• No results found

Oogst van schoon pootgoed kan door loofinfecties met Erwinia besmet raken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oogst van schoon pootgoed kan door loofinfecties met Erwinia besmet raken"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aardappelwereld magazine • mei 2014 • nummer 5 39

T

ijdens het de uitvoering van het Deltaplan Erwinia is

aan-getoond, dat als een partij pootgoed besmet is, Erwinia-bacteriën zich tijdens de machinale oogst kunnen verspreiden. Minder duidelijk is hoe de oogst van schoon uitgangsmateri-aal, bijvoorbeeld die van miniknollen, besmet raakt. Eerste besmettingen van schoon pootgoed kunnen ontstaan bij de oogst van het pootgoed. Zeker bij gebruik van niet-ontsmette machines. Er zijn echter ook aanwijzingen dat al tijdens de

Oogst van schoon pootgoed kan door

loofinfecties met Erwinia besmet raken

Bij Plant Research International (PRI) te Wageningen zijn binnen het project Deltaplan Erwinia proeven gedaan om er achter te komen hoe groot het risico is op infectie van (dochter)knollen bij besmettingen van het loof met Erwinia-bacteriën. Onderzoekers ontdekten dat bij loofbesmetting van 100 procent schoon uitgangsmateriaal bacteriën zich vermenigvuldigen en verplaatsen vanuit blad via stengel naar de ondergrondse delen. Verder kunnen ze na loofdoding in afstervend loof sterk in aantal toenemen.

teelt infecties kunnen plaatsvinden. Zowel in onderzoek in Schotland als recentelijk in praktijkonderzoek binnen het Deltaplan Erwinia zijn Erwinia-bacteriën aangetroffen in en op insecten, in aerosolen (een mengsel van druppeltjes of stofdeel-tjes in gasvorm) en in regen- en oppervlaktewater. Ook bij gebruik van besmette machines, bijvoorbeeld tijdens de bespuitingen met gewasbeschermingsmiddelen, zijn er risico’s op infectie van het loof.

Aangezien miniknollen Erwinia-vrij zijn komt een eventuele besmetting van het loof niet uit het uitgangsmateriaal maar ergens anders vandaan.

O N D E R Z O E K

(2)

40 Aardappelwereld magazine • mei 2014 • nummer 5 O N D E R Z O E K

Oogst van schoon pootgoed kan door loofinfecties met Erwinia besmet

raken

Vermenigvuldiging tot hoge concentraties

De vraag is nu hoe groot het risico is op infectie van (dochter) knollen bij besmettingen van het loof met Erwinia-bacteriën. Om deze vraag te beantwoorden zijn er bij PRI verschillende soorten onderzoek uitgevoerd. In het eerste experiment is het loof van jonge aardappelplanten van het ras Kondor, al dan niet na een lichte beschadiging van het blad, besproeid met Erwinia-bacteriën. Daarbij is ervoor gezorgd dat de grond niet besmet kon raken. De onderzoekers gebruikten Erwinia-soorten die relatief vaak in het Nederlandse pootgoed voorkomen, namelijk de Dickeya solani en de Pectobacterium wasabiae. De bacteriën zijn in drie verschillende concentraties toegediend. Na het aan-brengen van loofbesmetting zijn de planten bij 23 graden Celsius gedurende zes weken in een kas geobserveerd. In deze

gehele periode zagen de onderzoeker geen symptomen van Erwinia. De bacteriën drongen echter wel in het blad door, waarna ze zich in het blad vermenigvuldigden tot hoge concen-traties.

Ook bladinfectie zonder schade

Na infectie van de bladeren verplaatsten de bacteriën zich via de stengels naar de stolonen en in een enkel geval naar de doch-terknollen. Bladinfecties kwamen niet alleen voor bij beschadig-de blabeschadig-deren, maar ook bij blabeschadig-deren die niet vooraf waren beschadigd. In het laatste geval zijn ze mogelijk via de huid-mondjes geïnfecteerd. Dickeya solani bleek agressiever dan Pectobacterium wasabiae en wist ook bij lage dichtheden de planten te infecteren. Het besmette loof van het eerste onder-Onderzoekers ontdekten dat bij loofbesmetting van 100 procent schoon

uit-gangsmateriaal bacteriën zich vermenigvuldigen en verplaatsen vanuit blad via stengel naar de ondergrondse delen.

