• No results found

Spoeling in rantsoenen voor vleesstieren : ervaringen met graan- en myceliumspoeling naast snijmaiskuil = Spent grains and mycelium in rations for beefbulls : experiences with spent grains and mycelium in combination with maize silage

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Spoeling in rantsoenen voor vleesstieren : ervaringen met graan- en myceliumspoeling naast snijmaiskuil = Spent grains and mycelium in rations for beefbulls : experiences with spent grains and mycelium in combination with maize silage"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

PROEFSTATION VOOR DE RUNDVEEHOUDERIJ

Lelystad

SPOELING IN RANTSOENEN VOOR VLEESSTIEREN

Ervaringen met graan- en myceliumspoeling naast snijmaiskuil

Spent grains and mycelium in rations for beefbulls

Experiences with spent grains and

mycelium in combination with maizesilage

Ing. H.E. Harmsen

JANUARI 1982

(3)
(4)

blz.

l . Inleiding

2. Soorten spoeling

2.1

Graanspoeling

2 . 2 Myceliumspoeling

3

Opzet van de proeven

3.1

Aantal stieren perbedrijf

3.2

Voeding

4

e Resultaten met graanspoeling

4 * 1

Boeveelheid gevoerde graanspocling

4.2

Samenstelling van de graanspoeling

4.3

Voeropname en voerrendement

4.4

Gewichten en groei

4.5

Gewicht sverloop

4.6

Karkasbeoordeling

5.

Resultaten met myceliumspoeling

5 , l

Hoeveelheid gevoerde myceliumspoeling

5 , 2

Samenstelling van de myceliumspaeling

5.3

Voeropname en voerrendement

5.4

Gewichten en groei

5.5

Gewichtsverloop Samenvatting Literatuur Bijlage l t/m

5.

(5)

TABEE OF CONTENT'S l . I n t r o d u c t i o n 2. S p e n t g r a i n s and mycelium 2.1. S p e n t g r a i n s 2.2. S p e n t mycelium 3. Lay o u t o f e x p e r i m e n t s

3.1.

Number of b u l l s p e r f a r m 3.2. F e e d i n g

4

a Resu,Zts w i t h s p e n t g r a i n s

4.1

e Q u a n t i t y o f f e e d e d s p e n t g r a i n s 4,2. C o m p o s i t i o n o f s p e n t g r a i n s

4.3.

F e e d i n t a k e and r e e d efficiency

4.4..

Weight and g r o w t h

4.5.

C o u r s e o f w e i g h t 4 . 6 . C a r c a s e c l a s s i f i c a t i o n

5

R e s u l t s w i t h s p e n t mycelium

5.1.

Q u a n t i t y o f f e e d e d s p e n t mycelium 5.2. C o m p o s i t i o n o f s p e n t mycelium 5.3. Feed. i n t a k e and f e e d e i f i c i e n c y 5.4. Weight and g r o w t h

5.5.

C o u r s e o f w e i g h t Summary L i t e r a t u r e A p p e n d i c e s l -

5

(6)

INLEIDING

I n Nederland wordt per jaar ca. 80 miljoen liter graanspoeling en ca. 50 miljoen liter rnyceliumspoeling geproduceerd. Deze twee spoeling- soorten vertonen vrij grote verschillen in kwaliteit en samenstelling.De graanspoeling komt vrij bij de alcoholbereiding, myceliumspoeli.i?g bij de

produktievanpenicilline, Voorheen werd demyceliumspoeling maar soms ook

een deel van de graanspoeling geloosd in zee.

Door strengere milieuvoorschriften en stijgende zuiveringslasten wordt n u steeds meer getracht alle spoeling als diervoedermiddel af te zet- ten. I n vroegere jaren werd een groot deel van de graanspoeling geleverd aan dxcht bij de fabriek gel.egen afmelkbedrijven. Deze bedrijven volgden het systeem van het "melkend mestenff. Door afname van spoelingproduktie in de zestiger Jaren en door de structurele verandering van de bedrijfs- voering is het aantal afmelkbedrijven vrij sterk teruggelopen. Het is de verwachting dat dit soort bedrijven in de toekomst n o g verder zal af- nemen.

Mede door de stijgende transportkosten van spoeling van fabrieknaar het veebedrijf zoekt men naar een bedrijfstype dat het gehele jaar dage- lijks een grote hoeveelheid spoeling afneemt. D e vleesstierenbedrijven zouden hier geschikt voor kunnen zijn. Vooral de wat grotere bedrijven met een gespreide afzet van stieren (verschillende leeftijdsgroepen) kun- nen naast ruwvoer dagelijks een zelfde, vrij grote hoeveelheid spoel-ing verstrekken.

Om n a te gaan of het verstrekken van spoeling aan vleesstieren voldoende perspectief biedt zijn gedurende een aantal jaren waarnemingen gedaan op een praktijkbedrijf dat graanspoeling en myceliumspoeling ge- bruikte bij de voeding van vleesstieren. D e waarnemingen zijn uitgevoerd in samenwerking met Gist-Brocades NV te Delft op het bedrijf van de heer

(7)
(8)

2. SOORTEN SPOELING

2 . 1 .

Bet procede waarbij graanspoeling vrijkomt is globaal als volgt:

het zetmeel van vochtig, gemalen graan wordt onder invloed van enzymen omgezet in suiker, Door toevoeging van gist wordt de suiker omgezet in alcohol. D e alcohol wordt in een aantal destillatiestappen afgestookt. Het produkt heet graanalcohol. Het residu uit de eerste destillatiestap wordt spoeling ge- noemd en wordt overgepompt in spoelingbakken om te worden afgezet.

2.2.

Bij de penicilline-produktie wordt de schimmel op een voornamelijk uit suikers bestaande voedingsbodem gekweekt. Hier wordt een aanzienlijke hoe- veel-heid mycelium gevormd. N a de fermentatie wordt dit mycelium gescheiden van de vloeistof waarin zich de penicilline bevindt.

Het vochtrijke mycelium (ca. 10

%

ds) wordt op een temperatuïir van

o

80 C gebracht. Deze behandeling heeft drie redenen: de schimmelcel.len

worden gedood, eventuele aanwezige penicillineresten verl.iezen door ve-- hitt%ng hun antibiotische werking en bederf wordt tegengegaan. Om de houd- baarheid verder te verbeteren, zuurt men de spoeling bij afleverjng aan met

zoutzuur

V WC^)

tot een pH van ongeveer

4,0,

Dit vraagt ca. 7 1

9 , 5

N H G 1

per ton myceliumspoeling. Bij vervoedering van myceliumspoeling aan vlees- vee dient daarom per stier per dag 100 gram geslibd krjjt te worden verstrekt om pensacidose (te lage pH in de pens) te voorkomen,

(9)

Goede o p s l a g r u i m t e

-

é é n o f meer g e k o l e e r d e t a n k s vo v o o r 3 2

4

d a g e n

-

i s g e w e n s t .

(10)

34

OPZET VAN DE PROEmN

3.1

De proef met graanspoeling is in de jaren 1 9 7 5 tot en met 1 9 7 7 uit-

gevoerd. Op het bedrijf waren steeds ongeveer 250 vleesstieren aanwezig,

waaraan onbeperkt graanspoeling werd verstrekt.

De proef met myceliwnspoeling is uitgevoerd in 1979 tot en met 1 9 8 0

in een stal te Elspeet (gehuurd door de heer ~ u l d e r i j). In deze stal was

plaats voor 1 0 2 stieren. Hier werd min of meer beperkt myceliumspoeling

verstrekt*

3.2

In

beide stallen is een verdiepte voergoot aangebracht waar men de

spoeling met een slang vanuit de tank rechtstreeks in pompt. Aan alle stieren werd spoeling verstrekt, aangevuld met snijmaiskuil en ca. 2 k g eiwitarm

krac?ltvoer of 2 k g gedroogde pulp per stier per dag. De groei werd vrij

nauwkeurig nagegaan door alle stieren bij het begin van de proef te wegen, het slachtgewicht bij te houden en daor van een aantal hokken de stieren elke zes weken te wegen.

De

spoeling werd dagelijks, of om de andere dag, met een

tankauto aangevoerd. De spoeling is dan warm en vers. Op het stierenbedrijf

wordt bet in geïsoleerde tanks opgeslagen om de spoeling zolang mogelijk warm te houden. V66r het vervoederen van de spoeling moet de uitgezakte spoeling goed opgeroerd (gemengd) worden. Vooral warme, verse spoeling wordt door de stieren goed opgenomen.

