gesteld: - Kunt u beschrijven hoe deze fase normaal verloopt? - Wie zijn er betrokken bij deze fase? - Welke van de betrokkenen is/zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor gemaakte beslissingen? Tijdens het interview is er ook gevraagd naar praktijkvoorbeelden.. 1.4.3 Enquête Of het probleem van verkeerd medicijngebruik ook tot een behoefte leidt aan een interventiemethode die 65-plussers zelf inzetten, is onderzocht door middel van een enquête. De enquête heeft de volgende variabelen gemeten: ● ● ● ●. Bewustheid gevaren verkeerd medicijngebruik Kennis van maatschappelijk probleem Interesse veranderen maatschappelijk probleem Bereidheid van eigen participatie in oplossen probleem. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 11.

(14) Om een goed beeld te krijgen van de 65-plussers en onderzoek te doen naar praktijksituaties waarin verkeerd medicijngebruik kan voorkomen, is besloten de enquête zoveel mogelijk face-to-face7 uit te voeren. Voor het opzetten van de enquête is literatuuronderzoek gedaan naar vraagstelling en enquêtetechnieken. Daarna is er een opzet gemaakt die door meerdere zorgverleners, die werkzaam zijn onder 65-plussers, is nagekeken. Het advies van de zorgverleners is in de enquête verwerkt. De enquête is online aangeboden, in verzorgingstehuizen uitgedeeld, in een vereniging voor 65plussers uitgedeeld en face-to-face uitgevoerd in een woonwijk met veel seniorenwoningen. Een overzicht van de resultaten van de enquête is te vinden in bijlage 7.3 Enquête resultaten.. 1.4.4 Expert review Er zijn drie verschillende experts geraadpleegd. Twee op het gebied van medicijngebruik en één op het gebied van web-ontwikkeling. Vóór het afnemen van een expert review werd een lijst opgesteld met vragen die eerst onderzocht werden met een kort literatuuronderzoek. Het literatuuronderzoek zorgde voor de nodige kennis van het vakjargon van de experts om de review efficiënt af te nemen. Daarnaast zijn de vragen op basis van het vooronderzoek aangepast en sommige zelfs geschrapt aangezien deze al op basis van betrouwbare bronnen beantwoord waren. De volgende experts zijn geraadpleegd: ● T.G. van der Schors, ziekenhuisapotheker en voormalig voorzitter van de medische staf bij het Westfriesgasthuis. Hij heeft geholpen de oorzaken van verkeerd medicijngebruik samen te vatten en heeft feedback gegeven op het eerste concept. Aan het eind van het onderzoek is de scriptie en het prototype aan hem gepresenteerd waar hij ook feedback op heeft gegeven. ● Drs. E.G.R. Philipse - Heikoop, apotheker Kring apotheek Hoorn Kersenboogerd. Zij heeft de usecases gecontroleerd, feedback gegeven op het prototype en uitgebreid feedback gegeven op het concept. Daarbij heeft zij ook geholpen om te bepalen welke medicijninformatie relevant is voor de patiënt. ● S. de Rooij, web-ontwikkelaar werkzaam bij Syslogic, heeft mij geadviseerd welke technieken en frameworks het best gebruikt kunnen worden voor het prototype. Na een eerste opzet hebben wij best-practises besproken en heeft hij feedback gegeven op mijn code, database design, MVVM (Model View ViewModel8) structuur van de frontend-app en de globale applicatiestructuur.. 1.4.5 Usability-tests Tijdens het ontwikkelen van het prototype zijn er verschillende testmomenten met 65-plussers georganiseerd waarna de feedback gebruikt is om het prototype verder te ontwikkelen. Er is gekozen om één voor één met de ouderen te testen om een zo objectief mogelijk resultaat te behalen. Dit met oog op de betrouwbaarheid van de tests. 7Wanneer de enquête als een gestructureerd interview wordt uitgevoerd waarbij ruimte is voor doorvragen en observatie. 8Dit is een manier om code op te delen in verschillende componenten op basis van hun taak in de applicatie. Hierbij worden onder andere representatie, data en interactie van elkaar gescheiden. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 12.

(15) Voorafgaand aan een usability-test zijn testcases geschreven, bestaande uit situaties waarin de gebruiker een bepaalde taak wil uitvoeren. De testcases zijn gebaseerd op de usecases die tot stand zijn gekomen door de uitgevoerde enquête en interviews. De gebruiker werd gevraagd om taken uit te voeren en daarbij hardop na te denken. Bij de tests kregen de testpersonen doosjes met medicijnen en doktersrecepten uitgereikt om de testcases zo realistisch mogelijk te maken. Bij de tweede ronde tests werd ook een stylus aangeboden zodat alle ouderen dezelfde ervaring hadden met het bedienen van de tablet wat de resultaten betrouwbaarder heeft gemaakt. Bij de tests was altijd een begeleider aanwezig die de testpersonen uitlegde wat er van hen verwacht werd en hen daarna te observeren. Bij het observeren werd vooral gelet op twee punten; Informatie architectuur – Of de gebruiker zich bewust was waar hij/zij zich bevond in de applicatie, hoe hij/zij naar andere schermen kon navigeren en welke opties/acties er mogelijk waren op een scherm. Implementatie Model – Of een actie van een gebruiker leidde tot een verwachte reactie van het systeem. Bij het verwerken en analyseren van de observaties is gezocht naar verbanden tussen momenten waarop de informatie architectuur onduidelijk was of het implementatie model niet paste bij het mentale model9 van de gebruiker. Hierbij is meegewogen of ouderen eerder een tablet of smartphone hebben gebruikt of niet. De resultaten van de usability-test toonden aan welke onderdelen van de applicatie gebruiksvriendelijk zijn en welke nog verbeterd moesten worden. Per ontwikkeliteratie is er een formulier opgesteld waarin de stappen van de testcase stonden beschreven. Deze formulieren zijn gebruikt om de tests te documenteren. Van elke iteratie is één formulier met aantekening bijgevoegd10 (zie bijlage 7.9 Notulen eerste paneltest & 7.10 Notulen tweede paneltest).. 9. Hoe de gebruiker denkt dat het product werkt. Op basis hiervan heeft de gebruiker verwachtingen van hoe de applicatie op zijn interactie zal reageren (Cooper, Alan. Pagina 30). 10 Alle notulen en andere documentatie van dit onderzoek kan worden opgevraagd bij de auteur. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 13.

(16) “A spoonful of sugar helps the medicine go down” Mary Poppins. but a good app will be great too .....

(17) 2. Oorzaken en interventiemethoden. 2. Oorzaken en interventiemethoden.

(18) 2. Oorzaken en interventiemethoden. 2. Oorzaken en interventiemethoden.

