• No results found

Tekstbegrip

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tekstbegrip"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VAK : TEKSTBEGRIP

DATUM: MAANDAG 18 JULI 2011 TIJD : 08.15 – 09.45 UUR

WAAROM DE KIP IN DE GROND WROET

I II III IV V 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

Heel lang geleden waren de vos en de kip onafscheidelijke vrienden. Ze woonden samen in een hol en gingen ook altijd samen op zoek naar voedsel. Op een dag zei de vos tegen zijn vriendin: “Laten we een behoorlijke voedselvoorraad maken, want ik heb gisteren gehoord dat hier een grote hongersnood op komst is. We moeten voorbereid zijn op een slechte tijd.” “Maak je niet druk,” antwoordde de kip. “Er is meer dan genoeg te eten in deze buurt. Onze maaltijd is, zoals je weet elke dag goed voorzien.” “Dat kan wel,” zei de vos, “maar die grote hongersnood komt beslist. Dan zullen we in onze omgeving niets meer vinden, daarom wil ik je iets voorstellen. Voortaan ga ik alleen op jacht, dan kun jij thuis blijven om de voorraden te bewaken.” Na enige aarzeling ging de hen met het voorstel van haar vriend akkoord. Voortaan zou zij op het huis passen.

Zo begon de vos in zijn eentje te zorgen voor een rijke buit die de kip zorgvuldig in een hol verstopte en goed bewaakte. Alles ging goed totdat er inderdaad een grote hongersnood kwam. Niet alleen de dieren, ook de mensen werden zwaar getroffen. Velen kwamen om van de honger. En het werd ook voor de vos steeds moeilijker om genoeg voedsel aan te slepen. Hij had er spijt van dat hij de kip had voorgesteld om thuis te blijven.

Toen hij op een avond zonder buit naar het hol was teruggekeerd, begon hij woedend tegen de kip te schreeuwen: “Je bent aartslui! Terwijl ik de godganse dag door het bos hossel, om iets eetbaars voor ons te bemachtigen, zit jij hier maar een beetje niks te doen!” De kip werd kwaad. Ze stond op het punt om de vriendschap voorgoed te verbreken, maar ze beheerste zich en luisterde niet naar de beschuldigingen van haar vriend, maar ze besloot wraak te nemen voor zijn gemene woorden.

De volgende morgen, zodra haar vriend weg was, begon ze stiekem haar eigen voorraad aan te leggen. Terwijl de maaltijden die ze samen met de vos at, steeds minder werden, begon alles wat de kip in haar eentje at van dag tot dag overvloediger te worden.Vandaar dat de vos steeds magerder, en de kip alsmaar vetter werd. De vos bekeek zijn goed gevoede huisgenote achterdochtig. Toen ze hem op een avond voor de zoveelste keer alleen maar bonen gaf, werd de vos boos. “Ik snap er niets van dat jij de laatste tijd alsmaar dikker wordt. We moeten het toch allebei doen met dezelfde kleine maaltijden!” De kip had een dergelijke opmerking allang verwacht, dus had ze haar antwoord klaar: “Jij wordt magerder omdat je de hele dag in het bos rondrent, terwijl ik in ons hol zit.” De vos geloofde er geen woord van. Hij besloot na te gaan of alles wat hij mee naar huis bracht, ook werkelijk door hen allebei werd opgegeten. Al snel kreeg hij in de gaten dat de kip een deel van de buit achterhield. Daarom ging hij zoeken waar ze het eten verstopte, en hij ontdekte dat al snel.

