• No results found

Lastenmaximering en de balans tussen solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lastenmaximering en de balans tussen solidariteit en gespreide verantwoordelijkheid"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lastenmaximering en

de balans tussen

solidariteit en gespreide

verantwoordelijkheid

evert jan van asselt

In dit themanummer van CDV staat de vraag centraal ‘Wat is sociaal?’. Dit arti-kel gaat in op de lastenmaximering, die inhoudt dat huishoudens niet meer dan een bepaald gedeelte van hun inkomen kwijt zijn aan wonen, zorg en het opvoeden van kinderen. Wat ze meer besteden ontvangen ze terug in de vorm van een huur-, zorg- of kindertoeslag. Het artikel behandelt de motieven, tech-niek en voor- en nadelen van de lastenmaximering. De lastenmaximering van de kosten van wonen, zorg en opvoeden van kinderen is om twee redenen ont-wikkeld. Ten eerste om de verzorgingstaat te moderniseren en een omslag van aanbod- naar vraagsturing te bewerkstelligen. Deze omslag past bij de CDA-no-tie van gespreide verantwoordelijkheid, waarin de klassiek christen-democrati-sche noties van ‘soevereiniteit in eigen kring’ en ‘subsidiariteit’ te herkennen zijn. Ten tweede om nieuwe vormen van houdbare solidariteit mogelijk te ma-ken. Met de bestaande inkomensafhankelijke regelingen is het niet goed moge-lijk een solidair inkomensbeleid te voeren. De regelingen zijn te versnipperd en vaak ingewikkeld. Een integrale meting van draagkracht in de fiscaliteit maakt een gerichte ondersteuning in de kosten mogelijk. De lastenmaximering bevor-dert zo zowel de gespreide verantwoordelijkheid als de solidariteit.

De CDA-plannen van de lastenmaximering kennen een lange geschiedenis. Zes jaar geleden, in 1998, presenteerde de Tweede Kamerfractie het rapport De moeite waard. Daarin werd de lastenmaximering geïntroduceerd. Later volgden rappor-ten over de gezondheidszorg, waarin de lasrappor-tenmaximering een essentieel

ele-ment vormde in de omzetting van aanbodsturing naar vraagsturing.1

Sindsdien is de lastenmaximering, ook wel kortingen- of toeslagensystematiek genoemd, een vast onderdeel van het gedachtegoed van het CDA. Het doel is dat mensen met minder draagkracht door kostenondersteuning fatsoenlijk rond kunnen ko-men. Het is ook opgenomen in het laatste verkiezingsprogramma van het CDA. Het heeft enige tijd geduurd voordat de lastenmaximering een rol gingen spelen

in het maatschappelijke en politieke debat.2Door deelname van het CDA aan het

kabinet, is hierin versnelling gekomen. Het kabinet heeft in het

Hoofdlijnenakkoord afgesproken dat er in het kader van een nieuw zorgstelsel

l

a

s

tenmaximerin

g en de bal

ans tussen solid

ariteit en gespreide verantw

oordelijkheid

EVERT

JAN

VAN

(2)

een zorgtoeslag komt en de bestaande inkomensafhankelijke kinderregelingen worden gestroomlijnd.

Motivering

De lastenmaximering van de kosten voor wonen, zorg en opvoeden van kinderen is ontwikkeld om de verzorgingstaat te moderniseren door een omslag van aan-bod- naar vraagsturing. Dit geeft het particuliere initiatief meer ruimte, zodat ze financieel zelfstandig kan opereren. Bij die zelfstandigheid hoort dat sectoren zelf hun aanbod van diensten bepalen en de prijzen die daar bij horen, zodat de mid-delen optimaal kunnen worden ingezet. Want door het beneden kostprijs aanbie-den van voorzieningen wordt de allocatie verstoord en overconsumptie uitgelokt. Wanneer de prijsvorming van deze diensten niet langer door de overheid wordt vastgesteld, en in het geval van de zorg ook de volumebeheersing wordt losgela-ten, moet de toegankelijkheid goed geregeld zijn. Dit kan door de lastenmaxime-ring. Mensen betalen de reële prijs en ontvangen als hun draagkracht in het huis-houden tekortschiet van de overheid een tegemoetkoming in de kosten: een toeslag. Hierdoor wordt de kostenondersteuning losgemaakt van de

