• No results found

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem Leopoldsburg - Boskantstraat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie met ingreep in de bodem Leopoldsburg - Boskantstraat"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A

RCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM

L

EOPOLDSBURG

-

B

OSKANTSTRAAT

J.

C

LAESEN

,

B.

V

AN

G

ENECHTEN

,

G.

V

ERBEELEN

&

J.

W

IJNEN

O

KTOBER

2015

ARCHEBO-RAPPORT 2015/024

(2)

C

OLOFON

Opgraving Prospectie

Vergunningsnummer: 2015/460

Datum aanvraag: 01/10/2015

Naam aanvrager: Jan Claesen

Naam site: Leopoldsburg - Boskantstraat

Project

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem – Leopoldsburg - Boskantstraat.

Opdrachtgever VMSW Koloniënstraat 40 1000 Brussel Opdrachtnemer ARCHEBO bvba +32 (0)499/24.65.89 Merelnest 5 info@archebo.be B-3470 Kortenaken, België BE 0834.280.172 Projectuitvoering

Jan Claesen, ARCHEBO bvba Ben Van Genechten, ARCHEBO bvba Giel Verbeelen, ARCHEBO bvba Jeroen Wijnen, Land!

ARCHEBO-rapport 2015/024 ISSN 2034-5615

© 2015 ARCHEBO bvba

ARCHEBO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of aangepast worden, opgeslagen worden in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt worden in enige vorm of wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie of enige andere wijze, zonder voorafgaandelijke toestemming van de opdrachtgever.

(3)

Inhoud

ADMINISTRATIEVE FICHE ... i

1. INLEIDING ... 1

2. PROJECTBESCHRIJVING ... 1

3. SITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED ... 2

4. BODEMKUNDIGE SITUERING EN EVALUATIE ... 3

5. GEPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ... 10

6. ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING ... 10

7. METHODE ... 13

8. RESULTATEN PROEFSLEUVEN ... 13

8.1. ARCHEOLOGISCHE NIVEAUS ... 13

8.2. ARCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN ... 13

8.3. ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN ... 16

9. EVALUATIE, WAARDERING EN AANBEVELINGEN ... 17

9.1. Evaluatie en beantwoording onderzoeksvragen ... 17

9.2. Waardering ... 19

9.3. Aanbevelingen ... 19

10. BIBLIOGRAFIE ... 19

(4)

A

DMINISTRATIEVE FICHE

Opdrachtgever VMSW

Uitvoerder ARCHEBO bvba

Vergunninghouder Jan Claesen

Bewaarplaats archief VMSW

Bewaarplaats vondsten VMSW

Vergunningsnummer 2015/460

Projectcode LEBO

Vindplaatsnaam Leopoldsburg, Boskantstraat

Locatie Provincie Limburg

Gemeente Leopoldsburg Deelgemeente Leopoldsburg Plaats Boskantstraat Lambertcoördinaten A x 212542 Y 199767 B x 212700 Y 199755 C x 212720 Y 199561 D x 212535 Y 199446

Kadaster (CadGIS 2015) Afd.1, sec. B percelen : 6G2, 7W, 8L, 8M (partim), 18G5, 18H5, 18K5, 18L5, 18N5, 21V, 26/2A (partim), 26M (partim).

Kaart onderzoeksgebied

A B

C

(5)

Begin- en einddatum terreinwerk 28/10/2014 – 4/11/2015 Grootte projectgebied 48536 m²

Grootte onderzoekbaar gebied 35910 m² Grootte onderzochte oppervlakte 3734 m²

(6)

1. I

NLEIDING

Binnen de stedenbouwkundige vergunning voor een verkaveling werd een archeologische prospectie met ingreep in de bodem opgelegd door het Agentschap Onroerend Erfgoed aan de bouwheer. De opdracht werd door de bouwheer, VMSW , toegekend aan ARCHEBO bvba op 28 augustus 2015. De prospectievergunning werd afgeleverd op 8 oktober 2015.

Dit document vormt het eindrapport van deze opdracht.

2. P

ROJECTBESCHRIJVING

Doel van het archeologisch vooronderzoek is een archeologische evaluatie van het terrein. Dit houdt in dat het archeologisch erfgoed opgespoord, geregistreerd, gedetermineerd en gewaardeerd wordt en dat de potentiële impact van de geplande werken op de archeologische resten wordt bepaald. Onderdeel van de evaluatie is dat er mogelijkheden gezocht worden om in situbehoud te bewerkstelligen en, indien dit niet kan, er aanbevelingen worden geformuleerd voor vervolgonderzoek (ruimtelijke afbakening, diepteligging, strategie, doorlooptijd, te voorziene natuurwetenschappelijke onderzoeken en conservatietechnieken, voorstel onderzoeksvragen). Het doel van het proefsleuvenonderzoek is de detectie van sites met bodemsporen. Hierbij moeten minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord worden:

- Welke zijn de waargenomen horizonten in de bodem, beschrijving + duiding? - In hoeverre is de bodemopbouw intact?

- Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden? - Zijn er tekenen van erosie?

- Is er sprake van een of meerdere begraven bodems?

- Zijn er sporen aanwezig? Zo ja, geef een beknopte omschrijving. - Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

- Hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren? - Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Kan op basis van het sporenbestand in de proefsleuven een uitspraak worden gedaan over de aard en omvang van occupatie?

- Zijn er indicaties (greppels, grachten, lineaire paalzettingen, …) die kunnen wijzen op een inrichting van een erf/nederzetting?

- Zijn er indicaties voor de aanwezigheid van funeraire contexten? Zo ja;  Hoeveel niveaus zijn er te onderscheiden?

 Wat is de omvang?

 Komen er oversnijdingen voor?

 Wat is het, geschatte, aantal individuen?

- Kunnen de sporen gelinkt worden aan nabijgelegen archeologisch vindplaatsen? - Wat is de relatie tussen de bodem en de archeologische sporen?

- Wat is de relatie tussen de bodem en de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, …)?

- Is er een bodemkundige verklaring voor de partiële afwezigheid van archeologische sporen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

- Kunnen archeologische vindplaatsen in tijd, ruimte en functie afgebakend worden (incl. de argumentatie)?

(7)

- Wat is de waarde van elke vastgestelde archeologische vindplaats?

- Wat is de potentiële impact van de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de waardevolle archeologische vindplaatsen?

- Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling en die niet in situ bewaard kunnen blijven:

o Wat is de ruimtelijke afbakening (in drie dimensies) van de zones voor vervolgonderzoek?

o Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht, zowel vanuit methodologie als aanpak voor het vervolgonderzoek?

- Welke vraagstellingen zijn voor vervolgonderzoek relevant?

- Zijn er voor de beantwoording van deze vraagstellingen natuurwetenschappelijke onderzoeken nodig? Zo ja, welke type staalnames zijn hiervoor noodzakelijk en in welke hoeveelheid?

De opgeleverde eindproducten omvatten (in overeenstemming met de BVS):

 Het eindrapport

 Het werkputinplantingsplan

 Sporenplannen

 Het onderzoeksarchief, met onder meer:

 Inventarislijsten vondsten, sporenbeschrijving, plannen/tekeningen, foto’s  Dagboek

 Rapport

 Foto’s, plannen/tekeningen, profieltekeningen en beschrijvingen  Vondsten

3. S

ITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Het projectgebied bevindt zich ten zuiden van het centrum van Leopoldsburg. In het noorden wordt het terrein begrensd door de Eikendreef. Ten oosten en ten noordwesten van de site lopen respectievelijk de Corspelsestraat en de Kolibriestraat. Ten zuiden van het terrein loopt de Boskantstraat. Kadastraal van het terrein onder afdeling 1, sectie B, percelen 6G2, 7W, 8L, 8M (partim), 18G5, 18H5, 18K5, 18L5, 18N5, 21V, 26/2A (partim) & 26M (partim).

(8)

4. B

ODEMKUNDIGE SITUERING EN EVALUATIE

Het terrein kent op de bodemkaart de volgende karteringen:

Zcg: Matig droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B-horizont.

w-Zdg: Matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B-horizont met klei-zand op geringe of matige diepte.

