• No results found

Budgettering : stuurinstrument of administratieve rompslomp?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Budgettering : stuurinstrument of administratieve rompslomp?"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Budgettering : stuurinstrument of administratieve rompslomp?

Citation for published version (APA):

Theeuwes, J. A. M. (1987). Budgettering : stuurinstrument of administratieve rompslomp? Bedrijfskunde :

Tijdschrift voor Modern Management, 59(1), 5-10.

Document status and date:

Gepubliceerd: 01/01/1987

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be

important differences between the submitted version and the official published version of record. People

interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the

DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page

numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Prof. dr. J. A. M. Theeuwes, RA"

Budgettering: stuurinstrument of

administratieve rompslomp7

1. lnleiding

In de bedrijfseconomische literatuur heeft bud-gettering veel aaodacht gekregen als een hulp· middel voor:

- economische allocatie van produktiemidde-len;

1 -

begroting en bewaking van kosten en op--· brengsten;

- · beheersing van bedrijfsprocessen.

t

Auteurs als P. Bakker, Van der Schroeff en

i Scholma hebben vooral de begroting en

bewa-f

king van kosten en opbrengsten belicht en ' daarbij gepleit voor een (liefst 'intra-comptabe-. le') combinatie van standaardkosten-calculatie en budgertering. De administratieve uitwerking hiervan kwam in de praktijk neer op het hante-. ren van de kostenverdeelstaat als basisdocu-. ment voor het vaststellen van

afdelingsbudget-i

ten. Voor planning en beheersing van produk-. tie-activiteiten is deze wijze van budgettering

'

geen effectief instrument. We zullen deze werk-wijze de 'administratieve' budgettering noe-men.

In de Angelsaksische 'management accoun-ting' -literatuur lag het accent meer op de allo-catiebeslissingen en de beheersing van de be-drijfsprocessen ('planning and control'). Kaplan 11984 b) wees in verschillende publikaties op

i •

Prof. dr. J. A. M. Theeuwes. RA is hoogleraar Economi·

i

ache Waardering en Bestuurlijke lnformatieverzorging 1an de ; Faculteit Bedrijfskunde van de Technische Universiteit Eind·

j

hoven.

lledurls~unde. 1'9· !>9. 198711 ·· Managerial budgeting

het feit, dat de huidige beslissingsmodellen en kostencalculatiemethoden ontwikkeld zijn voor de massa-serie fabricageprocessen. Bij grote produktieseries van standaardprodukten en een stabiele techniek geldt het criterium 'kostenmi-nimalisatie' als een overheersende doelstelling. Bij de planning en besturing van flexibele 'ma-nufacturing systems' spelen echter naast kos-ten de volgende criteria een grote rol: voor-raadniveau, doorlooptijd, seriegrootte, omstel-tijd, kwaliteitsniveau en leveringstijd. Deze ver-schillende, elkaar vaak tegenwerkende beslis-singsvariabelen moet het management voort-durend met elkaar in harmonia brengen.

Admi-nistratieve budgetten geven in deze situa.ties

misleidende informatie. Een andere wijze van budgettering is nodig bij de meer klantgeorien-teerde produktie van goederen en diensten. En-kele voorbeelden ter illustratie .

Een verkorting van de doorlooptijd - commer· cieel noodzakelijk om de wisselende produkt-specificaties snel te kunnen volgen - gaat veelal ten koste van een lagere bezetting van de schaarse capaciteitsgroepen in de fabricage-afdelingen. lmmers, de wachttijd van de pro-dukten voor de bottle-neck capaciteit neemt slechts at bij een lagere bezettingsgraad. Val-gens het administratieve budget krijgt een pro-duktie-manager dan echter een negatief afde-lingsresultaat te zien als gevolg van niet gedek· te vaste kosten van de bottle-neck capaciteit. De commerciiile afdeling daarentegen is dik te-vreden over de tijdig gerealiseerde orders en prijst de produktie-manager voor zijn kone te-veringstijden.

