• No results found

De bewerking van graslandpercelen in verband met vorm, grootte en begreppeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De bewerking van graslandpercelen in verband met vorm, grootte en begreppeling"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NN31545.0385

OR CULTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NOTA 385 ( h e r z i e n augustus 1967) Droevei;.!.la:-,ir.:f--si;c'c.£. Za Posions 24) 6700 AE Wageningea De bewerkelijkheid van g r a s l a n d p e r c e l e n in v e r b a n d m e t v o r m , grootte en begreppeling A. K. van H e m e r t en J. W. Righolt g m U O T H r ^ v l i H o * . ? ^ ^ - B O U W

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemid-delen, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discussie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclusies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten«

Aan gebruikers buiten het Instituut wordt verzocht ze niet in publi-katies te vermelden»

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking*

(2)

INLEIDING

De zich snel ontwikkelende mechanisering van met name de voederwin-ning swerkzaamheden heeft er toe geleid, dat het vraagstuk van de perceelsin-deling, -vorm en -grootte in graslandgebieden in toenemende mate aandacht verdient.

Onderwerp van deze nota is de perceelsbewerkelijkheid, voorzover deze samenhangt met de perceelsbegrenzing en de per ceel sbegreppeling. De opzet is in een tweede nota aandacht te geven aan de opbrengstdepressies die, mede in samenhang met dit bewerkingspatroon, optreden aan p e r c e e l s r a n -den en langs greppels. In verband met vraagstellingen in de sfeer van de cul-tuurtechnische projecten werd het onderzoek verricht in een kleigebied met ronde akkers (Dongeradelen) en in een veengebied met vlakke akkers (Alblas-serwaard).

OPZET VAN HET ONDERZOEK

Een ongunstige perceelsvorm of perceelsindeling leidt zowel tot extra

*

verplaatsingstijd (onder meer door de noodzaak tot veelvuldiger en onder minder gunstige voorwaarden wenden), als tot verhoging van de hoofdtijd

(onder meer door de noodzaak langs perceelsgrens of greppel een lagere werksnelheid aan te houden, dan wel een andere werkwijze toe te passen). P e r -ceelskenmerken die in dit verband aandacht verdienen zijn de aard en de af-stand van de greppels, vorm en aantal der hoeken of andere door hun vorm moeilijk te bewerken perceelsgedeelten, de perceelslengte en de perceelsom -trek. Naar hun betekenis voor de perceelsbewerkelijkheid is door het doen van een groot aantal waarnemingen een onderzoek ingesteld.

Daartoe zijn e e r s t voor de meest voorkomende werkzaamheden de onder de diverse perceelssituaties gangbare bewerkingspatronen vastgelegd en vervolgens de relevante tijdselementen gekwantificeerd. Gemeten en vergeleken w e r -den onder meer de werksnelheid langs sloot- en greppelkanten en mid-den op de akker, wendtijden, tijden besteed aan hoeken en onregelmatig gevormde p e r -ceelsgedeelten, aan- en aflooptijden en de invloed van het greppelpatroon op de gerealiseerde werkbreedten.

* De gebruikte terminologie is zoveel mogelijk in overeenstemming met Postma en Van Elderen (1963): Arbeidsbegroting met behulp van taak-tijden. I. L»R. -publikatie nr. 70, blz. 5.

(3)

BESTUDEERDE WERKZAAMHEDEN De v o e d e r winning

Kwantitatief het b e l a n g r i j k s t onder de v e l d w e r k z a a m h e d e n is de v o e -derwinning. De bewerkingen b e s t a a n hoofdzakelijk uit m a a i e n , schudden en/of k e r e n , h a r k e n (wiersen), eventueel p e r s e n en i n s c h u r e n .

Het m a a i e n geschiedt in de A l b l a s s e r w a a r d bijna uitsluitend m e t de t r e k k e r + m a a i b a l k . In de Dongeradelen wordt ook nog wel m e t de p a a r d e -m a a i -m a c h i n e gewerkt. Het -m a a i k n e u z e n ko-mt in beide gebieden weinig voor.

De m e e s t voorkomende werkwijze bij m a a i e n op onbegreppelde p e r c e -len i s het m a a i e n langs 4 zijden van het p e r c e e l (rondmaaien) tot een strook van c i r c a 20 m b r e e d t e overblijft, die van twee zijden wordt gemaaid. Deze werkwijze i s op b e g r e p p e l d e p e r c e l e n m a a r z e e r b e p e r k t u i t v o e r b a a r , d a a r de g r e p p e l s na het m a a i e n van de strook rondom, r e e d s spoedig in een b e -paalde m a a i r i c h t i n g zullen dwingen.

Schudden gebeurt in de Dongeradelen het m e e s t m e t de t r o m m e l s c h u d d e r . Deze schudder, die ook wordt gebruikt voor het v e r s p r e i d e n van s t a l -m e s t , kan zowel door t r e k k e r a l s p a a r d worden voortbewogen; de h a s p e l wordt in beide gevallen door de wielen aangedreven. In de A l b l a s s e r w a a r d komt vooral de n i e u w e r e uitvoering van deze schudder v o o r , w a a r b i j de h a s p e l door de aftakas van de t r e k k e r wordt aangedreven. V e r d e r vindt h i e r de c i r k e l h o o i e r ingang die z e e r geschikt i s voor het schudden l a n g s s l o o t - en greppelkanten. Bij het schudden worden e e r s t de a k k e r s b e w e r k t en d a a r n a de w e n d a k k e r s .

De m e e s t voorkomende werktuigen die voor het k e r e n en h a r k e n w o r -den gebruikt zijn de aanbouw h a r k k e e r d e r (voor t r e k k e r s ) en de getrokken h a r k k e e r d e r (zowel voor t r e k k e r - a l s p a a r d e t r a c t i e ) . Met de t o e n a m e van het

gebruik van speciale schudder s wordt het k e r e n evenwel s t e e d s mind.er t o e g e -p a s t . In de Dongeradelen komt het zelden m e e r v o o r . De wijze van werken bij h a r k e n en k e r e n stemt o v e r e e n m e t die bij het schudden.

P e r s e n komt bij de hooiwinning in beide gebieden veelvuldig v o o r . Het m e e s t wordt g e p e r s t m e t de midden d r u k p e r s , waarbij de pakjes v e r s p r e i d o v e r het land komen t e liggen. Bij het p e r s e n wordt dezelfde volgorde a a n g e -houden a l s bij het m a a i e n .

Voor het i n s c h u r e n en inkuilen zijn vele werkmethoden mogelijk. Wann e e r het hooi iWann baleWann i s g e p e r s t , z a l het ladeWann vaWann de h a a l t j e s v e e l a l . u i t v e r

-s p r e i d e ligging op het veld plaat-svinden. Voor lo-s hooi wordt op p e r c e l e n

dichtbij de b o e r d e r i j in de Dongeradelen nogal eens de opsleepwagen gebruikt.

(4)

V e r d e r vindt de h o o i d r a g e r s t e e d s m e e r ingang evenals de opraapwagen, die ook op g r o t e r e p e r ceel saf stemden en via de openbare weg kan worden gebruikt. De g r a s l a n d v e r z o r g i n g en b e m e s t i n g

De m e e s t voorkomende bewerkingen bij de g r a s l a n d v e r z o r g i n g zijn het slepen, het s p r e i d e n van m e s t f l a t t e n , het b o s s e n m a a i e n en het r o l l e n .

Het slepen gebeurt veelal in het v o o r j a a r (het gehele bedrijf) en v e r d e r nadat het p e r c e e l i s beweid. Daarbij wordt veel gebruik gemaakt van de sleep, v e r v a a r d i g d van autobuitenbanden, die door zijn soepelheid z e e r geschikt is langs sloot- en greppelkanten.

