• No results found

Pompen of verzuipen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pompen of verzuipen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging

Gewasbescherming jaargang 34, nummer 5, september 2003 Pagina 165

Inleiding

Organismen worden in de natuur voortdurend blootgesteld aan toxi-sche verbindingen. Men is bij deze bewering al snel geneigd te den-ken aan bestrijdingsmiddelen, zware metalen en andere contami-nanten die door de mens bewust of onbewust in de natuur worden gebracht. Echter, levende organis-men kunnen zelf ook notoire pro-ducenten van giftige stoffen zijn. Zulke natuurlijk toxische verbin-dingen worden door veel prokayo-ten en eukaryoprokayo-ten geproduceerd. In veel ecosystemen vindt een soort van chemische oorlogsvoe-ring plaats. Producenten van na-tuurlijk toxische verbindingen proberen te overleven door in hun ecologische niche zoveel mogelijk concurrerende organismen te we-ren. Deze pogingen zijn niet altijd succesvol omdat organismen tij-dens co-evolutie afweermechanis-men hebben ontwikkeld waardoor zij ongevoelig zijn geworden voor toxische verbindingen. Weer (pro-ductie van giffen) en afweer (resis-tentieontwikkeling tegen giffen) vormen dus een belangrijke com-ponent van natuurlijke evenwich-ten.

Deze stelling geldt ook voor schimmels. Schimmels zijn beken-de producenten van natuurlijk toxische stoffen als antibiotica, mycotoxinen, en toxinen die

ne-crose van waardplanten induce-ren. Schimmels staan echter zelf ook bloot aan natuurlijk toxische verbindingen die door andere or-ganismen worden geproduceerd. Denk daarbij aan antibiotica die door concurrerende micro-orga-nismen worden uitgescheiden en aan fungitoxische verbindingen die door planten vòòr (phytoanti-cipinen) en na infectie (fytoalexi-nen) worden gevormd. Door co-evolutie hebben

plantenpathogene schimmels zich kennelijk met succes gewapend te-gen fungitoxische verbindinte-gen van hun waardplanten. Bekende mechanismen die hierbij een rol kunnen spelen zijn 1) afwezigheid van de aangrijpingsplaats, 2) mo-dificatie van de aangrijpingsplaats, waardoor deze ongevoelig wordt, 3) detoxificatie, en 4) verminderde accumulatie door een verminder-de opname. Beiverminder-de proefschriften hebben betrekking op een recent ontdekt verdedigingsmechanisme dat berust op verminderde accu-mulatie door een verhoogde secre-tie. De secretie wordt mogelijk ge-maakt door membraanpompen die toxische verbinding bij opna-me herkennen en per kerende post terug transporteren naar de uit-wendige omgeving. Pompactiviteit voorkomt dat verbindingen in het cytoplasma accumuleren tot fun-gitoxische concentraties. Hoe ho-ger de activiteit des te laho-ger de ge-voeligheid van de schimmel voor

toxische verbindingen. Vandaar de naam van de titel van dit artikel: pompen of verzuipen.

Een interessant aspect van mem-braanpompen is dat zij vaak een brede substraatspecificiteit bezit-ten. Als gevolg daarvan spelen membraanpompen niet alleen een rol bij bescherming tegen afweer-stoffen van planten maar ook te-gen synthetisch fungitoxische ver-bindingen. Dit impliceert dat membraanpompen een rol kun-nen spelen bij de virulentie van plantenpathogenen, de effectiviteit van fungiciden kunnen beïnvloe-den en een rol kunnen spelen bij multidrug-resistentie (MDR). MDR betekent een gelijktijdige resisten-tie-ontwikkeling van organismen tegen chemisch niet-verwante ver-bindingen en is vooral belangrijke bij resistentie van tumorcellen te-gen antitumor medicijnen en van bacteriën tegen antibiotica.

