• No results found

‘Wat is nou zuivere liefde?’ : een kwalitatief onderzoek naar liefde en seksualiteit onder Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Wat is nou zuivere liefde?’ : een kwalitatief onderzoek naar liefde en seksualiteit onder Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘Wat is nou zuivere liefde?’

Een kwalitatief onderzoek naar liefde en seksualiteit onder Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam.

Bron: prsa.org

Bachelor scriptie Sociologie Juliënne Beijer 10765395 juliennebeijer11@gmail.com Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Begeleider: Myra Bosman Tweede lezer: Marie-Louise Janssen

(2)

1

Voorwoord

Door deze scriptie heb ik de mogelijkheid gehad om op een bijzondere manier een leefwereld te leren kennen waar ik tot nu toe nog onbekend mee was. Mijn respondenten hebben me inzichten gegeven, die ik graag aan iedereen mee zou willen geven. De kennis die ik heb opgedaan door het schrijven van deze scriptie, ga ik nog mijn hele leven gebruiken.

Ik wil graag mijn respondenten bedanken, voor het bespreken van persoonlijke onderwerpen met mij, die mij hiermee een wereld rijker hebben gemaakt. Verder wil ik graag mijn begeleider Myra Bosman bedanken voor haar positieve en fijne begeleiding tijdens dit proces en Marie-Louise Janssen als tweede lezer. Ten slotte wil ik Yoeri bedanken, voor de aanmoediging en ondersteuning dit afgelopen half jaar.

(3)

2

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch Kader 4 2.1. Habitus 4 2.2. Biculturaliteit 5 2.3. Liefde en seksualiteit 7 3. Methoden 8

3.1 Vraagstelling en belangrijke concepten 8

3.1.1. Onderzoeksvraag 8 3.1.2 Concepten 8 3.1.3 Definities van respondenten 9 3.2 Praten met Marokkaans-Nederlandse jongeren 9

3.2.1 Doelgroep 9 3.2.2 Respondenten 9 3.3 Interviews 11

3.4 Reflectie 12

4. Praten over liefde: leerzaam maar taboe 12

4.1 Leren van anderen 12

4.2 Ouders 15

4.3 Taboe 15

4.4 Seksuele oriëntatie 20

5. Islam: ‘God heeft het leven getekend’ 20

5.1 ‘Liefde is echt een item’ 20

5.2 Vrijheid om je eigen leven in te kleuren 21

6. Een eigen weg in slaan 25

6.1 Bewegen binnen een kader 25

6.2 Een geschikte partner vinden 26

7. Conclusie 28

7.1. Conclusie 28

7.2. Reflectie 29

Bibliografie 31

(4)

3

1. Inleiding

Eind 2017 is er in de Nederlandse media ophef ontstaan over zogenoemde ‘expose’ groepen. Op internet waren er chatgroepen opgezet waarin Marokkaans-Nederlandse en Turks-Nederlandse jongens, Turks-Turks-Nederlandse en Marokkaans-Turks-Nederlandse meisjes aan de schandpaal nagelen door het plaatsen van compromitterend beeldmateriaal, zoals

naaktbeelden of foto’s zonder hoofddoek (El Abdouni, 2017). Bij het beeldmateriaal werden privégegevens van de meisjes in kwestie gedeeld (Pruis, Sahla & van Niekerk, 2017).

Hiermee zouden volgens de nieuwsberichten meisjes en hun hele familie ten schande worden gebracht. In de Volkskrant stelt migratie-onderzoeker Leen Sterckx dat preutsheid diep verankerd zit in de moslimgemeenschap, waarbij familie-eer vooropstaat: “Vrouwen mogen geen seksuele ervaringen of vriendjes hebben voor het huwelijk. Als een meisje zich (seksueel) te vrij gedraagt, straalt dat af op de familie” (van Raalte, 2017).

In de media wordt er vaker negatief gesproken over groepen in Nederland met een andere etnische afkomst. Onder andere Marokkaans-Nederlandse jongeren hebben veel te maken met kritiek (Ghaemina, 2015). In Nederland zijn normen van seksuele vrijheid en tolerantie voor veel mensen een belangrijk onderdeel van de samenleving (Mepschen, Duyvendak & Tonkens, 2010, p. 963). Met immigratie van mensen uit andere landen, zoals Turkije en Marokko vanaf de jaren ‘60, werden andere culturen steeds meer als een

bedreiging gezien voor deze Nederlandse normen van seksualiteit (Ibid., p. 962). Een van de gevolgen van, onder andere, negatieve nieuwsberichten is dat er aannames over normen en waarden rondom seksualiteit van mensen met een migrantenachtergrond zijn ontstaan (Prins, Stekelenburg, Polletta & Klandermans, 2013, p. 95). Marokkaans-Nederlandse mensen worden, net als veel andere etnische minderheidsgroepen, door Nederlanders bestempeld als conservatief. De opvattingen van Marokkanen op het gebied van seksualiteit en

genderverhoudingen zouden in strijd zijn met Nederlandse moderniteit (Krebbekx, Spronk, & M'charek, 2017, p. 637; Bracke, 2008, p. 57). Daardoor krijgen jongeren met een

migrantenachtergrond, zoals Marokkaans-Nederlandse jongeren, vaak te maken met stigmatisering (Prins, Stekelenburg, Polletta & Klandermans, 2013, p. 95).

Deze jongeren behoren tot de tweede en derde generatie Marokkaanse-Nederlanders, ze zijn geboren en opgegroeid in Nederland en hebben twee Marokkaanse ouders. Ze leven tussen twee culturen (Sociaal, Cultureel Planbureau, 2015, p. 20). Volgens onderzoek uit 2015 van het Sociaal Cultureel Planbureau voelen Marokkaans-Nederlandse jongeren zich vaak zowel verbonden met Marokkaanse culturele gebruiken, de gebruiken uit het land van herkomst van hun ouders, als met Nederlandse culturele gebruiken (Ibid., 2015, p. 20). Vaak krijgen de jongeren van hun ouders thuis Marokkaanse normen en waarden mee maar doordat

(5)

4

ze in Nederland opgroeien en een netwerk opbouwen krijgen ze buitenhuis ook Nederlandse normen en waarden mee (Ibid., p.16). Dit zou ook het geval kunnen zijn met liefde en seksualiteit.

Maar hoe denken Marokkaans-Nederlandse jongeren zelf over deze onderwerpen? Er is vaker sociologisch onderzoek gedaan naar de leefwereld van Marokkaans-Nederlandse jongeren. Recent onderzoek naar de specifieke thema’s liefde en seksualiteit is vooral kwantitatief. Dit kwalitatieve onderzoek kan bijdragen aan een dieper inzicht in de belevenis van liefde en seksualiteit van Marokkaans-Nederlandse jongeren. Vragen die leidend zullen zijn voor dit onderzoek zijn bijvoorbeeld: hoe ervaren Marokkaans-Nederlandse jongeren liefde en seksualiteit in hun sociale omgeving? Hoe verhouden Marokkaanse cultuur en Nederlandse cultuur zich tot elkaar met betrekking tot deze thema’s? Voor veel jongeren zijn liefde en seksualiteit belangrijke onderwerpen waar ze zich in hun dagelijks leven mee bezighouden (Van Daalen, 2012, p. 163), in welke mate geldt dit ook voor Marokkaans-Nederlandse jongeren?

De doelstelling van dit onderzoek is om een kader te bieden om de leefwereld rondom liefde en seksualiteit van Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam beter te begrijpen. Dit wordt onderzocht aan de hand van de volgende onderzoeksvraag:

Hoe ervaren Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam culturele normen rond seksualiteit en liefde in hun sociale omgeving?

2. Theoretisch kader 2.1 Habitus

Biculturele jongeren hebben cultureel kapitaal uit verschillende leefwerelden (Erel, 2010, p. 648). Een leefwereld omschrijft Bourdieu (1989, p. 12) als een veld. Hij beargumenteerd dat er relatief autonome sociale werelden bestaan die werken volgens een eigen logica. Een veld is een netwerk of kader van objectieve relaties tussen gedefinieerde posities die dwang uitoefenen op actoren die de beschikbare posities bezetten (Ibid., p. 12). Elk veld werkt volgens veldspecifieke mechanismen. Om een positie te kunnen innemen in het veld moeten actoren deze mechanismen begrijpen, die ook wel ‘de regels van het spel’ worden genoemd (Ibid., p. 13; Powell, 2008, p. 172). De logica van een veld bepaald gedeeltelijk de manier waarop mensen in een veld met elkaar omgaan, het veld heeft bepaalde verplichte conventies en waarden (Adams, 2006, p. 514; Powell, 2008, p. 172). Voorbeelden van velden die in dit onderzoek terugkomen zijn de velden van religie, van opvoeding en van onderwijs.

De habitus zorgt ervoor dat actoren zich op de juiste manier kunnen bewegen in een veld en tussen velden (Bourdieu, 1989, p. 13). De habitus is het gevolg van de internalisering van de sociale structuren van een veld door individuen. Hierdoor ontwikkelen zij ‘gevoel voor

(6)

5

het spel’ (Ibid., p. 13; Powell, 2008, p. 172). De habitus zorgt ervoor dat we ons kunnen navigeren door verschillende sociale omgevingen, zonder dat we hier constant bewust van hoeven te zijn (Sinclair, 2017, p. 2). De habitus wordt gevormd door een voortdurend proces van socialisatie, waardoor mensen onbewust de verlangens, rollen en praktijken leren die typerend zijn voor een bepaalde sociale groep waarin ze zich bevinden (Ibid., p. 2). Op basis van eerdere ervaringen ontwikkelen mensen manieren, gevoel, om de sociale wereld om zich heen te interpreteren en hierop te reageren (Powell, 2008, p. 172).