(19) Hoofdstuk 2: Oorzaken en interventiemethoden In dit hoofdstuk wordt het fundament van dit onderzoek gelegd door de oorzaken van verkeerd medicijngebruik en de bestaande interventiemethoden in kaart te brengen. Het resultaat is een lijst met oorzaken en interventiemethoden. Uit deze lijst worden de oorzaken gekozen die bestreden kunnen worden door de inzet van interactieve media. Ook is er onderzoek gedaan naar bestaande interventie methoden die ingezet worden om verkeerd medicijngebruik tegen te gaan. De bestaande interventiemethoden dienen als voorbeeld en inspiratie bij het maken van het uiteindelijke product. In dit hoofdstuk wordt de volgende deelvraag beantwoord: Welke van de oorzaken van verkeerd medicijngebruik onder 65-plussers, kunnen worden tegengegaan door het inzetten van interactieve media en welke bestaande interventiemethoden worden er nu ingezet? Om hier een duidelijk beeld van te krijgen zijn de volgende onderzoeksmethoden ingezet: Onlinedeskresearch, half-gestructureerde interviews en een expert review.. 2.1 Oorzaken en interventiemethoden in de literatuur Dit literatuuronderzoek heeft veel bronnen opgeleverd waaruit vier bronnen zijn gekozen. Deze bronnen geven samen een compleet overzicht van de oorzaken en interventiemethoden van verkeerd medicijngebruik. Onderzoeksrapport, Polyfarmacie bij kwetsbare ouderen, is een uitgebreide studie naar oorzaken van verkeerd medicijngebruik bij ouderen en interventiemethoden die daartegen in worden gezet (Lemmens L.C., 2013). In deze bron worden de oorzaken van verkeerd medicijngebruik onderverdeeld in drie categorieën op basis van interventie methode. De indeling is te zien het diagram rechts. Aan de rechterkant van het diagram staan detectiemogelijkheden die ingezet worden tegen verkeerd medicijngebruik. In aanvulling op de bovengenoemde oorzaken noemt Lekkerkerk veel praktijkvoorbeelden van verkeerd medicijngebruik waarvan de meesten één van de volgende oorzaken kennen (lr. T. Lekkerkerk, 2011). ● Suboptimale samenwerking tussen zorginstanties. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 17.

(20) ● Patiënt onvoldoende betrokken bij besluitvorming Dr. P. van de Bernt en Dr. A. Leendertse, bevestigen de eerder genoemde oorzaken en interventiemethoden in onderzoek (Dr. P. Bernt et al, 2012 & Dr. A. Leendertse et al, 2012). Daarnaast worden in de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij Ouderen vele interventiemethoden waaronder; medicatiebeoordeling11, gebruik start- en stopcriteria12 en betere communicatie tussen zorgverleners (Dr. A. Leendertse et al, 2012).. 2.2 Oorzaken en interventiemethoden in de praktijk Om de resultaten van het literatuuronderzoek te valideren en praktijkvoorbeelden te verzamelen zijn er interviews met vier zorgverleners afgenomen. Er is gekozen voor professionals in verschillende posities: een verpleegkundige, een extramuraal verzorgende IG, een helpende zorg en welzijn en een Physician Assistant. Alle geïnterviewden hebben meerdere gevallen van verkeerd medicijngebruik meegemaakt en drie van hen wisten meteen een praktijkvoorbeeld te noemen. Het belangrijkste resultaat van deze interviews is het inzicht dat de apotheek een belangrijke rol speelt in de medicatiebewaking13. Ook beschikt de apotheek over de meeste kennis wat betreft medicijninteracties. Tijdens deze interviews kwamen interventiemethoden ter sprake die ook in het literatuuronderzoek genoemd zijn waaronder: medicatiebewaking, gesloten voorschrijfsystemen14 en landelijke richtlijnen. Bovendien werden de volgende, nog niet eerder genoemde, interventiemethoden genoemd. Baxter-rol tegen therapieontrouw – In verzorgingstehuizen en bij thuiswonende patiënten wordt sinds een paar jaar de baxter-rol ingezet tegen therapieontrouw. Voor elk innamemoment zijn de medicijnen in een zakje gestopt. Alle zakjes zitten aan elkaar en worden opgerold verstrekt, zie afbeelding rechts. Deze manier van medicijnvestrekken helpt vele patiënten hun medicijngebruik te organiseren. Op deze manier is de kans van het vergeten van innemen of dubbel innemen kleiner. Deze preventie methode kan echter ook een oorzaak zijn van verkeerd medicijngebruik zoals blijkt uit het volgende praktijkvoorbeeld: Een apotheek had de slaappil in het zakje van de ochtend had gedaan i.p.v. het zakje wat voor het slapen gaan ingenomen moest worden. Medicatiebewaking apotheek – De apotheek heeft de expertise op het gebied van medicijninteracties en de precieze werking van medicijnen. Deze instantie heeft dan ook een leidende rol in medicatiebewaking met als doel verkeerde medicijninteracties te voorkomen. Het komt in de praktijk vaak voor dat het medicatieoverzicht van de apotheek niet compleet is door 11 Onafhankelijke beoordeling van de farmaceutische behandeling van een patiënt. Hierin wordt gekeken of de patiënt de juiste medicijnen in de juiste hoeveelheden krijgt en of alle medicijnen nog nodig zijn. 12 Gedocumenteerde criteria wanneer en waarom overgegaan zou moeten worden tot medicijngebruik en wanneer, en onder welke voorwaarden, het gebruik stop gezet kan worden. 13 Het proces waarin, gecontroleerd wordt of de combinatie van medicijngebruik, en hoeveelheden daarvan, veilig is. 14 Digitaal voorschrijfsysteem waar van voorschrijver, apotheker en transporteur in samenwerken. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 18.

(21) slechte communicatie tussen zorginstanties en gebrek aan betrokkenheid van de patiënt. Meerdere van de geïnterviewde noemden situaties waarin de apotheek een medicijn dat door de dokter was voorgeschreven, had geblokkeerd met oog op de gezondheid van de patiënt. Hoewel dit een goede beslissing was, was dit niet gecommuniceerd met het verzorgingstehuis of de dokter. Hierdoor moest de patiënt onnodig lang wachten op uiteindelijke behandeling. Een volledig overzicht van de interviews en aantekeningen daarvan zijn te vinden in bijlage 7.1 Interviews.. 2.3 Oorzaken en interventiemethoden volgens een expert Op basis van het literatuuronderzoek en de interviews is een samenvattende lijst opgesteld van oorzaken en interventiemethoden. Deze lijst is voorgelegd aan Tjalling G. van der Schors. Tjalling van der Schors stelt dat therapieontrouw een onderschatte oorzaak van verkeerd medicijngebruik is. Therapieontrouw is onder 65-plussers één van de hoofdoorzaken van verkeerd medicijngebruik. De ziekenhuisapotheker noemde dat therapieontrouw vaak thuis plaatsvindt waarbij het medicijngebruik in eigen beheer is. Het is dan ook erg lastig om vanuit een zorginstantie deze oorzaak tegen te gaan. In overleg met T.G. van der Schors is een uiteindelijke lijst van oorzaken en interventiemethoden opgesteld die verder besproken wordt in het volgende onderdeel.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 19.

