• No results found

Proeven met wel en niet voorgekiemd pootgoed van aardappelen voor winterconsumptieteelt : 1950

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Proeven met wel en niet voorgekiemd pootgoed van aardappelen voor winterconsumptieteelt : 1950"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CENTRAAL INSTITUUT VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK Gestencilde Verslagen van Interprovinciale Proeven

nr 48 (1955) '^

PROEVEN MET WEL EN NIET VOORGEKIEMD POOTGOED VAN AAREAPPELEN VOOR

WINTERO ONSUMPTIETEELT (SERIE 289 - 1950)

D. Hofstra

(Stichting voor Aardappelbewaring)

') Zie voor verslag over 1949 nr 33 (1952) van

(2)

WOORD VOORAF

Dit verslag omvat de resultaten van het onderzoek betref-fende de teelt van winterconsumptie-aardappelen gegroeid uit wel en niet voorgekiemd pootgoed en heeft betrekking op het jaar 1950.

De hier behandelde proeven behoren tot de interprovinciale serie 289; deze serie werd voor het eerst in het

interprovin-ciale proefplan voor 1949 opgenomen. Over dit laatste jaar is reeds een verslag verschenen, nl. nr 33 (1952) van Gestencilde Verslagen van Interprovinciale Proeven (stencil 1292 van het C.I.L.0.).

In verband met de detachering van de Heer Hofstra bij de Stichting voor Aardappelbewaring verschijnt dit verslag thans onder de auspiciën van deze Stichting. Volgende verslagen over dit onderwerp zullen echter eveneens in de serie Gestencilde Verslagen van Interprovinciale Proeven verschijnen

DE DIRECTEUR VAN DE STICHTING VOOR AARDAPPELBEWARING,

^

2.

(Dr W.H. de Jong)

(3)

ZWF

NGr

Ve

NNH

ZNH

NZH

Z

ZVl

WB

WB

374

1347

289

1101

102

553

25/60

187

1724

1725

1 -INLEIDING

Met deze proef werd getracht na te gaan-of er bij consumptie-teelt een verschil in opbrengst is, wanneer de poters wel of niet zijn voorgekiemd.

Voor deze proef werden met medewerking van de onderstaande consulentschappen de volgende proefvelden aangelegde

W. de Jong Pingjum P.K. Nieborg Zijldijk W. van Grootheest Ede

Proefboerderij "Prof.Br

J.M. van Bemmelenhoeve" Wieringerwerf Wed. S. van de Geest,

Hoofdweg 887 Hoofddorp A. Lamens, Hoefweg 403 Bleiswijk

Landbouwproefbedri jf "Zeeland" Wilhelminadorp P. Haak-Riemens, P 24 Hoek Bedrijfsorganisatie Klundert J. Beenackers, Raakeinde 28 Molenschot Aan elk consulentschap werd de keuze gelaten welke rassen op

het proefveld zouden worden uitgeplant. In totaal werden hierdoor in de gehele proef 8 verschillende rassen gebruikt. Dit waren %

Bintje, Purore, Bevelander, Eigenheimer, Meerlander, Alpha, Libertas en IJsselster»

De bewaring der aardappelen in koelcellen en kuilen geschied-de in Kerkwijk. De poterbewaarplaats, waarin geschied-de aardappelen voor deze proef bewaard werden, stond in Hedel.

Opzet van de proef

De volgende objecten werden in deze proef opgenomen; I Poterbewaarplaats (voorkiemen)

II Koelcel 2°C (niet voorkiemen) III Koelcel 3.5 C (niet voorkiemen) IV Pusarex-kuil (niet voorkiemen) V Pusarex-kuil (voorkiemen)

Voor het proefveld te Hoofddorp (ZNH 102) werd nog een zesde object ingelast, dat voor die streek belangrijk is,nl.s

VI Bollenschuur (voorkiemen).

Voor alle proefvelden werd een uniform schema opgesteld om van de opbrengstcijfers een gezamenlijke analyse te kunnen maken.

Slechts bij de proefvelden te Zijldijk (NGr 1347) en

Wieringerwerf (NNH 1101) werd door omstandigheden van dit algemene schema afgeweken.

De gezamenlijke bewerking kon ten slotte geschieden met de opbrengstcijfers van de rassen Bintje, Purore, Bevelander en Meerlander.

Bewaring gedurende de winter

De aardappelen werden in het najaar van 1949 over de objecten verdeeld. In de poterbewaarplaats geschiedde dit in 10 kg poter-kistjes, in de koelcellen in 20 kg kisten. De kuilen werden alle in October aangelegd.

(4)

Tot aan de datum van verzending (in de eerste dagen van April) werden alle aardappelen in het desbetreffende object- bewaard, met uitzondering van die uit hét object Tusarex-kuil + voorkieming,die vanaf 19 Maart bij een temperatuur van 15-18 0 in 20 kg kisten te

voorkiemen gezet zijn.

De bewaring in het object Bollenschuur geschiedde te Hoofd-dorp.

(5)

3

-GEGEVENS OVER HET PROEFVELD. TE P.INGJIM, ZWF 37-4

Het proefveld was gelegen bij W. de Jong te Pingjum. Over het proefveld zijn de volgende gegevens bekend;

De grondsoort was een hoge, doch voldoende voohthoudende lichte zavel; de analyse (23 Maart 1950):

pH 7.6; Humus 2.1$; CaC03 0.40$; P-get. 8; P-citr. 241; K 0.022$

De hoogteligging boven het water bedroeg 2.50 m in de zomer en 2.00 m in de winter.

In 1949 werd op dit perceel vlas verbouwd, dat als volgt bemest werds

450 kg superfosfaat en 450 kg kali 60 per ha. Aanleg van het proefveld in het.voorjaar 1950

In deze proef werden gebruikt de rassen Bintje en Purore, beide met de volgende objec-ten:

V

p

V

B

I

P

I

B

II II

B

II

B

II

P

IV

B

IV

F

III III

F

I

B '

I

F

II

B

II

F

IV

F

IV

B

III F. III

B

V

B

V

F

V

B

V

F

IV

F

IV

B

III

F

III

B

I

B

I

F

Blok C Poterbewaarplaats (voor-kiemen) 2 C (niet voor-kiemen) 3.5 C (niet voor-II Koelcel III Koelcel Blok B IV Fusarex-kuil 'V Fusarex-kuil kiemen) (niet voor-kiemen) (voorkiemen) Blok A F = Furore B = Bintje

De proef werd uitgeplant met 3 herhalingen (in drie blok-ken) . In elk blok werden de

objecten volgens het toeval verdeeld, hierbij werden

steeds de beide veldjes van hetzelfde object der twee ge-bruikte rassen naast elkaar gelegd (zie nevenstaand sche-ma, waarin de rassen Bintje

en Purore zijn aangegeven door resp. B en F). De grootte der veldjes was 6.30 x 4.90 m = 30.87 m ,

het plantverband was 35 x 70 cm, zodat 18 x 7 = 126 planten werden uitgeplant.

Bij het rooien werd één randrij rondom niet voor de opbrengst-gegevens gerooid, zodat hiervoor 16 x 5 = 80 planten werden

ge-bruikt ;9de grootte van het netto veldje was dus 5.60 x 3.50 m =

19.60 m .

Geplant werd op 26 April en 29 April 1950» De eerste dag was donker en regenachtig, de tweede zonnig en fris.

Ten gevolge van de hevige regenval was de grond tijdens het poten zeer nat. De toestand van de grond was overigens goed, de grond was mooi verkruimeld en later droog. De poters lagen op

8-10 cm diepte na het aanaarden. " De bemesting van het proefveld bestond uit: 600 kg kali 40

(in herfst 1949) en 600 kg kas (op 18 April 1950). Er werd geen

(6)

4

-Kieming der aardappelen bij het planten

De kiemlengte, bepaald op de dag van uitplanten,was als volgts Bintje Furore Objeot 1! II It I! I s 8 - 9 cm II : 0.5 cm III: 1 cm IV ; werking V ; 2 - 3 cm Bijzondere gegevens ject H H tt H I : II s Ills IV s V s •1.5 0.5 '1 0.5 2 om om cm cm cm Bij het poten bleek, dat voornamelijk bij de objecten IV en V van Bintje (Fusarex-kuilen) spontaan nieuwe groeiknoppen optra-den, die als het ware midden uit de aardappel te voorschijn kwa-men . In werkelijkheid-zljn dit ogenyiiie "naar bïnnen zijn

uitgelo-pen en op een andere plaats weer uit ...de .knol. ...te. voorschijn komen. ; Bij beoordeling door het consulentsehap vond men de kwali-teit van het pootgoed over het algemeen matig. Er kwam vooral bij Bintje veel x-virus in het gewas voor...Zesmaal werd gespoten met Koper Bayer (700 à 800 liter per ha) en wel op 7 Juni en 19 Juni

(beide keren in een concentratie van l-g$) , 4 Juli en 25 Juli (2$), 25 Juli en 7 Augustus (2i$) . .

Ondanks deze herhaalde bespuitingen trad bij Bintje toch vrij spoedig Phytophthora op. Het geringe effect van de bespui-tingen zal waarschijnlijk te wijten zijn aan de abnormaal grote regenval in Juli en Augustus.