Het m e s t f l a t t e n spreiden in handwerk komt niet v e e l m e e r v o o r . Ook het b o s s e n m a a i e n komt weinig m e e r voor, v o o r a l in de Dongeradelen, w a a r een hoog p e r c e n t a g e van de oppervlakte g r a s l a n d wordt gemaaid voor hooi en kuil v o e r .

Ook rollen i s geen r e g e l . Wel worden in de A l b l a s s e r w a a r d , w a a r m e n in het n a j a a r v a a k l a s t heeft van v e r t r a p p i n g van de zode, in het v o o r j a a r d a a r -opvolgend de p e r c e l e n die zijn b e s t e m d voor hooien en kuilen m e t de gladde rol b e w e r k t om het m a a i e n in de z o m e r te vergemakkelijken.

Het u i t r i j d e n van s t a l m e s t gebeurt in de A l b l a s s e r w a a r d overwegend m e t de s t a l m e s t s t r o o i e r . In de Dongeradelen wordt nog veel s t a l m e s t in h o o p -j e s over het land g e r e d e n , die l a t e r m e t de hand worden g e s p r e i d en v e r v o l g e n s m e t de t r o m m e l schudder worden fijngemaakt. In beide gebieden wordt het s t a l -m e s t s t r o o i e n e v e n a l s het uitrijden van g i e r vooral op de k l e i n e r e b e d r i j v e n door de l o o n w e r k e r v e r r i c h t .

Het k u n s t m e s t strooien gebeurt overwegend m a c h i n a a l . De m e e s t g e -b r u i k t e m a c h i n e s zijn de centrifugaal s t r o o i e r en de p e n d e l s t r o o i e r . In de

Don-g e r a d e l e n komen deze s t r o o i e r s vaak voor m e t een v a s t e l a a d v l o e r w a a r o p enige balen k u n s t m e s t kunnen worden m e e g e n o m e n . Bij een niet al t e grote gift p e r ha, kan de benodigde hoeveelheid dan in de m e e s t e gevallen in één k e e r worden m e e g e n o m e n , w a a r d o o r het t r a n s p o r t op het p e r c e e l v e r v a l t . Het sloot-^en greppelonderhoud

Het reinigen van sloten wordt in beide gebieden overwegend 1 k e e r p e r j a a r uitgevoerd. Het afsnijden van de slootkanten geschiedt nog veel in h a n d -w e r k . Het uithalen gebeurt zo-wel in hand-werk a l s m a c h i n a a l m e t behulp van een t r e k k e r of p a a r d .

Uitdiepen van g r e p p e l s komt op de ronde a k k e r s in de Dongeradelen niet veel voor. Op p e r c e l e n m e t vlakke a k k e r s wordt h i e r a a n m e e r aandacht b e s t e e d . J a a r l i j k s z a l op deze bedrijven een gedeelte van de oppervlakte o p -nieuw worden u i t g e f r e e s d . Deze w e r k z a a m h e i d wordt m e e s t a l u i t g e v o e r d door de l o o n w e r k e r

(5)

_ 4

-In de A l b l a s s e r w a a r d wordt het greppelonderhoud in enkele gevallen nog wel in handwerk uitgevoerd, doch m e e r en m e e r wordt het ook h i e r aan

de l o o n w e r k e r u i t b e s t e e d . N a a s t het uitdiepen van de g r e p p e l s komt het in de A l b l a s s e r w a a r d vaak voor dat de greppelkanten en de p e r c e e l s r a n d e n in de n a z o m e r 1 k e e r e x t r a worden gemaaid in verband m e t het vele onkruid dat e r

groeit en dat niet door het vee wordt afgegraasd. Deze w e r k z a a m h e i d b e s t a a t m e e s t a l uit één zwad m a a i e n langs de sloot- en greppelkant.

KWANTIFICERING VAN DE BETROKKEN TIJDSELEMENTEN De e x t r a tijd l a n g s sloten en g r e p p e l s

In het a l g e m e e n blijkt bij het m a a i e n zowel langs sloot a l s g r e p p e l -kanten gemiddeld m e t een l a g e r e snelheid te worden g e r e d e n dan midden op de a k k e r s (fig. 1). Het zwad langs de slootkant v r o e g p e r l e n g t e e e n h e i d g e -middeld 35% m e e r tijd, het e e r s t e zwad langs de greppel ge-middeld 20%.

Bij het gebruik van de t r o m m e l schudder in de Dongeradelen blijkt in de praktijk op dat gedeelte van de a k k e r s w a a r de helling m e e r dan 1 : 8 i s , de ronding m e e s t a l zodanig dat goed schudden vrijwel niet mogelijk i s . Het zal dan nodig zijn het gewas n a a r binnen te h a r k e n . Is een d a a r v o o r geschikte m a c h i n e aanwezig, bijvoorbeeld de a a n b o u w h a r k k e e r d e r , dan zal het u i t h a r -ken m a c h i n a a l kunnen gebeuren. Dit blijkt 0,70 m i n . p e r 100 m ' te v r a g e n . Bij ondiepe g r e p p e l s m e t een vlak talud zal het u i t h a r k e n ook m e t de g e t r o k ken h a r k k e e r d e r kunnen worden u i t g e v o e r d . Dat zal bij gebruik van een p a a r -demachine c i r c a 1,60 min., bij gebruik van een t r e k k e r m a c h i n e c i r c a 0,90 m i n . p e r 100 m1 greppelkant v r a g e n . Uitharken in handwerk v r a a g t bij het u i t h a r k e n

van 1 zwad c i r c a 5,60 m i n . , bij 2 zwaden c i r c a 14,00 m i n . p e r 100 m ' sloot-of greppelkant. Bij ondiepe g r e p p e l s , w a a r slechts een gedeelte van het zv/ad uitgeharkt behoeft t e worden zal 2,20 m i n . p e r 100 m ' greppelkant voldoende zijn.

Bij het w e r k e n m e t de t r o m m e l s c h u d d e r en de c i r k e l h o o i e r in de A l -b l a s s e r w a a r d , w a a r de p e r c e l e n v r i j vlak zijn, -behoeft niet vooraf te worden u i t g e h a r k t . Wel blijkt de schudder l a n g s de slootkant p e r l e n g t e - e e n h e i d c i r c a 2 m a a l zoveel tijd nodig t e hebben a l s midden op het p e r c e e l ; de c i r k e l h o o i e r v r o e g c i r c a 35% e x t r a tijd. Langs de greppel w a r e n deze p e r c e n t a g e s r e s p e c -tievelijk 25 en 10 (fig. 2).

Voor h a r k e n en k e r e n m e t de a a n b o u w h a r k k e e r d e r i s voor de w e r k -gang langs sloot- zowel a l s greppelkanten c i r c a 25% e x t r a tijd nodig.

(6)

5

De getrokken h a r k k e e r d e r zal langs de sloot en greppelkant n i e t g e makkelijk b r u i k b a a r zijn. In vele gevallen zal 1 zwad in handwerk m o e t e n w o r -den u i t g e h a r k t , hetgeen 5,60 m i n . p e r 100 m ' p e r c e e l s r a n d v r a a g t . In enkele gevallen, bij t a m e l i j k vlakke p e r c e e l s r a n d e n en ook bij de u i t g e f r e e s d e g r e p -p e l s in de A l b l a s s e r w a a r d z a l m e t een gedeeltelijk u i t h a r k e n van het zwad kunnen worden volstaan, w a a r v o o r 2, 30 min. p e r 100 m ' sloot of g r e p p e l -kant kan worden g e r e k e n d .

