• No results found

Effecten van experimentele bekalking en bemesting op de ondergroei van enkele eiken- en dennenbossen op arme zandgrond in Nederland : beschrijving van de uitgangssituatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Effecten van experimentele bekalking en bemesting op de ondergroei van enkele eiken- en dennenbossen op arme zandgrond in Nederland : beschrijving van de uitgangssituatie"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

/ 1 ! 1 î

EFFECTEN VAN EXPERIMENTELE BEKALKING EN BEMESTING OP DE ONDERGROEI VAN ENKELE EIKEN- EN DENNENBOSSEN OP ARME ZANDGROND IN NEDERLAND

-beschrijving van de

uitgangssituatie-Sandra de Goeij en Marian Siebum

Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Directoraat-Generaal Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg, Directie Bos- en Landschapsbouw

Rijksinstituut voor Natuurbeheer Leersum

afdeling Botanie

projectleider: H. van Dobben

Intern Rapport 90/2

Rijksinstituut voor Natuurbeheer

Leersum

1990

(2)
(3)

1 INLEIDING

Door de Directie Bos- en Landschapsbouw wordt in samenwerking met de Dorschkamp een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van bekalking en bemesting op verschillende onderdelen van het bosecosystemen. Hiertoe zijn een aantal factoriële proeven opgezet waarin de effecten van Ca (dolokal), en van combinaties van K, Mg en P over een periode van enkele jaren gevolgd zullen worden. Het onderdeel waarover hier gerapporteerd wordt heeft ten doel de ondergroei te beschrijven zoals deze was aan het begin van de proef (H tot 2 jaar na de behandeling).

Het ligt in de bedoeling in 1992 de ondergroei opnieuw te beschrijven, waarna de waargenomen veranderingen met de behandelingen in verband

gebracht kunnen worden. Dergelijk onderzoek is reeds eerder verricht in Harderwijk (Dirkse 6e van Dobben 1988) en in Zweden (Dirkse et al. 1989) . Omdat het thans slechts gaat om het vastleggen van de bestaande situatie wordt in dit rapport de nadruk gelegd op de methodische aspecten.

2 METHODE

Tabel I geeft een overzicht van de percelen en behandelingen. Voor details omtrent de behandelingen wordt verwezen naar de betreffende projektbeschrijvingen van de Dorschkamp, waarvan de nummers eveneens in de tabel zijn aangegeven. De behandelingen zijn uitgevoerd in direct naast elkaar gelegen 'bruto'plots van ca. 30 * 30 tsfi. Deze brutoplots zijn gemarkeerd met rood gemerkte houten paaltjes. De vegetatiebeschrijvingen zijn gemaakt in binnen de brutoplots gelegen 'netto'plots van 15 * 15 m^, die niet in het veld

gemarkeerd waren en daarom afzonderlijk werden ingemeten. Bijlage 1 geeft de ligging van de percelen, bijlage 2 de ligging van de brutoplots binnen de percelen en bijlage 3 de ligging van de nettoplots binnen de brutoplots.

Niet alle aangelegde proefvelden zijn in dit onderzoek opgenomen; er is een keuze gemaakt waarbij vooral homogeniteit en representati-viteit een rol speelden (Tabel I).

(4)

v

w-

k

k<ä

f l '

v ,bcm$-

j 2 # ^

Tabel I: overzicht van de in dit onderzoek opgenomen percelen en behandelingen

IM-'

perceel behandeling begin bodem type bos projektnr. Anthonis 44c Anthonis 46a Anthonis 46e c^Amerongen 17 L-Amerongen 2 f <"* Chaam 78 LChaam 79a/80 .f'Garderen 118 L Garderen 141a Venray 709b —••> Anthonis 64d Mill 143c _ Udenl23g Ca Ca Ca K en K en K en K en K en K en P, K P, K P, K P, K Mg Mg Mg Mg Mg Mg en en en en Mg Mg Mg Mg najaar 1987 idem idem feb-mrt 1986 idem idem idem idem idem winter 86/87 idem idem idem -rijk rijk -arm arm arm rijk arm arm den, eik, den, den, den, den, den, den, den, eik, eik, eik, eik, oud 5"^ 437 jong#o 437 jong jK>437 oud 314 oud 314 oud 314 oud 314 oud 314 oud . 314 oud T"3 318 jongPi 318 oud OV 318 jong P r 318

2.1 Uitzetten van de nettoplots

Bij elk perceel werd begonnen met het opmeten van de brutoplots. De meeste brutoplots zijn vierkant met zijden van 20 tot 35 m. De nettoplots werden in principe in het midden van de brutoplots gelegd. De hoekpunten van de nettoplots werden dan bepaald door van de lengte van de diagonaal van het brutoplot aan beide uiteinden gelijke lengten

af te trekken. Als bijvoorbeeld het brutoplot een afmeting heeft van 35 * 35 m^ is de diagonaal 49.5 m. De lengte van de diagonaal van een nettopiot van 15 * 15 m^ bedraagt 21.20 m, dus werd aan beide zijden van de diagonaal van het brutoplot (49.5 - 21.20)/2 = 14.15 m afgetrokken (figuur 1). De hoekpunten van de nettoplots werden gemarkeerd met PVC-buisjes. Bij rechthoekige brutoplots (b.v. in Chaam78) werd bij het inmeten van de nettoplots niet van de diagonaal uitgegaan maar van de zijden (figuur 2). Als bijvoorbeeld het brutoplot een afmeting heeft van 30 * 35 m^, blijft aan de lange zijden een randzone van (30 - 15)/2 = 7.5 m aan de korte zijden een randzone van (35 - 15)/2 — 10 m over.

Wanneer de gemeten waarde voor de diagonaal van een brutoplot afweek van de berekende waarde werd deze bij het uitzetten van het nettopiot gecorrigeerd. Als bijvoorbeeld de gemeten diagonaal van een brutoplot van 35 * 35 m slechts 49.0 m in plaats van 49.5 m bedraagt,

werd aan beide zijden geen 14.15 maar 14.15 - 0.25 = 13.90 m afgetrokken (figuur 3). In rechthoekige brutoplots werd op verge-lijkbare wijze gecorrigeerd (de uitgevoerde correcties zijn niet in het gegevensbestand opgenomen).

(5)

In enkele gevallen week de vegetatie in het nettopiot sterk af van die in de rest van het brutoplot (bijvoorbeeld door paden, open plekken in de boomlaag, reliëf enz.). Er werd dan getracht het nettopiot zodanig te verschuiven dat de vegetatie representatief was voor het grootste gedeelte van het brutoplot, zonder te dicht bij de

rand te komen. Als minimale breedte voor de randzone is 2 m aange-houden, met één uitzondering (An44c5, met aan één zijde een randzone van 1.5 m ) . Wanneer in inhomogene brutoplots de representativiteit van het nettopiot door verschuiven niet verbeterd kon worden, werd de nettopiot op de gebruikelijke wijze in het midden gelegd.

