• No results found

Hashtag activisme op sociale media : de rol van emotionele openbaring en sociale verbondenheid bij het participeren in hashtag activisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hashtag activisme op sociale media : de rol van emotionele openbaring en sociale verbondenheid bij het participeren in hashtag activisme"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hashtag activisme op sociale media

De rol van emotionele openbaring en sociale verbondenheid bij het participeren in hashtag

activisme

Ramona Nouse 10529802 Master's Thesis

Graduate School of Communication Master Entertainment Communication Supervisor: J.T. Piotrowski, PhD Datum van voltooiing: 27-6-2018 Word count: 7469

(2)

Samenvatting

Sociale media zijn een essentieel onderdeel van ons dagelijks leven. De laatste jaren worden social media ook gebruikt om bewustzijn te creëren voor goede doelen en politieke en maatschappelijke onderwerpen. Dit wordt hashtag activisme genoemd. Steeds vaker worden zeer persoonlijke verhalen gedeeld met een hashtag. Denk hierbij aan #MeToo en #ShoutYourAbortion. Whiting en Williams (2013) hebben de motieven voor het gebruik van sociale media geïdentificeerd. Echter verklaren deze motieven niet waarom wordt

geparticipeerd in hashtag activisme. Dit onderzoek focust op het identificeren van de motieven en gratificaties van het delen van #MeToo en #ShoutYourAbortion. Dit wordt gedaan onder begeleiding van de uses and gratifications theorie. Op basis van

literatuuronderzoek wordt verwacht dat emotionele openbaring en sociale verbondenheid centraal staan in deze motieven en gratificaties. Uit het gedeeltelijk kwantitatieve en kwalitatieve onderzoek met 116 participanten blijkt dat emotionele openbaring en sociale verbondenheid inderdaad belangrijke motieven en gratificaties zijn van het delen van de hashtags. Echter zijn dit niet de enige motieven en gratificaties die geïdentificeerd zijn. Voor dit onderzoek worden limitaties besproken en worden suggesties gedaan voor

vervolgonderzoek.

Introductie

Sociale media worden gedefinieerd als een groep applicaties op het internet die gemaakt zijn op basis van de ideologische en technische fundamenten van Web 2.0 (Kaplan & Haenlein, 2010). Daarnaast staan deze applicaties het creëren en uitwisselen van content toe die gemaakt is door de gebruikers zelf (Kaplan & Haenlein, 2010). Sociale media zijn een onderdeel van ons dagelijks leven. Ze geven gebruikers de mogelijkheid om wereldwijd sociale connecties te maken (Whiting & Williams, 2013). Social media zijn hierdoor een mechanisme binnen de wetenschap van de communicatie en door ons dagelijkse gebruik zeer relevant om te onderzoeken.

(3)

communicatiewetenschap. Deze theorie is gebaseerd op de assumptie dat mensen actief zoeken naar een medium dat een behoefte kan bevredigen en leidt tot ultieme voldoening. Whiting en Williams (2013) benoemen meerdere onderzoeken die laten zien dat deze ontvangen voldoening een goede voorspeller is van mediagebruik en terugkerend

mediagedrag (Kaye & Johnson, 2002; Palmgreen & Rayburn, 1979). Ondanks dat de uses and gratifications theorie uitvoerig wordt gebruikt in andere disciplines, kan het ook relevant zijn om het gebruik van sociale media te verklaren. Uit kwalitatief onderzoek van Whiting en Williams (2013) blijkt dat individuen verschillende motieven hebben om sociale media te gebruiken. Zo gebruikt 88% van de respondenten sociale media voor sociale interactie, 80% gebruikt het voor het zoeken naar informatie, 76% voor het verdoen van tijd, 64% voor entertainment, 60% om te ontspannen, 56% om te communiceren, 56% om meningen te uiten, 52% voor gebruiksgemak, 40% om informatie te delen en 20% gebruikt het om anderen in de gaten te houden (Whiting & Williams, 2013).

De laatste jaren worden social media ook gebruikt om bewustzijn te creëren voor goede doelen. Denk hierbij aan de ALS Ice Bucket Challenge uit 2014, waarbij een deelnemer een emmer met ijsblokjes over zichzelf moest gooien en/of een bedrag aan de stichting moest doneren (Wikimedia Foundation, Inc., 2014). Deze actie bestond uit een combinatie van entertainment en het delen van informatie over de ziekte. Deze uitdaging zorgde in augustus 2014 voor bijna 80 miljoen dollar aan donaties aan de ALS Association (Wikimedia Foundation, Inc., 2014). Soortgelijke altruïstische acties worden vaak vergezeld door een hashtag, zodat het makkelijk terug te vinden is online. Ondanks dat er geen empirisch onderzoek naar de gedragseffecten van deze uitdagingen is geweest, kan er wel vanuit worden gegaan dat er meer bewustzijn is gecreëerd. Dit zou wellicht kunnen leiden tot een verandering in gedrag.

In de laatste jaren is ook het doorbreken van taboes mogelijk geworden op sociale media. Waar voorheen protesten werden georganiseerd, wordt nu vaker gekozen voor hashtag activisme. Dit fenomeen is in de laatste jaren regelmatig voorgekomen. Het is een nieuwe manier om de macht van sociale media in te zetten. Hashtag activisme vindt plaats

(4)

wanneer een groot aantal berichten op sociale media verschijnen met een

gemeenschappelijke hashtag. Dit kan een woord, zin of uitdrukking zijn met een sociale, politieke of maatschappelijke boodschap. De meest invloedrijke hashtags bestaan uit een samengevatte zin en niet uit een enkel woord. Denk hierbij aan #JeSuisCharlie,

#BlackLivesMatter, #MeToo en #ShoutYourAbortion. In een aantal gevallen, zoals #MeToo en #ShoutYourAbortion, is de basis het delen van persoonlijke verhalen. De genoemde hashtags zullen in het theoretisch kader volledig uitgelegd worden. Ondanks dat het onderzoek van Whiting en Williams (2013) niet volledig kan verklaren waarom mensen meedoen aan hashtag activisme, specifiek wanneer het gerelateerd is aan persoonlijke verhalen, helpen onderzoeken uit de gedragspsychologie om dit te begrijpen. Zo blijkt uit onderzoek (Gable, Reis, Impett, & Asher, 2004; Lambert et al., 2013; Langston, 1994; Marin, Bohanek, & Fivush, 2008; Rimé et al., 1992) dat delen een fundamentele, menselijke

behoefte is. Dit wordt gerelateerd aan emotionele uiting en sociale verbondenheid. Dit wordt gesuggereerd, doordat mensen emotionele ervaringen in 90% van de gevallen delen met een geliefde. Mensen delen deze emotionele informatie om hun eigen ervaringen logischer te maken, om dissonantie te verkleinen en sociale connecties te verdiepen (Gable, Reis, Impett, & Asher, 2004; Lambert et al., 2013; Langston, 1994; Marin, Bohanek, & Fivush, 2008; Rimé et al., 1992). Daarnaast leert onderzoek naar sociale supportgroepen ons dat emotionele openbaring een krachtig therapeutisch middel is, dat verantwoordelijk is voor een substantieel deel van het genezingsproces (Pennebaker & Seagal, 1999). Onderzoek in gedragspsychologie geeft daarnaast aan dat mensen een aangeboren neiging tot delen hebben (Olson & Spelke, 2008).

Ondanks dat social media onderdeel zijn van het dagelijkse leven, is er weinig onderzoek gedaan naar waarom sociale media gebruikt worden en waarom er persoonlijke informatie gedeeld wordt op sociale media. Hashtag activisme is daarnaast een zeer nieuwe tak van sociale media en er is nog geen empirisch onderzoek uitgevoerd hiernaar. Door te werken door de lens van de uses and gratifications theorie, specifiek begeleid door het werk van Whiting en Williams (2013), in combinatie met de psychologische behoefte aan delen,

(5)

zal dit onderzoek zich richten op een beter begrip van hashtag activisme. We verwachten, op basis van de literatuur, dat krachtige drijfveren voor dit gedrag zal liggen in de

psychologische achtergrond, het verwerken en delen van emotionele ervaringen en de behoefte aan sociale verbondenheid. Er wordt dan ook verondersteld dat hashtag activisme zal worden uitgevoerd uit behoefte aan emotionele openbaring en sociale verbondenheid (H1). Ook wordt verwacht dat hashtag activisme de behoefte aan emotionele openbaring zal vervullen, net zoals de behoefte aan sociale verbondenheid (H2). Door dit te onderzoeken, zullen we een beter begrip krijgen van de effectiviteit en achterliggende motieven van hashtag activisme. Door dit te koppelen aan literatuur over sociale supportgroepen, zal een advies worden gegeven over de inrichting van online groepen en/of een platform om deelnemers aan hashtag activisme bij te staan. Ook zal dit de eerste keer zijn dat de uses and gratifications theorie wordt gekoppeld aan hashtag activisme, wat als een beginpunt kan dienen voor meer onderzoek over deze veelgebruikte trend.