(11)

4

RESULTATEN MCT GRAANSPOELING

4 * ? .

Op het bedrijf zijn gemiddeld ca. 250 stieren aanwezig. Er is

in de jaren

1975

tot en met

1977

respectievelijk 3.260.000, 3.200,000

en 3.540,000 liter spoeling aan de stieren verstrekt, Gemiddeld komt

dit op

35-38

liter per stier per dag.

Be variatie in opname hangt nauw samen met het gewicht of de leef- tijd van de stier. Uitgaande van de maandelijkse afname varieerde de opname

tussen 26 en

47

liter per stier per dag, Vooral zware stieren kunnen

grote hoeveelheden spoeling opnemen. Dit kan oplopen tot ca,

60

liter

per stier per dag. (ca, 10 l spoeling per l00 k g gewicht),

I n figuur 1 wordt een overzicht gegeven van het verbruik van de li-

ters spoeling per maand in de periode

1975

t/m

1977.

Het blijkt dat er

maandelijks vrij grote hoeveelheden spoeling werden vervoederd,

De

verschil-

len in deze hoeveelheden zijn vooral ontstaan doordat het aantal zwaardere stieren, die grotere hoeveelheden spoeling kunnen opnemen, wisselde. Vooral

in

i977

was de afzet van slachtrijpe stieren regelmatiger dan in de voor-

gaande jaren, zodat ook de maandelijkse afname van spoeling gelijkmatiger

werd. Door de regelmatige afname van spoeling over het gehele jaar zijn de stierenbedrijven bij uitstek geschikt om spoeling te voeren.

F i g u u r 1 A a n g e k o c h t e l i t e r s s p o e l i n g p e r maand

F i g u r e 1 P u r c h a s e d s p e n t g r a i n s l i t r e s p e r month

~ p o e l i n g ( 1 i t e r s x 1 0 0 0 ) /

s p e n t g r a i n s o r mycelium ( 1 . i t r e s x 1 0 0 0 )

j a n f ' e b ~ i n r t a p r i l mei j u n i j u l 1 a u g s c p l o k t nov dec ~ a a n d c n / moni h s

(12)

4.2.

Tijdens de proefperiode is een aantal spoelingmonsters genomen. De monsters zijn onderzocht door het Bedrijfslaboratorium voor Grond s n Gewas-

onderzoek te Oosterbeek. D e resultaten staan in tabel l .

Tabel l Aantal monsters van graan-spoeling en samenstelling

Gehalten in de droge stof (%) VEV1 1

>

Aantal Droge-stof-

J aar

gehalte (%) re rc as vre ZW vet

1975

7

792

I976

l8

597

1977

6

599

~emiddeld/avera~e

6,l

Gegevens C V B / ~ ~ -

6,0

formation CVB Year Number D M % o f Fe e d 1

>

uni t Composition in D M (%) growth

'Benaderd met verteringscoëfficiënt van maisspoeling/estimated with digestible coëffi.ciënt of spent maize

Table l Nwnber of samples of spent grains and composition

Het droge-stofgehalte was in de bemonsterde spoeling ongeveer gelijk aan de gemiddelde normen. D e spreiding in droge-stofgehalte was van partij

tot partij vaak vrij aanzienlijk (zie bijlage i ) . Ook de duplomonsters ver-

schillen weleens veel maar dit laatste moet voornamelijk toegeschreven wor- den aan de vrij moeilijkemonstername. Door verbeteringen in het produkti-e- proces is de variatie in het droge-stofgehalte van graanspoeling kleiner

geworden. Sinds

1979

garandeert Gist Brocades (~ollandia) een droge-stofge-

---m-

halte van tenminste

70

%.

Het vre-gehal.te was gemiddeld iets lager dan de nosm en de waarde aan VEVI wat hoger. D e VEVT-waarde kwam voor spoeling in de droge stof op ca.

1400

wat in vergelijking mer krachtvoer vrij hoog is.

Het vre-gehalte was gemiddeld iets lager dan de norm en de waarde aan VEVI wat hoger. D e VEVI-waarde kwam voor spoeling in de droge stof op ca.

1400

wat in vergelijking met krachtvoer vrij hoog is.

4-.

3.

D e opnamegegevens van de ingekuilde snijmais berusten niet op exacte cijfers, omdat de kuil is opgemeten en een vast m3-gewicht is aangenomen. Het gemiddelde aantal aanwezige dieren was moeilijk vast te stel-len (niet elke maand zijn de stieren opnieuw geregistreerd).

D e grote stal met

17

hokken bevat bij maximale bezetting

204

stieren.

I n de kleine stal kunnen ca. 100 jonge stieren van 2-6 maanden worden ge-

huisvest. Aan deze dieren wordt een kleine hoeveelheid spoeling verstrekt opdat de dieren bij overgang naar de grote stal gewend zullen zijn aan

(13)

s p o e l i n g . De j a a r l i j k s opgenomen h o e v e e l h e i d s p o e l i n g d o o r d e j o n g e s t i e r e n komt o v e r e e n met d e opname van c a . 16 s t i e r e n van 400 k g . I n d e d r i e a f g e l o p e r j a r e n i s p e r s t i e r p e r d a g de i n t a b e l 2 g e g e v e n h o e v e e l h e i d v o e r v e r s t r e k t . T a b e l 2 G e h a l t e e n de d a g e l i j k s v e r s t r e k t e h o e v e e l h e i d v a n g e v o e r d e pro- d u k t e n e n de g e m i d d e l d e opname d o o r v l e e s s t i e r e n i n h e t g e w i c h t s - t r a j e c t v a n 150 t o t

550

k g V e r s t r e k - Droge G e h a l t e n p e r Opname t e hoe- s t o f k g d r o g e s t o f v e e l h e i d (%) s p o e l i n g /

40

1 69.1 2

43

1400 2

440

592

341

6 s p e n t g r a i n s ~ n i j m a i s k u i l / 8 k g 28,3

5

2

975

2265 118 2207 m a i z e s i l a g e ~ r a c h t v o e r / 2,35 k g 90,O

7

1 1100 21 1

5

1 50 2326 c o n c e n t r a t e Opname t o t a a l 6820 860

7949

F e e d e d DM(%) DCP F e e d DM ( g ) DCP ( g ) F e e d u n i t q u a n t i t y u n i t g r o w t h g r o w t h I n t a k e C o n t e n t s p e r k g DM T a b l e 2 C o n t e n t s and d a i l y g i v e n q u a n t i t i e s o f f e e d e d p r o d u c t s , and a v e r a g e p r o d u c t s , and a v e r a g e i n t a k e by b e e f b u l l s w i t h a weight b e t w e e n 130 and

330

k g

De voedernorm v o o r d e v a s t g e s t e l d e g r o e i van

1045

gram e n b i j e e n gemid- d e l d g e w i c h t v a n

400

k g i s

7700

VEV1 v o o r e n e r g i e . Gemiddeld g e s c h a t i s

7950

VEV1 a a n e n e r g i e v e r s L r e k t , wat v r i j goed overeenkomt met de normen.

Wat v e r t e e r b a a r r u w - e i w i t b e t r e f t i s b e l a n g r i j k meer v e r s t r e k t dan de g e l d e n d e norm. B i j h e t v e r s t r e k k e n van v r i j g r o t e h o e v e e l h e d e n s p o e l i n g zal. s t e e d s boven d e e i w i t n o r m worden g e v o e r d , D i t h o u d t i n , d a t b i j e e n p r i j s v e r - g e l i j k i n g d e e i w i t t o e s l a g v o o r s p o e l i n g n i e t v o l l e d i g k a n worden d o o r b e r e k e n d .

Men moet e r r e k e n i n g mee houden d a t h e t t o t a l e r a n t s o e n v o l d o e n d e

s t r u c t u u r g e v e n d m a t e r i a a l b l i j f t b e v a t t e n . Zo werd i n e e n b e p a a l d e p e r i o d e t e w e i n i g s n i j m a i s k u i l g e v o e r d met h e t g e v o l g d a t t y m p a n i e ( o p l o p e n ) werd gecon-

s t a t e e r d . B i j h e t s l a c h t e n van d e z e d i e r e n werd p e n s p a r a k e r a t o s e ( a a n t a s t i n g v a n de penswand) v a s t g e s t e l d .