D a a r bij het h a r k e n het gewas r e e d s n a a r binnen i s gewerkt, zullen zowel bij het p e r s e n als bij het i n s c h u r e n p e r c e e l s r a n d e n en g r e p p e l s geen e x t r a tijd v r a g e n . Wel zal de begreppeling de v e r p l a a t s i n g s t i j d e n i g e r m a t e kunnen beïnvloeden.

Bij de g r a s l a n d v e r z o r g i n g en b e m e s t i n g zullen de sloot en g r e p p e l kanten over het a l g e m e e n weinig of geen e x t r a tijd v r a g e n . Bij deze b e w e r k i n -gen blijft m e n m e e s t a l z o v e r uit sloot of greppel, dat m e t n o r m a l e snelheid kan worden gereden. D a a r de s t r o o i b r e e d t e bij het s t a l m e s t strooien en het

g i e r e n , m e e s t a l niet veel v e r d e r reikt dan de s p o o r b r e e d t e van de wagen: b e

-tekent dit dat een s t r o o k langs sloot en greppel vrijwel onbemest blijft. In de p r a k t i j k bleek de b r e e d t e van deze strook langs de sloot t e v a r i ë r e n van 0,50 - 3,00 m , afhankelijk van de ronding van de p e r c e e l s r a n d e n . Langs de g r e p p e l s bleek, afhankelijk van de diepte en het talud, t e r w e e r s z i j d e n een strook van 0 - 1 m zonder m e s t te blijven. Ook d a a r w a a r de s t a l m e s t aan hoop-j e s over het land w e r d gereden, om l a t e r door de t r o m m e l schudder te worden fijn gemaakt, bleef een strook v a r i ë r e n d van 0,50 - 3,00 m o n b e m e s t . Langs de greppelkant bleek deze strook in b r e e d t e te v a r i ë r e n van 0,25 - 2,00 m .

Ook bij het k u n s t m e s t s t r o o i e n blijkt de werkgang l a n g s sloot en g r e p -pel m a a r weinig e x t r a tijd te v r a g e n . Bij het strooien m e t de t r e k k e r blijkt l a n g s de slootkant p e r 100 m ' s l e c h t s een extra tijd van 0,10 m i n . nodig te zijn, bij de greppel in het geheel geen. Ook h i e r wordt v e r uit de kant g e r e d e n . De afstand van de sloot tot de e e r s t e werkgang w a s gemiddeld bij de c e n t r i fugaal s t r o o i e r 6,35 m en bij de p e n d e l s t r o o i e r 4,45 m , tegen een afstand t u s

-sen twee werkgangen op het midden van de akker van r e s p e c t i e v e l i j k 7,70 m en 4,80 m . De afstand t u s s e n twee werkgangen m e t een g r e p p e l t u s s e n b e i d e , bleek bij het gebruik van een c e n t r i f u g a a l s t r o o i e r 10 m en bij een p e n d e l s t r o o i e r

7,70 m t e b e d r a g e n . H i e r u i t blijkt dat langs sloot- en greppelkanten n i e t alleen m i n d e r s t a l m e s t en g i e r , m a a r ook m i n d e r k u n s t m e s t komt.

Van het eigenlijke sloot en greppelonderhoud zijn in het k a d e r van dit o n d e r z o e k geen tijdstudies v e r r i c h t . De a r b e i d s a a n s p r a k e n lijken bij voldoende k e n -n i s o m t r e -n t het p r a k t i j k g e d r a g z e e r wel te begrote-n op b a s i s va-n de b e s c h i k b a r e taaktijden.

(7)

De invloed van het greppelpatroon op de effectieve w e r k b r e e d t e

Om na te gaan in h o e v e r r e de gemiddelde effectieve w e r k b r e e d t e m o gelijk door het b e g r e p p e l i n g s p a t r o o n wordt beïnvloed zijn van een groot a a n tal onbegreppelde en b e g r e p p e l d e p e r c e l e n de p e r c e e l s r e s p e c t i e v e l i j k a k -k e r b r e e d t e gemeten en het aantal zwaden op de desbetreffende p e r c e l e n of a k k e r s geteld. Voor de b e g r e p p e l d e p e r c e l e n i s de effectieve w e r k b r e e d t e voor een m a a i b a l k van 1,35 m bij v e r s c h i l l e n d e a k k e r b r e e d t e w e e r g e g e v e n in figuur 3a. Op onbegreppelde p e r c e l e n bedroeg ze gemiddeld 1,23 m .

N a a s t deze p r a k t i j k w a a r n e m i n g e n i s de gemiddeld te v e r w a c h t e n effectieve w e r k b r e e d t e in afhankelijkheid van de greppelafstand t h e o r e t i s c h b e r e -kend. H i e r b i j i s e r v a n uitgegaan dat het aantal werkgangen p e r akker (n), w a n n e e r geen a a n p a s s i n g e n plaatsvinden, gelijk i s aan het k l e i n s t e gehele getal g r o t e r dan of gelijk aan d/w, w a a r i n d = a k k e r b r e e d t e in m en w =

w e r k b r e e d t e in m die voor het b e t r o k k e n werktuig lijkt te kunnen worden g e -r e a l i s e e -r d bij z e e -r g-rote a k k e -r b -r e e d t e n .

Aldus ontstaat een in p r i n c i p e discontinu beeld, dat door de grote v a r i a b i l i t e i t in greppelafstand en potentiële w e r k b r e e d t e in de praktijk z e e r wel lijkt te kunnen worden b e n a d e r d door de formule n = d / w + «*., w a a r i n <* ?* 0, 5. Aan de s t i p p e n z w e r m van figuur 3a l e e k het b e s t t e voldoen w = 1,28 en o<. = 0,5. De op b a s i s h i e r v a n t e b e r e k e n e n effectieve w e r k b r e e d t e n zijn voor a k k e r b r e e d t e n van 5 tot 20 m a l s curve in de figuur ingetekend. F i g u u r 3b toont tot welke

p r o c e n t u e l e v e r l a g i n g van de effectieve w e r k b r e e d t e genoemde uitgangspunten kunnen leiden bij k l e i n e r wordende verhouding d/w.

Voor schudden en a n d e r e w e r k z a a m h e d e n , die m i n d e r d i r e c t aan de p e r c e e l s o p p e r v l a k t e zijn gebonden, behoeft een dergelijk v e r b a n d niet zonder m e e r te gelden. Bij ronde p e r c e e l s v o r m e n en diepe g r e p p e l s , w a a r een g e deelte van het gewas n a a r binnen wordt geharkt, zal de te b e w e r k e n o p p e r v l a k -t e k l e i n e r worden. D a a r e c h -t e r , ondanks de g e r i n g e r e g r o e i in de g r e p p e l s over een bepaalde b r e e d t e van de a k k e r , het hooi d a a r d o o r p l a a t s e l i j k in een wat d i k k e r e l a a g komt t e liggen, m a g worden aangenomen dat d a a r voor een gelijkmatige droging één of m e e r e x t r a werkgangen nodig zullen zijn, hetgeen een eventueel tijdvoordeel w e e r te niet doet. Bij het v a s t s t e l l e n van de "effec-t i e v e " w e r k b r e e d "effec-t e word"effec-t e r dan ook van ui"effec-t gegaan da"effec-t de volle a k k e r b r e e d "effec-t e wordt b e w e r k t . D a a r b i j lijkt het v e r a n t w o o r d bij de v e r s c h i l l e n d e greppelafr

standen ook voor het schudden, k e r e n en h a r k e n uit te gaan van de curven die in figuur 3b voor de v e r s c h i l l e n d e w e r k b r e e d t e n zijn ingetekend. E e n analoge r e d e n e r i n g geldt voor slepen en rollen.

