• No results found

Pim Fortuyn als neoconservatief?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pim Fortuyn als neoconservatief?"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pim

Fortuyn

als

neoconservatief?

DRS.

c.J.J.

VELDKAMP

Het I1l'oconservatisme vormt l'en relevante stroming in het politieke denken en dl' beleidspraktijk van dl' Verenigde Staten. Vanuit Europa is er toenemend aan-dacht voor. Hl'! betreft l'en verleidelijk mengsel van progressieve en conservatie-Vl' noties, van voluntarisme en bereidheid tot inzet van militairen en macht. In zijn radicaliteit en eclectisch karakter doet het wel aan Pim Fortuyn denken, zij het dat dl' aandacht van Amerikaanse neoconservatieven zich vooral heeft ont-wikkeld in dl' richting van buitenlands beleid, terwijl voor Fortuyn het binnen-land centraal stond. Dl' behoefte aan transformatie van de Arabische wereld vormt voor neoconservatieven l'en belangrijk thema.

I let Ameri kaansl' 'nl'oconservat isme' is inmiddels ook in Nederland bekend. Diverse dag- en weekbladen besteedden er inmiddels aandacht aan.' Dat is goed, want het IIl'oconsl'rvatisll1l' is actueel en het is van belang l'en in 's werelds super-macht zo belangrijke denkrichting te doorgronden.

W;lI1nel'r we het hebben over IIl'oconselvatief Amerika, kan ik het niet nalaten ei-genwijs te beginnen met l'en uitstap naar Nederland, al was het maar om de ge-dachten uit te dagen.

Anderhalljaar gdeden alweer, zaten Wl' in Nederland gekluisterd voor de buis, ge-Llscineerd door Piml:ortuyn. Politiek Nederland was in opschudding over iemand dil' continu dl' agenda van politiek en media wist te bepalen.

Je kon het met Piml'or!uyn eens zijn ot"nie!. maar hol' dan ook: het fenomeen

fas-I"'t was f;IScilll~ cineerde. 1);lt had veel te makl'n met dl' charismatische figuur 'l'im'. Maar het was

rl'llIl, dat t'dt'cti- meer ,lan ,lat. Het ging ook om wat hij zei. Dat was een mengelmoes van linkse en

scht' salllt'nstt'l van rechtse Q;lI1dpunten. Soms was het vooral rechts, in wezen conselvatief:

'tandpuntt'n, nlt't Marokka;lI1sl' schoffies moesten worden aangepakt en recht en orde moest er

ko-linkst' t'n rl'('htst' in- l11en. Zijn standpunten waren vaak ook politiek incorrect, sinds lang taboe in

link-\'.lIsllllt'kt'nlt'gt'lijk. se kringell. Maar SOI11S W;IS het weer heel progressief: er moest verandering komen;

I'n dat is Ilt't in Wt~ ;Illes zou beter worden. Alles kon ook bl,ter wonll'n gell1;ükt. Dat droeg hij uit. Het

It'nno): stt't'ds. was ook allem;lal hed radicaal: het roer moest om. De toekomst moest anders el1 kon, zo leek het, in l;l;n klap beter.

I let spr;lk vden aan, dat zeldzame mengsl'l V;1I1 consl'lvatisme en progressiviteit, van Iwhoudend l'n radicaal tl'gelijk. En oljl' nu op Fortuyn hebt gestemd ot"niet-ik heb het nit'! - het was LIscinerend, dat eclectische samenstl'l van standpunten, 1l11't lillk'>e l'n rechtse inv;Ilshoekell tegelijk. En dat is het in wezen nog steeds.