(14)

-

I 1

-

T a b e l 3 Gewicht e n g r o e i van 400 a f g e l e v e r d e s t i e r e n

Aan t a l A a n t a l Weegdata ~ e w i c h t ( k g ) Koud G r o e i Groep s t i e r e n d a g e n s l a c h t - p e r s t i e r

b e g i n e i n d g e w i c h t p e r d a g ( g )

Number Nwnber Weighing s t a r t end Weight Growth o f o f d a t e s b u l 1 s d a y s o f p e r b u l 1 w e i g h t ( k g ) c a r c a s e P e r d a ~ ( k g ) ( g ) Weight and g r o w t h o f 400 d e l i v e r e d b u l l s

(15)

4.4.

l A f g e l e v e r d e s t i e r e n Gewicht e n g r o e i v a n de s t i e r e n z i j n n a g e g a a n i n de p e r i o d e v a n 3 f e b r u a r i 1 9 7 5 t o t 1 6 november 1977. I n d e z e p e r i o d e z i j n 400 s t i e r e n a f g e - l e v e r d , waarvan d e b e g i n - e n e i n d g e w i c h t e n bekend w a r e n , z o d a t d e g r o e i t i j d e n s de p r o e f p e r i o d e b e r e k e n d kon worden ( t a b e l 3 ) . U i t t a b e l 3 b l i j k t d a t h e t a a n t a l d a g e n s t e r k v a r i e e r t . D i t kwam door- d a t de p r o e f begon met s t i e r e n met e e n b e h o o r l i j k g e w i c h t . I n e e n l a t e r

s t a d i u m z i j n ook s t i e r e n i n de p r o e f opgenomen met e e n l a a g b e g i n g e w i c h t . D i t

was v o o r a l om n a t e g a a n hoe d e g r o e i v a n d e z e s t i e r e n i s t i j d e n s d e ge-

wenning a a n de s p o e l i n g . De s t i e r e n z i j n op n o g a l v e r s c h i l l e n d e e i n d g e w i c h t e n a f g e l e v e r d . D i t , omdat de s t i e r e n v r i j zwaar konden worden a f g e m e s t z o n d e r d a t e r t e v e e l v e r v e t t i n g o p t r a d . Ook d e g r o e i v a n d e s t i e r e n v a r i e e r d e v r i j v e e l v a n g r o e p t o t g r o e p .

B i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e g e m i d d e l d e c i j f e r s b l i j k t d a t v r i j g o e d e e i n d - g e w i c h t e n z i j n b e h a a l d e n d a t de g r o e i v a n d e s t i e r e n op e e n g o e d p e i l l i g t .

Nog n i e t a f g e l e v e r d e s t i e r e n

Op 1 6 november 1977 werd d e z e p r o e f b e ë i n d i g d e n waren a l l e s t i e r e n n o g n i e t v o l d o e n d e s l a c h t r i j p om t e worden a f g e l e v e r d . T a b e l

4

g e e f t e e n o v e r z i c h t v a n d e z e s t i e r e n o m t r e n t b e g i n e n e i n d g e w i c h t e n g r o e i t i j d e n s d e p r o e f p e r i o d e . O v e r i g e n s werd h e t v o e r e n v a n s p o e l i n g op d i t b e d r i j f gewoon v o o r t g e z e t , g e z i e n de r e s u l t a t e n e n de opgedane e r v a r i n g met d i t p r o d u k t

.

T a b e l

4

G e w i c h t e n e n g r o e i v a n de 7 8 n i e t t o t s l a c h t r i j p h e i d g e v o l g d e s t i e - r e n Hoknr. A a n t a l Weegdata A a n t a l ~ e w i c h t ( k g ) G r o e i p e r s t i e r s t i e r e n d a g e n P e r d a g ( g ) b e g i n e i n d

Pen Number Weighing Number s t a r t end Growth p e r b u l 1 nwnber o f D a t e s o f P e r d a y ( g )

b u l l s d a y s Weight ( k g )

(16)

Uit de gemiddelden blijkt dat deze stieren een goede groei hadden tijdens de mestperiode. De groei lag iets hoger dan die van de afgeleverde stieren. De verklaring hiervoor is dat stieren in de gewichtsklasse van 200-350 k g iets sneller groeien dan zwaardere stieren, die meer vet gaan aanzetten. Ook daalt bij een groter gewicht het vochtpercentage van het vlees.

4.5.

Om enig inzicht te verkrijgen in het groeiverloop van de stieren werden om de twee maanden een aantal hokken met stieren gewogen. Van een viertal groepen stieren is het groeiverloop nagegaan vanaf begin spoeling voeren tot aflevering. Een groep stieren had reeds een gewicht van ruim

200 k g bij de eerste weging, terwijl de dieren van de andere groepen rond

de 100 k g levendgewicht zaten. In figuur 2 wordt een overzicht gegeven

van het groeiverloop van de stieren tijdens de mestperiode,

De groei van de stieren tijdens de mestperiode

2 Growth of' bulls during fattening period

-

~ewichtstoename/increase of weíght

Groei 1000 g

Per dag/

y growth 1000

63' Per day

Gewicht stieren Ie weging/weight

bulls at s-tart

90 k g

6 0 120 1 B0 2 40 300 3 6 0 42 0

Aantal dagen na Ie weging/number of days after start

(17)

I n f i g u u r 2 i s een l i j n g e t r o k k e n d i e l 0 0 0 g r a m g r o e i p e r s t i e r p e r dag a a n g e e f t . Het b l i j k t d a t i n de meeste g e v a l l e n de g r o e i van de s t i e r e n boven d e 1 0 0 0 g r a m g r o e i p e r s t i e r p e r dag l i g t . A l l e e n b i j de j o n g e r e

l i c h t e r e d i e r e n was de g r o e i l a g e r dan 1000 gram p e r d i e r p e r dag.

De 1000 gram g r o e i wordt b e r e i k t c a . 100 dagen na de e e r s t e weging. Wanneer s p o e l i n g wordt v e r s t r e k t , z u l l e n de s t i e r e n 150-200 kg moeten wegen, v o o r d a t e r 1000 gram g r o e i p e r s t i e r p e r dag mag worden verwacht.

Het v e r d i e n t dan ook geen a a n b e v e l i n g aan jongere k a l v e r e n v e e l s p o e l i n g t e voeren voor een o p t i m a l e g r o e i . Daar komt nog b i j d a t jongere d i e r e n maar een b e t r e k k e l i j k k l e i n e h o e v e e l h e i d s p o e l i n g z u l l e n kunnen opnemen. Het i s h e t b e s t e jonge d i e r e n t o t een gewicht van c a . 150 kg n i e t meer s p o e l i n g t e geven dan voor een goede gewenning n o d i g i s .

Verder b l i j k t u i t de f i g u u r d a t de g r o e i van de s t i e r e n boven een gewicht van 450 kg i e t s afnam. Deze g r o e i v e r m i n d e r i n g kwam

v o o r a l door h e t s l a c h t r i j p e r worden van de s t i e r e n . A l l e e n door een hoger v o e d e r n i v e a u (meer e n e r g i e ) i n h e t l a a t s t van de m e s t p e r i o d e zou de g r o e i op p e i l kunnen b l i j v e n . De opname, d i e b i j deze zwaardere s t i e r e n was toe- genomen t o t c a . 60 l i t e r s p o e l i n g , z a l m o e i l i j k verhoogd kunnen worden.

Het b l i j f t voor de s t i e r e n v l e e s p r o d u k t i e met s p o e l i n g v o e d e r i n g van g r o o t b e l a n g d a t de s p o e l i n g g r a a g wordt opgenomen. De s p o e l i n g moet daar- voor van goede k w a l i t e i t z i j n en e n k e l e dagen bewaard kunnen worden zonder

smaakvermindering.

B i j h e t s l a c h t e n van de s t i e r e n z i j n van v i e r groepen s t i e r e n de k a r k a s s e n b e o o r d e e l d op b e v l e e s d h e i d , v e t b e d e k k i n g en inwendig v e t . De r e s u l t a t e n s t a a n i n t a b e l

5.