In de meeste gevallen zijn de nettoplots verschoven zonder de afmetingen te veranderen. Alleen in Am2f7 en Am2fl2 zijn ook de afmetingen van de nettoplots veranderd, echter zonder het oppervlak te veranderen. In het veld werd bij het verschuiven van het nettopiot uitgegaan van het midden van het brutoplot; nadat deze was uitgezet werden de hoekpaaltjes met behulp van een meetlint een aantal meters

in de gewenste richting verplaatst.

2.2 Opnamen

Bij het beschrijven van de vegetatie is gebruik gemaakt van opnameformulieren als in figuur 4. Iedere beschrijving ('opname') bestaat uit (1) een lijst van in het plot voorkomende soorten met voor

elk een schatting van de hoeveelheid (de 'soortgegevens'), en (2) een reeks abiotische en biotische gegevens die geen direct verband houden met de afzonderlijke soorten (de 'kopgegevens'). De kopgegevens zijn zodanig gekozen dat zonder hulpmiddelen en met weinig tijdverlies zoveel mogelijk extra informatie verzameld kan worden, terwijl een goede aansluiting met de vierde bosstatistiek (Dirkse 1987) mogelijk is. De verzamelde kopgegevens zijn: locatie, ophamenummer, naam van de opnemer, datum, oppervlakte, ligging van het nettopiot in het brutoplot, helling, expositie, dikte van de strooisellaag, hoeveelheid staand dood hout, hoeveelheid liggend dun dood hout, hoeveelheid liggend dik dood hout, hakhout, kluit, greppels, paden, totaal aantal hogere planten, totaal aantal mossen en lichenen, opmerkingen. In het gegevensbestand zijn daaraan de behandeling van het betreffende plot, de ligging en afmetingen van het nettopiot, het kaartblad en de coördinaten toegevoegd. De codering van de kopgegevens komt overeen met die van de vierde bosstatistiek (Tabel II). De soortgegevens en kopgegevens staan in afzonderlijke bestanden.

(6)

Tabel II: codering van de kopgegevens

helling code expositie code dikte strooisellaag code onbepaald 0 - 3° 3° - 10° 10° - 30° 30° - 90° 0 1 2 3 4 onbepaald 0 vlak 1 noord 2 noordoost 3 oost 4 zuidoost 5 zuid 6 zuidwest 7 west 8 noordwest 9 diverse exp. 10 onbepaald enkele bladen < 2 cm 2 - 5 cm 5 -10 cm > 10 cm 0 1 2 3 4 5

staand dood hout

kluit

code

code

liggend dun dood hout code onbepaald geen weinig (max. 5%) matig (5 -30%) veel (> 30%) 0 1 2 3 4 onbepaald 0 geen 1 weinig (1 -10 stuks) 2 matig (11-100 stuks) 3 veel (meer dan 100 stuk)4

hakhout code onbepaald geen weinig (1-3 stuks) veel (> 3 stuks) 0 1 2 3 onbepaald geen weinig (1-3 stuks) veel (> 3 stuks) 0 1 2 3

greppels e.d. code

onbepaald 0 geen 1 rabatten en greppels 2

alleen greppels 3 ploeg- of plantsporen 4

paden e.d. code

onbepaald 0 geen 1 voetpaden 2 rijpaden (auto/trekker)3

(7)

Het bestand met kopgegevens vermeldt voor elke opname achtereenvolgens :

- Kaartblad (krtbl.): nummer van de topografische kaart 1:50.000 - Locatie (loc): naam van de boswachter ij

- Coördinaten (coor.): volgens het verschoven rijksdriehoeknet ('Amersfoortcoördinaten')

- Opnamenummer (opn.nr): deze zijn opgebouwd uit: 1) de eerste twee letters van de locatie; 2) het perceelnummer (eindigend met een "/" of met een letter); 3) het volgnummer van het brutoplot, zoals vermeld op de overzichtskaartjes van de percelen

- Oppervlak (opvl.): in meter

- Ligging van het nettopiot (ligg.nettopiot.): mid = in het midden van het brutoplot, anders - niet in het midden van het brutoplot

- Helling (heil.): codering volgens Dirkse (1987); de waarden zijn geschat, niet gemeten

- Expositie (exp.): codering volgens Dirkse (1987); de expositie werd afgelezen van de overzichtskaartjes van de percelen of de topografische kaart

- Strooisel (strooi.): totale dikte van de strooisel + humuslaag tot de minerale ondergrond, in cm

- Staand dood hout (st.+ hout): codering volgens Dirkse (1987) - Liggend dun dood hout (lig + dun hout): codering volgens Dirkse

(1987)

- Liggend dik dood hout (lig + dik hout): hieronder werd al het dikke hout van meer dan 7 cm doorsnede verstaan; codering volgens Dirkse (1987)

- Hakhout (hakhout): codering volgens Dirkse (1987) - Kluit (kluit): codering volgens Dirkse (1987)

- Greppels (greppels): codering volgens Dirkse (1987) - Paden (paden): codering volgens Dirkse (1987)

- Totaal aantal hogere planten (tot.aant.hogere pi.): het totale aantal verschillende vaatplanten (varens, kruiden, houtige gewassen)

- Totaal aantal mossen en lichenen (tot.aant.mossen/lich.): het totale aantal verschillende mossen (bladmossen, levermossen en Sphagna) en het totale aantal verschillende lichenen, van elkaar gescheiden door een "/"-teken

Hoogte en totale bedekking werden voor de verschillende lagen van de vegetatie afzonderlijk geschat, de hoogte van de boomlaag en van de

struiklaag in meters en de hoogte van de kruidlaag in centimeters. Van de moslaag werd geen hoogte genoteerd. Uitschieters zijn tussen haakjes vermeld. De totale bedekking van de lagen werd geschat op <1%, 1%, <5%, 5%, 10%, 20%, 30%, ... 90%, >95% of 100%, soms werd boven de 10% nog tot op 5% nauwkeurig geschat. In navolging van Dirkse (1987) zijn de verschillende lagen als volgt onderscheiden:

- Boomlaag: de hoogste laag van de houtige gewassen, meestal hoger dan 6 m. Een scheiding tussen schermlaag en boomlaag, zoals door Dirkse (1987) is hier niet gemaakt. Meestal bevinden de aangeplante soorten zich in de boomlaag, in de

(8)

jonge opstand Udenl23g echter ook in de kruidlaag - Struiklaag: de laag tussen 1.5 m en 6 m. In gevallen waarin de

boomlaag een hoogte had van minder dan 6 m en er toch sprake was van twee duidelijk gescheiden lagen houtige gewassen, werd de hoogte van de struiklaag aangepast. Houtige gewassen lager dan 1.5 m werden tot de kruidlaag gerekend

- Kruidlaag: Tot de kruidlaag behoorden alle kruiden, dwergstruiken en houtige gewassen tot een hoogte van 1.5 m

- Moslaag: Alle terrestrische mossen (bladmossen, levermossen en Sphagna) en lichenen. Lage kruiden (bijvoorbeeld kiemplanten) werden tot de kruidlaag gerekend. Epifyten en soorten op dood hout zijn niet opgenomen.