Theoretisch kader

De term 'media' refereerde voorheen naar een select groepje verschillende kanalen, zoals kranten, radio, televisie en film (Sundar & Limperos, 2013). Gebruikers hebben nu de mogelijkheid om niet alleen te communiceren met deze media (mens-computer interactie), maar ook om te communiceren via deze media met andere gebruikers (computer-mediated communicatie) (Sundar & Limperos, 2013). Het belang van media als bron van informatie is in de laatste decennia groter geworden, waardoor het essentieel is gebleken voor het

huidige informatiesysteem (Chu & Fletcher, 2014). Ook in marketing wordt het als onmisbaar gezien (Whiting & Williams, 2013). In 2011 gebruikte 88% van de marketeers al sociale media als onderdeel van het marketingplan en werd er in de Verenigde Staten 60 miljard dollar aan sociale mediacampagnes besteed (Whiting & Williams, 2013). In januari 2016 waren er dagelijks 1,18 miljard gebruikers wereldwijd actief op Facebook en voor 1,79 miljard personen geldt dat ze tenminste maandelijks actief waren (Oosterveer, 2017). Er kan dus gezegd worden dat sociale media voor veel mensen wereldwijd een rol spelen in het

(6)

dagelijkse leven. Uit het kwalitatieve onderzoek van Whiting en Williams (2013) blijkt dat individuen verschillende motieven hebben om sociale media te gebruiken. Zo gebruikt 88% van de respondenten sociale media voor sociale interactie, 80% gebruikt het voor het zoeken naar informatie, 76% voor het verdoen van tijd, 64% voor entertainment, 60% om te ontspannen, 56% om te communiceren, 56% om meningen te uiten, 52% voor

gebruiksgemak, 40% om informatie te delen en 20% gebruikt het om anderen in de gaten te houden. Dit onderzoek is gebaseerd op de uses and gratifications theorie. Daarnaast probeerden de onderzoekers een beter en meer compleet begrip van de motieven voor het gebruik van sociale media te vinden. Deze theorie komt oorspronkelijk uit het veld van de communicatiewetenschap, wat het geschikt maakt om sociale media te onderzoeken. De uses and gratifications theorie stelt dat individuen media uitzoeken op basis van hun

specifieke behoefte(s), met als doel om deze behoefte(s) te bevredigen (Whiting & Williams, 2013).

Het delen van online content is een integraal deel van het moderne leven (Berger & Milkman, 2012). Wanneer bepaalde content zich in razend tempo over het internet

verspreid, wordt dit virale content genoemd. De inhoudsanalyse van Berger en Milkman (2012) laat zien dat emotie een belangrijk onderdeel is van virale content. Content dat zeer amuserend is of woede oproept, heeft een grotere kans om te worden gedeeld en dus viraal te gaan. Ook blijkt uit dit onderzoek dat content dat een hoge emotionele opwinding

veroorzaakt, meer kans heeft om gedeeld te worden. Dit komt doordat een persoon emotioneel geactiveerd wordt en dus actie wilt ondernemen. Voor alle virale content geldt echter wel dat het gedreven moet worden door activatie (Berger & Milkman, 2012). Het inzetten van virale content wordt veelvuldig gebruikt in de marketing (Berger & Milkman, 2012), maar is de laatste jaren ook ingezet om op een effectieve manier informatie te delen en mensen op te roepen tot actie (Williams, 2015; Yang, 2016). Dit wordt hashtag activisme genoemd.

(7)

Hashtag activisme

Hashtag activisme vindt plaats wanneer een groot aantal berichten op sociale media verschijnen met een gemeenschappelijke hashtag (Yang, 2016). Dit kan een woord, zin of uitdrukking zijn met een sociale, politieke of maatschappelijke boodschap. De meest invloedrijke hashtags bestaan uit een samengevatte zin en niet uit een enkel woord (Yang, 2016). Hashtag activisme bestaat uit een verhalende vorm, doordat het gebaseerd is op persoonlijke verhalen. Het verhalende kenmerk in hashtag activisme wordt omschreven als de capaciteit om verhalen te creëren op sociale media door hashtags te gebruiken op een collectieve en herkenbare manier voor het publiek (Yang, 2016). Williams (2016) geeft in een casestudie aan dat hashtags op sociale media aandacht geven aan onderwerpen die al decennia lang genegeerd worden door de traditionele en alledaagse media. Echter is te zien dat hashtag activisme niet alleen voor één specifieke kwestie wordt gebruikt, maar veel breder inzetbaar is. Zo is #JeSuisCharlie veelvuldig gedeeld na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in januari 2015, als steunbetuiging aan de slachtoffers van de aanslag en hun naasten en als een betoog voor de vrijheid van meningsuiting (Wikimedia Foundation, Inc., 2018). Een ander voorbeeld is #BlackLivesMatter, wat een protest was naar aanleiding van de vrijspraak van George Zimmerman in juli 2013. Hij schoot de Afrikaans-Amerikaanse tiener Trayvon Martin dood. Hashtag activisme wordt echter de laatste jaren ook gebruikt om taboes te doorbreken. Hierbij is #MeToo uit oktober 2017 het meest bekende en grootste voorbeeld (Wikimedia Foundation, Inc., 2018). Wie deze hashtag deelt op social media, geeft aan slachtoffer te zijn van seksuele intimidatie, aanranding en/of verkrachting. De directe aanleiding van de hashtag in 2017 was een bericht op Twitter van actrice Alyssa Milano, waarin zij vrouwen aanmoedigde om hun verhaal te delen met de hashtag

(Wikimedia Foundation, Inc., 2018). Vooral bij deze hashtag staat het delen van persoonlijke verhalen en ervaringen centraal. Dit zien we ook bij #ShoutYourAbortion, waarbij vrouwen hun verhaal delen omtrent een abortus. Het doel van deze hashtag is om een taboe te doorbreken en abortus bespreekbaar te maken, te normaliseren en een eind te maken aan de schaamte rondom de ingreep. Wat deze twee hashtags gemeen hebben, is dat ze

(8)

bestaan uit zeer persoonlijke verhalen en dus ook een hoger doel hebben. Hiermee wordt bedoeld dat het lijkt alsof het niet gedeeld wordt om het verhaal te delen, maar om een taboe te doorbreken, een onderwerp bespreekbaar te maken, slachtoffers te ondersteunen en in het geval van #MeToo ook daders aan het licht te brengen. Het is onbekend hoe vaak deze hashtags zijn gedeeld, omdat er per minuut nog nieuwe berichten over bijkomen op verschillende kanalen. Hierbij rijst de vraag wat de reden is dat we deze verhalen met de hashtag delen.

Waarom delen we?

In beginsel is delen een fundamentele behoefte van de mens (Festinger, Riecken, and Schachter, 1956; Peters and Kashima, 2007; Rimé, et al., 1991). Dit wordt gerelateerd aan emotionele expressie en sociale verbondenheid. Dit wordt gesuggereerd, omdat mensen emotionele ervaringen in 90% van de gevallen delen met hun geliefde(n). Uit onderzoek blijkt dat dit gedaan wordt om de situatie beter te begrijpen, om dissonantie te verminderen of om sociale connecties te verdiepen. Het delen van informatie geeft ook een gevoel van (intrinsieke) beloning aan degene die het heeft gedeeld. Het bevestigt het vermogen om te voorzien (Festinger, Riecken, and Schachter, 1956; Peters and Kashima, 2007; Rimé, et al., 1991). Onderzoek in gedragspsychologie suggereert daarnaast dat mensen een aangeboren neiging tot het delen van informatie hebben (Olson & Spelke, 2008). Ook voorziet het degene die de informatie heeft gedeeld van de macht om sociaal kapitaal en reputatie op te bouwen (Olson & Spelke, 2008). Het Social Sharing of Emotion framework stelt dat onder specifieke condities, een lange termijn effect kan worden behaald door emotionele ervaringen te communiceren naar anderen (Rimé, 2009). Dat mensen delen is dus duidelijk, maar waarom delen mensen online hun persoonlijke verhaal? Dit kan worden teruggeleid naar sociale supportgroepen. Deze therapeutische groepen bieden fysieke en mentale gezondheidsvoordelen aan mensen die last hebben van chronische ziektes, social gestigmatiseerd gedrag en andere stressvolle levensomstandigheden (Green-Hamann, Campbell Eichhorn & Sherblom, 2011). Het gebruik van sociale supportgroepen