Figuur 2: Uittreksel bodemkaart met aanduiding van het projectgebied in rood (DOV, 2015).

Landschapsgeschiedenis & bodem

Leopoldsburg is gelegen op het westelijk deel van het Kempisch Plateau.1 Het plangebied ligt op een dalhelling van het beekdal van de Grote Beek en behoort tot het Grote Netebekken.

1Beerten, 2006, 7.

(9)

De tertiaire ondergrond bevindt zich in de omgeving van het onderzoeksgebied binnen 2,5 m diepte. Onder een afdekking van voornamelijk eolische afzettingen uit het Quartair, dagzomen de afzettingen van de Formatie van Diest. Deze bestaan uit glauconietrijke, matig grove zanden (het Glauconietzand van Diest), die omdat ze zwak kleiig zijn steeds enigszins kleverig zijn.2 Aan de top van deze afzettingen komen veelvuldig violette kleilaagjes voor. In ontsluiting worden ze gekenmerkt door banken met een schuine (gekruiste) gelaagdheid en wisselende grofkorreligheid omdat ze in zee zijn afgezet als zandbanken onder sterke getijdenstromen. Het Glauconietzand van Diest is afgezet aan het eind van het Mioceen (6 à 7 miljoen jaar geleden) in een diepe geul van een open baai. Afhankelijk van verwering zijn de Glauconietzanden van Diest groen of bruin van kleur. Het glauconiet (een groen gekleurd ijzer-aluminium silicaat) is vaak verweerd tot roestkleurige ijzerzanden met ijzerzandsteenbanken. De ijzerzandsteen werd vroeger ontgonnen als bouwsteen. Volgens de profieltypenkaart is het Tertiair afgedekt met een dek van eolische afzettingen van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen) en/of het Saaliaan (Midden-Pleistoceen) en/of hellingafzettingen van het Quartair (ELPw-MPs en/of HQ).

Volgens de quartair-geologische profieltypenkaart van Mol bestaan de quartaire afzettingen uit fijne zwak lemige, kwartshoudende geel –en geelgrijze dekzanden van de Formatie van Wildert.3 De eolische afzettingen (dekzanden) van de Formatie van Wildert zijn onder periglaciale omstandigheden afgezet gedurende de Pleniglaciale periode (Brabantiaan) van de laatste ijstijd (Weichseliaan).4

Na de overgang Pleistoceen/Holoceen kon de vegetatie zich herstellen, waardoor er een meer uitgesproken bodemvorming kon optreden. Afhankelijk van de bodemvruchtbaarheid en waterhuishouding ging de bodem verbruinen, dan wel podzoleren of bij een nattere bodem de vorming van een humushoudende ondergrond met verschijnselen behorend bij een fluctuerende grondwaterspiegel zoals uitgesproken roestvlekken of ijzerconcreties. Met de introductie van de landbouw vanaf het Neolithicum begon de mens het landschap intensiever te gebruiken. Door het

2Gullentops en Vanderberghe, 1996, 25.

3 Databank Ondergrond Vlaanderen, Beerten, 2006, 15. 4 Frederickx en Gouwy, 1996, 21, Beerten, 2005, 26 en 29.

(10)

landbouwkundig gebruik trad er voor een deel ook verschraling en degradatie van de bodem op, waardoor veel voormalige bouwlanden zich ontwikkelden tot woeste gronden. Vooral in de periode rond de IJzertijd zijn veel gronden verlaten door hun bewoners. Vanaf de Late Middeleeuwen konden zich in de zandgebieden plaggenbodems vormen door de bemesting van plaggenmest. De plaggenbemesting was beperkt tot de zandgronden die geschikt waren voor landbouwkundig gebruik, waar een bemesting voor een betere opbrengst zorgde. Er zijn aanwijzingen dat de eerste wijd verbreidde plaggenophogingen in de Limburgse Kempen in de 14de/15de eeuw zijn begonnen, toen de Vlaamse steden opkwamen.5

Bodemkundig wordt de omgeving het onderzoeksgebied gekenmerkt door de bodemseries w-Zdg in het noordelijk deel en Zcg in het zuidelijk deel. Een w-Zdg is matig natte zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont met een zand-kleisubstraat op geringe of matige diepte (20 tot 125 cm). Bij deze matig natte bodem kan roest op 40 tot 60 cm diepte worden aangetroffen. Een Zcg is een matig droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont, waar roest op 60 tot 90 cm diepte kan worden aangetroffen.6 Zcg is geschikt voor de akkerbouw van weinig eisende gewassen. De w-Zdg is echter geschikt voor veeleisende gewassen zoals voederbieten, klaver, tarwe, gerst, zomergranen, koolgewassen en rapen. Wel is w-Zdg ’s winters overdreven nat. 7

5 Hiddink en Renes 2007, 141-142, Verspay 2010, 10, Spek, 2004, 965.

6 Baeyens, 1975, 29. 7 Baeyens, 1975, 39-40.

(11)

Binnen de WRB Reference Soil Group behoren de bodemtypen Zcg en w-Zdg respectievelijk tot de Albic Podzols (Arenic) en Gleyic Podzols (Arenic, Abruptic). De Albic Podzols (Arenic) en Gleyic Podzols (Arenic, Abruptic) staat op de Bodemkaart volgens de WRB Reference Soil Groups respectievelijk aangegeven met ab en gl. Volgens de classificatie van de WRB-bodemseries van de Reference Soil Group is bij een bodemtype dat Abruptic is sprake van een sterke, plotse kleitoename of is er sprake van een leemlaag op < 100 cm diepte (Abruptic). In beide gevallen gaat het om een Arenic bodemtype, wat wil zeggen dat het zandgronden zijn. Albic verwijst naar het grijsachtig of witachtig materiaal waar organische stof en vrije ijzeroxiden uitgeloogd zijn.8

De stratigrafie van het terrein: bodemkundig onderzoek

Het moedermateriaal van de bodems is heel fijn, goed gesorteerd eolisch dekzand (Formatie van Wildert). Uitgaande van een onverstoorde bodemopbouw kan het terrein worden onderverdeeld in twee bodemtypen. Op grofweg het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied zouden matig natte zandbodems met duidelijke ijzer en/of humus B horizont met een zand-kleisubstraat op geringe of matige diepte (20 tot 125 cm) moeten voorkomen w-Zdg (Gleyic Podzols). Op grofweg het noordelijk deel zouden Zcg matig droge zandbodems met een duidelijke ijzer en/of humus B horizont, waar roest op 60 tot 90 cm diepte kan worden aangetroffen moeten voorkomen (Albic Podzols). De oorspronkelijke verdeling van bodemtypen zoals deze in het veld kon worden waargenomen komt goed overeen met de bodemkaart. Omdat de werkputten niet tot in het zand-kleisubstraat (of leemlaag) is aangelegd, is deze ook niet aangetroffen. Wel moet deze in de ondergrond aanwezig zijn. In de profielkolom 1 van werkput 1 is namelijk een greppel aangesneden met een leemvulling (oranjebruine leembrokken vermengt met donker grijsbruin, zwak humeus, zeer fijn, zwak siltig zand met gebleekte korrels). In werkput 7 is een redelijk intact bodemprofiel (profiel 1) aangetroffen dat illustratief is voor het bodemtype w-Zdg, waarbij een humus B horizont (Bh-horizont) en Bhs-horizont