De bedekking van de afzonderlijke soorten werd geschat met behulp van een tiendelige schaal (zie tabel III). In het bestand met de soortgegevens zijn voor elke opname achtereenvolgens weergegeven het het teken '@' (ASCII 64) gevolgd door het opnamenummer, en vervolgens de soorten als acht-letterige afkortingen, met daarachter de bedekking. De betekenis van deze afkortingen vindt men in Tabel V. Door de gebruikte indeling in lagen kan dezelfde soort meerdere malen in één opname voorkomen. Bij de soorten waarvoor dit het geval is, is in het gegevensbestand de laag waarop de schatting betrekking heeft gecodeerd in de laatste letter van de soortsnaam: b — boom, s — struik, j = juveniel (kruidlaag), k - kiemplant (kruidlaag) (zie Tabel V ) . Soorten juist buiten het nettopiot zijn soms (niet consequent) opgenomen in de het bestand met de kopgegevens onder 'opmerkingen'. Tabel III: tiendelige schaal voor de schatting van de bedekkingen

(naar Dirkse, 1987)

schaal bedekking in % bedekking in m2 bij een

proefvlakgrootte van 15x15 m 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 niet bepaald <0,1 0,1-1 1 -5 5 -10 10 -25 25 -50 50 -75 75 -90 90 -100 -0 --0,225 0,225 -2,25 2,25 -11,25 11,25 -22,5 22,5 -56,25 56,25 -112,5 112,5 -168,75 168,75-202,5 202,5 -225

(9)

2.3 Determinatie

De meeste hogere planten werden in het veld benoemd. Enkele soorten zijn verzameld, gedroogd en later op naam gebracht. Sommige hogere planten leverden moeilijkheden op bij de determinatie.

Agrostis canina, A. stolonifera en A. capillaris waren vegetatief

moeilijk van elkaar te onderscheiden. Als differentieërende kenmerken werden de aan- of afwezigheid van een wortelstok in combinatie met de vorm van het tongetje gebruikt. Dit leverde niet altijd een eenduidige uitkomst en de determinatie is daarom wat onzeker. Jonge exemplaren (kleiner dan 25 cm) van Betuia pubescens en B. pendula zijn samengenomen onder Betuia spec. (juveniel). Ook enkele andere vegetatieve hogere planten konden niet tot op soort worden gedeter-mineerd, en zijn genoteerd als spec, of, indien de determinatie niet geheel zeker was, als cf.

Mossen en lichenen kregen in het veld een voorlopige naam en werden afzonderlijk in genummerde zakjes verzameld. Na het veldwerk zijn de mossen door G. Dirkse en de lichenen H. van Dobben definitief op naam gebracht. Soorten die pas tijdens de determinatie zijn gevonden werden aan de opname toegevoegd met bedekkingscode 1. Het kwam voor dat in het veld één mossoort was onderscheiden die bij de controle uit twee soorten bleek te bestaan en omgekeerd: twee in het veld onderscheiden soorten bleken dezelfde te zijn. De bedekkingscode

is dan als volgt bepaald:

1) als een verzamelde soort uit twee soorten bleek te bestaan werd aan beide soorten 1 code lager gegeven dan aan de verzamelde soort was toegekend. Had de verzamelde soort code 1, dan kregen beide soorten ook code 1.

2) als twee (of meer) verzamelde soorten dezelfde soort bleken te zijn, is steeds de hoogste code gebruikt; optelling van codes vond niet plaats.

Bij de definitieve naamgeving van de mossen moet het volgende worden opgemerkt:

1) Cephaloziella- en Bryum-soorten zijn niet tot op soort

gedeter-mineerd en opgenomen als spec.

2) Plagiothecium laetum omvat ook P. curvifolium. Verder was

Plagio-thecium denticulatum niet met zekerheid van P. laetum te

onder-scheiden. Deze is niet als aparte soort opgenomen, mede omdat het merendeel van de verzamelde Plagiothecium-monsters wel met zekerheid

P. laetum bleek te zijn.

3) Het is niet uitgesloten dat Brachythecium oedipodium in enkele nettoplots van het perceel Garderen 141a aanwezig was. Deze werd echter onder de naam B. rutabulum in de opnamen genoteerd omdat dit materiaal door gemis aan sporenkapsels en door de geringe hoeveelheid niet met zekerheid van B. rutabulum te onderscheiden was.

(10)

3 RESULTATEN

Alle soort- en kopgegevens werden in de computer ingevoerd en zijn zowel bij het RIN als bij de Directie Bos- en Landschapsbouw op magneetband aanwezig.

Om te zien in hoeverre een effect van de behandelingen op de ondergroei reeds optreedt werd getracht de opnamen volgens hun floristische samenstelling (soorten en bedekkingen) te ordenen. Hierbij werden de bomen buiten beschouwing gelaten. Verder werden binnen iedere opname de soorten die meerdere malen voorkomen (in verschillende lagen) samengevoegd tot één schatting. Voor de ordening werd gebruik gemaakt van het programma FLEXCLUS (Van Tongeren 1986). Dit programma zoekt opnamen met een zo groot mogelijke floristische gelijkenis en voegt deze samen in 'clusters', waarbij er naar gestreefd wordt de gelijkenis tussen de clusters onderling te mini-maliseren (Jongman, ter Braak 6e van Tongeren 1987). In de door FLEXCLUS aangebrachte ordening zijn met de hand nog enkele kleine wijzigingen aangebracht, o.a. het samenvoegen van zeer kleine clusters

tot grotere. Het resultaat van deze bewerkingen is weergegeven in Tabel IV. In deze tabel zijn de opnamen met volgnummers aangeduid; de betekenis van deze nummers vindt men in Tabel VI. Vanwege de breedte is Tabel IV in twee delen gesplitst; de clusters 1 tot 6 vindt men vanaf blz. 11, de clusters 7 tot 13 vanaf blz. 15.

Behalve in de opnamen is ook een ordening in de soorten aange-bracht: (1) bovenaan staan de soorten die een duidelijk optimum in één of twee clusters hebben ('differentieërende' soorten), geordend volgens de cluster waarin zij voorkomen zodat hoge bedekkingscijfers zo veel mogelijk langs een diagonale lijn in de tabel voorkomen; (2) soorten die in de meeste opnamen voorkomen, maar in één of enkele clusters ontbreken of weinig voorkomen. Ook deze zijn volgens cluster geordend; en (3) soorten die geen voorkeur voor bepaalde clusters hebben (de meeste weinig gevonden soorten). Zie Tabel V voor de betekenis van de afgekorte soortsnamen.

Uit Tabel V blijkt dat de onderscheiden clusters vrijwel overeen komen met de verschillende percelen en niet met de behandelingen. Er

is er een duidelijke scheiding tussen de Quercus-opstanden (clusters 4 en 10 t.m. 13) en de Pinus-opstanden (overige clusters), waarvoor vooral soorten in de kruidlaag verantwoordelijk zijn. Zo komen o.a.

Pleurozium schreberi, Vaccinium myrtillus, Betuia pubescens

(juveniel), Carex pilulifera en Galium saxatile voornamelijk voor in de dennenbossen. De Quercus-opstanden zijn als groep minder homogeen dan de Pinus-opstanden en kenmerken zich niet door gemeenschappelijke soorten. Wel hebben de verschillende loofbossen ieder afzonderlijk een karakteristieke soortengroep, met soorten die niet (of nauwelijks) in de dennenbossen werden aangetroffen.