(9)

die gebaseerd zijn op computer-mediated communicatie (CMC) is erg populair: momenteel zijn er miljoenen deelnemers (Gustafson, Hawkins, McTavish, Pingree & Shaw, 2006). Veel onderzoekers hebben voordelen van CMC sociale supportgroepen ten opzichte van face-to-face bijeenkomsten geïdentificeerd (Green-Hamann, Campbell Eichhorn & Sherblom, 2011). De anonieme, asynchrone, op tekst-gebaseerde communicatie karakteriseert deze vorm van supportgroepen. Deze karakteristieken worden gezien als de meest belangrijke voordelen, in het bijzonder voor individuen die zich niet comfortabel voelen met het bespreken van

gevoelige onderwerpen of die moeite hebben om face-to-face relaties te ontwikkelen. Dit geeft deze personen de mogelijkheid om sociale verbondenheid te creëren. Dit is een belangrijk kenmerk van sociale supportgroepen in het algemeen, maar geeft juist de personen die hier moeite mee hebben de mogelijkheid om sociale verbondenheid te ontwikkelen (Green-Hamann, Campbell Eichhorn & Sherblom, 2011). Onderzoek heeft aangetoond dat vrijwel alle vormen van psychotherapie ervoor zorgen dat angst en

droefheid verminderen en dat het de fysieke en mentale gesteldheid verbetert (Pennebaker & Seagal, 1999). Daarnaast blijkt dat participeren in therapie veronderstelt dat de persoon erkent dat er een probleem is en dit wilt bespreken met een ander. Enkel het openbaren van de ervaring is een krachtig therapeutisch middel, dat verantwoordelijk is voor een

substantieel deel van het genezingsproces (Pennebaker & Seagal, 1999). In dit onderzoek zal onderzocht worden in hoeverre emotionele openbaring en sociale verbondenheid een rol spelen bij het meedoen aan hashtag activisme.

Methode Design

Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van een survey via Qualtrics. Het bevat vragen die gebaseerd zijn op kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Dit werd gekozen, omdat op deze manier motieven en het gedrag van de respondenten gevonden kan worden. Het onderzoek richt zich op het gedrag van een grote groep mensen, waardoor een steekproef werd benaderd. Hierdoor was een online survey de meest effectieve en geschikte manier

(10)

om deze personen te bereiken en ondervragen. Door de aard van de hashtags die gebruikt zullen worden als voorbeeld, zal de survey in het Engels worden gemaakt. Hierdoor kon een grotere groep mensen bereikt worden. In de resultatensectie zal dit vertaald worden naar het Nederlands. De citaten zullen wel in het Engels blijven, zodat de betrouwbaarheid

gewaarborgd wordt. De vragenlijst is te vinden in bijlage 6.

De participanten werden benaderd via Twitter, Facebook en Instagram. Er werd gezocht naar berichten die met de hashtag zijn gedeeld. Deze personen zijn benaderd via openbare en privé berichten met de vraag of zij willen deelnemen aan het onderzoek. Daarnaast zijn op Facebook en Twitter besloten groepen gezocht die de hashtags

representeren. Hierbij heeft alleen de Nederlandse #MeToo Facebookgroep gereageerd en een bericht in de groep gezet met het verzoek om de vragenlijst in te vullen. Ook is op de persoonlijke Facebook-, Twitter-, Instagram- en LinkedInpagina van de onderzoeker een bericht geplaatst met het verzoek om de vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst is meerdere malen gedeeld. Het is onbekend hoeveel participanten via elke methode zijn bereikt.

Participanten

In totaal hebben 288 participanten deelgenomen aan dit onderzoek. Hiervan heeft 40,3% (n = 116) aangegeven ten minste één van de hashtags te hebben gedeeld. Van deze 116 personen heeft 87,9% (n = 102) #MeToo gedeeld op ten minste één platform.

Daarentegen heeft 12,1% (n = 14) #ShoutYourAbortion gedeeld op tenminste één platform. De overige 59,7% (n = 172) van de participanten die hebben aangegeven geen van deze hashtags te hebben gedeeld op tenminste één platform, zijn uit het onderzoek verwijderd. Van de participanten die meedoen aan het onderzoek, is 34,5% (n = 40) man en 65,5% (n = 76) vrouw. De leeftijd van de participanten is opgedeeld in verschillende leeftijdsgroepen. Dit is gedaan om de leesbaarheid te bevorderen, omdat de participanten van veel verschillende leeftijden zijn. Van de deelnemende participanten, is 28,4% (n = 33) tussen de 18 en 24 jaar oud. Daarnaast is 30,2% (n = 35) tussen de 25 en 30 jaar oud. Voor 19,8% (n = 23) geldt dat ze in de leeftijdsgroep van 31 tot en met 37 jaar vallen. In de leeftijdscategorie van 38 tot en

(11)

met 44 jaar valt 14,7% (n = 17) en voor de leeftijdscategorie van 45 tot en met 51 jaar is dit 2,6% (n = 3). Daarnaast valt 3,4% (n = 4) van de participanten in de leeftijdscategorie van 52 tot 65 jaar. Als laatste is er nog 0,9% (n = 1) dat in de leeftijdscategorie van 65 jaar en ouder valt. De participanten in het onderzoek zijn van verschillende nationaliteiten. Raadpleeg bijlage 2 voor een compleet overzicht. Voor 55,17% (n = 64) van de participanten geldt dat ze de Amerikaanse nationaliteit hebben. Daarnaast heeft 13,79% (n = 16) van de

participanten aangegeven de Indiase nationaliteit te hebben. De Nederlandse nationaliteit geldt voor 6,9% (n = 8) van de participanten. Voor 2,59% (n = 3) van de participanten geldt dat ze een Britse nationaliteit hebben. Als laatste geldt voor 2,59% (n = 3) van de

participanten dat ze een Afrikaans-Amerikaanse nationaliteit hebben. Alle participanten hebben daarnaast aangegeven wat hun hoogst afgeronde opleiding was. Hierbij heeft 12,9% (n = 5) aangegeven een diploma te hebben van de middelbare school of een gelijkwaardige opleiding. Voor 20,7% (n = 24) van de participanten geldt dat ze gestudeerd hebben, maar (nog) geen diploma hebben. Daarnaast heeft 8,6% (n = 10) een hbo-diploma behaald en 44% (n = 51) heeft een universitaire bachelor afgerond. Ook heeft 12,9% (n = 15) een universitaire master behaald en als laatste heeft 0,9% (n = 1) een beroepsdiploma ontvangen.

Analyses

De informatie over het gebruik van de hashtag wordt gemeten aan de hand van gesloten vragen. Naast dat er wordt gevraagd of de participant een bericht heeft gedeeld, hoe dit bericht eruit zag en waar dit is gedeeld, wordt er ook gevraagd of hij/zij zich heeft aangesloten bij een online supportgroep na het plaatsen van de hashtag. Als diegene hier bevestigend op antwoordt, zal worden gevraagd of hij/zij zich ziet als een actief groepslid. De resultaten zullen worden gepresenteerd aan de hand van percentages.

Emotionele openbaring werd gemeten aan de hand van een aangepaste versie van The Emotional Expressivity Scale (Kring et al., 1994). De items zijn hierbij in de context van sociale media gezet. De participanten moeten hierbij aangeven in hoeverre zij het eens zijn

(12)

met de stelling, (1 = Strongly disagree and 7 = Strongly agree). Er zullen beschrijvende statistieken worden weergegeven in de resultatensectie. De principale componenten

factoranalyse (PCA) geeft aan dat de zeventien items van The Emotional Expressivity Scale vier verschillende componenten vormen, die samen 68,31% van de variantie verklaren. Echter is dit een bestaande schaal die bewezen valide is in eerdere onderzoeken. De betrouwbaarheidsanalyse laat zien dat de betrouwbaarheid verbeterd kan worden door het item 'I can't hide the way I'm feeling on social media' te verwijderen. Hierdoor heeft de schaal een redelijk goede betrouwbaarheid, Cronbach's alfa = 0,71.