dienstverle-ning zelf.3

De huidige vormgeving van inkomenssolidariteit gaat ten koste van de verant-woordelijkheid van zowel de burger als van instellingen. De lastenmaximering be-vordert de spreiding van verantwoordelijkheden (doordat de overheid minder ver-antwoordelijkheden naar zich toetrekt) en waarborgt tegelijk solidariteit, door haar gerichter te organiseren. De lastenmaximering maakt mogelijk dat de over-heid de levering van essentiële diensten over kan laten aan het particuliere initia-tief. Wat onverlet laat dat regulering uiteraard nodig blijft, maar dan in de vorm van faciliterende regelgeving. In deze spreiding van verantwoordelijkheden vallen de klassiek christen-democratische noties van ‘soevereiniteit in eigen kring’ en ‘subsidiariteit’ te herkennen, die samenkomen in de CDA-notie ‘gespreide verant-woordelijkheid’.

De solidariteit krijgt hierdoor een andere vormgeving. De overheid waarborgt soli-dariteit niet langer door het aanbod van diensten te subsidiëren, maar door de vrager van middelen te voorzien. Ze garandeert dat iedereen over voldoende be-steedbaar inkomen beschikt om zijn zorgverzekering te kunnen betalen, een huis te kunnen huren en zijn kinderen te kunnen opvoeden. Door de tegemoetkoming in de kosten neemt het besteedbaar inkomen - het inkomen nadat belasting is be-taald en toeslagen zijn ontvangen - toe, zonder dat het wettelijk minimumloon of de uitkeringen worden verhoogd. De rol van de overheid is dus flankerend; ze schept voorwaarden zodat mensen zelf in de gelegenheid zijn om verantwoorde-lijkheid te nemen voor hun eigen bestaan en dat van degenen voor wie zij zorg dragen. Dit vergroot de keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid van mensen.

artikel

De lastenmaxime-ring bevordert de spreiding van ver- antwoordelijkhe-den en waarborgt tegelijk solidariteit, door haar gerichter te organiseren.

(3)

Aanbieders zijn niet langer zeker van financiering en zullen zich derhalve meer op de afnemers richten, anderzijds krijgen zij meer ruimte als maatschappelijke onderneming. Deze kanteling wordt ook wel vraagfinanciering genoemd. Een voordeel van de lastenmaximering in de zorg is bovendien dat het systeem be-ter bestand is tegen de vergrijzing dan de huidige financiering van de gezond-heidszorg en daarmee een steviger garantie biedt voor solidariteit. Nu betalen mensen een inkomensafhankelijke ziekenfondspremie. Wanneer de kosten van de gezondheidszorg toenemen, zal deze premie meestijgen. De lagere inkomens zul-len dan een steeds groter deel van hun inkomen aan zorg kwijt zijn. Omdat dit be-slag legt op het netto-inkomen, zullen inkomenspolitieke overwegingen grote in-vloed blijven houden op de zorg, wat ongewenst is. Bij de lastenmaximering ligt dit percentage vast, en zijn de kosten gemaximeerd, waardoor koopkrachtplaatjes niet langer bepalend zijn voor de uitgaven aan de zorg. Midden en hogere inko-mens betalen wel de volledige kosten.

De toeslagen zijn niet bedoeld als inkomenspolitieke instrument die gebruikt kunnen worden om jaarlijks de koopkrachtplaatjes bij te stellen. Daarom worden ze ook uitgekeerd door de Belastingdienst Toeslagen. Ze zijn bedoeld om mensen tegemoet te komen wanneer hun draagkracht te kort schiet.

Draagkrachtbeginsel

Bij het inkomensbeleid van de overheid is een leidraad dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Typerend voor de christen-democratie is daarnaast ge-weest dat draagkracht bezien wordt vanuit het samenlevingsverband en vanuit de reële levensomstandigheden van personen. Dit betekent onder meer dat draag-kracht niet louter individueel bepaald moet worden. Mensen leven samen met an-deren en dragen zorg voor elkaar. Ze stemmen daar ook de verdeling van arbeid en zorgtaken op af. Vooral de aanwezigheid van kinderen heeft grote invloed op de draagkracht. De draagkracht is afhankelijk van het aantal mensen dat moet le-ven van het inkomen. Het blijkt dat de welvaart van gezinnen met kinderen ge-middeld lager ligt dan die van huishoudens zonder kinderen; wat overigens niet in dezelfde mate geldt voor de alleenstaande ouder. De meting van draagkracht is momenteel onvoldoende toegesneden op de situatie van deze huishoudens, om-dat veelal alleen naar het persoonlijke inkomen wordt gekeken.

