o
'Wat
moet
de
volkskunde
met
cultuur
en
kunstP
llen
recntstreel$e
reâctre
er
rakelings
langs
Theo Meder
Het
discussiestuk-op-metâ-niyeau yanBert De
Munck centreert rond de begrip-pen (volks) cultuur, kunst, volkskunde en(cultuur)politiek. Het
is duidelijk datin
Vlaan-deren vanuit de
politiek
de eis vanmaatschap-pelijke relevantie
wordt
gesteld, en de suggestiewordt
op z'n minst gewekt dat er zonder maat-schappelijke relevaiitieniet
op overheidssubsi-die gerekendhoeft
te worden.De
politiek
stelt wel yaker eisen aan dekunst- en cultuursector:
in
Nederlândwilde
Rick van der Ploeg, staatssecretaris voor
Cul-tuur, meer iongeren en allochtonen
in
de musea, de klassieke concertz¿len en de theaters zien.Ik krijg niet
deindruk
dat de beoogde groepen inmiddels massaa.l de bioscoopfilmhebben
verruild
voor de schilderiiententoon-stelling, alle goede bedoelingen en subsidiesten spiit.
Het
staat de kunst- en cultuurwereld watmij betreft
vrij
om zich op welke manier d¿nook (al dan
niet)
te engâgeren, maar er zal veelmoeten gebeuren vooraleer er allerhande
nieuw
publiek op afkomt. Dat gold overigens ook voor het symposium
llledaags
isniet
gewoon' te Gent.In
het debat over de plattelandscultuurwas geen boer te bekennen.
In
de discussiekw¿m pregnant naar voren dat het heel aardig is om een the¿terstuk te mâken voor en over
boeren, maar dat het biizonder
moeiliik
is om boeren er naar te laten komen kiiken.Maat-schappeliik relevant was het allemaal wel... en
dat zeg
ik
zonder cynisme..4.1s etnoloog valt het evenwel buiren
mijn
competentie om een (wetenschappelijk
gefun-deerde) mening te hebben over kunst(beleid)
en
(cultuur)politiek.
Dat behoorttot
het stielyan de kunstenaar, de beleidsmaker, de
cultu-reel we¡ker en de politicus. Een ¿antal theses van De Munck laat ik
hier
derhalve oewus¡ onaangeroerd.Ik
wil
op deze plaats ingaan optwee centrale yragen, die
-
alsik
het goed zie-
ookin
het discussiestuk vanBert
DeMunck
naar yoren komen:
1. Op welke manier zou de volkskunde maatschappelijk relevant moeten
zijnl
2.
Welkerol
moet de volkskunde spelen als dekunst zich met (volks)cultuur gaat bezighoudenl
Bij
de eerste vraag moet dan inderdaad eerst helder worden wat men onder 'volkskunde'kan verstaan. Voor het gemak maak
ik hier
een onderscheid tussenl
blic folÞlore(of:
toege-paste volkskunde) en de 'wetenschappeliike
etnologie'. De praktijkgerichte tak van de paúlic
fo lÞlore w or dt
in
Nederland vertegenwoordigddoor het Nederlands Centrum voor
Volkscul-tuur
(NCV)
teUtrecht. Zii
heeft een publiekeinformerende en stimulerende funcue ren
aan-zien van allerhande vormen van volkscultuur.
In
samenwerking met professionele vertellersorganiseert het
NCV
bijvoorbeeld eenNatio-nale Verteldag, en binnen het
UNESCO-plan
ter bescherming en stimulering van het imma-teriêle erfgoed zou het
NCV
graag devolks-dans
in
Nederland weer op de kaart zetten.Het
gevaar dat schuilt
in
de promotie vanyolkscul-tuur
is dat men voor¿l kiest voor de moore en leuke culturele uitingsvormen. Esthetisering en musealisering liggen op de loer.Het
sprookjewordt
gekoesterd, rnaar een racistische mop is not done.En
toch is een racistische mop óók volkscultuur,zij
het een exponent vân wat men de 'donkere zijde' noemt. En als desinterklaas-viering
gestimuleerd moet worden, geldt datdan
niet
evengoed voor het SuikerfeestlOok
in-
enuitsluiting
liggen onvermijdelijk op de loer. Elke selectie kan een ideologische keuzein
zich dragen,of
tenminste door derden alszodanig worden uitgelegd. Daarmee
wil
geens-zins gezegd
z4n
dat hetNCV
niet
opziin
taakberekend zou zijn
-
integendeel zelfs.De tak van de 'wetenschappeliike
etnolo-gie'in
Nederland staa¡ de documentarie enbestudering voor van zowel de 'mooie' als de
'leÌijke' kanten van de (volks)cultuur: er
wor-den bii voorkeur geen ethische
of
esthetische keuzes gemaakt, want cultuur is immers alleswat zich aanbiedt. Aan het Meertens
Instituut
.9
I
'c
,;l
te Amsterdam
wordt bii
uitstek deze vorm vanetnologie beoefend. De maatschappelijke
rele-vantie is gelegen
in
de bestudering en analyse van cultuurverschijnselen-
alsmede het ver-dwijnen daarvan zodra mensen het belang er niet meer van inzien.Het
MeertensInstituut
distantieert zich nadrukkeliik van de stimu-lering van bepaalde vormen van
volkscultuu¡
omdat
zij
ditniet tot
haar taak rekent. Derele-vantie schuilt iuist
in
de (voorzover mogelijk)onbevooroordeelde diagnose van dynamische
culturele processen.
