• No results found

Geen verband tussen worpgrootte en bedrijfsvoering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geen verband tussen worpgrootte en bedrijfsvoering"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geen verband tussen worpgrootte

en bedrijfsvoering

J. de Boer (onderzoeker sectie schapenhouderij PR)

Het aantal grootgebrachte lammeren per toegelaten ooi is een van de belangrijkste kengetallen voor moderne schapenhouders.

Reden voor het Nederlands Texels Schapenstamboek (NTS) en het PR om na te gaan of er een verband bestaat tussen de worpgrootte en de manier waarop de schapen gehouden worden.

Opzet van het onderzoek

Om na te gaan of er factoren zijn die de lammer-productie beïnvloeden is een enquête onder 284 leden van het NTS gehouden. Dit is een steek-proef uit de 1780 aktieve leden van het NTS. De geënquêteerde leden hebben samen 19 % van het aantal ooien in de stamboekpopulatie. Deze leden kregen ongeveer twee weken voor de voor-jaarsinspectie een vragenformulier thuisgestuurd. De vragen hadden o.a. betrekking op de bewei-ding, voeding en behandeling voor het dekken. Bij het bezoek van de inspecteur werden de vra-gen doorvra-genomen en eventuele onduidelijkhe-den opgelost.

Op deze wijze zijn van 181 bedrijven de enquê-teformulieren teruggekomen op het PR. Ondanks de intensieve samenwerking met de inspecteurs was de respons lager dan verwacht.

De gegevens zijn verwerkt met als belangrijkste vraag of er een verband bestaat tussen de worp-grootte en de manier van bedrijfsvoering. Daarom zijn naast de enquêtegegevens ook de gegevens van de worplijsten van 1986 tot en met 1988 ge-bruikt voor dit onderzoek.

Wat voor bedrijven deden mee?

50 % van de ondervraagde bedrijven ligt op zand-grond, 33 % op kleigrond en 14 % op veengrond. Slechts 5 % van de bedrijven die schapen hou-den ligt op slecht ontwaterde grond. De deelname aan keuringen is groot, 46 % doet altijd mee, 22 % doet nooit mee aan keuringen. Op slechts 10 % van de bedrijven worden de schapen door de vrouw verzorgd. Meer dn de helft van de schapen-houders heeft langer dan 15 jaar ervaring met schapen, 65 % van de schapenhouders is dan ook ouder dan 40 jaar.

Veel schapen worden gehouden op de kleinere bedrijven, 60 % van de bedrijven heeft 0 tot 10 hectare land. De helft heeft zelfs minder dan 6

hectare grasland, overigens schaart 35 % van de bedrijven de schapen vooral in najaar en winter uit. Er wordt niet veel stikstof gestrooid, 65 % van de bedrijven strooit minder dan 300 kg zuivere stikstof.

De worpgroottes

De worpgrootte bij de oudere ooien was-l,78.en bij de eenjarige 1,22. Het aantal grootgebrachte lammeren per toegelaten oudere ooi was 1,33 en bij de eenjarigen 0,69. Het aantal ooien dat voor vervanging of uitbreiding wordt aangehouden is hoog. Ongeveer 50 % van de bedrijven houdt meer dan de helft van de ooilammeren zelf aan. Gezien de ontwikkeling in de schapenhouderij zal dit voor een belangrijk deel uitbreiding zijn.

Sterfte

Bij 60 % van de bedrijven is de sterfte onder de lammeren van de oudere ooien minder dan 10 %. Bij de eenjarigen was dit 15 %. De sterfte is be-rekend uit het aantal geboren lammeren en de lammeren die gestorven zijn tussen geboorte en tatoeage.

Voorbereiding dekseizoen

De ooilammeren worden in het algemeen 15 da-gen later dan de oudere ooien toegelaten bij de ram. Op 62 % van de bedrijven krijgen de halfja-rige ooien geen aparte behandeling, 22 % geeft extra krachtvoer en 12 % maakt kleinere dek-groepen.

De helft van de bedrijven laat de ram twee tot vier weken voor het dekken naast de ooien weiden. Op 66 % van de bedrijven wordt flushing toege-past.

Voeding ooien en lammeren

Tijdens de dracht wordt zowel ruwvoer als kracht-voer verstrekt. Op 15 % van de bedrijven wordt

(2)

Welke factoren bepalen de worpgrootte.

overigens in het geheel niet bijgevoerd. Als krachtvoer wordt door 70 % van de bedrijven ge-bruik gemaakt van schapenbrok. Gedurende de dracht wordt door 85 % niet meer gevoerd an 350 gram per dag. Na het lammen voert 44 % van de schapenhouders de ooien meer dan 750 gram krachtvoer per dag. 67 % van de schapenhou-ders voert niet langer bij dan tot 5 weken na het lammen.

De schapenhouders verstrekken snel krachtvoer aan de lammeren. 47 % doet dit binnen twee we-ken terwijl 90 % van de lammeren krachtvoer ter beschikking krijgt op een leeftijd van vier weken. Over het algemeen gaat men hiermee door totdat de lammeren 4 tot 5 maanden oud zijn. Het spe-nen gebeurt in 80 % van de gevallen na 10 we-ken.

Gezondheidszorg

Op 3 bedrijven na ontwormen alle bedrijven de

ooien. Ook de lammeren worden op de meeste bedrijven ontwormd. Dit gebeurt om de 3 tot 6 weken. Ook de enting tegen het bloed vindt plaats op 64 % van de bedrijven, 40 % behandelt de ooien tegen leverbot. 70 % van de schapenhou-ders bekapt de ooien twee tot drie maal per jaar.

Geen verband voor de onderzochte groep

Binnen de groep die de enquête teruggestuurd hebben is er geen verband gevonden tussen management en worpgrootte. Het aantonen van een verband is mogelijk niet gelukt doordat er binnen de bedrijven tussen de jaren veel variatie is. De bedrijven met de grootste worpen zijn niet ieder jaar dezelfde. Verder is de respons lager geweest dan de verwachting.

Door de enquête is er wel een goed beeld ont-staan van de manier waarop de leden van het NTS hun schapen houden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals in Tabel 1 te zien is de uitkomst van de analyse niet-significant met een p-waarde van 0,86; ook de hoofdvariabelen familie (0,517) en busyness

Regionale postvervoerders zijn buiten de eigen regio afhankelijk van het netwerk van PostNL voor landelijke bezorging de volgende dag.. Wat houdt het

These assays include the modified comet assay (to measure to capacity of cells for base- and nucleotide excision repair), relative quantification of gene expression (to

10(1)(o)(ii) of the ITA, provides an exemption which prevents foreign employment income received outside of South African borders from being taxed in both the foreign

Naast de Consumentenautoriteit werken ook andere toezichthouders aan de aan- Naast de Consumentenautoriteit werken ook andere toezichthouders aan de aan- pak van

Deze is bovendien, bij aanhouden van een gelijke afstand voor de veld- kavels (i.e. 1600 m ) , mede bepalend voor de gemiddelde afstand voor het bedrijf als geheel.Door

toevoegen of verwijderen. De computer vraagt de gebruiker het minimum percentage op te ge- ven dat de huisbedrijfskavel van de bedrij fsoppervlakte moet in- nemen. - De gebruiker

The department planned to provide strategic capacity and leadership, programme and project management, people management and empowerment, financial management,,