Dat er nog geen verschillen tussen de behandelingen aantoonbaar zijn kan verklaard worden uit het feit dat de bekalking kort (±4 jaar) voor het maken van de opnamen heeft plaatsgevonden. In andere proeven bleek na één volledig groeiseizoen een duidelijk effect van bekalking aanwezig te zijn, terwijl effecten van K, Mg en P op een termijn van enkele jaren niet konden worden aangetoond (Dirkse & van Dobben 1988).

(11)

4 AANHANGSEL: PRAKTIJKPROEF

Naast de behandelingen in 30 * 30 m^ plots zijn ook behandelingen uitgevoerd in percelen ter grootte van ca. 400 ha, met als voornaamste doel verschillende methoden voor het uitbrengen van meststoffen in de praktijk te toetsen. Om veranderingen in de vegetatie ook in deze proeven enigzins te kunnen volgen werden binnen deze percelen 0-vlakken van 32 * 32 m niet behandeld. In april 1989 werden in

enkele percelen (Venray 130a-W, Venray 130a-0, Venray 237a) opnamen gemaakt door H. Schröder en H. van Dobben. De resultaten hiervan staan op twee aparte files. Evenals bij de factoriële proeven leverde een analyse met FLEXCLUS slechts een scheiding tussen de percelen en niet tussen de behandelingen op (tabel niet opgenomen in dit verslag).

5 SAMENVATTING

Binnen een door Directie Bos- en Landschapsbouw opgezet onderzoek naar de ontwikkeling van bossen na bemesting en bekalking werd de ondergroei bestudeerd. Daartoe werden in september en oktober 1988 vegetatieopnamen gemaakt die de uitgangssituatie van de percelen weergeven, kort na de toediening van Ca (dolokal), of combinaties van K, Mg en P. Hieruit blijkt dat de percelen in de ondergroei duidelijk van elkaar verschillen, terwijl de ondergroei binnen hetzelfde perceel vrij homogeen is: er is nog geen effect van de behandeling

waar-neembaar. De Quercus- en Pinus-opstanden bleken duidelijk te verschillen in ondergroei.

6 LITERATUUR

Brand, A.M., Aptroot, A., de Bakker, A.J. & van Dobben, H.F. 1988. Standaardlij st van de Nederlandse korstmossen. Wet. Med. KNNV 188, 68 blz.

Dirkse, G.M. & van Dobben, H.F. 1988. Effecten van bosbemesting op de ondergroei. In: Dilz, K. (red.). 1988. Bemestingsproef in het Gemeentebos van Harderwijk, 1987, blz. 12 -16. Gemeente Harderwijk.

Dirkse, G.M. 1987. De natuur van het Nederlandse bos. Resultaten van

de overige statistieken bosterrein (natuurwetenschappelijke gegevens) van de Vierde Bosstatistiek. RIN-rapport 87/28, Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum, 217 blz.

Dirkse, G.M., van Melick, H.M.H. & Touw, A. 1989. Checklist of Dutch Bryophytes. Lindbergia 14, in press.

Jongman, R.H.G., ter Braak, C.J.F. 6e van Tongeren, O.F.R. 1987. Data analysis in community and landscape ecology. Pudoc, Wageningen, 299 blz.

Meijden, van der R., Weeda, E.J., Adema, F.A.C.B. & de Joncheere, G.J. 1983. Heukels/Van der Meijden Flora van Nederland 1883-1983. Wolters-Noordhoff, Groningen, 583 blz.

(12)

classification and tabulation of ecological data. Acta Bot. Neerl. 35, 137-142.

7 BIJLAGEN (SLECHT BIJ EEN BEPERKT AANTAL EXEMPLAREN)

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3

ligging van de behandelde percelen

ligging van de brutoplots binnen de percelen ligging van de nettoplots binnen de brutoplots

8 BESTANDEN OP TAPE

Format: ASCII

Schrijfdichtheid: 1600 BPI

File Kbytes bevat

soorten.dat kop.dat prak.dat prakkop.dat soortgegevens kopgegevens soortgegevens praktijkproef kopgegevens praktijkproef 10

(13)

___ Ol Ol > Ü 3 o Kt (M •* -» «- N. to «- N O « - i n «-«- ^* ro < T - M «-«- CM <\J «- «- «VI > «- O »M O; «-oo CM CM i «-• i (\j «- i CM «- i CM «- T- K I CM «- CM «- «- K I CM CM in fM • CM in *- «- i T-»* «- ND in sf • CM in N O <o i (M«o m CM «- CM r-CM NO «- r-CM r-CM «- I «-r-CM "• - r- Kl i CM «-M «-M t - i - i C«-M r- «- in m S • NO i Kl I oo I M v i n " m m K I •* CM m «-•* -- CO ro NO %± «- NO m m •* eg •* m «-K I «- co «- m Ki «- ro •* m v» «- NO Kl m C M «- >_• in N O C M « « v » « « -« - CM « - m • • CM CM i ND CM CM « « -CM • i -CM CM « - T - « CM i • « CM CM • « -« - K l i K l « - CM « - i T *t I « -t - r N i «- Kl «- CM

2 $ ^

• CM N - N O C M K l m NO K l s » CM s r i CM I >n N0 < K l NO i « -K l -K l CM m • CM CM " CM CM K l i K l K l _ _ CM CM m i CM CM h - CM I I V3 • « - • N 0 r O ~ * C M N 0 « - C M C M i n i n N O « - >_* i CM « -m • * N 5 « - - * • CM C M - - - -4- i « - <\i 18! 'S"* 's ND • * NO

: 3:

i n • m « i n * -i n K > i n - o m M * > r o i n <** i n <4> K- S m CM 00 K m K l K NO i n i h - l>- • * CM 00 NO NO CM o a o D> 4-" > . 01 C JC 3 c 1 - o *- ••-o -••-o 3 3 3 a I- • 5» <0 -Q _ _ _ O X 3 C " ; U £ « Q . O _ _ . _ . - - 3 0 > _ _ . _ . < _ 0 . ) £ - _ 3 - _ * J 0 3 — - J 0 - 0 ^ u c « g 3 ( i v - < _. a <g • - • - 5 - < o «o > » 3 o i - > — •o Q. t_r Q-— a . o a a o o

11

S-2 O L —« — . 4-> CO • O v —• i - —« 3 > <B • -L. — . X ai J O o « o — o > _ _ _ . _ _ _ _ _ _ . — •— o Q . » —> «T •—i p . — u c a c A H i a — « </> y "Q b . o t N -U 4 - > 3 C _ K < 0 > > 3 K I _ . > . 3 3 -U L . C _ _ O O a - c- Q . « - « 3 - . _ _ _ > a i — C 4 > - . O Q . _ _ > - . > - . F — . O) _T

a£___ __.8.8 8.8.S l â a ^ ï . ^ ^

4

*

ß i < ?