De behoefte aan sociale verbondenheid zal worden gemeten aan de hand van een aangepaste versie van The Social Connectedness Scale van Lee en Robbins (1995). Deze vragenlijst is in de context van hashtag activisme gezet. De participanten moeten hierbij aangeven in hoeverre zij het eens zijn met de stelling, (1 = Strongly disagree and 7 = Strongly agree). De PCA geeft aan dat de schaal uit meerdere componenten bestaat. Het gaat om vijf componenten die samen 67,48% van de variantie verklaren. Echter is dit een bestaande schaal die bewezen valide is in eerdere onderzoeken. Om deze reden zal de schaal ook bestaan uit alle items, met een redelijk goede betrouwbaarheid, Cronbach's alfa = 0,71. Er zullen beschrijvende statistieken worden weergegeven in de resultatensectie. De attitude ten opzichte van het delen van een hashtag is gemeten aan de hand van een een semantische differentiale schaal van zes items. De PCA geeft aan dat de zes items samen twee componenten vormen. Dit is ook te zien in het scree plot: er is een duidelijke knik te zien na de twee punten. Als een item tenminste 0,45 scoort op de Varimax rotatie, valt het onder een component. De ladingen van de items kunnen worden gevonden in bijlage 5. De twee componenten samen verklaren 66,58% van de variantie. Echter bestaat het tweede component uit één item, wat betekent dat dit component niet zal worden

gecreëerd. Het overgebleven component verklaart 49,13% van de variantie. De schaal is goed betrouwbaar, Cronbach's alfa = 0,82. Er zullen beschrijvende statistieken worden weergegeven in de resultatensectie.

(13)

Motieven, tevredenheid en gratificaties worden gecodeerd aan de hand van lijn-tot-lijn codering. Deze variabelen zijn kwalitatief gemeten en bestaan uit antwoorden op open vragen: een stuk tekst. Dit betekent dat elke zin nauwkeurig is onderzocht. Wanneer er een reden of motivatie om de hashtag(s) te delen werd genoemd, werd hier in Word een label aan gehangen. Een volledige lijst met alle labels kan worden gevonden in bijlage 1, 3 en 4. In een kwalitatieve analyse zijn frequenties niet belangrijk. Er zal dan ook niet

genoemd worden hoe vaak een antwoord is voorgekomen. In de resultatensectie zal per motivatie tenminste één citaat worden weergegeven. Als blijkt dat er teveel redenen zijn, zullen vijf willekeurige redenen worden uitgewerkt in de resultatensectie.

Procedure

De gehele vragenlijst kan worden teruggevonden in bijlage 6. De vragenlijst begint met de informed consent, waarbij de participant akkoord gaat bekend te zijn met de gegeven informatie. Hierbij werd beloofd dat de participanten volledig anoniem zijn en dat de

resultaten vertrouwelijk worden behandeld. Door akkoord te gaan, beloven de participanten dat zij tenminste zestien jaar oud zijn. Als zij vervolgens invullen dat zij jonger zijn dan dit, zullen hun resultaten uit het onderzoek worden verwijderd. Ook worden de participanten geïnformeerd over het feit dat de vragen refereren naar emotionele ervaringen en dat zij op elk moment mogen stoppen met de vragenlijst.

De vragenlijst start met een aantal vragen omtrent demografische kenmerken. Er wordt gevraagd naar de leeftijd, het geslacht, de nationaliteit en het opleidingsniveau. Dit wordt gevraagd om een omschrijving te maken van de participanten. Daarnaast zal worden gevraagd of zij een bericht op sociale media hebben geplaatst met #MeToo of

#ShoutYourAbortion. Als op deze vraag negatief wordt gereageerd, zal de vragenlijst

worden beëindigd. Er is alleen interesse in participanten die een bericht hebben gedeeld met één van deze hashtags. Daarnaast werd gevraagd naar informatie omtrent het delen van de hashtag. Er werd gevraagd op welk platform het is gedeeld, wat de privacy instelling van het profiel is, hoe lang de participant erover heeft gedaan om het te posten en hoe het bericht

(14)

eruit zag. Daarna werd een open vraag worden gesteld met de vraag waarom diegene het heeft gepost. Hierna volgen de twee eerder genoemde schalen, waarbij de participanten moeten aangeven in hoeverre zij het eens zijn met de stelling. Na deze stellingen, wordt aan de hand van een semantische differentiale schaal onderzocht wat de attitude ten opzichte van het delen is. Na deze schaal, worden gesloten meerkeuzevragen gesteld over het onderdeel zijn van een online supportgroep. Na deze vragen komen de twee open vragen die tevredenheid en gratificaties meten. Als laatste

Resultaten Gebruik van de hashtag

Zoals eerder aangegeven heeft 87,9% (n = 102) van de participanten #MeToo gedeeld op ten minste één platform. Daarentegen heeft 12,1% (n = 14) #ShoutYourAbortion gedeeld op tenminste één platform. De hashtags zijn op verschillende platforms gedeeld. De participanten hebben aangegeven op welk platform zij het hebben gedeeld. Er waren meer antwoorden mogelijk, dus de percentages tellen niet op tot 100%. Voor 29,3% (n = 34) van de participanten geldt dat zij tenminste één van de hashtags op Instagram heeft gedeeld. Daarnaast geldt voor 57,8% (n = 67) dat zij tenminste één van de hashtags hebben gedeeld op Facebook. Als laatste heeft 46,6% (n = 54) van de participanten aangegeven tenminste één van de hashtags op Twitter te hebben gedeeld. Er zijn geen andere platforms

gespecificeerd. Daarnaast hebben de participanten aangegeven of zij dit hebben gedeeld met een publiek of privé account. Voor 51,7% (n = 60%) geldt dat zij dit deelden via een publiek account. Daarentegen heeft 44% (n = 51) van de participanten aangegeven dat dit gedeeld is met een privé account. Als laatste heeft 4,3% (n = 5) van de participanten aangegeven geen antwoord op de vraag te willen of kunnen geven. Ook is het relevant om meer over de content van de berichten te weten. Voor 25% (n = 29) van de participanten geldt dat zij enkel de hashtag hebben gedeeld, zonder begeleidende tekst. Daarnaast heeft 57,8% (n = 57) aangegeven dat ze de hashtag en maximaal twee zinnen hebben geplaatst. Als laatste heeft 17,2% (n = 20) aangegeven de hashtag en een paragraaf aan tekst te

(15)

hebben geplaatst. Ook is gevraagd hoe lang het duurde voordat het bericht werd geplaatst, nadat er voor het eerst over werd gehoord. Hierbij heeft 6,9% (n = 8) aangegeven dat het bericht direct was geplaatst, nadat diegene er over hoorde. Voor 21,6% (n = 25) geldt dat dit binnen één dag was en voor 27,6% (n = 32) van de participanten was dit twee á drie dagen. Daarnaast heeft 17,2% (n = 20) aangegeven dat het vier tot zeven dagen heeft geduurd en 9,5% (n = 11) gaf aan dat dit acht tot tien dagen duurde. Ook gaf 2,6% (n = 3) van de

participanten aan dat zij hier elf tot veertien dagen over deden en voor 1,7% (n = 2) geldt dat dit vijftien tot 21 dagen duurde. Als laatste gaf 9,5% (n = 11) van de participanten aan dat dit langer dan 21 dagen duurde. Ook blijkt dat 17,2% (n = 20) van de participanten na het delen van de hashtag bij een online groep is gegaan gerelateerd aan de gedeelde ervaring. Van deze personen beschouwt 72,2% (n = 13) zichzelf als een actief lid van de supportgroep.

Kwantitatieve resultaten

Op de schaal van emotionele openbaring is een gemiddelde score van M = 3,91 (SD = 0,73, α = 0,71) behaald. Dit betekent dat er een vrij hoge gemiddelde score is behaald op de schaal van emotionele openbaring. Daarnaast is op de schaal van sociale

verbondenheid gemiddeld M = 3,89 (SD = 0,61, α = 0,71) gescoord. Dit betekent dat er een vrij hoge gemiddelde score is op de schaal van sociale verbondenheid. Op de schaal van de attitude ten opzichte van het delen is gemiddeld M = 3,90 (SD = 0,78, α = 0,82) gescoord een schaal van één (negatief) tot vijf (positief). Dit betekent dat er gemiddeld een hoge positieve attitude is ten opzichte van het delen.

Kwalitatieve resultaten Redenen om de hashtag te delen

De eerste open vraag die is gesteld is, ging om de reden waarom de participant de hashtag heeft gedeeld. In bijlage 1 is een volledige lijst te vinden van de redenen. Er zijn zes

(16)

voorbeeld worden genoemd.

