• No results found

Bestrijding van stip in appels van Cox's Orange Pippin

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bestrijding van stip in appels van Cox's Orange Pippin"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bestrijding van stip in appels

van Cox's Orange Pippin

door A. DAS, J. VAN DER BOON en A. C. VAN SCHREVEN

Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Groningen

Instituut voor Bewaring en Verwerking van Tuinbouwproducten te Wageningen

Een goede stipbestrijding in Cox's Orange Pippin werd be-werkt door spuiten of vernevelen met calciumnitraat. Het stip-percentage daalde hierdoor gemiddeld met ruim 80 %. De gunstige resultaten van 1961 en 1962 toerden dus beves-tigd f zie „de Fruitteelt" van 3 febr. 1962 pag. 161 en 22 juli 1963 pag. 786). Bovendien werd een bemesting met gips en kalksalpeter beproefd. Op zandgronden werd hiermee een daling in de stipaantasting van gemiddeld 38 % verkregen. Het resultaat op de kleigronden was echter veel minder goed. Late bespuitingen w e r k t e n

gunsti-ger dan vroege. Calciumnitraat was iets w e r k z a m e r dan calcium-acetaat, m a a r veel effectiever dan calciumlactaat. Chemisch zuiver calciumnitraat gaf in onze proeven iets betere resultaten dan de m e s t -stof kalksalpeter (Mekog flakes). Duidelijke bladverbrandingen k u n n e n optreden w a n n e e r gespo-ten w o r d t m e t hogere concentraties dan 1 % calciumnitraat of g e -neveld wordt met hogere concen-traties dan 4 % calciumnitraat. Bespuitingen met m a g n e s i u m n i t r a a t of magnesiumsulfaat v e r e r -geren stip. Bestrijding van magnesiumgebrek in het blad door b e spuitingen of vernevelen met m a g -nesiumzouten dienen dus met m a t e te worden uitgevoerd.

De toediening van calcium v e r m i n -derde bovendien het optreden van het bederf van de appels tijdens de bewaring.

Proefresultaten.

A. De invloed van het toedienen

van calcium op het optreden van stip en bederf.

Chemisch zuiver calciumnitraat in een oplossing van 0,77 % w e r d op 10 proefvelden vijfmaal verspoten en wel op 20 juni, 8 en 18 juli, en 8 en 30 augustus. Op drie proef-velden werd de tienvoudige con-centratie, 7,7 %, verneveld. Een niet-geïoniseerde uitvloeier Agral

(3 cc op 101) w e r d toegevoegd. Een tweede behandeling was b e -mesting met 3 000 k g gips per h a in de w i n t e r e n een stikstofbe-mesting in de v o r m v a n kalksal-peter. Deze bemesting w e r d nu voor de derde maal op 6 proefvelden uitgevoerd. Op de a n d e r e o b -jecten werd steeds een stikstofbemesting gegeven, o v e r e e n k o -m e n d -m e t die op de gipsvelden,

echter in de v o r m van k a l k a m monsalpeter. Tabel 1 geeft de g e -vonden resultaten weer. Daar de zwaarte van de grond een grote invloed uitoefent op het optreden van stip, zijn de proefvelden ge-rangschikt n a a r zwaarte van de grond.

Op de lichtere gronden wordt een grotere gevoeligheid voor h e t op-« t r e d e n van stip gevonden dan op de zwaardere gronden. Bespuitingen met calciumnitraat v e r m i n d e -r e n het opt-reden v a n stip op alle percelen zeer duidelijk en wel g e -middeld voor m e e r dan 80 %. De invloed van de bemesting was veel geringer. Op de lichtere gron-den daalde het percentage stip door de bemesting m e t gips en

Tabel 1. De invloed van bespuiten met gips en kalksalpeter

kalksalpeter met gemiddeld 38 %. Op de zwaardere gronden (met m e e r dan 15 % afslibbaar) had de bemesting nagenoeg geen r e s u l -taat. Op eén proefveld w e r k t e gips zelfs ongunstig (perceel 1). Aan de hand van de grondanalyse-cijfers krijgen wij de indruk dat op de kleigronden door de gipsbemesting het kalium g e m a k k e -lijker opneembaar wordt gemaakt. Het magnesiumgehalte van de grond daalde duidelijk door deze bemesting.