B e o o r d e l i n g s c i j f e r s en s l a c h t g e w i c h t e n

Aan t a l Bevleesd- Vetvedek- Inwendig Kg koud Datum s t i e r e n h e i d l ) k i n g 2 ) v e t l ) s l a c h t -

) 2 ) Lager dan 3- i s t e mager; 3 , O i s o p t i m a a l ; meer dan ?,O i s t e v e t / l e s s

t h a n 3- i s t o o l e a n ; 3 , O i s o p t i m a l , more t h a n 3,O i s t o o f a t . C l a s s i f i c a t i o n s and weight of c a r c a s e

(18)

-

15

-

Bij de beoordeling van de karkassen viel op dat de stieren een opti- male tot iets beneden optimale vetbedekking en hoeveelheid inwendig vet hadden. Vooral op deze vrij hoge koud slachtgewichten waren de stieren weinig vet. D e bevleesdheid was goed zodat het optimale slagersstieren waren.

(19)

5

0 RESULTATEN NET MYCELJUMSPOELING

5 . 1 .

I n 1978 is op verzoek van Gist Brocades het voeren van graanspoeling

geleidelijk vervangen door myceliumspoeling. B i j een mengsel van graan- en

myceliumspoeling op fifty-fifty basis deden er zich weinig of geen moei- lijkheden voor. Bij een hoger percentage myceliumspoeling bleef de opname en de groei van de jonge stieren goed op peil terwijl de oudere stieren de pure myceliumspoeling maar traag opnamen, D e groei van deze stieren bleef vrij sterk achter.

Bij het slachten van deze stieren bleek de pH in de urine en pensvloeistof

laag te zijn, en er kwam ook vrij veel parakesatose voor ( te hoge zuur-

graad in de pens).

D e groei nam toe n a het bijvoeren van 100 gram geslibd krijt per

s-tier per dag. Er is ook naar verhouding minder myceliumspoeling en

meer snijmaiskuil gevoerd.

Na de opgedane ervaringen is besloten niet meer myceliumspoeling te vervoederen dan de hoeveelheid droge stof die normaal met graanspoeling zou zijn gevoerd.

Verder werd dagelijks de verse myceliumspoeling aangevoerd,enkel voor het weekend voor twee dagen.

Figuur

3

geeft de te voeren hoeveelheid droge stof volgens plan weer,

en hoeveel er werkelijk met myceliumspoeling is verstrekt.

F i g u u r j G e p l a n d e e n opgenomen h o e v e e l h e i d d r o g e s t o f F i g u r e j P l a n n e d q u a n t i t y DM a n d r e a l i n t a k e M y c ' e l i u m s p o e l i n g ( k g d s p e r d i e r p e r d a g ) / s p e n t m y c e l i i m (kg DM p e r b u l 1 p e r d a y ) I I o o v c e l h e i d v o l g e n s p l a n / q u a n t i t y p l a n n e d w-- --.+ g e v o e r d / r e a l i n t a k e 7 50 300 150 400 450 500 550 ~ e v e n d ~ c w i c h t ( k g ) / w c i g h t

(20)

Het blijkt dat de werkelijk gevoerde hoeveelheid droge stof uit myceliumspoeling vrij goed overeen komt met de geplande hoeveelheid.

D e opname van de verse myceliumspoeling was meestal onbeperkt, met dien verstande dat de voergoot met myceliumspoeling en snijmaiskuil voor de volgende voedering op tijd leeg moest zijn. Het blijkt dat de lichtere jongere stieren meer droge stof van de mycelium hebben opgenomen dan volgens plan was verwacht. Boven de 400 k g levend gewicht komt de droge stofopname goed overeen met de geplande hoeveelheid.

D e gevoerde hoeveelheid moet gezien worden als de maximale hoeveel- heid myceliumspoeling die zonder gezondheidsstoringen of groeivertraging aan stieren gevoerd kan worden. Een aanvankelijk veel gemaakte fout met myceliumspoeling is, dat men evenveel liters myceliumspoeling verstrekt als eerder met de graanspoeling.

Figuur

4

geeft weer hoeveel liters graanspoeling volgens planning

maximaal k a n worden gevoerd, en hoeveel liter myceliwnspoeling werkelijk i s verstrekt.

F i g u u r 4 G e p l a n d e h o e v e e l h e i d g r a a n s p o e l i n g ( m a x i m a a l ) e n d e v e r s t r e k t e m y c e l i u m s p o e l i n # P l a n n e d q u a n t i t y s p e n t ' g r a i n s ( m a x . ) a n d r e a l f e e d e d q u a n t i t y s p e n t m y c e l i u m

l , e v e n d g e w i c h t ( k g ) / w c i g h t

(21)

Bij onbeperkte verstrekking van graanspoeling wordt aangehouden dat

maximaal 10

%

van het levendgewicht kan worden verstrekt. Deze 10

%

komt

overeen met de hoeveelheid vocht die een stier per dag nodig heeft. In de praktijk wordt naast onbeperkte graanspoeling vaak geen drinkwater ver-

strekt. Bij het voeren van myceliumspoeling (hoger droge-stofgehalte dan graanspoeling) is het ter beschikking stellen van drinkwater noodzakelijk. Vooral de oudere stieren nemen anders te veel myceliumspoeling op in ver- band met de vochtbehoefte. Dit kan zieke stieren en soms sterfte tot gevolg hebben.

5.2.

Omtrent de voederwaarde van myceliumspoeling was tijdens de proef- periode weinig bekend. Volgens Gist Brocades bevatte myceliumspoeling een belangrijk hoger droge-stofgehalte dan de graanspoeling.

Enige jaren geleden werden bij het ILOB verterAngsproeven met o.a. hamels uitgevoerd met een kunstmatig gedroogde partij (Van Weerden en

Huisman,

1979)

myceliumspoeling. Men zette evenwel vraagtekens bij de ver-

gelijkbaarheid tussen het gedroogde en het na\te product (verterings- coëfficiënt). In 1981 heeft het IVVO (steg e.a.) een verteringsproef met myceliumspoeling bij hamels uitgevoerd. De hieruit verkregen eiwit- en energiewaarden zijn als basis gebruikt voor de vre en VEVI-opname van de

s t ieren.

Tabel

6

geeft een overzicht van de samenstelling van myceliumspoeling, snij-

~aiskuil en gedroogde pulp.

~e door Gist Brocades opgegeven droge-stofgehaltenvanmyce9iunspoelingkomen goed overeen met de droge-stofgehalten van de myceliumspoeling die gebruikt werd voor de proeven.uit de verteringsproef met hamels bleek mycelium-

spoeling 38

%

vre in de droge stof te bevatten en een energiewaarde van

1067 VEVZ. Myceliumspoeling heeft een hoger droge-stofgehalte, een hoger vre-gehalte, maar een lagere VEVI-waarde per kg droge stof dan graanspoeling. De samenstelling van de gevoerde droge pulp en snijmaiskuil komt vrij goed overeen net de gemiddelde samenstelling zoals wordt opgegeven door de CVB.

5.7.

De opnamegegevens van de ingekuilde snijmais berusten niet op exacte cijfers daar de naar behoefte gevoerde snijmaiskuil niet is gewogen.

De dagelijks vers aangevoerde hoeveelheid myceliumspoeling is wel bekend, terwijl er per stier per dag 2 kg gedroogde pulp is verstrekt. Naast deze

(22)

-

l9

-

Tabel 6 Samenstelling en droge-stofgehalte van de verschillende voeders

O/o

d.roge stof

Myceliumspoeling IVVO l ) / 7093

3

80 l 067

spent mycelium I W O

Myceliwnspoel ing PR/ 10,O

-

spent mycelium P R

Myceliwnspoeling Gist Brocades 2)/

spent mycelium Gist Brocades

Myceliumspoeling 2e half jaar

1979/

10,2

-

-

spent mycelium 2nd half year

1979

Myceliwnspoeling l e half jaar 1980/ 1094

-

spent mycelium l st half year 1980

Myceliwnspoeling 2e half jaar 1980/ 9,9

-

-

spent mycelium 2nd half year 1980

Gedroogde pulp/dries beet pulp 9092

7

1 l l

l5

~n~jmaiskuil/maize silage 30 9 0

4

1 900

D M

contents in D M

wezigheid van penicilline. Dit kon niet worden aangetoond/~l~l~'T examined

3 samples of spent mycelium of IVVO on presence of penicilline. No resldues

are found.