(3)

Soortgehjke effecten kunnen optreden in zie-kenhuizen waar het hoofd van de verplegings· dienst moet beslissen over de inzet van de ver-schillende categorieen personeel bij een

onze-~ere zorgbehoefte in de komende periode. Door een optimale afstemming tussen

capaci-teit en vraag naar verpleging en verzorging kan men daar de grootste kostenpost 'personeel' beheersen zonder verlies aan kwaliteit van pa-tientenzorg. lnzicht in de relaties tussen (wachtel zorgbehoeften, gesplitst naar de ver-schillende' personeelscategorieen, is daarvoor echter noodzakelijk, evenals inzicht in de finan-ciele gevolgen van de ene of de andere perso· neelsinzet. Administratieve budgetten geven dit inzicht niet.

De volgende probleemstelling kunnen we uit 1"\et voorgaande afleiden: hoe moet het budget· instrument eruit zien dat door een manager op operationcel besturingsniveau in een organisa· tie voor de beheersing van middelen en presta· ties gehanteerd kan worden? We zullen deze gewenste nieuwe wijze van budgeneren 'ma-nagement-budgettering' noemen.

2. Tekortkomingen van administretieve bud· gettering

Budgettering werd ontwikkeld als instrument voor het financieel-economisch besturen van organisaties en is als zodanig afgestemd op de denk· en werkwijze van de administrateur, de controller en de financieel-economisch direc-teur. Voor deze functionarissen zijn de budget· ten een hulpmiddel bij het toewijzen van de beperkt beschikbare financiiHe middelen aan afdelingen en projecten. De toewijzing vindt meestal eenmaal per jaar plaats. Een vastge· ateld budget geeft aan de afdelingsleiding of een projectteam een afgesproken financiele . ruimte voor het uitvoeren van de geplande ac· tiviteiten. Door maandelijks of per kwartaal de werkelijke kosten per afdeling of per project te vergelijken met het budget kunnen financiele

overschrijdingen tijdig worden gesignaleerd aan de ondernemingsleiding. Financieel-econo-mische verantwoording door een afdelingl· of projectleider is een belangrijk doel van due budgetteringsmethode.

Uit een onderzoek dat Hofstede in de jaren zes-tig verrichtte bij enkele grote industriele onder-nemingen, bleek dat de administratieve bud· gettering weinig begrip en waardering onder-vend bij produktie-managers (Hofstede, 1967). Uit een recenter door ons uitgevoerd onder-zoek naar de wijze van budgettering bij 31• in-dustriele bedrijven met meer dan 200 mede· werkers (Theeuwes, 1983) blijkt, dat produktie· managers de budgetcijfers niet erg nuttig vin-den voor de besturing van hun verantwoorde· lijkheidsgebied. Zij ervaren budgettering all

•d·

ministrarieve rompslomp. Enkele resultattr van dit onderzoek zullen we kort weergeven. Van de onderzochte bedrijven budgetteerde 31% in het geheel niet. Bij 129 bedrijven wer· den vragen gesteld aan administrateurs en budgethouders (meestal afdelingschefs) over de wijze van budgettering en de waardering daarvoor door de laatstgenoemden. De belang· rijkste kenmerken van de budgettering bij de

onderzochte bedrijven zijn weergegeven in ta· bell.

Tabel 1. Budgettering in de praktijk

Kenmerken 129 bedrijven

1. Budgettering metals doel

kostprijscal-w~~ N%

2. Budgetten met uitslu.tend voor de

budgethouder beheersbare kosten 2% 3. Kostenopsplitsing in budgetten per

budgethouder 33%

4. Ouidelijke alspra~en over ta~en en

ver-antwoordelijkheden 45%

5. Budgetcijlers taakstellend voor de

bud-~hoo~ n~

6. Bespreking van de periodieke

budget-resultaten 29~·.

(4)

1

._,

Maar liefst 74% van de ondernemingen ge-bruikt de budgettering voor kostprijac:alc:ulatie (zie nr. 1). Budgetten blijken vaak een bijpro-dukt te zijn van de kostprijscalculatie. Men re-kent de begrote kosten toe aan kostenplaatsen. De indeling in kostenplaatsen vall deels samen met afdelingen. Het totaal begrote bedrag per kostenplaats wordt dan Ievens beschouwd als een 'budget' voor de afdelingsleiding. Voor zover een kostenplaats al samenvalt met het verantwoordelijkheidsgebied van een afde-lingschef, zullen de toegerekende kosten slechts gedeeltelijk beheersbaar zijn voor een afdelingschef. Toch beschouwt men deze kos-tenbudgetten als te bereiken doelen voor de af-delingschef. Slechts bij 2% van het aantal on-derzochte bedrijven werden aileen de