Bij gebruik van besmette machines, bijvoorbeeld tijdens de bespuitingen met gewasbeschermingsmiddelen, zijn er risico’s op infectie van het loof.

Effect van klappen (rode lijn) en spuiten (groene lijn) op de ontwikkeling van de populatie Dickeya solani in besmet loof.

Ontwikkeling van Dickeya solani in het blad op 0, 1, 21 en 42 dagen na behandeling met water (blauwe lijn), of met 100 cellen/ml (rode lijn), 10.000 cellen/ml (groene lijn) en 1000.000 cellen/ml van de bacterie (paarse lijn). Ontwikkeling van Dickeya solani in het blad op 0, 1, 21 en 42 dagen na behandeling

met water (blauwe lijn), of met 100 cellen/ml (rode lijn), 10.000 cellen/ml (groene lijn) en 1000.000 cellen/ml van de bacterie (paarse lijn).

Effect van klappen (rode lijn) en spuiten (groene lijn) op de ontwikkeling van de populatie Dickeya solani in besmet loof. Foto 1

Aangezien miniknollen Erwinia-vrij zijn komt een eventuele besmetting van het loof niet uit het uitgangsmateriaal maar ergens anders vandaan.

Foto 2

Ontwikkeling van Dickeya solani in het blad op 0, 1, 21 en 42 dagen na behandeling met water (blauwe lijn), of met 100 cellen/ml (rode lijn), 10.000 cellen/ml (groene lijn) en 1000.000 cellen/ml van de bacterie (paarse lijn).

Effect van klappen (rode lijn) en spuiten (groene lijn) op de ontwikkeling van de populatie Dickeya solani in besmet loof. Foto 1

Aangezien miniknollen Erwinia-vrij zijn komt een eventuele besmetting van het loof niet uit het uitgangsmateriaal maar ergens anders vandaan.

(3)

Aardappelwereld magazine • mei 2014 • nummer 5 41 O N D E R Z O E K

Oogst van schoon pootgoed kan door loofinfecties met Erwinia besmet

raken

zoek is gebruikt om na te gaan of na loofvernietiging de bacteri-en zich in het loof kunnbacteri-en vermbacteri-enigvuldigbacteri-en. Het loof is gehak-seld of bespoten met het loofdodingsmiddel paraquat. Het gehakselde bladmateriaal en de met paraquat behandelde sten-gels zijn vervolgens op nat filtreerpapier gelegd, ook weer bij 23 graden Celsius, waarna de ontwikkeling van de Erwinia-bacteriën in het loof nauwgezet is gevolgd.

Miljarden cellen na loofdoding

De aantallen bacteriën in het groen gehakselde loof namen de eerste vier dagen toe, maar daalden daarna sterk. Elf dagen na hakselen waren de bacteriën niet meer aantoonbaar. Voor Dickeya solani en Pectobacterium wasabiae zijn soortgelijke resultaten gevonden. In de met paraquat bespoten stengelde-len bleven de aantalstengelde-len Erwinia-bacteriën gedurende de 11 dagen die de proef duurde sterk toenemen tot miljarden cel-len per gram stengelmateriaal. Dit verschil is mogelijk te ver-klaren uit de snelle afbraak van het gehakselde weefsel door andere bacteriën en gisten in vergelijking met de grotere sten-geldelen van de doodgespoten planten. In deze proef lijkt klappen een betere methode dan spuiten om snel van het loof als besmettingsbron af te komen. De proef zal in 2014 een herhaling krijgen.