In dit onderzoek wordt de habitus van Marokkaans-Nederlandse jongeren onderzocht. Het gaat specifiek om jongeren die geboren en opgegroeid zijn in Nederland, maar wiens ouders vanuit Marokko naar Nederland geëmigreerd zijn. Kelly & Lusis (2006) onderzochten in hun onderzoek de habitus van Filipijnse migranten in Canada. De habitus van de Filipijnse migranten in hun onderzoek was door de migratie naar een ander land erg beïnvloed en werd al snel aangepast aan het land van aankomst, Canada. Ze namen niet de ‘Canadese’ habtius over, maar verwerkten Canadese gedragingen in hun eigen habitus, waardoor ze zich in Canada steeds meer op hun plek konden voelen. Dit kwam volgens Kelly & Lusis (2006, p. 846) vooral doordat de Filipijnse migranten merkten dat ze met hun ‘Filipijnse’ habitus in een lagere sociale klasse terechtkwamen. De gebruiken die de migranten hadden meegenomen uit hun land van herkomst werden in Canada niet vanzelfsprekend geaccepteerd. Zodra ze even terug waren in hun land van herkomst, wisten de Filipijnse migranten goed te schakelen naar hun ‘Filipijnse’ habitus. Het schakelen tussen habiti en de verandering van de habiti zorgden er volgens Kelly & Lusis (2006. P. 846) voor dat de Filipijnse migranten in Canada nieuwe opvattingen over hun ‘zelf’ verkregen. De Filipijnse migranten gingen reflectiever om met hun, voorheen, vanzelfsprekende gedrag, met hun habitus, doordat ze ermee geconfronteerd werden dat hun eigen gedrag niet meer als vanzelfsprekend beschouwd werd door hun omgeving. Erel (2010, p. 647) stelt in zijn onderzoek naar Turkse migranten in Duitsland en Engeland dat migranten hun habitus proberen te bevestigen in velden waar hun habitus niet dominant is, zoals een ander land met een andere cultuur. Door andere migranten op te zoeken, en in netwerken te verbinden met verschillende mensen met culturele normen en waarden die niet binnen de dominante structuur passen, kunnen ze hun habitus bevestigen. 2.2 Biculturaliteit

In de jaren ’60 vond er een arbeidsmigratie naar Nederland plaats vanuit, onder andere, Marokko (Bracke, 2011, p. 32). Er werd een integratiebeleid opgesteld dat ervoor moest zorgen dat de arbeidsmigranten integreerden in de Nederlandse samenleving maar waardoor ze wel hun eigen culturele identiteit konden behouden. Dit werd ‘integratie met behoud van eigen identiteit’ genoemd (Entzinger, 1975, p. 333). Dit beleid werd opgesteld met het idee dat de arbeidsmigranten terug zouden gaan naar hun land van herkomst (Bonjour, 2007, p. 5).

(7)

6

Uiteindelijk zijn onder andere veel Marokkaanse arbeidsmigranten in Nederland gebleven en zijn veel van hun gezinnen uit Marokko ook naar Nederland gekomen om in Nederland samen hun leven op te bouwen (Ibid., p. 5). Het specifieke ‘integratiebeleid met behoud van eigen identiteit’ heeft ervoor gezorgd dat Marokkaanse immigranten hun kinderen in Nederland vaak een Marokkaanse opvoeding hebben gegeven (Entzinger, 1975, p. 333; Sociaal Cultureel Planbureau, 2015, p. 20). Doordat er in het Nederlandse beleid ruimte was ingebouwd voor het behoud van de culturele identiteit van de Marokkaanse arbeidsmigranten, hadden zij de ruimte om hun eigen habitus mee te brengen en te behouden (Kelly & Lusis, 2006, p. 846). Marokkaans-Nederlandse jongeren, geboren en opgegroeid in Nederland, geven in onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau aan dat ze zich verbonden voelen met Marokko, het land van herkomst van hun ouders (SCP, 2015, p. 20). Dit komt volgens het Sociaal Cultureel Planbureau vooral doordat ze thuis zijn opgevoed met Marokkaanse tradities en rituelen. Zo wordt er in Marokkaanse kringen veel waarde gehecht aan familie en familieverhoudingen, iets wat in Nederlandse kringen minder voorkomt (Ibid., p.20). Volgens Ketner (2010, p. 44) is respect voor ouders in Marokkaanse gezinnen bijvoorbeeld erg

belangrijk, en gaan kinderen daarom niet snel tegen de regels van hun ouders in als ze het hier niet mee eens zijn. Maar doordat Marokkaans-Nederlandse jongeren opgroeien in Nederland en hier hun leven opbouwen, voelen ze zich ook verbonden met Nederland (Ibid., p. 20).

Anderson (1999, p. 20) stelt dat biculturele jongeren leren om bepaalde onderdelen van de beide culturen waarin zij leven te benadrukken en te onderdrukken. Aan de ene kant worden jongeren door hun biculturaliteit bewuster van de verschillen tussen de normen en waarden van de culturen waarin zij leven. Daar staat tegenover dat hun biculturaliteit wel voor spanning kan zorgen doordat het voor hen moeilijk wordt om een middenweg te vinden tussen twee culturen als er grote verschillen worden ervaren tussen heersende culturele normen en waarden (Ibid., p. 20). Hierdoor is het mogelijk dat de verschillende habiti van biculturele individuen in een bepaald veld mogelijk de functie van habitus als een onbewuste natuur in de weg staat. Als individuen door hun biculturaliteit bewust bezig zijn met de verschillen die zij proberen te verwerken in hun habitus, hebben zij een bepaalde mate van reflectiviteit op hun ‘zelf’ en hun eigen habitus zoals Kelly & Lusis (2006, p. 845) zagen bij Filipijnse migranten in Canada.

Tadmor en Tetlock (2006, p. 182) concluderen echter dat biculturele personen juist door de complexiteit en spanning van verschillende culturele normen en waarden waarmee ze opgroeien, beter kunnen communiceren en accepteren van onzekere situaties, in vergelijking met mono-culturele personen. Een onderdeel van het sociale leven van biculturele jongeren waar deze theorieën op kunnen worden toegepast is dat van liefde en seksualiteit. Hoe zij omgaan met verschillende aspecten van culturele normen rondom liefde en seksualiteit en hoe zij zich verhouden tot die verschillen.

(8)

7

2.3 Seksualiteit en liefde

Volgens Krebbekx, Spronk, & M'charek (2017, p. 637) vinden mensen in Nederland seksualiteit en seksuele vrijheid een belangrijk onderdeel van Nederlandse culturele normen en waarden en wordt het beschouwd als een belangrijk onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling (van de persoonlijke habitus) in de tienerjaren. Daarom wordt over de thema’s liefde en seksualiteit onder andere gesproken op scholen, thuis en in

gezondheidszorgklinieken (Ibid., p. 637). Hier is een verbintenis te zien tussen het veld van opvoeding, het veld van onderwijs en het medisch veld. Uit kwalitatief onderzoek van Ketner (2010, p. 71) en recent kwantitatief onderzoek van Rutgers (2017) blijkt dat relaties, liefde en seksualiteit volgens Marokkaans-Nederlandse jongeren juist niet, of slechts moeilijk

bespreekbaar zijn met hun ouders. Ketner (2010, p. 70) concludeert dat er sprake is van een stilzwijgende afspraak tussen ouder en kind. Zolang de ouders niets weten over het gedrag van hun kinderen op het gebied van liefde en seksualiteit, kunnen zij ook niet in verlegenheid gebracht worden als hun kinderen iets doen wat niet past bij hun culturele normen op dat gebied.Het onderzoek van Rutgers (2017) concludeert dat Marokkaans-Nederlandse jongeren om deze reden anders denken over (voornamelijk) seks dan Nederlandse jongeren. Doordat ze opgroeien in omgevingen waarin verschillende opvattingen rond seksualiteit en liefde gelden kan het voor deze jongeren moeilijk zijn zich te gedragen in overeenstemming met de verwachtingen van hun omgeving.

Zij hebben, volgens Van Daalen (2012, p. 165) door hun biculturaliteit te maken met verschillende ‘liefdesmodellen’ als het gaat om seksualiteit en liefde. Enerzijds hebben zij te maken met het in Nederland heersende romantische ‘liefdesmodel’, dat uit gaat van spontane emoties en seksualiteit en inlevingsvermogen en zich niet laat leiden door tradities (Ibid., p. 164). En anderzijds met het ‘liefdesmodel’ onder familieregie, waarbij ouders en familie inspraak hebben en de liefde meer ‘gearrangeerd’ wordt (Ibid., p. 165). Maar, Van Daalen (2012, p. 165) zegt ook dat Marokkaans-Nederlandse jongeren ruimte vinden om af te wijken van de wensen over liefde en seksualiteit van hun ouders, als ze dat willen. Jongens en meisjes ontmoeten elkaar vaak buiten het familietoezicht en door social media en mobiele telefoons hebben ze meer mogelijkheden om naar eigen inzicht om te gaan met liefde en seksualiteit (Ibid., p. 165). Zo vinden de jongeren door verschillende manieren hun eigen weg, zowel door middel van spontane eigen liefde, als liefde die meer overwogen is en past bij de wensen van hun ouders en familie (Ibid., p. 165).

In deze scriptie onderzoek ik hoe Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam de, al dan niet tegenstrijdige, culturele normen rondom seksualiteit en liefde die zij in hun habitus hebben opgenomen ervaren en hoe ze hier mee om gaan.

(9)

8

3. Methoden

3.1 Vraagstelling en belangrijke concepten 3.1.1 Onderzoeksvraag

In deze scriptie wordt er onderzocht hoe verschillende culturen en religie invloed hebben op de ervaring van liefde en seksualiteit onder Marokkaans-Nederlandse jongeren. Het gaat hier om cultuur van het land van herkomst van de ouders van de jongeren, Marokko, en cultuur die ze hebben meegekregen in het land van ze geboren en opgegroeid zijn, Nederland.Dit wordt onderzocht door middel van de volgende onderzoeksvraag:

Hoe ervaren Marokkaans-Nederlandse jongeren in Amsterdam culturele normen rond seksualiteit en liefde in hun sociale omgeving?