Bij het u i t r i j d e n van s t a l m e s t en gier m a g van de begreppeling alleen enige beïnvloeding van de t r a n s p o r t a f s t a n d op het p e r c e e l worden v e r w a c h t . 130

(8)

Ten aanzien van het k u n s t m e s t strooien i s de conclusie m i n d e r d u i d e -lijk. Het i s ondanks het e e r d e r g e s c h e t s t e b e w e r k i n g s p a t r o o n z e e r wel denkb a a r dat de afstand t u s s e n twee werkgangen op ondenkbegreppelde p e r c e l e n g e m i d -deld g r o t e r i s dan op b e g r e p p e l d e p e r c e l e n . Enkele cijfers wijzen h i e r ook wel op al blijft de v e r g e l i j k b a a r h e i d b e p e r k t .

Mede gezien de n o r m e n die het taaktijdenboek geeft, is a l s voorlopig uitgangspunt voor de uit te v o e r e n berekeningen aangehouden, dat m e n g e m i d -deld een w e r k b r e e d t e van 10 m r e a l i s e e r t wanneer geen g r e p p e l s aanwezig zijn. Zijn wel g r e p p e l s aanwezig, dan wordt voor greppelafstanden tot en m e t 10 m één werkgang p e r a k k e r aangehouden, t e r w i j l bij greppelafstanden boven 12 m wordt gerekend m e t (d + 3 ) / l 0 werkgangen p e r akker (d = a k k e r b r e e d t e in m ) . De gemiddelde w e r k b r e e d t e op p e r c e l e n m e t greppelafstanden t u s s e n 10 en 12 m e t e r wordt v e r k r e g e n door interpolatie uit de w a a r d e voor 10 en 12 m . Wendtijd en o v e r i g e v e r p l a a t s i n g s t i j d

Zowel bij het r o n d m a a i e n a l s bij het langs twee zijden m a a i e n bleek bij een m a x i m a l e b r e e d t e van 20 m voor het wenden 0, 28 m i n . p e r lengtezwad nodig te zijn. Bij een voldoend b r e d e wendakker (5 à 6 zwaden) en een j u i s t e w e r k o r g a n i s a t i e b e s t a a t geen aanleiding bij begreppelde p e r c e l e n een h o g e r e weadtijd p e r lengtezwad aan t e houden dan bij onbegreppelde. Wel zal a l s g e -volg van een mogelijke verhoging van het aantal lengtezwaden de frequentie van het wenden wat kunnen toenemen. Ook kan het greppelpatroon dwingen tot een m a a i r i c h t i n g evenwijdig aan de k o r t e zijden van het p e r c e e l , hetgeen de wendfrequentie veel s t e r k e r kan verhogen.

Bij het doorlopen van de g r e p p e l s tot de sloot, wat in de Dongeradelen nog vaak voorkomt, z a l het wenden belangrijk m e e r tijd v r a g e n . Ook dan z a l

e e r s t 5 à 6 zwaden m o e t e n worden rondgemaaid, w a a r b i j s t e e d s over de g r e p -p e l s m o e t worden g e r e d e n hetgeen een e x t r a tijd van 0,10 à 0,15 m i n . -p e r p a s s a g e v r a a g t . V e r d e r z a l bij het m a a i e n van twee tegen e l k a a r liggende a k -k e r s oo-k bij het wenden een dergelij-ke p a s s a g e nodig zijn, wat eveneens 0,10 à 0,15 m i n . e x t r a kost. Bij doorlopende g r e p p e l s dieper dan 15 c m kan op een dubbele wendtijd worden gerekend.

In beide gebieden komen p e r p e r c e e l ook nog vaak één of m e e r d w a r s -g r e p p e l s voor. Z e e r ondiepe zullen bij het m a a i e n weini-g of -geen v e r t r a -g i n -g geven. G r e p p e l s dieper dan 15 c m , w a a r nog wel overheen kan worden g e r e -den, zullen wel e x t r a tijd v r a g e n en wel n a a r uit w a a r n e m i n g e n bleek, c i r c a 0,15 m i n . p e r p a s s a g e . A k k e r s w a a r i n z e e r diepe d w a r s g r e p p e l s voorkomen zullen in tweeën m o e t e n worden gemaaid, hetgeen een verdubbeling van de wendtijd betekent.

(9)

8

-Schuine w e n d a k k e r s v o r m e n in z o v e r r e een p r o b l e e m , dat h o g e r e e i s e n worden g e s t e l d aan hun m i n i m u m b r e e d t e . T h e o r e t i s c h l a a t zich afleiden, dat

1

deze m e t een factor wordt verhoogd, w a a r i n W de hoek i s t u s s e n w e r k

-C O S tf e

gang en wendakker, Dit betekent, dat een afwijking van 15 van de r e c h t e hoek een c i r c a 25%, en een afwijking van 30 r e e d s een 50% b r e d e r e wendak-k e r e i s t dan w a a r m e e op een rechthoewendak-kig p e r c e e l wendak-kan worden volstaan. Wordt aan deze eis niet voldaan, dan wordt t e r u g s t e k e n noodzakelijk, hetgeen onder m e e r afhankelijk van de d a a r b i j loos t e rijden afstanden, de wendtijd tot het tweevoudige kan doen stijgen.

Wordt tpzeer klein, wat zich in feite — zij het voor een b e p e r k t a a n -t a l werkgangen — voordoe-t bij schuine leng-tezijden ( g e r e n ) , dan kunnen ook de bij het wenden noodzakelijke v e r p l a a t s i n g e n langs de schuine zijde een rol gaan spelen. Ook z a l de tijd p e r k e e r wenden h o g e r zijn — aangehouden wordt 1,5 x — t e r w i j l de frequentie op de g e e r p e r eenheid van oppervlakte v e r d u b -belt. D a a r n a a s t m o e t rekening worden gehouden m e t de noodzaak vooraf een

gedeelte van de w e n d a k k e r s in handwerk v r i j te m a k e n . H i e r v o o r m o e t afhankelijk van de uit te gooien b r e e d t e , 2,20 tot 8,60 min. p e r 100 m ' w e n d a k k e r -lengte worden gerekend. Maaimethoden die dit overbodig m a k e n zijn w e l i s w a a r denkbaar m a a r worden in de praktijk weinig toegepast. Wellicht biedt de

c y c l o m a a i e r h i e r goede p e r s p e c t i e v e n .

Het u i t m a a i e n van een hoek, wat in de m e e s t e gevallen m a c h i n a a l g e -b e u r t , v r a a g t -bij een rechthoekige of nagenoeg rechthoekige p e r c e e l s v o r m een e x t r a tijd van 0,70 m i n . Hoeken k l e i n e r dan 90 v e r g e n r e e d s spoedig a a n m e r k e l i j k m e e r tijd. Uitgaande van de v e r o n d e r s t e l l i n g , dat de e x t r a b e n o d i g -de tijd r e c h t e v e n r e d i g i s m e t -de oppervlakte die niet zon-der m e e r m a c h i n a a l m a a i b a a r i s , dient deze e x t r a tijd bij een hoek van 75 m e t een f a c t o r 1,75, bij een hoek van 60 m e t een factor 3 en bij een hoek van 45 r e e d s m e t een factor 5,5 t e worden vermenigvuldigd. De tijdwinst die een eventuele c o m p l e -m e n t a i r e sto-mpe hoek d a a r t e g e n o v e r stelt is vrijwel te v e r w a a r l o z e n .

Bij het schudden b e d r a a g t de wendtijd bij t r e k k e r t r a c t i e gemiddeld 0,16 m i n . , bij p a a r d e t r a c t i e 0, 20 m i n . p e r werkgang. D w a r s g r e p p e l s blijken evenals bij het m a a i e n c i r c a 6,15 m i n . p e r p a s s a g e te v r a g e n . E r z a l geen e x t r a tijd voor hoeken nodig zijn d a a r veelal bij het h a r k e n het gewas r e e d s n a a r binnen i s gewerkt.