(14)

K l o CM o . (M «o c\j r>-CM <o CM i n <M K I (M (M ru

«-£g

« - oo « - r^-« - <o « - i n «- -»

I

i « « CM i t K l ( M N t • « CM C\J i • «M « « -• i m K l -• «M CM « - v• i J K I i N N t i « * • « CM CM « • i r o K l • CM CM « -« - i K l CM i i N f f • • CM r o « CM CM « -i -i -i K l -i • CM «— • « CM CM « CM CM « • CM « CM « I « « i i CM CM I CM CM « -• -• K l CM « - «M « - -• I « - « - « - CM • » - « - « - i CM • « - • CM CM i • « CM « -CM « - « - -CM -CM • « - « - « - CM CM i CM « - CM CM K l K l CM K l CM I M T - I ^ CM T « CM « K l « » CM « CM « i « -« - CM I CM K l CM m CM « - CM * - i n CM « -CM • I I S N N c CM m CM CM • CM • CM ( M CM 3 E •— <0 -M <0 3 — I « I l « ~ I _ _ _ a ut . L. x — .g "O - ^ t > C 3 Q . 4 > 3 Q . 3 3 3 i - C O H - O > . C 0 -; 2 ; -C 3 Q.— 3 3 — l l £ l . U £ i > > I I $ U ' - « 3 £ f CO 4-* E . C +J «J —' U L 01 ft L S - ' U E Ü — » t - 4 - » O . O . > O) o ••-HO a. m • - Q - ^ > ~ « 3 3 —« L V Q Q 41 I I Q •*- .O O Q . . Û X I o — O 3 «- 3 . CL 01 CT-Q ai

&s

o> o o — i - «-• o . Û —• —< Q . Q . V) c« > > 3 1 - l . 3 O O ^ - f i ( D l - f 3 3 0 ) « l ' - 3 L Ü f i « 4 J L L L 0 U $ L N n O ^ L I I o i- o- e-x! O) O) O - • (l> 3 3 3 <0 < o a o u u g « < < *

(15)

-(M (M • M ro *-• o) > •• • ™» c 4> —> o q> — - > 3 - > T 3 u C « ) 5 V (D O •- — > ü U ü ( I 11 U > - U U » V i - 3 > » c r o a O " - ( o a . c < g < » - a Q. > (A (0 E IX-C -< Q. (I) (D <-» o —' > * 4 > X U C : 3 . c l - 0 ' — V U - 4> —• 3 — *> 41 >» <0 D C — Q . C ( 0 M - a i Q . l l ) X < U Û.J3 O XI Q. O Q. Q. - M O C / > W < 0 < A ( 0 M O < 0 < A •1 •— C 41 1 1 — 41 . c "O fj — ' D C O - M U O - O S - C O „ C 3 L p J l J l ( l - > 3 D «> —• L. o L. C "O 4) O O) 41 < • 4> 4> XI *«- -M —' > U) 4-> _ _ . .. _ ^ ,_ . _ . _ . . . . _ . . I a n a Ó Q t i > ' O L c t - o L ó £ f l i o v t - e ( . t i <P- >*— 4>—» t_ ö 4» •— t- <o —* o 3 c n a . Q . u ) — ^ : Q . E O ( D " o a . 4 > u ) f u 4 i v ) a . a ) a . u Q . u u ^ i a . x ) ' O Q . u u c a i x i H -C ' • * - U Q > » L - I - 3 ' + - -C D 4 > 4 > 3 < U 4 ) O > C 0 ) - O ï / ) « ^ ^ t / ) 4 l t A Q . l - H - - M i- S E Ë < - o> S. a . a c M f £ u — _ _. 4-> .Ç I O - D O 41 Q." Q. O •• O «> B>

(16)

-> o —« — 0 0 3 D C — — o -x ->* co co O.™»•—-> i- u c ü i- o —->— a j - Q t - u i - Q O w a ) — -> o->.a —i — •— —• jz •*- aï a —• E <o oi o $ • — D 01 L o i ü t » ï « 11 g « - t . 3 3 o ) ( D ï i " a 3 Ö 4 - > — *-> E o. L. 3 <-> 't- CL CL 0) (0 C- . - . - CL CL Q O"— O " ' " - C L fi.JJJIfO'»»- X I . O I • CO — > CO CO <0 voKoai/>>L. n>2 - D c n n Q . » ) c a . c : < D C 2 c » u ) u j : < D a . a ) < - > ~ » .. .. - _ co . • v —• ut o T3 o.-O •— 3 D O > T J 5 — 5 a i « > E o > > - ç 2 5 « » — <->:J ( 0 — « I ' • • ~ l _ C 0 C 0 C 0 C 0 4 - ' . Q 4 - ' L . C 0 C O > C " - — ' ( D A - ' O. I- O Ç >« 4> o o o eg a.«- c . i . L . 3 (j> a —••—•—•— A o —• c o >. a •— o .e »

a n » x u ü u v u D L J E U CL "o a. a a> a.** a . f J3 CL— L. CL

= ai

H - H - CO O (0 O O

. • CD co ca co <v > . O o 3 —• co —> eg

(17)

« - « - N- -J-O» •o £*. a *-> <D i . . - t> +-» 4-> co ut CU — o> o «I > !R o

s

•o in o ft r~

1

oo r--<o i n I O CM « r o • « CM i i « -« - -« - * - r o r o r o i m m • « - fvi T- r o « - (M « - CM . - I « - s » « - CM « - CM » - ^ « - CM

J-IÊJ.

• o CM M s t r o • » K> CM CM • » CM i i « - CM « - K> CM « - « - i « - * - « - CM K l CM « - CM CM CM rO « - I « - CM * - CM CM ^ - ^ I I «— «— CM i « - « - « - « - *- m « - i « - CM « - r o •<> CM « « r o « * ( M I M t -I i i « CM « -CM -CM i CM « - • CM « « -CM CM •— O L « > . i i j 3 3 — ' C O » * - » — • — ' . Q " n c o _ , •. > > * o> o > - 3 c — 3 o £ co Û . <o — ' C 3 L . L . 3 f - « - < U 3 — CO O "O T3 - - - - — - - — O CO r o • • • CM « -Ut Ol O) •— •— - C l_ C • - C - • CJ 4) O Q. 3 — CM • * CM i • * - * i i i - K i i n m r o CM • * >» i i \ i ( M i n * i -• » -• * -• * - * i CM i « -CM i . - < CM • « -CM -CM -CM « - • * CM « - CM • I M CM CM CM i i CM i • • CM i « - I CM • « - i CM « - « - i C M t n i n ^ t C M C M r o i n i n r o ^ -i < o r o -i n r o c M < M -i n - * > t -i • < o ^ ) r o r o i > i n M » > -• r o - * <o CM i r o i n -•© r o i « C M r o i n c M C M r o m « o c M * -• ^ * r O i n c M < M C M < O i n - 4 - c M • m > » ( M M • CM >© ro N» in i m >» ro ro • r o o r o * « -m «- Nt ro >o • «- ro in «- CM >* •O ro CM in in -o st >t m ro ro m <o CM ro ro •{•»•»•f m m st « 3 m st in *a • • OJ •8,fwm

5;