( 11\ I I! I ){ I \ I !(J() i 125 z o r; o 2

'"

< >

(2)

I'

I

Ik moet daar vaak aan denken nu ik sinds ruim een jaar in Amerika woon en de boeken en bladen van de 'neoconservatieven' lees. Ook met hen ben ik het niet al-tijd eens, maar het is even fascinerend: wie ze zijn, waar ze staan, wat ze zeggen, en hoe eclectisch dat allemaal is - progressieve radicaliteit met conservatisme com-binerend, het optimisme van de maakbaarheid gecombineerd met verlangen naar

law and order, het voluntarisme, het niet willen schuwen voor enige use offorce in

De zogeheten neo- aanpak van internationale zaken. De zogeheten neoconservatieven zouden eigen-conservatieven zou- lijk veel beter 'neoradicalen' kunnen worden genoemd, zoals het Britse blad The

den eigenlijk veel Economist enige tijd geleden terecht opmerkte.'

beter 'neoradicalen' kunnen worden

ge-noemd.

En onwillekeurig gaat de vergelijking met Pim Fortuyn inderdaad op, al zijn er ook duidelijke verschillen. Die verschillen wil ik graag weergeven, gevolgd door enkele overeenkomsten. Van daaruit komt vanzelf een beeld naar voren van wat neocon-servatief Amerika inhoudt.

Verschillen en overeenlmffisten

Pim Fortuyn had charisma; alles draaide om hem en hem alleen.

Neoconservatisme in de VS draait echter niet om één figuur en zeker niet een cha-rismatische. Het gaat vaak juist om de adviseurs op de achtergrond, de commenta-toren, de beleidsmakers. Een van hun voormannen is Dr Paul Wolfowitz, hoogle-raar internationale betrekkingen en nu Deputy Secretary ofDefense, dat wil zeggen de

tweede man van het Pentagon." Dat is niet iemand die populariteit zoekt of die da-gelijks op TV is te zien. Het is wel iemand met invloed. Het is typerend: neoconser-vatief Amerika is geen volksbeweging, wel een intellectueel discours.

Een tweede verschil is dat Pim Fortuyn en zijn hele 'beweging' zich primair richt-ten op het binnenland, op binnenlandse problemen en misstanden: de wachtlijs-ten, de immigratie, de verloedering van de publieke ruimte. Neoconservatieven in Amerika vallen, althans op dit moment, echter juist het meest op in hun aandacht voor het buitenland, voor Amerika's plaats in de wereld. Daar zijn ze voor een radi-cale aanpak. Ze gaan uit van de enorme Amerikaanse politiek-militaire overmacht in de wereld. Ze menen dat die de opdracht impliceert tot handelen, tot optreden. Doortastend, ten behoeve van het uitdragen van waarden en belangen zoals zij die zien. En zo min mogelijk gehinderd door wat ze veelal ervaren als verouderde, inef-fectieve en handenbindende internationale arrangementen. Hun energie richt zich op dit moment eerst en vooral op het Amerikaanse buitenlands beleid. Ten aanzien daarvan hebben ze publieke weerklank gevonden, vooral ook als gevolg van de situatie die naar aanleiding van de aanslagen van 11 september 2001 ont-stond.

(3)

Overeenkomsten zijner ook. Ik ontwikkl'la;lrs van beide denktranten komen oor-spronkelijk van links. Fortuyn was ooroor-spronkelijk el'n marxistische docent sociolo-.\.';il" dil' zich in depren ''JO tegen dl' inmiddels gevestigde, linkse politieke correct-heid begon aftl' zetten. Maar hij lX'hield daarbij zijn progressieve gedrevencorrect-heid, het voluntarisn1l' en het utopische idee dat alles anders en beter kon. Wanneer we dat vergelijken met dl' t\merika;ll1se l1l'oconsl'lvatieven, zien we dat vell'n onder lwn oorspronkelijk llemocLl;lI waren, geen Republikein.' Iemand als I'aul Wollmvitz liep eind j;lren '(,0 als jongere nog mee ineen demonstratie voor dl' bur-gl'rrl'chtl'nml't dominee Martinl.uthn Kingjr.' Dat was toen uill'raard niet