2 ) ~ e r week zijn

5

?i6 monsters genomen voor bepaling van het droge-stof-

gehalte/weekly 5-6 samples are taken for fixing DM-contents.

Tabel

6

Contents and DM of some feedingstuffs

voedermiddelen is per stier per dag ongeveer 100 gram rundveeminderalen

en vitaminen en ongeveer 100 gram geslibd krijt verstrekt. D e snijmaiskuil,

de myceliumspoeling en de gedroogde pulp werden twee keer per dag verstrekt. D e rundveemineralen en het geslibd krijt werden één keer per dag in de voer-

goot over het ruwvoer gestrooid.

I n tabel

7

staan de voor deze proef per stier per d.ag verstrekte hoeveel-

heden voer.

De voedernorm voor energie bij de vastgestelde groei van 1017 gram per

dier per dag en bij een gemiddeld gewicht van 425 k g is 7900 VEVI. Gemidd.eld

is aan energie 8190 VEV1 verstrekt, hetgeen ruim voldoende moet zijn voor de

verkregen groei. Wanneer wordt voldaan aan de minimale hoevee1.hei.d droge

stof uit snijmais die een stier per dag nodig heeft ( stru.ctu-ixrbehoefte,

zie PR-Rapport nr. 67) kan de hoeveelheid myceliumspoelj.ng bij 4.00 k g l-evend-

gewicht tot ca. 30 liter per dag worden. opgevoerd.

Bij deze vrij grote hoeveelheden m y ~ e l i u m s p o e l ~ n g krijgen vooral de zwaardere

stieren ruim twee keer zoveel verteerbaar ruw eiwit verstrekt als nodig is volgens de CVB-norm. Naast onbeperkt snijmais zou wat be-

(23)

Tabel

7

Gehalten en dagelijks verstrekte hoeveelheid van de gevoerde producten en de gemiddelde totale opname door vleesstieren in het

gewichtstraject van 250 tot

550

kg

Verstrek- Droge Gehalten in de droge

spent mycelixp

Snijmaiskuil/maize 12 kg 30

,

0

4-

1 900

3600

148 3240

silage

Gedroogde pulp/ 2 kg 90,2

7

1 l115 1800 142 2230

dried beet pulp

Totale opname/total intake

7950

7260 8190

Quantity

DM(%)

DCP VEV1 DM DCP VEV1

Table

7

Contents and daily given quantities of feeded products and average

(total) intake by beefbulls of a weight between 250 and

550

kg

treft de eiwitbehoefte

l5

kg myceliumspoeling per stier per dag reeds vol-

doende zijn.

Meerdere keren per week kleine hoeveelheden verse spoeling leveren

maakt helaas de transportkosten hoog. Voor een goede prijsvergelijking zullen dan de kosten van de eiwittoeslag niet volledig kunnen worden door- berekend.

Afgeleverde stieren

In deze proef met myceliumspoeling waren in totaal 102 stieren aan- wezig. Deze stieren waren verdeeld in twee groepen. Bij de start van de

proef wogen de stieren van groep A gemiddeld 245 kg en van groep B

159

kg.

Wekelijks werden een aantal stieren (slachtrijpe) aan slagers afgeleverd. Bij de start van de proef op 16 oktober zijn alleaanwezige stieren ge-

wogen.van groep

A

en B zijn ongeveer om de 6 weken van elke groep 2 hokken met

stieren gewogen. Omdat het wegen van zware stieren niet zonder risico is, en er wekelijks een klein aantal stierenafgeleverdwerd is het afleverings-

(24)

gewicht berekend uit het warme slachtgewicht: Warm slachtgewicht

-

2

O/o

is

58

O/o

van het levendgewicht. Helaas zijn niet alle slachtgewichten berekend

doordat een aantal stieren het nummer hadden verloren, of omdat op het slacht-

huis de nummers niet zijn genoteerd. Van de groepen A en B zijn de gewichten

van respectievelijk

27

en

34

stieren bekend. Van de in totaal

61

stieren

zijn van beide groepen nog

7

stieren meerdere keren gewogen.

Tabel 8 geeft een overzicht van de gewichten van d e stieren bij de start

en bij de aflevering, met de groei.

Tabel 8 Ge~d.ohten en groei van de stieren

Groep Aantal Aantal dagen Groei (g)

stieren start aflevering per stier per dag

A

7

255

634

384

987

A

2

o

2

42

6

34

391

1003 ~emiddeld/27

245

634

389

average A B

7

-l

59

608

450

B 27

159

6

4

3

46

4

~emiddeld/34 1 5 9

6

36

46

1 average B

Group Nwnber of start delivery Number of days Growth per

bulls bul1 per day

Table 8 Weight and growth of bulls

Het blijkt dat de groei van zeven stieren meerdere keren zijn gewogen

in zowel groep

A

als B gemiddeld iets lager is.

De stieren zijn op een vrij hoog eindgewicht geslacht. Verschillende stieren waren bij het slachten dan ook iets boven optimaal slachtrijp. De groei van de stieren ligt op een behoorlijk niveau. Vooral bij hogere eindgewichten neemt de dagelijkse groei op het laatst wat af ten opzichte

van de groei in traject 200- 450 kg levendgewicht (zie bijlage 2 en

3).

Rekening houdend met het verschil in afleveringsgewicht is er weinig verschil in de groei tussen dieren die gevoerd zijn met myceliumspoeling en die

gevoerd zijn met graanspoeling. Wel bestaat de indruk dat graanspoeling een smakelijker produkt is dan myceliumspoeling.

6.5.

Van de twee keer zeven stieren die vaker zijn gewogen is het ge-

(25)

F i v u u r 5 G e w i c h t s v e r l o o p v a n d e s t i e r e n met m y c e l i u m s p o e l i n g ,,,,,,,~~~ g i g u r e 5 C o u r s e of w e i g h t o f - b u l l s on s p e n t m y c e l i u m

o k t n o v d e c j a n ' 0 0 f e b r m r t a p r m e i j u n i J u l i aug s e p t o k t n o v d c c j a n ' 8 1

Het blijkt dat het gewichtsverloop van de stieren van groep A en B weinig

verschilt. Bij de weging in januari 1980 was de gewichtstoename van de

stieren uit groep

A

wat achtergebleven, maar dat herstelde zich later met

zelfs een flinke gewichtstoename bij aflevering. De stieren van groep B namen aanvankelijk snel in gewicht toe, maar op het eind van de mestperiode liep de gewichtstoename iets terug. De stieren van groep B vertonen wat groei betreft meer het normale beeld. Meestal zien we de grootste gewichts-

toename in het traject 200

-

450 kg en daarna een geleidelijke afname

van de $ewichtsvermeerdering als gevolg van vervetting.

Figuur

6

geeft een overzicht van het groe2verloop van de stieren tijdens

de mestperiode (groepen A en B).

In figuur

6

is een lijn getrokken die 1000 gram groei per stier per dag

aangeeft. Het blijkt dat bij de gewichtstoename in het traject O tot 300

kg de dagelijkse groei van de stieren boven de 1000 gram per dier per dag

ligt. Verder blijkt boven de gewichtstoename van 300 kg (stieren met

een gewlcht van 500 kg en hoger) de groei iets afneemt. De totale groei over

de gehele mestperiode ligt voor de stieren van groep A iets beneden de

1000 gram groei per dag. Evenals bij de voeding van graanspoeling is het af te raden om aan kalveren lichter dan 150 kg meer myceliwnspoeling te voe- ren dan voor gewenning noodzakelijk is. Bovendien nemen jonge stieren

(26)

F i g u u r 6 G r w i c ' i t s t o e n a r n r v a i i d r s t 1 e ï r i - i F i g u r r b I n C r c a s e o f v e i ~ h ? o - b i i l l s

A a n t a l d a g f , n Iia l e w e g i n g / zriumher o f d a y r a f t e r start

De maximale gift van myceliwnspoellng ligt door het hogere droge-stof-

gehalte in liters spoeling uitgedrukt op

6

.?i

7

%

van het gewicht van een

stier. Een stier van

400

kg kan maximaal 24 -28 liter myceliumspoeling op-

nemen zonder dat er zich voedselstoringen voordoen of er een lagere groei optreedt.

Verse warme spoeling wordt graag opgenomen. Het vervangt duur kracht- voer en de stieren groeien er goed van.