(22) 2.4 Rol van een interactief product Tijdens eerder literatuuronderzoek werd een indeling van oorzaken gemaakt op basis van interventiemethoden (Lemmens L.C., 2013). Deze indeling is opnieuw toegepast op de bovengenoemde lijst van oorzaken en interventiemethoden die in overleg met T.G. van der Schors is opgesteld. Het resultaat is de onderstaande tabel. In deze tabel staan de interventiemethoden gesorteerd op tijd van voorkomen in het proces van medicijnverstrekking. De fasen van het proces staan in de meest linkerkolom.. Fasen proces Oorzaken. Interventiemethoden. Voorafgaand aan Gebrek aan kennis bij voorschrijvers en voorschrijven afleveraars (behandelen multimorbiditeit). Professionalisering medische staf. Verzorgend personeel niet gekwalificeerd voor geneesmiddeltoediening. Professionalisering medische staf. Beroepsstandaarden niet geschikt in geval van multimorbiditeit. Formularia (Beroepsrichtlijnen). Medicijngebruik van patiënt is niet volledig bij zorgverleners bekend. Elektronisch Patiënten Dossier. ICT onvoldoende faciliterend. Medicijngebruik kan niet, of niet gemakkelijk, worden uitgewisseld of informatie is niet beschikbaar. Detectie informatie systemen (HIS, AIS, ZAIS, EVS). Voorschrijven. Patiënt onvoldoende betrokken bij Detectie door patiënt en besluitvorming en onvoldoende geïnformeerd verzorgende Voorschrijven, Afleveren, Toedienen. Suboptimale samenwerking tussen zorginstanties (huisarts, apotheker, verzorgende). Detectie door voorschrijvers en afleverlaars. Verbetering in samenwerking.. Gebruik. Therapieontrouw. Baxter-rol, Begeleiding Verzorgende. Evaluatie. Medicatiebeoordeling wordt niet of niet goed Medicatiecheck uitgevoerd. Deze tabel laat zien dat er al verschillende interventiemethoden ingezet worden en dat bijna alle methoden vanuit de instanties komen. Tijdens het eerste expert review met T.G. van der Schors kwam naar voren dat er twee oorzaken zijn die ook mogelijk vanuit de patiënt bestreden kunnen worden. Het betreft; 'medicijngebruik niet volledig bij zorgverleners bekend' en 'therapieontrouw'. Bestaande initiatieven die vanuit de patiënt tegen één van deze twee oorzaken ingezet worden zijn behandeld in onderdeel; 2.5 bestaande initiatieven. Tijdens een tweede expert review met T.G. van der Schors is besproken op welke wijze de twee eerder genoemde oorzaken tegengegaan kunnen worden. Hij ziet het inzetten van interactieve media hierin als reële optie. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 20.

(23) In dit tweede review kwam ook naar voren dat therapieontrouw vele oorzaken kent. T.G. van der Schors raadde mij aan om het onderzoek te richten op een subset van oorzaken van therapieontrouw. T.G. van der Schors heeft mij gewezen op de verantwoordelijkheden van artsen en apothekers. Zij hebben de verantwoordelijkheid welke medicijnen de patiënt moet krijgen en maken gerichte beslissingen. Soms worden er zelfs gekozen om bewust twee medicijnen te gebruiken die een negatieve interactie kunnen veroorzaken. Dit risico kan genomen worden omdat het niet gebruiken van medicatie, ergere gevolgen zou hebben dan de medicijninteractie teweeg zou brengen. Met deze reden zal de applicatie geen medicatiebewaking inzetten tussen voorgeschreven medicijnen.. 2.5 Bestaande initiatieven T.G. van der Schors noemde één initiatief wat de oorzaak; 'medicijngebruik niet volledig bij zorgverleners bekend' probeerde tegen te gaan. Dit initiatief bestond eruit patiënten medicatieoverzichten mee te geven zodat deze door de patiënt aan alle zorgverleners getoond kon worden. De papieren overzichten werden niet door de patiënten meegenomen waardoor dit initiatief is stopgezet. Uit dit voorbeeld kan geconcludeerd worden dat om deze oorzaak tegen te gaan, het product makkelijk mee te nemen moet zijn. Door het product voor een smartphone, tablet of laptop te maken wordt aan deze voorwaarde tegemoet gekomen. Een bestaand interventie initiatief wat vanuit de patiënt werkt, is gericht op het beheren van medicatie. Een voorbeeld hiervan is een pillendoos met alarm, zie afbeelding rechts. Dit product geeft de patiënt de mogelijkheid om zelf in te voeren wanneer, welk medicijn ingenomen moet worden. Dit concept richt zich specifiek op één onderdeel van de oorzaak van therapieontrouw namelijk: 'vergeten van innamemomenten'. Vooral voor 65-plussers is dit een goede eerste stap richting een oplossing. Dit concept is echter beperkt in zijn werking, omdat het niet gemakkelijk te delen is met medische professionals en er geen vangnet is voor mogelijke medicijninteracties. Er bestaat vooralsnog geen product dat meerdere oorzaken van therapieontrouw tegengaat. Het zelfde concept van de pillendoos met alarm bestaat ook in de vorm van smartphone en tabletapplicaties. Voor dit onderzoek zijn zes applicaties getest en beoordeeld op bruikbaarheid. De applicatie die mijn inziens het beste functioneert heet Medisafe (zie afbeelding links). Het startscherm is een pillendoos die de medicijnen die deze dag ingenomen moeten worden laat zien. Het sterke aan deze applicatie is dat de gebruiker zelf bepaalt hoe het medicijnicoon eruitziet Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 21.

(24) zodat ze aan het icoon kunnen zien welk medicijn het is. Hoewel deze applicatie ook voor ouderen bedoeld is zijn de knoppen en is de tekst erg klein. Na het beoordelen van deze en de andere vijf applicaties, Medidoz, MedDose, My Pillbox, Medica Reminders en Medicine schedular, zijn de volgende richtlijnen geformuleerd: ● Knoppen moeten en tekst moet groot genoeg zijn voor ouderen. ● De koppeling tussen innamemomenten en medicijnen moet duidelijk zijn voor de gebruiker. ● De gebruiker moet de naam van het medicijn gemakkelijk kunnen zien om zo te controleren of de medicijnen goed in de applicatie staan.. 2.6 Conclusie oorzaken en interventiemethoden Uit het literatuuronderzoek, de interviews en het eerste expert review is duidelijk geworden dat verkeerd medicijngebruik een scala van oorzaken kent die niet door één applicatie opgelost kunnen worden. Twee van de oorzaken, therapieontrouw en onvolledig overzicht medicijngebruik patiënt, kennen nog geen duidelijke interventiemethode vanuit de patiënt. Er bestaat nog geen interactief product dat de twee voorgenoemde oorzaken tegengaat. Op basis van het tweede expert review is duidelijk geworden dat een interactief product ingezet kan worden om de voorgenoemde oorzaken van verkeerd medicijngebruik tegen te gaan.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 22.

(25) 3 65-plussers. 3 65-plussers.

(26) 3. 3 sressulp-56.

