68
KONINKLIJKE NEDERIANDSCHE HEIDEMÁATSCHAPPIJ
Groeigebied
Te adviseren cultivars
in /6
van totaal JaarGelr.
Heid.
Rob./7,eel.
Ser. Maril.
| 2I4
Reg. Dld. Nieuwe klonenI
Kustgebied 1968/1t
5 35i5
20II
Noordoostelijkgebied
1968/71 35 10 30 20III
Oostelijk gebied 1968 /7|
55 10 10 20IV
Midden Nederland 1968/7t
2t
20 30 20V
Brabant-Limburg 1968/7t
25 15 25 10 20STAÁ.TBOSBEHEER
Te adviseren rassen
in
7o .vaÍ het totaal Groeigebied PlantseizoenGelr.
Heidemij Rob./ 7cel. Reg. Dld. Ser. de Champ. Lóns Flevo Dorsk. Oxford Geneva Androsc.Ser. Mar. |
214I
Kustgebied 1968/69 1969/70 r97o/7t+
20 20 20 65 70 70 10t
5+
+
+
+
+
t
5t
+
+
+
II
Noordoostelijk gebied 1968/69 1969 /7 0 r970/71 20 20 20 45 40 40I'
10 10+
)
,
+
t
t
+
+
+
5 5 5t
,
t
,
5 10,
)
III
Oostelijk gebied 1968/69 1969 /7 0 r970/71 55 t0 502'
20 20 10 10 10+
+
5+
t
t
+
5+
t
t
5+
+
+
t
5t
+
IV
Midden Nederland 1968/69 1969 /7 0 r97o/7r2t
30 )0 3)tt
40 1t 20 1t 5 5,
1
+
10t
t
5+
+
+
5,
+
+
+
+
+
+
5+
+
V
Zuidoostelijk gebied 1968/69 1969 /7 0 r97o/7t 25 )0 30 20 20 20 30 30 30+
+
,
+
1t
I I 5t
t
+
+
5+
+
5t
t
10 5+
f
incidenteel geadviseerd4.
Mid.d.en-Ned.erlanà, omvattendehet
rivierengebied, Utrechten
de Geldersevallei.
Deze streek bevat vele goede rivier-kleigronden naast lemige zandgronden.).
Het
zui.d.oostelijk gebied.,met
Noord-Brabant
(excl.
het westen) enLimburg. Door
zijn
zuidelijkeligging
ztjn hier
voor de populierenteelt andere mogelijkheden aanwezig dan bijvoorbeeldin het
oostelijk
gebied, waar overigens soort-gelijke gronden voorkomen.Mochten
kwekersof
andere geïnteresseerden opmerkingenof
aanbevelingen
ten
aanzienvan
deze pÍognose hebben, dan zaI de Nationale Populierencommissie her zeer opprijs
stellen die van hente
onrvangen.Door
een dergelijke mededeling kan de doelmatigheid van de prognose alleen maar verbeterd worden.Nationale Populierencommissie Secretariaat:
Museumlaan 2, Utrecht
Het aantal
populiererassen beperkt
!Zo
zot de
ondertitel kunnen
luiden van
eenpublikatie
vande
handvan
H.
F.
Joachimen ntr.