(27)

-

24

-

SBMENVATTING

D e laatste jaren wordt er per jaar ongeveer 80 miljoen liter graan-

spoeling en 50 miljoen liter myceliwnspoeling geproduceerd. Door de strengere milieuvoorschriften en de zwaardere zuiveringslasten wordt steeds meer ge-

tracht alle spoeling als diervoeder af te zetten. D e graanspoeling werd altijd voor een groot deel geleverd aan dicht bij de fabriek gelegen "afmelkbedrij- ven". Door toename van de spoelingproductie, vermindering van het aantal

afmelkbedrijven en de sterk stijgende transportkosten zoekt men naar bedrijfs- typen die het gehele jaar dagelijks een grote hoeveelheid spoeling kunnen vervoederen. Hiervoor zouden vooral de grotere vleesstierenbedrijven met een wat gespreide afzet van stieren in aanmerkig kunnen komen. Om n a te kunnen gaan of het verstrekken van verschillende soorten spoeling aan vleesstieren perspectief biedt, zijn in samenwerking met Gist Brocades NV te Delft waar- nemingen gedaan op een praktijkbedrijf. Hiervoor werd een bedrijf uitgezocht dat beschikte over een aangepaste voergoot voor het voeren van de spoeling.

Voor de proef met graanspoeling waren er

400

stieren beschikbaar, voor de

myceliwnproef ca. 100 stieren. D e belangrijkste resultaten zijn als volgt:

De hoeveelheid spoeling die wordt opgenomen hangt samen met het gewicht en de leeftijd van de stieren.

D e graanspoeling wordt vlotter opgenomen (smakelijk) dan de aange-

zuurde mycel iwnspoel ing.

Beide soorten dienen voor een goede opname warm en vers te worden vervoederd.

-

Uit de monsters die zijn genomen bleek dat het droge-stofgehalte van

de graanspoeling (gemiddeld

6,l

%

ds) nogal wisselde. Sinds

1979

kan

men rekenen op een kleinere variatie in het droge-stofgehalte met een

minimum van 7,O

%.

Voor myceliwnspoeling was de variatie veel kleiner

(gemiddeld ca. 10

%

ds)

.

-

Door zware stieren werd tot

60

liter graanspoeling of ca.

75

liter

myceliwnspoeling per dag opgenomen (verschillend droge-stofgehalte).

Naast graanspoeling (10

%

van het lichaamsgewicht) behoefde geen

drinkwater te worden verstrekt. Bij myceliumspoeling moet absoluut wel drinkwater verstrekt worden.

D e myceliwnspoeling wordt om de bewaarbaarheid te verbeteren, aangezuurd

met zoutzuur tot een p13 van 4,O. Om pensacidose (te lage p ~ ) in de

pens te voorkomen werd dagelijks ca. 100 gram geslibd krijt per dier

verstrekt.

D e gemiddelde groei van

400

stieren gevoerdmet graanspoeling was 1041

gram per stier per dag, Voor

61

stieren met myceliumspoeling was de

(28)

-

U i t t u s s e n t i j d s e w e g i n g e n b l e e k d a t d e s t i e r e n m i n i m a a l e e n l e v e n d g e - w i c h t v a n 150 k g m o e t e n h e b b e n v o o r d a t e e n b e h o o r l i j k e h o e v e e l h e i d s p o e l i n g w o r d t opgenomen e n e e n g o e d e g r o e i k a n worden v e r w a c h t . L i c h t e o f j o n g e s t i e r e n v e r d r a g e n d e s p o e l i n g m i n d e r g o e d , h e t i s h e t b e s t e a l l e e n a l s g e w e n n i n g s p o e l i n g a a n d e z e s t i e r e n t e v e r s t r e k k e n .

-

B i j v o e d e r i n g v a n d e maximale h o e v e e l h e i d s p o e l i n g d i e n t men e r s t e r k op t e l e t t e n d a t h e t t o t a l e r a n t s o e n v o l d o e n d e s t r u c t u u r h o u d e n d m a t e r i a a l b l i j f t b e v a t t e n .

-

Zowel g r a a n - a l s m y c e l i u m s p o e l i n g p a s t d o o r d e h o g e v e r t e e r b a a r ruw e i w i t g e h a l t e s e n d e h o g e e n e r g i e w a a r d e ( V E V I ) g o e d i n e e n r a n t s o e n met o n b e p e r k t s n i j m a i s k u i l e n l h 2 k g e i w i t a r m k r a c h t v o e r . E f f i c i e n t t r a n s p o r t v r a a g t g r o t e afname p e r b e d r i j f .

(29)

L a s t y e a r s i n t h e N e t h e r l a n d s y e a r l y 80 m i l l i o n l i t r e s s p e n t g r a i n s and 50 m i l l i o n l i t r e s s p e n t mycelium i s produced. Because of more s e v e r e e n v i r o n m e n t a l c o n t r o l and h e a v i e r c o s t s f o r sewage t r e a t m e n t , i t i s a t t e m p t e d t o u t i l i z e a l 1 t h e produced s p e n t g r a i n s and mycelium f o r f e e d i n g p u r p o s e s . B e f o r e , most of s p e n t g r a i n s was d e l i v e r e d t o f a r m s n e a r by t h e f a c t o r y . T h i s farms used i t f o r f i n i s h i n g d a i r y cows f o r s l a u g h t e r . Both a d e c r e a s e i n n m b e r of farms w i t h system of m i l k i n g and f a t t e n i n g and an i n c r e a s e of p r o d u c t i o n of s p e n t g r a i n s and mycelium t o g e t h e r w i t h h i g h e r c o s t s f o r t r a n s p o r t r a i s e d t h e q u e s t i o n which t y p e of farms a r e s u i t e d t o r e g u l a r l y u t i l i z e a b i g q u a n t i t y of s p e n t g r a i n s . E s p e c i a l l y b i g g e r b e e f b u l l farms w i t h a s p r e a d e d d e l i v e r y of f a t t e n e d s t o c k should be s u i t a b l e f o r t h i s aim. F e e d i n g of s p e n t g r a i n s and mycelium t o b e e f b u l l s was i n v e s t i g a t e d . I n cooper- a t i o n w i t h a p r o d u c e r of s p e n t g r a i n s and mycelium, G i s t Brocades NV i n

D e l f t , o b s e r v a t i o n s have been made on a p r a c t i c a 1 farm. On t h i s farm t h e f e e d i n g g u t t e r s i n t h e s t a b l e s have been a d j u s t e d f o r f e e d i n g s p e n t g r a i n s and mycelium.

The experiment w i t h s p e n t g r a i n s was c a r r i e d o u t w i t h 200 b e e f b u l l s . F o r t h e experiment w i t h s p e n t mycelium 100 b e e f b u l l s were a v a i l a b l e .

The most i m p o r t a n t r e s u l t s a r e a s f o l l o w s :

I n t a k e of s p e n t g r a i n s o r mycelium i s c o r r e l a t e d t o weight and age of t h e b u l l s .

Spent g r a i n s i s more t a s t e f u l a n d t h e r e f o r b e t t e r consumed t h a n a c i - d u l a t e d s p e n t mycelium.

F o r a h i g h i n t a k e i t i s p r e f e r a b l e t o f e e d s p e n t g r a i n s o r mycelium i n a warm and f r e s h c o n d i t i o n .

Samples showed t h a t DM c o n t e n t s of s p e n t g r a i n s d i f f e r a l o t ( a v e r a g e 6 , 1

%

D M ) . S i n c e 1979 v a r i a t i o n of DM c o n t e n t i s l e s s and G i s t Brocades q u a r a n t e e s a minimum of

7 , O

%.

Dry m a t t e r c o n t e n t s of s p e n t mycelium v a r i e s l e s s , a v e r a g e i s 10

%

DM.

Heavy b u l l s consume u n t i l 60 l i t r e s s p e n t g r a i n s o r about

55

l i t r e s s p e n t mycelium a day.

Spent g r a i n s meets t h e r e q u i r e m e n t of d r i n k i n g w a t e r . When f e e d i n g s p e n t mycelium a s u p p l e m e n t a l amount of w a t e r i s d e f i n i t e l y needed.

Spent mycelium i s a c i d u l a t e d w i t h h y d r o c h l o r i c a c i d u n t i l a pH 4 , 0 i o r c o n s e r v a t i o n .