(27) Hoofdstuk 3: 65-plussers 3.1 Eigen kijk op verkeerd medicijngebruik Om te onderzoeken hoe 65-plussers tegen verkeerd medicijngebruik aankijken is een enquête15 uitgevoerd. De enquête is ingevuld door 64 ouderen en 34 van deze enquêtes zijn face-to-face afgenomen. De resultaten worden in dit hoofdstuk besproken en zijn ingedeeld op de variabelen waar deze enquête inzicht in heeft geboden. Bewustheid gevaren verkeerd medicijngebruik De respondenten is gevraagd aan te geven hoe gevaarlijk verkeerd medicijngebruik naar huns inziens is. In het diagram rechts is duidelijk te zien dat het overgrote deel (79%) 16 van de respondenten verkeerd medicijngebruik omschrijft als erg gevaarlijk of gevaarlijk. Kennis van maatschappelijk probleem Respondenten werden in de enquête op de hoogte gesteld van het aantal voorkombare zienhuisopnames en doden naar aaleiding van verkeerd medicijngebruik. 64% omschreef de situatie als ‘zeer zorgelijk’. Dit geeft inzicht in de kennis van de doelgroep van het maatschappelijke probleem. Interesse veranderen maatschappelijk probleem Het diagram aan de rechterkant laat zien dat 79% van de ondervraagde het oplossen van verkeerd medicijngebruik een hoge (23%) tot zeer hoge (56%) prioriteit gaven. Dit resultaat bewijst dat de respondenten dit maatschappelijke probleem van verkeerd medicijngebruik opgelost willen zien.. 15 Zie bijlage 7.2 Enquête voor de enquête zoals deze, na aanpassingen op basis van feedback van zorgverleners is uitgedeeld en afgenomen. De online enquête kan nog steeds bezocht worden op enquete.stefankuijers.nl. 16 De gebruikte analytics tool kent een perline afrondingsmodel. Het kan zijn dat het totaal percentage na optellen 1% boven of onder de 100% uitkomt. Aangezien voor deze deelvraag de verhoudingen belangrijker zijn dan de precieze percentages is deze afronding-slordigheid niet gecorrigeerd. Dit geld voor alle diagrammen in onderdeel 3.1 Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 25.

(28) Bereidheid van eigen participatie in oplossen probleem De resultaten in het staafdiagram laten zien dat medicijn verstrekkende instanties, medicijngebruikers en zorginstanties in de optiek van de respondenten de grootste spelers moeten zijn in het tegengaan van verkeerd medicijngebruik. De respondenten hebben zichzelf, als medicijngebruikers, als één van de hoofdverantwoordelijken genoemd. Of de medicijngebruiker hier ook daadwerkelijk toe bereid is, werd onderzocht door te vragen of ze gebruik zouden maken van een gemakkelijke manier om zelf medicijnen te beheren. De resultaten zijn weergegeven in het onderstaande diagram. Hoewel bijna de helft zelf een beheermethode zou gebruiken, is het resultaat enigszins gefragmenteerd. Tijdens de face-to-face enquête antwoorden vele ouderen dat zij geen beheermethode zouden gebruiken omdat ze geen zin hadden om in een dik boek te gaan zitten bladeren. De respondenten hadden blijkbaar de aanname dat medicijngebruik alleen veiliger gemaakt kan worden door een dik boekwerk over medicatie in huis te halen.. 3.2 Richting een oplossing voor 65-plussers Naast de antwoorden op de enquêtevragen was er tijdens de 34 face-to-face enquêtes voldoende tijd voor een kort gesprek over verkeerd medicijngebruik. Het blijkt een onderwerp te zijn wat erg leeft bij de doelgroep. Deze gesprekken hebben bijgedragen aan een duidelijk beeld van het dagelijks leven van de ouderen, welke plek medicijngebruik daarin heeft en waar de risico's op dit gebied liggen. Op basis van de observaties en praktijkvoorbeelden uit de interviews en het expert review is de eerste versie van meerdere usecases geschreven17. Om de usecases verder uit te werken moest eerst besloten worden voor welk medium het prototype gemaakt zou worden.. 3.2.1 Mediabezit Uit onderzoek van Deloitte blijkt dat het gebruik van smartphones en tablets enorm is gegroeid onder ouderen (Witteeveen, Daan. 2013). Tabletbezit is zelfs verdubbeld in de periode van 2012 tot 2013 (Moeskops, Monique. 2013). Van de 65-plussers bezit ruim eenderde een smartphone en een groter aantal een tablet (Witteeveen, Daan. 2013). Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geeft inzicht in ander mediagebruik onder de doelgroep. Van alle Nederlanders in de leeftijdcategorie 65-75 heeft 85% toegang tot het internet. 64% heeft dit via een Desktop Computer, 51% via een Laptop, 24% via een mobiele telefoon en 37% via een ander apparaat18. Ouderen in Nederland beschikken dus vaak over alle gangbare interactieve media. 17 De uiteindelijke versie van de usecases is te vinden in bijlage 7.5 Usecases 18 De tabel van CBS statline staat in bijlage 7.4 CBS Mediagebruik. Bronvermelding in literatuurlijst. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 26.

(29) 3.2.2 Het kiezen van een geschikt medium Tijdens het onderzoek naar mediabezit zijn twee publicaties onder de aandacht gekomen die stellen dat ouderen beter overweg kunnen met touch-apparaten dan met een traditionele computer met muis en toetsenbord (Caprani, Niamh. 2011). Phiriyapokanon stelt dat de doelgroep minder bang is om fouten te maken met een touch-apparaat dan met een desktop of laptop (Phiriyapokanon, Tanid. 2011). Op basis van deze bevindingen is besloten het prototype voor een touch-apparaat te maken. Auteur T. Phiriyapokanon noemt in zijn onderzoek ook dat ouderen beter presteren met een groter scherm (Phiriyapokanon, Tanid. 2011). Gezien het feit dat tablets een groter schermoppervlakte hebben dan smartphones en meer ouderen in bezit zijn van een tablet, is tablet als medium voor het prototype gekozen.. 3.2.2 Voorlopig concept De usecases zijn vervolgens verbeterd om optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden van het gekozen medium. Hier volgt een verkorte versie van één van de usecases in vorm19. “Welke moeten er ook alweer voor het ontbijt?” denkt Mien. Ze staart naar het plankje onder de spiegel waar een dozijn doosjes met medicijnen op staan. “Mvr. M. Hogewaard; driemaaldaags. Na de maaltijd innemen.” leest ze zorgvuldig. “Deze niet in ieder geval” zegt ze tegen zichzelf en zet het doosje terug. Dan hoort ze een soort gezoem en een kort geluidje in de huiskamer. Snel loopt ze naar de kamer en blijft staan bij de bank wanneer het geluid opnieuw klinkt. “Oh, ja. Dat ding.” Mien pakt haar tablet op en ziet de notificatie van de Medicijnbeheer applicatie. “07:30 - Voor ontbijt; Metoprolol en Omeprazol innemen. Bevestig als ze ingenomen zijn”. Ze haalt de betreffende medicatie van het medicijnplankje en zet ze op de tafel. “Eerst maar wat thee” denkt Mien en loopt naar de keuken. Ze heeft ook wel zin in een gekookt ei en wat geroosterd brood. Wanneer ze het heeft klaargemaakt gaat ze zitten aan de keukentafel. Ze neemt een hap van haar broodje en opent de Nu-app op haar tablet. Net als ze het nieuws begint te lezen komt de volgende notificatie binnen. “07:30 - Voor ontbijt; Metoprolol en Omeprazol innemen. Bevestig als ze ingenomen zijn”. “Oh ja!” zegt Mien en loopt naar de huiskamer waar de doosjes nog op de tafel staan. Ze neemt de medicijnen mee naar de keuken waar ze deze inneemt. Ze opent de notificatie en bevestigd dan de medicatie is ingenomen. Wanneer ze de app opent ziet ze in het overzicht dat ze na het ontbijt nog vier andere medicijnen moet innemen. De bovenstaande usecase richt zich op een geval van verminderde cognitie. Andere usecases in de bijlage gaan over: medicijninteractie, het delen van het medicijnoverzicht en verkrijgen van medicijninformatie. De resultaten van het tot nu toe uitgevoerde onderzoek en de opgestelde usecases hebben geleid tot het volgende voorlopige concept: Een tabletapplicatie die therapieontrouw tegengaat door medicijninformatie te verstrekken en gebruikers de mogelijkheid biedt herinneringen in te stellen voor het op tijd gebruik van medicatie. De applicatie voorkomt verkeerde medicijncombinaties bij eigen inbreng van de patiënt. In dat geval wordt bij het invoeren van nieuwe medicijnen gecontroleerd of deze medicijnen samengaan met andere medicijnen die in gebruik zijn. De 19 De complete usecase en de andere usecases zijn te vinden in bijlage 7.5 Usecases Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 27.