Beoordeling van het gewas tijdens de groeiperiode (zie tabel

A en B, ZWF 374) ~~

Van object I (poterbewaarplaats) was de opkomst zeer goed. Dit object was met object V (Pusarex-kuil..+ voorkiemen) het eerst boven de grond (13-14 Mei, 2i week na het planten). In vergelij-king met object V was object I regelmatiger. In ontwikkeling

bleek weinig verschil te bestaan, hoewel.,de planten van het Pusa-rex-object iets fijner waren (misschien door meer stengels); de getallen over de stengeltellingen (tabel A, ZWF 374) geven dit echter niet weer.

Object III (3|r C-cel) had eveneens een vrij goede opkomst, vooral bij Bintje.

Object II (2 C-cel) was bij beide rassen iets achter in op-komst vergeleken met object III. In het verdere groeiseizoen bleek

object II iets beter dan object III, hoewel het verschil gering was.

Tijdens het groeiseizoen trad geen nachtvorstschade in het gewas op.

Later in de groeiperiode werden de verschillen geringer, al-leen object IV (Fusarex zonder voorkiemen) bleef achter,

In de mate van rijpheid van het loof bleek op 20 Augustus

weinig verschil; object I (potérbewaarplaats) bleek rijper dan de overige objecten. De aardappelen van dit object stierven ook het eerst;af. Bij Purore waren de verschillen in afsterving minder groot dan bij Bintje. De afsterving werd beïnvloed door een vrij sterke Phytophthora-aantasting, vnl. bij Bintje.

Resultaten van het proefveld

Het rooien van het proefveld geschiedde op 6 October 1950. Van alle objecten waren de planten op die datum doodrijp.

(7)

5

-De opbrengsteijfers in tabel C, ZVP 374, geven hetzelfde beeld te zien als de groeiverschillen. De objecten poterbewaar-plaats en Pusarex-kuil + voorkiemen gaven bij beide rassen de hoog-ste opbrengst met iets hogere opbrengst van-het ohjeot poterbewaar-plaats. Object IV (behandeling met Pusarex £ and;er voorkieming) had

de laagste opbrengst,: ' '. ]

De opbrengsten van bewaringen bij 2 C en }.| Cj liggen tussen beide groepen in. De Pusarex-behandeling (obj. -ilV :èn V) vertoont

een nadelige invloed op de sortering (door meer kleinere en minder grote knollen). De. invloed op het • onderwatergewicht is onduidelijk

(tabel D ) . \

Wiskundige verwerking (tabel D, ZWP 374)

De opbrengstcijfers van deze proef. zijn wiskundig verwerkt ten einde tè /kunnen bepalen in hoeverre de opgetreden opbrengst-verschillen! kunnen worden toegeschreven aan!de :'bewaringen. Hieruit blijkt, dat tussen de bewaarwij zen zelf betrouwbare ver-schillen zijn aan te geven, doch binnen de rassen de verver-schillen niet meer wiskundig betrouwbaar zijn. ;

In de tabel is onder "rangorde" nog aangegeven tussen welke

bewaarwijzen onderling een betrouwbaar opbréngstveirschil bestaat. Zo is het verschil van object I;met object Y niet op te vatten als

gevolg van het verschil in bewaring, doch dé verschillen tussen object.I en?de drie andere objecten kunnen worden toegeschreven aan de bewaring enz. Ten slotte zij nog vermeld dat de; gemiddelde totale opbrengst van Purore hoger is dan van-Bintje. Ook dit ver-schil hoeftjhiet; aan het toeval toegeschreven te wprden.

Samenvatting

De groeiverschillen die in het gewas konden wprden opgemerkt, bleken ook in de opbrengstci jf er s tot uiting te; komen. Alle objec-ten maakobjec-ten; op het veld een redelijke indruk en| de; opbrengstver-schillen waren binnen de beide rassen niet groqt genoeg om uit het cijfermateriaal een wiskundig betrouwbare invloed y-an de bewarin-gen te kunnen: aantonen.' Gemiddeld over beide rassen zijn wel

ver-schillen.te-berekenen en dezelfde tendenz is ook binnen de rassen aanwezig. ! ! i

. Het. object poterbewaarplaats gaf een snelle opkomst, goede planten, vroege af rijping en. de: hoogste opbrengst.'

: Het-object'Pusarex + voorkiemen was hieraan bijna gelijk. De objecten 2 C-en 3-2 C-cel verschilden onderging niet veel, hoewel het eerste trager in opkomst was en iets lagere opbrengst had; bij Bintje was het object 3i C-cel ongeveer even snel in

op-komst als het Pusarex-object met voorkieming en vejrschilde daarvan ook in opbrengst niet veel. Het object Pusarex zonder voorkiemen, dat' zeer traag boven de grond kwam, had ook de minste Opbrengst, hoewel het gewas op zichzelf voor pootgoèdteelt niet onvoldoende was.

(8)

6 -o LA H os' OO CM M I ^)r -pH ;=£ IS] W EH W O M i> O ra £; t> H o ^ o H

m

pq ^ o H

m

<! ^ o H pq - p ra ^ < - p ra §£ <A • p ra ^ <«! o\ i LA (T\ l LA OS 1 LA OS OS LA 1 LA LA

w w \

• ^ h H o \ 1 LA \ i~n H O N 1 LA \ _ ("O H 0) •r-3 -P cl •H

m

H Vü H o% 1 LA \ V Û H <y\ i LA ^ \ VD H H H LA H 0% | LA \ LA H OS 1 LA \ LA H H H H CM ^f-CM H OS OS 1 1 LA LA \ \ H -d-c\i H OS OS CM 1 LA LA \ \ H ^ CM H > H > CD f-l O in 2 PH LA LA LA I l 1 LA LA LA

w \

^ CM H H CM CM LA LA LA 1 1 1 LA LA LA \ \ \ ^ h CM CM r-{ OJ CK\ LA LA LA 1 1 1 LA LA. LA \ \ . \ ^ ^ H H CM CM H H H H H H LA LA H ' 1 LA LA \ \ PO ^ f <M H LA LA 1 1 LA LA \ \ CM ^j-CM H LA LA 1 1 LA LA \ \ CM m CM H f> H ! > - p CO

s

o M ft o Ö .CÖ !> ö p - p cd P n <! © •rz> -Ö' H (P > O - P ' +3 CD Ö d • H Ö o CO - p

w

Cti H .ft Ö CD ft O H crt - P

a

en <i n ^ • p Ö a! H ft Ss CD ft CO H CD 53fl 3 0 - P CO H al • p EJ al «i n -P ra

(9)

7 -o LP en H en co CM to I t>-ÉÎ |& K I pq -o H CD T3 • ö •H

a

Ci3 O o H pq m o H pq <i o H pq - oo-^ ' \ PH O CM ' t > -ï > \ ^ h \ 0 C O \ C -h=\ z.tö -^ : F^1

i>

vo nq co \ « o Ç\J t -' to t-q öo PS} o CM C -^ to i-q en + l > -o - H 1 C^ CT\ [>-O H en Ch ri|« 1>-o H w|« 0 0 Cn t -o H ri|« CO CD ' I-3 -P d • H . pq H OO r-OO MD OO D— H« OO. ri|« Vu oo H|OÎ r— ri]« 0 0 H | « MD CO - | n MD D -L P H H CO CO ri|« CO [--co 0 0 CT\ O -oo co ri|«' CO c-OO CO CO t -H H H 0 0 H | « MD + MD + LP CO MD MD LP OO c-MD ri|« LP 0 0 H | « MD ri|0i MD MD > H 0 0 1 0 0 i o H + 0 0 0 0 ri|« D -O H CO OO H ! « c— v:|n-en oo 0 0 0 0 ril« 0s. ri|« CO CD ÎH O ^ 3 ! > pq oo 0 0 O H H|C* 0 0 0 0 0 0 O H ri|« 0 0 CO CO O H ri|« CO CO CO H rij« co H r-i c--ri|« t— + MD c-MD l > -rij« MD O H ri|« MD c— t r -MD MD H H C— + C— ri|« MD' C -t - : CO ri|« MD c— C -ri|« L^-ri|« M3 C-- c-ri|0) MD rij« MD c--H H H C -+ MD MD 1 MD C~-ri|0) MD ri|« LP. LP r--ri|« MD MD MD E~-MD H« MD LP i> H .C-r 1 0 0 1 o , CO [--CQ ri|« en CO t>-ri|« C— L— CO !>-0 !>-0 O H 0 0 . !> , N t>0 2 H l> fH CD CD N II O H tjf) d •H H a) ^i M • H & -P d o t H O O H CD - P CO u CD CD fH O O > u CD ^H •1-3 • H O 11 i-q /- s rM O H i •Ö •si) SD d •H CD •ra Tb H CD *> CD - P ta CD r Q II o H v_-< y — v •H d 0 l-D D -^-^ CO cd > CD w • p CD Si Ö co t> t<n Ö • H H CD ^i M •H •s • p Ö O )l. ra «H O o H H CD CD > ^ CD CD II O H y — s • H H ^ l-D "d-T-S El ai += co CD O - P d CD CO CO ai & H-r o > d • H $0 d • H H CD X M • H ï ï HP d o CH O O i-q H > s~* PH •r-3 •H fH M CD O > S* CD CD N II O H v _ y y — V co 0 - p CQ ^ tiD ^ <! o CM -—' -Ö •H CD -d MH •r-3 •H SH tut) CD O SH !> Il Pc!