De gunstige werking van gips op de zandgronden w e r d ieder j a a r duidelijker. De daling in de a a n -tasting door stip was in 1961, 1962 en 1963 resp. gemiddeld 10, 30 en 38 %. Grondonderzoek wees echter uit dat op de zandgronden, b e h a l -ve een daling in het kaliumgehalte door een gipsbemesting ook een aanzienlijke vermindering in het magnesiumgehalte wordt bewerkt. Een verbeterde voeding van de boom met calcium door middel van een gipstoediening is dus niet zonder meer aan te bevelen. B e -mesting met landbouwpoederkalk of mergel zal daarom de voorkeur verdienen, zolang de pH van de grond niet te hoog wordt. . Door bespuiten met

calciumni-traat werd ook het percentage be-derf tijdens de bewaring bij 4° C verminderd, ril. gemiddeld van 4.8 tot 0.8 %. Ook de bemesting met gips had in dit opzicht een g u n -stige werking. Deze was echter veel geringer dan die door de be-spuiting. Het percentage bederf daalde nl. gemiddeld van 6.7 tot 4.5 %.

met calciumnitraat op het bemesten op het optreden van stip.

% afslibb. grond m i n d e r d a n 15 % % afslibb. grond m e e r dan 15 %

s&

c (0 A

%2

G <u OT3 ra ra S G •a <K ^ 3 ra O. •3 m -^

a.s-s

ra , v J£ +A O V G O, 1 c ra A

.22

G a) OT3 ra ra Ü G •3 « c. t î ra a Q. 5 M +A 16 11,7 2 73,8 14 21,5 3 29,9 10 16,7 12 27,4 7 27,1 gemidd. van onbeh. 29,7 en C a -n i t r a a t Gemidd-van onbeh. 43,6 en gips + ks. 0,7 12,5 8,9 4,8 4,4 3,3 1,8 5,2 _ 46,4 — 15,4 — — 18,9 26,9 6 4 1 13 15 11 7,3 3,6 31,4 11,8 2,0 12,7 11,5 14,1 0,5 1,4 6,0 0,6 0,5 1,5 1,8 4,6 2,7 38,9 15,4

900

De Fruitteelt 1964

(2)

B. De invloed van de soort en de kwaliteit van het calciumzout op de bestrijding van stip en bederf.

a) De invloed van drie verschil-lende zouten, nl. calciumnitraat, calciumlactaat en calciumacetaat, werd onderling vergeleken. D e resultaten zijn samengevat in tabel 2.

Ook in 1963 gaf het calciumnitraat de beste bestrijding tegen stip en bederf bij Cox's Orange Pippin. De werking van calciumacetaat was dit j a a r ook goed en veel beter dan in de beide voorgaande seizoenen. Met calciumlactaat werden veel minder goede resul-taten verkregen.

b) Bij de bespuitingen m e t cal-ciumnitraat w e r d vrijwel steeds gebruik gemaakt van het che-misch zuiver calciumnitraat. De goedkopere kalksalpeter (Mekog flakes) w e r d op 2 proefvelden b e -proefd. D e resultaten van bespui-tingen m e t beide zouten staan vermeld in tabel 3.

Zowel het chemisch zuivere cal-ciumnitraat als de Mekog flakes gaven bij bespuiting een duidelij-k e vermindering van stip. De Mekog flakes w e r k t e n iets minder gunstig, m a a r het verschil was niet zo groot, dat hierop een keuze gebaseerd k a n worden. Slotboom vond tussen de werking van beide zouten geen verschil

(contactorgaan Z.H.E. der N.F.O. juni 1964).

C. De invloed van het tijdstip

van het spuiten op het optre-den van stip.

Het tijdstip v a n spuiten m e t cal-ciumnitraat, onderzocht op een proefveld op zandgrond, h a d een zeer belangrijke invloed op het optreden v a n stip (tabel 4). Evenals in 1962 w e r d gevonden dat later in het seizoen toegediende bespuitingen stip b e t e r b e s t r i j -den d a n de vroeg in het seizoen uitgevoerde. Dit is in overeen-stemming m e t h e t feit d a t de be-spuitingen met calciumnitraat, die in juni en begin juli w e r d e n g e -geven, h e t calciumgehalte in h e t blad weinig of niet verhoogden, t e r w y l dit door de in augustus u i t gevoerde bespuitingen wel h e t g e -val was.