Als eerste is het creëren van bewustzijn een veelgenoemde reden. Hiermee wordt bedoeld dat participanten door het plaatsen van de hashtag bewustzijn over het onderwerp willen creëren voor anderen. Ook werd er benoemd dat het onderwerp bespreekbaar gemaakt moet worden en dat er meer bewustzijn moet zijn voor de situatie in Hollywood. Als laatste werd benoemd dat er meer bewustzijn moet komen over hoe vaak deze problematiek voorkomt. Hierbij dienen de volgende citaten als voorbeeld:

"The #MeToo campaign seemed extremely poignant and something that the majority of women had something to say on. Therefore, it was a good way to raise awareness and encourage people to speak out."

"I wanted to create awareness that it can happen to anyone."

Als tweede is het maken van connecties een genoemd motief. Zo werd er benoemd dat men hoopte vrienden te maken en hoopte onderdeel te kunnen zijn van een wereldwijde community:

"I was feeling empowered by other women who shared their stories and wanted to feel connected to them, as well as give them (and myself) the feeling that we are not alone."

Ook is openbaring een genoemde reden. Hiermee wordt bedoeld dat een verhaal of ervaring wordt gedeeld. Het gaat hierbij dus puur om het delen. Hierbij is het geven van een (kritische) mening, het delen van een eigen verhaal of ervaring (met anderen) en het uiten van gevoelens genoemd door de participanten. Ook hoort hierbij dat sommige participanten het gevoel hadden dat ze de hashtag wilden delen omdat ze verbonden waren met het onderwerp. Als voorbeeld kunnen de volgende citaten worden benoemd:

(17)

"I had an experience , when a family member touched me for several months. It was unwanted and I was a child. I felt it necessary to post the me too hashtag."

Een veelgenoemd motief om één van de hashtags te delen, was het geven of ontvangen van steun. Hierbij wordt steun bieden en anderen helpen onderscheiden. Ook wordt het zoeken naar steun genoemd.

"I wanted to show my support for others who have been affected by sexual assault or harassment while letting others know I am a survivor, too."

"I wanted to support those that had shared their stories."

Daarnaast gaven een aantal participanten aan dat het delen van één van de hashtags ook een hoger doel had. Zij wilden hiermee verandering teweeg brengen. Zo werd benoemd dat er geprobeerd werd ongelijkheid en discriminatie te verminderen en dat men hoopte dat hierdoor daders niet weg konden komen met hun acties:

"I want to make a significant change in the world today."

"We've got to change things one tweet, one hashtag at a time."

Als laatste is ook informeren een motief geweest. Het gaat hierbij dus om het informeren van anderen door het delen van de hashtag:

"I felt connected to the message and thought I had plenty followers that were not inform about it."

Tevredenheid

De volgende twee open vragen verwijzen naar de gratificaties van het delen van hashtag(s). Er is als tweede vraag onderzocht of ze blij zijn dat ze de hashtag hebben gedeeld en wat het delen van de hashtag ze heeft gebracht. Het grootste deel van de participanten gaf aan dat zij blij waren dat ze de hashtag(s) hadden gedeeld. De redenen dat ze tevreden waren, waren wel erg verschillend. Alle redenen kunnen gevonden worden in bijlage 4. Zo is

(18)

aangegeven dat men blij werd omdat er steun is gegeven aan anderen, maar ook dat er steun is ontvangen:

"I felt great in supporting people in social networks." "Yes I am, it helped people feel not alone."

"Yes I am, I feel like the support I got encouraged me to continue this conversation in other settings, offline as well as online."

Daarnaast is het informeren van anderen genoemd als reden dat mensen blij waren dat het is gedeeld:

"Yes I am, I feel like I’m now another voice to this case and that I put my grain in this great cause just giving the information to many people."

Ook is het creëren van bewustzijn opgegeven als reden voor de tevredenheid: "Yes, because it raised more awareness."

Door het delen zijn er nieuwe connecties ontstaan en huidige connecties verbeterd: "Yes. I am happy that I did it because other men and women reached out to me." "Yes, as it broached the subject with my sister. We don't often speak about what happened to us as she is not at all public about it, but it allowed her to connect just a bit with the issue."

Ook gaven respondenten aan dat ze blij zijn dat het is gedeeld, omdat ze hierdoor anderen konden laten weten dat ze hen begrijpen:

"Yes I am it shows others I understand and can relate."

Daarnaast gaven mensen aan dat ze een trots gevoel hadden en daardoor blij waren dat ze het hadden gedeeld:

(19)

"I felt proud because it was important and meant something to me. Sometimes that's enough."

Als laatste hebben veel mensen laten weten dat het delen van de hashtag(s) voor

tevredenheid zorgde, omdat ze hierdoor hun verhaal of ervaring hebben kunnen delen. Hierdoor is onder andere een gevoel van opluchting ontstaan:

"I am glad because because I put something personal out there. I know that it probably did not make a difference but that's ok."

"Yes, it helped me unload my burden."

"It was really. I had repressed/forgotten about the incident until then."

Echter waren er ook participanten die niet blij, maar ook niet ontevreden waren. Ze hebben zich neutraal opgesteld. Ze gaven aan dat het ze weinig heeft gedaan, maar ook dat het er toe leidde dat mensen meer van ze wilden weten. De volgende citaten dienen als

voorbeeld:

"I don't particularly care one way or another."

"I mean, in a sense, but some people wanted details that I was not willing to give out to strangers."

"I am, and I am not. I'm glad that I was able to show others that they're not alone, but I also revealed something about myself that I wasn't comfortable being open about. I think it was worth it in the end though."

Ook waren er participanten die hebben aangegeven helemaal niet blij te zijn en zelfs spijt te hebben van het delen van de hashtag(s):

"I thought it would perhaps make me feel better. I wasn't looking for sympathy, but rather to say "I know what others are going through and I'm on your side". However, people started using the hashtag to talk about a guy whistling at them or hitting on them in a bar. While that experience may be uncomfortable, it is in NO way similar to

(20)

those of us who have been raped or molested. It felt like a bandwagon after that and a lot of people using it for attention. I just didn't want to be associated with the movement and really wish I'd just kept my heartache to myself."

Gratificaties

De laatste open vraag die gesteld is, duikt dieper in de gratificaties van het meedoen aan hashtag activisme. De participanten is gevraagd om aan te geven wat het delen van de hashtag(s) heeft gebracht. Hier zijn verschillende gratificaties uitgekomen, die wederom met een citaat als voorbeeld genoemd zullen worden. De volledige lijst is te vinden in bijlage 3.

Zo hebben participanten aangegeven dat het steun aan anderen heeft geboden, wat ook een gevoel van zorg voor anderen heeft gegeven. Ook gaven ze aan dat ze steun hebben ontvangen.

"It brought me a sense of caring by helping others." "I felt supported and supportive".

Veel participanten hebben aangegeven dat het delen van de hashtag(s) ze zelfvertrouwen en een krachtig gevoel heeft gegeven:

"Confidence, sense of power, connectivity."

"It gave me confidence to step up and tell my personal experience, somehow I felt accompanied in my situation."

Helaas waren er ook participanten die minder positieve ervaringen hebben. Zo werd er aangegeven dat het angst heeft gebracht:

"It brought me anxiety and I felt really naked and exposed. I wish I'd just kept my situation private."

(21)

Er is ook gezegd dat er een gevoel van opluchting werd verwacht, maar dat dit dus niet het geval was:

"It brought me absolutely nothing. No scorn, no praise, absolutely nothing." "I thought it would be cathartic. It wasn't."

Participanten gaven ook aan dat het ze de mogelijkheid gaf om hun mening te uiten en over het onderwerp te praten:

"It gave me the sense that my voice is important and that I am not alone." "It brought me a sense of having expressed my opinions freely and exercised my freedom of speech rights."

Een veelgehoorde gratificatie is het verbeteren van de huidige connecties, maar ook het vinden van nieuwe connecties:

"A few extra friends I can connect with."

"Friends coming forward to post the same thing. Meeting new people that had posted the same thing."

"Brought new friends and strong discussions".

Als laatste hebben participanten aangegeven dat het ze een gevoel van saamhorigheid heeft gegeven. Hierbij zijn de volgende citaten voorbeelden:

"A feeling that there were more people experiencing the same feelings." "A sense of togetherness."

"A sense of togetherness with other victims of sexual harassment and abuse."

Hypotheses

Van tevoren zijn hypotheses opgesteld om het onderzoek richting te geven. Er werd verondersteld dat hashtag activisme een resultaat zou zijn van behoefte aan emotionele openbaring en sociale verbondenheid (H1) en dat het ook de behoefte aan emotionele

(22)

openbaring en sociale verbondenheid zou vervullen (H2). Doordat het onderzoek een combinatie is van kwantitatief en kwalitatief onderzoek, zal dit tegelijkertijd geïnterpreteerd moeten worden, om zo aan te kunnen tonen of de hypotheses verworpen of aangenomen moeten worden.