(12)

werd aangetroffen, maar waar de ijzer B horizont (Bs-horizont) ontbrak. Op het noordelijk deel van het terrein zijn zowel (de resten van) een Bs-horizont (al dan niet met een Bhs-horizont) en Bh-horizont aangetroffen. Enkel in profiel 1 van werkput 1 kon zonder twijfel worden vastgesteld dat de bodem matig nat is op basis van de waterhuishouding (gley; roestvlekken binnen 60 cm) omdat in de overige gevallen de bodem te verstoord was of duidelijk een drogere bodem representeert. In zoverre er van een enigszins intact bodemprofiel kon worden gesproken werd deze op korte afstand van totaal verstoorde profielen aangetroffen. In een aantal profielkolommen is een vrijwel intacte bodem of een minder diep verstoorde bodem met resten van een Bhs- of Bs-horizont naast een tot in het vlak verstoorde bodem aangetroffen (profiel 1 van werkput 1, profiel 2 van werkput 1, profiel 1 van werkput 5 en profiel 1, werkput 6). Zo is er een vrijwel intacte bodem naast een opgevulde greppel aangetroffen in profiel 1 van werkput 1. In een aantal gevallen is een bodemprofiel aangetroffen dat over de gehele profielkolom was verstoord tot in de C-horizont en over grote delen van het vlak waren verstoringen zichtbaar veroorzaakt door bosbouw (aanleg rabatten, grondbewerking, egalisering). Afgaande op de bodemopbouw van o.a. profiel 2 werkput 1 en 1 werkput 5 waar plaatselijk onder een A-horizont bestaande uit witgrijze en zwartgrijze brokken van een E- en een Bh-horizont respectievelijk nog resten van een Bs-horizont en Bhs-horizont bevinden op slechts 20 en 15 cm diepte zijn er zeer waarschijnlijk egalisatiewerkzaamheden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor het van profiel 1 werkput 5 zich waarin de C-horizont is aangetroffen op slechts 42 cm.

Terugkomend bij de bodemopbouw van het redelijk intacte bodemprofiel van werkput 7. In de bovenste 20 cm is het profiel verstoord. Onder een laag bosstrooisel en een dunne O-horizont is een A-horizont aangetroffen bestaande uit donker grijsbruin, zwak humeus, zeer fijn, zwak siltig zand, dat grijs en witgrijs gevlekt is. Deze vlekking is ontstaan door een verspitting van de A-horizont en een minimale verspitting van de eronder liggende witgrijze E-horizont, waarop plaatselijk nog een rest van de Ah-horizont aanwezig is. De E-horizont bestaande uit witgrijs, zeer fijn, zwak siltig zand is maar liefst 40 cm en is kenmerkend voor een podzolbodem in een stadium dat omschreven kan worden als het climaxstadium. De E-horizont vertoont instulpingen met daaronder een sterk golvende Bh-horizont van ca. 4 cm dikte met accumulatie van organisch materiaal en een ca. 8 cm dikke Bhs-horizont met accumulatie van organisch materiaal en ijzer. Vervolgens ligt op ca. 72 cm (plaatselijk dieper door de instulpingen) de C-horizont bestaande uit lichtgeel, zeer fijn, zwak siltig zand met humusfibers. De waarneming van dit bodemprofiel die tot de bodemserie w-Zdg behoort is een van de weinige overblijfsels van de oorspronkelijke bodemopbouw en is representatief voor het zuidelijk deel van het terrein. Op het noordelijk deel van het terrein zijn de Bh-horizont en Bhs-horizont een Bs-Bhs-horizont en een BC-Bhs-horizont aangetroffen in profielkolom 2 van werkput 4. Omdat er echter geen E-horizont is aangetroffen in de profielkolommen op het zuidelijk deel van het terrein en de aangetroffen bodems heel fragmentarisch zijn, kan moeilijk iets over het ontwikkelingsstadium gezegd worden, behalve dan dat er zich een volledig ontwikkeld podzolprofiel heeft gevormd. Doordat het terrein in gebruik is genomen en langere tijd in gebruik is gebleven voor de bosbouw is de bodem grotendeels verstoord.

(13)

Bijlagen

Profiel: Profielput 2, werkput 1

Locatie: Boskantstraat te Leopoldsburg N 186155.73 E 220013.77 LB72

Hoogte: 44.43 m +TAW Vlakhoogte: 43.08 m +TAW

Horizont Diepte (cm) Beschrijving

O 0 – 2 Opgehoopte resten van blad,

dennennaalden en hout in verschillende stadia van omzetting, strooisellaag

Ap 2 – 10 à 20 Donker grijsbruin, goed gesorteerd,

zwak humeus, zwak siltig, zeer fijn zand, Ap-horizont

Ap of XX 10 à 20 – 20 à 50 Donker grijsbruin grijs en witgrijs

gevlekt (vermenging A- en E-horizont, dunne laag opgebrachte grond?), goed gesorteerd, zwak humeus, zwak siltig, zeer fijn zand, Ap-horizont

Bs (zeer plaatselijk) 20 -30 Oranjebruin, goed gesorteerd, zwak

siltig, zeer fijn, zand met ijzerinspoeling, Bs-horizont

C 30 à 50 -60 Geel, goed gesorteerd, zwak siltig,

zeer fijn zand, dekzand, Formatie van Wildert, C-horizont

Cg 60 - 80 Geel, goed gesorteerd, zwak siltig,

zeer fijn zand met roestvlekken, dekzand, Formatie van Wildert, Cg-horizont

(14)

Profiel: Profielput 1, werkput 7

Locatie: Boskantstraat te Leopoldsburg N 186155.73 E 220013.77 LB72

Hoogte: 44.43 m +TAW Vlakhoogte: 43.08 m +TAW

Horizont Diepte (cm) Beschrijving

O 0 – 2 Opgehoopte resten van blad,

dennennaalden en hout in verschillende stadia van omzetting

Ap 2 – 20 Donker grijsbruin grijs en witgrijs

gevlekt (vermenging A- en E-horizont, dunne laag opgebrachte grond?), goed gesorteerd, zwak humeus, zwak siltig, zeer fijn zand, Ap-horizont

Ah 32 – 35 (plaatselijk) Plaatselijk een rest zwartbruin, goed

gesorteerd, zwak siltig, zeer fijn, matig humeus zand, Ah-horizont

E 20 – 60 Witgrijs, goed gesorteerd, zwak siltig

zand, goed ontwikkelde E-horizont

Bh 60 – 64 Zwartbruin, goed gesorteerd, zwak

siltig, zeer fijn, matig humeus zand, Bh-horizont

Bhs 64 - > 72 Donkerbruin, goed gesorteerd, zwak

siltig, zeer fijn, zwak humeus zand aanwezig van een Bhs-horizont

C 64 -72 (plaatselijk) Geel, goed gesorteerd, zwak siltig,

zeer fijn zand met humusfibers, dekzand, Formatie van Wildert, C-horizont

(15)

5. G

EPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

VMSW zal op het terrein een verkaveling realiseren.

Figuur 3 : Verkavelingsplan (VMSW).

6. A

RCHEOLOGISCHE VERWACHTING

Op de Ferrariskaart wordt het terrein weergeven als heide en weiland. Verder lijkt het terrein zowel door een weg als een beek doorsneden te worden. Vermoedelijk is de kaart fout gegeorefereerd en ligt het onderzoeksgebied meer noordelijk.

(16)

Figuur 4: Detail van de Ferrariskaart (1771-1775) met aanduiding van het projectgebied in rood volgens georeferentie, in het blauw het vermoedelijk reële gebied. (KBR,2015).

Op de Vandermaelenkaart (1846-1854) lijkt de site deel uit te maken van het militaire kamp van Leopoldsburg.

(17)

Figuur 6: Uittrekstel uit de Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het onderzoeksgebied in rood (Geopunt, 2015)

Volgens de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) zijn niet veel archeologische vondstlocaties gekend in de nabijheid van het onderzoeksgebied.

Ter hoogte van locatie 208234 werd een kanonsbal gevonden.

Locaties 161124 en 15457 zijn telkens schansen, namelijk de schans van Heppen en de schans van Korspel.