be-paald CO\l'il'IV;ltil'l. Ik politieke hl'ld V;ll1 dl' l1l'oconselvatieven was l'n is vaak nog stl'l'lh Sl'n;ltor IIl'nry M. 'Scoop'jackson, destijds l'en prominente Democratische politicus. Lilldjarl'll '70, teil tijde V;ll1 presidellt Clrter, vonden ze dat dl' Ill'mocr;ltiscl1l' partij te zachta;mlig W;IS geworden in buitenlands bl'leid." Ze ble-ven tegelijkertijd v;lak SL1;1l1 ;lchtl'rveel V;lll dl' binnenlandse agendapunten van dl' I )l'mOLT;lIl'n. Iemand ;lls \Vollilwit z was nooit l'l'g conselvat il'fw;lar het zaken als ;lllOrt us, individul'k rechten, sociale zekl'l'hl'id en dergelijke betreft.

Gevestigde Republikeinen tezeer Realpolitisch

~Ll;lr waar het ging om het huitl'nland, stonden hij en zijn denkgenotenl'en hardere ;1;lllP;lk voor, teil bate V;lll wat zij z;lgl'n ;lls dl' t\n1l'rib;ll1se idl'all'n. Ze zetten zich als gl'zl'gd ;lIll'gl'n dl' zachtaardigl'r IkmoLTatl'n uit dl' tijd van Cartl'l''s buitenlands be-kid. ~Ll;lr dl' st;ll1dpuntl'n V;lll dl' gevest igdl' Rl'publikl'inen konden ook weinig goed-kl'uring Wl'gdr;l\.';l'n. Rl'publikl'insl' groot hedl'n tl'n ;lanzil'n van buitenlands beleid, ;1)<, oud-mini,tl'r Ill'nrv Kissingl'r, vondl'n Zl' Vl'l'l te I\l'llipn/itisdi. te calcull'rend, teveel Uitg;l,llld van wl'rl'ldwijd m;lchtsl'Vl'nwicht in pl;l;lls van bl'ginselenl'n idl'all'n- te cyni,ch ook. Ki-.singl'r h;ld prl'sidl'nt Nixon bijvoorbeeld geadviseerd ml't Beijing in I.l'l' tl' g;lan om rl'dl'Ill'1l van m;lchtsl'Vl'nwicht tl'gl'n dl' Sovjet-linie. Zoil'ls implicl'l'r-dl' l'l'n vorm vannHln'eI rl'Lttivisn1l', l'en denken zonderonimplicl'l'r-dl'l'scheid in goed en kwa;ld. I kt China van ~L[(), ml't l'l'n communistisch regime dat mensenrechten ,cllOIld, kOIll'Il IlHlcht ill hUIl ogl'Il gl'l'n AmerikaaIlSl' steun Vl'rkrijgl'n, zeker nil'l d;l;lr l'r op 'Ll iW;lll l'l'n pro-\Vl'stnsl' al tl'rIut il'vl' regering bestond.

1';1' oIldl'r prl'sidl'Ilt Rl';lgall krl'.\.';l'n dl' l1l'OCOnSl'lvat ieven dl' wind in dl' rug. Rl';lg;lll durldl' l'l'Il m;lllichl'lstisch bel'ld tl' schetsen, in termen van goed en kwaad tl' sprl'kl'nl'n dl' Sovjl't-1Jnil' ;lls ,'\'ill'rnpirl' ;lfte schildl'l'l'n. Onder Rl'agan kwamen l'Ilkvll' 'rI,'''''''rls', zo;lls \Vollowitz, ;lan dl' bak. Zl' kregen functies op het Stuk

/Jt'/)I!r·tlrl,'rlt ofin het Pl'nLlgonl'n schrl'vl'nlX'll'idsmemoranda en rapporten. Ze

,tl'ldl'n zich op achtl'r alll'l'ki gedurfd bl'kid, door middel van het uitdagen van dl' Sovjl't-1Jllil' n1l't l'l'n ruimtl'schild tegen rakl'ttl'nen dergelijke. Ll'n van hen,jean Ki rkp;[ trick, wl'rd zeIIs dl' i\n1l'ri b;lllse ;1l11 bass;ldeu r bIJ dl' VN. Zij bll'ef overigens l'Il i, no.\.'; stl'l'd, gl'rl'giq rl'l'nllll'mocraat Il'n inmiddels dl' Amerikaanse

vertegen-(11\ 1[1),:1'\1 .'(lllt

127

c

(4)

...