Het
MeertensInstiruut
wil
zelf
geenpartij zijn in
deze processenr zelvil
niet
sturend optreden.Al
zouden onderzoekersbijvoorbeeld wel weer zo ver kunnen gaan door
er
-
binnen demulticulturele
discussie-
frjn-tjes op te
wiizen
dat onze eigen Nederlandsegrootmoeders vroeger ook hoofddoekies heb-ben gedragen (zij het veelal
niet uit
religieuze overwegingen). AIs daartoe reden is, mogen(ol- moeten.¡ wetenschappers vanuit een posirie
van distantie ontmythologiseren, relatiyeren en zaken
in
een breder perspectief plaatsen.In
Vlaanderen liggen de zaken delicater.Niet
alleen omdat alles zo ongeveer'verpoli-tiekt'
isin
Vlaanderen, maar ook omdat bijvoor-beeld de positie van het Vlaams Centrum yoor Volkscultuur yeel meer ambigu is.Zij
is immersNCY
en MeertensInstituut in
één, en zal duszowel wetenschappelijk onderzoek doen als aan
cultuurpolitieke processen deelnemen .
Ze moet
tegelijkerLijd afst¿nd houden en participeren: allicht dat er in Vlaanderen meer behoefte is aan een debat, zoals dat door
Bert
De Munck isaangezwengeld.
Komen we bii de tweede vraag: welke
rol
moet de volkskunde spelen als de (hoge) kunst zich met volkscultuur gaat bezighoudenl
Voor
Nederland volgt het antwoord al
uit
hetvooraf-gaande. Her
NCV
isbii
uitstek hetinstituur
omvoor een breed publiek een brug te slaan tussen
volkscultuur en kunst, en kan
hier
eenbelang-rijke
coördinerende en stimulerenderol
spelen,De onderzoekers yan het Meertens
Instituut
zullen
dit
proces met belan¡jstelling volgen, en trachten te komen met een cultuuranalyse:welke kunstyormen worden gebruikt en vanuit welke ideologie, wat voor publiek komt er op af, en welke aspecten yan de volkscultuur worden
met welke achterliggende motieven naar voren
geschoveni \Mat zeggen deze processen over
globalisering
lokalisering
inuention of trødìtion,identiteit, etriiciteit,
betekenisgeving, esthetise-ring, musealisering enfestivaliseringl
Daarmee zijn we aanbeland bii het Vlaamse missie-rtøtsmentvan
Bert
De Munck overhet
'uiteindeliike doel'.
Het
uiteindeliike doel vande etnologie is, bii mijn weten, nìet'een maat-schappij op basis van tolerantie en begrip voor het "andere"', hoe wenseliik een dergeliik
stre-ven
in
het algemeen ook mag zijn. H ier zijn allerlei andere culturele, levensbeschouwelijke,maarschappeliike en politieke instanries voor,
die da¿rtoe veel beter geëquipeerd
zijn.
Dewerenschap mag
-
om zo te zeggen-
geenintegratie-
of
cohesie-instrument worden,zeker zolang de vraag open
blijft
of
integratieen cohesie wel ¿llerwegen moeten en Þunnen.
Als
de etnologie ergens goed voor is, dan ishet
in dit
geval omuit
te leggen waarom consensusniet altiid
þan. waarom hetin
demulticultu¡ele
samenleving
in
de praktiik af en toe faliekantmisgaat, maar ook waarom het veelvuldig goed
g¿al.
Maar
ik
geef toe: Nederlandse etnologenhebben soms wel erg makkeliik praten.
In
Vlaamse ogen kan het lijken alsof ze geenvuile
handen
willen
maken,rersonalra
Theo Mede¡
(19ó0) is sinds 1994 werkzaam op de afdeling Etnologie van het MeertensInsti-tuut
te Amsterdam.Als
senior onderzoeker bestudeerthij
Nederlandse volksyerhalenin
heden en yerleden en treedt
hij
op alscoördi-nator yan de Nederlandse Volksverhalenbank (www.verhalenbank.nl).
Hij
heeft
onder meeronderzoek verricht naar de vertelcultuu¡
in
de
multiculturele
samenleving en publiceerde twee belangrijke volksverhaalcollectiesuit
1900onder de titels
Vertelcultuur in
\À/aterland(2001) en