Draagkracht heeft dus verschillende dimensies. Het is daarom nuttig twee soor-ten draagkracht te onderscheiden: objectieve en subjectieve draagkracht.

Objectieve (of verticale) draagkracht wordt afgemeten aan de hoogte van het inko-men. Subjectieve (of horizontale) draagkracht gaat uit van de situatie waarin men-sen verkeren en houdt rekening met de individuele factoren die de draagkracht beïnvloeden (zoals gezinssamenstelling). Er zijn draagkrachtverschillen tussen mensen met eenzelfde inkomen maar een andere leefsituatie, door bijvoorbeeld

l

a

s

tenmaximerin

g en de bal

ans tussen solid

ariteit en gespreide verantw

oordelijkheid

Draagkracht moet niet louter indivi-dueel bepaald wor-den.

(4)

kinderen. Beide vormen van draagkracht worden beleidsmatig gebruikt, maar los van elkaar. De objectieve draagkracht vinden we terug in de belastingheffing en premieheffing. Daar is de draagkracht primair gestoeld op het inkomensbegrip en vertaald in progressieve belastingtarieven en gemaximeerde premiegrondslagen. Buiten de fiscaliteit en premiesfeer wordt vooral in de subsidiesfeer rekening ge-houden met subjectieve draagkracht. Het gevolg van deze scheiding is een ver-snipperd inkomensbeleid wat de afweging in de besluitvorming niet ten goede

komt. Het voeren van integraal inkomensbeleid is daarom gewenst.4Afwegingen

over draagkracht komen dan op één plaats samen. Met het nieuwe belastingplan 2001 is hier een begin mee gemaakt door de introductie van bijvoorbeeld de kin-derkorting in de fiscaliteit.

Het inkomen dat resteert nadat rekening is gehouden met de draagkracht is het besteedbaar inkomen. Het is het inkomen na belastingen en premies sociale verze-keringen plus huursubsidie minus premies zorgverzeverze-keringen, het bedrag dat be-schikbaar is voor de woonlasten, alle overige consumptie en voor besparingen.

Hoe werkt lastenmaximering?

Om de last van noodzakelijke kosten niet te zwaar te laten drukken op de beste-dingsruimte van huishoudens zijn de toeslagen ontwikkelt. Een toeslag - te verge-lijken met een subsidie of fiscale korting – is een genormeerde tegemoetkoming in de kosten. De toeslag is niet geïntegreerd in de belastingen zoals een heffings-korting. Dit komt doordat ons land geen negatieve belasting kent. De toeslag is ook niet gebaseerd op de werkelijke kosten zoals bij subsidieverlening, maar op een genormeerd bedrag (al zal in de beginfase waarschijnlijk nog een tijd lang ge-werkt worden met werkelijke bedragen). Hierdoor komt het profijt van een lage prijs (huur, zorgpremie of kinderopvang) bij de gebruiker terecht. Dit gaat scheef-wonen tegen en bevorderd de prijsconcurrentie in de zorg. Omgekeerd, wie een duurder huis, bredere dekking tegen ziektekosten of chiquere kinderopvang wil, dan betaalt diegene dat zelf.

De toeslag is het verschil tussen wat men gemiddeld genomen moet betalen en wat men kan betalen. Ze worden berekend door eerst te kijken naar de kosten van de voorzieningen zelf. Vastgesteld wordt welk bedrag een gemiddeld huishouden kwijt is voor een adequate zorgverzekering, kwalitatief goede huurwoning of

op-voeding van kinderen. Dit normbedrag wordt de aanvaardbare kosten genoemd.5

Bij de bepaling van deze aanvaardbare kosten wordt geen luxe meegenomen, maar uitgegaan van een algemeen aanvaard kwaliteitsniveau. De genormeerde kosten hangen af van de samenstelling van het huishouden. Voor specifieke groe-pen, bijvoorbeeld gehandicapten kan de woonnorm hoger zijn, omdat zij vaak duurder moeten wonen vanwege benodigde aanpassingen aan de woning. Daarnaast zijn de kosten gerelateerd aan een bepaald gebruik van voorzieningen.

