• No results found

Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine politieke partijen in Nederland 1918-1940 - Voorwoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine politieke partijen in Nederland 1918-1940 - Voorwoord"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine politieke partijen in Nederland 1918-1940

Vossen, K.P.S.S.

Publication date

2003

Link to publication

Citation for published version (APA):

Vossen, K. P. S. S. (2003). Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine politieke partijen in

Nederland 1918-1940. Wereldbibliotheek.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Ditt boek is het resultaat van een onderzoek dat in de winter van 1997 be-gonn in het kader van het Nwo-onderzoeksprogramma De Natiestaat. Dit onderzoeksprogrammaa wil de politieke geschiedschrijving van Nederland vernieuwenn door niet alleen aandacht te besteden aan traditionele onder-werpenn als parlement, pers en idee, maar ook aan de politieke cultuur. De gedachtee achter dit onderzoek was dat wie de Nederlandse politieke cultuur will begrijpen, zich niet alleen op de grote partijen, maar misschien nog wel meerr op de kleine moet richten.

Eenn nadere definitie van het begrip 'kleine partij' leverde weinig proble-menn op. In de afgelopen eeuw kunnen er immers zonder veel moeite drie grotee ideologische stromingen worden aangewezen die steeds de groot-stee partijen leverden, namelijk de liberale, confessionele en socialistische stroming.. De partijen die deze stromingen vertegenwoordigden, behaal-denn bij de verkiezingen steeds de meeste stemmen, vormden op landelijk, provinciaall en meestal ook op gemeentelijk niveau steeds de regerings-coalitiess en verdeelden onderling ook de belangrijkste politieke functies. In hett interbellum heetten deze grote partijen namens dee liberale stroming de 'conservatieve'' Vrijheidsbond / Liberale Staatspartij (LSP) - op pagina 23-24 vindtt de lezer een lijst van afkortingen - en de 'progressieve' Vrijzinnig-Democratischee Bond (VDB), namens de confessionele stroming de katho-liekee Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP), de protestants-christelijke Christelijk-Historischee Unie (CHU) en Antirevolutionaire Partij (ARP) en namenss de socialisten de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP).

Vlakk na de Tweede Wereldoorlog veranderde de RKSP haar naam in Ka-tholiekee Volkspartij (KVP), fuseerden de VDB en SDAP tot de Partij van de Arbeidd (PvdA) en vormden de meer behoudende liberalen de Volkspartij voorr Vrijheid en Democratie ( W D ) . In de jaren zeventig gingen CHU, ARP enn KVP samen verder als Christen-Democratisch Appèl (CDA), terwijl - met enigee goede wil - het in 1966 opgerichte Democraten 66 (D66) sinds de jarenn tachtig als de nieuwe vertegenwoordiger van de progressief-liberale stromingg beschouwd kan worden.

Alss kleine politieke partijen worden in dit onderzoek dan ook alle par-tijenn beschouwd die aan Tweede-Kamerverkiezingen hebben deelgenomen

(3)

10 0 VRIJJ VISSEN IN HET VONDELPARK

mett uitzondering van de bovengenoemde 'grote partijen'. Een groter strui-kelblokk dan de definitie was het beschikbare bronnenmateriaal. Op enkele 'grotere'' kleine partijen als de NSB, de CPN, de CDU en de SGP na bleek dat vann de meeste kleine partijen weinig tot niets bekend was en dat bij veel van henn ook niet duidelijk was waar zich mogelijk bronnenmateriaal bevond. Hett onderzoek is daarom opgesplitst in twee delen.

Alss eerste is een inventarisatie gemaakt van gegevens en bronnenmate-riaall van en over alle kleine politieke partijen die tussen 1918 en 1967 aan Tweede-Kamerverkiezingenn hebben deelgenomen. Dat het jaar 1918 als be-ginpuntt is gekozen, hangt samen met het feit dat in dit jaar voor de eerste maall Tweede-Kamerverkiezingen onder het stelsel van evenredige vertegen-woordigingg werden gehouden. Dit nieuwe kiesstelsel bood in vergelijking mett het oude districtenstelsel aan nieuwkomers meer ruimte om een zetel tee halen. Pas vanaf dat moment zouden zich dan ook op grote schaal kleine partijenn gaan manifesteren. Het voornaamste argument voor het eindpunt iss het feit dat het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningenn vanaf eind jaren zestig systematisch gegevens over kleine po-litiekee partijen heeft verzameld. Voor deze inventarisatie van gegevens en bronnenn is uitgebreid onderzoek verricht in tal van archieven, periodieken, gedenkboekenn en naslagwerken. Het resultaat van deze inventarisatie is te raadplegenn in een apart daarvoor opgestelde databank getiteld Repertorium KleineKleine politieke partijen 1918-1967 via www.inghist.nl. In Bijlage 1 wordt dieperr ingegaan op dit repertorium.

Opp basis van de gevonden gegevens en bronnen is vervolgens een ana-lysee gemaakt van het optreden van kleine politieke partijen. In verband mett de gestelde onderzoekstermijn heb ik mij daarbij beperkt tot de pe-riodee van 1918 tot 1940. Dat voor het interbellum is gekozen hangt samen mett de gedachte dat het politieke stelsel in deze jaren nog veel minder uitgekristalliseerdd was: het algemeen kiesrecht en het stelsel van evenre-digee vertegenwoordiging waren nog nieuw, zoals ook het fenomeen van de politiekee partijen nog betrekkelijk jong was.