beheers-(

~•1

. ·e

de bedrijven werden de kosten gegroe· kosten in het budget opgenomen. Bij 1/3

peerd per budgethouder, hoewel deze een aan-tal kostenposten niet kan beinvloeden (zie nr. 2 en 3). De waardering voor deze budgetterings-methode was dan ook laag bij de produktie-managers (budgethouders); vooral in die be-drijven waar de budgettering sterk gekoppeld is aan de kostprijscalculatie. Prijsverschillen, ef· ficiency-verschillen en bezettingsverschillen zi)n begrippen die aan afdelingschefs en bedrijfslei-ders moeilijk zijn uit te leggen. Dergelijke cijfer-opstellingen zijn voor hen te administratief. Oat deze resultatenanalyse zelfs voor administra-teurs een verwarrende materie is, werd reeds eerder aangetoond (Theeuwes, 1971). Samengevat werden de volgende tekortkomin-gen van administratieve budgettering gecon-stateerd:

- er wordt niet of nauwelijks onderscheid ge-maakt tussen beheersbare en niet-beheers-( bare kosten voor de budgethouder;

veelal is er geen duidelijke afbakening van taken en bevoegdheden, waardoor de ver-antwoordelijkheid voor afwijkende resultaten niet eenduidig aan een budgethouder kan worden toegewezen;

Be,drijlslunde. irg. Sl, 111111 _

..._,...,iM

~iltfl

- budgethouders zijn onvoldoende betrokker1 bij de vormgevint en invoering VM\ een nieuw budg etteringssysteem;

budgethouders zijn onvoldoende betrokken bij de vaststelling van de budgetcijfers en • keuze van de tolerantiegrenzen;

de betekenis en inhoud van de gegevens zoals die door de administratie worden ge-presenteerd ontgaan de budgethouders; de gepresenteerde gegevens komen te lut voor de bijsturing van activiteiten;

- de budgetnormen worden onvoldoende aan· gepast aan de gewijzigde bedrijfssituatie

11;-dens de budgetperiode.

3. Kenmerken van management·budgetterint Uit de resultaten van het veldonderzoek kun-nen we afleiden aan welke kenmerken budg•· tering moet voldoen, opdat deze als een ma-nagement-instrument kan functioneren. Deze kenmerken groeperen we naar de volgende drie aspecten:

1. beheersbaarheid; 2. taakstelling; 3. vertrouwen. 3.1. Beheersbaarheid

Budgetten zijn een stuurinstrument in de han-den van het management indien deze geba-seerd zijn op werkafspraken met de budget-houders over die zaken die tot hun verantwoor-delijkheid behoren. Er moet duidelijk worden afgesproken wat er voor de komende budget-periode aan prestaties wordt verwacht en m• welke inzet van middelen dit gerealiseerd dient te worden. Met het beg rip budgethouder dul-den wij in dit verband een persoon of een groep van personen aan waarmee men deze werkafspraken maakt.

Met de budgethouders worden in principe de volgende drie soorten afspraken gemaakt; ·

a.

de aard en de omvang van de activiteiten

voor de komende budgetperiode in Ierman

(5)

van eantallen, kwalitett, ttjdigheid en econo· mische waarden. vestgelegd in een

acrivitei-tenplan;

b. de inzet van produktiemiddelen r.odig voor het afgesproken activiteitenniveau eveneens in termen va, soorten, aantallen en econo· mische waarden, vastgelegd in een

inzet-plan;

~- de beschikbare voorraad produktiemiddelen

11n het begin en aan het einde van de bud-·.-etperiode in termen van soorten, aantallen

en economische waarden, vastgelegd in

voorraadp!annen.

Due afspraken worden in de vorm van streef-,;;fers vastgelegd in budgetten per budgethou-der.

Ttidige signalering van afwijkingen tussen bud·

gn

en werkelijkheid stelt de budgethouder in

tt ·,et de activiteiten en inzet van produktiemid-dt-len zodanig bij te sturen dat de afwijkingen

V(IOf de volgende budgetperiode worden gemi-nimaliseerd

Bij management-budgettering worden zowel het gerealiseerde activiteitenniveau, als de in· ret van produl.tiemiddelen en de resterende • 'ldvoorraad gepresenteerd aan die budget·

t '1\lder, die oe>k de beslissingen over deze za· k n heeft genomen. Dit betekent dat een

admi-r.-s:retieve tco<:rekening van 'indirecte kosten' ean kostenplaatsen bij deze budgettering ge-heel echterwcge blijft. Slechts de beheersbare elementen van zowel de output, als de input van het transformatieproces waarvoor de bud· gethouder verantwoordelijk is, worden in het

budget opgenomen.