« _ - m «* r>- «- in m " T - ro CM _ oo ro ^t m m m >* •o «o *o >* >» m CM -o ro •o ro st -o ~t in vu m ro ro ro m «o m m <0 ^ m • j r -ro • » M o m m ro m >o <o »» m -4-m -4-m i CM ^ «- CM CM <Q <0 • * m s* •O •* ro - * -o • O K I - » l f l « «- CM «- «M CM CM CM CM • CM • CM ro • CM CM • «- CM ro ro »M »-CM ro • CM CM CM I • * CM «-^t CM T-ro CM CM m «-v» «- CM CM CM s» ro CM m CM CM CM r o « - -d-> » « - m v» « - >o CM CM m • 4 « - m r o « - r o CM CM ~ * r o CM oo r o « - CM r o « - <o r o CM v t « m « w i n t » i n « -CM -CM (M I CM « -« - CM CM « -T - CM CM I « - CM CM « CM « « -"~ S *~ n "~ • .Q c X Q.—» —»4-» CO •»- i - —» X —» ! - T « Ï K - I ' L V J ) I l C > « 0 — ' O 3 > . « " - > > C 0 O — ' — < ••- CD H - O O C •4-» L_ H - ••-. 3 — ai « « 3 Ü ' D T J fl.ir a.—> a i *-» —» - >» 3 o a <o o o •—. o •— o a . c/ï —* a> —« a . — * o c n « H - c f t — « < A U 1 3 0 . U I - H - C O U « - ' 3 C > S C 0 > * > Ï L . > . 3 3 U I - Ç 3 O O S — L. Q. C < a ( o * » 3 — < — • — < — . ai —> c i a u a c > > > . E —• m E n - ' C I V L Q O O O ' - Q » # 0 ) ' » - S " - L L (5 Q " o . - » - J Q o . S . o a . a.*: a. a. a n - o ^ a ~ o T J O E 3 <0 D ' U t

(18)

-«- • CM m «- «- ro s* CM «- ro -o «- «- Kl N. i «— CM m « f> in «— « -« - K- -«* -« - i CM •« «-i s» «- • «- (M «- I I « ( M r -«— *Q m *- SJ st *- «-CM • »- C M • «— (M « - « - CM « - CM i CM ro ro «- ro CM • i M M f > t l O CM CM s » s * « - I O (M < - I I O N I ^ I M « - CM I O CM «— s f CM T - I CM CM « - r o r o • CM IO st «- CM CM « - IO •— CM I IO CM I • CM • «— «— CM • «- CM CM • K ) «- CM CM «- • CM I «- « - CM I I I T— I r c - I M I I CM I CM • ro CM IO CM IO CM CM CM CM «- IO «- CM CM IO • CM « -CM • CM «— • CM • CM • • CM I CM CM «-• CM «-• • CM «— IO • CM «— «- IO *- « - C M «- ro o i i < - ( M » I s» «- CM CO «- IO f - ( M S « - C M «— CM ^ I CM • « — I I N r- r- T- i - T - r - i I I « — « — « — « — « — CM I I I I «— «— «— I «— CM « - I I I « — « — « — * — « — CM I I CM I r O « - C M « - C M C M * - C M I CM CM « - CM « - «— CM I I «— I «- T- I I CM CM I I • « - CM CM I «-• «- « - I CM «- I • « I I N r r -• «- «— CM CM «- I • «- «- CM IO «- I • CM CM « - • CM CM CM CO «• «— I C M > t i i -• «- « - C M ro i i • I i T- i i CM CM • CM ' CM • CM > Kl • CM > IO • CM • CM I «- « - «- i «— I «- ' I «- «— CM I CM «- CM st * - «- « - CM I I « — I CM «- «- ro « - «- « - CM > «- I « - in CM «- « - CM CM «— I CM «- I i N t - I I « - r o » - « - « - I CM CM «-CM • CM • IO • IO CM • IO IO CM «— m : $ «— m «- m CM vO «- in «- -J-i -J-in «- -o i in «— in «- m CM st CM ro i m ro T-• «— • CM • ro «- «- CM st in CM st i «O CM so i st i m r u s i i in io I I O I M N I A N ro in i st ^0 i • >o i CM sf ro C M S i i ro i • <o ro ro «O • «- I I S CM I i T- CM I I I >0 • i • I CM i i CM eg i C M in «- • i «- «- •6 • ro «- CM ro «— ro • so CM CM I i CM i i «- -o " ro m CM ro CM • i <o «- •* m ro ro CM «- • Is. CM i io ro ro i ro «- ro «- i C M «- i ro « - « - « - CM I CM «- I CM «— I CM • «- C M i i ro «- I CM « - i IO CM • «- i • CM I CM ( M r - I (M CM ro «- i CM • CM CM CM CM «- ro CM CM «— «— I N t - I CM CM CM «— c ( M i - I «— CM CM «— N < - i - I I CM « - «— I CM CM • I CM CM «— C M ro CM CM IO « CM « -« - CM I CM i ro « - CM « - CM CM CM CM CM « - CM «— CM • IO « - CM « - st i st «— CM I f I ( M r -I « - -I -I « - i CM in in «-CM « - «-CM « - «-CM «-CM - » i - m i i ro «— < CM I CM «— I CM «- < CM «- CM «— I CM «— IO CM «— CM «-M «- C«-M «- «- • CM «- ro i i «— CM i ro I «- CM - » • - M i i CM St «- i w- T- r-N i m i i - r-N CM «- in i «- ro T- <- sr ro CM CM «- CM m i ro CM «- CM ro CM i m r o » * CM • i n • CM CM • » * I CM r o • ts. i CM r o • >o m r o CM • rs- i r o « - • r o i CM CM i i n i s j • CM CM « -• « - m r o • CM m CM • « - r o • i «— m r o CM i - i • - CM m « - « - r o I CM • •— • - CM • CM m CM • • CM • r o CM CM 1 s t « - « - « - CM • r o « - r o r - i N i - m « - CM • - m « - CM • - r o T - l r - • <0 • - « - » - CM i «— i IO r - • - I s t i i i m « - CM » - r o • « - « - r o T - i CM « - r o CM •— i - i - i r o •—i L. co — . 0) o > - co ai 3 E • c * - > » - > - c - « • y i f « O L H - - ' L K V C 3 Q . C U p Q . 3 3 3 1 . C O > < - U > > a a.— C tu a. > a> a i- t- Q. a t- o a e m « « g « « i D ' - - a 3 L 3 £ g i i 3 i i D J3 u Ü J O Q. (0 C T X l t> o Q.V L. > O) I CM I « - r o CM CM i co«-> co 3 »—\ Q> a» «J •—« r o CM •— r ( M l M r -_ . -_ -_ - ^ | ) > V j « D - i i - £ O D . « " - O - '- 1 ~ • 3 3 •—i

t

- a * J t > t - - Q u a 3 3 i J i c o c Q - ' i - S } t - g - < «-• —• "o 3 <— o i c o a i S s — ' t - o o « « - > < 0 3 f 3 3 4 - ' c 3 > M — c o c t a H e - ' c A Ë c o u>« - i - c - a . ( O O ç o u Q . > - < f l U < f l < / ) a . 3 t - ' « 3 r r « C - ' ü > ' 3 l . l . 3 0 0 i ' 0 « l - £ J i - i « « - - i t - 4-1 Q. Q. 8 3 a i L L Ü B | | | P L t . L « L O L C O V O O — ' L P O O 3 i l » O H O - ' 0 ) 3 3 o i — > — ' O . a . u i u o ' - a ' t r i ca co » o o c « 3 3 01 ca • - 3 _ N O O —• t - 0> 3 3 ca ••- 3 *-» 0) Q. ca ca a .