In eerste instantie wilde ik me in dit onderzoek richten op de ervaring van Marokkaans-Nederlandse jongeren van Marokkaanse en Marokkaans-Nederlandse culturele en normen met betrekking tot liefde en seksualiteit. In mijn interviews merkte ik dat de respondenten niet alleen vertelden over hun ervaring, maar ook over de manier waarop ze met die normen van liefde en seksualiteit om gaan. Daarom ben ik vervolgens ook gaan kijken naar hoe de jongeren zich zelf tot deze verschillende culturele normen verhouden. Ik heb dus ook gekeken naar hoe ze hun eigen agency gebruiken om met de verschillende normen rond liefde en seksualiteit om te gaan. Daarnaast kwam uit de interviews naar voren dat religieuze normen een belangrijk onderdeel zijn van Marokkaanse cultuur en van de ervaringen met liefde en seksualiteit onder Marokkaans-Nederlandse jongeren. Alle respondenten geven aan dat de religie islam een belangrijke invloed heeft op hoe zij omgaan met normen van liefde en seksualiteit. 3.1.2 Concepten

In dit onderzoek zijn cultuur, liefde en seksualiteit belangrijke concepten. De definities van de concepten worden in de analyse bepaald aan de hand van de definities die de respondenten zelf hieraan geven. Zelf heb ik wel een bepaalde definities bij deze concepten.

Cultuur: de definitie van cultuur die ik aanhang komt uit het paper Culture in Action: symbols

and Strategies van Ann Swidler. Cultuur bestaat uit symbolen van betekenis, geloof, rituelen

praktijken, kunstvormen, ceremonies en informele culturele praktijken zoals taal, roddels, verhalen en rituelen van het dagelijks leven (Swidler, 1986, p. 273).

Liefde: Voor liefde gebruik ik de definitie van Rineke van Daalen uit De Sociale Kaart van

Nederland. Liefde wordt gezien als romantische liefde, vaak een erotische en seksuele relatie

tussen mensen die gebaseerd zijn op emoties en gevoelsuitdrukking. Daarnaast kan liefde ook meer overwogen zijn waarbij partners elkaar liefhebben aan de hand van bepaalde criteria

(10)

9

(Van Daalen, 2012, p. 164).

Seksualiteit: Seksualiteit zie ik zelf in dit onderzoek als seksuele oriëntaties, seksuele gevoelens en seksueel gedrag. Dit komt voor een deel uit het onderzoek Seks onder je 25e

van Rutgers (2017).

3.1.3 Definities van respondenten

De respondenten spreken allemaal over ‘de Marokkaanse cultuur’, waarbij ze cultuur omschreven als de normen en waarden die hun ouders of grootouders uit Marokko hebben meegekregen en in Nederland weer aan hun kinderen hebben doorgegeven. Hierbij hebben de respondenten bijna geen specifieke uitleg gegeven over verschillen binnen ‘de’ Marokkaanse cultuur. Door het thema van dit onderzoek hebben we het vooral gehad over regels en gewoontes rondom liefde en seksualiteit die volgens de respondenten hoorden bij

Marokkaanse cultuur.Één respondent gaf aan dat zijn ouders uit het Berbers gedeelte van Marokko komen, waardoor ze wel wat verschillen van Marokkanen uit het Arabische gedeelte van Marokko. De respondent heeft hierbij geen specifieke verschillen genoemd tussen normen en waarden van het Berbers gedeelte en het Arabische gedeelte. Één

respondent gaf aan dat als ze over cultuur sprak,ze het ongenuanceerder vertelde dan het was om het makkelijker uit te kunnen leggen. Volgens deze respondent heeft elke stam in

Marokko wel wat verschillen in culturele normen en waarden, maar worden die verschillen door Marokkaans-Nederlandse mensen in Nederland afgezwakt, waardoor er breder gedeelde normen en waarden overblijven die in Nederland worden aangehouden.

3.2 Praten met Marokkaans Nederlandse jongeren 3.2.1 Doelgroep

De doelgroep van dit onderzoek zijn Marokkaans-Nederlandse jongeren wonend in

Amsterdam. In dit onderzoek is er gekozen voor jongeren; vrouwen en mannen van de leeftijd 18 tot en met 25 jaar. Er is gekozen voor deze leeftijdscategorie omdat er volgens Arnett (2007) in deze leeftijdsperiode veel ontwikkeling plaatsvindt op het gebied van liefde en seksualiteit. De respondenten zijn jongeren die in Nederland geboren en opgegroeid zijn en waarvan beide ouders een Marokkaanse afkomst hebben. Ik heb ervoor gekozen om Marokkaans-Nederlandse jongeren te onderzoeken vanuit mijn persoonlijke interesse in biculturaliteit. Om mijn doelgroep te specificeren heb ik Marokkaans-Nederlandse jongeren als doelgroep gekozen omdat ik zelf nog weinig kennis van deze groep had.

3.2.2 Respondenten

De respondenten heb ik in eerste instantie benaderd via mijn eigen netwerk. Daarnaast heb ik twee stichtingen in Amsterdam benaderd waar veel multiculturele jongeren werken. Verder is er (met toestemming van de opleidingsmanager) door een docent van de Hogeschool van

(11)

10

Amsterdam namens mij een mail naar alle studenten van de opleiding Frans en de minor Arabisch verstuurd. Om het onderzoek toegankelijker te maken zijn de respondenten

benaderd om te praten over liefde in een interview. Seksualiteit en seks zijn niet genoemd bij de werving om te voorkomen dat het mensen zou afschrikken.

Ondanks deze pogingen bleek de doelgroep moeilijker te benaderen dan van te voren verwacht. Helaas kwam uit de werving via de stichtingen en via de Hogeschool van

Amsterdam geen respondenten naar voren en heb ik uiteindelijk al mijn respondenten uit mijn eigen netwerk gekregen, door middel van snowball sampling (Bryman, 2012, p. 424). In eerste instantie was het al moeilijk om via mijn eigen netwerk met Marokkaans-Nederlandse jongeren in contact te komen. Daarnaast merkte ik dat het onderwerp ‘liefde’ veel mensen toch ook al afschrikte. Vooral mannen wilden niet met mij praten over liefde. Uiteindelijk zijn er acht respondenten geïnterviewd, zes vrouwen en twee mannen (Elim en Hakim). Alle respondenten hebben twee Marokkaanse ouders maar niet alle ouders zijn in Marokko geboren, een aantal zijn in Nederland geboren. Alle respondenten zijn zelf in Nederland, specifiek in Amsterdam, geboren en opgegroeid. Tabel 1 geeft een overzicht van de leeftijd, opleiding en plaats van opgroeien van de respondenten en van het land van geboorte van hun ouders. Om de respondenten van anonimiteit te verzekeren zijn hun namen gefingeerd.

Het merendeel van mijn respondenten geeft aan zich te identificeren met zowel de culturele identiteit van het land van herkomst van hun ouders, Marokko, als met Nederland, als met de religieuze identiteit van moslim. Zes van de acht respondenten geeft aan zich meer te identificeren als moslim dan als Marokkaan.De redenen die hiervoor worden gegeven zijn dat de meesten het niet eens zijn met alle normen die ze van hun ouders en uit hun omgeving hebben meegekregen uit de Marokkaanse cultuur. Ze benoemden specifiek dat de normen vanuit Marokkaanse cultuur en islam over liefde en seksualiteit soms het tegenovergestelde uitdragen. Hierover volgt meer in hoofdstuk 5.

(12)

11

Tabel 1.

3.3 Interviews

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn er in totaal acht semi-gestructureerde

interviews afgenomen in dit onderzoek (Bryman, 2012, p. 71). Het voordeel hiervan was dat er in de interviews rapport kon worden opgebouwd door af te wijken van de topiclijst en doordat de vragen niet in een bepaalde volgorde gesteld hoefde te worden (Ibid., p. 471). Om het interview af te nemen heb ik een topiclijst opgesteld met subvragen, de topiclijst was ontworpen om vragen te vormen die rekening hielden met de vorige antwoorden van de respondent. Het interview werd gehouden in een open gespreksvorm waarbij de respondent ook vragen kon stellen aan de interviewer. De respondenten gaven zelf aan op welke locatie zij het interview wilden houden, zodat we in een omgeving zaten waar ze zich prettig zouden voelen om eerlijk antwoord te geven op de vragen. Alle interviews zijn met toestemming van de respondenten opgenomen op een iphone 5SE, tijdens de interviews zijn de echte namen van de respondenten niet genoemd. Daarna zijn de interviews getranscribeerd en zijn de opnames van de telefoon verwijderd. De opnames zijn behouden op een externe harde schijf

Ouder(s) geboren in Marokko

Ouder(s) geboren in Nederland

Leeftijd Opleiding Opgegroeid in

Rabia Vader Moeder 25 HBO

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Wittenburg, Amsterdam

Elim Vader & Moeder 23 WO Bachelor Geneeskunde Geuzenveld, Amsterdam

Hakim Vader & Moeder 25 Afgerond HBO Bedrijfskunde Westerparkbuurt, Amsterdam

Saida Vader & Moeder 22 HBO Pedagogiek Oud-West, Amsterdam

Nisa Vader & Moeder 21 WO Master

Arbeidspsychologie

Osdorp, Amsterdam

Farah Vader & Moeder 23 HBO Maatschappelijk Werk

en Dienstverlening

Kinkerbuurt, Amsterdam

Amira Moeder Vader 24 HBO Sociaal Pedagogisch

Hulpverlening

Oosterparkbuurt, Amsterdam

Nassira Vader Moeder 18 MBO4 Medewerker

Maatschappelijke Zorg

(13)

12

die met een wachtwoord beschermt is. De namen van de respondenten zijn in de transcripten en in de citaten gefingeerd om hen van anonimiteit te verzekeren. De citaten in dit onderzoek zijn bewerkt om leesbaar en duidelijk te maken, er zijn leestekens toegevoegd en overbodige woorden weggehaald.