(30) applicatie biedt de mogelijkheid om gemakkelijk een medicatieoverzicht te delen met medische professionals wat de oorzaak: 'onvolledig overzicht medicijngebruik bekend bij zorgverleners', tegengaat. Door dit gemakkelijk te delen overzicht is de kans groter dat alle hulpverleners op de hoogte zijn van het medicijngebruik van de patiënt.. 3.3 Conclusie doelgroep De doelgroep is zich bewust van het maatschappelijke probleem van verkeerd medicijngebruik. Ze zien zichzelf als één van de hoofdverantwoordelijke voor het juist innemen van medicatie. De doelgroep wil zelf een actieve bijdrage leveren aan het oplossen van het probleem. Een groot percentage van de doelgroep beschikt over alle gangbare interactieve media inclusief tablets en smartphones. Van de interactieve media waarover zij beschikken blijkt een tablet het best geschikt voor een applicatie die verkeerd medicijngebruik tegengaat. Het concept kan ingezet worden tegen: therapieontrouw en onvolledig overzicht medicijngebruik bekend bij zorgverleners.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 28.

(31) 4. Product voor 65-plussers. 4. Product voor 65-plussers.

(32) 4. 4. sressulp-56 roov tcudorP.

(33) Hoofdstuk 4: Product voor 65-plussers In de vorige hoofdstukken is onderzocht wat de oorzaken van verkeerd medicijngebruik zijn, welke interventiemethode daartegen in worden gezet en of er ook een behoefte is onder de doelgroep om het maatschappelijke probleem tegen te gaan. In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling van concept tot product omschreven. Daarin ligt de nadruk op de iteratieve wijze van het bouwen van het product.. 4.1 Het concept Op basis van het literatuuronderzoek, de interviews, een enquête en de expert reviews zijn usecases gevormd. Deze usecases beschrijven een product en de manieren waarop dit gebruikt zou kunnen worden in situaties die vaak voorkomen in de praktijk. Op basis van de usecases en de huidige oplossingsrichting is het volgende concept gevormd. Een tabletapplicatie die medicijninformatie verstrekt en gebruikers in staat stelt herinneringen voor medicijninname momenten in te stellen. Wanneer een patiënt zelf besluit om medicijnen bij te halen controleert de applicatie of deze eigen inbreng veilig is. De applicatie biedt de mogelijkheid om gemakkelijk een medicatieoverzicht te delen met medische professionals.. 4.2 Richtlijnen Voordat er begonnen werd met het grafisch ontwerp en het programmeren is onderzocht welke ontwerp en interactie richtlijnen er beschikbaar zijn en welke van deze toepasbaar zijn op het concept. Deze richtlijnen bieden handvatten op het gebied van grafisch ontwerp, interactie design, informatie architectuur en het ontwikkelproces van een product voor ouderen. In het bestuderen en vergelijken van richtlijnen uit verschillende onderzoeken viel op dat één richtlijn erg vaak voor komt; keep it simple. In Considerations in Designing Human-Computer Interfaces for Elderly noemt Williams dat ouderen vaak een verminderde motoriek hebben en minder zelfvertrouwen hebben in hun kunnen op het gebied van computerinteractie (Williams et al. 2013). Vervolgens stelt Williams dat een minimalistische interface goed is voor het zelfvertrouwen van de ouderen. Daarnaast noemt Weigelt dat ouderen vaak verminderd zicht hebben en dat het design daarom zo simpel mogelijk en met grote contrasten moet zijn (Weigelt, David. 2006). Naast deze globale richtlijn zijn de volgende andere richtlijnen gevonden. ● Navigatie elementen labelen én iconiseren (Weigelt, David. 2006). ● Tekst Sans serif, 14 – 16 pt (Caprani, Niamh. 2011). ● Gebruik Haptic of audio feedback bij alle acties (Caprani, Niamh. 2011). ● Plaats omhoog/omlaag knoppen bij scroll-gebieden (Caprani, Niamh. 2011). ● Vermijd gebruik van on-screen toetsenbord waar mogelijk (Phiriyapokanon, Tanid. 2011). Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 31.

(34) ● Normale knoppen moeten tussen 16.5mm en 19.05mm breed zijn (Phiriyapokanon, Tanid. 2011). ● Zorg dat reminders niet te zacht gezet kunnen worden (Williams et al. 2013).. 4.3 Eerste opzet van het product In dit onderdeel wordt behandeld welke features het prototype moet hebben om het concept te realiseren. De eerste stap was het maken van een flowdiagram (zie afbeelding rechts). Hierin zijn alle functies van de applicatie globaal uitgewerkt en opgedeeld in schermen. Een gedetailleerde uitwerking van alle mogelijke processen en interacties tussen het systeem en de gebruiker is te zien in bijlage 7.6 Flowchart.. 4.3.1 Technische architectuur De flowchart diende als bouwtekening van de hele applicatie en was dan ook samen met het flowdiagram een leidraad in de ontwikkeling van het prototype. Globale architectuur Budiu noemt in zijn artikel voor de Nielsen Norman Group, de volgende opties voor het maken van een applicatie; web-, native- of hybrid-app, waaruit een keuze gemaakt moest worden (Budiu, Raluca. 2013). Aangezien voor de applicatie een camera, persistente opslag en een scan functie nodig zijn valt de web-app af. Dit omdat persistente opslag inloggen vereist wat de drempel tot gebruik verhoogt. Daarnaast kan het gebruik van de webcam via een browser veiligheidsissues met zich meebrengen en wordt de HTML5 camerafunctie (nog) niet goed ondersteund, aldus caniuse.com20. Dit leidt tot de keuze tussen het ontwikkelen van een native app of hybrid app. Budiu beschrijft dat native apps controle en snelheid bieden tegen een langere ontwikkelingstijd (Budiu, Raluca. 2013). Daarentegen kennen hybrid apps een korte ontwikkelingstijd maar staan niet bekend om hun snelheid of hoge mate van controle over hardwarefuncties zoals bijvoorbeeld de camera. Aangezien dit een prototype betreft wat binnen een beperkt tijdsbestek gerealiseerd zal worden, is gekozen om het prototype als hybride app te bouwen. 20 Caniuse.com is een website wat een overzicht bied van wat in welke browsers wordt ondersteund. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 32.