Luchtinfectie niet uitgesloten

In 2012 en 2013 zijn het loof van gewassen geteeld uit miniknol-len (eerstejaars stammen) en van tweedejaars stammen kort voor de loofvernietigingsdatum bemonsterd voor onderzoek op aanwezigheid van Erwinia-bacteriën. Aangezien miniknollen Erwinia-vrij zijn, komt een eventuele besmetting van het loof niet uit het uitgangsmateriaal maar ergens anders vandaan. In dit onderzoek zijn in totaal 37 eerstejaars en 2 tweedejaars stammen van verschillende aardappelrassen betrokken. In beide jaren zijn geen aanwijzingen gevonden voor bladbesmet-tingen met de pathogene Erwinia’s Dickeya solani,

Pectobacterium wasabiae en Pectobacterium atrosepticum. Wel zijn in een aantal bladmonsters aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van Pectobacterium carotovorum. Deze bacterie kan tijdens de bewaring wel zachtrot in knollen veroorzaken, maar geen zwartbenigheid of stengelnatrot in het veld. De kans op infectie van het loof vanuit de lucht is daarmee nog niet uit-gesloten, omdat de hoeveelheid blad dat bemonsterd is, beperkt was. In totaal zijn circa 4.000 bladeren geanalyseerd.

Hoogwaardige pootgoedpercelen op afstand telen

Wanneer besmetting van het loof plaatsvindt, onder omstan-digheden die gunstig zijn voor Erwinia-bacteriën, dan kunnen de bacteriën het blad binnendringen, zich vermenigvuldigen en verplaatsen vanuit het blad via stengel naar de ondergrond-se delen van de plant. Verder kunnen Erwinia-bacteriën na loofdoding in het afstervend loof sterk in aantallen toenemen. Of deze loofresten tijdens de oogst van belang zijn als besmet-tingsbron vraagt nog meer onderzoek. Een belangrijke conclu-sie uit dit onderzoek is dat telers infecties van loof, vooral in hoogwaardig pootgoed, moeten zien te voorkomen. Dat vraag

De aantallen bacteriën in het groen gehakselde loof namen de eerste vier dagen toe, maar daalden daarna sterk. Elf dagen na hakselen waren de bacteriën niet meer aantoonbaa

om zorgvuldig opruimen van aardappelafvalhopen om over-dracht van Erwinia-bacteriën via insecten te voorkomen. Ook is het van belang om irrigatie met besmet water te vermijden, evenals het inwaaien van Erwinia-bacteriën. Om dit tegen te gaan is het raadzaam om daar waar het kan, percelen met hoogwaardig pootgoed op ruime afstand van andere aardap-pelpercelen te telen. En natuurlijk is het van belang om contact van het gewas met (mogelijk besmette) machines te beletten. ● Jan van der Wolf & Pieter Kastelein

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer men bij een experiment bepaalde bacteriën in een reageerbuis plaatst en voldoende voeding toedient, neemt het aantal bacteriën in de reageerbuis exponentieel toe.. Hierin is

Als een kandidaat met een eerder gevonden waarde voor de groeifactor rekent, hiervoor geen scorepunten in

I remember some discussions we as Black theologians had in the 1980s; feminism was regarded as a way whereby White people in South Africa wanted to delay political liberation; it

The next set of the zirconium solutions was prepared by transferring three aliquots (6.0 ml) of the stock solution to different 25.0 ml Blau brand volumetric flasks.. ml) of

Brevinychus parvulus Meyer (adopted from Meyer (1974), with permission)... 1), which are much shorter than the dorsolateral setae; only the second dorsocentral setae

The form of the opening sonnet, for example, arouses the expectation of lyric, and so does the first person pronoun, but instead of proceeding in the present tense or in

2.4 Development of Phenomena of Divine Manifestation in the Old Testament 33 2.4.1 Epiphany as Religious Phenomenon in Biblical Literature 38 2.4.2 Different Types of Theophanies

Be this as it may, it is clear that this inscription is very important for the development of the Hebrew script, showing that any script that could have been used before the