Op een morgen nam hij net als gewoonlijk afscheid van de kip. Hij zei dat hij naar het bos ging om naar buit te zoeken, maar hij verstopte zich stiekem in de buurt en wachtte nieuwsgierig af. Omstreeks het middaguur verscheen de kip eindelijk. Ze liep nietsvermoedend naar de verborgen voedselvoorraad, verwijderde de dorre takken en vulde haar buik. Toen de vos dit zag, ontblootte hij zijn tanden van woede. ”Kreng! Daar zul je voor boeten,” gromde hij vanuit zijn veilige schuilplaats. De kip was nauwelijks terug in het hol, of de vos stortte zich op de voorraad van zijn vriendin. Gulzig verslond hij zoveel eten als zijn maag kon bevatten. Hij sleepte de rest van de voorraad naar een boomholte, die hij zorgvuldig met bladeren en takken bedekte.

(2)

VI VII VIII 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76

avond keerde hij, tot grote teleurstelling van de kip, zonder buit naar het hol terug. De volgende dag ging hij weer op de loer liggen. En omdat de kip rammelde van de honger, ging ze al vroeg in de ochtend naar haar hamsterplek*. De vos keek stiekem lachend toe hoe zijn vriendin steeds woester en zenuwachtiger takken en aarde verwijderde. “Dat gekrab is verspilde energie,” fluisterde hij. Daarna sloop hij naar zijn nieuwe voorraadplaats, waar hij zichzelf een verrukkelijke maaltijd gunde. Toen hij lang na zonsondergang terugkwam in het hol, zei hij tegen de kip dat hij opnieuw geen buit had kunnen vinden. En de volgende dagen herhaalde zich dit spelletje. Terwijl de kip tevergeefs naar haar verdwenen voorraad zocht, at de vos zijn buikje rond met wat zijn vriendin bewaard had. De arme kip werd met de dag magerder en zwakker, terwijl de vos zichtbaar dikker en ronder werd. Nu was het de kip die zich verbaasde over de gewichtstoename van haar vriend. Ze verdacht hem ervan haar voorraad ingepikt te hebben, en besloot hem te verlaten.

Op een ochtend toen de vos zoals gewoonlijk het bos was ingetrokken, ging de kip ervandoor. Ze liep de hele dag door het oerwoud en bereikte pas laat in de avond een dorpje. Misschien kan ik bij de mensen terecht en geven ze me iets te eten, dacht ze. Toen ze midden in het dorp was, begon ze zo luid te kakelen dat er van alle kanten dorpsbewoners kwamen aanlopen. Ze haalden hun oude stamhoofd erbij, omdat alleen hij de taal der dieren verstond. De uitgeputte kip stortte haar hart uit bij de oude man en vroeg om asiel. “Je mag hier wel blijven,” zei het stamhoofd. “Maar hoe moeten we je in hemelsnaam te eten geven? Je weet dat er al een hele tijd hongersnood in het land heerst. Daarom kunnen wij in ons dorp geen mee-eters gebruiken die nergens goed voor zijn.” “Ik ben geen mee-eter die nergens goed voor is,” antwoordde de kip verontwaardigd. “Als jullie mij onderdak en eten geven, wil ik best elke dag een ei voor jullie leggen.” Het oude stamhoofd ging met dit voorstel akkoord. Hij zette de kip in een ren bij zijn hut.

Sindsdien woont de kip bij mensen die haar tegen de vos beschermen. En omdat de kip nog altijd de hoop niet heeft opgegeven, dat ze haar gestolen voorraad terugvindt, wroet ze tot op de dag van vandaag van ’s ochtends vroeg tot ’s middags laat in de grond.

*hamster = een knaagdier, dat voedsel in zijn wangen bewaart

hamsteren betekent schaarse goederen verzamelen voor later

Uit: Afrikaanse sprookjes (Ghana, Akan)

1

In regel 1 staat dat de vos en de kip

onafscheidelijke vrienden waren, omdat ze ... A altijd vrolijk waren.

B altijd samen waren.

C samen het eten voor de voedselvoorraad zochten.

D samen het voedsel bewaakten.

2

Lees r. 3-7 : „Laten we ... komt beslist.” Wat is juist?

In dit gedeelte ...

A denkt de vos positief.