To p r e v e n t rumen a c i d o s i s ( t 0 0 low pH i n rumen) 100 grammes of chalk

i s g i v e n d a i l y t o each b u l l .

(30)

1041 grammes, The a v e r a g e d a i l y g r o w t h o f

61

b u l l s f a t t e n e d w i t h s p e n t mycelium was 1020 grammes.

To o b t a i n a n a c c e p t a b l e i n t a k e o f s p e n t g r a i n s o r mycelium and a r e s u l t i n g good g r o w t h b u l l s s h o u l d h a v e a c h i e v e d a w e i g h t o f 150 k g , S m a l l o r young b u l l s do n o t t o l e r a t e s p e n t g r a i n s o r mycelium a s w e l 1 a s o l d e r b u l l s . I t i s p r e f e r a b l e t 0 f e e d young b u l l s o n l y j u s t enough t o g e t u s e d t o i t . W e n f e e d i n g a maximum q u a n t i t y o f s p e n t g r a i n s o r mycelium a t t e n t i o n h a s t o b e p a i d t o t h e c r u d e f i b r e c o n t e n - t o f t h e t o - t a l r a t i o n .

-

B o t h s p e n t g r a i n s and s p e n t mycelium h a v e a h i g h c o n t e n t o f d i g e s t a b l e c r u d e p r o t e i n . T h e r e f o r i t f i t s good i n a r a t i o n w i t h a d l i b m a i z e s i l a g e and one o r two k g c o n c e n t r a t e s low i n p r o t e r n .

CVB

-

C e n t r a l B u r e a u f o r L i v e s t o c k f e e d i n g EVV€)= I n s t i t u t e f o r L i v e s t o c k F e e d i n g and N u t r i t i o n B e s e r a c h l kVEVI

-

1000 VEVI ( n e t e n e r g y f o r b e e f p r o d u c t i o n ) l VEV1 =

1,65

k c a l =

1,65

x

4,1868

k J Example = i f l k g DM o f m a i z e s i l a g e c o n t a i n s

1551

k c a l n e t e n e r g y f o r b e e f p r o d u c t i o n , t h i s p r o d u c t c o n t a i n s

1551

=

940

VEV1 p e r k g DM

1965

RIKILT = S t a t e i n s t i t u t e f o r q u a l i t y c o n t r o l o f a g r i c u l t u r a l p r o d u c t s .

(31)

LITERATUUR

Klinische

Die klinische Untersuchung des Rindes/hrsg. von Gustav Rosenberger:

unter Mitarbeit von Gerrit Dirksen..

.

(et al. ) .

-

2. völlig neubearb.

und erw. Aufl,

-

Berlin (etc.): Parey,

1977

p.

151-.

Veevoedertabel

Veevoedertabel.: gegevens over voederwaarde, verteerbaarh.eid en samen-

stelling/~entraal Veevoederbureau.

-

Lelystad: CvB,

1977.

De verteerbaarheid van een myceliwnprodukt voor varkens en hamels/

E.J, van Weerden, J. EIuisman.

-

Wageningen: Stichting ILOB, Instituut voor

diervoedingsonderzoek,

1977.

-

( ~ a ~ ~ 0 r - t ILOB;

417).

M.yceliumspoeling als voedermiddel voor herkauwers, Lelystad. Rappor-k

(32)

r-! n, O R m

2

cd k b0 4.' a) ,L!

ss

d E: .#-i Q) r-l u, -7.- Pc\ .;i- U\ \,C! LC C> C3 r- CU %f i C\ i r-+ OC>C'>.í>C>OC3 r-r-- OCI(3 .rit$ (13 \~\...,,,\\\'.,.~.\'\ \, d- d r-. V) rc, 0 nj -:f' N LCiP-, (DG) <U r- . C\J N h7 T-

(33)

Gewichten stieren myceliumproef (kg) Groep A

Stiernr. Periode Aantal dagen Weegdata .- Groei per

16/10 26/11 16/1 12/3 25/5 2 5 / 6 a f z e t d f e r per

dag (g)

Gemiddeld gewieht Gemiddelde groei (g)

Bijlage 3 Gewicht stieren mycelimproef (kg) Groep B

Stiernr, Periode Aantal dagen Weegdata Groei per

16/10 26/11 16/1 12/3 2/5 25/6 afzet dier per dag (g)

Gemiddeld gewicht 4 5 0 1

59

2 1 3 2 6 5 3 2 7 387 4 3 4 6 0 8

(34)

Begin- en eindgewichten stieren (kg), groep A (myceliumspoeling)

Stiernr. Begin- Aantal dagen Gemiddelde groei per

(35)

Begin- en eindgewichten stieren (kg) groep B (myceliumspoeling)

Stiernr. Begin- Aantal dagen Gemiddelde gror

gewicht

Gewicht Datum per dier per di

I 6/1

o

(36)
(37)
(38)

. i -

..

I " . . <

, . _

, .

. '

m

wu

TQPVR~~~HEWEN

. . WPC)RPEN ,

~' + . .

. . . -. ..

.

. fiurq~!&aukiis in FRMB.~VWBI~+ "en

êeji

st~ale1tei~;~~71. - ' " :

L

-Mr.

2: Prwf m e t p r o ~ n g i y c b prefentisf middeltegen skpe~deme!kztekte. Lr-A. B. Meijer e.a, 1.812.

:'

"er.

3.' Ciiw6iab x F ~ - s t i $ e r i ~ b ~ v k w p r ~ u k t l e ~ tf. WA.. Hamsen, 1972.

)Jr.;, q. 7ylmprbduktbin Engelah$. k.

y

L. H a m B n e+, 19Zj. ' . "

&c'

S, .~ij,v'9;dlngrq mellc3EEte: In o~ isleid?. -ej-qo~(ecn~ ml 1922,

,a .N<' .8i. Ulfreat!!qgifti~hg @ij,rundbee als geyolgQan hogenltre9tgèhaï&ì~ grmlandprbdukten., W. ~ j l l ~ k s e n

s ' . - iilg.,1,872, ' ,

.I

.-

, .

. -

_, . -

-

. .f!&., 7, I h ~ p x 3 van herinraai en st4htro.f @p de~phrdhgst eape&@ti1ani$e~~-58hwte111rr~ van drasland. G. Krist,

: . S 2 1 , . . > - .

.

Nr..: B. . ~&viu&ivAnhet s ~ l t X P q , b p ~ e O w e i & ~ l ~ a H. E. ~ s m s e i r ~ e . . d . , : i ~

, '

@r.

yai Wt \ranm%~~~e@Ien tqen-het w@ef rt~hod~rnrs $Fes in gtpibnd.*l. J,~Wefdrlng, 1972. . :'J e ' '

Nr. 19%

BiIv6er9n van k+~~f'ai~6i.widOnd-rne1kme in bet n Jaar: J. xldd Geneibv, Ing., 1972.

..,

.+. .=I S ? .

-.

Hr..%7:'

:lQwq

o p s l ~ g ~ b n ~ e $ n g v a n snYjnais;En Noord-ltatfe. DF."Ir. Bi, G M BOsnryQ e.a, 1973. . q - - l. .*f %C

< . b , , z ,

'W. 1 2 ~ u ~ ~ p r o d u k t E g I ' ~ ' N ~ & ~ ~ i ~ tr:Y$ L, Wadsen e.a, tQTO,

-

-

.

- x - , -F%?

r.

l& ~ e l h e e in nazomer m ~ d t ' i " s i i a c h ~ q p s t a ~ J. W. F, I-lijïrìks;a, i$%. - ; f & *

Rr;,I4.- Het a?hryikvat.de oqpíí!~c?n de.rg6idWTìbudrrii. Ir, W. ~moadjetus, e,a., 3973. . &F: l b. >Bla&ht& ma@n van pnge $tbr@. 4 E. Harmsgn, 197% . r

.

kg'., IWm-van miereuigiq dq apniimt4

em k"ilv6r doorpinl(ep;lr.

S. 8oht&k~ni e.+, 197$. 7 .

Nr. f f. 'Verliezen bij hhefiniruil~'v~nbi~@n&a~es.~I.~i~.-&. G,Hengeb/rld; 117%. *'. l :' .'

:.