Bij het k e r e n en h a r k e n m e t de getrokken h a r k k e e r d e r bleek in geval van t r e k k e r t r a c t i e 0, 23, bij p a a r d e t r a c t i e gemiddeld 0,30 min. wendtijd p e r werkgang nodig. Voor de a a n b o u w h a r k k e e r d e r i s een gemiddelde wendtijd p e r werkgang van 0, 21 min. w a a r g e n o m e n . Het p a s s e r e n van een d w a r s g r e p p e l v r a a g t een e x t r a tijd van 0,15 m i n .

(10)

9

De e x t r a tijd voor het m a c h i n a a l uitharken van een r e c h t e hoek b e -d r a a g t 0,70 m i n . Uitharken in han-dwerk vraagt 1,80 m i n .

De wendtijd bij het p e r s e n bleek gemiddeld 0, 34 m i n . p e r wending. Bij aanwezigheid van d w a r s g r e p p e l s zijn dezelfde n o r m e n te h a n t e r e n als voor het m a a i e n . Hoeken v r a g e n geen e x t r a tijd.

Voor de oplader en de opraapwagen kunnen bij voldoende b r e d e wend-akker de voor het p e r s e n genoemde wendtijden w o r d e n aangehouden.

De tijd nodig voor het i n s c h u r e n zal m e e s t a l nauwelijks door p e r c e e l s -grootte en - v o r m en de aanwezigheid van g r e p p e l s worden beïnvloed. Wel kan door een ongunstig greppelpatroon enige verlenging van de t r a n s p o r t a f s t a n d over het p e r c e e l o p t r e d e n , m a a r het effect h i e r v a n i s g e r i n g .

De wendtijd bij het slepen b e d r o e g gemiddeld 0 , 1 9 m i n . p e r wending; bij het r o l l e n , w a a r m e t g r o t e r e snelheid wordt g e r e d e n , b e d r o e g hij 0,09 m i n .

Bij het k u n s t m e s t s t r o o i e n w a s , wanneer de wendakker tegelijk wordt m e e g e s t r o o i d , de e x t r a tijd nodig voor het wenden 0 , 1 1 m i n . p e r werkgang. Bij het afzonderlijk strooien van de wendakker m o e t p e r k e e r wenden op 0, 22 min. v e r l i e s worden gerekend.

Bij het u i t r i j d e n van s t a l m e s t en gier, waarbij de k o p a k k e r s m e e s t a l niet afzonderlijke worden gestrooid, kan eveneens m e t een e x t r a tijd van 0 , 1 1 m i n . p e r k e e r wenden worden gerekend. De wendtijd bij het s p r e i d e n m e t de t r o m m e l schudder i s bij t r e k k e r t r a c t i e op 0,16 m i n . en bij p a a r d e -t r a c -t i e op 0, 20 m i n . p e r werkgang -te s-tellen.

Aan de hoeken wordt bij deze bewerkingen geen e x t r a tijd b e s t e e d . Zo ziet m e n dan ook in de praktijk dat bij s c h e r p e hoeken op een v r i j grote oppervlakte geen s t a l m e s t en gier komt. Bij het k u n s t m e s t strooien wordt nog wel e e n s onder h e t rijden m e t de hand wat bij g e s t r o o i d .

De eventueel a l s gevolg van de aanwezige begreppeling e x t r a t e rijden afstand valt in de o r d e van grootte die voor de totale duur van het b e t r o k k e n w e r k nauwelijks van enige b e t e k e n i s i s .

TOEPASSING VAN DE VERKREGEN RESULTATEN A l g e m e e n

De door h e t I. L . R . in publikatie n r . 70 gegeven taaktijden omvatten n a a s t de eigenlijke werktijden (waaronder in dit v e r b a n d t e v e n s te r e k e n e n a a n en afloop en t r a n s p o r t ) , t o e s l a g e n voor storingen, p e r s o o n l i j k e v e r z o r ging en a n d e r e , al dan niet v e r m i j d e l i j k e v e r l i e s t i j d e n . Deze t o e s l a g e n b e h o -r e n , gezien hun k a -r a k t e -r , ook te wo-rden b e -r e k e n d o v e -r de v a -r i a t i e s die in deze werktijden op grond van v e r s c h i l l e n in p e r c e e l s g r o o t t e , v o r m en b e -greppeling optreden. Toetsing van de uit opbouwtijden b e r e k e n d e n o r m e n aan

(11)

l ü

-de I. L . R . - taaktij-den, me-de op b a s i s van -de door Moens en door K r e h e r c. s. gegeven richtlijnen, heeft tot de conclusie geleid dat zij op m i n i m a a l 10% dienen te worden gesteld. Boven deze " n o r m a l e " t o e s l a g komen dan nog van

* )

geval tot geval w i s s e l e n d e t o e s l a g e n voor "zwaar w e r k " en "oponthoud". ' Voor een a a n t a l weidebouwwerkzaamheden zijn de in de voorgaande gegeven r e l a t i e s onder v e r d i s c o n t e r i n g van de genoemde t o e s l a g e n in bijlage 1 n a d e r u i t g e w e r k t . In deze v o r m zijn zij b r u i k b a a r om het effect van bepaalde gebreken in de p e r c e e l s v o r m of p e r c e e l s i n d e l i n g op de arbeidsbehoefte te b e g r o t e n . Volledigheid is d a a r b i j niet n a g e s t r e e f d . Bij niet rechthoekige p e r

-c e e l s v o r m e n of tot de sloot doorlopende greppelpatronen dienen -c o r r e -c t i e s te worden a a n g e b r a c h t , w a a r v o o r voorshands n a a r de t e k s t moge worden v e r w e z e n . Wel opgenomen zijn a a n - en aflooptijden en t r a n s p o r t snelheden om het effect van de p e r c e e l s v e r s n i p p e r i n g in zijn geheel te kunnen b e g r o t e n . Met n a d r u k zij evenwel v e r m e l d , dat de voor het gestelde doel noodzakelijke opsplitsing van de a a n - en aflooptijd in een element p e r schaft en een element p e r p e r c e e l (welke beide dienen te worden g e s o m m e e r d ) s l e c h t s onder groot voorbehoud kan w o r d e n gegeven. S y s t e m a t i s c h e kennis h i e r o m t r e n t i s nog nauwelijks aanwezig.

De invloed van de p e r c e e l s v o r m , grootte en begreppeling op de a r b e i d s b e -hoefte van de voederwinning

Als t o e p a s s i n g van de in het voorgaande gegeven r e l a t i e s i s voor een tweetal v e r k a v e l i n g s m o d e l l e n p e r p e r c e e l de arbeidsbehoefte voor een snede hooi en kuil v o e r b e r e k e n d en v e r g e l e k e n m e t de arbeidsbehoefte op een o v e r -eenkomstig gelegen onbegreppeld s t a n d a a r d p e r c e e l van 200 x 100 m .

Voor de Dongeradelen is a l s uitgangspunt m o d e l 21 van K e s t e r gekozen (I. C . W . nota n r . 338). Het ingetekende greppelpatroon m a g a l s t y p e r e n d voor het gebied worden beschouwd. E r i s nog al wat v a r i a t i e in g r e p -pelafstand (5 - 14 m ) , evenals in greppeldiepte. De b r e e d t e van de wendak-k e r v a r i e e r t van 0 - 8 m (fig. 4).

Voor de A l b l a s s e r w a a r d i s eveneens een één-kavelbedrijf a l s m o d e l gekozen. Greppelpatroon en greppeldiepte zijn h i e r , o v e r e e n k o m s t i g de s i t u -atie in dit gebied, veel r e g e l m a t i g e r (fig. 5).