Vervolgens wordt gekeken naar de betaalcapaciteit6

van een huishouden. Hier

(5)

gaat het dus over de draagkracht, over het eigen aandeel in de kosten. Voor de

ver-schillende ‘kostenposten’ is een percentage van het huishoudinkomen7

vastge-steld dat redelijk geacht wordt om aan deze voorzieningen te besteden. Uitgegaan wordt van de gedachte dat bij een genormeerde besteding van vijftien procent van het inkomen aan huur, tien procent aan zorgverzekeringspremies en tien procent aan het opvoeden van kinderen voldoende inkomen over blijft om van rond te ko-men. De lastenpercentages staan voor het deel van het inkomen dat besteed wordt aan deze onvermijdelijke posten. Met deze percentages worden op het niveau van het wettelijke minimumloon de zorgkosten begrensd op tien procent, respectieve-lijk vijf procent voor alleenstaanden. Voor de huurlasten is het percentage vijftien procent en voor kinderen tien procent. Dit is een substantiële verbetering ten op-zichte van de huidige situatie. De lasten worden op deze manier gemaximeerd, vandaar de term lastenmaximering. De betaalcapaciteit neemt toe met het inko-men zodat de eigen betaling voor onvermijdbare kosten ook toeneemt.

De toeslag kan nu worden berekend door de aanvaardbare kosten te vergelijken met de betaalcapaciteit. Het verschil wordt via een inkomensafhankelijke toeslag verrekend. De toeslagen zijn inkomensafhankelijk omdat de toeslag hoger is naar-mate het inkomen lager is. Het gevolg van de lastenmaximering is dus dat de toe-slagen inkomensafhankelijk zijn en bij een stijging van het inkomen geleidelijk worden afgebouwd, totdat de eigen draagkracht voldoende is.

Welke lasten worden gemaximeerd?

Het gaat bij lastenmaximering om de zorgkosten, huurkosten en kosten van de op-voeding. Juist deze drie kostenposten zijn gekozen vanwege de onvermijdelijkheid ervan. Niemand kan zonder woning of ziektekostenverzekering, en de opvoeding van kinderen brengt evenzeer onvermijdelijke kosten met zich mee.

Zorgkosten

De zorgtoeslag is gekoppeld aan de stelselherziening in de zorg die uitgaat van

een hogere nominale premie8

ter vervanging van de inkomensafhankelijke pre-mie in het ziekenfonds. Tot de aanvaardbare zorgkosten behoren de prepre-mies voor het standaardpakket (waarin de noodzakelijke zorg moet zijn opgenomen), gere-kend zonder eigen risico of no claim. Premies voor een aanvullende ziektekosten-verzekering wordt niet meegeteld. De premies voor de volksziektekosten-verzekering AWBZ val-len er ook niet onder, omdat deze premies reeds inkomensafhankelijk zijn. Omdat zorgpremies per persoon worden betaald, is de hoogte van de genormeer-de zorgkosten evenredig met het aantal volwassen personen in het huishougenormeer-den. Kinderen tellen hierbij niet mee, omdat het rijk de kinderpremie voor haar reke-ning neemt. l a s tenmaximerin g en de bal

ans tussen solid

ariteit en gespreide verantw

(6)

artikel

Een vrijwillig eigen risico heeft geen invloed op de hoogte van de genormeerde kosten. Immers tegenover het eigen risico staat een premievoordeel. Deze redene-ring geldt ook bij een verplicht eigen risico. Immers door het eigen risico kan de premie omlaag. De aanvaardbare zorgkosten zijn dan gebaseerd op een premie zonder eigen risico of no-claimregeling.

Huurkosten

De huurtoeslag is een omzetting van de huursubsidie. Dat wil zeggen dat niet lan-ger de feitelijke huur, maar uiteindelijk een genormeerde huur bepalend is. Die genormeerde huur is gebaseerd op een gemiddeld goede woning. Omdat de huur tot de vaste lasten van een huishouden gerekend kan worden, en dus niet afhangt van het aantal personen, is de normhuur (het eigen aandeel in de kosten) voor