. NF. 1s. Snilmais n,& rurrdveevp&@njg tn Frankdjli.

nf

6t3stmU~rp e a , iw3. I I

M.

lp, V l ~ ~ p r ~ d i r k t l b met ii&e&~fGle~eáhen,:Ir.-ul,. L'Hamrssn .Ia, $924.: b

, NL 20. Voedhg I n melkvee rndw&nfg,tu&w. Ing, 7j.~Bo&m, 1974. : a

L lNrc 21. Oogst; oëishg en vaqdedng yazi&rttjnorris, W e r f c q r ~ ~ ~ 'l874. , '

'.

t

- . NF.

s

:rSc~nh~de7(fi~GWt-BrtttinniP. t P. ~.Toke.+..l+q.

..

- e

ML

23. Mwrbps%ijflfing met he&YGJden inj,orig gre,slqm$ &j lëìg6~mpqatoretri. 1ngi.L. RoozebQom B.a,. 1974, ' f.&-

rst~,B.~ ~dnderroek iunWIesspraduktie~ln WwtQwifsIand. k.

#&

+km&ne.a, 1974. . f % -

: W, %. R~agctfe Yan meìkvee+apYyxlwing het gedroo@+~n g w r s t r w k l Ity. J. va? @eneijgen &+., $974. f 4%- Nr. 26. Zelfwedering van sniirnaiskul. vergeYtjKínrg m-t4ndeiia voed4~S'ystflen: wrska, 1W4.

.Nr. 27. Vqdering ven jmm vlew+stier6a met vers iq-5 en kra.ohtvwÍ'. 1hg;J-t E, Hamsen e,&, 1974. r *

. ' .Nr. S. DB nindveehouderi]ln leiland. lB74-

Nr. 2$. ~l&riissynthese&tidiz6ek'i~ ae ~ u n ~ u e ~ h o ü c t ~ , @B.

Nr. 30. ' Ruravdersvoor rundweeiriNederland. ~mdUktik.hand~l, gebrik. j. D,Jmse, l&.

NF. 31. IF)V-fC)Bbvan gropábeWing bp hedrig-id blijwdqrasknd.. Ing. J: J:;WoltYering, 1975. f 5;- . Mr. 32. Periodieke herimaai yan gras1anCI h e g i e p emondigpe grondbepet$cins..& J.JfJcildring, 1975. L x f S,

-

W. 33. Stikwfbgmestingap gfaland in hetvwriaar. 1ng:J: J. Woldfqg; 1975.. . .. , , .Mr. 84. Grete~lkveegeclr~jven in~Canhda en de Ver6nigdqSt&en. Ir. P. J. M $hijders, 19E.

Nr; 35. Idlrred vaTi herin2'aalsi stikstof up &e opbreng& een de b & t w i j ~ sa'lj.nsfelling van grasland, Ing.

J. J: ?&dring, 36)75. . + . . i .

Nr. 36: O p s l a g v f u i . v o a r d ~ ~ ~ i I Bn anfjmaispp rnalkv&Q6drkjweñk~@ 20 h&.'bg.'~. Rldder, 1975.

Nr. 37< Nltfyt en rninera~eng@haIkm.van verse eri.inqekdlíkte smiijma,is rne$een*rware c)tganische bemesting.

lgg..M. van Dljke.a, 18-L f

NS. S, p-giften drufmest 6p snijrnaia Ing. W. WFllemsen, i~75.

W. 39.-

.

Herinaai kan graskand. g er ski vanmgelljkend ondenoek ?e% verschillende methoden van herinzaai

hoge periode 1971 tlm 1974. Ir* W. Lutenaa., januari 1976, .L

r

.

Bestrljdiqg van rringwoi.rnbfj rundvee. Beproeving natarflyqlrie. Ds. R. Kommerij, luni 1976. " f 5 , -

Mr. 4f. &t vem2~kkennvan krachtvoer in ligboxertSt8l~efl. Verslag &aan mrI werkgroep, juli 1916. i

Nr. 4 2

.

Invloed van vefdperiqen helheid van nadragen o p de opname van haol door melkvee. Ing. A. G. Hen. gemtd, j w l i 3916,

- 43.' Gabombineerde inkuit- en opdarnepraef met pakatafval, bostel ien bostitpafatmix, Ing. Ti. Boxern en

-

-

Ing. A. G. H m ~ f d ~ juIr 1976, f ,

*. Nr. 44. Broodkuil, sllfsilo sf torensNq vooropslm vanvootöraogkúil. ~ersiag"&n een werkgroep, septmber 1976, f 5,

-

NE +j., Autqatiserlng bij'de voecferlng van vleesk-ah<eren.'Verslag van een wefkgroe~~ december 1976. f 5,-

'Nr. 46. Heritmgti van graslandin ujtewaarden. Ing. W:WiEiemsen, december $976.

. Nr, 47, Hetefliect van meaien'met maahbalk en cirkelmaaier bij verscMIIende stoppel4ngten en maaistadia op

r de ~.l+fehgden botanìsc~e samenstelling van grasiafld. Ing. Li Ro~zeLxm~e.a, december 1976. f 5,- Nr. &. MplkveehgwiSgtij en natuucbshoud. Ctudii i n samenwerking met de,6oltu,urtechnische Dienst, Ing. H.

* "

vander Sttatsq en A. wan Kekem-Stdffelen, februari 1 0 7 . f 5,-

Nr.

6:

Droge-stof~rUwen ujdens de velijpeiiode,'lng. J. Overvest, april 1977, s

Nr. .N. 'koppeling megmntrdWacShWeraduisering, Ir. R. Raterink, septfhber 1977. g

Mr, 51. Div~waspeeterI van hamfen yan voorg8droogd gras. Ing. A. G:H~ngeveld, augustus 1977.

.Nr,

%z.

Hergroeivertfaging tijckns develdperiatei InQ. J. O V + ~ S ~ , okfober 1977. f 5,-

- - Nr. M. Beregening

'w

nieikwp3bdrijren, k J: Doombas e;a,.dktober 1977. , * . t

v .

:Nr. 54. BeSMjdlng wan strakttg-gs /n grasland. ing. GRoozeboom, nbvernbeilSir7. f 5,-

-

--

Nr:Sfj. Onderzoek naar m~gelijkbden e n éen bverdebedrijf van 20 ha. Verslag studregroep, december 1877. i

W,

w.

Pinkpn op alfktén ruw#oer. Ing. Tj:Boxsm, jurri 14376.

-

a

: W . 57. ~ o n a n ' v o d r de v~edervo~rzlening. H. Wieling e.a., okwber 1977;- . t e -

, .qr.'M. Vergelijking tussen Llrbousirr x FH-kruislinwn sn FH- en MRU-stieren. A. Wester%e.a, nbvembsr 1978. f

W. 59.. Twee kracht?oemfveaus xoor vlees~tieren~mrtt verschil iwaanleg voor de vleesproduktie. A. Westera en

' lng, H- E, Harnisen, november 1978. f S.-

Nr. @. ..CalclOrnpoedersen melkziekte bij melkkoeien. Drs. J. W.-Selnhor@i, janwri 1976. . K . , 0 .

(39)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Previous total PSA readings were around 4.0, so 0.47 should have struck them as odd.) The specialist urologist who cared for my husband throughout his illness stated that the

Omdat er echter geen E-horizont is aangetroffen in de profielkolommen op het zuidelijk deel van het terrein en de aangetroffen bodems heel fragmentarisch zijn, kan moeilijk iets

pf KASIII. J., Structural modification of pantothenamides counteracts degradation by pantetheinase and improves antiplasmodial activity. ACS Medicinal Chemistry Letters,

Figuur 10 toont een illustratief verloop voor het specifiek volume v ( = l / p ) van een thermoplas- tische kunststof als functie van druk en temperatuur1. Het

Deze studietaak gaat over fase 2.b van het methodisch werken met het zorgleefplan: je gaat een beschrijving maken van wat voor mijnheer Du Pont belangrijk is in vier domeinen.

Van de beide volgende vraagstukken, mag NIET meer dan één vraagstuk worden ingeleverd..

De modernisering van schaal, sturing en samenhang kunnen we ook onder één noemer vatten: op zoek naar de menselijke maat in de publieke sector.. De RMO zou natuurlijk ook woorden

voeraankoop (ruwvoer en krachtvoer) en kosten voor loonwerk. Daarmee waren de economische resultaten erg afhankelijk van de het prijsniveau voor voer en de tarieven voor loonwerk.