(10)

8 -o LO CA H CA oo ra I [>-PO Se PH e> M H CO PH w pH I-o H O EH CO ci? Î2H W P H PH Ü EH 1 1 + 3 iH fH ^ î CD CD O T 3 - P - H a as s o & eu xi H CD T 3 • xi •H CD ci) o M o H m m M O : H < ! M o H t î û e - p a EH +: L A L O L O LO, " \ L O . -st-i r * ^ \ L O n O L O 1 - P O EH + i r \ LP, L O L O \ L O -H-m H -\ m n o L O n o ., ,1 , B— - p o EH + LC\ LPs L O L O \ LO, - d "; LO, - d r \ LO, n o LO, OO 1 o-— - p o EH + L O LO, LO, LO, \ LO, -=* LO, •vf-\ L O ^ L O ' n o 1 n o CA r-O L O L O n O O vo n o t ~ - c-0 O H L O n o -H- c-n o O CM n o V u VO H CA OO ^ h H L O H H CA n o o> n o n O -=d" ^ f -LPl OO "=J- r-H vo n o -vl-t — n O OO O n O CA CM O t -CM CO H [ -CM VO co n O O -xi-n o H L O L O V u CM CM CO L O H VO d -CM H •xf- H d H -H LO, o H n O -Hr H O CM L O L a ^ t -n O O -n O n O O CM H C— C A l > -O CM " d -C A ^ O 00 n O C ^ CA H 0 0 C--oo CA r-n O VO L O L O H ^ J -D— CA L O O o o " d -m r o CM CM H H O O CA CM H n o LO, CM H -H -H H H CM CM C-^ o-n O VO 0 0 0 0 L O •^h CA H CA n O ^ t -•• ^ t -n O c--n o ^ J -OO CM 0 0 H H -=d-n O d -n o VQ L O OO h -•sh CO H L O CM CD T3 HP c! • H m H L O r-O n o O -=d-H H H H C— H n o H ( ^ CM n O H VQ n O CA (A) VO H n O H C— en CM VO CA 0 O VO CM H 'H H CM H H H LO, n O n o n O CO o\ OO CA H CM CM H LO. n O ' H -vo n O o-n O CO H H n O -vh H n O n O n O L O OO CM - H T H •<=*-L O M H H n O C— CM H n o f -VO n O ' d r H CM n O CO CM n O -H-H l > -CM H L O CM VU n O ^ -CM n O H ^ l > -H H CM L O H d -H > H CO n o n O « * CA . L O -^f-CM CM H LO. o\ <-n O 1 ^ t -vo o CM CM L O VO ^ f -n O n O 1 H ^ d H -n o CM (T\ L O CD 5H O SH ^ P - P H H - r-n o C— O H CM CA CM LO, H n O CM CM CM - * [ > • n o H CM H H CA -sh H •-H-CM O -H-0 -H-0 CO H o H H D— CM H L O H H CA O -n O CA o-H r-OO -Hr CA CA H d -L O n O CM C -H " H -CA O C--OO H o-0 o-0 n o CA L O CM n o n O n o C— CM CM H H CM VO n o O CO H H O H ^ h t -f ~ LO, 0 0 n o CA C J CM <• LO. CM CM H I n O CA n O CM O CM OO tr-0 tr-0 C A L O H H H H OO CA L O VO n o n o L O C— CM L O H H t > - CA C A C A L O L O H CA H H 00 CM H o CO r- o n o ' H -" d - O CM H H H n o VO CA H H OO I > -CM L O H H LO, L O CM CM CM O - H " L O n O ' d -CA H H O H ...H .. CA 'H-"' l > - -=d-H VO H -CM CO H H oO H , H ™ P -H >

(11)

o i n ON CO CM CO I •=Jc -PR is LS!

n

a © 03 CO CO PH 0 d •H 0 p PH 0 O • d H © d • d • H © ciJ © U o u 3 (5H © • o +3 ci • H m

1 1

© • d u o two Ö CO M © • d - P © H « PH © SO CO • d S \ • d 0 tic • H i s ^ 3«° -0 P n C i US O - H - P O 0 • r a P O 1 ÎH so © Ö I cö g Pd 3 « © - Ö - P o H m fn © SO cö -Ö fl\ T5 © SC • H Ï H M S r Q _, © ft cl ÜJ O - H +3 O 0 • r a O l PH tuO 0 Cu S en 3 Ö © • d -P © H ra Ï H © tio cö n=S Ö \ Tj 0 fcuO •H PH ^ S r Q ^ 0 ft Ö Üs O - H - P O © • m O l u SO © d a CÖ g

« 3

Ö o CM 0 H ^ -0 -0 o n H H CM H -=3-H H m LT\ o n H H « >=}-o • r n o n e • CM CM • H LA 0 > C— l A rr) PO H H f > H CM o n 0\ O O CO ^ t - m H H t» H CM rr\ H ON -vf o n o n o n H H > H CM o n • • L A L A • • •3- - ^ • o n C - CM -=}- o n o n o n H t> H H ^ t - LA on c— C— LA o n o n H ! > H H ^ h LA o CO CM O o n o n H î> H H "=*• LA y * ~ U3 CO o n • d H © - d • d • H a © ci> . — • > -^ f-O o n ' d H © d Td • H a © Ü> i & 3 o SO U G - P - H 0 SH p CÖ £ CQ © H P CÖ © H ^ d •H ,3 d o CÖ ra •> © © SO CÖ ! > H O ÎH © > © += 0 P.; W tïO Cl %) •H PH ^ © CÖ H cö •<-H o CM ci cl © © t> H ' n H - H Ci • H SH © Ä Ä SO o o d ra CO - H U PH © © cö > - p £ - p 0 CO 0 p S û O C j - P CD © T3 P H - P P © Cl ft-H CÖ o ci CÖ ci cl © © t> H 'i-s H - H Ci • H U © rd-9O O £ ta CO CO - H ?H ?H 0 © CÖ ! > - P g: +3 © CO © p soo Ci +3 © © ' d f H + = P © c i ft-H cö o ci cö •ra •H r " Cl © - P m ci 0) > © PH Ä O CO CD SO © O - p ci © - d PH o £ so ci Ci © ?H P 0 co CO cö ft?H O 0 © - d • d H © - d ' d cl cö cö • H H a CD © Cl) so^i © - d ci © sn d 01 © M co co 3 - p H 0 PH o PH 3 • H P H Xi O co PH © > - p © cl © © r s P> ci H m p q

(12)
(13)

10

GEGEVENS OVER HET, PROEFVELD. TE ZIJLDIJK, NGr 1347

Het proefveld lag bij P.K. Nieborg te Zijldijky het bestond uit een goed doorlatende en goed. ontwaterde zavelgrond met 30$ afslibbaar en een grondwaterstand van 1.25 m in de zomer.en l.OOrn in de winter. De grond had ëen pH van 7.8 en 2$ humus.

In 1949 werd op het perceel haver verbouwd, ..die een bemesting kreeg van 230 kg kalksalpeter en 500 kg superfosfaat per ha.

Aanleg van het proefveld in het voorjaar 1950

De in deze proef gebruikte rassen waren Bevelander en Purore. Het proefveld werd door omstandigheden geheel afwijkend aangelegd in vergelijking met de andere proeven uit deze. serie. Uitgeplant werden de volgende 5 objecten (in viervoud):

I••. Poterbewaarplaats (voorkiemen) II .Koelcel 2 G (niet voorkiemen). III Koelcel 3.5 C (niet voorkiemen) IV Fusarex-kuil (niet voorkiemen) V Fusarex-kuil (voorkiemen)

De objecten I t/m IV zijn in een

la-tijns vierkant aangelegd, terwijl het object V bij elke herhaling aan het einde van het proefveld lag. Hierdoor zijn de opbrengstcijfers hiet. direct geschikt voor een seriebewerking

(wiskundige analyse van d.e opbrengst-ci jfers per ras over alle proefvelden van deze proevehserie).

De bruto afmetingen van de veldjes waren 3.6x 6„4 m = 23.04 m . Het

plantverband was 60 ,x 40 cm,, per veld-je Werden dus 6 x 16 = 96 planten

ge-..poot. De opbrengstgegevens.zijn bere-kend van 5.4 planten midden uit het

veldje met een netto oppervlak van 12.96' m . Geplant werd op. 19 April 1950 bij droog weer met vrij veel wind. De bovengrond was toen behoorlijk droog en los, onderin echter stug en nat. Gepoot werd op 8 cm diepte, waar-na tijdens de groei nog drie keer werd aangeaard„

De bemesting van het veld was in September 1949 200 kg kali

AOfo en 400 kg superfosfaat, op 2 Mei 1950 500 kg kalksalpeter en

400 kg patentkali. Er werd drie keer gespoten tegen Phytophthora, nl. op 14 en 26 Juni met 100 1 Dithane per ha in concentratie

van3en4$ en op 28 Augustus met een 3>f° koperoplossing naar 200 1 per ha.

Beoordeling van het gewas tijdens de groeiperiode

Van de geplante knollen hadden slechts de knollen van de ob-jecten I en V (poterbewaarplaats en Fusarex-kuil + voorkieming) enige kiemen.

Bij Bevelander waren de kiemen van object I 1-li cm en bij object V _+ 1 cm. Furore had kiemen van + 1 01 in object I en

i-l cm in object V. Alle objecten kwamen regelmatig op zonder weg-blijvers. De volgorde van opkomst was bij beide rassens

13 Mei object poterbewaarplaats-; 17 Mei Fusarex-kuil + voorkie-ming; 22 Mei koelcel 3i°C; 25 Mei koelcel 2 C: en 29 Mei Fusarex

Blok PB V IV III II • I PB A B. BP V III IV .1 BP. C D BP V II. .. I IV ••: III BP PB V I II III iv : FB .