Hypothese één kan worden aangenomen, omdat uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat participanten onder andere emotionele openbaring en het nastreven van sociale verbondenheid gaven als reden om mee te doen aan hashtag activisme. Ook blijkt uit het kwantitatieve onderzoek dat er een gemiddeld hoge score was op de schaal van emotionele openbaring (M = 3,91, SD = 0,73, α = 0,71) en sociale verbondenheid (M = 3,89, SD = 0,61,

α = 0,71). Dit bevestigt dat er behoefte is vanuit de participanten aan emotionele openbaring en sociale verbondenheid.

Ook hypothese twee kan worden aangenomen, omdat participanten hebben aangegeven dat ze emotionele openbaring hebben ervaren. Ook zijn er participanten geweest die nieuwe connecties hebben gevonden, huidige connecties hebben versterkt en zich onderdeel voelde van een online gemeenschap.

Discussie Conclusie

In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre emotionele openbaring en sociale

verbondenheid een rol spelen bij het meedoen aan hashtag activisme. Hiervoor is een online vragenlijst uitgezet met gedeeltelijk gesloten, meerkeuze (kwantitatieve) vragen en

gedeeltelijk open (kwalitatieve) vragen. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat emotionele openbaring en sociale verbondenheid een aanzienlijke rol spelen: het zijn naast redenen om te participeren in hashtag activisme, ook de gratificaties die behaald worden. Dit betekent dat mensen het juiste kanaal en de juiste manier hebben gekozen om hun behoefte te bevredigen. Hierdoor kan worden gezegd dat de uses and gratifications theorie gewerkt heeft voor dit onderzoek. Het laat zien hoe belangrijk en nuttig de theorie is voor dit veld van onderzoek, doordat het toepassen van de theorie inzicht biedt in de motieven en de

(23)

gratificaties van het delen van hashtags. De resultaten kunnen organisaties helpen om hashtags beter te begrijpen en ze voor een geschikt doel in te zetten. Daarnaast helpt het onderzoekers om een beter begrip van hashtag activisme en de relevantie van de uses and

gratifications theorie op dit gebied te krijgen. Aangezien hashtag activisme afspeelt op

sociale media, kan worden gezegd dat dit onderzoek een aanvulling is op het onderzoek van Whiting en Williams (2013), omdat er meer motieven zijn geïdentificeerd. Het dient niet als volledige aanvulling, maar als beginpunt voor vervolgonderzoek, zodat ook frequenties van de motieven kunnen worden onderzocht en dieper op de redenen in kan worden gegaan door middel van diepte-interviews. Zoals in bijlage 1 te zien is, zijn er veel verschillende redenen gegeven door de participanten. Een aantal motieven overlappen met de

geïdentificeerde motieven van Whiting en Williams (2013), zoals het informeren en het uiten van meningen, maar er zijn ook nieuwe motieven geïdentificeerd. Denk hierbij aan het bespreekbaar maken van onderwerpen, het steun bieden en ontvangen en het brengen van verandering. Ook geeft Williams (2016) aan dat hashtags aandacht geven aan onderwerpen die al decennia lang genegeerd worden. Participanten hebben dit bevestigd door aan te geven dat zij meededen aan hashtag activisme omdat zij bewustzijn wilden creëren en wilden informeren, veranderen en (emotioneel) openbaren.

Doordat er emotionele ervaringen aan de basis staan voor deze voor van hashtag activisme, is er meer informatie verzameld ter behoefte van de gezondheidszorg.

Pennebaker en Seagal (1999) geven aan dat het openbaren van een emotionele ervaring een krachtig therapeutisch middel is, wat verantwoordelijk is voor een substantieel deel van het genezingsproces. Uit de resultaten blijkt dat een groot deel van de participanten

emotionele openbaring heeft ervaren door het delen van de hashtag(s). Dit is relevante informatie voor gezondheidszorg, zodat dit kan worden meegenomen in therapeutische sessies en voorlichtingsinformatie. In het onderzoek heeft maar 17,2% van de participanten aangegeven lid te zijn geworden van een online supportgroep gerelateerd aan de gedeelde ervaring. In vervolgonderzoek kan worden onderzocht of dit lage percentage voortkomt uit een gebrek aan kennis over het bestaan van deze groepen of dat er andere redenen kunnen

(24)

worden geïdentificeerd. Ook kan worden onderzocht in hoeverre deze emotionele

openbaring therapeutisch heeft gewerkt. Dit is nuttig voor (psychologische) zorginstellingen, zodat zij de delers van hashtags via de groepen kunnen benaderen en zo hun zichtbaarheid kunnen verbeteren, slachtoffers beter kunnen helpen en de kwaliteit van de therapie kunnen verhogen.

Helaas zijn er ook participanten die hebben aangegeven dat ze spijt hebben van het delen. Dit komt vooral doordat het verhaal of de ervaring nu openbaar te vinden is en zij hier negatieve reacties op hebben gekregen. Het is hierbij onbekend wat het verschil in sociale omgeving en culturele context is van de participanten die een negatieve en positieve ervaring hebben gehad. Deze bevinding is tegen de verwachting in en roept vragen op. In vervolgonderzoek zal de vraag moeten worden gesteld in hoeverre een positieve ervaring afhankelijk is van een sterke ondersteunende omgeving en/of culturele achtergrond en of er wellicht andere factoren meespelen.

Limitaties

Het kwantitatieve onderzoek kent gebreken. Dit komt vooral doordat er geen effect is gemeten en doordat er geen groepen vergeleken konden worden. Voor vervolgonderzoek wordt dan ook aangeraden om verschillende groepen, zoals delers en niet-delers, of delers van verschillende hashtags te vergelijken. Vervolgonderzoek is nodig om de verbanden tussen het delen van de hashtag(s) en de emotionele openbaring en sociale verbondenheid te meten. Daarnaast is de steekproef van 116 participanten niet representatief voor de gehele doelgroep. Voor vervolgonderzoek wordt aangeraden om de steekproef te vergroten, zodat de externe validiteit verhoogd wordt.

Sommige participanten hebben een zeer gelimiteerd antwoord gegeven bij de open vragen. Dit maakt het moeilijk om een interpretatie te geven en het antwoord te coderen. Dit zou in vervolgonderzoek verholpen kunnen worden door interviews uit te voeren. Op deze manier kan worden doorgevraagd.

(25)

steekproef. Zo hebben 102 personen #MeToo gedeeld en hebben 14 personen

#ShoutYourAbortion gedeeld. De hashtags zijn gelijk van aard, omdat ze allebei focussen op het delen van zeer persoonlijke verhalen. Echter wordt er voor vervolgonderzoek

aangeraden om te focussen op één hashtag of ervoor te zorgen dat de verdeling nagenoeg gelijk is.

De betrouwbaarheid in het onderzoek is gewaarborgd op verschillende manieren. Zo is er nauwkeurig beschreven hoe het onderzoek is uitgevoerd en is ook de gehele vragenlijst te vinden in bijlage 6. De kwalitatieve vragen zijn anoniem ingevuld, dus is de

waarschijnlijkheid dat er sociaal wenselijk geantwoord wordt, sterk verminderd. Ook is er geen proces geweest van transcriberen, waardoor er geen gegevens verloren zijn gegaan. De antwoorden van de participanten zijn ook daadwerkelijk hun antwoorden. Uit een hertest met dezelfde meetinstrumenten en dezelfde sample, kunnen dezelfde resultaten worden verwacht. In vervolgonderzoek wordt aangeraden te werken met diepte-interviews, om de kwaliteit van de resultaten te verbeteren. Om dan de betrouwbaarheid te kunnen

waarborgen, kunnen verschillende methodes worden toegepast, zoals het bijhouden van een logboek en het uitvoeren van member checks.

Steeds vaker worden hashtags gebruikt op verschillende kanalen om een boodschap over te brengen. Het lijkt er dus op dat in de toekomst, hashtag activisme nog veelvuldig gebruikt zal worden, mede door de vele redenen waardoor het gebruikt wordt. Deze studie is uniek: er is nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar hashtag activisme waarbij persoonlijke boodschappen zijn gedeeld. Dit onderzoek heeft meerdere motieven

geïdentificeerd om deel te nemen aan dit type hashtag activisme. Het gaat hierbij om het creëren van bewustzijn, het verdiepen en creëren van connecties, veranderen, (emotioneel) openbaren, informeren en support bieden en ontvangen. Voor een gedetailleerde lijst van motivaties, zie bijlage 1. Elk motief kent zijn eigen vervolgonderzoek. De motieven kennen hun aard in communicatiewetenschap, gedragswetenschap, sociologie en psychologie. Dit betekent dat dit onderzoek het beginpunt kan zijn voor vele andere onderzoeken, want het zeer wetenschappelijk relevant en uiteindelijk ook maatschappelijk relevant maakt.