!.2.

Taskstelling

Het essentiele van budgettering is dat er streef·

~ijfers zijn waaraan het gerealiseerde activiteit· niveau en de werkelijke middeleninzet kunnen worden afgemeten. De streefcijfers Aunnen in

u1en, lcilogrammen, procenten of guldens

wor-den uitgedrukt. Belangrijk is het om

meeteen-heden te hanteren, die in de werkomgeving van de budgethouder gebruikelijk zijn.' Het gaat om de planning van zijn activiteiten en het daaruit voortvloeiende gebruik van be-drijfsmiddelen. Slechts bij de samenvoeging van de budgetrapporten voor de verschillende budgethouders tot algemene overzichten voor de bedrijfsleiding, is omrekening in geldeenha-den noodzakelijk uit een oogpunt van consoli· datie.

Een uitdagende taakstelling werkt motiverend.

Een budget dat altijd kan worden gehaald sti-muleert niet. Als het risico bestaat dat het afge-sproken niveau niet word! gehaald, ontstaat daarentegen een positieve competitiesfeer, mils aan het niet-halen van de norm geen

ne-gatieve beoordeling voor de budgethouder wordt verbonden. Een sportman die zichzelf een bepaald doel stelt, is immers niet mislukt als hij dit doel niet haalt! Daarom moet het management zorgvuldig omgaan met budget-cijfers. Het doel is niet een beoordeling van de budgethouder, maar werkoverleg ter verbete-ring van de situatie. Bij de bedrijfsleiding moet voorop staan dat het gaat om een 'spel'. Een spel kent spelregels, daarbinnen moet speel· ruimte zijn. Deze speelruimte kan worden ge-schapen door het aangeven van maximale en minimale grenzen. Aileen overschrijdingen van deze regelgrenzen worden met de bedrijfslei-ding besproken. Blijken deze grenzen niet rea-listisch te zijn, dan moet de bedrijfsleiding

be-reid zijn deze te wijzigen.

De rapportering over de budgetperiode moet gericht zijn op een signalering van knelpunten (zoeklicht) en op het aangeven van een

oplos-singsrichling (wegwijzer). Omdat deze

signale-ring het functioneren van de budgethouder on-dersteunt, heeft deze zelf het grootste belenQ bij realistische budgetnormen en een juiste weergave van de feiten. Naarmate de bedrijfs-leiding echter meer de nadruk legt op de per-soonsbeoordeling ('doet de budgethouder het

(6)

goed of slecht'), wordt de kans groter dill er l8 ruime norman en vertekening van de feilen ontstaan. lmmers, de gegevens voor he! vast-stellen van streefcijfers en de gegevens over het werkelijke activiteitenniveau en de inzet van produktiemiddelen worden grotendeels door de budgethouder en zijn medewerkers verstrekt. Zij kunnen deze cijfers in een door hen gewenste richting beinvloeden. Omdat zij weten dat de cijfers de werkelijkheid niet juist weergeven, zullen zij deze cijfers niet gebruiken bij de besturing van hun afdeling.

3.3. Vertrouwen

Uit ons onderzoek is gebleken dat budgethou-ders de budgettering meer gebruiken als een stuurinstrument naarmate zij meer vertrouwen

r ">ben in de realiteitswaarde van de cijfers. . dit oogpunt is het van belang zowel de ont-wikkeling van budgetteringsprocedures, als de vaststelling van de streefcijfers samen met de budgethouders op te stellen. Een goed budget is een weergave van een overeenkomst tussen

budgethouder en bednjfsleiding over de

om-vang van de in te zetten produktiemiddelen voor een afgesproken activiteitenniveau. Naarmate de budgethouders meer betrokken zijn bij de ontwikkeling van een budgetterings-systeem en vooral bij de vaststelling van de streefcijfers, blijkt de budgettering positiever te worden beoordeeld. Budgetten die door een administrateur, zonder overleg met de budget· houders worden opgesteld, blijken slechts te functioneren als een vrijblijvende voorspelling; als stuurinstrument zijn deze budgetten niet ef-fectief. Samen met de budgethouder meet men vaststellen:

- welke beheersbare factoren onderscheiden worden;

hoe vaak de overzichten gepresenteerd gaan worden;

- hoe men de rapporteringsgegevens verza· melt;

- hoe snel na afloop van de periode de

verge-lijking budgel·werkelijkheid zal worden

ge-preNn&Mfcf,

De vaststelling van de streefcijfers is een zeer kritisch punt voor het functioneren van de bud· gettering. Het vaststellen van budgetnormen die de budgethouder niet haalbaar acht, leidt tot het ontduiken van verantwoordelijkheid. Een in onderling overleg afgesproken budget wordt, mits dit niet strijdig is met andere

doe·

len van de budgethouder, geaccepteerd ell

stuurinstrument. 4. Slotopmerking

Management-budgettering is gericht op hal

maken en bewaken van afspraken over hat te produceren volume van produkten en diensten en de daarvoor noodzakelijke middeleninzet. Niet voor aile typen van organisaties

it

de mid· deleninzet rechtstreeks af te leiden uit het aefi·

viteitenniveau. Daar waar een groot deal van

de aanwezige produktiemiddelen een gevolg is van management-beslissingen over hel niveau van de beschikbare capaciteiten, zullen de bud· getcijfers vooral betrekking hebben op de

'voorraadniveaus' aan hel begin en het eind van de periode. Ook hierbij geldt echter de re· gel 'wie de beslissing neemt over het capaci-teitsniveau is voor de gevolgen (bijv. het vesta· kostenniveaul daarvan verantwoordelijk.' Een regelmatige beoordeling van de noodlaak om deze capaciteiten in stand te houden

it

•n

be·

langrijk element bij de budgettering van deze

produktiemiddelen. Voor een overzicht van 08

diverse technieken van de beheersing van liM-ten die niel in overwegende mate samefthan· gen met de variabele bedrijfsactiviteiten

(Jgn.

'overhead-kosten'). verwijzen we naar leijleveh en Vlotman.

literatuur

- Blox. J. Th. en J. A. 1\'. Theeuwes, 'Kostenbehe ... int in ziekenhuizen', Acr• Hos;JIIBii•. 15, 1975. biz. 'JI.WI.

(7)

8C:•Jievelt, J C. en F W Vto:man. '8eheersingssvstemt>n \.OOr managemr:ont · aft"!an~.~~'l" kosten, beachreven en t.Jtoordeeld, Kluvver f1nem, De"'E'nter 1985.

- Hofstede, G H. The game of budget control. Asscn 1967.

- Hofstede, G. H., Baas en Budget. Alphen aan den Rijn 1968.

- Kaplan. A. S., 'Measurzng Pl.a~ufacturing performance: a

new challenge for manager•al Accounting Research', The Accounting Review.~. 1983

- Kaplan, R. S., 'The Evolution of Management Accounting',

The Accounting Review. 3. 1 984a

- Kaplcn, R. 5., 'Yesterday's Accounting Undermines Pro· duclion', Harvard Busmess Rev1ew, 1984b.

- Scholma, C., en J M. Vect.t. Budgettering en

standaard-losten. Alphen aan den R1jn 1971.

Memo's

H. P. Holzer en H. M. W. Schoenfeld, Managerial Ac· counting and Analysis in Multinational Enterprises, Wolter de Gruyter, BerlijnJNew York, 1986, 270 biz .• OM 128.

In lhe past, the literalure on inlernalional accounling has mostly analysed issues of financial s1a1ements end financial accounting. This book however. focuses on 1he problems of management accounting and cor•lrol in multinational companies.

Since little empirical data is available, the editors ho<e attempted to collect delailed case studies from ~r vera I US and European multinalional companies tiPM, Monsanto, FMC, Borg-Warner, Philips, Nixdorf) all cases are presenled by representalives of these firms or have been authorized by management. Con· tents and requirements of such systems are also ana-lysed by outside auditors (Oeloitte, Haskins + Sells, Peat Marwick, and KMGI.