... ..

128

i

I

woordiger bij de VN-commissie voor de mensenrechten). Maar de beleidskoers werd toch vooral ingegeven door meer orthodoxe Republikeinse hardliners als defensie-minister Caspar Weinberger. Zij zetten de toon. Het neoconservatieve denken werd er vaak meer ter intellectuele verantwoording bijgehangen. Het conservatisme uit de Reagan-jaren richtte zich daarbij meer op noties van liberty in sociaal-economi-sche zin, dan op door neoconservatieven sterker benadrukte begrippen als moral clarity en virtue in maatschappelijke en internationale betrekkingen.' Het impli-ceerde een sterke nadruk op liberalisering en een bescheiden rol van de overheid, waar neoconservatieven een actief handelende staat voorstaan, in ieder geval waar het ging om buitenlands beleid.

In 1989 kwam met het aantreden van president Bush senior de oude, gematigder Republikeinse elite in het buitenlands beleid weer terug. 'Neocons' kregen welis-waar aardige functies toebedeeld: iemand als Wolfowitz werd Under Secretary op het Pentagon en een ander, Bill Kristol, werd stafchefvan de vice-president.' Maar ze bepaalden niet de koers, geenszins de beleidsagenda ten aanzien van buitenlands beleid. Dat deden de klassieke, internationaal ingestelde en ten aanzien van bui-tenlands beleid gematigde Republikeinen als president Bush sr., diens veiligheids-adviseur Brent Scowcroft, minister James Baker, senator Richard Lugar e.a.

Met het aantreden van Clinton, begin 1993, verdwenen de neoconservatieven uit de Administratie. Ze vertrokken naar de denktanks en universitaire instellingen die Washington zo rijk is. Wolfowitz werd hoogleraar en decaan van de internatio-nale betrekkingen-faculteit van de John Hopkins University. Beleidsmatig bleven ze betrokken, want hun sense ofpurpose bleef. Een aantal van hen wist zich te uiten via het Congres. Dejaren waarin Republikeins afgevaardigde Newt Gingrich op Capitol Hili de politieke toon zette, hadden iets neoconservatiefs, alhoewel ook hij meer als behorend tot de Reagan-school kon worden beschouwd. Bill Kristol richtte ondertussen een typisch Amerikaans semi-intellectueel weekblad op, de Weekly Standard. Meer nog dan een tijdschrift als Commentary is het inmiddels het huisblad der neoconservatieven, vol met uitdagende artikelen en verdiepende boekbespre-kingen. Ze richtten een actie- en kenniscentrum op, de Project for the New American Century, met als uitgangspunt dat Amerikaans leiderschap goed is voor Amerika en de wereld. Ze schreven vele artikelen, open brieven en pamfletten en hielden aller-lei spreekbeurten, zoals Pim Fortuyn dat jaren deed. Eind 1997 brachten ze bijvoor-beeld een speciaal nummer uit van de Weekly Standard, onder de titel 'Saddam must

go'. Hun pijlen richtten zich toen al op Irak. Ze schreven artikelen waarin ze ervoor pleiten de Arabische wereld niet langer te beschouwen als één groot benzinesta-tion voor Amerika, maar er, met inzet van Amerikaanse wil en macht, politieke transformatie en economische verandering te bewerkstelligen, te beginnen bij Irak. En ze ontwikkelden concepten over preventief en pre-emptief optreden, waar-over we afgelopen tijd zo vaak hebben gehoord. 4