(19)

(M (M

(20)

L. > O •-% — O O 3 2 c •- — *_ ., » . C H - 01 o > — ' E CO Ol O 0 I C - 3 4 - ' H - Q . Q . a i < 0 ' n W D X O » * > u 41 CO J_1 01 —' CA U "O —< a —• ' . _ _ CA . O O CA 41 —» Ol . Q —« " -O I C 0 4 l " Ö 3 -O - l - > — * J E Q. o __ > . a c» o . — < • - > _- 3 c _ _ 4> • —> 3 o> 1 - O I . Û 0 > " 0 <0 V O.V _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ o . C L o o ~ — 3 — — » « - C - - _ _ . 3 c o . _ _ a > o-c A — x « _ ö t _ — > < o — < co co co W " O " O C A C / l _ _ . C 0 C a . C C D C 3 O l C A < _ . C ( 0 _ _ . « 0 * - » C O 4 - ' C,« - ' 4 - C A O C A C _ ' C _ Q_"Ö •— 3 3 0 I " U 3 — 3 4 l < D E O I > > C - 5 a ii— « - * 3 4 > - > - 3 0 3 " 0 4 - ' U 4 - > c _ 3 " " P i w L I O C O l C " ' ( D Q - ' Q . L ü C X O Q . — ' Q . C _ . Q C 0 C A C 0 C A C _ > s o c_ o •—<•— g j a _ _ _ ' 7 _ _ . . ! > • I I T) 3 O v » -g o o o « a.— i • i &-gt; c _ 3 a i -g - - &-gt; • - • - • — A O — < t _ o ^ ~ _ L » ) < / > > ï i o j - i o 4 - > o 3 _ . _ 3 E u a . " D C _ . a i A Q . 4 - > _ _ . j : . 1 •- 2 o 2 T ** u L — ' O . L» . Q CD CA CO : CO O O 3 —» CO — ' CA Q . CA

(21)

-Tabel V: lijst van soorten en afkortingen

A. hogere planten (naamgeving volgens Van der Meijden et al. (1983))

abie acer acer agro agro agro betu betu betu betu betu betu betu betu cala call care care cast cast cast cera cham cory cyti cyti desc digi dryo dryo dryo empe epil eric albj camj psej cam" capi stol penb penj pens pubb pubj pubs sp.j sp.k epig vulg aren pi lu satb satj sats spec angu clav scop scos flex purp cart dila spec nigr spec tetr fagu sylb fagu sylj fagu sylk fest f ran f ran gale gali hier hole hole ilex junc junc loni luzu moli pi ce pice pice pice ovin alnj alns tetr saxa lach I ana moll aqui effu squa peri camp caer abib abi j abis sit j

Abies alba ((juveniel)) Acer campestre (juveniel) Acer pseudoplatanus (juveniel) Agrostis canina

Agrostis capillaris Agrostis stolonifera Betula pendula (boom) Betula pendula (juveniel) Betula pendula (struik) Betula pubescens (boom) Betula pubescens (juveniel) Betula pubescens (struik) Betula spec, (juveniel) Betula spec, (kiem) Calamagrostis epigejos Calluna vulgaris Carex arenaria Carex pi lull"fera Castanea sativa (boom) Castanea sativa (juveniel) Castanea sativa (struik) Cerastium spec.

Chamerion angustifolium Corydalis claviculata Cytisus scoparius (juveniel) Cytisus scoparius (struik) Deschampsia flexuosa Digitalis purpurea Dryopteris carthusiana Dryopteris dilatata Dryopteris spec. Empetrum nigrum Epi Iobi urn spec. Erica tetralix Fagus sylvatica (boom) Fagus sylvatica (juveniel) Fagus sylvatica (kiem) Festuca ovina

Frangula alnus (juveniel) Frangula alnus (struik) Galeopsis tetrah it Galium saxatile Hieracium lachenalii Holcus lanatus Holcus mollis Ilex aquifolium Juncus effusus Juncus squarrosus Lonicera periclymenum Luzula campestris Molinia caerulea Picea abies (boom) Picea abies (juveniel) Picea abies (struik) Picea sitchensis (juveniel)

pice pice pinu pinu pinu pinu pinu pinu poa poa poa poa poly popu popu popu prun sp.j sp.k nigj nigs sylb sylj sylk syls annu prat spec triv vulg treb trej tres padj prun pads prun serb prun serj prun pseu sers tsub pseu tsuj quer quer quer quer quer quer quer quer rubu rubu rubu rume rume sali sali samb scro sene sene sene sola sola robb robj robk robs rubb rubj rubk rubs f rus frut spec acet acla capj caps nigr nodo cfsy spec sylv dulc nigr sorb aueb sorb aucj sorb auck sorb aucs sorb xthj stel tara urti vacc medi offi dioi myrt

Picea spec, (juveniel) Picea spec, (kiem)

Pinus nigra var. maritima (juveniel) Pinus nigra var. maritima (struik) Pinus sylvestris (boom)

Pinus sylvestris (juveniel) Pinus sylvestris (kiem) Pinus sylvestris (struik) Poa annua

Poa pratensis Poa spec. Poa trivial is Polypodium vulgare Populus tremula (boom) Populus tremula (juveniel) Populus tremula (struik) Prunus padus (juveniel) Prunus padus (struik) Prunus serotina (boom) Prunus serotina (juveniel) Prunus serotina (struik) Pseudotsuga menziesii (boom) Pseudotsuga menziesii (juveniel) Quercus robur (boom)

Quercus robur (juveniel) Quercus robur (kiem) Quercus robur (struik) Quercus rubra (boom) Quercus rubra (juveniel) Quercus rubra (kiem) Quercus rubra (struik) Rubus fruticosus (struik) Rubus fruticosus

Rubus spec. Rumex acetosa Rumex acetosella Salix caprea (juveniel) Salix caprea (struik) Sambucus nigra (juveniel) Scrophularia nodosa Senecio cf sylvaticus Senecio spec. Senecio sylvaticus Solanum dulcamara Solanum nigrum

Sorbus aucuparia (boom) Sorbus aucuparia (juveniel) Sorbus aucuparia (kiem) Sorbus aucuparia (struik) Sorbus x thuringiaca (juveniel) Stellaria media

Taraxacum officinale Urtica dioica Vaccini um myrtillus

(22)

B. blad- en levermossen

(naamgeving volgens Dirkse et al. (1988))