Figuur 7: CAI met aanduiding plangebied en vondstlocaties. (CAI 2014)

208234

150457 161124

(18)

7. M

ETHODE

De proefsleuven werden volgens de methode van continue sleuven aangelegd. Hierbij werd rekening gehouden met de aanwezigheid van boomstronken op het terrein. Deze afwijking van de bijzondere voorwaarden gebeurde in samenspraak met het Agentschap Onroerend Erfgoed. De afgraving gebeurde door een kraan op rupsbanden van 21 ton met tandeloze graafbak van 2 m breed. In totaal werden elf proefsleuven aangelegd met telkens een profielput aan de kop.

onderzoeksgebied 48536 m² onderzoekbaar gebied 35910 m² werkput 1 160 m² werkput 2 365 m² werkput 3 380 m² werkput 4 393 m² werkput 5 434 m² werkput 6 427 m² werkput 7 414 m² werkput 8 240 m² werkput 9 242 m² werkput 10 238 m² werkput 11 441 m²

totaal aangelegde werkputten 3734 m² totaal aangelegde kijkvensters 0 m²

TOTAAL aangelegd 3734 m²

TOTAAL aangelegd % 10,40 %

oppervlakte

Figuur 8: Tabel met aangelegde oppervlaktes.

8. R

ESULTATEN PROEFSLEUVEN

8.1.

A

RCHEOLOGISCHE NIVEAUS

Er werd één archeologisch interessant niveau aangetroffen. Dit niveau bevond zich 30 à 60cm onder het maaiveld of tussen 45,1 en 46m TAW.

8.2.

A

RCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN

Zoals besproken in het bodemkundige luik, moet het terrein een uitgesproken microtopografie gekend hebben, maar wellicht werd het terrein in de loop van de 19de of zelfs 20ste eeuw genivelleerd.

(19)

Figuur 9: Links verrommelde podzol in werkput 5, rechts verommelde podzol in werkput 6 (ARCHEBO bvba, 2015).

Over het ganse terrein werden sporen van rabatten aangetroffen. Dit zijn langwerpige ophogingen die gelegen zijn tussen greppels. De grond die uit de greppels afkomstig is wordt gebruikt om het rabat mee op te hogen. Deze methode wordt in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen waarop dan de bomen geplant worden, terwijl de greppels ter ontwatering van het gebied dienen. Rabatten zijn in de meeste gevallen maar enkele meters breed maar kunnen tientallen meters lang zijn. Verder worden de greppels vaak vlak naast elkaar gelegd.

Er werden 4 fases in de rabattenbouw herkend. De oudste is vermoedelijk deze aanwezig in werkput 2 (zie fig. 9 ) De opbouw bestaat uit een opeenvolging van rechthoekige uitgravingen.

Later is er een fase (zie fig. 10)aangelegd met een greppelsysteem dat geflankeerd wordt door rechthoekige uitgravingen.

In beide systemen zijn er nog veelvuldig podzolrestanten zichtbaar.

Figuur 10: Oudste rabatsysteem aangetroffen in werkput 2 (ARCHEBO bvba, 2015).

(20)

Figuur 11: Rabatsysteem rechts werkput 1, links in werkput 4 (ARCHEBO bvba, 2015).

Ook het maaiveld van het terrein vertoonde kenmerken van rabatten. Hierbij zijn de 2 laatste fases herkenbaar en momenteel nog zichtbaar in het landschap.

Het is niet precies bekend wanneer de bosbouw op rabatten voor het eerst is toegepast, maar in 1799 werd de methode voor het eerst vermeld. Tijdens de economische crisis in de jaren ’30 van de 20ste eeuw werden vaak werklozen ingezet om rabatten aan te leggen in het kader van ontginningsprojecten. Hierdoor mogen we concluderen dat deze sporen over een geringe ouderdom beschikken.

Figuur 12: Sporen van rabatten op het maaiveld (ARCHEBO bvba, 2015).

Naast deze rabatten werden ook 12 paalkuilen aangetroffen. Hun vaak vierkante vorm en scherpe aflijning laat vermoeden dat het om recente sporen handelt. Verder werden ze steeds in de buurt van rabatten aangetroffen, waardoor ze wellicht in hetzelfde licht dienen gezien te worden.

Verder werden er in werkputten 7, 8, 10 & 11 in totaal 13 kuilen aangetroffen. Deze sporen beschikten steeds over een heterogene vulling. Wellicht handelt het om kuilen die gegraven werden ter aanplanting van bomen.

(21)

Figuur 13: Van links naar rechts; sporen 2, 3 & 4 in werkput 7 (ARCHEBO bvba, 2015).

Figuur 14: Coupe op spoor 3 in werkput 8 (ARCHEBO bvba, 2015).

Tot slot werden er in het westelijke deel van het terrein spitsporen aangetroffen. Deze kunnen mogelijk getuige zijn van het breken van een ijzerhorizont – die door ons niet kon teruggevonden worden – of om nieuwe – minder zure – grond omhoog te brengen.

Figuur 15: Spitsporen zoals aangetroffen in respectievelijk werkput 7 en werkput 9 (ARCHEBO bvba, 2015).

8.3.

A

RCHEOLOGISCHE VONDSTEN

(22)

9. E

VALUATIE

,

WAARDERING EN AANBEVELINGEN

9.1.

E

VALUATIE EN BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN

Doel van het archeologisch vooronderzoek is een archeologische evaluatie van het terrein. Dit houdt in dat het archeologisch erfgoed opgespoord, geregistreerd, gedetermineerd en gewaardeerd wordt en dat de potentiële impact van de geplande werken op de archeologische resten wordt bepaald. Onderdeel van de evaluatie is dat er mogelijkheden gezocht worden om in situbehoud te bewerkstelligen en, indien dit niet kan, er aanbevelingen worden geformuleerd voor vervolgonderzoek (ruimtelijke afbakening, diepteligging, strategie, doorlooptijd, te voorziene natuurwetenschappelijke onderzoeken en conservatietechnieken, voorstel onderzoeksvragen). Het doel van het proefsleuvenonderzoek is de detectie van sites met bodemsporen. Hierbij moeten minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord worden:

- Welke zijn de waargenomen horizonten in de bodem, beschrijving + duiding?

o Zover er sprake is van een intact bodemprofiel is er in een zeldzaam geval de rest van een Ah-horizont, een E-horizont van maar liefst 40 cm, een Bh-horizont waarin organisch materiaal is ingespoeld, een Bhs-horizont waarin organisch materiaal en ijzer is ingespoeld en vervolgens een C-horizont (met humusfibers). Het profiel in werkput 7 was intact vanaf ca. 20 cm –mv. Het heeft bodemkundig de eigenschappen van een matig natte podzolbodem. De podzolbodem is ontwikkeld tot een stadium dat omschreven kan worden als een climaxstadium. De E-horizont vertoont instulpingen met daaronder een sterk golvende Bh-horizont van ca. 4 cm dikte met accumulatie van organisch materiaal en een ca. 8 cm dikke Bhs-horizont met accumulatie van organisch materiaal en ijzer. De boven beschreven bodemopbouw representeert de onverstoorde bodemopbouw op het zuidelijk deel van het terrein. Op het noordelijk deel van het terrein zijn met de Bh-horizont en Bhs-horizont een Bs-horizont en een BC-horizont (profiel 2 werkput 4) aangetroffen die een matig droge podzolbodem representeren. Voor het noordelijk deel van het terrein is het moeilijker om in te schatten wat de ontwikkeling van de podzolbodem is omdat deze door verstoring slechts zeer fragmentarisch is aangetroffen en nergens de E-horizont is aangetroffen.

- In hoeverre is de bodemopbouw intact?

o De aangetroffen bodems zover deze zijn aangetroffen bestaan uit resten van bodems die in meerdere of mindere mate onthoofd zijn door verstoring en zeer fragmentarisch voor komen. Veel bodems zijn tot in de C-horizont, dan wel tot in de Bs- of Bhs-horizont verstoord. Over grote oppervlakte zijn diepe rabatten aangelegd en er heeft tenminste plaatselijk egalisatie van het terrein plaatsgevonden.

- Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden?

o Door bosbouw zijn er bodems verspit, dan wel onthoofd. Er zijn rabatten aangelegd en er heeft waarschijnlijk egalisatie van het terrein plaatsgehad.