(5)

128

woordiger bij de VN-commissie voor de mensenrechten). Maar de beleidskaers werd

toch vooral ingegeven door meer orthodoxe Republikeinse hardliners als

defensie-minister Caspar Weinberger. Zij zetten de toon. Het neoconservatieve denken werd

er vaak meer ter intellectuele verantwoording bijgehangen. Het conservatisme uit

de Reagan-jaren richtte zich daarbij meer op noties van liberty in

sociaal-economi-sche zin, dan op door neoconservatieven sterker benadrukte begrippen als rnaral

clarity en virtue in maatschappelijke en internationale betrelddngen.' Het

impli-ceerde een sterke nadruk op liberalisering en een bescheiden rol van de overheid, waar neoconservatieven een actiefhandelende staat voorstaan, in ieder geval waar het ging om buitenlands beleid.

In 1989 kwam met het aantreden van president Bush senior de oude, gematigder

Republikeinse elite in het buitenlands beleid weer terug. 'Neocons' kregen

welis-waar aardige functies toebedeeld: iemand als Wolfowitz werd Under Secretary op het

Pentagon en een ander, Bill Kristol, werd stafchefvan de vice-president" Maar ze

bepaalden niet de koers, geenszins de beleidsagenda ten aanzien van buitenlands beleid. Dat deden de ldassieke, internationaal ingestelde en ten aanzien van bui-tenlands beleid gematigde Republikeinen als president Bush sr., diens veiligheids-adviseur Brent Scowcroft, minister James Baker, senator Richard Lugar e.a.

Met het aantreden van Clinton, begin 1993, verdwenen de neoconservatieven uit de Administratie. Ze vertrold<en naar de denktanks en universitaire instellingen

die Washington zo rijk is. Wolfowitz werd hoogleraar en decaan van de internatio

-nale betrelddngen-faculteit van deJohn Hopldns University. Beleidsmatig bleven ze

betrold<en, want hun sense of purpose bleef. Een aantal van hen wist zich te uiten via

het Congres. De jaren waarin Republikeins afgevaardigde Newt Gingrich op

Ca pi tol Hili de politieke toon zette, hadden iets neoconservatiefs, alhoewel ook hij

meer als behorend tot de Reagan-sehooi kon worden beschouwd. Bill Kristol richtte

ondertussen een typisch Amerikaans semi-intellectueel weekblad op, de Weekly

Standard. Meer nog dan een tijdschrift als Commentary is het inmiddels het huisblad

der neoconservatieven, vol met uitdagende artikelen en verdiepende boekbespre

-ldngen. Ze richtten een actie- en kenniscentrum op, de Project for the New American

Century, met als uitgangspunt dat Amerikaans leiderschap goed is voor Amerika en

de wereld. Ze schreven vele artikelen, open brieven en pamfletten en hielden alle

r-lei spreekbeurten, zoals Pim Fortuyn datjaren deed. Eind 1997 brachten ze bijvoor

-beeld een speciaal nummer uit van de Weekly Standard, onder de titel 'Saddam must

go'. Hun pijlen richtten zich toen al op Irak. Ze schreven artikelen waarin ze ervoor

pleiten de Arabische wereld niet langer te beschouwen als één groot benzinesta

-tion voor Amerika, maar er, met inzet van Amerikaanse wil en macht, politieke

transformatie en economische verandering te bewerkstelligen, te beginnen bij

Irak. En ze ontwild<elden concepten over preventief en pre-emptief optreden. waa

r-over we afgelopen tijd zo vaak hebben gehoord. •

CDV

I

HERFST 2003

Deattadcon

Am erica bracht bij

velen een omslag van een Kantiaans naareen

Hobbesiaans we-reldbeeld teweeg.