B denken de vos en de kip positief. C denkt de vos negatief.

(3)

3

Lees r. 5-6: „Maak je niet druk.”

Waarover maakt de vos zich eigenlijk druk? A Er was geen eten meer te vinden.

B Er was niet genoeg te eten in huis. C Er zou een grote hongersnood komen. D De kip wou niet mee, om voedsel te zoeken.

4

Lees r. 3 t/m 9: ,,Laten we … bewaken.” In deze regels gaat het vooral over ...

A de discussie over het bewaken van het huis. B de ruzie over het op jacht gaan.

C de ruzie over het eten.

D de discussie over wel of geen hongersnood.

5

Lees r.7: „Dat kan wel,” zei de vos, ...

De vos bedoelt hiermee, dat het best mogelijk is, dat ...

A hij een voorstel doet. B hij gelijk heeft. C er genoeg voedsel is. D er een slechte tijd komt.

6

Lees r.7 t/m 11: ,,Dat kan … passen.” Wat is juist?

I De vos wilde een grote voorraad voedsel hebben en stelde voor dat de kip die zou bewaken.

II De kip vond het een heel goed idee en ging direct ermee akkoord.

A I is juist. B II is juist.

C I en II zijn juist. D I en II zijn niet juist.

7

Zie r. 8-9: „Voortaan ... alleen op jacht,” ... De vos ging alleen op jacht, omdat ...

A de kip niet meer mee wilde. B het huis bewaakt moest worden. C er toch genoeg voedsel in huis was. D hij het beter kon doen dan de kip.

8

Lees r.12-15: „Zo begon ... honger.” In dit stukje wordt verteld dat ...

A de kip al het eten voor zichzelf verstopte. B de kip en de vos honger begonnen te lijden. C de vos gelijk kreeg over de hongersnood. D de vos te weinig eten kon verzamelen.

9

Lees r. 16-17. „Hij had ... blijven.” Wat speet hem zo?

A Hij had veel meer voedsel moeten verzamelen. B Hij had de kip ook mee op jacht moeten nemen.

C Hij had zijn vrienden moeten waarschuwen. D Hij had niemand die honger had kunnen helpen.

10

Lees alinea II.

Welke bewering is juist?

I Alleen de dieren werden zwaar getroffen door de hongersnood.

II De vos en de kip hadden voorlopig genoeg te eten.

A I is juist. B II is juist.

C I en II zijn juist. D I en II zijn niet juist.

(4)

Lees r. 18-21: „Toen hij ... werd kwaad.” Wat is juist?

I De kip werd heel erg boos, omdat de vos onredelijk en gemeen was.

II De kip werd heel erg boos, omdat de vos geen eten had gebracht.

A I is juist. B II is juist.

C I en II zijn juist. D I en II zijn niet juist.

12

Lees alinea III:

Had de vos een reden om boos te zijn op de kip? A Ja, want hij had niets te eten gevonden. B Ja, want de kip was echt een luilak. C Neen, want de kip was mee naar het bos. D Neen, want de kip zorgde goed voor de voorraad.

13

Lees r. 23: „maar ze besloot ... woorden.” De gemene woorden die de vos gebruikte, zijn ...

A woedend en schreeuwen (r.19). B aartslui en niks te doen (r.19 en r.21). C godganse dag (r.19).

D voorgoed te verbreken (r.21- 22).

14

Lees r. 23. „maar ze besloot wraak te nemen.” … Wat was haar besluit?

A alleen te eten zonder de vos

B het gedrag van de vos af te straffen C niet meer op het eten te letten D weg te lopen van huis

Lees r. 24 t/m 29.

De kip nam op verschillende manieren wraak op de vos.

Wat hoort er niet bij?

A De kip at, als ze alleen was, steeds meer lekkere hapjes.

B De vos kreeg steeds bonen te eten. C De kip maakte haar eigen voorraad. D De kip ging voorgoed weg.