- Zijn er tekenen van erosie?

o Er zijn geen tekenen van erosie waargenomen. Als er al erosie is geweest zijn de sporen daarvan uitgewist door grondwerkzaamheden die samenhangen met bosbouw. Er is sprake van onthoofde bodemprofielen, maar deze zijn waarschijnlijker ontstaan door egalisatie en andere grondwerkzaamheden in het kader van de bosbouw.

- Is er sprake van een of meerdere begraven bodems? o Er zijn geen begraven bodems aangetroffen.

- Zijn er sporen aanwezig? Zo ja, geef een beknopte omschrijving.

 Er zijn sporen aanwezig in de vorm van rabatten, paalkuilen en kuilen. Deze sporen dienen allen aan de bosbouw gekoppeld te worden.

(23)

- Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

 De sporen zijn van antropogene oorsprong. - Hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

 De sporen kennen een matige tot goede bewaring. - Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

 De rabatten, paalkuilen en mogelijk zelfs kuilen, werden aangelegd om aan bosbouw te kunnen doen en dienen zo als een grote structuur geïnterpreteerd te worden. Mogelijk gebeurde dit wel in meerdere fasen. - Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

 De sporen dateren allen uit de 19de of 20ste eeuw.

- Kan op basis van het sporenbestand in de proefsleuven een uitspraak worden gedaan over de aard en omvang van occupatie?

 N.v.t.

- Zijn er indicaties (greppels, grachten, lineaire paalzettingen, …) die kunnen wijzen op een inrichting van een erf/nederzetting?

 N.v.t.

- Zijn er indicaties voor de aanwezigheid van funeraire contexten? Zo ja;  Hoeveel niveaus zijn er te onderscheiden?

 N.v.t.  Wat is de omvang?

 N.v.t.

 Komen er oversnijdingen voor?

 N.v.t.

 Wat is het, geschatte, aantal individuen?

 N.v.t.

- Kunnen de sporen gelinkt worden aan nabijgelegen archeologisch vindplaatsen? o N.v.t.

- Wat is de relatie tussen de bodem en de archeologische sporen?

 Zover er sprake is van sporen is er geen relatie met de bodem anders dan dat het om recente verstoringen gaat.

- Wat is de relatie tussen de bodem en de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, …)?

 Het onderzoeksgebied ligt op de dalhelling van de Grote Beek, die ten zuiden van het onderzoeksgebied is gelegen. Omdat het terrein naar het zuiden afloopt bevinden zich op het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied bepaalde slechter doorlaatbare afzettingen (klei-zandsubstraat, waarschijnlijk bestaande uit leem). Mogelijk door de lagere ligging op het zuidelijk deel en het ondiep aanwezig zijn van slechter doorlaatbare lagen waarop grondwater kan stagneren is de aangetroffen bodem natter dan die op het noordelijk deel van het terrein.

- Is er een bodemkundige verklaring voor de partiële afwezigheid van archeologische sporen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

 Er kunnen bodemkundige redenen bedacht worden voor het ontbreken van archeologische sporen. De sporen zouden gemaskeerd kunnen zijn door uitlogging of juist door inspoeling van organisch materiaal en ijzer. Het terrein is echter dusdanig verstoord dat deze aanname echter puur een theoretische oefening is.

- Kunnen archeologische vindplaatsen in tijd, ruimte en functie afgebakend worden (incl. de argumentatie)?

(24)

 De aanwezige sporen dienen aan bosbouw gekoppeld te worden. Het feit dat rabatten pas voor het eerst vermeld worden in 1799, mag ons doen besluiten dat al deze sporen uit de 19de of 20ste eeuw dateren.

- Wat is de vastgestelde en verwachte bewaringstoestand van elke archeologische vindplaats?  N.v.t.

- Wat is de waarde van elke vastgestelde archeologische vindplaats?  N.v.t.

- Wat is de potentiële impact van de geplande ruimtelijke ontwikkeling op de waardevolle archeologische vindplaatsen?

 N.v.t.

- Voor waardevolle archeologische vindplaatsen die bedreigd worden door de geplande ruimtelijke ontwikkeling en die niet in situ bewaard kunnen blijven:

o Wat is de ruimtelijke afbakening (in drie dimensies) van de zones voor vervolgonderzoek?

 N.v.t.

o Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht, zowel vanuit methodologie als aanpak voor het vervolgonderzoek?

 N.v.t.

- Welke vraagstellingen zijn voor vervolgonderzoek relevant?  N.v.t.

- Zijn er voor de beantwoording van deze vraagstellingen natuurwetenschappelijke onderzoeken nodig? Zo ja, welke type staalnames zijn hiervoor noodzakelijk en in welke hoeveelheid?

 N.v.t.

9.2.

W

AARDERING

Over het ganse terrein werden sporen van bosbouw in de vorm van rabatten aangetroffen. Hiernaast werden er geen archeologisch waardevolle of interessante sporen aangetroffen.

9.3.

A

ANBEVELINGEN

Ons advies aan het agentschap Onroerend Erfgoed luidt dat het terrein best kan vrijgegeven worden.

10. B

IBLIOGRAFIE

AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (2011), http://www.agiv.be/gis/. Baeyens, L., 1975: Bodemkaart van België, Verklarende tekst bij het kaartblad Leopoldsburg 47W, Gent.

Baeyens, L., 1975: Bodemkaart van België, Leopoldsburg 47W, Gent.

Beerten, K., 2006: Toelichting tot de Quartairgeologische kaart, Kaartblad Mol 17, Leuven.

CAI (Centrale Archeologische Inventaris) (2014), http://geovlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/cai/.

Databank Ondergrond Vlaanderen: https://dov.vlaanderen.be

Koninklijke Bibliotheek van België (2010), Ferrariskaart,

(25)

Gullentops, F./N. Vandenberghe, 1995: Toelichting tot de Geologische kaart van België, Vlaams

Gewest, Kaartblad Mol 17, Leuven.

Hiddink, H. en H. Renes, 2007: De oude akkercomplexen in de oostelijke helft van Noord-Brabant en

het noorden en midden van Limburg in: van Doesburg, J., M. de Boer, B.J. Groenewoudt en T. de

Groot (eds.), Essen in zicht. Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 34), 129-159.

Spek, T, 2004: Het Drentse esdorpenlandschap: Een historisch-geografische studie, Proefschrift Wageningen Universiteit.

Van de Konijnenburg, R., Archeologische prospectie Beringen, Rozenlaan, HAAST rapport 2013-02.

Verspay, J.P., 2010: More than soils. Getting hold on the development of the rural landscape in

Brabant, Amsterdam (AACnoties #in voorbereiding#), AAC/Projecten.

11. B

IJLAGEN

- Fotolijst - Sporenlijst - Plannenlijst

(26)

Fotonummer Werkput Vlak Overzichtsfoto Spoor Profiel Coupe Opmerkingen Datum 1 3 1 zuidoost 28/10/215 2 3 1 X 28/10/2015 3 3 1 X Detail tractorband 28/10/2105 4 3 1 X 28/10/2015 5 3 1 X Recent spoor 28/10/2015 6 3 1 1 Rabat 28/10/2015 7 3 1 1 Rabat 28/10/2015 8 3 1 X Recent spoor 28/10/2015 9 3 1 X Rabat 28/10/215 10 3 1 X Rabat 28/10/2015 11 3 1 X Rabat 28/10/2105 12 3 1 X 28/10/2015 13 3 1 X 28/10/2015 14 3 1 X 28/10/2015 15 3 1 X 28/10/2015 16 3 1 zuidoost 28/10/2015 17 3 1 X 28/10/215 18 3 1 X Recent spoor 28/10/2015 19 2 1 noordwest 28/10/2105 20 2 1 X Recente sporen 28/10/2015 21 2 1 X 28/10/2015 22 2 1 noordwest 28/10/2015 23 2 1 X Recente sporen 28/10/2015 24 2 1 X Rabat 28/10/2015 25 2 1 west 28/10/215 26 2 1 X 28/10/2015 27 2 1 X 28/10/2105 28 1 1 noord 28/10/2015 29 1 1 1 28/10/2015 30 1 1 2 28/10/2015