(14)

11

-zonder voorkieming. De. objecten ,1 .,e,n..X:.ontwikkelden zich -aanvanke-lijk beter. Later in het seizoen haalden de koelcelobjecten hun achterstand in (zie tabel A, NGr:I347).

De rijping en af sterving van het gewas waren-.het vroegst bij de objecten met voorkieming en het laatst bij het object, Pusarex-kuil zonder voorkieming. " :-?•

Bij Bevelander was duidelijk een groter aantal stengels bij de beide Pusarex-objecten? bij Purore kon beter gesproken worden van een opvallend geringer..•aantal stengels bij de koelcelobjec-..O.pb-r-engstgég.ev-ens

Het rooien van het proefveld geschiedde op ,4 October 1950. Alle objecten waren toen afgestorven.'In tabel B, NG-r 1347, zijn

de opbrengstcijfers weergegeven. Bij Purore waren de verschillen tussen de objecten gering; de koelcelobjecten blijken veel minder opbrengst te hebben in de maat beneden 35 mm.

Bevelander had de hoogste opbrengst in het object poterbe-waarplaats. Bij dit ras gaf Pusarex met, voorkieming eveneens een hoge opbrengst, maar had zeer veel knollen in de maat beneden 35: mm, zodat de opbrengst van de koelcelobjecten in de maat boven

35 mm aanmerkelijk hoger was dan het Pusarex-ob ject~ met 'Vö'örkië-ming.

Samenvatting .

Opkomst en groei werden in deze proef niet beïnvloed door nachtvorst of andere schadelijke omstandigheden. Ook van Phytoph-thora had het gewas niets te lijden. Daardoor kon een

aanvanke-lijk snellere groei van de objecten met voorkieming geconstateerd worden» De koelcelobjecten vormden later nog een goed gewas, toen de eerste al aan het afrijpen waren. Het Pusarex-object zonder voorkieming bereikte het laatst zijn volle ontwikkeling en rijpte het laatst af.

Het rijpgerooide gewas vertoonde slechts geringe verschillen. De. verschillen tussen de objecten bij Purore waren gering. Bij

Bevelander bleken de opbrengsten in de maat beneden 35; mm zeer hoog voor de objecten IV en V (Pusarex) vergeleken met de overige

objecten» Deze hoge opbrengsten in de kleine sortering bij deze objecten gingen gepaard met lage opbrengsten in de maat....boven. 35.mm en resulteerde in lagere totaalópbrengsten dan de objecten I, II en III.

(15)

1 2 -o LP! CT» H CT» OO CM CO I l > -PO H u CÜ S2Î H

S

o î> «3 EH H Pi £> Ö CÖ CÖ H CD •"Ö T J •H

a

CD ci» •Ö H CD -Ö •H

s

eu Ci! M - p co en « \ m CM 0 0 i > \ CM CM Vu H * \ VO H m o \ VO CM . CO H O • CO CT\ Hl« vo CO v-i|0! CO U CD n ö co H CD > CD m 1 H "=3 LP, C -H -H -H I A O 1A • • • c o CO PO H H|W co oo S H|CJ CO CO h -H|0! c— c~— tr— H|OJ VO VO LP, H M H > ..H , H „ H H CM O • LP, H o> L>-C— H | « c-CD SH O f-i p !> Pu ^ h H O O H H | « c~ c-H|OI C— CO H H H O x j -t— H|OJ l>-H | « VO VO H H O PO LP, H H H LP, O LP, i n o co H H | « H|CNÎ C— VO t - ^ H|OI <H|« H|M tr— fr— c-^ H | « I-I|« VO LP, C— w|0» H | « VO LP, C -H H > l-i H P-,—\ taO S H > k CD CD IS! II O H *>—" -P to

a

o ^ Mi O U o o > Sn CU «H • r » • H O II , . — • . tin 3 H t> fc CD CD tSJ II O H to ei •H H CD kJ M • H £ - P Ci O <H O O H CD - P «3 Is CD CD fH CD <H •r-j •H O II u O O C D H CD N H II O H v-' fl CÖ - p CO CD O - P Ö 0 CQ CO cd & H O t> ei •H tïö •H H CD ,VJ ^ •H £ - P ei O <H O O H £H o o > ?H CD ^H •r-3 •H O II 0 CD d CD t> ?H O -P Ui CD to t H ert H CD CD Ä CD to II o H -rt •H CD Ü M i •ro - H ÉH to CD O U > FH O O > JH CD <H • r a •H O II += ci Cil H Mi SH CD PH CQ H CD to Ci CD P> ra H m p ci 01 i l p - p ci cd H P H P. CD P i ci CD H H o ci M H crt - p c] al <3 II O ,-q t> rt co M

(16)

13 o LO CA H CA CO CM CO I r— -vi-PO H pq PM M H ra cti pq PR 1-3 H O EH CO ei « PP PH O pq EH ' T ) H CD TTJ ^ •H El CO ü> R ^ o H pq o ^ o H pq pq ^ o H pq <>} ^ o H pq * - p o EM + L O L O LO L O \ L O "=d" L O -3" \ Ln P O L O P O 1 += O EH + L O L O L O LO X m -d-L O ^J-X L O P O L A P O 1 -P O EH + t n LO, m LO, \ LO, -=d-L O "d" \ L O P O L O P O 1 » -P O E-\ + L O LO, L O L O X L O •=d-L O ^ X L O P O L O P O 1 - P O EH + L O L O L O L O \ L O • s h L O ' d -\ L O P O L O rn 1 CM L O rn CA m CM rn r— L O VO CM rn .„rl.,c-\ VO O L O rn c-i r H O O CM - v h CM CM L O o c— rn CM CM L O VO C O CA rn r-H "=d- L O L O H H H O L ^ LA H o o H H P O m CM f — rn CM CM P O H H O P O - H - - d " H H LO co "v(- CM [ T T C O -C A O rn rn L O O H CM - v h c— m H H O L O t— rn H H C O P O -v}- CM H CVT CM C A m CM CM L O O O H •=*-H •=*-H C A MD L O CM H H O CM L O CM f H 0 ! • Ö S d H CD > 0 pq H H H__ co C O CM 0 0 L O H H O ^d-H L O CM c-VO CM H H CT, f --d= ••d-H p H p p ) Vu ü rn - v r H - d r m H P O P O H L O CM H CA CM L O rn rn H L O P O H co H vu 0 0 CM o P O H H co d -H L O CM H H H •vt-VO c \ l L O L O •vt-L O P O H CA l > -CM L O CM -d-O P O P O CM H L O CA Vu CA CM L O H C O d -O L O H P O co - v f CM CM O O -d-L O H H C A VO rn O O CM CM P O VO O L O H co VO !> H CA O P O P O P O L O -=dr •=d-H CA O —.—1 — •f3 C A CM CM CM P O O - v t H P O CM H VO O P O O CM V O H ^d-H P O O H ' P O ' " H P O co vo L O • v i - 'd-H L O O H • r O " -H P O O O VO O L O H P O O H CD JH o fH ri > PH P O •=d-P O c-= -d" H t -H o o H L O CM CO L O P O o L O lr-co H C A C A CM CM ' d -H P O VO - d " c~-vo H CA t ^ CM CM O , c— P O o ^ h 0 0 t ~ H O P O H H P O ' P O CM P O P O L O H L O H P O CA VO CM H co P O P O o H H CM VO H d -LO, CM H o CM P O CM C A H VO H vo L O H H CO P O P O c-Ü H ^h O-H V O 'd-H H CM L O P O L O H H ^d-vo H CM VO H H c-P O P O c— CM H t ~ - "=1-H O L O P O H H. H CA P O P O C A C O CM C O H L O L O P O H o • s h P O CM

9

CO c-H C A d -H H "=d-P O P O H Ü H ^tt -H vo -d-P O H (A L O P O ^t-co C O C A H P O vo -=d-H CM CM P O C A VO C -f ~ H H vo L O H H H H O d -P O C A «vi-vo vo H 00 CA t -CM I O , P O P O ( A " v j - C~-L O H v d -o H L O CM CM P O P O P O L O l>-t n H L O CA t -CM P O VO P O C O L O C A t -H CM C A -«d-P O r-CM P O L O P O H C— H CA CA CM CM > H L O VO P O vo - v h H co H l"-O _ n i _ H P O CM C— P O CA «d-C O C~-H P O H H CM P O P O r~ P O CM t -CO CO H O CA P O CM " v i -VO P O CM P O O CA H vo O H VO P O Ü L O P O CM P O C-vo H o CM H H P O >

(17)

14

-GEGEVENS OVER HET PROEFVELD TE EDE, Ve 289

Het proefveld werd aangelegd bij W.'"van' Grootheest te Ede, Horsterweg 5? op vochthoudende zandgrond met een grondwaterstand van 4-0 cm in-de zomer en 75 cm in de winter.

De voorvrucht was in 1949 bieten, die bemest waren met 800 kg Chili, 700 kg kali 40$ en 400 kg fertifos.

Aanleg van Met proefveld in het voorjaar 1950

V I I I . V I I I IV I

7,1

V

in

. i i i i i Blok C Blok B Blok A

Het proefveld werd aangelegd met één rasr nl. Eigenheimer., De vijf

objec-ten werd.en: in drievoud uitgeplant

volgens nevenstaand schema, nl.; I Poterbewaarplaats (voorkiemen) II Koelcel 2 C_ (niet voorkiemen)

(niet vooriciemen) (niet voorkiemen) (voorkiemen) III Koelcel 3.5°C IV Fusarex-kuil V Fusarex-kuil

Geplant werden 13 x 10 = 130 plan-ten per veldje in een plantverband 40 x 60 cm, zodat de afmetingen der veldjespbedroegen; 5.20 x 6.00 m = P 31-20 m . Het netto veldje was

4.40 x 4.80 m = 21.12 m met 11 x 8 = 88.planten, waaruit de op-brengst bepaald werd.'