ie-der huishouden gelijk.9

Door de huurtoeslag wordt scheefwonen tegengegaan. Kinderkosten

De kindertoeslag heeft als doel een tegemoetkoming te bieden in de onvermijdbare kosten van het opvoeden van kinderen. Voor een deel (veertig procent) wordt hierin al voorzien door de kinderbijslag, die een uitdrukking is van de solidariteit tussen ge-neraties. De aanvaardbare kosten worden daarom verminderd met de kinderbijslag. De aanvaardbare kosten worden afgeleid van de basiskosten van kinderen, die te vin-den zijn in de inkomensklassen op en net boven het minimumloon. Daarboven zijn de kosten van kinderen een afspiegeling van de welstand van het huishouden en val-len daarom buiten de normering van de kindertoeslag. De hoogte van het

huishoud-inkomen is namelijk bepalend voor de gemiddelde uitgaven aan kinderen.10De

huur-kosten van kinderen worden meegenomen in de kinderkorting.11

Dit betekent dat de in de huursubsidiewet geen rekening meer wordt gehouden met het aantal kinde-ren. De specifieke kindertoeslag heeft betrekking op de kinderopvang. Zo wordt voor kinderopvang bij de bepaling van de aanvaardbare kosten gerekend met opvang voor

drie dagen per week12

(7)

Voordelen en nadelen van lastenmaximering

Samenvattend, kent de kostenondersteuning de volgende uitgangspunten: • Draagkracht per huishouden in plaats van per individu.

• Een voldoende tegemoetkoming: mensen moeten van hun vrij besteedbaar inko-men ook daadwerkelijk kunnen rondkoinko-men, en dus in hun eerste levensbehoef-ten kunnen voorzien.

• Ondersteuning van de eigen verantwoordelijkheid van mensen en samenle-vingsverbanden. En dus keuzevrijheid voor mensen in de besteding, ook van de financiële korting.

• Vermindering van de bureaucratie en de afhankelijkheid daarvan: eenvoud en meer privacy. Alles wordt via de belastingaangifte geregeld.

• Aanpak van armoedevallen door geleidelijke afbouw van de toeslagen, ook op het traject van minimum tot ongeveer modaal.

Het maximeren van lasten (gerichte lastenverlichting) heeft een aantal voordelen boven het generiek verhogen van uitkeringen:

• Lastenmaximering houdt rekening met de leefsituatie van mensen: gerichte in-komenspolitiek.

• In plaats van een algemene verhoging van de uitkeringen of verlaging van de be-lastingen kunnen gericht de bebe-lastingen worden verlaagd: gerichte lastenver-lichting.

• Van lastenmaximering profiteren, afhankelijk van de vormgeving, niet alleen minima maar ook lagere middeninkomens.

• Hogere uitkeringen verkleinen het verschil tussen uitkering en minimumloon. • De zorgtoeslag waarborgt solidariteit tussen lage en hoge inkomens in de

toe-komst beter dan een inkomensafhankelijke ziekenfondspremie. De verwachte stijging van de kosten van de gezondheidszorg zal leiden tot hogere inkomens-afhankelijke premies, ook voor de lagere inkomens. De zorgtoeslag maximeert het aandeel van de zorgkosten in het inkomen. De zorgkosten worden zo vooral door de meer draagkrachtigen opgebracht.

• Door een integrale benadering van het inkomensbeleid in de fiscaliteit wordt het stelsel eenvoudiger en rechtvaardiger. Zo zijn er nu meer dan twintig rege-lingen die een tegemoetkoming geven in de kosten van kinderen. Die kunnen samen worden gevoegd.

• Burgers hoeven niet steeds opnieuw ingewikkelde aanvragen in te dienen. De belastingdienst kent de toeslagen automatisch maandelijks toe. Dit gaat niet-ge-bruik tegen. Ze hanteert voor de verschillende toeslagen één berekeningsgrond-slag. Dit vermindert ook de uitvoeringskosten.

• De armoedeval kan worden verminderd; de huursubsidie is bij de overgang van bijstandsuitkering naar werk een van de grootste veroorzakers van de armoede-val. l a s tenmaximerin g en de bal

ans tussen solid

ariteit en gespreide verantw

(8)

• De zorgpremie wordt niet meer afhankelijk van de bron van inkomsten; een kleine verandering in inkomsten kan nu bij het overschrijden van de premie-in-komensgrens grote gevolgen hebben.

De lastenmaximering kent uiteraard ook nadelen:

• Het invoeren van de toeslagen vergt een omslag in denken. Veel mensen zien de belastingdienst als een instantie aan wie men belasting betaalt. Geld ontvangen van de belastingdienst past niet in dit denken.