Each of the companies studied has developed its own syslem of control and performance evaluation. depending on size, degree of internationalization, and individual goals. These systems demonstrate typical procedures for inflation adjustments, manage· ment audits, and the integration of qualitative factors derived from· strategic planning inlo lhe operational budgeting and performance measurement process. The examples also show various financial and non-financial ratios utilized for performance evaluation in

1 complex international environmenl. The final chap-ter of the book summarizes the similarities and dif-ferences as well as special aspects of multinalional

Bedri)fslunde. jrg 59, 198711 - Manay<•flal bud9etmp

- Thee.,wes, J. A M., De resultatenanaly5e in ern bestu-llngsinformatiesysteem'. MAB. 45. 1971, bll. 139-154 - Thef:uvves, J. A. M., 'Budgcttering als stuurinstrumenl'. In:

f,nanciele Lcidmg en Organisatie', suppl 11, Samsom. AI·

phen aan den Rijn 1983.

- 1 he~uwes, J. A. M., 'Zero-base budgct~uing'. In:

Fin•n-cu:Je Leiding en Organisatie, supp. 13, Samsom. Alphen aan den R11n 1984.

- Thetuwes, J. A. M, 'Doelgericnt werken met budgette· ring' In: Omgeving, doelstcllingen en organisatte; visies

wt thcoric en praktijk, J. A C. de Haan e.a. (red.l. Van Gorcum. Assen 1986, biz. 189-202.

- Theeuwes. J. A. M. en J. C. Wortmann, 'lntegratie van produktiebeheersing en budgenering', BedfiJfdunde. jrg. 57, nr. 2, 1985.

control systems; these are based on a survey of e larger sample of multinalional companies.

J. Klaassen, Het meten van vermogen en winst, Sten-fen Kroese, Leiden/Antwerpen, 164 biz., f 32,50. In dil boek wordt stilgestaan bij een aanlal preble-men met betrekking tol het me1en van vermogen en winst. Het is zowel bedoeld voor vee! ondernemin-gen en vele non-profit-organisaties. als voor studen-len bedrijfseconomie en accountancy.

Achtereenvolgens worden behandeld:

- Algemene kenmerken van het me1en ven vermo-gen en wins1.

Vermogens- en winslbepaling ingeval van prijswij-zigingen.

- Het nominalisme. He1 substanlialisme.

- Koopkrachthandhaving en inflation accounting. De keuze van een methode van vermogens- en winstbepaling.

H. van Dijk m.m.v. V. van Kommer en J. G. Kuijl, Ele-menraire jaarrekeninganalyse. Vraagstukken en uit-werkingen, 2e druk, Gouda Quint. Arnhem, 1986, 14R biz., f 35.

In dit boek zijn 11 vraagstukken mel uitwerkingen op-genomen bes1emd voor de fiscale, bedrijfsrechtelijke en notariele studierichling. Aile vraagstukken bevat-ten praktijkmaleriaal.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Z fi jn er wette l fi jke r ficfhtt l fi jnen voor watt de scfhoo l moett vastt leggen om een ttoe laattbaarfhe fids- verk lar fing aan tte vragen voor een leer l fing

• terwijl de groei van de (formele) werkgelegenheid minder groot zal zijn 1 Een juiste redenering voor ‘krimpen’ is:. • Als gevolg van economische groei zal er meer

Als de kandidaat beschrijft dat schimmels die minder gevoelig zijn voor het fungicide een hogere fitness hebben, het tweede en derde scorepunt toekennen. 23

Als de kandidaat in het antwoord voor het tweede scorepunt een voorbeeld geeft van een anorganische stof die vrijkomt bij afbraak door reducenten (met uitzondering van CO 2 ),

• Een juiste omschrijving van een (voor het Amerikaanse leger) positief beeld van de Vietnamoorlog, aan de hand van een element uit de poster, bijvoorbeeld: de poster van The

Het gevolg hiervan is dat een schuldeiser van de gezamenlijke vennoten zijn vordering zowel geldend kan maken tegen de gezamenlijke vennoten (‘tegen de vof’), dat verhaalbaar is

Vanuit het oogpunt van sturing en beheersing (management control) roept die invoering de vraag op wat voor invloed DBC’s zouden moeten hebben op de toege- paste

Het ligt voor de hand dat budgettering leidt tot intensieve persoonlijke com­ municatie tussen de „staf”-afdelingen (in dit geval de controllers-afdeling en eventueel