Geplant werd op 21 April 1950 bij droog, schraal weer. De aardappelen werden 6 cm diep gepoot en niet aangeaard. ;

De bemesting van het proefveld was; 200 kg fertifos .(Febr.), 700 kg patentkali (April), 200 kg kas (Mei). Het gewas werd twee-maal bespoten met koperoxychloride 4-f° (23 Juni en 14 Juli) . Beoordeling van het gewas tijdens de groeiperiode (zie tabel A, Ve 289)

Tijdens de gehele groeiperiode was het beeld van de objecten hetzelfde. Het best was het object poterbewaarplaats, gevolgd door de beide koelcelobjecten. De twee Fusarex-objecten waren het minst, vooral het voorgekiemde object was slecht, waarschijnlijk

ten gevolge van een vrij sterke aantasting met droogrot in het

pootgoed; het aantal wegblijvers bij de Pusarex-objecten was bij-zonder groot.

Het object poterbewaarplaats had een regelmatige opkomst en snelle eerste ]oofontwilteling5 het loof was lang en slap en ging snel

zakken en verkleuren. Vrij grote knollen van gelijke grootte. De objecten koelcel 2 en 3i C waren in opkomst trager en

onregelmatiger dan het object poterbewaarplaats. Het loof bleef iets korter, maar was wel steviger. De planten van het object 3-§°C-cel stonden later gelijk met de planten van het object poterbewaar-plaats. Beide objecten gaven ook uniforme knollen met weinig kriel.

De planten uit het voorgekiemde en het niet voorgekiemde Pusarex-object hadden een slechte en onregelmatige opkomst. Het gewas was zeer onregelmatig met fijn loof en meer stengels dan de andere objecten; de planten bleven ook langer groen dan bij de

overige objecten, maar gingen snel zakken en legeren. Er kwamen zeer veel open plaatsen voor doordat veel poters aangetast waren door droogrot. Beide objecten gaven fijne knollen met vrij veel kriel.

Behalve enkele bladrolplanten in de Pusarex-objecten en een enkele plant met Phytophthora kwamen in het gewas geen ziekten voor.

(18)

15 -Resultaten van het proefveld

Het gehele proefveld werd gerooid op 5 October 1950, alle veldjes waren toen afgestorven. Van de gerooide aardappelen

wer-den twee sorteringen gemaakt, nl. benewer-den 35 inm en boven 35 mm (tabel B, Ve 289)•

Uit de opbrengstcijfers ende wiskundige verwerking blijkt, dat het object poterbewaarplaats zowel- in -totaalopbrengst als in- opbrengst •groter dan 35 mm, de hoogste opbrengst gaf, gevolgd door het

object 3è C-cel. Het object 2 C-cel, dat op het'veld niet met het object poterbewaarplaats'gelijk kwam zoals het object 3-g- C-cel, bleef ook in opbrengst betrouwbaar achter bij dit object.

De' beide Fusarex-objecten hadden de minste opbrengst. Het niet voorgekiemde Fusarex-ob ject. stond steeds het laagst, hoewel het verschil met het voorgekiemde, blijkens de wiskundige analyse

(tabel B), niet groot genoeg was om het te kunnen toeschrijven aan deze nabehandeling.

Samenvatting

Ten gevolge van sterke droogrotaantasting van het pootgoed was het gewas en de opbrengst van beide Fusarex-objecten het

minst,

Het best was het object poterbewaarplaats, dat ook de snel-ste opkomst had en het eerst .afstierf.

Van de koelcelobjecten 2 C en 3ür C, waarvan de opkomst

traag was, kwam het object 3i C het object poterbewaarplaats on-geveer nabij. Object 2 C bleef in groei van het gewas en in op-brengst hierbij achter, hoewel het nog veel beter was dan de Pusarex-objeeten.

(19)

16 -o m as H CTs CO CM co I as co CM !> pq -d H CU T3 • d •H Ö co O o M o ffl

m

^ o pq << ^ H pq ÖO « > - . H - tr-> - K o o H vo H l \ m H m O " s . r o H 0 0

w\

H c-> \ rn H VO H \ i n H i n o \ ^o H co « \ H c-î > \ m H - ^ h } ^ i n H L f \ o \ PO H co W \ H r -î > \ r o H vo M \ LT\ H I A o \ CO H ! H CD

a

•H Cl) X ] Ö 0 ty) • H H m oo co H | N O N 0 0 CTi H|OJ as c— o o H|0! O N t - 0 0 as 00 oo H|M OA OO ON H | « en c— co H|CJ ON t— 0 0 OS 0 0 CO • H|C* as co os H|M o> t - 00 H« ON t— OO O N 0 0 CO rt|« o> oo o> H|OJ ON t - CO H|OI o > c— c o H H H H H H VO VO H|C* 6 0 OO ^ i n "3- r n . v o v o H | « 0 0 CO •**- i n -=d" r o v o Vu . H | « co oo ^ i n •** i-o v o v o H|CJ 0 0 OO "d- i n ^ PO > H > «H O O H H CD (1) i> £H CD CD N ; O iH. ;-P 3 ^ CO H H ' ' S i> H -H O . d U ft, CD; • O CD. c o CD • N H O I O) w ?H : W H 1 f> '£*0 <d ; 2 O ; d fn H H1 cö CD : [> : - p CD co tq iL)^-v CD II ft r-3 M CD N II •H O d - P d O • - 3 . Ö H ;0>v_> in. co O H ra — H ^ . cü ra v ' £ d to.H -P D d : o ra t n - H Ö N H H a) . ^ CD - H - P > 3 t|D t i û H d ^ -?H ; no d:H >o H OiCD-rH : C H i i j 0 . O O . H f t H : ^ ' O •P : P • " B! 0 ) £ î 0 - ^ : 0 . o ra «H CD M ?H o o ft CD ' O O CD • H tiO ^ u u ^ O O O O O O O O ^ JH :?H JH CD CD CD CD ^H V i 9H «H •H -H -H -H p o o o II II II II fei pq fel <3 nq PM pq

n

Pd

m

o co !Zi pq >> pq o P3 o H tö cd - p O E-i T ) H CD H3 TJ •H

a

0 eb o o H pq pq ^ i O H pq <ï ^ Ï O H pq H pq vo 0 0 D -\ H Q, VO • \ c5 CM

m

H pq vo ^ \ 0 0 M H

m

vo • ^ \ CO M H

m

vo ^ \ CO M CM 1 1 <=h 1 CM H l . CO v o ON O i n m JH a;

a

•H Q) X I d CD fan • H pq ^ h i n vo H 1 vo 1 I vo H 1 vo H ^d-m F -1 H C^-1 CM C -1 H r -H H -=* i n : ! H | « c~-. 1 ; -vf-i H|0!' F - ! 1 i n H«: c -1 P O H|0! F -H M H • ^ j ^ -i n -i m ! i n vo PO CM CM' C— CM H i n vo rn H i n oo H H t n vo CM P O o i n CM H i n vo t> H > CD •ra -d H CD > O • P -P CD Ö Ö •H O i n ON H •H 3 0 ^ b *tt •HCO > CD ft

!H Ö CD CD CD CO tsi-P CO 11 CO H O ft H - - ' d CD T3 ft •H O Q v _ ^ efl JH o x ! +3 X ! ft o +3 !» X I PM d CD CD tlO 11 O H • • — ' ^—-\ •H H d I-? H d 0 •H d d 1-3 o CM ft o T 3 H CD 0 T 3 !H o o 0 ^ X > d-— 0 X ! - P CÖ toco d fn • H ?H CÖ O t> C D H X l CD > ftP 4 J T 5 H X ! CO-H O ft H f n O s q x i T S - p o EyDcö !>5 O C D H X l î> ^ P P M i H r l H ^ CD a CÖ o t H - P - P C H •r-3 Cî d- 1^ •H CÖ CÖ-H 0 < t } < ^ 0 Il II il il M^P^PM

(20)

17 -o m ON H ON OO CM co I (Tl OO CM O)' i> P4 <•} Pi pq FM Ci) M H w H o EH CO « PQ P H o PQ EH 1 0 P P ; 3 cO £ • h CD T l ti O T j H © T j T j • H

a

CD t i i o M O H

m

o H pq o H PQ o H S D qn H al et! • P o R + LTA n O m n o 1 H cd cri - P o EH + LT\ n O i n i H cd Cf! - p o EH + i n n O i n n o i H et! CÖ P o EH + i n n O m <~o l m H ^ h c— • i n i n CM i n •«d-i n O H O m i n VO t • 3 -'sf' H H ' s h H N J -oO c— *=*-m co P T ) °n ON C T OS * * h rM-o ^ h O ON O H H -O H m i n CM 'vf-i n oo H H m H r o •<d-O CO CM ON n O f > -ON n O rH ^ h no VO m VO CM ^ t -CM C— n o - d / i n O H H -ON ^ • d - . CM t---n O! C— C - ; | ^ f -vo •^ vo C— n o co CO VO VO i n ON m =dc -o H ON VU * = * • m vo no - * o H CO H i n co CM ' d -o ON c— H -^J-o m n o r>-vo VO CM "sT vo : ^ ' n O O 0 0 ÎH 0 ) S • H a) fl Ö CD b.Q • H N vo H i n H CM x j -m ON H ' ON VO: - * ^ ' OO no i n 0 0 H H o o i n t > -H "=d-no CO H H H CO *# rr> H o ; no r -^ h > H f > -i n •-=d- . n o . O N no : ! ^ h vo