• Ogenschijnlijk vermindert de solidariteit in de ziektekostenverzekeringen, om-dat men eerst een hoge nominale premie betaalt, waarvoor men echter tegelij-kertijd maandelijks een inkomensafhankelijke toeslag ontvangt.

• Een stelselwijziging is ingrijpend en vergt tijd. De resultaten zijn pas op termijn zichtbaar.

Balans tussen solidariteit en spreiding van verantwoordelijkheid

De reden om over te willen gaan naar een systeem van lastenmaximering is tweeërlei. In de eerste plaats omwille van de spreiding van verantwoordelijkhe-den. Er is meer vrijheid gewenst voor de samenleving om vraag en aanbod op el-kaar af te stemmen. De huidige inkomenssubsidies belemmeren dit vrije functio-neren. In de tweede plaats omwille van de solidariteit. Met de bestaande

inkomensafhankelijke regelingen is het niet goed mogelijk een solidair inkomens-beleid te voeren. De regelingen zijn te versnipperd en vaak ingewikkeld. Een inte-grale meting van draagkracht in de fiscaliteit maakt een gerichte ondersteuning in de kosten mogelijk. De lastenmaximering bevordert zo zowel de gespreide ver-antwoordelijkheid als de solidariteit.

De vormgeving van de solidariteit door de systematiek van de toeslagen, verdient bijzondere aandacht en moet worden vastgelegd in de wetgeving. Doel is dat wijzi-gingen in de parameters van de toeslagen niet ‘zo maar’ kunnen worden doorge-voerd. De manier waarop de parameters jaarlijks worden aangepast (aan inflatie, kostenstijging, etc), moet op een transparante wijze worden vastgelegd in de wet, zodat wijzigingen geen discussie oproepen. Meer fundamentele wijzigingen moe-ten eens in de vier jaar alleen na advisering van de SER doorgang kunnen vinden. Belangrijk is dat de kostennorm jaarlijks worden aangepast aan de stijging van de kosten waarop de toeslag betrekking heeft, en niet zijn gekoppeld aan het algeme-ne inflatieniveau. Anders blijven, omdat de kosten van zorg en kinderopvang salgeme-nel- snel-ler stijgen dan het algemene inflatieniveau, de toeslagen achter bij de kostenstij-ging.

De bijzondere bijstand en de aftrek buitengewone lasten blijven ook bij invoering van de systematiek van lastenmaximering nodig. Er kunnen zich immers situaties voordoen waarbij een generieke regeling onvoldoende tegemoetkoming biedt.

artikel De vormgeving van de solidariteit door de systematiek van de toeslagen moet worden vastgelegd in de wetgeving.

(9)

Voor mensen op een minimum en stukje daarboven blijven de bijzondere bijstand door gemeenten en de verzilveringregeling van belang. Op die manier kan het in-komensbeleid gecentraliseerd worden en door het Rijk worden uitgevoerd. Gemeenten kunnen individueel maatwerk leveren, waarvoor de bijzondere bij-stand uiteindelijk bedoeld is.

Drs. Evert Jan van Asselt, stafmedewerker Wetenschappelijk Instituut voor het CDA.

CDA-publicaties over de lastenmaximering:

- CDA Tweede Kamerfractie (1998), De moeite waard.

- CDA Tweede Kamerfractie (1999), Naar meer menselijke maat in de gezondheidszorg.

- Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (2000), Nieuwe regie in de zorg.

- CDA Tweede Kamerfractie (2000), Gericht en rechtvaardig.

- Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (2001), Evenredig en rechtvaardig.

- Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (2001), De druk van de Ketel.

- Christen Democratische Verkenningen, (januari 2001), H.A. Keuzenkamp, ‘De ar-moedeval tussen scholastiek en welvaartstheorie’ en G. De Jong, ‘Inkomens en burgers’.

- CDA (2002), Verkiezingsprogram 2002-2006, Betrokken samenleving, betrouwbare

overheid.

- CDA Adviescommissie Inkomensbeleid (2004), Heffen naar draagkracht.

Noten

1. CDA Tweede Kamerfractie, Naar meer menselijke maat in de gezondheidszorg.

Discussievoorstel om tot een betere verantwoordelijkheidsverdeling in de gezondheids-zorg te komen, 1999; Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Nieuwe regie in de zorg. Een christen-democratische visie op de structuur en financiering van de zorg, 2000.