(26)

Referenties

Berger, J., & Milkman, K. L. (2012). What makes online content viral?. Journal of marketing research, 49(2), 192-205.

Chu, W., & Fletcher, F. (2014). Social Media and Agenda Setting. Canadian Democracy from the Ground Up: Perceptions and Performance, 125-47.

Festinger, L., Riecken, H. W., & Schachter, S. (1956). When prophecy fails: A social and psychological study of a modern group that predicted the destruction of the world. Minneapolis, MN.

Gable, S. L., Reis, H. T., Impett, E. A., & Asher, E. R. (2004). What do you do when things go right? The intrapersonal and interpersonal benefits of sharing positive events. Journal of personality and social psychology, 87(2), 228.

Green-Hamann, S., Campbell Eichhorn, K., & Sherblom, J. C. (2011). An exploration of why people participate in Second Life social support groups. Journal of

Computer-Mediated Communication, 16(4), 465-491.

Kring, A. M., Smith, D. A., & Neale, J. M. (1994). Individual differences in

dispositional expressiveness: development and validation of the Emotional Expressivity Scale. Journal of personality and social psychology, 66(5), 934.

Lee, R. M., & Robbins, S. B. (1995). Measuring belongingness: The social

connectedness and the social assurance scales. Journal of counseling psychology, 42(2), 232.

McCombs, M. E., Shaw, D. L., & Weaver, D. H. (2013). Communication and democracy: Exploring the intellectual frontiers in agenda-setting theory. Routledge. Nicodemo, A. (2018, 9 mei). WHAT MAKES A HASHTAG LIKE #METOO OR #MYNYPD GO VIRAL? Geraadpleegd op 2 juni 2018, van

(27)

https://news.northeastern.edu/2018/05/09/what-makes-a-hashtag-like-metoo-or-mynypd-go-viral/

Olson, K. R., & Spelke, E. S. (2008). Foundations of cooperation in young children. Cognition, 108(1), 222-231.

Oosterveer, D. (2017, 2 januari). Social media anno 2017: alle cijfers over Facebook, SnapChat en Instagram en meer. Geraadpleegd op 4 mei 2018, van

https://www.marketingfacts.nl/berichten/social-media-cijfers-anno-2017

Pennebaker, J. W., & Seagal, J. D. (1999). Forming a story: The health benefits of narrative. Journal of clinical psychology, 55(10), 1243-1254.

Peters, K., & Kashima, Y. (2007). From social talk to social action: Shaping the social triad with emotion sharing. Journal of Personality and Social Psychology, 93(5), 780.

Rime, B., Mesquita, B., Boca, S., & Philippot, P. (1991). Beyond the emotional event: Six studies on the social sharing of emotion. Cognition & Emotion, 5(5-6), 435-465.

Rimé, B., Philippot, P., Boca, S., & Mesquita, B. (1992). Long-lasting cognitive and social consequences of emotion: Social sharing and rumination. European review of social psychology, 3(1), 225-258.

Rimé, B. (2009). Emotion elicits the social sharing of emotion: Theory and empirical review. Emotion review, 1(1), 60-85.

Shaw, B. R., Hawkins, R., McTavish, F., Pingree, S., & Gustafson, D. H. (2006). Effects of insightful disclosure within computer mediated support groups on women with breast cancer. Health Communication, 19(2), 133-142.

Snell, W. E., Miller, R. S., & Belk, S. S. (1988). Development of the emotional self-disclosure scale. Sex Roles, 18(1-2), 59-73.

Sundar, S. S., & Limperos, A. M. (2013). Uses and grats 2.0: New gratifications for new media. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 57(4), 504-525.

(28)

gratifications approach. Qualitative Market Research: An International Journal, 16(4), 362-369.

Wikimedia Foundation, Inc.. (2014). Ice Bucket Challenge. Geraadpleegd op 26 mei 2018, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Ice_Bucket_Challenge

Wikimedia Foundation, Inc.. (2017). ShoutYourAbortion. Geraadpleegd op 1 juni 2018, van https://en.wikipedia.org/wiki/ShoutYourAbortion

Wikimedia Foundation, Inc.. (2018). Aanslag op Charlie Hebdo. Geraadpleegd op 30 mei 2018, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Aanslag_op_Charlie_Hebdo

Wikimedia Foundation, Inc.. (2018). MeToo (hashtag). Geraadpleegd op 1 juni 2018, van https://nl.wikipedia.org/wiki/MeToo_(hashtag)

Williams, S. (2015). Digital defense: Black feminists resist violence with hashtag activism. Feminist Media Studies, 15(2), 341-344.

Yang, G. (2016). Narrative agency in hashtag activism: The case of #BlackLivesMatter. Media and Communication, 4(4), 13.

Bijlage 1: motivaties voor het delen van de hashtag(s)

Redenen om de hashtag(s) te posten

Bewustzijn: bewustzijn creëren voor de situatie in Hollywood

Bewustzijn: om te laten zien hoe veelvoorkomend het onderwerp is

Bewustzijn: bewustzijn creëren

Bewustzijn: het onderwerp bespreekbaar maken

(29)

Connecties: onderdeel zijn van een wereldwijde community

Openbaring: een kritische mening geven

Openbaring: eigen ervaring, een verhaal delen

Openbaring: het gevoel van verbondenheid aan het onderwerp

Openbaring: het uiten van gevoelens

Support: steun bieden aan anderen

Support: het helpen van anderen

Support: het vinden van steun

Veranderen: zodat de daders niet weg kunnen komen met hun acties

Veranderen: het verminderen van discriminatie

Veranderen: ongelijkheid verminderen

Informeren: het informeren van anderen

Noot 1: redenen om de hashtag(s) te posten

Bijlage 2: nationaliteit participanten

Nationaliteit Frequentie Percentage

Amerikaans 64 55,17%

Indiaas 16 13,79%

(30)

Afrikaans-Amerikaans 3 2,59% Brits 3 2,59% Kaukasisch 2 1,72% Venezuelaans 2 1,72% Frans 2 1,72% Canadees 2 1,72% Australiaans 1 0,86% Ecuadoriaans 1 0,86% Kroaat 1 0,86% Hispanisch 1 0,86% Italiaans 1 0,86% Koreaans-Amerikaans 1 0,86% Liberiaans 1 0,86% Mexicaans-Amerikaans 1 0,86% Mexicaans 1 0,86% Marokkaans 1 0,86% Pakistaans-Amerikaans 1 0,86% Zweeds 1 0,86% Thai 1 0,86%

(31)

Totaal 116 100%

Noot 2: nationaliteit participanten

Bijlage 3: gratificaties van het delen van hashtag(s)

"Wat heeft het delen van de hashtag jou gebracht?"

Steun van anderen

Meer zelfvertrouwen

De mogelijkheid om mening te uiten

Nieuwe connecties gevonden

Huidige connecties verbeterd

Gevoel van opluchting

Een gevoel van saamhorigheid

Een krachtig gevoel

Het gevoel van zorgen voor anderen

Steun zelf ontvangen

De mogelijkheid om over een ervaring te praten

Meer bewustzijn voor anderen

Meer bewustzijn voor deler zelf

(32)

Teleurstelling: grotere opluchting verwacht

Noot 3: gratificaties van het delen van hashtag(s)

Bijlage 4: tevredenheid na het delen van de hashtag

"Ben je blij dat je de hashtag op social media hebt geplaatst?"

Ja: support gegeven aan anderen

Ja: anderen geïnformeerd

Ja: mijn mening laten horen

Ja: opluchting

Ja: verhaal gedeeld

Ja: nieuwe connecties gekregen

Ja: bestaande connecties verbeterd

Ja: bewustzijn gebracht

Ja: trots gevoel

Ja: anderen beter kunnen begrijpen

Neutraal: het heeft weinig gedaan

Neutraal: mensen wilden meer van me weten

Nee: het was gevoelige informatie

(33)

Bijlage 5: lading component attitude ten opzichte van het delen van hashtag(a)

Item Lading component

Not fulfilling - fulfilling 0,73

Negative - positive 0,82

Unfavorable - favorable 0,81

Boring - interesting 0,62

Bad - good 0,81

Noot 5: ladingen componenten attitude t.o.v. het delen van de hashtag(s)

Bijlage 6: vragenlijst

Thank you for participating in this research on hashtag activism. This research is conducted under the auspice of the Graduate School of Communication at the University of

Amsterdam. During the course of this research, you will be asked to answer questions about why you shared the hashtag online. Please be assured that your response will be kept completely confidential, and will under no circumstances be shared with third parties without your personal consent. The questionnaire will take you around ten minutes to complete, and there is no risk in participating in this study.