Membraanpompen

van M. graminicola

Veel membraanpompen behoren tot de familie van de ATP-bindingscassette (ABC) transpor-teiwitten. ABC transporteiwitten bezitten ATP-bindingsplaatsen waar, door hydrolyse van ATP, energie wordt gegenereerd om transport van substraten tegen een concentratiegradient over mem-branen mogelijk te maken. ABC transporteiwitten behoren tot één van de grootste genfamilies en ko-men in alle levende organisko-men voor. Doel van beide promotieon-derzoeken was om genen die code-ren voor ABC pompen van M. gra-minicola te kloneren en

functioneel te analyseren. M. gra-minicola (anamorf Septoria tritici)

[

PROMOTIE

Pompen of verzuipen

I. Stergiopoulos, L-H. Zwiers en M.A. de Waard

Op 1 mei 2002 promoveerde aan de Wageningen Universiteit Lute-Harm Zwiers op een proefschrift getiteld: ABC transporters of the

wheat pathogen Mycosphaerella graminicola. Op 20 januari 2003

pro-moveerde Ioannis Stergiopoulos op een proefschrift getiteld: The role

of the ATP-binding cassette (ABC) transporters in pathogenesis and multidrug resistance of the wheat pathogen Mycosphaerella gramini-cola. Voor beide promovendi was Prof. dr. P.J.G.M . de Wit de promotor

en Dr. M.A.de Waard (Wageningen Universiteit, Laboratorium voor Fy-topathologie) de co-promotor.

(2)

is de veroorzaker van de septoria-bladvlekkenziekte op tarwe. Het pathogeen werd als studie-object gekozen omdat de ziekte in toene-mende mate een bedreiging is van de tarweteelt, speciaal in gebieden met hoge luchtvochtigheid en ge-matigde temperatuur. Om die re-den is een beter begrip van mole-culaire mechanismen die tijdens de pathogenese een rol spelen en van resistentieontwikkeling tegen fungiciden essentieel. In totaal werden vijf ABC transportgenen gekloneerd (MgAtr1-MgAtr5). Het open reading frame van alle genen is ongeveer 4500 basenparen lang en codeert voor eiwitten (MgAtr1-MgAtr5) die een hoge mate van homologie bezitten met ABC trans-porters van andere schimmels en gisten. Met uitzondering van MgAtr3 kan de expressie van alle genen geïnduceerd worden door natuurlijk en synthetisch toxische verbindingen, zoals antibiotica, se-condaire metabolieten van planten (o.a. fytoalexinen) en azool fungici-den. Deze waarnemeningen sugge-reren dat de transporteiwitten in-derdaad een functie kunnen vervullen bij virulentie en gevoelig-heid voor fungiciden.

Multidrug

pompen

De functie van MgAtr1-MgAtr5 werd allereerst onderzocht door

de gevoeligheid van mutanten van Saccharomyces cerevisiae (bakkers-gist), waarin deze genen tot ex-pressie werden gebracht, te testen voor natuurlijk en synthetisch toxische verbindingen. De gist-transformaten vertoonden een duidelijke verminderde gevoelig-heid voor chemisch niet-verwante verbindingen (azool fungiciden, antibiotica, en fungitoxische met-abolieten van planten), hetgeen er op wijst dat de gecodeerde eiwit-ten functioneren als multidrug pompen met een verschillende doch overlappende substraatspe-cificiteit. De functies van de trans-porteiwitten werden ook onder-zocht door fenotypische

karakterisering van knockout mu-tanten van MgAtr1-MgAtr5 in M. graminicola. Voor de constructie van deze mutanten werd een transformatieprotocol ontwikkeld dat gebruik maakt van Agrobacte-rium tumefaciens. Een verhoogde gevoeligheid voor fungitoxische metabolieten van planten werd al-leen voor knockout transforman-ten van MgAtr5 aangetoond. De overige transformanten vertoon-den geen fenotype. Waarschijnlijk is dit te wijten aan activiteit van andere ABC pompen die het ver-lies van het uitgeschakelde gen kunnen compenseren.

Biotoetsen met antagonistische bacteriën tonen aan dat de MgAtr2 pomp van M. graminicola be-scherming biedt tegen antibiotica

geproduceerd door Pseudomonas en Burkholderia spp. Deze waar-neming is belangrijk omdat het impliceert dat ABC pompen ook belangrijk kunnen zijn bij de over-leving van de schimmel tijdens de saprofytische fase van zijn levens-cyclus.

Virulentie op

tarwe

De functie van MgAtr1-MgAtr5 werd verder geanalyseerd door de virulentie van knockout mutanten te bepalen op zaailingen van tar-we. De virulentie van knockout mutanten van MgAtr4 bleek signi-ficant minder te zijn dan die van het wildtype en de overige knoc-kout mutanten. Histopathologisch onderzoek van het infectieproces toonde aan dat MgAtr4 mutanten substomatale ruimten slecht kolo-niseren. De groeikracht van de MgAtr4 mutant op verschillende media in vitro was niet vermin-derd. Deze resultaten wijzen er op dat MgAtr4 een virulentiefac-tor is van M. graminicola en het pathogeen mogelijkerwijs be-schermt tegen een nog onbe-kende fungitoxische afweerstof van tarwe. Dit verschijnsel is ook gerapporteerd voor ABC pompen van andere plantenpathogenen, waaronder Botrytis cinerea, Gibbe-rella pulicaris en Magnaporthe gri-sea.