>

1

ci îz; H M P^

g

I

pq ci H CO H is ö g m no Ö CD >• O - P CO t?o SH (1* fH vy PH ö += m W) d 0) fc r Q P H O CD H cri p o H 'CD T J ÎH . O tiO Ö cd P H . . CD T J - P (D H co i-, CD Èio cd • CM » •• H T j Ö \ CM T J CD tic • H U M S PHC| c i O H p o CD •r-» r Q : O 1 14 tlO CD 3 g

•âa

d 0 T J Î H O t l f l d cd « CD T J P > CD H c« fn CD t l f l cd T J d \ T J . 0 î t f • H J L , ^ a : r Q ©; P i d C i ; O - H • P . Ü . 0 •r-a r Q O . l : Î H fjfl 0 ö - i c d : | :£3 i n <* H H n o • CM • H m CM - * H H H CM • • • i n i n i n • • • ^vh ^ J - ^ f « • ' • no no no • CM m CM ^ co r - 4h n o n o n o H î> Y-\ > M no - ^ m • CM « H C - ' i n m H H * n o • CM e H O H i n H H H CM • • m m • 0 • " * ^ "vt-• * rn m * CM CO 0 \ H C— ^ O N •^f- " d " n o H _ > H t > H n o •=*• m 0 u cd-u cd u : cd 0 % : • . 3 Î30 ! OÏA U - P C3N 0 "tf-**> \ co d H -H cd is cd H & • H 0 Ä r Q o CO 0 i n T J 0 ; > Ö • cd 0 > - p co tiD Ö H • H O 0 | >

d S i

0 SH cd J H cd fH cd 0 & P H

IA

;

fH p m 0 i n: P tiO to d H -H: cd fn-S: H & • • H 0 va ,Q o CO 0 f n T J : 0 > Ö! cd-0 f> P co tiD Ö H • H O 0 >

d S

(21)

- 18

-GEGEVENS OVER HET PROEFVELD TE WIERINGBRWERB, NNH 1101

Het proefveld was aangelegd op 'de" proef boerderij "Prof.Dr J.Mo van Bemmelenhoeve" van de: heer J. Schipper te Wieringerwerf.

Het proefveld is gelegen op kalkrijkë en kalirijke zavel, met een grondwaterstand van "2 tot 2,50 m.

In 1949 werden op het perceel bruine bonen verbouwd, die bemest werden met 600 kg superfosfaat en 600 kg kalksalpeter. Aanleg van het proefveld in 1950

Het proefveld werd met de drie rassen Bintje, Alpha en Meerlander aangelegd, zoals hiernaast

scnematisch is aangegeven.

De uitgeplanten objecten waren; I Poterbewaarplaats (voorkiemen) II Koelcel 2 C (niet voorkiemen) III Koelcel 3.5 C (niet voorkiemen) IV Pusarex-kuil (niet voorkiemen) V Busarex-kuil (voorkiemen) De objecten werden in 4-voud uitgeplant

(4 blokken). Binnen elk blok lagen de 5 objec-ten in rassubblokjes. Alle veldjes lagen ach-ter elkaar en waren in de rassubblokjes' niet

volgens het toeval verdeeld, doch systematisch. Door deze systematische rangschikking, waar-door een eventueel vruchtbaarheidsverloop ook een systematische invloed kan geven in- plaats van een toevallige, zou het proefveld onbe-trouwbaar kunnen worden. Bij de analyse kon

dit niet aangetoond worden en bij de gezamen-lijke verwerking der resultaten per ras konden de gegevens van het proefveld zonder- bezwaar

worden opgenomen. . . ' De afmetingen der veldjes bedroeg 3 x 8 m =

24 m , waarop in plantverband van 60 x 40 cm gepoot werden 5 x 20 = 100 planten. Met weg-lating van twee randrijen werd de opbrengst bepaald van 3 x 20 = 60 planten?van een netto

veldje van 1.80 x 8 m = 14.40 m ..

Geplant werd op 14 April 1950? na het aanaarden zaten de knollen 12-14 cm in de grond.

De bemesting was 600 kg superfosfaat per ha (4 Maart) en 600 kg kalksalpeter per ha (6 April). Er werd drie keer gespoten met koperoplossingen, resp, 0.6%, ijó en 1%, 800 1 per ha.

Na het poten was het weer droog en schraal tot de tijd dat

de aardappelen hun volle ontwikkeling hadden, daarna kwam er tot aan het afrijpen veel regen en weinig zon voor.

Beoordeling van het gewas tijdens de groei Blok Blok, Blok Blok

D

C

B

A

Al Me Bi Al Bi-Me Bi Me Al Me Al Bi Bi = Bintje Al = Alpha Me = Meerlander Door de onmogelijk e aantasting st van het gewas

Het obje opgekomen en

ongunstige weersgesteldheid van het begin was het en Phytophthora-aantasting te voorkomen. Door deze ierf vooral Bintje zearvroegtijdig af. De algemene indruk

, zoals ook weergegeven in tabel A, NNH 1101, is: et poterbewaarplaats is bij alle rassen het snelst leverde een mooi regelmatig gewas. De beide koelcel-objecten, die vooral bij Alpha aanvankelijk iets trager waren, herstelden zich later goed en gaven een goed gewas. Van de beide

(22)

_ 19

-Pusarex-objecten, die aanvankelijk traag waren met zeer veel achterblijvers in de opkomstr vooral bij.Bintje, leverde alleen

het object met voorkiemen later een behoorlijk gewas, dat het gewas van het object poterbewaarplaats nabij kwam. Het Pusarex-ob jee t zonder voorkieming bleef een matig gewas bij alle rassen. Het aantal wegblijvers bij de Pusarex-objeeten was groot (tabel A,. NNH 1101) .

Resultaten van het proefveld

In tabel B, NNH 1101, zijn de opbrengstcijfers weergegeven in kg per are. De Pusarex-objecten hadden'vaak een lagere op-"' brengst en een groot opbrengstpercentage in de kleinere maten.

Uit de resultaten van de wiskundige verwerking (tabel C, NNH 1101) blijkt geen betrouwbaar verschil te bestaan tussen de vier objecten met de hoogste opbrengst, slechts van het object Pusarex zonder voorkiemen was de lagere opbrengst aan de bewa-ring toe te schrijven.

Bij de rassen afzonderlijk trad ditzelfde beeld op. Hier was ook het Pusarex-object zonder: voorkiemen steeds minder dan de andere vier, die in opbrengst dicht bij elkaar lagen. De opbrengst-verschillen waren rier echter te gering om ze aan een invloed

van de bewaring toe te kunnen schrijven. Samenvatting

Veel droogte in hét begin en veel regen in het: latere deel

van het groeiseizoen zijn niet voordelig geweest voor dit proef-veld, waarin veel Phytophthora voorkwam. Hierdoor stierf het ras Bintje reeds vroeg af.

Pusarex-bewaring zonder voorkiemen gaf een zeer slecht ge-was met veel wegblijvers en een betrouwbaar lagere opbrengst. Het beste gewas leverde de aardappelen uit de poterbewaarplaats. De objecten koelcel- en Pusarex-bewaring kwamen later hiermee

overeen. Verschillen in opbrengst tussen deze vier objecten ble-ken niet betrouwbaar.

(23)

20 -o m en r-l CT\ CO CM co 1 H o H H

g

CO H

n

I

CO ^ CD > • r s •H H CD £ H cd +3 ci CÖ <! T 3 H CD T j 1 3 • r i

1

M j y o H m o o H m R r M • O H W «1 O H ffl H CÖ CÖ - P o e i R c e » o o H mm <«! c i vo \ c— CO > A o CÎJ vo — \ c— CO cb vo ^ CO Ci3 vo 1 \ . D— co cb VO \ c-co . _. .. 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 i-;|<M t— OD Tpl O t— H 0 0 0 0 oo r— l l H|0i t— oo O co H 0 0 0 0 O c— H c - CO o CO H C - 0 0 TH|W o r -H CD •1-3 - p cl •H m H H H 1 1, 1 1 1 CO T-!|0! t— 0 0 c— 1 co 0 0 CO c— H|O» c— H | « c— HJ0! CO CO H H H C— CM ur\ vo a\ C -H | « VO t H | « vo VO ^ h 1 vo VO H I « C— H | O c— H ] M m VO VO Vu t> H ^J-H r<~) ^ h •<• rn t -VH|« C n m -=3-i c— H | « Cn t -o H t -O H H | « vo en CÖ