Borsdorf 1).\il7at is namelijk het geval? Deze Oostduitse auteurs ondeÍzoch-ten ongeveer 200 klonen, aÍkomstig
uit
Polen, Oost-Duitsland, Bulgarije, Tsjechoslowakije, Roemeniëen
Hongarije,die
iederonder een eigen naam in
gebruik zijn. Her
bleek
dat
dezeklonen,
op
enkele uitzonderingenna,
alle
behorentot de
in
I7est-Duitsland
voorkomende 16,,Altstammsorten".De
onge-veer 100
aarLwezigeklonen
uit
Tsjechoslowakije alleenal
be-horentot
11van
deze rassen.De talrijke
,,Regenerata's" onder dezerond
100 klonen behoren alletot
'Forndorf'
(isonze'Rege-nerata'
:
'Serotina erecta')en
'Grandis'.De
schrijvers pleiten voorhet
laten vervallen van de naam 'Regenerata' omdat deze reedsveel
verwarring
heeft
veroorzaakt.Temeer
is
dit
van belang, omdat er zowel kankerresistenteklonen ('Forndorf')
als kankergevoelige('Grandis')
onderworden
samengevat.Verder bleek de
in
Roemenië aangeplantekloon 'Celei'
niets anderste zijn
danhet
Duitse
handelsras 'Leipzig'.De
schrijverspleiten
op
grond van
het
voorgaandevoor
een nog nauwere internationale samenwerking op het gebied van de identificatie, nomenclaruur en registratie.Áls
argument voerenzij
mede aan de vele verwarringen ontstaanbij
internationaleuirwisseling van stekmateriaal. Álleen
al onduidelijk
geschrevennamen
op
etiketten
geven daartoe aanleiding.Een
voorbeeld daarvanis de
Poolsekloon
'Nieklanska',die
in
verschillende landen o.a. voorkomt als Nicklancza, niglansca en Niclausca.In
vrijwel
alle gevallen bleek hethier
om het hetzelfde ras te gaan,n.l.
'Robusta'.In
één gevalbetrof het
'Dómling'.
Deze laatstekomt
overigens ookvoor
onder de namen 'Régénéré de Suisse' en P. rubra.Uit
eigen onderzoek en mede dankzij de medewerkingvan
deheer
H.
Sí.
Kolster, verbonden aan de StichtingIndustie-Hout,
kan ik nog enkele voorbeelden van verwarring geven.Zo
bleek de onder de naam 'Canadese Commune'in
het populerumvan
deAfdeling Houtteelt van
de Landbouwhogeschool voorkomerde kloon,'I
2L4' te zijn, evenals de Spaansekloon
'Campeador'. Deuit
Frankrijk
ingevoerdekloon
'Culasso'is
zeer waarschijnlijk 'Ostia'.De
eveneensuit
Frankrijk
afkomstige klonen Régénéré de l'Yvonne, RégénéréIle
Balias en Régénéré del'Áube
bleken achteroenvolgenste zijn: 'Dómling',
'Forndorf'
en
'Forndorf'.Van
de onbekendeklonen die door
deAfdeling
Houtteelt
deNu
het
plantseizoenis
aangebrokenbegint de
tijd
te dringen voor hen dienog
geen plantsoen bestelden.Zorgt
bij
aankoopdat
u
gezonden
vooralstevig materiaal neemt.
Let op
even-ruele insektenbeschadigingen. Het mee-brengen van boktorlarven van dekwe-kerij
naarhet
plantterrein
is nl.
nietdenkbeeldig.
Het
proberenvan
nieuwe handelsras-sen alsIóns,
Flevo, Dorskamp,Harff
en de
balsempopulierenis het
over-wegen
waard
in
verband
met
het spreiden van risiko's.69
Bij
herbeplantingvan
een kapvlaktede oude sloten en greppels eerst goed ophalen. Zolang er geen beplanting is
kan
dit
makkelijk
mechanischgebeu-ren. Staan de
planten er
eenmaal danis het lastig en dus kostbaarder.
Hoewel
zekerniet
de bestetijd,
tochkan
in
de winter ook
gesnoeidwor-den,
echter
niet
bij
vriezend
weer.Niet
teveel
per keer en vaak
terug komen.In
dewinter
snoeit menmak-kelijker
teveel danin
de zomer, omdater
maar kale takken naar
beneden komen.Bij
het
opkronen
nooit hoger
danmaximaal 8 meter.
Is wildbeschadiging te verwachten dan
de planten
beschermenmet
gazen-laatste jaren
uit
Frankrijk
werden ingevoerd,kon er
slechts éénniet tot de
ons bekende rassenworden
teruggevoerd,n.l.
de'Batard d'Hauterive'. Deze
in
het populetum teVineuil
aan deLoire
uitstekende groeiendekloon
zalbinnenkort
in
het
popu-letum te
\Tageningen worden
aangeplanrmet
her doel
eeneerste
indruk
omtrent de geschiktheid voor Nededandte
krij-gen.