In 2000 stelden velen van hen zich op achter senator John McCain in de

Republikeinse voorverldezingen. In McCain herkenden ze het type politicus dat op

een aantal zaken progressiefkan zijn (door bijvoorbeeld wetgeving te initiëren ter

hervorming van het systeem van campagnefinanciering), maar ondertussen een harde lijn aanhoudt ten aanzien van buitenlands beleid (bijvoorbeeld ten aanzien

van Noord-Korea).

De schol{ van 11 september

Maar McCain's rivaal George W. Bush werd uiteindelijk president. Veel neoconser-vatieven kwamen onder Bush nog aardig aan de slag. Bush junior bleek soms meer à la Reagan dan à la z'n vader, was ideologischer ingesteld en bleek ten aanzien van

buitenlands beleid meer een onbeschreven blad. En toen werd het 11 september.

Het morele aspect, het belang van onderscheid tussen goed en kwaad, de behoefte

aan Amerikaanse hegemonie en doortastend optreden: het was in één ldap terug.

Daaruit volgde een radicale aanpak. Amerika kon zich niet terugtreld<en in isole-ment, zoals sommige rechtse conservatieven als Pat Buchanan altijd graag zagen. Reactiviteit kon geen optie meer zijn. Een zachtaardige, begripvolle benadering van de buitenlandse politiek was nu ook echt uit de tijd. Zaken van nationale

vei-ligheid werden met '11 september' zaken van persoonlijke veiligheid voor het

ge-voel van Amerikanen. De attack on America bracht bij velen een omslag van een

Kantiaans naar een Hobbesiaans wereldbeeld teweeg.'• Een radicale aanpak was no-dig, krachtig, met inzet van Amerika's macht. Ook in de Arabische wereld, waar

veel van de terroristen vandaan kwamen.

De neoconservatieven, Wolfowitz, Kristol en dergelijke, kregen de wind nu echt in de rug. Dit was waar ze altijd al voor hadden gepleit en Amerika stond er nu achter.

Zij bepaalden de agenda. Zij hadden het allang bedacht en opgeschreven. Zij

com-bineerden nu bestuurlijke ervaring en een uitgediepte denkrichting. Zij kregen

een deel van de buitenlandspolitieke advisering in hun greep. En sindsdien is het

snel gegaan. Afghanistan, vervolgens Irak, in wezen de grote reality check op het

groepsdenken der neoconservatieven. Het moest afgelopen zijn met de vorm van

diplomatie bedrijven die in Europa zo populair was geworden, waarin proces

cen-traal stond in plaats van resultaat, als een soort !:Art pour !'art die binnen Europa

misschien veel tot stand had gebracht, maar ten opzichte van de rest van de wereld

vooral de status quo bevestigde." De status quo van pappen en nathouden, die met

het drama van 11 september onverteerbaar was gebleken.

Naast zich vonden neoconservatieven nu in veel gevallen anderen die een harde aanpak voorstonden in het buitenlands beleid; allerhande haviken. Niet iedere

'ha-vik' of hardliner is echter een neoconservatief." Minister van Defensie Rumsfeld is

bijvoorbeeld zo'n havik, een gewezen bestuursvoorzitter uit het zakenleven die een

cov

I

HERFST 2003 129 . " 0

,.

..., c: -< z >

...

~ z

"'

0 n 0 z ~ "'

,.

< > ...,

(6)

De regio waar zij zich eerst en vooral

keiharde aanpak niet schuwt. Maar bij hem ontbreekt het idealisme, het utopisme dat het neoconservatieve denken zo kenmerkt. Rumsfeld wordt door commenta-toren meer gekenschetst als iemand van 'ingrijpen en wegwezen'. Wolfowitz daar-entegen stelt zich veel meer ten doel ta reshape the regian van de Arabische wereld,

al vergt het misschien langdurige Amerikaanse militaire aanwezigheid aldaar. Beide nemen overigens misschien minder (militaire) risico's dan we in Europa soms denken."