•3

P-i> s! H 1 1 H 1 0 0 o H O H t ~ c -CO o H C— o H CO O H CO O H H H 1 H 1 1 0 0 H ] M C— 0 0 m m co H|C8 c-0 c-0 H|0! C -0 -0 c— ~ H | « c— c-H H 1 «5h VO 1 l CM 1 H H 1 H H 1 C M C M c- \ o C— F - f*= CT» t - C— 0 0 •^J- rn VO LT\ " * C— 0 0 CO c— H | « ^ co o H 0O LT\ C— c - vo o\ VD vo vo H|C« C— vo O, vo vo c— H | « TH|« vo vo en H I H î > H M > 11 u CD i c i d al H ^ CD 0

s

1 1 1 1 1 CO Ü H t ' -en en CO o H CO o H co o H H|CJ 0 0 o H H 1 1 1 1 1 co C— CO c— c— H|CJ t>- c-CO c -0 -0 c— oo t -H H 1 1 1 1 1 H | « c-H« c— 0O c— c-r— r*-H | « c-c— H | « E -TH|C4 C— <-:]« 0 0 H | « C— H M H tr- m ™ i H CM r o H H 1 C- c— . ri|01 c— en c— vo m vo L A 0 0 H|PJ t S vo H|CJ vo en H|W C - C— vo en c c -H | « c - o H C— C -H|O) c— en t> H > Ü t H O O H ^ - P O H H H CD CD t> U (D CD d al !> CD • r ; TJ CD H N II CD > CD CD

a

"O 'cö © O o CD P O O - P H H v—^ rf TJ H t> fH CD CD CO , Q CD J D P d - p al - p m o o N - P II O H d CD CO CO ert CD -d • « — s co co al U •H d • r i b

S

& h > QD M H S ä H •H > H 03 ^ « CDA! CD N II

t

• P o c-> d • H co ai £ t > co CÖ ^ CD W) bO CD -P d • H to) CD d H -p o CD CD O «H M xi H ^ w * - p co

n

o M o o H CD - p ^ • H & - P d d p d ai > CÖ - P t> o *ö CQ <H Sn P4 CD o u o o > in CD o al al Fl Ü<-\ ai O - P CD H fH O O > u CD Sn o o t> ^ 1 CD ra ÎH o o l> U CD CD toi ff PH o o > U <D =H «VH ^ t H «H • o •H • n • H •r-3 • H r n H n •H O O o ü o II II II II 0 ^ t > C Q II cb

(24)

o LP, H en oo CM CO I H o H H M Pi M ra « W PH •-o H O EH CO ci P=î pq P4 o •d H CD X) T3 •H 0 <D ÜJ n ^ o H m o ^ o H pq m ^ o ,—{ pq <3 ^ o H pq s -p + O LP EH r<~ o - p O FH + LP, -=d" LP, ^ r LP, <~o LP, no 1 •P + O LP, EH no 0 +3 o EH + Lf\ ^h LP, ^f-\ m rn LP, i -• p + O LP, EH no « p o H + LP, ^h LPi -vf \ LP, no LP; no 1 P + O LP EH n~| P O H + LP, -vh LP, -vj-\ LP, no LP, nO ... .|... . P + O LP, =H n o É P O FH + LP, -vj-LP, -vt "~\ LP, nO LP, 1 Vu nO CM 1 •vd" LP, CM CO -=d-H CO CO CO H H H CM vo CM CM VO "vf H LP, VO LP, H CM LP, CM CM VO CM no C-H m L~-O H CÜ -vt CM H r -CM nO rn H LP, H H PO CM VO rn CM CD, LP, CM CM -vt H *vh Cn rn CM CM tr- *vt i>-n O - v t ^ CM CM CM H CM en -vt- H o -^ VO 0 3 v o CM CM H CM VO O CO CM H ^ no en H H vu r - VD i n H O O no H H H H O- tr- C— O H H r O ^ h CTi CM H " - ^ CM O n~l H CM CM H CM "si- LP, CM CM •vh H VO LP, CM CM H CM W ^ ^ H CM CM - d r CO H H O CT, L— i~n O L~— CO rn H H LP, rn p-l CO H H nO r O ^ t CM C~- LP. m m vo CM H CM H CM Cn C - F - o O O O LP, CM n o CM CM O CO O no o co ^ CM r-\ H H •ït- ^ r O - CM Cn O CM O H H r-\ LP, LP, O LP, H H ^ CM H n o CO ' H • t>- LP, O VO CM CM H CM 0 0 VO CM CM CO C- vo H CM CM H n o n o LP, n o CO CM H CM C— H H CO CO LTV m -vt- n o CO CO H H H I>- no -vt H H CM LP, LP, no no IT- H no "3- VO H CM CM H CM CM 00 o cn LP, LP, 0 > LP, CM CM H CM CM L P VO CO H no -=d- CO H H H CO H r o CM O CM CM H H H H Cn LP, n o CO H H CM ^d-t— no H O -3- ^tCM C -CM O "=d- ^h VO CO en o-no o-no H LP, CM CM LP, -=t-' cn -=t-'H LP, L ^ no no n o VO vo r -no -no CM VO t ^ } -nO no ! > - LP, H CM •^t LP, Vû_ co_ o cn *s!- n o CM H H O ^d-cn H C^ L^-nO no [~- [— CM CM VO n o f - C^ H CM •<- ^t-rH no CM n o "d- ^d-O -=d-O -=d-O ^ 'dr f - no H CM ^ VO LP, LP, CO H -st- -^r 0Y- 0> CO H •^t -=d-CM O vo cn ^ - no n o LP. CM CM ^ ^ d ' l>-H •^t-(_J CM -=t n o cn nO ^t-CM no cn CM -d-no nO •^t-"* O •5t-LPi CM •xh C O -no -d-VO no -d" 0 3 O ^h LP, CM nO CO m no CM O •vf-m c-nO no CM •*d-LP, O -=d- ir-o ^f-no CO no CM CM CM no •^t- ^d- L-- •^t- -=d-^h H "=*-cn CM ^d-ch VO -=d-no O 3 -CO no - * H nO -d- •4- ^f-^h OO -=d--=t no H • v t H no •^t-CM cn no VO cn no L— VO no LP, CM *=d-cn vo -=d-nO c— -d-O ^d-• v f cn CM ^d-CO CO no CM cn no CO •vi-no O ^t- ^d-H C-no LP, [ -no nO no no CO no -=d-CO no no CM •-t-no VO cn CM CM •«=1-•-t- • O no -=d- •-t-nO -vi-O cn nO o ^=d- •-t-LP, H -=d-O CM •vi-no C -no CM ^ LP, CD ""VO""CM H CM vd- -=d-^ LP, •vr n o «=t - v t cn vo cn LP, CM n o C— VO H CO n o CM H LP, CM CM n o •vh - ^ CM n o LP, -vt-•=d- -vd-CO no O VO no no e— on H vo H C~- H CM H CM no H r-•«d- n o H vo • * CO "vt- n o O LP, O H no no CM CO H LP, H cn no CM H no O nO LP, -vt- - d " CM cn vo vo %t -vd-• ^ n o O CO nO no cn L^ CM VO H o\ cn CM H cn CM CO n o n o -vd-VO n o H *d> •=t- ^t-H no OO vo CM n o co on O vo H C- H CM H "CM H «=d-U CM -vi-vo LP, no VO LP, CO CO nO • v t LPv •vj= -vh o CO nO CO Lin C -^H m nO CM O -vH H ^t-no nO LP, 0 0 ^h O -vH CM H • v t O LP, no -v}-LP, CO cn o ^t-c— H -vt O LP, nO cn LP, CO LP," CO" CO no no no Cn CM H MD •vt- n o CM CO VO CvJ CM CM no O CM H H H ^ -vi-n o CM o cn VO CM no no no no on LP, no no CM L f \ LP, CM CM CM CO ^ O O H H nO' ^d-no CM C*= CM t>- H no no •vd- VO O no •vt- n o O 0 0 VO O CM CM c - ^t-H O H H c - ^t-CM ^t-CM CO -vj-cn vo no no H en n o CO -vi- n o LP, LP, VO n o CM CM no* cn n o CM H H n o LP, n o CM -vt- VO O ^d" -vt n o VO O vi t r --vt- n o H vo C— -vt CM CM nO O no O H H CM -vt-^ d - CM

(25)

.21 22 .21 -o I A O N H O N OO CM CO I H O H H

g

o 0 T > cO H h CD CD S cO Ä ft

3

0 •ra • P Ö •H

m

CD T i P CD H CO k CD tlD cd t J C j \ T i CO M • H ^ M

S£ _

CD ftd Ci) O - r i - P O CD •1-3 r Q O 1 U fcïD CD S 1 rt 3 Ö CD T i - P CD H «5 U CD bQ CÖ -Ö O N t ) (1) i)C •H h « s-S CD P i Ci Ü> O - H p Ü CD • r a P O 1 SH ttf) CD

ö i

cô a CD T i +3 CD H co iL, CD t)0cô T i C | \ T i CD fc£ •rt UM S P CD ftcj CÎJ O - H - P O CD • r s P O 1 h t f l CD ö s cd g W 3 ö rv-| ^ -^r H H CO ^ ^=r > H • + Cft O N CM r o H H VO • < - • < * • • < * • r n H H H L i=» H H P- H CM r o ^ j - LT\ H o r - CM CM CM O ON. • ^ -d- *=r rn H H H P-H P-H P-H M CM en -3- m CO M3 CM i> H ^ •**• CO O vo i n -d- co CM CM CM H H H H > H H H H CM r o •=* i n CD T i H CD ci 0 h - p CD - P T i T i •Ö •H

a

eu Ö •H • H tq 0 Ö P h n ^ p CD Pi S 01 crt ci 0 cd H P H & • H 0 x 1 o fH !> -P CD CO CD P >> CO H Cil

a

crt CD T i •H i n += o CD •r-3 • o p • H P CQ H en T i H CD CD P CD t i ^H H O d cd > p o CO fc 0 > ci © 0 • ci tin 0 TJ bD U ti • H H !H 0 TS ci o 0 • H CO t j bD d CD fs P • s Ci 0 • P fto O 0 •r-3 CD X ! CD T i N P CD Xi ci CD CO CO cd U ci 0 CO CO cd ÎH O 0 O £ ci 0 ci d

S

ci 0 i> 0

ä

o CO 0 ba 0 o p fem em • H C| 0 > o ci • H fH $ £ 0 0 - * J - p • H EH 0 0 CD T ) t J T i T * 0 Ci T> 0 S Ö • H

w

^ 0 i> ci cd !> Ci cd d cd cd 0 • H o t j ' d ci 0 03 CO cd U 0 • H SH TS 0 - d U 0 > O •O H 0 T i T i • H a 0 CÎJ 0 T i U O

5P

Ci cd cri 0 T i - P 0 H CQ SH 0 fciû cd T i c ! \ T i 0 bL • H J - t ^ l Ö P _ 0 ftCi c i o - H p o 0 • r a r Q O l c, M 0 ci a cd a

« 3

' ci e ^-« r o « CM H CO C -r n > H ^ r n CM H r n c— r O H CM -=J-• rn CM ft H t r -vo m H M H e n LPs ** rn CM H <~n CM ^> H m r o H ! > H H -=d- i n 0 T i 0 C i - P cd ni 0 o p> - P cd T5 p» H • H X ! Ü CO

m

co • H Ci 0 f i cd 0 FH cd k 0 P.