3.4 Reflectie

Doordat de doelgroep moeilijk te benaderen was zijn er voor dit onderzoek slechts acht respondenten geïnterviewd. Het onderwerp liefde bleek een gevoelig onderwerp te zijn onder Marokkaans-Nederlandse jongeren en vooral Marokkaans-Nederlandse jongemannen wilden hier niet over praten. De mannen die benaderd zijn gaven allemaal aan dat dit niet per se lag aan het interview, maar dat ze überhaupt niet graag over liefde praten. Dit lijkt ook bevestigd door Elim en Hakim de twee mannelijke respondenten, die allebei in het dagelijks leven niet veel praten over liefde. In de groep van respondenten is hierdoor geen gelijke verdeling van mannen en vrouwen, er zijn zes vrouwelijke respondenten geïnterviewd en twee mannelijke respondenten.

Het expliciete doel van dit onderzoek is om een rijk, beschrijvend en diepgaand inzicht te geven in de leefwerelden van de geïnterviewde respondenten. Het doel is expliciet niet om een generalisatie te geven over alle Marokkaans-Nederlandse jongeren in

Amsterdam. Dit is een kwalitatief onderzoek met een kleine sample die niet representatief is voor een bepaalde groep, het onderzoek belicht slechts een aantal ervaringen van

verschillende culturele normen rond liefde en seksualiteit.

Alle respondenten zijn uiteindelijk via eigen netwerk en snowball sampling benaderd. Het nadeel hiervan is dat een deel van de respondenten uit hetzelfde netwerk komt en

hierdoor kunnen hun antwoorden mogelijk op elkaar lijken (Bryman, 2012, p. 424). Zo doen bijvoorbeeld zes van de acht respondenten een sociaal maatschappelijke studie en beschrijven twee respondenten zich als goede vriendinnen.

4.Praten over liefde: leerzaam maar ook taboe

Het eerste gedeelte van alle interviews ging over praten en leren over liefde. De respondenten hebben hierbij uitgelegd met wie ze in het dagelijks leven liefde bespreken en van wie ze over liefde geleerd hebben en hoe ze hun eigen visie op liefde ontwikkeld hebben.

4.1 Leren van anderen

Zes van de acht respondenten geven aan in het dagelijks leven veel over liefde te praten. De meeste spreken regelmatig met vriendinnen over dit onderwerp, een enkeling ook met de ouders. Alle vrouwelijke respondenten geven aan het vooral fijn te vinden om het met vriendinnen van dezelfde leeftijd over liefde te hebben. In eerste instantie doen ze dit omdat

(14)

13

ze de behoefte voelen om hun gevoelens met anderen te kunnen bespreken om van elkaars visie op liefde te leren. Daarnaast vinden ze het ook fijn om elkaar advies te geven en om elkaar te behoeden voor eventuele negatieve ervaringen door liefde. Amira legt dit uit:

Als we zien dat iemand verliefd is, we zijn niet alleen open over dat onderwerp maar ook heel alert en kritisch. Want vriendinnen moeten elkaar ook helpen en dingen aan elkaar meegeven. –Amira

De respondenten vertellen veel te leren over liefde van hun vriendinnen. De zes vrouwelijke respondenten hebben allemaal vriendinnen die net als zij zowel islamitisch als Marokkaans zijn. Met hen bespreken ze voornamelijk wat ze vanuit hun opvoeding allemaal geleerd hebben over liefde in islam en in Marokkaanse cultuur, en wat ze buitenshuis meekrijgen erover. Saida vertelt wat ze met haar islamitische vriendinnen bespreekt: Het gaat over persoonlijkheden waarop we vallen, (…) wat het verschil tussen verliefdheid en liefde is, dan vooral de verschillen van tot hoe ver ga je, tot hoe ver is het voor jou acceptabel, wat zegt het geloof daarover, ga je daarin mee, in wat het geloof zegt ja of nee. –Saida

Als de respondenten het hebben over liefde met hun Marokkaanse en islamitische

vriendinnen, merken ze soms verschillen. Ondanks dat ze dezelfde culturele en religieuze achtergrond hebben, zijn ze niet allemaal hetzelfde opgevoed. Sommige vriendinnen zijn ook kritischer op de regels die vanuit de opvoeding worden meegegeven, terwijl anderen de regels sneller volgen. Een aantal respondenten geven aan dat sommige vriendinnen regels

meekrijgen (en volgen) die voortkomen uit normen uit Marokko, terwijl anderen aangeven dat hun ouders zich meer hebben aangepast aan Nederlandse normen en ze daarom meer ‘vrijheid’ hebben als het gaat om het (niet) volgen van Marokkaanse normen. Één respondent benoemt als voorbeeld dat haar ouders uit het dorp in Marokko waar ze vandaan komen, hebben meegekregen dat een ongetrouwde man en vrouw niet samen over straat mogen en er absoluut niet over romantische of seksuele gevoelens gepraat mocht worden. Later hebben de ouders van deze respondent sommige regels voor hun kinderen wat losser gelaten.

Toen mijn ouders naar Nederland kwamen zaten ze nog een beetje vast in de mentaliteit van het dorp, maar gaande weg lieten ze dat wel een beetje los. Want ze zagen hoe dat er in Nederland aan toe ging en ze zagen, we moeten ons ook een beetje aanpassen. -Farah

Zo benoemt deze respondent dat ze wel met haar moeder over verliefdheid kan praten, maar absoluut niet met haar vader. Terwijl ze weet van andere vriendinnen dat die met allebei de ouders niet over verliefdheid kunnen praten, wat zij verklaart als traditionelere Marokkaanse normen. Wel kunnen praten over liefde met ouders, verklaart deze respondent als meer Nederlands. De habitus van deze respondent is beïnvloed doordat haar ouders naast Marokkaanse culturele normen, ook Nederlandse culturele normen in hun eigen habitus

(15)

14

hebben opgenomen nadat ze naar Nederland geëmigreerd waren (Kelly & Lusis, 2006; Bourdieu, 1989).

Naast Marokkaanse en islamitische vriendinnen, hebben de zes respondenten ook vriendinnen die niet Marokkaans en islamitisch zijn. Ook van deze vriendinnen leren ze veel door de verschillen tussen hun perspectieven op liefde en opvoeding over liefde te bespreken. Zo hebben niet-religieuze vriendinnen vaker relaties of kunnen ze andere stappen

ondernemen als het gaat om liefde, zoals samenwonen met een partner. Nassira benoemt hier een verschil:

Een vriendinnetje van mij kan ook gewoon met haar vader praten over haar vriendjes en als ze wil kan ze gewoon lekker op zichzelf gaan wonen of met iemand samen gaan wonen, (…).Ik zou echt niet aan kunnen komen met een relatie of dat ik wil samenwonen. –Nassira

De meeste respondenten verklaren dat ze het fijn vinden om van religieuze en niet-Marokkaanse vriendinnen en vrienden te horen over hun ervaring met liefde, omdat ze daardoor zelf meer gaan nadenken over welke normen zij hebben meegekregen en hierover kritisch gaan nadenken.

Dan hoor je de meningen van elkaar (…) dat je denkt van oh, zo denk jij er over, of van oh, jij bent dus zo vrij opgevoed dat is wel anders dan ik. Ja bij ons is dat echt een taboe. (…) Dan heb je opeens meer een idee van hoe jij er in het leven in staat en hoe jij over dit soort dingen denkt. –Saida

Respondenten vergelijken hun perspectieven over liefde met die van anderen, en gaan hierdoor zelf nadenken over hun eigen perspectief en hun eigen opvoeding. Doordat ze deze verschillen meemaken, lijken ze een bepaalde mate van reflectiviteit in hun habitus te hebben opgenomen, waardoor ze niet vreemd opkijken van andere perspectieven.

De respondenten geven bijna allemaal aan dat ze de normen van hun ouders begrijpen en het niet erg vinden dat ze soms minder ‘vrij’ zijn op het gebied van liefde en seksualiteit dan hun andere vriendinnen, maar dat ze het later zelf wel anders zouden gaan doen. De vrouwelijke respondenten vertellen dat ze het alleen maar positief ervaren dat ze met hun vriendinnen veel over liefde kunnen praten en dit ook later aan hun eigen kinderen mee zouden willen geven. De respondenten hanteren hier verschillende normatieve kaders. Ze zetten zich niet af tegen de normen die ze van hun ouders hebben meegekregen, maar laten wel duidelijk merken dat dit niet is hoe ze het zelf in de toekomst zouden doen en dat een andere manier hen beter lijkt. Het citaat van Nassira is hiervoor sprekend:

Het hoeft van mij niet. Ik vind het helemaal goed zoals het is, ik ben super blij dat zij dat aan haar ouders kan vertellen maar ik denk ook, later wil ik het dus ook gewoon zo doen, dat we gewoon met z’n allen kunnen zitten en erover kunnen praten, dat vind ik gewoon super belangrijk. –Nassira

(16)

15

Zoals het citaat van Nassira laat zien hanteren respondenten die het niet eens zijn met hun ouders maar de normen van hun ouders ook niet afkeuren, verschillende normatieve kaders. Normen die tegenover elkaar staan, in dit geval, wel praten over liefde en niet praten over liefde, beschouwen zij allebei als vanzelfsprekend. Van geen van beide kijken ze vreemd op. 4.2 Ouders