16

Welke bewering is juist?

I De vos en de kip deelden de maaltijden samen, maar het ging niet eerlijk toe.

II De vos wordt magerder en de kip steeds dikker.

A I is juist. B II is juist.

C I en II zijn juist. D I en II zijn niet juist.

17

Wat is het belangrijkste in de regels 24 tot en met 31: „De volgende morgen ... maaltijden!” Het belangrijkste is:

A De vos rent de hele dag door het bos. B De vos komt erachter wat de kip de hele dag doet.

C De vos kan niet begrijpen waarom de kip er steeds beter uitziet.

D De vos en de kip eten allebei bonen.

18

Lees alinea IV: r. 31-36. „De kip had ... al snel.” Wat is juist over dit stukje?

A De kip moest lang nadenken over haar antwoord.

B De kip heeft haar buit goed verstopt, en de vos vindt die niet.

C De vos besluit te onderzoeken wat de kip doet. D De vos wordt mager, omdat hij rondrent.

(5)

19

Lees r. 33-34. „Hij besloot ... opgegeten.” Waarom nam hij dat besluit?

A Hij vermoedde dat de kip een deel van de buit weggaf.

B Hij vertrouwde de kip niet. C Hij werd steeds magerder.

D Hij wilde nu zelf het voedsel bewaken.

20

Zijn de onderstaande beweringen waar of niet waar?

I Deopmerkingvanregel31gaatoverdekleine

maaltijden en het dikker worden van de kip. II De opmerking gaat over het rondrennen van de vos in het bos.

A I alleen is waar. B II alleen is waar. C I en II zijn waar. D I en II zijn niet waar.

21

Lees r. 31: … ,, dus had ze … klaar.” Vul de zin aan.

Dat antwoord ... A was een grapje. B was snel verzonnen. C was onbeschoft. D was waar.

22

Lees r. 37 – 41 (alinea V): „Op een morgen ... van woede.”

Welk woord vertelt je dat de vos lang gewacht heeft op de komst van de kip?

Het woord ... A stiekem B nieuwsgierig C middaguur D eindelijk 23

Lees regel 37 tot 42: „Op een morgen ... schuil- plaats.”

Wat is juist?

A De vos loert de kip af en vindt zo haar geheime plek.

B De vos maakt ruzie met de kip. C De vos wil de kip aanvallen.

D De kip laat haar geheime plek zelf zien.

24

De kip wist niet dat de vos op de loer stond. Dat lezen we in ... A r. 39: Omstreeks ... eindelijk. B r. 39-40: Ze liep ... voedselvoorraad, ... C r. 41: Toen .... woede. D r. 41-42: Kreng ... schuilplaats. 25 Lees alinea V.

Welke streek haalde de vos uit? A Hij at alle opgeslagen voedsel op. B Hij beet de kip.

C Hij hield zich schuil.

D Hij sleepte het voedsel naar een andere plek.

26

Lees r. 38: „maar hij verstopte zich stiekem ...” Waarom deed hij dat?

A om even uit te rusten B om naar de buit te zoeken C om op de kip te wachten

(6)

Lees r. 41: „Toen de vos dit zag, ... .” Hij zag ...

A de verborgen voedselvoorraad. B de kip die eindelijk aankwam.

C dat de kip naar de voedselvoorraad liep en at.

D dat de verborgen voedselvoorraad weg was.

28

Zie r.41-42: „Toen ... schuilplaats.” Wat is waar?

A De kip is doodsbang en loopt hard weg.

B De kip hoort de vos wel, maar stoort zich niet eraan.

C De vos praat luid tegen de kip en ze schrikt. D De vos praat boos tegen zichzelf.

29

Lees r.42-47: „De kip ... hol terug.” Het belangrijkste uit dit stukje is: A De kip heeft erge honger. B De kip is erg teleurgesteld.

C De vos gaat zonder buit terug naar zijn hol. D De vos straft de kip.