31 1 1 3, 4 & 5 Recente sporen 28/10/2015 32 1 1 3, 4 & 5 Recente sporen 28/10/2015

33 1 1 X 28/10/215 34 1 1 X 28/10/2015 35 1 1 X Recent spoor 28/10/2105 36 2 1 west 28/10/2015 37 2 1 X Rabat 28/10/2015 38 2 1 X Rabat 28/10/2015 39 Boomstronk 28/10/2015 40 Boomstronk 28/10/2015 41 2 1 X Rabat 28/10/215 42 2 1 X Rabat 28/10/2015 43 2 1 X 28/10/2105 44 2 1 X 28/10/2015 45 2 1 X 28/10/2015 46 2 1 X 28/10/2015 47 2 1 X 28/10/2015 48 1 1 noordoost 28/10/2015 49 1 1 X Recent spoor 28/10/2015 50 1 1 6,7,8 & 9 Recente sporen 28/10/2015

51 1 1 X 28/10/2015

52 4 1 noordwest 29/10/2015

53 4 1 X 29/10/2015

(27)

54 4 1 X 29/10/2015 55 4 1 1 Recent spoor 29/10/2015 56 4 1 2 Recent spoor 29/10/2015 57 4 1 3 Recent spoor 29/10/2015 58 4 1 4 Recent spoor 29/10/2015 59 4 1 X Rabat 29/10/2015 60 4 1 X Rabat 29/10/2015 61 4 1 zuidwest 29/10/2015 62 4 1 X 29/10/2015 63 4 1 X 29/10/2015 64 4 1 X 29/10/2015 65 4 1 X 29/10/2015 66 4 1 X 29/10/2015 67 4 1 X 29/10/2015 68 4 1 X 29/10/2015 69 4 1 X 29/10/2015 70 Huidige Rabat 29/10/2015 71 Huidige Rabat 29/10/2015 72 Huidige Rabat 29/10/2015 73 5 1 zuidoost 29/10/2015 74 5 1 X 29/10/2015 75 5 1 X 29/10/2015 76 5 1 X 29/10/2015 77 5 1 noordwest 29/10/2015 78 5 1 X 29/10/2015 79 5 1 X 29/10/2015 80 5 1 X 29/10/2015 81 5 1 X 29/10/2015 82 5 1 X 29/10/2015 83 5 1 X 29/10/2015 84 Huidige Rabat 29/10/2015 85 6 1 noordwest 29/10/2015 86 6 1 X 29/10/2015 87 6 1 X 29/10/2015 88 6 1 X Rabat 29/10/2015 89 6 1 X 29/10/2015 90 6 1 noordoost 29/10/2015 91 6 1 X 29/10/2015 92 6 1 X 29/10/2015 93 6 1 X 29/10/2015 94 6 1 X 29/10/2015 95 6 1 X 29/10/2015 96 6 1 X 29/10/2015 97 6 1 X 29/10/2015 98 6 1 X 29/10/2015 99 6 1 X Recent spoor 29/10/2015 100 6 1 X 29/10/2015 101 7 1 zuidoost 29/10/2015 102 7 1 X 29/10/2015 103 7 1 X 29/10/2015 104 7 1 X 29/10/2015 105 7 1 X 29/10/2015 106 7 1 X 29/10/2015 107 7 1 X Rabat 29/10/2015 108 7 1 X Spitsporen 29/10/2015 109 7 1 zuidoost 29/10/2015

(28)

110 7 1 1 Recent spoor 29/10/2015

111 7 1 oost 29/10/2015

112 7 1 2 Recent spoor 29/10/2015 113 7 1 3 & 4 Recente sporen 29/10/2015 114 7 1 5 Recent spoor 29/10/2015 115 7 1 6 Recent spoor 29/10/2015 116 7 1 7 Recent spoor 29/10/2015 117 7 1 X 29/10/2015 118 8 1 1 X Recent spoor 29/10/2015 119 8 1 2 Recent spoor 29/10/2015 120 8 1 2 X Recent spoor 29/10/2015 121 8 1 3 Recent spoor 29/10/2015 122 8 1 3 X Recent spoor 29/10/2015 123 8 1 X 29/10/2015 124 8 1 X 29/10/2015 125 8 1 5 Recent spoor 29/10/2015 126 8 1 4 Recent spoor 29/10/2015 127 8 1 X 29/10/2015 128 8 1 X 29/10/2015 129 9 1 X 30/10/2015 130 9 1 X 30/10/2015 131 9 1 X 30/10/2015 132 9 1 X 30/10/2015 133 9 1 X 30/10/2015 134 9 1 X 30/10/2015 135 9 1 X 30/10/2015 136 9 1 X 30/10/2015 137 9 1 X 30/10/2015 138 9 1 X 30/10/2015 139 9 1 X 30/10/2015 140 10 1 X 30/10/2015 141 10 1 X 30/10/2015 142 10 1 X 30/10/2015 143 10 1 X 30/10/2015 144 10 1 X 30/10/2015 145 10 1 X 30/10/2015 146 10 1 X 30/10/2015 147 10 1 X 30/10/2015 148 10 1 X 30/10/2015 149 10 1 X 30/10/2015 150 11 1 X 30/10/2015 151 11 1 X 30/10/2015 152 11 1 X 30/10/2015 153 11 1 X 30/10/2015 154 11 1 X 30/10/2015 155 11 1 X 30/10/2015 156 11 1 X 30/10/2015 157 8 1 X 29/10/2015 158 8 1 zuidoost 29/10/2015 159 8 1 zuidoost 29/10/2015 160 8 1 X 29/10/2015 161 8 1 X 29/10/2015 162 8 1 X 29/10/2015 163 9 1 zuidoost 29/10/2015 164 9 1 X 29/10/2015 165 9 1 X 29/10/2015

(29)

166 9 1 X 29/10/2015 167 9 1 X 29/10/2015 168 9 1 X 29/10/2015 169 10 1 zuidoost 29/10/2015 170 10 1 X 29/10/2015 171 10 1 X 29/10/2015 172 10 1 X 29/10/2015 173 10 1 X 29/10/2015 174 9 1 zuidoost 29/10/2015 175 9 1 X Recent spoor 29/10/2015 176 9 1 X Recent spoor 29/10/2015 177 9 1 X Recent spoor 29/10/2015 178 9 1 X Recent spoor 29/10/2015 179 10 1 noordwest 29/10/2015 180 10 1 Recent spoor 29/10/2015 181 10 1 Recent spoor 29/10/2015 182 10 1 Recent spoor 29/10/2015 183 8 1 5 Recent spoor 4/11/2015 184 8 1 4 Recent spoor 4/11/2015 185 10 1 1 Recent spoor 4/11/2015 186 10 1 2 Recent spoor 4/11/2015 187 10 1 3 Recent spoor 4/11/2015 188 11 1 noordwest 4/11/2015 189 11 1 1 Recent spoor 4/11/2015 190 11 1 2 Recent spoor 4/11/2015 191 11 1 3 Recent spoor 4/11/2015 192 11 1 X 4/11/2015 193 11 1 X 4/11/2015 194 11 1 4 Recent spoor 4/11/2015 195 11 1 X 4/11/2015 196 11 1 5 Recent spoor 4/11/2015 197 11 1 X 4/11/2015 198 11 1 X 4/11/2015 199 11 1 X Rabat 4/11/2015 200 11 1 X 6 Rabat 4/11/2015 201 11 1 X 4/11/2015 202 11 1 X 4/11/2015

(30)