Bij de uitgevoerde berekeningen is van de volgende werkwijzen u i t g e g a a n : Hooien: 1 m a a l m a a i e n ( t r e k k e r + m a a i b a l k ) , 4 m a a l schudden (met t r o m m e l

schudder aangedreven door de aftakas), 2 m a a l h a r k e n (wiersen) m e t de a a n b o u w h a r k k e e r d e r (acrobaat). D a a r het bewerken van het hooi m e t de t r o m m e l -* ) H i e r o m t r e n t w e r d o v e r l e g gepleegd m e t de h e e r Van Hoven van het I. L. R.

(12)

11

schudder in de Dongeradelen zowel langs de perceelsranden als langs de grep-pel moeilijk of niet mogelijk is, worden daar na de eerste keer schudden de slootkanten en greppels uitgeharkt met de aanbouwharkkeerder- Geladen wordt uit de wiers met de opraapwagen, ingeschuurd met blazer en verdeel-kap in hooiberg of schuur.

Kuilen: Aangenomen is dat al het kuilgras wordt voorgedroogd- De werkwijze is als volgt: 1 maal maaien, 2 maal schudden, 1 maal harken, 1 maal sloot-kanten en greppel uitharken, laden met opraapwagen vanuit de wiers. In de Dongeradelen wordt gelost in een rij-kuil; verdelen gebeurt in handwerk, vastrijden met de trekker en afdekken van de kuil met de voorlader. In de Alblasserwaard wordt ingekuild in ronde silo's, waarbij een transporteur wordt gebruikt.

Voor het standaardperceel is aangenomen dat voor elke bewerking die binnen één schaft kan worden uitgevoerd, 1 retourrit tussen boerderij en perceel plaatsvindt; daarbij wordt 1 maal de aan- en aflooptijd op de boer-derij in rekening gebracht. Voor kleinere percelen mag worden verwacht, zeker opeenéén-kavelbedrijf, dat er meerdere aaneensluitend zullen worden bewerkt. Om een onevenredig zware belasting met aanloop en transport te voorkomen is daarom eerst per perceel en per bewerking de benodigde a r -beidstijd te velde berekend en uitgedrukt in procenten van de overeenkomstige tijd voor het standaardperceel. Een gelijk percentage t . o . v. het standaard-perceel is vervolgens voor de transporttijd en de aan- en aflooptijd aange-houden.

Voor het inschuren of inkuilen is de transporttijd en de aan- en af-looptijd per vracht gegeven.

De resultaten zijn gegeven in de figuren 4 en 5. Daaruit blijkt dat veel percelen van het bedrijf in de Dongeradelen zeer bewerkelijk zijn. Dit

kan worden toegeschreven aan de volgende factoren: een geringe greppelafstand, een ongunstige greppelrichting (dwars op de lengtezijde van het perceel),, een te geringe breedte van de wendakker of een minder gunstige perceelsvorm en -grootte.

Voor het bedrijfsmodel in de Alblasserwaard zijn de afwijkingen ten opzichte van het standaardperceel veel geringer. De greppelafstand is hier groter dan in de Dongeradelen, de perceelsafmetingen, met name de lengte, veel gunstiger. Op één perceel is het percentage zelfs lager dan 100. Gemid-deld blijkt de tijd per ha ten opzichte van een louter uit standaardpercelen op-gebouwd bedrijf, voor het bedrijfsmodel in de Dongeradelen 121% en voor het bedrijf in de Alblasserwaard 103% te bedragen.

(13)

12

-Bij het b e r e k e n e n van deze arbeidsbehoefte is e c h t e r van z e e r efficiente werkwijzen uitgegaan en zijn werktuigen gekozen w a a r m e e zowel op de p e r -c e e l s r a n d e n a l s langs de g r e p p e l s vlot kan worden gewerkt. Zou in p l a a t s van de a a n b o u w h a r k k e e r d e r een getrokken h a r k k e e r d e r zijn gebruikt, dan zou de arbeidsbehoefte voor de voederwinning voornamelijk ten gevolge van het in handwerk u i t h a r k e n van slootkanten in beide gevallen m e t 12 à 13% t o e n e m e n ,

en ook het v e r s c h i l t e n opzichte van het op dezelfde wijze b e w e r k t e s t a n d a a r d -p e r c e e l g r o t e r worden ( r e s -p . 125 en 108%).

D a a r u i t blijkt dat een goede werktuigkeuze z e e r belangrijk kan zijn. Op de j a a r l i j k s e arbeidsbehoefte voor de voederwinning betekent het voor het b e -drijf in de Dongeradelen (150% m a a i e n ) een v e r s c h i l van 122 m a n u u r en voor het bedrijf in de A l b l a s s e r w a a r d (70% m a a i e n ) een v e r s c h i l van 32 m a n u u r . De invloed van de p e r c e e l s v o r m , g r o o t t e en b e g r e p p e l i n g op de totale j a a r -lijkse arbeidsbehoefte

Om te kunnen b e g r o t e n in h o e v e r r e de* v i g e r e n d e p e r c e e l s v o r m , g r o o t -te en begreppeling de totale j a a r l i j k s e arbeidsbehoef-te voor beide bedrijven beïnvloeden dient vooraf een bedrijfsplan te worden opgesteld.

Voor het 42 ha-bedrijf in de Dongeradelen i s h i e r t o e een veebezetting aangehouden van 1, 3 m e l k k o e / h a (totaal 1,76 g. v. e. / h a ) . De v e e s t a p e l i s a l s volgt s a m e n g e s t e l d : 55 melkkoeien, 21 stuks jongvee en 28 k a l v e r e n . Het bedrijf beschikt o v e r een dubbele Hollandse stal m e t een d r i j f m e s t s y s t e e m . A l s t r e k k r a c h t zijn 2 t r e k k e r s aanwezig.

Het gehele j a a r door wordt gemolken in een d o o r l o o p m e l k s t a l m e t m e l k l e i -ding. Aangehouden i s dat aan h e t m e l k v e e en het jongvee in de s t a l p e r i o d e 2 x p e r dag hooi en 2 x p e r dag kuilvoer wordt v e r s t r e k t . Het m e l k v e e krijgt bovendien 2 x p e r dag k r a c h t v o e r , de k a l v e r e n 2 x p e r dag melkprodukten.

Op het bedrijf wordt 150% van de oppervlakte g e m a a i d , w a a r v a n 90% voor hooi en 60% voor k u i l g r a s (voorgedroogd). De gevolgde werkwijze i s r e e d s e e r d e r o m s c h r e v e n .

Het uitrijden van de m e n g m e s t gebeurt m e t een vacuumtank (inhoud 1500 l i t e r ) . De k u n s t m e s t wordt gestrooid m e t een centrifugaal s t r o o i e r : in het v o o r j a a r één gift van 500 k g / k a , v e r d e r na elke beweiding of na m a a i e n (gemiddeld 4 x p e r p e r c e e l ) een gift van 200 k g / h a . Aangenomen wordt dat in het n a j a a r alle p e r -celen 1 x worden gesleept. V e r d e r n a elke beweiding, hetgeen n e e r k o m t op ij x de oppervlakte van het bedrijf.

Ten aanzien van het slootonderhoud i s ervan uitgegaan dat alle sloten 1 x p e r j a a r worden opgeschoond m e t een b a g g e r s l e e p . Het slootvuil wordt niet opgeladen. Om de d r i e j a a r worden de g r e p p e l s u i t g e f r e e s d , hetgeen n e e r k o m t op j a a r l i j k s 1/3 van de b e d r i j f s o p p e r v l a k t e .