In 1963 w e r d door het zes-maal bespuiten m e t magnesiumnitraat een zeer duidelijke verhoging van het percentage bewaarstip w a a r genomen. Behalve d e door ons u i t -gevoerde magnesiumbespuitingen waren ook door de fruitteler b e -spuitingen m e t magnesiumsulfaat in de gehele boomgaard uitgevoerd, waardoor h e t reeds hoge magne-siumgehalte van het appelblad v a n 0,63 % MgO op de onbehandelde

veldjes, was opgelopen tot 0,83 % MgO op d e zesmaal met m a g n e -siumnitraat bespoten veldjes. D. De invloed van de

concentra-tie van het calciumnitraat op

het optreden van verbran-dingsverschijnselen in het ge-was.

In 1963 zijn enkele proeven g e nomen m e t het verspuiten en v e r -nevelen van zowel het chemisch Tabel 2. De invloed van verschillende calciumzouten op de bestrijding

van stip en bederf. onbehan-deld calcium-lactaat calcium-nitraat calcium-acetaat % stip % bederf (d) 16.7(a) 5,0 10,0(b) 2,5 4.4(c) 0,7 5.1(c) 1,4 (a, b, c wiskundig te onderscheiden groepen, P = 0,01).

(d behandelingen wiskundig b y n a betrouwbaar, P kleiner dan 0,10). Tabel 3. De invloed van chemisch, zuiver calciumnitraat en de meststof

kalksalpeter op de bestrijding van stip en bederf.

% stip % bederf (d) perceel no. 14(d) 16 14(d) 16 onbehan-deld 21,5 11.7(a) 2,0 2,3(aa) chemisch zuiver Ca-nitraat 8,9 0,7(b) 0,9 0,0(bb) Mekog Flakes 10,9 3.4(b) 0,9 0,3 (bb) (Wiskundig te onderscheiden groepen: a, b bij P = 0,05; aa, b b bij P = 0,01).

(d behandelingen wiskundig bijna betrouwbaar, P kleiner dan 0,10). Tabel 4. De invloed van het tijdstip van de calciumnttraatbespuiting en verschillende combinaties van een calcium- en

magnesiumnitraat-be-spuiting op het optreden van stip en bederf.

Bespuiting m e t Bespuiting met % % calciumnitraat magnesiumnitraat stip bederf tijdstip: 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 , — - | Onbehandeld 2 x C a Vroeg +-\ „ Midden 1--| „ Laat ( - + 4 x Ca Vroeg + + -f -\ „ 2 x V r . + 2 x L . • + + + + Laat ^ + + + 6 x Ca 2 x Vr. 2xM.-f-2 x L . + + + + + + 6 x M g + + + + + + 4 x M g + 2 x C a 1 1 H h H h 2 x M g + 4 x C a ' + — + + — + — H + — Bespuitingsdata: 20/6, 5/7, 19/7, 2/8, 21/8, 5/9.

+ = bespoten, — = niet bespoten.

27,4 12,8 7,3 7,5 7,9 4,8 3,6 3,3 50,5 11,1 4,5 4,4 3,1 0,5 0,3 0,7 0,5 0,6 0,9 4,6 1,6 0,2 Wiskundige betrouwbaarheid (tabel 4 ) : 1) Stip.

Effect v a n h e t aantal malen calcium spuiten en effect v a n m a g nesium, wiskundig zeer b e t r o u w baar by P = 0,001, tweemaal s p u i -t e n reeds zeer be-trouwbaar by P = 0,001. Verschil in effect v a n v r o e g / l a a t spuiten bijna

wiskun-dig betrouwbaar. P kleiner d a n 0,10.

2) Bederf.

Effect v a n h e t aantal malen calcium spuiten en effect v a n m a g nesium wiskundig zeer b e t r o u w -b a a r -b« P = 0,01; verschil in effect na v r o e g / l a a t spuiten b y n a wiskundig b e t r o u w b a a r : P kleiner dan 0,10.