De helft van alle respondenten geeft aan met ouders of één van de ouders over liefde te kunnen praten. De vrouwelijke respondenten hiervan praten vooral met hun moeder over liefde. Ze geven aan dat hun moeder daar van jongs af aan al meer met ze over praatte dan hun vader en dat ze het fijner vinden om met hun moeder te bespreken omdat zij ook een vrouw is en ze het gevoel hebben dat hun moeder daarom hun gevoelens beter begrijpt dan hun vader. Een mannelijke respondent geeft aan met zijn vader over liefde te praten, omdat hij die band met zijn vader heeft en minder met zijn moeder. De andere helft van de

respondenten die niet met hun ouders over liefde praten geven aan dat dit voornamelijk komt omdat hun ouders praten over liefde als een taboe beschouwen. Het citaat van Nassira laat dit zien:

Dat is echt een taboe, met m’n vader is dat gewoon echt een no go, en m’n moeder zou het wel een beetje kunnen maar eigenlijk echt, in mijn gezin kan dat echt niet eigenlijk. –Nassira

In de interviews merk ik dat de respondenten niet heel duidelijk zijn over wat ze wel en niet met hun ouders kunnen bespreken. Sommige zijn in het begin duidelijk over het taboe en dat ze liefde niet bespreken met hun ouders, maar soms draaien ze hun woorden toch weer terug om te vertellen dat als ze het zouden willen, het wel zou kunnen, maar dat ze er vooral ook zelf geen behoefte naar voelen. Andere geven ook weer aan dat ze het wel zouden kunnen bespreken, maar wel in een bepaalde mate. Ze zijn niet specifiek over in welke mate dit dan zou kunnen. Zo verklaart Nassira bijvoorbeeld dat ze een keer aan haar moeder heeft verteld over een jongen die ze leuk vond en dat haar moeder hier eigenlijk niks over wilde horen. Maar daarna had haar moeder wel gezegd dat ze niet wilde dat Nassira tegen haar zou liegen dus dat ze het daarom wel deels zou willen weten.

En toen zei ze van ‘ja, oke, oke, pas gewoon op en niet tegen me liegen dat je dan ergens bent en dat je dan naar hem toe gaat ofzo’, iets in ie richting, maar ja ze wilde er verder niks over horen. –Nassira

4.3 Taboe

‘Taboe’ is een woord dat in alle interviews redelijk veel voorkwam. Bijna alle respondenten hebben dit woord genoemd als we het hadden over liefde. De respondenten vertellen dat liefde in het openbaar bespreken niet gedaan wordt in Marokkaanse kringen. De meeste respondenten verklaren dat ze van jongs af aan al mee hebben gekregen om het niet over

(17)

16

liefde te hebben met andere mensen, liefde zou iets privé zijn tussen een getrouwde man en vrouw.

Het is iets dat in huis gebeurd, tussen de lakens, het is echt iets tussen [getrouwde] man en vrouw en dat wordt verder helemaal niet gedeeld met anderen. That's it, daarom doe je niet echt openlijk, je praat er niet echt openlijk over in Marokkaanse cultuur zeg maar, dat is taboe. –Saida

Zoals eerder benoemd bespreken sommige respondenten liefde wel met hun ouders, maar ook de meeste van deze respondenten hebben meegekregen om het verder niet buitenshuis te bespreken. Volgens de respondenten is het taboe op liefde specifiek iets uit Marokkaanse cultuur:

Zoals het openlijk bespreken van liefde en seksualiteit, (…), de Marokkaanse cultuur is echt een schaamte cultuur, van ohnee je moet je schamen van ohnee dat moet je echt niet zo openbaar zeggen. –Nisa

Nisa benoemt hier dat liefde en seksualiteit onder het taboe vallen, met als reden dat het binnen Marokkaanse cultuur als onderwerpen zouden worden gezien waar iemand zich voor moet schamen. Het taboe op praten over liefde heeft volgens respondenten verschillende redenen. Zoals eerder benoemd vertellen de respondenten dat liefde in Marokkaanse cultuur iets privé is tussen een getrouwde man en vrouw. Een meerderheid van de respondenten geeft aan dat ze zijn opgevoed met het idee dat liefde begint bij het huwelijk en dat dit de enige vorm van liefde is die geaccepteerd wordt. Praten over liefde zou erop duiden dat je iets met romantische of seksuele gevoelens wilt doen voordat je getrouwd bent, en dit zou volgens verschillende respondenten in Marokkaanse cultuur een schande zijn.

Stel je voor je, een meisje komt thuis uit school en zij vertelt aan haar ouders, mama, papa, ik ben verliefd op een jongen uit m’n klas. [In] de Marokkaanse cultuur, wordt er meteen gezegd joh, dat mag je niet zeggen. Daar praten we niet over, dat is echt die taboe. Dat is een schande. –Amira

Aangezien liefde begint bij het huwelijk, zou er daarom ook voor het huwelijk niet over gepraat hoeven worden. Andere vormen van liefde dan het huwelijk, zoals relaties voor het huwelijk, zijn volgens de respondenten niet toegestaan. De respondenten geven hier twee redenen voor. Ten eerst zou het een bescherming voor jezelf zijn en voor de relatie. Als je met iemand trouwt dan beloof je aan elkaar, door middel van een contract, om bij elkaar te blijven. Dit zou ervoor zorgen dat je niet zomaar iemand kiest om je leven mee te delen, maar hier goed over nadenkt en bij elkaar blijft.

Voor je eigen veiligheid bijvoorbeeld. Als je bijvoorbeeld een relatie hebt en die gaat stuk, zonder dat je het vast hebt gelegd, daar komen gewoon heel veel nare dingen uit. –Farah

Daarnaast zou het ervoor zorgen dat de partners altijd blijven werken aan de relatie. Uit elkaar gaan, scheiden, is dat ook niet toegestaan en zou ook een schande. De respondenten hebben

(18)

17

meegekregen dat als je getrouwd bent, je de relatie niet zo maar opgeeft, je probeert er alles aan te doen om het huwelijk in stand te houden. Zo verklaart Saida:

Dan heb je met elkaar zekerheid en dan bouw je een leven met elkaar op. Dan zal je niet zo snel opgeven op het moment dat er even een botsinkje is met elkaar of een ruzie, want je bent met elkaar getrouwd, je hebt elkaar iets beloofd. –Saida De helft van de respondenten is het met het huwelijk als enige geaccepteerde vorm van liefde eens. Zij hebben geen behoefte aan een relatie of een andere vorm van liefde en willen iemand vinden om mee te trouwen. Dat deze respondenten het eens zijn met trouwen als de enige vorm van liefde, betekent niet dat zij het eens zijn met het taboe op praten over liefde. Ondanks dat zij van mening zijn dat ze geen relatie willen met iemand, vinden ze het wel goed om over liefde te praten en te leren zodat ze voor zichzelf een goed idee kunnen vormen over wat liefde precies is. Rabia legt dit uit:

Om juist te bespreken en om juist te gaan kijken naar wat is nou de oorsprong, wat is nou zuivere liefde? Zo moet je het zien, dat je daar achter komt juist door het met elkaar te bespreken, door van anderen te leren. –Rabia

Volgens de respondenten is het huwelijk de enige geaccepteerde vorm van liefde in Marokkaanse kringen. Respondenten geven aan dat het volgens Marokkaanse gebruiken de bedoeling is dat je een partner vindt voor het leven en ook maagd blijft tot het huwelijk. Hierdoor worden seks en liefde aan elkaar verbonden. Nisa vertelt dit als volgt:

Het gaat er zeg maar om, als jij aan iedereen vertelt dat je verliefd bent of iets of het hebt over iemand met wie je wilt zijn, dan gaat eigenlijk iedereen er van uit dat je het dan ook over seks hebt. –Nisa

Dit is volgens de respondenten de belangrijkste reden van het taboe dat ze van hun ouders hebben meegekregen. Als iemand het over liefde zou hebben, dan kunnen mensen ervan uit gaan dat diegene het ook over seks heeft. Doordat liefde en seks allebei pas na het huwelijk zijn toegestaan, worden gevoelens van liefde en seksualiteit onlosmakelijk met elkaar verbonden. Volgens de respondenten zorgt dit ervoor dat er in Marokkaanse kringen vanuit wordt gegaan dat als iemand die ongehuwd is praat over liefde, diegene ook over seks praat. Seks zou in Marokkaanse kringen een gevoelig onderwerp zijn omdat het alleen toegestaan is tussen een getrouwde man en vrouw en niet voor het huwelijk of buiten het huwelijk.

Liefde is iets is dat je doet op het moment dat je getrouwd bent, (…) en er is geen seks voor het huwelijk. Er wordt heel gauw de verbinding gelegd tussen

gemeenschap [seks] en liefde, waardoor liefde niet bespreekbaar is omdat gemeenschap best wel een gevoelig onderwerp is. –Saida

Vier van de zes vrouwelijke respondenten en één van de twee mannelijke respondenten benoemen dat ze om deze reden niet in het openbaar over liefde praten. Ze beamen allemaal dat ze het niet eens zijn met het taboe, omdat ze zich zelf niet schamen voor liefde, maar ze willen niet dat mensen een negatief beeld van ze hebben of dat roddels bij hun

(19)

18

ouders of familie terecht komen. Ze geven aan dat ze aan hun ouders merken dat zij vrezen voor een slechte reputatie. Dit komt doordat seks en reputatie ook verbonden zijn.

Laat ik het zo zeggen, je kan niet tegen een random Marokkaanse vrouw zeggen, ik ben verliefd en ik heb bepaalde gevoelens. Dat kan je gewoon niet zeggen, dat is gewoon taboe, dat kan niet. Dan ben je meteen een vies meisje. –Nisa

Zoals Nisa in het bovenstaande citaat benoemt, kan een ongehuwde vrouw worden aangezien voor een ‘vies meisje’ als zij ervan wordt verdacht seksueel actief te zijn. Volgens een aantal respondenten kan een slechte reputatie snel ontstaan doordat roddels zich binnen de

gemeenschap verspreiden en mensen elkaar in de gaten houden. Saida licht dit toe:

Het is echt een wij cultuur. Dus, je kijkt heel erg naar elkaar, je let op elkaar, (…) je bent altijd geïnteresseerd in het leven van de ander en als je het dan hebt over liefde, (…) dan denkt iedereen eigenlijk van: ‘oh dan heeft ze ook al gemeenschap [seks] gehad’. –Saida

De meeste vrouwelijke respondenten benoemen dat ze een slechte naam willen voorkomen. Ze zouden het vervelend vinden om in hun omgeving een slechte reputatie te krijgen en daarnaast willen ze ook niet dat hun ouders zich zorgen over hen hoeven te maken.