Op het 25 ha-bedrijf in de A l b l a s s e r w a a r d i s a l s veebezetting aangehou-den 1,35 m e l k k o e / h a (totaal 1,75 g. v. e. / h a ) . Aanwezig zijn 33 m e l k k o e i e n , 10 stuks jongvee en 13 k a l v e r e n . Ook h i e r i s een dubbele Hollandse stal gedacht, 130

(14)

13

echter met een half mechanische uitmestinstallatie. Op het bedrijf is 1 t r e k -ker aanwezig.

Het melken geschiedt in de stalperiode op de grupstal, zonder melkleiding. In de weideperiode wordt gemolken met de verplaatsbare weide-installatie. Voor de veeverzorging zijn dezelfde werkwijzen en dezelfde normen aangehouden als op het F r i e s e bedrijf.

Voor de voeder winning is uitgegaan van een maaipercentage van 70, waarvan 45% bestemd is voor hooi en 25% voor kuilgras (voordrogen). De werkmethoden zijn reeds eerder genoemd.

De stalmest wordt geladen met een voorlader en uitgereden met een stal-meststrooier. De gier wordt uitgereden met een giertank (inhoud 1500 liter). De kunstmestgiften zijn gelijk aan die op het F r i e s e bedrijf.

Alle percelen worden, in het voorjaar, 1 x gesleept en verder na elke b e -weiding, dus gemiddeld nogmaals ij x de oppervlakte van het bedrijf. Verder worden die percelen die voor hooien en kuilen zijn bestemd in het voorjaar

ge-rold met een gladde rol (70% van de bedrijf soppervlakte). Jaarlijks wordt op 1/3 van het bedrijf bossen gemaaid, waarbij extra aandacht wordt besteed aan de greppel- en slootkanten vanwege het daar veel voorkomende onkruid dat niet door het grazende vee wordt opgenomen.

Sloot- en greppelonderhoud wordt op dezelfde wijze uitgevoerd als in de Dongeradelen. Wel worden hier jaarlijks al de greppels uitgefreesd.

Figuur 6 geeft voor beide bedrijfsmodellen de arbeidsbehoefte per veertiendaagse periode. Uit de arbeidsfilm voor het bedrijf in de Dongeradelen blijkt dat vooral de arbeidstoppen tengevolge van de voederwinning in de maan-den mei, juni en augustus in ongunstige zin door de bestaande landinrichting worden beïnvloed- Verder vragen in de maanden september, oktober en novem-ber het slepen en het greppel- en slootonderhoud nog al wat extra arbeid.

Bij het bedrijf in de Alblasserwaard zijn de gevolgen van de perceelsin-deling bij de voederwinning in veel mindere mate merkbaar. Het zijn hier vooral de maanden september en oktober die extra arbeid vragen tengevolge van het greppel- en slootonderhoud.

De totale jaarlijkse arbeidsbehoefte (exclusief het niet aan tijd gebonden algemene werk) blijkt in de Dongeradelen ten gevolge van de geschetste p e r -ceelseigenschappen te worden verhoogd van 5561 tot 5913 manuur, derhalve met 352 manuur. Voor het bedrijf in de Alblasserwaard stijgt de arbeidsbehoefte van 3625 tot 3841 manuur, een extra behoefte dus van 216 manuur per j a a r .

Uitgedrukt in procenten blijkt de extra arbeidsbehoefte tengevolge van de minder gunstige landindeling voor beide bedrijven weinig te verschillen en respectievelijk 6,3 en 5,9% te bedragen. Wel is de verdeling voor het bedrijf in de Dongeradelen, waar in de maanden mei - augustus 10, 8% meer arbeidsuren nodig zijn, aanmerkelijk ongunstiger dan voor het bedrijf in de Alblasserwaard, waar de extra behoefte in deze periode slechts 2, 3% bedraagt (fig. 6).

(15)

- 14 SAMENVATTING

Aan de hand van gedane waarnemingen wordt voor een tweetal weide-gebieden, respectievelijk gelegen in de gemeenten Oost- en West-Dongera-deel en in de Alblasserwaard, het vraagstuk van de perceelsbewerkelijk-heid in verband met vorm, grootte en begreppeling geanalyseerd.

Aansluitend aan een korte bespreking van de te velde verrichte werk-zaamheden en de daarbij toegepaste werkmethoden, wordt een overzicht gegeven van de tijdselementen die met de genoemde per ceel skenmerken s a -menhangen (fig. 1, 2 en 3). De voederwinning neemt daarbij uiteraard een belangrijke plaats in, maar ook aan de bemesting en de graslandverzorging wordt aandacht geschonken. Van sloot- en greppelonderhoud werden geen tijdstudies verricht.

Een samenvatting van een aantal elementen is, na voorzien te zijn van de noodzakelijke toeslagen, gegeven in bijlage 1. Voornamelijk op basis hiervan is voor een tweetal bedrijfsmodellen voor respectievelijk de Donge-radelen (fig. 4) en de Alblasserwaard (fig. 5), met elk een voor hun gebied karakteristieke perceelsvorm en perceelsbegreppeling, voor elk perceel afzonderlijk de arbeidsbehoefte per ha van de voederwinning begroot en uit-gedrukt in procenten van de overeenkomstige tijd op een, op gelijke afstand van de bedrijfsgebouwen gelegen, onbegreppeld standaardperceel van 100 x 200 m.

Deze percentages blijken voor het noordelijk kleiweidebedrijf, af-hankelijk van greppelpatroon en perceelsgrootte, uiteen te lopen van 104 tot 154. In de Alblasserwaard met zijn wijdere greppelpatroon en zijn over het algemeen veel langere percelen, zijn de uitersten 98 en 113.

Ook voor de bedrijven als geheel zijn arbeidsbegrotingen gemaakt. De daaruit resulterende arbeidsfilms zijn in figuur 6 vergeleken met de arbeid die per periode voor eenzelfde bedrijfsplan nodig zou zijn wanneer de bedrijven geheel zouden zijn opgebouwd uit voornoemde standaardperce-len. Uitgedrukt in procenten van de totale jaarlijkse arbeidssom blijkt de grotere arbeidsbehoefte van het bedrijf met standaardpercelen in beide ge-vallen circa 6% te bedragen. De verdeling van deze extra uren is echter voor het bedrijf in de Dongeradelen aanmerkelijk ongunstiger dan voor het bedrijf in de Alblasserwaard.

(16)

\ » U U M fi « •O •o «s N O O e * o o h N «

a

a

o u » «g fi a) id S o oo o TP O 0 o u ©

a

fi t> • d o P3 o I-o N O o UfM O "eo o o •n U O (X fi o

1

Ö o u o •o •«-I e .o e o o u o fi « •O •O 4 « at « >

S,

a « en 0 h • > O O OS o o

I

4 fi 0 •—< 0

•o

4 0 ta fi o P •»1 <d S h 0

ä

u «S »H U 0 0 "0 « ri « »« « 0 —<

g <

»H « «S

1 5

U <d fi 0 •O te g 14 O o 0 < «-> OB fi *0 4 * T -o - T * O O vu O - T " O fSJ o o

(17)

(M U 3 00 o o u h O ft C V •d *d •*« S o h o (M O to o . ( M « fr O 60 to

S

O 00 o o (M « e o »4 o ft o 0 o o o C «0 « •O 5 . - N o 00 o •o r :;? => ï> o —r— o »o —r o T 1 r-O 00 — I — o •«f o •o « W •—4 V H « •O U O o > o -o Ü « oo ft ft © 00 ft m o o S (B O 1 °

5r

« Vi ei e

g «

o o 0 0 « * ö g

s.s

SE

• « vi iS eo

g "

• e • ft

5*

se

* c o £ o * > u

SU

H .O « •o «

s *«

S °

o o o « u X 'S * c —< oo o c « 4 : u 0 •o •o

J

ü a S

s

o CO « J »H

1

o

1

(18)

eff. werkbreedte in m 1 . 4 1,2 -1 . 0 .