S

& rn 0 CM 0 p i> 0 - p CO ci • H 0

d

Cl cd > 0 IS) • r a • H «• Ö 0 t> • n • H JH -S O CO

(26)

23 ~

GEGEVENS VAN HET PROEFVELD TE HOOFDDORP, ZNH 102

Dit proefveld was aangelegd op het Centraal Proefveld "Haarlemmermeer" bij Wed. S. van de Geest, Hoofdweg 887, Hoofd-dorp.

Het proefveld bestond uit voldoende, vochthoudende zware zavel met een grondwaterdiepte van 1.50' ra in de zomer en 1.70 m in de winter.. Een grondmon'sterönderzoek in Mei 1950 gaf het volgende resultaat;

pH 7.6; Humus 2.3$; CaC03 1.1$; P-gef. 4°, P-citr. 59; K 0.023$.

De voorvruoht in 1949 was een gewas consumptie-aardappelen, dat bemest werd met 600 kg kas, 500 kg kali 40$ en 500 kg

super-fosfaat..

Aanleg van het proefveld in het voorjaar 1950

De in deze proef uitgeplante rassen waren Bint ,1 e en Meer— lander. Behalve de vijf

ob-jectenvan deze interprovinciale proef werd hier nog een zesde object toegevoegd, nl. bewa-ring van poters in een bollen-schuur, daar deze bewaring veel.wordt toegepast in de Haarlemmermeer. De objecten in deze proef waren dus:

I Poterbewaarplaats (voor-kiemen) II Koelcel 2 C (niet

voor-kiemen) III Koelcel 3.5 C (niet

voor-kiemen) IV Fusarex-kuil (niet

voor-kiemen) V. Fusarex-kuil (voorkiemen) VI Bollenschuur ( vöbrkiemerj)

Blok C

Blok B

Blok A

III

B

III

M

V

B

V

M.

I

M

I

B

V

B

V

M

VI

B

IV

M .

V.

B

V

M-I

M

I

B

II

' B

II

M

VI

B

VI

M

IV

M

IV

B

III

B

III

M

IV

M

IV

B

II

B .

II

M

IV

M

IV

B

III

B

III

M

VI-B .

VI

M

I

M

I

B

II

M

II

. B

B = Bintje M' = Meerlander

De proef werd uitgeplant in 3-voud volgens nevenstaand schema. Steeds lagen binnen de blokken de veldjes met de twee rassen van hetzelfde object naast elkaar.

De veldjes waren 8 x 3 m = 24 m ,.de oppervlakte van het netto veldje zonder de randrij was 7.20 x l.'80m = 12.96 m . Het plantverband was 40 x 60 cm, zodat in totaal 20 x 5 = 100 plan-ten per veldje geplant werden (netto veldje 18 x 3 = 54) .. ;

Geplant werd op 7 April 1950 bij guur weer. De knollen kwa-men 8 cm diep in de grond.. Het perceel werd bemest met 700 kg

kas, 500 kg kali 40$ en 500 kg superfosfaat per ha. Beoordeling van het gewas tijdens de groeiperiode

Vlak na het opkomen der planten bleek dat de ligging van de knollen in de ruggen niet mooi was. Verschillende aardappelen lagen aan de zijkant van de. rug.. De grond was nogal kluiterig en vrij droog. - ' .

(27)

24

-In de veldjes met Bintje kwam ernstige Phytophthora-aantas-ting voor ondanks de uitgevoerde bespuiPhytophthora-aantas-tingen. Overigens kwamen

geen onregelmatigheden voor.

De niet voorgekiemde objecten (koeloel 2 C en 3.5 en

Fusarex-kuil) kwamen 12-14 dagen laterop dan de voorgekiemde. De aardappelen uit de objecten 2 C en 3.5 C-cel vormden een prachtig regelmatig gewas, dat langer groen bleef en meer loof ontwikkelde dan de andere. Het object Fusarex-kuil zonder voorkiemen echter was bij Bintje een volledige mislukking door delate opkomst en veel onderzeeërvorming; bij Meerlander was het iets. beter, doch .nog vrij slecht.

Van de voorgekiemde objecten was het object poterbewaarplaats het beste door een vlotte opkomst en een mooi regelmatig gewas,

echter niet zo gelijkmatig '.als., in., de koelçelob jecten..

Het gewas van het object bollenschuur was iets onregelmatiger dan uit het object poterbewaarplaats, maar kwam daar overigens mee overeen,

• Het object Fusarex-kuil + voorkiemen gaf een vlotte opkomst, maar het gewas was iets onregelmatig. In de cijfers van tabel A,

ZNH 102, komt dit goed tot uiting. Resultaten van het proefveld

Het proefveld werd gerooid op 1 September 1952, het gewas was toen nog niet geheel afgerijpt.

Beide rassen vertoonden in de opbrengstcijfers ongeveer een-zelfde beeld. In de totale opbrengst hadden de drie objecten met voorkieming (poterbewaarplaats, Fusarex-kuil + voorkiemen en bollenschuur + TL-verlichting) de hoogste opbrengst (tabel B en C, ZNH 102).

Het object poterbewaarplaats had de hoogste totaalopbrengst 'met een vrij hoog percentage knollen>35 mm„ Het object

bollen-schuur gaf de hoogste opbrengst in de consumptiemaat, dat vooral toe te schrijven is aan het grote aantal knollen in de maat

> 55 mm. Doordat het object Fusarex-kuil + voorkieming zoveel knollen < 35 mm opleverde en daardoor in totaalopbrengst weinig van beide andere objecten met voorkieming verschilde, bleef het in opbrengst in de consumptiemaat > 35 mm achter bij deze objec-ten. Het object Fusarex-kuil zonder voorkieming leverde een zeer slechte opbrengst en stond zowel in totaalopbrengst als in op-brengst > 3 5 mm steeds het laagst. De koelcelobjecten (2 C en 3.5 C) bleven in totaalopbrengst aantoonbaar achter bij de voor-gekiemde objecten, vooral bij Meerlander. Doordat deze objecten

een groot percentage knollen>35 mm opleverden, kwamen deze koel-celobjecten in de consumptiemaat-opbrengst gelijk te staan met de objecten poterbewaarplaats en bollenschuur. Tabel 0, ZNH 102, geeft dit duidelijk aan.

Samenvatting

De objecten poterbewaarplaats en bollenschuur waren op het veld en in de opbrengst nagenoeg gelijk, waarbij de eerstgenoemde een iets regelmatiger, gewas had maar iets meer kleine aardappelen leverde.

De koelcelobjecten 2. C en 3s C, die een mooi gewas oplever-den, dat lang groen bleef, bleven in totaalopbrengst achter bij de voorgekiemde objecten, maar voor consumptieteelt (> 35 mm), ver-schilden zij slechts zeer weinig met deze objecten. .

Van de Fusarex-objecten verschilde het object niet voorkie-ming in totaalopbrengst slechts weinig van beide andere objecten

(28)

25

met voorkieming. Door het grote percentage knollen > 35 mm was

de opbrengst aan consumptiemaat minder dan lij alle.; andere objecten. Het object Fusarex-kuil zonder voorkieming, dat.vooral bij Bintje een onvoldoende gewas gaf en in opbrengst steeds onderaan

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Publisher’s PDF, also known as Version of Record (includes final page, issue and volume numbers) Please check the document version of this publication:.. • A submitted manuscript is

·kennis van die tal wat dan herlei word tot die u:it- koms van empiries waargenome veelvuldigheid. perience and observa on.. d.at, ucounting is the rythmical

De geurbelasting ten gevolge van de respectievelijke overige bedrijven is ruim minder dan de veehouderij Ficarystraat 4, daar de geuremissie veel lager is en de

Mapped nodes table Domain Temporary storage for XML nodes on instance level Relational database Data Source Persistent storage for XML nodes.. Table 4.1: Object map and mapped

As demonstrated by the low precision scores with the boosting of Haar-like features approach, additional viable features for object fingerprinting are not likely to be found in

between an HTML document, or more precisely the Document Object Model (DOM) and JavaScript.. Query is free, open

• A standard (and it's not likely to become one, although it will influence standards, since it's really just an approach). • A product (although you can buy a lot of it these

- al datgene dat kan strekken tot bevordering van orde en reinheid aan en om de woning en bedrijfsgebouwen. Indien in het verpachte een centrale