Er
zouden nogtalrijke
voorbeelden kunnen worden toegevoegdom de nog steeds heersende verwarring te illustreren.
Het
voor-gaande is
eóter
voldoende om her pleidooi voor een intensieveinternationale samenwerking, ook op
dit
gebied van de populie-renteelqte
ondersrrepen. Een goede identificatie, nomenclatuuren
registratie vergemakkelijken immersook de
internationale samenwerkingop het
gebied
van
houtreeltkundig-en
econo-misch onderzoek betreffende de populierenteelr.
Ir.
J.T. M.
Broekhuizen1)
Joachim H. F. en\7.
Borsdorf: l-iàhrige Identifizierungsatbeiten anPappelsorten aus Mittel-, Ost- und Siidosteuropa. Arch.
f.
Forstw. 15(1966), 5/6,60t-609.
I
KALENDER
IHet
is goed vóór dewinter
degrond-bewerking
uit
te
voeren. Doorvriezenvan de grond is belangrijk.
Realiseer
dat
zeker
voor een
jongebeplanting een goede onrwatering zeer belangrijk is.
kokers of plastic
srips.
Vooralbalsem-populieren
hebbenop het
wild
een aantrekkingskracht.Hen die hout
gaan verkopenzou
ik
adviseren:
zotg
er tijdig
bij te
zijn.
Is
het hout moeilijk
gelegen(ver
vaneen harde
weg en
in
drassig terrein) dan ishet
goed zo vroeg te verkopen,dat de koper nog van een vorstperiode
gebruik kan
makenbij
het vellen
en uitslepen.Verkoopt men te laat dan worden
uit-sleepkosten immers nodeloos hoger en dus de opbrengst voor u lager.Om zelf
eenindruk
teverkrijgen
van de staande massa vanuw
te verkopenpopulieren,
kunt u
de eenvoudigeme-thode toepassen,
die is
beschrevenin
Populier,
m.
l,
1966, blz.Ll-I3.
BELANGRIJKE PUBLIKATIES
lng.
Io,anHerpka:
,,Devariatie
in
de
lengtevan
vezelsen
in
het soortelijk gewicht van hout van
wilg
(Salix alba)in
eenna-cuudijke populatie
in
de Donau-uiterwaarden" (Joegoslavisch).Bron: ,,TopoIa", september-december T966,
pag.2,3
en 4. Santenaatting:In
Joegoslaviëwordt
een
groot
deel
van
het
populiere-
en wilgehoutgebruikt
voor de pulpfabrikage.Dit
brengtmet
zichmee
dat
grote
aandachtwordt
besteed aanhet
soortelijk
ge-wicht
en de vezellengte van het hout.Herpka heeft
getrachtom
door middel van
boorspanen, ver-kregen met een aanwasboor, cijfers hierover te verzamelen.Hij
kwam daarbij
tot
de volgende resultaten:a)
Het
soortelijk gewicht
neemt toevan het
centrumvan
de stam naar de bast.Het
gemiddelde soortelijk gewicht vooralle stammen bedrceg O,337.
Het
soortelijk gewicht
neemt
af bij
toeneming
van
de breedte van dejaaringen.
Dit
staatin
verband mer herfeir
dat het
hout
bij
dekern
van de stamuit
juvenielhout
be-staat met brede jaarringen.b)
De
lengte van de houwezels neemt toe van het cenrrum vande stam naar de bast.
De
gemiddelde lengtevan
de vezels bedroeg 0,959 mm.Als
men rekening houdtmet
deopper-vlakte
van
de stamdoorsnede, waaropelk
onderdeelvan
de boorspaanbetrekking
heeft, bedraagt de gemiddeldevezel-lengte
1,082mm.
De
vezellengte neemtaf
met
toenemingvan
jaarringbreedte.Dit
houdt ook weer
verbandmet
de aanwezigheidvan juveniel hout met
bredere jaarringenbij
de kern van de stam op de hoogte die bemonsterd is.