Pagina 166 Gewasbescherming jaargang 34, nummer 5, september 2003

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging

[

(3)

Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging

Gewasbescherming jaargang 34, nummer 5, september 2003 Pagina 167

Gevoeligheid voor

azoolfungiciden

Eerder onderzoek met de schim-mels Aspergillus nidulans en B. ci-nerea toonde aan dat laboratori-umstammen met verminderde gevoeligheid voor azoolfungici-den, tevens multidrug-resistentie bezitten tegen uiteenlopende ver-bindingen. Dit fenotype bleek te correleren met overexpressie van specifieke ABC genen en een ver-minderde accumulatie van azool fungiciden ten gevolge van ver-hoogde secretie. Beide promotie-onderzoeken toonden aan dat dit mechanisme bij M. graminicola minder duidelijk is. Azool-resis-tente laboratorium stammen ver-toonden weliswaar een MDR feno-type maar de verminderde

gevoeligheid kon niet duidelijk worden geassocieerd met overex-pressie van een specifiek ABC gen. In één van de stammen werd een duidelijke overexpressie van

MgAtr1 gevonden en disruptie van het gen herstelde de wild-type ge-voeligheid voor azoolfungiciden, hetgeen suggereert dat MgAtr1 een factor is die mede bepalend is voor azoolgevoeligheid van M. gramini-cola. Ook in veldisolaten met een sterk uiteenlopende gevoeligheid voor azoolfungiciden kon geen duidelijke correlatie tussen expres-sie van geïdentificeerde ABC ge-nen en accumulatie van azoolfun-giciden worden vastgesteld. De resultaten wijzen er op dat meer-dere mechanismen de verschillen in gevoeligheid van veldisolaten van M. graminicola beïnvloeden.

Conclusies en

vooruitblik

De gegevens van beide proef-schriften tonen aan dat ABC pom-pen van M. graminicola belangrij-ke functies bezitten bij de bescherming van het pathogeen

tegen fungitoxische afweerstoffen van planten. Dit verklaart waar-schijnlijk de ontdekking dat de ABC pomp MgAtr4 een virulentie-factor van de schimmel is op tar-we. Er werden ook aanwijzingen verkregen dat ABC pompen van belang kunnen zijn voor gevoelig-heid en multidrugresistentie tegen azoolfungiciden. Het huidige on-derzoek is er op gericht om mem-braanpompen te vinden die in dit opzicht een meer uitgesproken rol vervullen. Identificatie van ABC pompen die fungeren als virulen-tiefactor kan leiden tot de ontwik-keling van een nieuwe generatie middelen die zelf geen fungitoxi-sche activiteit bezitten maar plan-tenziekten beheersen door een verbeterde exploitatie van afweer-reactie van waardplanten. Identifi-catie van zulke MDR pompen kan leiden tot de ontwikkeling van middelen die de effectiviteit van fungiciden verhogen en MDR re-sistentiemechanismen teniet doen.

[

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze studie naar het watersysteem van de Twentekanalen is onderzoek gedaan naar de uitzaktijd voor situaties van watertekort en -overschot, wanneer men het waterpeil

De bovenste acrobaat (acrobaat 1) laat zich plat op de trommel 'vallen' als hij zich in het hoogste punt van zijn baan bevindt.. Hij houdt zich daarna stevig vast aan

In Nederland kunnen we daar met grof geschut tegen optreden, bijvoorbeeld door toelatings- of terugzendregelingen in te stellen, maar het zou natuurlijk veel effectiever zijn als

[r]

[r]

door het parlement, door de rechter en door de pers. In zulke omstandigheden client de kerk de uit- komst van het overheidshandelen te respecteren.' 'De kerken hebben

Er zijn drie essentiële verschillen: in plaats van uitbreiding met nieuwe locaties zullen de bestaande maatschappijen vijftig tankstations afstoten; de asymmetrische veiling

wordt a.an alle aan het Dagelijksch Bestuur bekende Christelijk-Historische da.g- en weekbladen mededeeling gedaan van den datum, waarop de Algemeene Ver- gadering