(35) Toen het soort app vast stond moest duidelijk worden uit welke onderdelen het prototype opgebouwd moest worden. In zijn artikel op readwrite.com noemt Brian Proffitt waarom er in een app vaak ook een API en een Database nodig zijn (Proffitt, Brian. 2013). Op basis van de eerder genoemde artikelen en de flowchart is het volgende schema getekend wat de globale architectuur van de app visualiseert.. Technieken Om te onderzoeken hoe deze architectuur het beste gerealiseerd kan worden is deskresearch gedaan naar beschikbare technologieën en frameworks die aansluiten bij het concept. Het resultaat was een lijst met globale benodigdheden en welke technieken daarvoor gebruikt kunnen worden. Aan de hand van deze lijst is er een expert review gedaan met webdeveloper S. de Rooij. Vanuit dit gesprek zijn keuzes wat betreft technieken en frameworks gemaakt. Deze worden hieronder kort weergegeven. Een volledig overzicht met referenties is te vinden in bijlage 7.7 Overzicht gekozen technieken en frameworks. Benodigdheden. Techniek of Framework. Hybrid App Base Framework. Cordova, Phonegap. Hybrid App Visual Framework. Ionic. MVVM Structuur. Angular. Scanfunctie. Cordova Plugin: ScandIT. Reminders. Cordova Plugin: Notifications. Device Storage. Persistence, WebSQL. API. NodeJS, Restify. Remote Database MySQL Tijdens dit gesprek heeft S. de Rooij mij ook gewezen op het feit dat het belangrijk is om het ontwikkel- en testproces duidelijk te documenteren. Daarnaast was het advies om versiontracking21 en issuetracking22 te gebruiken in dit ontwikkelproces. Dit advies is opgevolgd door Github23 in te zetten (zie bijlage 7.8 Versiontracking in Github voor meer informatie). 21 Het bijhouden van het gedane werk waarbij elke versie wordt opgeslagen waardoor er bij problemen makkelijk terug te gaan is naar eerdere versies. 22 Een manier om taken te organiseren. Elke taak of bug krijgt een label en een verantwoordelijke toegewezen. Meer hierover in onderdeel 4.3.4 23 Een version en issuetracking systeem op basis van Git. Zie: https://github.com/stefanKuijers/project. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 33.

(36) 4.3.2 Interface Vervolgens is de informatie architectuur van de applicatie. Het flowdiagram in het begin van dit hoofdstuk gaf een duidelijke verdeling in schermen. Elk scherm is vervolgens uitgewerkt tot wireframes met iconen. Hier volgen de wireframes van de twee belangrijkste schermen.. Dit is het scherm wat de gebruiker ziet als de app geopend wordt. Hierop staat een overzicht van alle medicijnen die in gebruik zijn en wanneer, welke hoeveelheden ingenomen moeten worden. Er is bewust gekozen voor een minimalistische interface naar aanleiding van de onderzochte richtlijnen.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 34.

(37) Elk medicijn heeft een detailpagina waarop medicijninformatie staat. Op deze pagina kan de gebruiker ook aangeven wanneer een medicijn ingenomen dient te worden. De innamemomenten kunnen aangepast worden en er kan ook per innamemoment een herinnering worden ingesteld. Er wordt gebruik gemaakt van medicijniconen die overeenkomen met hoe het medicijn er in werkelijkheid uitziet. In overeenstemming met de richtlijnen uit onderdeel 4.2, zijn er omhoog en omlaag knoppen om de ouderen te helpen met scrollen.. 4.3.3 Expert opinion De wireframes en het concept zijn voorgelegd aan Drs. E.G.R. Philipse – Heikoop. R. Philipse heeft als apotheker dagelijks met de doelgroep te maken. Vanuit haar apotheek worden ook regelmatig medicatie beoordelingen uitgevoerd waarbij een apotheker bij de patiënt op bezoek gaat. R. Philipse reageerde positief op het concept en heeft de wireframes doorgenomen. Zij had veel voorbeelden voorhanden van medicijninformatie die vaak aan patiënten wordt verstrekt. Op de linker afbeelding is een voorbeeld te zien van een checklist die een apotheker(-assistente) door moet nemen voor het overhandigen van een medicijn. Terug komende elementen in deze medicijninformatie zijn verwerkt in het prototype. De apotheker maakte bij het concept voor de applicatie de kanttekening dat het zelf laten toevoegen van medicijnen foutgevoelig is. Haar suggestie was om in de toekomst een koppeling met het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) te realiseren waardoor de meeste medicijninformatie al beschikbaar is.. 4.3.4 Ontwikkelproces Op basis van de expert reviews is besloten over te gaan op het bouwen van de applicatie. Als eerste Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 35.

(38) stap zijn er twee 7-inch tablets aangeschaft om het prototype op te testen. Vervolgens is een ontwikkelomgeving op gezet waarin het prototype gecompileert24 en geïnstalleerd kon worden op de test tablets. Toen is eerder advies van S. de Rooij opgevolgd door versiontracking op te zetten. Daarbij zijn ook issues25 voor alle features, bugs en vragen aangemaakt om zeker te zijn dat alle aspecten van de applicatie daadwerkelijk aan bod kwamen. Cooper noemt in zijn boek; 'About Face 3' de noodzaak van een iteratief ontwikkelproces waarbij usability-tests met gebruikers een belangrijk onderdeel van het proces vormen (Cooper. 2007). Met deze reden is er gekozen voor een proces waarin de volgende fasen voorkomen. 1. Product ontwikkeling 2. Testen met gebruikers en feedback experts 3. Verwerken feedback Tijdens het ontwikkelen zijn issues aangemaakt die aan de voorgenoemde fasen gekoppeld werden. Aan de fasen zaten bepaalde deadlines die er voor zorgden dat dit ontwikkelproces en de gestelde fasen ook in de praktijk gevolgd werden.. 4.4 Eerste ontwikkeliteratie De wireframes zijn uitgewerkt tot een klikbaar prototype wat als een app op een tablet of smartphone draait. Voor deze eerste ontwikkeliteratie zijn drie testcases geschreven op basis van de eerder besproken usecases. Bij deze eerste testcases lag de nadruk op het toevoegen van medicatie aangezien dit een cruciale stap is voor het in gebruik nemen van de applicatie. Tijdens twee van de testcases gaf de applicatie, tijdens het toevoegen van het medicijn, een melding van een medicijninteractie waarbij de gebruiker de keuze had om deze te negeren of af te zien van het gebruik van het medicijn.. 4.4.1 Paneltest De testcases zijn met vijf 65-plussers getest. Voor twee van hen was dit de eerste keer dat zij een tablet gebruikten. Het aanraakscherm registreerde de helft van de aanrakingen van de ouderen niet wat tot frustratie leidde. Eén van de ouderen die zelf een smartphone heeft gaf aan het probleem vaker te hebben. Testcase: toevoegen In de eerste testcase is de ouderen een medicijndoosje gegeven met de toelichting dat deze medicatie voorgeschreven was door de arts. De taak was om het medicijn toe te voegen en een herinnering te zetten om 16.00 uur. De ouderen begrepen de taak goed en het toevoegen door typen ging vrij goed. Het scannen werd echter niet goed begrepen. Twee van de ouderen legden het doosje verschillende malen op het scherm in de verwachting dat de applicatie het zou herkennen. Twee andere testpersonen hadden niet door dat de barcode naar de camera gericht moest worden. 24 Bewerking die de broncode van software omzet in een uitvoerbaar en niet meer te manipuleren applicatie. 25 Issues zijn een manier om taken te labelen, groeperen en bij te houden wie, wat, wanneer moet doen. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 36.