In die Marokkaanse kringen, dan zou het ook heel snel bij mijn ouders terecht komen. En ik heb gewoon liever niet dat mijn ouders zich daar druk om hoeven te maken. (…) Dat ze daarmee gek worden gemaakt van: ‘hee kijk wat je dochter doet’. Tuurlijk weten ze beter, maar toch. –Nisa

Twee vrouwelijke respondenten vertellen dat ze het taboe op liefde kennen van Marokkaanse kennissen, maar dat ze het zelf niet zo specifiek meemaken. In hun buurt wordt er niet zo specifiek op gelet en hun ouders maken zich ook niet druk dat ze een slechte reputatie kunnen krijgen. Één respondent legt uit dat het heel erg aan specifieke buurten kan liggen of er veel sociale controle plaatsvindt. Daarnaast vertelt zij dat één van haar ouders in Nederland geboren is en zelf ook al opgegroeid is met minder traditionele normen, en dat dit ervoor gezorgd zou kunnen hebben dat haar ouders hier minder mee bezig zijn.

Zoals eerder benoemd vinden de respondenten het zelf geen taboe om liefde bespreken, ze bespreken het met vrienden, sommige met ouders, maar vinden het ook geen probleem om erover te vertellen aan een vreemde zoals tijdens de interviews. De

respondenten vertellen dat ze het ook belangrijk vinden om het te blijven bespreken met vriendinnen:

Het wordt echt gezien als een taboe onderwerp als je kijkt naar de Marokkaanse cultuur, en dat vind ik heel jammer omdat het toch wel een onderwerp is waar je zo veel uit mee kan krijgen (…). Dus dat is een van de redenen dat wij het onderling ook heel veel bespreken. –Amira

Met leeftijdsgenoten spreken alle respondenten makkelijk over liefde en seksualiteit. Er lijkt hier een generatieverschil te zijn tussen de respondenten en hun ouders, dat mogelijk te

(20)

19

verklaren is doordat de jongeren geboren en opgegroeid zijn in Nederland, terwijl de meeste ouders in Marokko zijn geboren zijn. De culturele normen uit Marokko lijken hier de habitus van de ouders meer te hebben beïnvloed dan dat het geval is bij die van de jongeren.

4.4 Seksuele oriëntatie

Naast praten over liefde kwam er in de interviews nog een taboe onderwerp ter sprake, namelijk: seksuele oriëntaties. In mijn interviews vroeg ik tot wat voor personen de

respondenten zich aangetrokken voelen. Alle respondenten verklaren zich te identificeren als heteroseksueel. Vervolgens heb ik gevraagd hoe ze erachter gekomen zijn dat ze zich tot het tegenovergestelde geslacht aangetrokken voelen. Zeven van de acht respondenten verklaren dat ze hebben geleerd dat mannen en vrouwen bij elkaar horen, maar dat ze hier ook achter zijn gekomen doordat ze alleen romantische gevoelens hebben ontwikkeld voor personen met het tegenovergestelde geslacht. Één respondent, Hakim, daarentegen legt uit dat hij zich identificeert als heteroseksueel omdat hem dat is geleerd. Hakim legt uit dat hem van jongs af aan is aangeleerd dat mannen en vrouwen bij elkaar horen. Ook andere respondenten vertellen dat heteroseksualiteit de enige geaccepteerde seksuele oriëntatie is in Marokkaanse kringen en volgens islam. Hakim is de enige respondent die daardoor zijn eigen seksuele oriëntatie bevraagd en ligt dit uit in het volgende citaat:

Maar misschien is dat wel allemaal gewoon mij aangeleerd. (…) Ik kan me niet bedenken dat ik ooit er echt open voor had gestaan dat ik op mannen kon vallen. Soms denk ik ook wel, is het mij niet zo erg aangeleerd dat ik het nu echt denk, dat vraag ik mezelf wel af. Ik weet niet wat het goede antwoord is. –Hakim

Hakim laat hier een bepaalde reflectiviteit zien, niet alleen op wat hij heeft meegekregen, maar ook op zijn habitus op dit moment, op zijn ‘zelf’. Hij trekt zijn eigen gevoelens in twijfel, doordat hij zich afvraagt of zijn opvoeding de leiding neemt over zijn eigen keuze.

Homoseksualiteit wordt volgens de respondenten binnen Marokkaanse kringen vaak weggezet als iets wat verboden is en waar ontzettend negatief of zelfs agressief op wordt gereageerd. In islam daarentegen, wordt homoseksualiteit volgens de respondenten, ondanks dat het niet als de juiste seksuele geaardheid wordt gezien, wel erkend en volgens sommige respondenten moet het volgens islam ook gerespecteerd worden.

Dat is merendeels islam, dus, uhm, in de Marokkaanse cultuur ja, is het

verschrikkelijk als je een homo of lesbienne bent, maar in de islam staat beschreven dat homoseksualiteit is er, en no matter what, je hoort elkaar gewoon te respecteren, punt uit. – Nassira

De respondenten vertellen dat er binnen islam wordt gepredikt om respect te hebben voor alle mensen, ook degene die volgens islam een zonde begaan. Hierin benadrukken de meeste respondenten het verschil met hoe er volgens hen in Marokkaanse cultuur over wordt gedacht en in islam.

(21)

20

5. Islam: ‘God heeft het leven getekend’

Een belangrijke bevinding uit mijn interviews is de invloed van religieuze normen op de ervaring van liefde en seksualiteit bij de respondenten. Alle respondenten van dit onderzoek zijn opgevoed met de religie islam. Zeven van de acht respondenten geven aan zichzelf te identificeren als moslim en één respondent geeft aan dat hij zichzelf altijd heeft

geïdentificeerd als moslim tot een paar jaar geleden, toen hij er bewust voor heeft gekozen om niet meer in islam te geloven. Tijdens de interviews hebben de respondenten niet aangegeven in welke specifieke stroming van islam ze geloven. De respondenten hebben met betrekking tot de onderwerpen liefde en seksualiteit uitgelegd wat zij hierover mee hebben gekregen vanuit islam. De respondenten geven aan hun kennis van islam van hun ouders en vooral vanuit de moskee te hebben geleerd. Sommige hebben ook nog koran lessen gevolgd. Daarnaast geven de meeste respondenten ook aan dat ze zelf ook nog via andere bronnen aan kennis over islam komen, bijvoorbeeld van vriendinnen of van internet.

5.1. ‘Liefde is echt een item’

De meeste respondenten geven aan dat ze redelijk makkelijk en open over liefde praten in het openbaar met vriendinnen en leeftijdsgenoten door hun religie. Volgens de respondenten is liefde in islam een belangrijk onderwerp om te bespreken en hebben ze geleerd dat de islam juist aangemoedigd om over alle aspecten van liefde te praten en jezelf zo goed mogelijk erover te onderwijzen, zodat je de kennis hebt om de juiste keuzes te maken als het om liefde gaat. Volgens de respondenten is het volgens de islam dan ook de bedoeling dat ouders onderwijzer aan hun kinderen hierover zijn en worden ook zij aangemoedigd om gesprekken met hun kinderen over liefde te voeren en hen te helpen in hun ontwikkeling hierin. Amira legt dit uit:

Als ouder onderwijzer te zijn, want ja, dat soort dingen hoor je mee te krijgen van je ouders eigenlijk als eerste, voordat je het ergens anders leert. Maar dat wordt dus niet gedaan. –Amira

Volgens de respondenten zou liefde niet zo moeten zijn zoals ze uit Marokkaanse cultuur hebben geleerd, iets wat verzwegen moet worden als een taboe. Saida legt hier uit dat ze het taboe op liefde van haar ouders heeft meegekregen, en later zelf over het belang van liefde vanuit islam heeft geleerd:

Naarmate ik toch ouder werd en toch meer ben gaan verdiepen in het geloof, dat ik toch wel meer ben gaan kijken naar liefde, want vanuit het geloof zelf zeg maar, vanuit de islam, is liefde echt een item dat veel besproken is. –Saida

Hoewel de ouders van de jongeren zowel Marokkaans als islamitisch zijn, zit hier een tweedeling in. Volgens de jongeren wordt praten over liefde vanuit islam aangemoedigd,

(22)

21

maar de helft van de respondenten geeft ook aan dat hun ouders praten over liefde als een taboe beschouwen. Volgens een aantal respondenten denken sommige Marokkaanse mensen, zoals hun ouders, dat het taboe op praten over liefde vanuit islam komt, maar dat is volgens hen niet zo. Het taboe is volgens de respondenten ontstaan vanuit culturele normen die hun ouders en grootouders uit Marokko hebben meegekregen en volgens sommige respondenten hebben zij niet echt een onderscheid meegekregen in culturele en religieuze normen.