Spoornummer Werkput Vlak Vorm Beschrijving Interpretatie Datering Coupe

wp3sp1 3 1 lineair Wit-grijs-zwart, heterogeen Rabat Recent

wp1sp1 1 1 rechthoekig Donkergrijs-geel, homogeen Rabat Recent

wp1sp2 1 1 rond Donkergrijs, homogeen paalkuil Recent

wp1sp3 1 1 rechthoekig Donkergrijs, homogeen Rabat Recent

wp1sp4 1 1 rond Donkergrijs, homogeen paalkuil Recent

wp1sp5 1 1 rechthoekig Donkergrijs, homogeen Rabat Recent

wp1sp6 1 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen paalkuil Recent

wp1sp7 1 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen paalkuil Recent

wp1sp8 1 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen paalkuil Recent

wp1sp9 1 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen paalkuil Recent

wp4sp1 4 1 vierkant Donkergrijs, homogeen paalkuil Recent

wp4sp2 4 1 vierkant Donkergrijs, homogeen paalkuil Recent

wp4sp3 4 1 vierkant Donkergrijs, homogeen paalkuil Recent

wp4sp4 4 1 vierkant Donkergrijs, homogeen paalkuil Recent

wp7sp1 7 1 lineair Wit-grijs-zwart, heterogeen Rabat Recent

wp7sp2 7 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp7sp3 7 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp7sp4 7 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp7sp5 7 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp7sp6 7 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp7sp7 7 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp8sp1 8 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent X

wp8sp2 8 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent X

wp8sp3 8 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent X

wp8sp4 8 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp8sp5 8 1 lineair Donkergrijs, homogeen Rabat Recent

wp10sp1 10 1 rechthoekig Donkergrijs, homogeen Rabat? Recent

wp10sp2 10 1 ovaal Donkergrijs, geel, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp10sp3 10 1 ovaal Donkerbruin, homogeen paalkuil? Recent

wp11sp1 11 1 ovaal Lichtgrijs, homogeen paalkuil Recent

wp11sp2 11 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp11sp3 11 1 ovaal Wit-grijs-zwart, heterogeen kuil aanplanting bomen? Recent

wp11sp4 11 1 lineair Donkerbruin-geel, heterogeen Rabat Recent

wp11sp5 11 1 lineair Wit-grijs-zwart, heterogeen Rabat Recent

wp11sp6 11 1 lineair Wit-grijs-zwart, heterogeen Rabat Recent

SPORENLIJST

P

LANNENLIJST

Plan 1 Werkputinplanting bestaande toestand Plan 2 Werkputinplanting nieuwe toestand Plan 3 Allesporenplan N

(31)

Stall Eicker Heide Kolibriestraat 19B2 6W 8L 6X 7R 19F2 6R 18T2 18V2 6C2 6Y 18S2 6V 18Y5 19G2 18C6 18N4 18T4 18D2 19G 18H5 19D2 6S 6M 18B5 18Z5 18P4 18W4 146E 6Z 18N5 18S4 18A5 19K2 18G5 19H2 6P 8D 18R4 18Z4 18B6 18D6 8M 21V 6G2 6G 18Y4 18A6 6B2 18W2 19C2 21L 6A2 6N 138D 18L5 18T 18K5 18V4 WP 1 WP 1 WP 2 WP 2 WP 3 WP 3 WP 4 WP 4 WP 5 WP 5 WP 6 WP 7 WP 8 WP 9 WP 10 WP 11 WP 11 WP 10 WP 9 WP 8 WP 7 WP 6

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

November 2015

PLAN 1

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

LEOPOLDSBURG

-BOSKANTSTRAAT

Opdrachtgever

VMSW

Koloniënstraat 40

1000 Brussel

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

WERKPUTINPLANTING

BESTAANDE TOESTAND

Legende

werkputten werkputnummer WP1

opmeting: Jonas Artois Landmetingen onderzoeksgebied

niet te onderzoeken gebied

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

(32)

WP 1 WP 1 WP 2 WP 2 WP 3 WP 3 WP 4 WP 4 WP 5 WP 5 WP 6 WP 7 WP 8 WP 9 WP 10 WP 11 WP 11 WP 10 WP 9 WP 8 WP 7 WP 6

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

November 2015

PLAN 2

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

LEOPOLDSBURG

-BOSKANTSTRAAT

Opdrachtgever

VMSW

Koloniënstraat 40

1000 Brussel

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

WERKPUTINPLANTING

NIEUWE TOESTAND

Legende

werkputten werkputnummer WP1

opmeting: Jonas Artois Landmetingen onderzoeksgebied

niet te onderzoeken gebied

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

(33)

WP 8 WP 7 WP 6 WP 5 WP 4 WP 3 WP 2 WP 1 WP 9 WP 10 WP 11 45.96 45.96 45.73 45.75 45.73 45.75 45.89 46.01 45.98 45.95 45.93 46.11 46.20 46.29 46.54 46.68 46.77 45.92 46.18 46.00 45.80 45.72 45.65 45.65 45.58 45.45 45.39 45.40 45.08 45.24 45.43 44.97 45.48 45.41 45.33 45.30 45.24 45.32 45.21 45.20 45.34 46.41 46.41 46.33 46.36 46.47 46.54 46.55 46.55 46.36 45.61 45.68 46.00 46.06 46.01 46.02 45.99 45.86 45.83 46.2646.25 46.15 46.19 46.20 46.21 46.20 46.25 46.27 46.26 46.25 46.29 45.45 45.72 45.72 45.71 45.71 45.68 45.67 45.67 45.82 45.74 45.71 45.75 46.19 46.18 46.12 46.06 46.15 46.20 46.31 46.39 46.54 46.39 46.56 46.51 46.49 46.11 46.05 45.95 45.91 45.95 45.90 45.82 45.70 45.61 45.64 45.67 45.36 46.52 46.57 46.53 46.54 46.50 46.40 46.29 46.28 46.07 45.95 46.04 46.15 46.12 46.04 45.67 46.08 46.01 46.10 46.13 46.07 46.30 46.40 46.40 46.39 46.49 46.49 46.50 46.44 46.38 45.54 45.83 45.87 46.00 45.91 45.94 45.85 45.90 45.88 45.80 45.66 45.70 45.67 45.62 45.57 46.08 46.18 45.92 46.05 46.14 46.19 46.17 46.09 46.15 46.27 46.18 46.13 46.13 46.19 46.25 45.42 45.65 45.69 45.61 45.66 45.64 45.65 45.67 45.63 45.65 45.64 45.66 45.73 45.53 45.49 45.59 45.70 46.09 46.11 46.00 46.20 46.06 46.04 45.98 46.10 46.07 46.06 45.97 46.05 45.98 46.21 46.38 46.47 45.70 45.78 45.92 45.83 45.76 45.65 45.59 45.58 45.70 45.57 45.58 45.55 45.53 45.62 45.47 45.55 45.71 45.77 45.80 45.93 45.94 45.84 45.84 45.97 45.98 45.98 46.10 46.15 46.16 46.14 46.11 46.17 46.22 46.30 46.22 46.32 46.44 46.37 45.78 45.87 45.84 45.71 45.60 45.45 45.44 45.34 45.44 45.36 45.38 45.38 45.37 45.34 45.36 45.36 45.27 46.13 46.23 46.25 45.72 45.79 45.73 45.69 45.51 45.98 46.05 46.18 46.13 45.75 45.72 45.76 45.81 45.97 46.11 46.06 46.03 46.05 45.57 45.56 45.48 45.24 46.00 46.06 46.12 46.16 46.03 45.57 45.67 45.79 45.76 45.49 46.38 46.18 46.02 46.00 45.71 45.84 45.95 45.64 45.98 46.01 45.92 45.87 45.78 45.80 45.85 45.91 46.14 46.55 46.72 46.92 47.01 46.49 46.34 46.10 45.88 45.74 45.47 45.37 45.31 45.30 45.33 45.21 45.31 45.44 45.49 45.27 45.94 46.00 45.88 45.72 45.90 45.76 45.86 46.06 46.45 46.67 46.74 46.81 46.93 46.08 46.40 46.28 46.19 46.18 46.18 45.92 45.44 45.28 45.29 45.26 45.23 45.24 45.37 45.44 46.44 46.39 46.14 45.98 45.92 45.73 45.75 46.06 45.94 45.40 45.18 45.14 45.24 45.41 45.48 45.65 45.80 45.54 45.95 45.90 45.76 45.78 46.07 45.75 45.72 45.46 45.27 45.31 45.37 45.08 45.91 45.76 45.95 45.99 46.28 46.04 45.72 45.62 45.54 45.47 45.33 45.27 45.81 45.84 45.87 45.83 45.81 45.93 45.40 45.36 45.33 45.32 45.39 46.12 46.02 45.96 45.99 45.91 45.40 45.48 45.49 45.54 45.49 45.97 45.96 46.12 45.98 46.03 45.73 45.67 45.74 45.88 SP4 SP5 SP7 SP6 SP5 SP4 SP3 SP2 SP1 SP4 SP3 SP2 SP1 SP1 SP2 SP3 SP4 SP5