(39) De volgende stap was om een herinnering voor het innemen van het medicijn aan te zetten. Dit ging erg moeizaam. Vier van de gebruikers moesten eerst goed zoeken voordat zij lazen dat er op het plusje gedrukt moest worden om het toevoegen te beginnen. Twee van de gebruikers drukten voordat ze het plusje vonden, op de titel; 'innamemomenten' in de verwachting een nieuw scherm te zien met opties voor het toevoegen. Hierna moest de tijd van het innamemoment worden ingesteld. Vier van de testpersonen verwachtten dat een component om de tijd in te stellen meteen zou verschijnen waar nu nog op het inputveld 'tijd: 00:00' gedrukt moest worden. Alle ouderen zagen over het hoofd dat na het instellen van de tijd, het innamemoment opgeslagen moest worden. De verwachting was dat dit automatisch zou gebeuren. Testcase: ongevaarlijke medicijninteractie Als tweede onderdeel van de test werd de testpersonen een antigriepmiddel overhandigd dat bij de drogist verkrijgbaar is. De taak was het medicijn toe te voegen door de naam in te typen. Het toevoegen van het medicijn ging gemakkelijk. Het enige wat verwarring bracht, was dat het toetsenbord niet automatisch omhoog kwam op het moment dat de medicijnnaam ingevoerd moest worden. De ouderen waren zó gericht op het invoeren van de naam dat zij de autocomplete-functie niet zagen. Op het moment dat de testpersoon het medicijn toevoegde gaf de applicatie een waarschuwing dat er een ongevaarlijke interactie plaats zou vinden tussen twee van de medicijnen, waarbij de werking van het antigriepmiddel iets verminderd zou zijn. Drie kozen om af te zien van het gebruik van het antigriepmiddel. Testcase: gevaarlijke medicijninteractie Voor deze testcase kregen de testpersonen een doos ibuprofen. Voor het uitvoeren van de test kregen ze de informatie dat zij dit medicijn zelf bij een drogist hadden gehaald. De taak was dit medicijn toe te voegen. Alle ouderen navigeerden zonder moeite naar de juiste pagina waar zij de medicijnnaam invoerden. In tegenstelling tot de vorige keer hadden drie van de ouderen had dit keer wel door dat de autocomplete de medicijnnaam al snel toonde. Bij het toevoegen van dit medicijn werd er weer een waarschuwing getoond. Dit keer over een gevaarlijke medicijncombinatie. Vier van de testpersonen zagen af van het innemen van het toegevoegde medicijn. Een interessante observatie is dat één van de testpersonen de waarschuwing negeerde met de woorden; “Oh, weer zo'n waarschuwing. Die mag ik negeren toch?”. Deze persoon had in de vorige testcase de waarschuwing snel doorgelezen en had gezien dat het om een ongevaarlijke medicijninteractie ging. Dezelfde gebruiker zei na afloop van de test dat hij het nut van de applicatie niet inzag en deze te moeilijk zou zijn voor de doelgroep.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 37.

(40) Resultaten Op basis van deze usability-tests zijn de volgende aspecten van de applicatie gewijzigd. ● Alle knoppen hebben één specifieke stijl en een label waardoor geen verwarring meer zou moeten optreden over waar de gebruiker op kan klikken. ● Wanneer de gebruiker iets moet invullen, komt automatisch het input component tevoorschijn. ● Bij een ongevaarlijke medicijninteractie krijgt de gebruiker geen directe waarschuwing te zien. In plaats daarvan wordt later zijn aandacht getrokken als hij/zij op de medicijndetail pagina is. Sijs stelt dat waarschuwingen alleen moeten worden gegeven als directe interventie van belang is. Dit om Alert Fatigue te voorkomen (Sijs, van der, Herleen. 2009). ● Er wordt uitleg gegeven als de gebruiker voor de eerste keer gaat scannen. ● Het resultaat van de autocomplete knippert nu als er nieuw resultaat is. Dit zodat om de aandacht van de gebruiker te trekken. Als de getypte medicijnnaam niet wordt herkend krijgt de gebruiker dit te zien. ● Aanpassingen worden automatisch opgeslagen waardoor de gebruiker die niet meer handmatig hoeft te doen. ● Er zijn interface componenten ontwikkeld voor het invoeren van de tijd waarop en het aantal medicijn dat in genomen moet worden. Daarnaast is het interface component ontwikkeld waarmee het interval van het medicijngebruik ingesteld kan worden. ● Het aanraakscherm reageerde niet goed op sommige ouderen. Er is een stylus aangeschaft zodat dit probleem geen stoorzender zal zijn in de volgende test.. 4.4.2 Expert opinion Tijdens het ontwikkelen van het prototype is een lijst met vragen bijgehouden om met S. de Rooij te bespreken. De technische structuur van het prototype en de gebruikte technieken stonden hierbij centraal. Gedurende één werkdag hebben wij samen de vragen besproken en heeft S. de Rooij mij praktische voorbeelden laten zien van oplossingen voor mijn vragen. De belangrijkste adviezen waren de volgende: ● De API niet te implementeren. Dit omdat het ontwikkelen van een rest-API veel tijd gaat kosten en de eerste prioriteit een gebruiksvriendelijk prototype is. S. de Rooij stelde dat het gemakkelijker is schijn-API te creëren. Dit levert voor de gebruiker geen problemen op aangezien zij niets van de interactie met de server te zien krijgt. ● Een tweede advies was om tijdens het ontwikkelproces beter gebruik te maken van Github door nieuwe functionaliteiten in geïsoleerd te ontwikkelen en testen. Op deze manier is er altijd een werkende versie beschikbaar.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 38.

(41) Conclusie Op basis van dit expert review is besloten om de API alleen te implementeren als er later in het ontwikkelproces tijd voor zou zijn. Dit zodat er voldoende aandacht besteed kon worden aan het design en de gebruiksvriendelijkheid van het prototype.. 4.5 Tweede ontwikkeliteratie Na het verwerken van de testresultaten van de eerste paneltest is het prototype verder uitgebouwd. De scanfunctie en herinnering notificaties waren de belangrijkste geimplementeerde functies. Daarnaast zijn alle andere functies gebouwd die nodig zijn om het concept te kunnen testen. Om deze functies te kunnen bouwen was ook een werkende database nodig het design hiervan is te vinden in bijlage 7.11 Database design.. 4.5.1 Design Na het implementeren van de belangrijke functies kwam het grafisch ontwerp aan bod. Hierbij is gebruik gemaakt van de eerder genoemde richtlijnen, in onderdeel 4.2 'Richtlijnen'.. Uit het kleurenpalet dat wordt weergegeven in de afbeelding hierboven is donkerblauw als primaire en de middelste als secundaire kleur gekozen. Er is gekozen voor blauw omdat deze bekend staat als een kleur van betrouwbaarheid en kalmte. De secundaire kleur is erg licht om goede contrasten te kunnen creëren voor gebruikers met verminderd zicht. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 39.

(42) Hieronder worden verschillende schermen besproken en de design keuzes die daarin zijn gemaakt. Het screenshot aan de rechterkant laat zien hoe het overzicht eruitziet als er al verschillende medicijnen zijn toegevoegd. Het waarschuwingsteken bij het medicijn 'Oxazepam' communiceert naar de gebruiker dat hij een waarschuwing van de applicatie heeft genegeerd en een onveilige combinatie van medicijnen gebruikt. Als de gebruiker op een van de medicijnen drukt navigeert hij naar het onderstaande scherm, de medicijndetail pagina. Op de medicijndetail pagina kan de gebruiker innamemomenten toevoegen waarvan de tijd, hoeveelheid en het interval van herhaling ingesteld kunnen worden. De gebruiker kan ook kiezen om een herinnering aan te zetten die de gebruiker er herhaaldelijk aan herinnert het medicijn in te nemen.. Aan de rechterkant van deze pagina staat informatie over het gebruik van het medicijn. Aangezien dit medicijn een slechte wisselwerking heeft met een ander medicijn staat bovenin de informatiesectie een waarschuwing.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 40.