I

akkerbreedte in m

ïb

ïY

X T T

"ib

Figuur 3a. Gemiddelde effectieve werkbreedte van de 1, 35 m maaibalk in relatie tot de akkerbreedte

waa rg enoznen berekend op in de tekst aangegeven wijze

eff. werkbreedte in % 100-1 9 0 -8 0 , 7 0 -6 0 _

t

akkerbreedte in m

T

77

—T" 15 T X T 20 i Figuur 3b. Gemiddeld te verwachten effectieve werkbreedte in relatie tot de

akkerbreedte voor werktuigen van verschillende capaciteit, in procenten van de theoretisch maximale werkbreedte (in figuur aan-gegeven)

(19)

F i g u u r 4

B e d r i j f s m o d e l voor de Dongeradelen.

P e r p e r c e e l de arbeidsbehoefte van de voederwinning, uitgedrukt p e r ha in p r o c e n t e n van de o v e r e e n k o m s t i g e arbeidsbehoefte op een onbegreppeld p e r c e e l van ZOO x 4 00 m . Tussen haakjes de r e l a t i e v e arbeidsbehoefte van de b e -t r o k k e n p e r c e l e n , zonder

(20)

Figuur 5

B

Standaardperceel Bedrijfsmodel voor de Alblasserwaard.

P e r p e r c e e l de arbeidsbehoefte van de voederwinning, uitgedrukt per ha in procenten van de overeenkomstige arbeidsbehoefte op een onbegreppeld perceel van

200 x 100 m. Tussen haakjes de relatieve arbeidsbehoef-te van de betrokken percelen, zonder greppels

(21)

uren

360 _

urea

Fig. 6. Arbeidsbehoefte per 14-daagse periode voor respectievelijk het bedrijft model in de Dongeradelen (boven) en de Alblaseerwaard (onde-r)

i I melken en veeve reorging

veldwerk bij onbegreppelde percelen van 200 x 100 m

toeslag veldwerk t- g. v. begreppeling en van het gtandaardperceel afwijkende p e r c e e l s v o r m en -grootte

(22)

re +J a v a. h o « •< - 3 B 0 - » * JS . a) > * Ml 1) •o S _ •5 .g S ri FJNO - f d - n » ê « j h h h a. a co CO vO M (M o " o + + c o o t » (M co m o o T< N -M + + + •* c o O O + + a a h 0 Öl r-V o o •* o \0 •*"• O • * o o vO o o # # i n vo •* i M v i (M o _ •* •* o o •* M 1 O c* * 0 1 o • t f •* O m cr-o • * f CO o " o o " + + + W Ui * J 4-1 <D O) '3 '3 o > « » U h O, > -r4 fi ri o J> (4 rt a u » • o ts M2 =3| §

Ü

« c J) •» S » d > S » •2 BO O bó •o ß J ' T > 0 11 «I • O x U'S g u g « ? O. " " j > I Ol T) JS O •!=> h O - r t a>

g i l

« " 0 O. ö 5 « « " • « ui O , , » -X, BO *» O S e - . » u ~ ^ d * * _* s . g v , ; o \ 0 co JS U O > O. O o ° v i ra « d M « s • .,4~ ra o> Ö •?. rt o u 2 » BO •r-t R) 5 ri ri BO CI 4) « o i n i n >o >o co CT* O*« \ 0 » » o * " 2

e e

5 S S O ) 6 S x O O h «J • d 0) ri ci 73 d > « L ft d J3 X; o> 3 d I I h (13 to BO BO CO v u •a 3 J3 co co r-o r-o r-o h O M d JS o ri S 01 P. a) •»-I •O d d ^ BO 0 , V •n d o T3 0 . d o

s a a

o u 3 • * N -^ xO c o M O « * o •«-< * # o ^ 4 * * o (M er- cr-i n CO CO <* CJ CO •* O CO M O co CO CO Cl r^ f\] ra vu co rg o co I M o o * o CO .H CO Csl (N3 %0 00 IM 00 cr-CO N CO N 00 (VI (VJ 0 0 CO co co vO xO co vD O o o o o o •CH -ft vf O O O o "d i! u £ a y 2 «

d j s ® > a d o s ü "d BO rt o CO BO 0 JS JS u ri JS o ri Ï M T 4 •«* O O O O O * * w * * o o m o r j IM -r< -H ^ ri s « ? — — -s •O S O JS d rt ri co ri u • d v O BO O , o T l U 4) O > c 4) O, d n u Ui ri •Jt •r? J> * # -) a

(23)

c © M) « 00 «9 ft) •o > .9

6

o •o 8 •" © © ** O a. rt ** ft u , © x » So WO, «o ^ u *»

* 6

4 « " * ^ « -v S o ft * i S ** ö © £ ft* i ft u ~t rt O © « S O ft « 'S . «.go« S S § S "o W <B O t . -•-» •*" {« ~4 £ 'H 1

I

1

o o lA «e

*a

Ù u 0 * I A vO o (Ni o i f* «f T l 00 I A a « ta

.s

CO . h c ° °0 « J £ H M * 4

r §2

a V © •o rt V oi Ö 0 Ö oederw i raslan d > OD ,» uu sO

m <ri t 1 1 •0 V © ft ft V U 00 © 1 * » 0 o to

1

o »ft CO eg Ö « .S «a ft «

s

© rt © IS rt «-4 < . ß sO »A ^ rf O >0 1 lA o * 4 t-00 fi •f4 00 h CAO ) fi H © © 0 > •0 « Itl W * * O PO yr< 1 1 1 •0

g

X ! © «»4 ft ft « U 00 V 1 *< o 0 m u © «M ••"»

•s

© • M (0 oo 0 0 © © V M . 0

S

00 © 4-» m fi •H © 4J a rt > V d V

8

0 ** ft • H ft « 00 *9 Cl V © "-» 14 • H

3

8

© V V © oo « f 4 u © *> m oo rt rt 4-> © 53 # * J 0 ô i - 4 03 © e rt rt 4J 0 4J 10 1—f © ft ft V u oo © T3 "is > © 00

.s

fi © • t - l rt rt

i

c 0 u ** © A ••4 , Û V 00 ti m m ft i—< ft ft u oo 14 0 0 > 00 • « • 4 •n 0 ä * J «t

t

a V *0 eo a. •a • H u V I V V oo © Q t tt <6 «H © CO CD rt r—1 A î-5 © O 0 > t * à © •—i © rt Ki V 00 § Q

.S

« « « V M ©

3

lA

S

0 u % ft t - l ft « H 00 0 l-i © © H fi V V a © ft 0 i—» u o 0 •o X © • »H oo « oo ©

?

© 00 •M

.s

fi V > V 00 © oo •0 u V ©

1

« 3 V 00 V

g

a

•ë

rt M © 00 0 0

0

Ü u 0 0 > m •1-4 V (4 U 4J a

(24)

W endtijd in m i n p e r 100 m1 endakker lengte 230 220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 110 100 90 -• -. \ 3 = w e n d a k k e r b r e e d t e in m -I 1 1 1 ( 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 L. 4 6 8 10 12 14 16 18 20' 22 24 m akkerbreedte

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Organisaties die inzetten op zelfevaluatie, gaan ook voor meer impact, door die te meten en in te schat- ten.. Ze documenteren, monitoren, vergelijken

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Het gaat hier om een ruwe schatting, omdat gemeenten geen eenduidige kostentoerekeningsmethode voor de publieke gezondheidszorg hanteren, waardoor kosten van deze taken ook

[r]

Dragen extra bedrijven in de wijk bij aan de sociale cohesie en controle en langs die weg voor een betere leefbaarheid.. Zijn specifieke bedrijven in de wijk – zoals winkels