Ja wat je vaak mee krijgt vanuit de Marokkaanse cultuur dan, (…) dat verliefdheid helemaal niet besproken wordt. Mag je helemaal niet bespreken, mag niet vanuit het geloof. Terwijl dat echt, dat is zo'n grote denkfout, want vanuit het geloof wordt juist gestimuleerd om verliefdheid te bespreken, om open te zijn. –Amira

Ze hebben het gevoel dat hun ouders cultuur en religie niet als losse concepten meegekregen hebben maar als concepten die in elkaar verweven zijn. Hoewel de respondenten zelf ook moeite hebben met deze tegenstelling uitleggen geven de meeste respondenten wel aan dat ze zelf heel bewust van deze verweving zijn en de verschillen weten, maar hun ouders vaak niet. De respondenten vinden dit belangrijk omdat ze zich beter kunnen vinden in de religieuze normen van liefde en seksualiteit dan die van de Marokkaanse cultuur. Nisa legt dit uit in het volgende citaat:

Je kan alles vinden van de Marokkaanse cultuur zeg ik altijd, maar islam is zo anders vergeleken met de cultuur. En de cultuur is ook zeker iets waar ik af en toe, nou ja best wel vaak, tegen afzet. –Nisa

Daarom doen de meeste respondenten ook moeite om zichzelf via andere bronnen te

onderwijzen over islam, omdat ze het gevoel hebben dat ze kritisch moeten zijn en niet alles zomaar aan moeten nemen. Bijna alle respondenten zeggen dat ze het niet erg vinden dat hun ouders andere normen hebben geleerd en dat hun ouders anders in het leven staan, maar dat ze wel blij zijn dat ze door andere bronnen weten dat islam anders is dan wat sommige hebben geleerd van hun ouders. Sommige vrouwelijke respondenten geven ook aan dat ze hun eigen kinderen het later zelf wel heel anders zullen meegeven, namelijk zoals zij zelf ervaren hoe islam is en hoe dit verschilt met Marokkaanse cultuur. Ook hier lijken de respondenten weer een tweedeling te hebben gemaakt. Ze vinden zelf dat wat hun ouders vertellen niet klopt en willen meer weten door andere bronnen, maar wijzen hun ouders hier niet op en vragen hun ouders ook niet om zich aan te passen. Ze keuren deels de gedachten van hun ouders hierover af, maar laten het wel zoals het is en gaan er niet tegen in.

5.2 Vrijheid om je eigen leven in te kleuren

Volgens respondenten zijn cultuur en religie op sommige vlakken van liefde en seksualiteit wel hetzelfde. Zo komen bepaalde normen over liefde overeen, onder andere dat relaties en seks voor het huwelijk niet zijn toegestaan en dat liefde pas begint bij het huwelijk. Maar een aantal respondenten benoemt hierbij wel een verschil dat zij erg belangrijk vinden. Volgens

(23)

22

de respondenten zou er binnen islam ook aanmoedigt worden om het belang van het huwelijk, en hiermee het belang van geen relaties en geen seks voor het huwelijk, te begrijpen.

Sommige respondenten vertellen dat er vanuit islam ook meer begrip is voor gevoelens van verliefdheid en seksuele gevoelens. En omdat er begrip is voor deze gevoelens, wordt er volgens de respondenten vanuit islam aangemoedigd om te praten over deze gevoelens en ook uiteindelijk te begrijpen waarom je niks met deze gevoelens doet tot het huwelijk.

‘En er wordt ook gewoon heel open gezegd van, er is begrip voor het feit dat je verliefd bent en bepaalde gevoelens hebt, maar probeer die nog even voor jezelf te houden, totdat je getrouwd bent. – Nisa’. Volgens de respondenten zou je normen namelijk niet alleen maar moeten volgen, maar ook begrijpen waarom je ze volgt, Nisa legt dit verder uit:

Want er zijn ook gewoon bepaalde regels om wat betreft relaties voor het huwelijk of maagd zijn tot het huwelijk. Daar zijn bepaalde regels voor en wat er vooral uit islam wordt gezegd is: stimuleer dat dialoog, probeer er over te praten en het te begrijpen, dat is gewoon heel belangrijk. –Nisa

Gesprekken met anderen over liefde moeten er volgens respondenten voor zorgen dat je begrijpt waarom deze regels er zijn en waarom je ervoor kiest om ze te volgen. Een aantal respondenten geeft aan dat ze door de ervaringsverhalen van hun vriendinnen, voor zichzelf beter kunnen inschatten of zij die ervaringen ook zelf zouden willen meemaken. En dat is ook de reden dat praten over liefde in islam geen taboe is volgens de respondenten, omdat ze juist worden aangespoord om informatie met elkaar te delen en ook van anderen te leren. De respondenten vertellen dat zij betere beslissingen kunnen maken, als ze ervaringsverhalen horen van vriendinnen die bijvoorbeeld wel seksueel actief zijn. Het citaat van Farah is hiervoor sprekend:

Als ik om me heen kijk en meiden zie die dat gedaan hebben, seks voor het huwelijk en relaties hebben gehad voor het huwelijk, ik zie daar meer negativiteit uit komen dan positieve ervaringen. –Farah

Daarnaast stippen de respondenten nog een verschil aan als het gaat om de restricties op relaties en seks voor het huwelijk. Volgens hen zou het in Marokkaanse cultuur zo zijn, dat normen rondom relaties en seks voor het huwelijk erg vast staan als regels, terwijl ze het gevoel hebben dat islam hierover een stuk losser is en het volgens de respondenten meer als een richtlijn aangeeft. Hierdoor hebben de respondenten het gevoel dat ze ook mogen bepalen in welke mate ze bepaalde regels volgen. Een respondent legt dit uit door islamitische normen niet te omschrijven als regels, maar als kaders. Zij heeft het gevoel dat de regels rekbaar zijn binnen bepaalde grenzen en dat ze niet vast staan, maar dat ze zelf mag kiezen welke kant ze binnen een kader op gaat. ‘Vanuit het geloof zijn er kaders neergezet, maar het is aan jou de keuze of je dat wel of niet doet, die kaders volgen zeg maar. –Saida’.

(24)

23

De helft van de respondenten beschrijft net als Saida, dat zij islam ervaren als een religie waarbij regels niet vast staan. Volgens hen is er ruimte binnen religie om zelf in te vullen wat je maakt van bepaalde kaders en daarmee ook ruimte creëert om je leven zelf in te vullen.

Het is jouw keuze hoe jij er in staat, je hebt een stel hersens gekregen van God voor een reden, en je kan zelf de keuze maken op welke manier je er in staat. Het geloof, God, heeft eigenlijk als het ware het leven getekend, maar jij mag hem zelf inkleuren. –Nassira

Dezelfde respondenten geven aan door islam een vrijheid te ervaren die ze niet voelen bij Marokkaanse cultuur. Als het gaat om liefde benadrukken de meeste respondenten dat ze door islam het gevoel hebben dat ze hun eigen pad erin mogen ontdekken. Dit lijkt voor de

respondenten een belangrijk punt te zijn. Ze willen niet het gevoel hebben dat ze regels volgen omdat het moet, maar omdat ze zelf hebben besloten dat het de juiste keuze is.

Want jij maakt de beslissing of, ja als, want het geloof zegt A en jij mag beslissen, de beslissing, of je A of B doet. En dat is in zo'n geval ook precies hetzelfde. Ik kies er voor, ik, in dit geval om mee te gaan met wat het geloof zegt. –Saida

De uitleg die Saida geeft, lijkt voor meerdere respondenten te gelden. Ze hebben door het geloof het gevoel dat ze mogen kiezen, en kiezen er dan bewust voor om het geloof te volgen. Ze voelt de vrijheid om te kiezen, en ze kiest precies wat het geloof en haar ouders en haar omgeving hebben vertelt wat je juiste keuze is. Hier is te merken dat Saida’s habitus sterk beïnvloed is door wat ze in het veld van opvoeding het veld van religie waarmee ze is opgegroeid, hoewel ze wel aanstipt dat ze dit niet vanzelfsprekend vindt, maar iets waar ze bewust voor heeft gekozen.

Zes respondenten hebben aangegeven dat ze zelf liever vasthouden aan religieuze normen dan aan culturele normen over liefde en seksualiteit. Ze zijn het niet altijd eens met de culturele normen die ze hebben meegekregen van hun ouders bij de opvoeding, maar deze normen voelen ook als opgelegd. Ze leerden de regels te aanvaarden en te volgen. Over islam hebben ze geleerd in de moskee, bij koran lessen en door verschillende andere bronnen te zoeken en te raadplegen hebben ze zichzelf erover onderwezen. Daarnaast voelen ze zich prettig bij religie omdat het past bij hun kritische blik en mogelijkheid tot het volgen van verschillende wegen. Volgens de respondenten staat in de koran, dat je altijd kritisch moet zijn op wat je leert en iets niet zo maar moet aannemen, maar ook moet begrijpen waarom je iets leert en waarom je iets doet. Voor sommige respondenten geeft islam ook comfort op het gebied van liefde en seksualiteit. Door de normen over liefde en seksualiteit in islam hebben respondenten het gevoel dat ze een gids hebben, en het niet allemaal zelf hoeven uit te zoeken. Elim beschrijft in het volgende citaat dat hij het idee van liefde uit islam geruststellend vindt:

(25)

24

Ja het is voor mij wel reassuring, dat het allemaal een beetje in de handen van God ligt zeg maar. Je kan niet voorzien wat er gaat gebeuren, als dingen gewoon goed voelen, dan voelen ze goed en ze voelen goed om een reden. –Elim

Niet alle respondenten zijn het hier over eens. Hakim heeft in het interview aangegeven dat hij een paar jaar geleden heeft besloten om niet meer te geloven in islam. Liefde was daar een van de redenen voor. Hakim heeft normen over liefde en seksualiteit uit Marokkaanse cultuur ook altijd meegekregen samen met islamitische normen. Voor hem is er niet zo’n duidelijk onderscheid tussen de twee als voor andere respondenten. Hakim vertelde dat hij niet zoals andere respondenten een bepaalde vrijheid voelde als het gaat om liefde. Hij voelde zich op het gebied van liefde en seksualiteit juist beperkt door islam en hypocriet als hij de grenzen van islamitische regels oprekte. Hij geeft aan dat hij bepaalde romantische en seksuele gevoelens had, maar het gevoel had dat hij die gevoelens moest wegstoppen, omdat ze binnen islam niet toegestaan zijn voor het huwelijk. Hij voelde toch de behoefte om een middenweg te kiezen, en wel een relatie aan te gaan. Maar dit gaf hem het gevoel dat hij hypocriet was tegenover de normen en waarden van liefde die hij had meegekregen, doordat hij iets begon wat in principe verboden is. Hij had het gevoel dat hij de romantische en seksuele gevoelens volgens zijn geloof weg moest stoppen of moest ontkennen. Uiteindelijk heeft hij ervoor gekozen om niet meer te geloven in islam, onder andere om op een andere manier met liefde en seksualiteit om te gaan. Hierdoor kreeg hij het gevoel dat hij zelf beslissingen kon maken over liefde. Dit legt Hakim uit in het volgende citaat:

En dus ik ben gewoon vrij in de liefde. Ik bepaal zelf hoe ik daar mee om ga. Want ik vond dat het haaks stond, ik ben niet meer gaan geloven, want ik vond het raar, want islam zegt dit, maar ik geloof er gewoon in dat je iemand mag leren kennen en dat je liefde zich kan ontwikkelen. –Hakim

In het citaat zegt Hakim dat hij erin gelooft dat je iemand kan leren kennen en je liefde voor die persoon kan ontwikkelen. Hij gaat hier in tegen de religieuze norm om geen relaties te hebben voor het huwelijk. Hakim is ook geen maagd meer en heeft nu twee jaar een relatie met een Nederlandse, niet-religieuze vrouw. Zijn ouders en drie zussen weten niet dat hij niet meer in islam gelooft en hij houdt zijn relatie ook voor hen verborgen. Niet alleen omdat een relatie hebben volgens zijn ouders en zussen en broer niet wordt goedgekeurd, maar ook omdat zijn vriendin een Nederlandse vrouw is die ook niet gelovig is, wat volgens hem ook niet toegestaan zou zijn. Hoewel Hakim heeft besloten niet meer in islam te geloven en dat hij het niet eens is met de normen over liefde en seksualiteit die hij heeft meegekregen vanuit islam en vanuit Marokkaanse cultuur, gedraagt hij zich nog wel precies volgens Marokkaanse cultuur en islam tegenover zijn ouders en familie. Hij komt bij zijn ouders thuis en gaat met zijn familie bidden, hij doet mee met de Ramadan en vertelt hen maagd te blijven tot het huwelijk. De reden die hij hiervoor geeft is omdat het volgens hem niet anders kan. Om zijn

(26)

25

familie te kunnen zien en met hen te kunnen zijn moet hij zich wel gedragen volgens

Marokkaanse en islamitische normen en waarden. Hakim heeft het gevoel dat de enige manier waarop hij nog mee kan doen in de leefwereld van zijn ouders en Marokkaanse familie, door terug te schakelen naar zijn gedrag van voordat hij stopte met geloven in islam.

6. Een eigen weg in slaan

Meer dan de helft van de respondenten geeft aan vooral door hun religie ruimte te hebben om zelf invulling te geven aan liefde en seksualiteit. Ze aanvaarden culturele en religieuze normen rondom liefde en seksualiteit, maar zijn hier ook kritisch op. Ze verklaren zelf te bepalen in welke mate ze bepaalde normen volgen. Hoewel Hakim de enige is die uitspreekt dat hij tegen de religieuze en culturele normen rond liefde en seksualiteit in gaat, laten ook andere respondenten blijken dat ze soms afwijken van normen waar ze zich wel bij

aansluiten.

6.1 Bewegen binnen een kader

Een meerderheid van de respondenten geeft aan een bepaalde vrijheid te ervaren op het gebied van liefde en seksualiteit, deze vrijheid ervaren de meeste door islam. Deze vrijheid gebruiken ze om de kaders van liefde en seksualiteit meer zelf vorm te geven.

De zes vrouwelijke respondenten volgen de regel om geen seks te hebben voor het huwelijk. Zij verklaren dat ze hier niet alleen voor kiezen omdat het vanuit islam wordt aangegeven, maar dat ze hier ook uit eigen overwegingen voor kiezen. Dit lijkt voor de respondenten een belangrijk punt te zijn, dat ze duidelijk kunnen maken dat ze hun geloof niet zo maar volgen, maar ook goed over de religieuze normen nadenken. Nisa legt dit uit:

Ook omdat ik natuurlijk moslima ben, dus ik ben wel opgegroeid met het idee, dat betekent natuurlijk niet dat ik het klakkeloos aan neem, dat ik denk van, oke omdat mijn geloof dat zegt moet ik dat vinden. Ik heb er wel echt bewust over nagedacht en ik heb mezelf geconcludeerd dat ik het er mee eens ben. –Nisa

Hoewel de respondenten verklaren volledig achter de regels te staan om geen seks te hebben voor het huwelijk, laten sommigen nog wel de optie open om van deze regel af te wijken. Een aantal respondenten geeft aan dat ze er bewust voor kiezen om geen relatie en seks voor het huwelijk te hebben, maar mocht de situatie zich voordoen dat ze toch van mening veranderen, dan houden ze de mogelijkheid open dat ze van de regels kunnen afwijken. Saida legt dit uit als het gaat om maagd blijven voor het huwelijk:

Het kan maar zo zijn dat ik straks wel die leuke vent tegen kom met die leuke

kuiltjes, en die groene ogen en dan denk ik, ja, met hem voel ik me wel prettig en dan doe ik ‘het’ *respondent maakt gebaar van aanhalingstekens*[seks] wel bij wijze van. –Saida

(27)

26

Saida heeft eerder in het interview aangegeven op wat voor man ze verliefd zou kunnen worden, die ze in het bovenstaande citaat voor gemak beschrijft als ‘die vent met leuke kuiltjes en groene ogen’, alleen dat ze die nog nooit is tegengekomen. In het bovenstaande citaat legt ze uit, stel dat ze die man wel zou tegen komen en het voelt goed, dan zou ze er best voor kunnen kiezen om wel seks te hebben voor het huwelijk. Zoals Saida de

mogelijkheid open houdt om af te wijken van de keuze om geen seks te hebben voor

huwelijk, laten andere respondenten ook merken dat niet alles vast staat. Zo verklaart Nassira dat ze niet perse hoeft te trouwen, maar dat ze wel maagd wil blijven voor het huwelijk. Zij doet hier een tegenstrijdige uitspraak waarin ze laat merken zelf ook nog niet precies te weten hoe het zal uitwerken. Zij wacht hier met de keuze maken totdat ze het moment tegenkomt dat ze de keuze ook echt moet maken. Dit legt ze uit in het volgende citaat:

Maar ik ben wel maagd, en dat heeft wel met islam te maken. (…) En dat doe ik dus gewoon voor mijn geloof, want ik wil wel maagd tot het huwelijk blijven en stel er is geen huwelijk, dan laat ik het zitten en dan ga ik wel gewoon er op los. –Nassira Nassira vertelt in het interview dat ze geen behoefte heeft om te trouwen, ze heeft in ieder geval op dit moment in haar leven geen man nodig. Maar volgens haar geloof is het wel de bedoeling dat ze trouwt en ook pas seks heeft als ze getrouwd is. Haar geloof is een groot onderdeel in haar overweging en daarom besluit ze om de keuze open te laten, totdat ze het gevoel heeft dat ze hem echt moet maken. Op dit moment maakt ze de keuze in ieder geval nog niet. Nassira houdt hier vast aan verschillende normatieve kaders. Volgens haar geloof zou ze wel moeten trouwen, maar voor haar eigen gevoel is dit niet nodig.

6.2 Een geschikte partner vinden

De helft van de respondenten heeft nog nooit een relatie gehad, en is dit ook niet van plan voor het huwelijk. Zij verklaren allemaal hiervoor te kiezen vanuit hun geloof. De andere helft van de respondenten kiest er wel voor om relaties aan te gaan voor het huwelijk, maar de meeste lopen tegen een aantal voorwaarden aan waarin ze merken dat ze ervoor moeten kiezen om toch wat van culturele en religieuze normen af te wijken. Één respondent (Nisa) heeft al zes jaar een relatie en is op dit moment verloofd met haar vriend. Haar ouders en vriendinnen wisten wel van de relatie, maar voor de rest hield ze het voor iedereen geheim. Ze verklaart dat dit vooral te maken heeft met Marokkaanse cultuur.

Maar ehm, ja nee, mijn ouders waren wel op de hoogte maar voor de rest ja, is het niet echt dat het ja, naja duidelijk gemaakt tegenover iedereen. Nee, dat kon niet. Dat kan alleen maar als je gaat trouwen, dan kan je bekend maken dat je samen bent. – Nisa

Ze wilde niet dat mensen dachten dat ze seksueel actief was en er roddels zouden ontstaan, dus hebben zij en haar vriend de relatie altijd verborgen gehouden. Nisa’s verloofde is ook

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik kan een vrolijk gezicht opzetten en deze werk- dag voor Cecelia afmaken en hem naar buiten bonjouren, terug naar die bewaakte torenflat waarin hij woont met zijn elegante vrouw

Zelfs als ik alles delen zou, ja, ook mijn lichaam geven zou, zonder de liefde was het maar een doffe dreun, een leeg gebaar.. Kom Schepper Geest, vernieuw ons hart, want

[r]

Voor het moment hoeven we alleen in gedachten te houden dat deze begrippen verwijzen naar een ge- waarwording of gevoel dat ontstaat tussen man en vrouw,

De encycliek is tweedelig: een theologische reflectie op de liefde, gevolgd door een uiteenzetting over de taak van de Kerk op het vlak van de caritas.. Beide delen moeten samen

Toen al groeide zijn liefde voor dat bij- zondere huis.. Eenvoudig was dat noch- tans niet, want er waren kapers op de kust die meer belangstel- ling hadden voor de grond

De euthanasienota van de Belgische tak van de Broeders van Liefde is volgens de Congregatie voor de Geloofsleer onverenigbaar met de leer van de kerk. © Lisa

‘Respect voor het leven is absoluut en kan niet opgeofferd worden voor de