(3)

Ir. H. EGBERTS t

Maandag 29 juni 1964 overleed ir. H. Egberts op 52-jarige leeftijd. Ir. Egberts was v a n 1943 tot 1953 werkzaam bij de Stichting voor Bodemkartering, w a a r hij speciaal belast was met de bodem-kundige studie van het tuinbouwvestigingsplan. Hierbij deed hij een grote landelijke ervaring op m e t gronden die gebruikt wor-den voor tuinbouw.

In 1954 ging hij als leraar n a a r de Rijks Middelbare T u i n b o u w school te Boskoop. Zijn grote belangstelling voor praktische p r o -blemen leidde er toe dat hij zich, naast zijn taak als docent, ver-diepte in de bodemkundige omstandigheden van de Boskoopse bedrijven. Door zijn scherpe kijk op gewas en bodem zag hij de behoefte aan drainage van deze gronden.

Al spoedig trok ook de voorziening met veenaarde zijn belang-stelling, hetgeen er toe geleid heeft dat hieraan door h e m en anderen onderzoek w e r d verricht. Hierdoor is doorgevroren zwartveen thans een alom in de tuinbouw gebruikt materiaal. In de laatste j a r e n heeft hij zich bij het Rijkstuinbouwcon-sulentschap voor Bodemaangelegenheden te Wageningen intensief bezig gehouden met de studie van het moeilijke vraagstuk van de relatie van de bodem m e t enkele van de belangrijkste tuin-bouwgewassen. Deze studie heeft betrekking op de invloed van ontwatering, grondbewerking en het leven in de grond op de o n t -wikkeling van het wortelstelsel van tuinbouwgewassen. In zijn korte, dynamische leven heeft ir. Egberts door zijn scherp waarnemingsvermogen en kritische zin veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de bodemkunde ten dienste van de tuinbouw.

zuivere calciumnitraat als van de meststof kalksalpeter (Mekog Fla-kes). Bij de bespuitingsproeuen met chemisch zuiver calciumni-t r a a calciumni-t en Mekog Flakes bleek dacalciumni-t geen hogere concentraties dan 1 % gebruikt mogen worden. Een con-centratie van 0,75 % verdient zelfs de voorkeur. Bij deze concentra-ties ontstonden alleen smalle, m a a r weinig opvallende bruine randjes aan de bladeren van het kortlot. Bij hogere concentraties dan 1 % sterven de toppen van de jongste bladeren van het langlot af en begonnen ook bruine randen aan de bladeren van het langlot op te treden.

De verneveling met chemisch zui-ver calciumnitraat en Mekog fla-kes w e r d eind juli in concentraties van 2, 4, 6, 8 en 10 % b e -proefd. Met beide zouten w e r d geen of weinig schade gevonden bij gebruik van concentraties tot 4 %. Bij h e t vernevelen v a n een zes-procentige oplossing k u n n e n in deze tijd van het j a a r echter b e -schadigingen optreden waarbij de groeipunten van het langlot af-sterven.

In tegenstelling tot de resultaten van 1962 gaf de meststof kalksal-peter in de hogere concentraties meer v e r b r a n d i n g dan het

che-misch zuivere calciumnitraat. Ook uit de praktijk bereikten ons in 1963 klachten bij verneveling van kalksalpeter (Mekog flakes) in een concentratie van 7 %.

Bij het m a k e n van een oplossing voor het vernevelen moet de u i t -vloeier in dezelfde hoeveelheid worden toegediend als bij het spuiten, dus 3 cc op 10 liter spuit-vloeistof.

Conclusie-De voornaamste resultaten van het onderzoek op stip bij Cox's O r a n -ge Pippin in 1963 k u n n e n als volgt worden samengevat:

1) Door gedurende het seizoen vijfmaal te spuiten m e t 0,77 % calciumnitraat of dit zout te v e r -nevelen in een concentratie van 7,7 % werd een gemiddelde ver-mindering van m e e r dan 80 % in de stipaantasting verkregen. 2) Na 3 j a a r begint de bemesting m e t gips en kalksalpeter op de echte zandgronden (minder dan 15 % afslibbaar) het optreden van stip duidelijk te verminderen. Daar gips het magnesiumgehalte van de grond aanzienlijk kan v e r -lagen zal een bemesting met gips niet zonder m e e r aanbevolen k u n -nen worden en zal bekalking de

voorkeur verdienen, zolang de pH niet te hoog wordt.

