HetFinancieeleDagblad
Woensdag3april2019
25
Ex
pe
rt
V
an alle Europese landen is Nederland kampioen korte ligduur in het zie-kenhuis. Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, bracht begin dit jaar een verslag uit waaruit blijkt dat in 2016 in Nederland de ge-middelde ligduur 4,5 dagen bedroeg. Ligduur staat voor het aantal dagen dat een patiënt in het ziekenhuis verblijft. Tegelijk neemt het aantal poliklinische bezoeken in Nederland enorm toe en dat geldt ook voor de zogenoemde dag-opnames. Het algemene streven is om de ligduur verder te bekorten.Vergeleken met andere landen is het aantal ligdagen in Nederland het laagst van alle EU-landen. Ter vergelijking: in Frankrijk is het gemiddelde 9,1 dagen, in Duitsland is het gemiddelde negen dagen. In Engeland 7,1 dagen.
ZORG
Nederlanders liggen heel kort in het ziekenhuis.
Is dat goed of toch ook een beetje slecht nieuws?
ILLUSTRATIE: HEIN DE KORT VOOR HET FINANCIEELE DAGBLAD
d
Pauline Meurs is hoogleraar bestuur van de gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterd
en voorzitter van de raad voor Volks-gezondheid en Samenleving. Reage via expert@fd.nl.
Deze cijfers moeten, zoals altijd, met voorzichtigheid worden geïnterpre-teerd; het gaat immers om gemiddel-den. We zouden meer moeten weten over de patiëntenpopulatie, want bij-voorbeeld opname in het verpleeghuis is niet meegenomen in de berekening. Dat laatste heeft uiteraard een neer-waarts effect op het aantal Nederland-se ligdagen. In de landen om ons heen is de scheiding tussen ziekenhuis en verpleeghuis minder scherp dan hier; in het buitenland komen we meer ver-pleeghuispatiënten in het ziekenhuis tegen dan in Nederland.
Deze kanttekeningen ten spijt: de ligduur neemt af, Nederland gaat aan kop en het einde is nog lang niet in zicht. Overwegend wordt deze trend met gejuich ontvangen. Niemand wil toch langer dan strikt noodzakelijk in het ziekenhuis liggen? Op die vraag luidt het antwoord niet uitsluitend ja. INTERVENTIEHUIS
De daling van het aantal dagen dat een patiënt in het ziekenhuis ligt, wordt door verschillende factoren veroor-zaakt. In de eerste plaats door de kwa-liteit van de interventies en de accu-ratesse van de ingrepen, die bovendien steeds minder invasief zijn. Dan spelen ook nog mee de wens en de noodzaak van kosteneffectiviteit (een ligdag is duur) en de voorkeur van veel patiën-ten om zo snel mogelijk weer naar huis te gaan. Dat laatste was vroeger wel anders.
Medio negentiende eeuw is het zie-kenhuis nog een plek waar je zo lang mogelijk moest wegblijven vanwege gebrekkige hygiëne en infectiegevaar. In het ziekenhuis werd je eerder zie-ker dan beter. Begin twintigste eeuw kantelt dit beeld door medische
ken-nis, nieuwe methoden en apparatuur. Het ziekenhuis wordt een plek waar je wordt behandeld en verpleegd, een plek om beter te worden. Tegen-woordig is het ziekenhuis vooral een ‘interventiehuis’ waar de ingreep cen-traal staat. Vitale onderdelen van het genezingsproces: verpleging, nazorg, het bijkomen in algemene zin, moeten het liefst zo kort mogelijk in het zie-kenhuis gebeuren. Binnen twee à drie dagen naar huis gaan is eerder uitzon-dering dan regel.
De afnemende ligduur valt de laatste jaren samen met enorme opmars met het idee van ‘thuis’ als de plek waar goede zorg kan worden verleend. Thuis in de letterlijke zin van het woord. De vraag is of deze ontwikkeling uitslui-tend positief moet worden beoordeeld. Is het wel zo goed dat Nederland zo laag scoort in het aantal ligdagen? Zijn we niet te ver gegaan? Want wat is thuis nog als je privédomein een soort mini-ziekenhuis is geworden met een hoog-laag bed, steeds andere verpleeg-kundigen die in- en uitlopen en een partner die steeds meer verzorger is en steeds minder partner? Deze vragen zijn vooral nijpend voor kwetsbare mensen die veel zorg nodig hebben.
Behalve de overheveling van verple-ging en verzorverple-ging naar het thuisfront met alle gevolgen van dien, zijn er andere effecten die nog onvoldoende in kaart zijn gebracht. Laat ik begin-nen met een ervaring uit mijn nabije omgeving. Na een zware ingreep mag een naast familielid van mij binnen twee dagen thuis, met een eenvoudige boodschap van het ziekenhuis: doe rustig aan en als het niet gaat moet u even bellen. Wij allemaal blij: hij mag al naar huis. Hijzelf en wij dachten ook: hij is alweer thuis dus het zal wel
meevallen. De duur van de opname is blijkbaar toch een graadmeter ge-worden voor de ernst van de situatie. Als die meetlat je uit handen wordt ge-slagen, is het knap lastig om te weten wat rustig aan doen betekent, en nog moeilijker is het om je er naar te gedra-gen. Ook neemt de onzekerheid toe over je eigen situatie. Helaas is hier nog onvoldoende onderzoek naar gedaan, maar er zijn tekenen dat snel naar huis na een ernstige ingreep een negatieve invloed kan hebben op de kwaliteit van het herstel. Te snel naar huis gaan zou zomaar kunnen leiden tot een verhoog-de kans op heropname. Ook dit vraagt om nader onderzoek.
MANTELZORGERS
De steeds kortere opnameduur heeft ook gevolgen voor het werk in het zie-kenhuis, in het bijzonder voor het ver-pleegkundig werk. Een verpleegkundi-ge verwoorde het eens treffend in een gesprek: ‘patiënten worden er als pro-ducten doorheen gejaagd, we zien ze nauwelijks meer’. Er is nog weinig tijd voor de verpleegkundige om in de volle breedte verpleegkundige zorg te bie-den, om een relatie op te bouwen met de patiënt en om met hem of haar aan-dacht te besteden aan de verwerking van de ingreep, aan de voorbereiding op ontslag als opmaat voor het herstel-proces thuis.
Heroverweging van het alsmaar da-lende aantal ligdagen is gewenst. Het mes zou dan aan meerdere kanten kunnen snijden: verbetering van de kwaliteit van het herstel van de patiënt, minder belasting van de mantelzorgers en veel tevreden verpleegkundigen die met plezier hun vak uitoefenen en er niet over piekeren om hun mooie be-roep vaarwel te zeggen.
De duur van de
ziekenhuisopname
is blijkbaar toch een
graadmeter voor de
ernst van de situatie
g, dam e