30

Lees alinea VI. Wat is niet waar?

A De kip ziet dat de vos steeds dikker wordt. B De kip denkt dat de vos haar eten heeft weggepakt.

C De vos wil de kip toch nog een kans geven. D De vos heeft precies hetzelfde gedaan als de kip.

Lees r. 56-59: „De arme ... te verlaten.” Welk spreekwoord past bij dit gedeelte? A Samen uit samen thuis.

B Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

C Van de wal in de sloot raken. D Beter een half ei, dan een lege dop.

32

Lees r.63-64. „Toen ze ... aanlopen.” Wat was de bedoeling van de kip? A Ze wilde aangeven dat ze moe was.

B Ze wilde aangeven dat er een vos in de buurt was.

C Ze wilde een ei leggen.

D Ze wilde een plaats om te wonen.

33

Lees van alinea VII nog eens de regels 64-71. Wat is het bijzondere in dit deel?

A De kip gaat bij het stamhoofd wonen. B Het stamhoofd en de kip kunnen elkaar verstaan.

C De bewoners willen geen mee-eters. D Er heerst ook hier een grote hongersnood.

34

Welke titel past het best boven alinea VII? A Dorp redt kip

B Kip helpt stamhoofd C Mee-eters niet gewenst D Voor wat, hoort wat

35

Zie r. 66: ,,en vroeg om asiel.” Wat gebeurde er toen?

A De dorpelingen riepen het stamhoofd. B De kip stortte neer van vermoeidheid. C De kip deed een belofte en bleef.

D Het stamhoofd weigerde, hij wilde geen eters erbij.

(7)

36

We gaan even terug in het verhaal. Lees r. 33-34 nog eens.

De vos brengt zelf het eten naar huis, dus als je deze zin leest dan is de vos eigenlijk …

A een beetje dom. B een beetje jaloers. C een bangerik. D een slimmerik.

37

Lees r. 49: … ,, ging … hamsterplek.”

Het verhaal praat van een hamsterplek omdat … A de kip zo een honger had.

B de kip het moeilijk gevonden eten voor zichzelf bewaarde.

C de vos het schaarse eten daar bewaarde. D de vos de schuilplek had ontdekt.

38

Lees r. 58: ,,Ze verdacht … haar voorraad” …

Wat zou er beter hebben kunnen staan? A een voorraad

B deze voorraad C hun voorraad D zijn voorraad

39

De titel luidt: Waarom de kip in de grond wroet. Het antwoord hierop vind je in ...

A r. 44-45. Gulzig ... bedekte. B r. 49-51. De vos ... verwijderde. C r. 71-72. Hij zette ... hut.

D r. 73-76. En omdat ... grond.

40

Hoe noemt men een verhaal waarin vooral dieren voorkomen die met elkaar praten?

A een avontuur B een sprookje C een fabel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

dementerenden 'uitboeken als ex-mensen, die nu huisdier zijn geworden, zodat baasje mag besluiten ze te laten inslapen.' Het is cru gezegd, maar niet onjuist. Niet de vergelijking

Aanknopingspunten voor een positieve en toekomstgerichte migratiepolitiek liggen in de open samenleving waar vrijheid en ruimte voor verschil leidend zijn.. De open samenleving heeft

En Hans' gedachten keerden, met zijn schreden, terug naar het huis waar nu geen vrouw hem wachtte, waar zijn kinderen moederloos waren toevertrouwd aan de handen en

7(a) indicates absorption capacities based on samples of the Potchefstroom tap water which contained a sulphate content bellow the South African standards

“Het levert je ook veel onverwachte dingen op zoals goede vriendschappen en veel sociale contac- ten.” Nina steekt heel veel tijd in haar vrijwilligerswerk: “Ik heb niet het gevoel

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb bewaakt de veiligheid van vaccins door onder andere het registreren, evalueren en analyseren van gemelde bijwerkingen.. De afgelopen drie