Juistt daarom kan aan de hand van het optreden van kleine partijen en dee reacties daarop van de grote gevestigde partijen het ontstaan van het Nederlandsee politieke bestel, dat gedurende de twintigste eeuw in grote lijnenn intact is gebleven, worden geschetst.

Inn de ruim vijf jaar dat ik op het Instituut voor Nederlandse Geschiede-niss aan dit onderzoek heb mogen werken, heb ik kennis kunnen maken mett de meest uiteenlopende kanten van de twintigste-eeuwse Nederlandse

(4)

politiek:: van het ultra-orthodox-protestantse milieu tot aan dat van de mid-denstandspartijtjess en van de wereld van revolutionaire Gideonsbendes tot aann de lunatic fringe van het politieke spectrum. De ontwikkelingen die zichh gedurende dit onderzoek buiten de muren van het instituut afspeel-den,, gaven het thema tegelijk een actualiteitswaarde die ik bij aanvang van hett onderzoek in 1997 niet had kunnen vermoeden. Bij de op 15 mei 2002 gehoudenn Tweede-Kamerverkiezingen bleek de pas kort tevoren opgerichte Lijstt Pirn Fortuyn (LPF) in één klap 26 zetels te behalen, waarmee zij de tweedee partij van het land werd. Na de verkiezingen vormde de partij sa-menn met de W D en het CDA een nieuwe coalitie, die echter nog in hetzelfde jaarr ten val kwam. Of de opkomst van de LPF een voorbode van nieuwe politiekee verhoudingen dan wel een incidenteel succes zal zijn, zullen de komendee jaren uitwijzen. Zeker is wel dat in 2002 een van de ongeschre-venn stelregels van de twintigste-eeuwse politiek definitief op de mestvaalt vann de geschiedenis lijkt te zijn beland, namelijk dat een nieuwe partij in Nederlandd per definitie een kleine partij is.

Voorr mijn onderzoek waren al deze ontwikkelingen enerzijds gerust-stellend,, in de zin dat het onderwerp van deze studie daarmee definitief voltooidd verleden tijd lijkt. Anderzijds echter wezen zij eens te meer op dee noodzaak om de stabiliteit van het Nederlandse politieke bestel niet als vanzelfsprekendd te beschouwen en een open oog te houden voor de kansen vann nieuwe partijen in het verleden.

Bijj het onderzoek voor en schrijven van dit boek heb ik veel steun van meelezerss en meedenkers gehad. Aan mijn promotor Piet de Rooy en co-promotorr Hans de Valk ben ik veel dankbaarheid verschuldigd voor hunn nuttige adviezen en opbouwende kritiek. Hetzelfde geldt voor Jas-perr Loots en Niek Pas, die eveneens het gehele manuscript lazen. Ook Paull Lucardie en Gerrit Voerman van het Documentatiecentrum Neder-landsee Politieke Partijen becommentarieerden delen van de tekst: zij waren bovendienn bereid de begeleiding van de databank op zich te nemen. Nut-tigg waren tevens de adviezen van Bob de Graaff en Herman Langeveld inn de altijd lastige eerste maanden van het onderzoek. Ook de discussies mett mijn collega's op het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis waren zeerr leerzaam en vruchtbaar. Met name bedank ik Marijke van Faassen, Jellee Gaemers, Donald Haks, Marc Kooijmans, Otto van der Meij, Ron Stevenss en Geertrui van Synghel. Voorts bedank ik mijn collega's in het onderzoeksprogrammaa De Natiestaat en in het Postdoctorale Opleidings-programmaa Negentiende- en Twintigste-Eeuwse Geschiedenis. Ook dank

(5)

122 VRIJ VISSEN IN HET VONDELPARK

ikk al die collega-onderzoekers, archief- en bibliotheekmedewerkers die mij vaakk bruikbare tips gaven bij mijn speurtocht naar materiaal van en over kleinee partijen.

Tenn slotte wil ik mijn speciale dank uitspreken aan mijn familie en aan mijnn vriendin Maaike van Teeseling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

off lipoprotein(a) to coronary heart disease andd duplexsonographic findings of the carotidd arteries in heterozygous familial hypercholesterolemia.. Ferrieres J, Lambert

Edith,Edith, mijn lieve zusje, wij lijken in veel aspecten op elkaar, dank voor je steun en vriendschap. Gert,Gert, bolkoning, en Els, dank voor de vele gezellige avonden

Afterr obtaining her medical degree in 1996, she worked as a junior resident at the Departments off Cardiology and internal Medicine in Ziekenhuis Hilversum and, from March 1998,

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

The purpose of the above analysis was to demonstrate how role theory can be combined with the process model of MLR (Dekker & Elshout-Mohr, 1998) in order to get a richer pic-

Terms denoting integer vectors are used to index an array type of a particular shape from the family of array types.. As the length of a shape vector varies with the number of

De jarenlange ervaring en knowhow die schoolteams van basisscholen hebben opgebouwd over zorgbreed werken, dreigen dan ook verloren te gaan wanneer leerlingen de overgang maken

treatment response, multisystemic therapy (MST), extremely violent (EV) juvenile delinquents, externalizing behavior problems, parent–adolescent relationship quality Delinquent