Please be aware of the fact that this research contains questions about you sharing the hashtag on social media. It won't be asked to share your personal story, but the questions could remind you of your personal experience. Your participation in this research is voluntary, confidential and anonymous. You have the right to withdraw at any point during the study, for any reason, and without any prejudice, by simply exiting the browser. If you'd

(34)

like to withdraw your consent, please send an e-mail to the responsible researcher within 7 days of participation. This will ensure that your data will not be used in the analyses.

If you would like to contact the responsible researcher in the study to discuss this research, please send an email to: ramona.nouse@student.uva.nl

Should you have any complaints or comments about this research,

you can contact dr. Annemarie van Oosten of the Ethics Committee representing ASCoR, at the following address:

ASCoR Secretariat,

Ethics Committee,

Dr. Annemarie van Oosten

University of Amsterdam, PO Box 15793, 1001 NG Amsterdam; 020-525 3680; ascor-secr-fmg@uva.nl.

Any complaints or comments will be treated in the strictest confidence. By clicking the button below, you acknowledge that your participation in the study is voluntary and that you are 16 year or older.

(35)

o

I understand the information presented above and I agree to participate in the research study.

What is your age? ▼ 16 (1) ... 70 (55)

What is your gender?

o

Male (1)

o

Female (2)

o

Other, please specify (3)

o

I prefer not to answer (4)

(36)

______________________________________________________________

What's your nationality?

______________________________________________________________

What is the highest degree or level of school you have completed? If you're currently enrolled in school, please indicate the highest degree you have received.

o

Less than a high school diploma (1)

o

High school degree or equivalent (2)

o

Some college, no degree (3)

o

Associate degree (4)

o

Bachelor's degree (5)

o

Master's degree (6)

o

Professional degree (7)

(37)

o

Doctorate (8)

Did you share one of the following hashtags on one of your social media pages?

Yes: #MeToo (1)

Yes: #ShoutYourAbortion (2)

No (3)

On what platform did you share the hashtag? It is allowed to select multiple platforms.

Instagram (1)

Facebook (2)

(38)

Other, please specify (4)

Please specify the platform you shared the hashtag on.

________________________________________________________________

What is the privacy setting of the account you shared it with?

o

Public account (1)

o

Private account (2)

o

I don't know (3)

o

I don't want to answer this question (4)

When you first heard or read about the hashtag, how long did it take you to post about it?

o

Immediately after I first heard about it (1)

(39)

o

Within one day (2)

o

2 to 3 days (3)

o

4 to 7 days (4)

o

8 to 10 days (5)

o

11 to 14 days (6)

o

15 to 21 days (7)

o

More than 21 days (8)

o

I don't know (9)

How did your post look like?

o

I only posted the hashtag (1)

(40)

o

I shared the hashtag and a paragraph of text with it (3)

What was your reason for posting this? We encourage you to be as detailed as you can here.

________________________________________________________________

Please indicate to what extent you agree or do not agree with the following statements using the following scale

Strongl y agree (1) Agree (2) Somewha t agree (3) Neither agree nor disagre e (4) Somewha t disagree (5) Disagre e (6) Strongly disagre e (7) I think of myself as emotionally expressive on social media (1)

o

o

o

o

o

o

o

(41)

People on social media think of me as an unemotional person (2)

o

o

o

o

o

o

o

I keep my feelings to myself on social media (3)

o

o

o

o

o

o

o

I am often considered indifferent by others on social media (4)

o

o

o

o

o

o

o

People can read my emotions by taking a look on my profile on social

o

o

o

o

o

o

o

(42)

media (5) I display my emotions on social media to other people (6)

o

o

o

o

o

o

o

I don't like to let other people on social media see how I'm feeling (7)

o

o

o

o

o

o

o

I am able to cry in front of other people (8)

o

o

o

o

o

o

o

(43)

Even if I am feeling very emotional, I don't let others see my feelings on social media (9)

o

o

o

o

o

o

o

Other people aren't easily able to observe on social media what I'm feeling (10)

o

o

o

o

o

o

o

I am not very emotionally expressive on social media (11)

o

o

o

o

o

o

o

(44)

Even when I'm experiencin g strong feelings, I don't express them outwardly on social media (12)

o

o

o

o

o

o

o

I can't hide the way I'm feeling on social media (13)

o

o

o

o

o

o

o

Other people on social media believe me to be very emotional (14)

o

o

o

o

o

o

o

(45)

I don't express my emotions to other people on social media (15)

o

o

o

o

o

o

o

The way I feel is different from how others think I feel (16)

o

o

o

o

o

o

o

I hold my feelings in on social media (17)

o

o

o

o

o

o

o

In the following questions, Facebook is used as an example. However, feel free to use the platform you're most active at to answer the questions.

(46)

Following are a number of statements that reflect various ways in which we view ourselves. Rate the degree to which you agree or disagree with each statement using the following scale. Strongl y agree (1) Agree (2) Somewh at agree (3) Neither agree nor disagre e (4) Somewh at disagree (5) Disagre e (6) Strongl y disagre e (7) I feel comfortable in the presence of strangers when I'm on social media (1)

o

o

o

o

o

o

o

I am in tune with the social media

world (2)

o

o

o

o

o

o

o

Even among my friends on social media, there is no sense of brother/sisterho od (3)

o

o

o

o

o

o

o

(47)

I fit in well in new Facebook situations (4)

o

o

o

o

o

o

o

I feel close with people who shared the same hashtag (5)

o

o

o

o

o

o

o

I feel disconnected from the Facebook world around me (6)

o

o

o

o

o

o

o

Even around people who shared the same hashtag, I

don't feel that I really belong (7)

o

o

o

o

o

o

o

I see people who shared the

same hashtag as friendly and

o

o

(48)

approachable (8) I feel like an outsider when I'm on Facebook (9)

o

o

o

o

o

o

o

I feel understood by the people who

shared the same hashtag (10)

o

o

o

o

o

o

o

I feel distant from friends on Facebook (11)

o

o

o

o

o

o

o

I am able to relate to the people who shared the same hashtag (12)

o

o

o

o

o

o

o

(49)

I have little sense of togetherness with the people who shared the same hashtag (13)

o

o

o

o

o

o

o

I find myself actively involved with other people who shared the same hashtag (14)

o

o

o

o

o

o

o

I catch myself losing a sense of connectedness with society when I'm on Facebook (15)

o

o

o

o

o

o

o

I am able to connect with people who

o

o

o

o

o

o

o

(50)

shared the same hashtag (16) I see myself as a loner when I am on Facebook (17)

o

o

o

o

o

o

o

I don't feel related to other people who shared the same hashtag (18)

o

o

o

o

o

o

o

The people who shared the same hashtag feel like family to me (19)

o

o

o

o

o

o

o

I don't feel I participate with anyone or any group on Facebook (20)

o

o

o

o

o

o

o

(51)

After sharing the hashtag, did you join any groups on social media related to the shared experience?

o

Yes (1)

o

No (2)

In the groups that you have joined related to the hashtag, would you consider yourself an active group member?

o

Yes (1)

o

No (2)

o

I don't know (3)

Attitude sharing Looking back, posting the hashtag on social media was ….

Very

much

Somewhat Neither Somewhat Very Much

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

design that had limitations in range of motion, measurement accuracy and maximum applicable assistance, while also reducing setup and device calibration times, since our defi

• Jiapan Guo, Chenyu Shi, George Azzopardi, and Nicolai Petkov, Recognition of archi- tectural and electrical symbols by COSFIRE filters with inhibition, In Computer Analysis of

When evaluating the results of our replication study on the basis of Bayes factors, we find that only one of the three statistically significant effects —the finding of a greater

efforts to encourage behavior change for a sustainable energy transition will be more effective when they target important individual and contextual factors of relevant behaviors and

Hierdie studie is dan tegelyk ook n weergawe van die beplanning, instudering en aanbieding van n vertolkingsprogram, met die huldigingsprogram: Die sanger van

4.19 Thermodynamic and adsorption parameters (Langmuir adsorption isotherms) for zinc in 1.0 M HCl at various temperatures for the utilized corrosion inhibitors- 230 4.20

The combination of superconductivity and surface states in Dirac semimetal can produce a 4π-periodic supercurrent in a Josephson junction configuration, which can be revealed by

One could contend that the more prominent the requirement for online trust, the more noteworthy the level of social presence an online retailer ought to put