C. korstmossen

(naamgeving volgens Brand et al. (1988)) atri undu aula andr aula palu barb barb barb hate brac ruta bryu capi bryu spec camp flex camp intr camp pyri ceph spec cera purp dier hete dier fuse dier mont dier poly dier scop eurh prae eurh stri cffu hygr hvpn cupr hypn jutl leuc glau loph bide loph hete marg poly mniu horn orth line pi am undu plat laet plat undu pleu sehr pohl nuta poly comm poly form poly juni poly long poly spec pseu puru ptil cili rhyt squa spha revr tetr pell Atrichum undulatum Aulacomnium androgynum Aulacomnium palustre Barbilophozia barbata Barbilophozia hatcheri Brachythecium rutabulum Br yum capi H a r e Bryum spec CampyIopus flexuosus CampyIopus introflexus CampyIopus pyriformis Cephaloziella spec Ceratodon purpureus Dicranella heteromalla Dicranum fuscescens Oicranum montanum Dicranum polysetum Dicranum scoparium Eurhynchium praelongum Eurhynchium striatum cf Funaria hygrometrica Hypnum cupressiforme Hypnum jut Iandicum Leucobryum glaucum Lophocolea bidentata Lophocolea heterophylla Marchant*a polymorphs Mm'urn hornum Orthodontium lineare Plagiomnium undulatum Plagiothecium laeturn Plagiothecium undulatum Pleurozium schreberi Pohlia nutans Polytrichum commune Polytrichia formosum Polytrichum juniperinum Polytrichum longisetum Polytrichum spec Pseudoscleropodium purum Pt ilidium ciliare Rhytidiadelphus squarrosus Sphagnum recurvum var. recurvum Tetraphis pellucida clad baci clad chlo clad com' clad digi clad floe clad glau clad maci clad ramu clad spec clad squa clad subu plac icma plac olig trap gran Cladonia bacillaris Cladonia chlorophaea Cladonia com'ocraea Cladonia digitata Cladonia floerkeana Cladonia glauca Cladonia macilenta Cladonia ramulosa Cladonia spec Cladonia squamosa Cladonia subuIata Placynthiella icmalea Placynthiella oligotrophia Trapeliopsis granulosa 20

(23)

Tabel VI: opnamenlijst. De volgorde van de opnamen correspondeert met die van tabel IV

volgnr. cluster plotnummer volgnr. cluster plotnummer

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 ga118/1 gal 18/12 ga118/18 gal 18/10 ga118/8 gal 18/17 gal 18/15 ga118/9 gal18/14 ga118/7 ga118/4 ga118/2 gal18/13 gal18/6 ga118/3 gal18/11 ga118/5 ch79a/80/8 ch79a/80/7 ch79a/80/2 ch79a/80/3 ch79a/80/19 ch79a/80/9 ch79a/80/5 ch79a/80/27 ch79a/80/1 ch79a/80/10 ch78/5 ch79a/80/16 ga141a6 gal18/16 ga141a1 ga141a4 ga141a16 ga141a13 ga141a12 ga141a5 ga141a14 ga141a15 ga141a8 ga141a7 ga141a17 ga141a18 ga141a2 ga141a11 ga141a10 ga141a9 ga141a3 an46a1 an46a4 an46a5 an46a6 an46a9 an46a2 an46a8 an46a12 an46a11 an46a10 an46a3 an46a7 an46e3 an46e11 an46e9 an46e4 an46e7 an46e12 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 an46e6 an46e10 an46e2 an46e8 an46e5 an46e1 an44c4 an44c1 an44c2 an44c3 an44c5 an44c6 an44c8 an44c7 ch79a/80/22 ch79a/80/13 ch79a/80/6 ch79a/80/23 ch79a/80/11 ch79a/80/21 ch79a/80/18 ch79a/80/26 ch79a/80/25 ch79a/80/17 ch78/6 ch79a/80/12 ch79a/80/4 ch79a/80/15 ch79a/80/20 ch78/1 ch79a/80/24 ch78/12 ch79a/80/14 ch78/7 ch78/9 ch78/2 ch78/13 ch78/8 ch78/3 ch78/4 ch78/14 ch78/11 ch78/10 ch78/17 ch78/18 ch78/16 ch78/15 am17/17 am17/15 am17/16 am17/11 atn17/18 am17/1 am17/10 am17/12 am17/9 am17/8 am17/13 am17/5 am17/6 am17/14 am17/7 am17/3 am17/2 am17/4 132 am2f17 21

(24)

133 134 135 136 137 138 139 HO 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12 13 13 13 13 13 13 13 13 am2f9 am2f7 am2f11 am2f15 am2f16 am2f3 am2f10 am2f2 am2f18 am2f14 am2f1 am2f12 am2f4 am2f5 am2f13 am2f8 am2f6 ud123g1 ud123g8 ud123g4 ud123g2 ud123g5 ud123g7 ud123g3 ud123g6 ve709b2 ve709b3 ve709b4 ve709b5 ve709b6 ve709b7 ve709b1 ve709b8 an64d6 an64d4 an64cB an64d1 an64d2 an64d7 an64d8 an64d5 mi143c2 mi143c1 mi143c7 mi143c3 mi143c8 mi143c6 mi143c5 mi143c4 22

(25)

O ^ - ^ 9 25m y <P-^N V •

4#>

30m ?" 35m

f/

x

O houten paaltje (brutoplot)

• plastic paaltje (nettopiot)

<?A

•v

BIJSCHRIFTEN BIJ DE FIGUREN

Figuur 1: Plaatsing van nettoplots (15 * 15 m) in vierkant brutoplots van a) 20 * 20 m b) 25 * 25 m c) 30 * 30 m d) 35 * 35 m 30m 35m © 7,5m 11 11 7,5m ©

f

7,5m 11 11 7,5m © 3 5 m 30m -9 10m m 15m 10m t • - T 7 — " 10m 15m 10m ©- -©

Figuur 2: ligging van een nettopiot in een rechthoekig brutoplot van 35 * 30 m

(26)

Çr 34,60m 34,60m > y1 3 , 9 0 m ( = 1 4 , 1 5 - ^ y - ° ) 35,60m 35,60m < VN' > / , 0 , 8 5 , 14,60m ( = 14,15 + - ^ — J

Figuur 3: correcties toegepast bij brutoplots waarvan de diagonaal niet de juiste lengte had.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De medewerker personeel en arbeid toont interesse in nieuwe ontwikkelingen op het eigen vakgebied en onderneemt stappen om vakkennis en vaardigheden steeds goed bij te houden

Ondanks die feit dat die bome gevoelig is vir droogte, groei jong plante redelik vinnig as hulle genoeg natgegooi word.. Die wortels van jong boompies w at wel

The guidance values on the presence of deoxynivalenol, zearalenone, ochratoxin A and fumonisins in products intended for animal feeding as determined in the Commission

Vergelijking tussen verstoringsafstanden van Kolganzen voor ‘alert/ weglopen’ (intensives Aufmerken) in de Ooijpolder in de periode 1994/95 t/m 1998/99 (periode met jacht en

Voor de drie scenario’s voor 2030 in de landelijke prognose werd in de studie Prognoses CO 2 -emissie glastuinbouw 2030 door externe ontwikkelingen en marktvraag naar

Werkt bij het aanbrengen van de cambrering en het egaliseren van de balgelenvulling nauwkeurig en in een tempo dat nodig is om de geplande productiviteit te halen, zodat het product

granen in niet-graminaën kunnen doden, is hierbij een belangrijke stap gebleken. Voorjaarszaai van gra.nen als bodembedekker is ook aantrekkelijk omdat dan de hoofdgrondbewerking