Stall Eicker Heide

18H5 18N5 18G5 21V 18K5 WP 2 WP 3 WP 4 WP 5 WP 6 WP 7 WP 8 WP 9 WP 10 WP 11 SP1 SP2 SP3

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

November 2015

PLAN 3

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

LEOPOLDSBURG

-BOSKANTSTRAAT

Opdrachtgever

VMSW

Koloniënstraat 40

1000 Brussel

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

ALLESPORENPLAN

NOORD

Legende

werkputnummer WP1

opmeting: Jonas Artois Landmetingen spoor spoornummer SP1 hoogte TAW 50.47

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

coupe

(34)

45.96 45.96 45.34 46.4146.41 46.33 45.86 45.83 46.26 46.25 46.15 46.19 45.82 45.74 45.71 45.75 46.08 46.01 46.10 45.62 45.57 46.08 46.18 45.92 45.59 45.70 46.09 46.11 46.00 45.77 45.80 45.93 45.94 45.84 45.36 45.27 46.13 46.12 46.09 46.23 46.25 46.17 45.94 45.70 45.72 45.67 45.70 45.78 45.61 45.47 45.40 45.41 45.51 45.83 46.04 46.12 46.16 45.38 45.40 45.09 44.93 44.94 44.95 44.98 45.11 45.34 45.40 45.73 45.33 45.29 45.31 45.35 45.33 45.53 45.71 45.72 45.79 45.73 45.69 45.51 45.72 45.75 45.64 45.56 45.43 45.61 45.76 45.99 45.97 46.21 46.19 45.19 45.54 45.57 45.48 45.37 45.28 45.18 45.28 45.35 45.55 45.98 46.05 46.18 46.13 46.18 45.98 46.12 46.09 46.00 45.95 45.83 45.66 45.48 45.46 45.43 45.43 45.39 45.37 45.41 45.63 45.00 45.05 45.77 45.79 45.97 46.13 46.24 45.03 45.23 45.25 45.34 45.33 45.11 45.11 45.13 45.09 45.12 45.24 45.22 45.23 45.42 45.60 45.57 45.71 45.69 45.73 45.73 45.75 45.72 45.76 45.81 45.9746.11 46.06 46.03 46.05 46.12 46.05 45.91 45.80 45.70 45.65 45.69 45.57 45.52 45.53 45.46 45.41 45.54 46.06 46.10 45.96 45.88 45.19 45.25 45.11 45.05 45.04 45.06 45.08 45.02 45.16 45.22 45.24 45.23 45.22 45.38 45.45 45.60 45.72 45.69 45.54 45.57 45.56 45.48 45.24 46.00 46.06 46.12 46.16 46.03 45.93 45.92 45.86 45.78 45.85 45.73 45.70 45.73 45.52 45.52 45.45 45.51 45.44 45.68 45.74 45.57 45.59 45.11 45.37 45.37 44.94 45.04 45.08 45.15 45.08 45.13 45.27 45.32 45.36 45.39 45.31 45.40 45.42 45.54 45.52 45.57 45.57 45.67 45.79 45.76 45.49 46.38 46.18 46.02 46.00 46.02 45.98 45.96 45.93 45.83 45.68 45.64 45.52 45.41 45.40 45.36 45.27 45.71 45.78 45.73 45.55 45.62 44.93 45.20 45.31 45.28 44.98 44.80 44.76 44.83 44.92 45.00 45.03 45.13 45.16 45.34 45.45 45.51 45.56 45.60 45.69 45.71 45.70 45.71 45.84 45.95 45.64 45.98 46.01 45.49 45.27 45.94 46.00 45.37 45.44 46.06 45.94 45.40 45.95 45.90 45.76 45.78 46.07 46.12 46.04 45.88 45.75 45.66 45.51 45.44 45.32 45.54 45.56 45.41 45.24 45.11 44.95 44.94 44.80 44.81 44.67 44.33 44.30 44.38 44.53 44.57 44.74 44.88 44.96 45.01 44.98 45.04 44.94 45.04 45.12 45.25 45.39 45.44 45.48 45.55 45.49 45.75 45.72 45.46 45.27 45.31 45.37 45.08 45.91 45.76 45.95 45.99 46.28 46.04 46.01 45.92 45.9746.00 45.23 45.50 45.43 45.56 45.72 45.62 45.54 45.47 45.33 45.27 45.81 45.84 45.87 45.83 45.81 45.93 45.90 45.85 45.94 45.93 45.87 45.13 45.38 45.42 45.41 45.24 45.40 45.36 45.33 45.32 45.39 46.12 46.02 45.96 45.99 45.91 46.10 45.92 45.99 45.97 45.29 45.37 45.36 45.52 45.37 45.40 45.48 45.49 45.54 45.49 45.97 45.96 46.12 45.98 46.03 45.96 45.85 45.89 45.83 45.73 45.69 45.66 45.50 45.38 45.40 45.34 45.34 45.78 45.78 44.72 44.93 44.91 44.98 45.02 45.07 45.11 45.23 45.33 45.40 45.41 45.52 45.53 45.69 45.73 45.67 45.74 45.88 SP9 SP8 SP7 SP6 SP1

Stall Eicker Heide

6W 8L 6X 7R 6R 6Y 6V 6S 6M 6Z 6P 8D 8M 21V 6G2 6N WP 1 WP 2 WP 3 WP 4 WP 5 WP 6 WP 7 WP 8 WP 9 WP 10 WP 11

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

November 2015

PLAN 4

Legende

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

LEOPOLDSBURG

-BOSKANTSTRAAT

Opdrachtgever

VMSW

Koloniënstraat 40

1000 Brussel

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

ALLESPORENPLAN

ZUID

Legende

werkputnummer WP1

opmeting: Jonas Artois Landmetingen spoor spoornummer SP1 hoogte TAW 50.47

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Opdrachtgever

Merelnest 5

B-3470 Kortenaken

+(32)491/ 74 60 77

info@archebo.be

Opdrachtnemer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met de nieuwe sensoren en satellietbeelden zou het mogelijk moeten zijn om ziekten en plagen vroegtijdig in het gewas op te sporen (detectie van besmettingshaarden) en

Daarnaast is de mechanische eenheid van belang, bijvoorbeeld bij het machinaal planten; - De hoeveelheid wit is bij gebruik van een plug meestal minder als bij een losse plant; -

Iets minder effectief, maar makkelijker, is een jute zak waar slakken zich onder kunnen verschuilen.. • Als (op basis van signalering) problemen met slakken zijn te verwachten, dan

Uit leliewortels met symptomen van het onbekende wortelrot zijn schimmels en bacteriën gevonden waarvan uit eerder onderzoek is gebleken dat ze niet in staat waren om in

De Kenniskring Weidevogels van het Ministerie van LNV, ingesteld in 2006, houdt zich bezig met de vraag welke kennis over weidevogels nodig is om te komen tot een

figuur 12: Totale kostprijs van een enkel geproduceerde pootvis van 5 gram (beneden) of 40g (boven) uitgezet tegen het uurloon voor de arbeid... De elektriciteitskosten kunnen

Mensen die via de media aan informatie komen zijn minder goed op de hoogte van de melkveehouderij en hebben een negatiever beeld dan mensen die hun kennis van de melkveehouderij uit

Onderzochte toedieningsvormen zijn poederformuleringen en vloeibare formuleringen van de totale bacteriekweek, van de door de bacterie geproduceerde groeiregulatoren en van de