Op de gronden met meer dan 15 % afslibbaar werd door gips en k a l k -salpeter slechts een geringere verbetering gevonden, en in één geval zelfs een verhoging van het percentage stip.

3) Van de onderzochte soorten calciumzouten gaf calciumnitraat w e e r de beste resultaten. Het che-misch zuivere calciumnitraat had in onze proeven een iets betere werking dan de Mekog Flakes. 4) Laat in het seizoen uitgevoerde bespuitingen (augustus en b e -gin sept.) zijn werkzamer tegen bewaarstip dan. bespuitingen die vroeg in het seizoen worden t o e gediend. Heeft m e n blijkens v r o e -gere ervaringen kans op boomstip in zijn perceel dan zal volgens buitenlandse gegevens ook vroeg (juli) gespoten moeten worden. 5) Bespuitingen m e t magnesium zouten (nitraat of sulfaat) w e r -ken stip in ernstige m a t e in de h a n d als het magnesiumgehalte in de plant te hoog wordt. Bestrij-ding van magnesiumgebrek in het blad mag dus niet worden overdreven.

6) Bij spuiten van het calcium-nitraat moet een concentratie van 0,75 % niet overschreden worden. Voor het vernevelen w o r d t een concentratie van 4 % geadviseerd. In beide gevallen moet een niet geïoniseerde uitvloeier w o r -den toegevoegd n a a r 3 cc per liter. 7) Aangeraden w o r d t niet te ver-nevelen of te spuiten bij te felle zonneschijn en te w a k e n voor overdosering. Het blad kan a n -ders gemakkelijk v e r b r a n d e n . Het gevaar hiervoor kan bij gebruik van kalksalpeter meststof groter zijn dan bij het chemisch zuivere zout.

Dankbetuiging: j

De heren J. F. v. Dijke,' H. J. Mandersloot, A. Peynenborgh en H. J. Slotboom van de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst v e r l e e n -den h u n m e d e w e r k i n g bij de uit-voering van de proeven. De landelijk uitgevoerde s t i p b e -strijdingsproeven zijn hiermee in hoofdzaak beëindigd, slechts e n -kele van deze proeven worden nog voortgezet. Indien de bestrijding van stip djn.v. bespuitingen met calciumnitraat in de toekomst niet de gewenste resultaten oplevert, zouden wij hiervan gaarne op de hoogte gesteld w o r d e n via de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Urinestalen moeten worden afgenomen bij alle patiënten die zich aanbieden met een urine- weginfectie, behalve wanneer het gaat om een niet gecompliceerde cystitis.. De resultaten van

• Wat zijn de behoeftes van partners rond communicatie en kennis- overdracht over bodembeheer. • type activiteiten, soort kennis,

• Klinische beslissingsondersteunende systemen om te waarschuwen voor potentieel ongepaste medicatie moeten verder ontwikkeld en ingebed worden in het

Om verder in te kunnen gaan op de oorzaken van derving worden de producten met de hoogste derving in de onderzochte winkel onder de loep ge- nomen (tabel 1): ribkarbonade, magere

Het onderscheid tussen het algemeen en het persoonlijk belang kwam bij de beantwoording onvoldoende tot uiting, zodat het in de tabel niet duidelijk kon worden weergegeven. De

Dan blijkt dat een hogere temperatuur op 12 cm diepte samengaat met een grotere groeisnelheid en dat de curve voor de groeisnelheid hetzelfde dagelijks ver- loop toont als de

Het gaat hier om een drainerende kunststof vrijloopbodem (die dunne fractie scheidt van vaste mest) en een vrijloopstal met strobed (mest en urine worden opgenomen door stro en

In de interviews werd achtereenvolgens aandacht besteed aan: • Ervaringen uit Ruimte voor de Rivier die het waard zijn om mee te nemen bij de invoering van de Omgevingswet,