2. Zie ook de discussieerde in CDV in januari 2001 tussen Gerrit de Jong en Hugo Keuzenkamp.

3. Zie daarover ook het artikel van Hans Borstlap in dit lentenummer. 4. Zie ook Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Evenredig en rechtvaardig, Een

voorstudie naar een vlakke belasting; een vervolg op Herstel van draagkracht, Den Haag, 2001. Daarin is beargumenteerd hoe dit uiteindelijk gerealiseerd kan worden door een sociale vlaktax in combinatie met heffingskortingen.

5. Ook wel referentie normkosten genoemd, of genormeerde kosten.

6. Dat is de term die het Centraal Planbureau hanteert, M.H.C. Lever en R.M. van Opstal, CPB Memorandum nummer 55, 28 januari 2003, Financiering zorgverze-kering volgens Strategisch Akkoord: effecten op overheidsfinanciën, loonkosten en

l

a

s

tenmaximerin

g en de bal

ans tussen solid

ariteit en gespreide verantw

(10)

koopkracht, p. 16, noot 15. Een andere benaming is normkosten (normkosten-quote keer inkomen).

7. Op precies te zijn, het bruto-inkomen in box 1 en het belastbaar inkomen uit box 2 en 3.

8. Een nominale premie wil zeggen dat de hoogte van de premie niet afhangt van het inkomen. Per verzekeraar kan de premie in hoogte verschillen. Er wordt ook wel gesproken van een vaste premie.

9. De ratio hierachter is dat veertig procent van de kosten geacht worden vaste kosten te zijn. Dit zijn kosten die dus niet afhangen van het aantal personen in een huishouden. Dertig procent wordt geacht variabel te zijn en dus samen-hangend met de persoon. Vanwege deze redenering bedraagt de bijstandsuit-kering voor een alleenstaande zeventig procent van het WML en voor paren honderd procent van het WML. Alleenstaande ouders ontvangen een toeslag van twintig procent. Het netto AOW-pensioen is gelijk aan vijftig procent van het netto wettelijk minimumloon. Alleenstaanden ontvangen een toeslag van twintig procent. De niet gepensioneerde partner zonder inkomen, ontvangt ook een uitkering van vijftig procent. In 2015 wordt de AOW volledig geïndivi-dualiseerd en vervalt deze uitkering voor de niet gepensioneerde partner. 10. Dat blijkt uit door het Nibud bewerkte CBS-gegevens (1997) over de gemiddelde

kosten van kinderen.

11. Wanneer in een nieuw zorgstelsel kinderen ook premie gaan betalen, zullen deze kosten ook worden meegenomen in de kinderkorting.

12. De kosten voor een vierde en vijfde dag zijn fiscaal aftrekbaar, beide ouders worden verondersteld één dag de zorgtaak op zich te nemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit hoofdstuk worden de randvoorwaarden en uitgangspunten beschreven die gehanteerd zijn bij het ontwerp van de aangepaste bekleding van het traject langs polder De breede

dat het laatste wetenschappelijke onderzoek iets oplevert dat gaat werken, misschien zelfs een doorbraak kan zijn in het werk met kinderen, ouders en gezinnen, en dus

Maar onder andere een OECD-rapport uit 2014 stelt dat voor het meten van de totale belastingdrukverdeling, de indirecte belastingen zoals de btw adequaat gemeten worden over

Ten aanzien van die delen van de gezondheidszorg die voor de 'markt' aantrekkelijk zijn ( cure, Ziekenfon d swet ) heeft de overheid zich meer op afstand geplaatst,

4p 15 Teken dit histogram en leg met behulp daarvan uit dat deze frequentieverdeling niet kan worden benaderd met een normale verdeling.. Toch is er wel een manier om tabel 1

Meer dan de helft van de respondenten is het eens met de stelling dat de Neder- landse zorginstellingen moeten opschuiven naar een extern gerichte organisatiecultuur (stelling

Als mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen, kan het moment dat ze ineens meer zorg nodig hebben in een crisis- situatie zomaar daar zijn.. Voor specifieke zorg is

Hoger opgeleide ouders zijn het iets vaker eens met de stelling ‘Ik hoef niet alles te weten van mijn kind’ dan lager opgeleiden (85% versus 75%).. Groter is het verschil bij