(43) Hier volgen drie schermen die laten zien hoe het eruitziet als een gebruiker een herinnering aanpast.. Er is bewust gekozen voor pop-ups. In de eerste paneltest kon de tijd inline worden aangepast, waarna de gebruiker ergens anders moest drukken om het op te slaan. Tijdens deze test bleek het voor de testpersonen niet duidelijk hoe het opslaan van een wijziging in zijn werk ging. Bovendien werd in deze tekst duidelijk dat sommige knoppen te klein waren. Met die reden is er gekozen voor een grote pop-up met, grote knoppen en een duidelijke 'stel in'knop waarmee de aanpassingen opgeslagen worden. Wanneer een herinnering afgaat terwijl de app afgesloten is, komt er een melding in het notification-centre van de tablet. Dit is te zien in het linkerscreenshot links bovenin het scherm. In het rechterscreenshot is te zien hoe de melding eruitziet.. Als de gebruiker op de melding in het notification-centre drukt, of als de applicatie nog open stond, wordt de herinnering binnen de applicatie getoond (zie screenshot hieronder). De cirkel aan de rechterkant van de melding laat zien hoeveel medicijnen er ingenomen moeten worden. De gebruiker kan het medicijn niet, later, of nu innemen. Wanneer er voor 'niet nu' wordt gekozen wordt er een nieuwe herinnering voor dat medicijn gezet die na een paar minuten afgaat.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 41.

(44) Op de geschiedenispagina kan worden bekeken of, en wanneer de medicijnen zijn ingenomen. Deze pagina is bereikbaar vanaf de homepagina. Op dit scherm is per dag een overzicht van de ingenomen medicijnen te zien. In dit overzicht is ook te zien of de medicatie niet, te laat of op tijd is ingenomen. Na een aanraking op een innamemoment wordt meer informatie getoond. Het toevoegen van een medicijn kan door op de 'Nieuw Medicijn'knop te drukken bij de homeview. De gebruiker moet vervolgens aangeven of het medicijn voorgeschreven is door een medische professional of niet (zie screenshot rechts). Hierna kan de gebruiker kiezen om het medicijn toe te voegen door het te scannen of door de naam in te voeren.. Als er gekozen wordt om te scannen, krijgt de gebruiker eerst een korte uitleg (zie linker screenshot) waarna het scannen kan beginnen. Op het middelste screenshot is te zien hoe de gebruiker het medicijn kan toevoegen door de naam in te typen. De app suggereert medicijnen zodat de gebruiker minimaal gebruik hoeft te maken van het toetsenbord, dit is geïmplementeerd met oog op de genoemde richtlijnen in onderdeel 4.2. Wanneer er bij het toevoegen van een nieuw medicijn een gevaarlijke interactie optreedt, wordt er een waarschuwing getoond (zie de meest rechtse van de drie bovenstaande schermen). In deze waarschuwing staan wat de gevolgen zijn als het medicijn toch wordt ingenomen. Door de 'neem niet in'knop de primaire kleur te geven wordt de gebruiker gestuurd om het medicijn niet in te Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 42.

(45) nemen. Toch is het belangrijk om de gebruiker de optie te geven om het medicijn wél in te nemen. Dit omdat het doel is van deze applicatie juist is om een waarheidsgetrouw beeld van het medicijngebruik van de gebruiker te krijgen, dat later besproken kan worden met een arts.. 4.5.2 Paneltest Toen het design eenmaal geïmplementeerd was, zijn er weer paneltests uitgevoerd. Deze keer waren er drie testcases waarin alle functies aan bod kwamen die in het concept zijn genoemd. Net als in de vorige paneltest zijn drie medicijndoosjes aan de testpersonen gegeven om deze in te voeren. In tegenstelling tot de eerdere paneltest werd tijdens deze test een stylus aangeboden aan de testpersonen. Testcase: eerste gebruik Deze testcase gaat uit van het eerste gebruik van de applicatie. De tester kreeg de opdracht twee voorgeschreven medicijnen toe te voegen en voor beide medicijnen innamemomenten in te stellen. De eerste stap in het toevoegen, het drukken op de 'Nieuw Medicijn'knop en het toevoegen van het innamemoment was voor alle testpersonen duidelijk. Vervolgens was het de bedoeling dat de tijd van inname, dosis en herinnering werd ingesteld (zie afbeelding rechts). Dit was een belangrijk moment aangezien geen van de testpersonen tijdens eerste test geslaagd was om een innamemoment volledig in te stellen. Bij het instellen van de tijd werkten de grotere knoppen in de pop-up voor bijna alle testpersonen erg goed. Eén testpersoon had niet door dat er op de plus of min geklikt moest worden om de tijd te veranderen, maar vond het goed werken toen zij het eenmaal doorhad (zie onderstaande afbeelding). Een onderdeel van opdracht voor de testpersonen was om de innamemomenten voor de medicijnen in te stellen voor een beperkt aantal dagen. De testpersonen werd gevraagd innamemomenten in te stellen voor maandag, woensdag en vrijdag. Het merendeel drukte meteen op het knopje in de herhalings-kolom waar 'dagelijks' als default staat. Voor vier van de vijf panelleden was het niet duidelijk dat zij daar 'wekelijks' moesten kiezen waarna een scherm met de dagen zou verschijnen. Drie van de testpersonen zagen niet in dat het nodig was om de toggle-knop in de herinneringskolom aan te zetten als zij herinnerd wilden worden.. Afstudeerscriptie S. Kuijers, HvA CMD Amsterdam, juni 2014. 43.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door een goede samenwerking en een beetje tactiek wordt dit spel pas echt interessant en brengt variatie in de gymlessen. Vanaf

De meeste respondenten die zich al wel bewust waren van hun homoseksuele identiteit, maar die op de middelbare school niet ‘uit de kast’ durfden te komen, brachten onzekerheid

b) Het staken van of niet beginnen aan een zinloze behandeling bij een fataal verlopende ziekte op verzoek van de patiënt (ten onrechte passieve euthanasie genoemd), maar dit is

Galileo’s beroemde gevecht met de kerk was niet tegen de Bijbel gericht, maar tegen kerkleiders die volgden wat de meeste wetenschappers van hun tijd ophielden als

Deze uitslagen geven belangrijke informatie over de werking van uw organen en zijn daarom van belang bij het bepalen welk medicijn, in welke mate en welke dosering voor u het beste

Voordat u nieuwe medicijnen krijgt voorgeschreven, vertelt de psychiater u waarom u deze medicijnen krijgt.. Ook vertelt hij de werking en de eventuele bijwerkingen van

De raad besluit om in te stemmen met het uitvoeren van het onderzoek “Analyse financieel nadeel gemeente Asten; Doet verdeelsystematiek voldoende recht aan zorgbehoefte?” door

De raad besluit om in te stemmen met het uitvoeren van het onderzoek "Analyse financieel nadeel gemeente Asten; Doet verdeelsystematiek voldoende recht aan zorgbehoefte?" door