Verlangen naar Moral clarity

Tevens vinden neoconservatieven tegenwoordig vaak 'christelijk-rechtse'

Republikeinen aan hun zijde. Ook met hen kunnen zij echter niet gelijk worden ge-steld. Het uitgangspunt is een ander en het christelijk-rechtse conservatisme ten aanzien van zaken als abortus, individuele rechten, sociale zekerheid en dergelij-ke, zal door veel 'neocons' niet worden gedeeld. Beide groepen worden gekenmerkt

door een verlangen naar moral clarity in een gecompliceerde wereld. Maar voor de evangelicals komt dergelijke duidelijkheid voort uit de Bijbel, voor de

neoconserva-tieven uit redeneringen van een filosoof als Leo Strauss, die in de relativistische ja-ren '60 en '70 aan de universiteit van Chicago standvastig doceerde over de immuta· bility van morele en sociale waarden.14

Men kan een hele verhandeling schrijven over wie wel en niet, wat wel en niet tot het neoconservatisme behoort. Over hoe het komt dat de neoconservatieve agen-da ten aanzien van buitenlands beleid zoveel impuls en gezag heeft verworven, maar de meer compassionate, meer 'betrokken' binnenlandspolitieke agenda

meestal in Republikeinse verkiezingsretoriek is blijven steken.l' Hoe het komt dat veel neoconservatieven, evenals protagonisten van christelijk-rechts, zich hebben geallieerd met wat zij zien als het belang van Israël als bolwerk van Westerse be-schaving en democratie tegen politiek Islamisme en terrorisme.16 Of waar het ima-go vandaan komt dat de neoconservatieven worden geleid door intellectuele jo-den, terwijl het vaakjuist evengoed katholieken en andere christenen zijn die er de denkkoers bepalen.17

op richten, is de Maar in wezen gaat het hier allemaal niet om. Het gaat erom dat een serieus deel Arabische wereld. van de Amerikaanse buitenlandspolitieke agenda, mede door de omstandigheid Die heeft in hun van 11 september, wordt bepaald door adviseurs met een nogal gedurfde, radicale ogen de 'bocht van aanpak om de wereld voor eens en al tij d te veranderen. De regio waar zij zich de modernisering' eerst en vooral op richten, is de Arabische wereld. Die heeft in hun ogen de 'bocht en democratisering van de modernisering' en democratisering gemist. Het vroegere Amerikaanse be-gemist. leid van Carter tot Kissinger heeft die sclerose slechts laten voortbestaan wegens

gebrek aan verbeeldingskracht, oliebelang en Realpolitik.

Dat moet nu radicaal anders, aldus het neoconservatieve adagium. De regio moet

(7)

worden gemoderniseerd en Irak wordt door velen gezien als een hefboom daartoe

I:n d;larI11l'l' zijn we terug bij Pim Fortuyn. Want dil' hl'eft stukken geschreven over Islam en buitenlands beleid, waarin hij pleittl' voor, jawel, de modernisering van dl' Arabische wereld. Ik wereld van dl' Islam was volgens hem politiek 'achterlijk' gl'wordl'nl'n dat moest nu radicaal anders.'"

Misschien zijn er dus toch meer overeenkomsten dan verschillen.

lJrs. C./J Vl'idkunt)l is lid \'Ull lId CIM l'Tl \\'OfITWclltig ill dl' Verl'lIigdl' Stutell. Hij wus lid vun O.nt. dl' )lurti.1cotnntissil' /Jl/itl'lIlulld ('11 is ntedl'o)lriclItt'r vu 11 'CUI/CI/S Antaicu', el'n injiJnneci \"T/JuTld vu Tl CIJ;\-lcdell eTl -svnt)lutlIisUlltell iTl dl' VS.

Noten

I. Zie o.m.: IJl' V()lbknwt, 22 april, 30 april, 21 juni en 19juli 2003; NRC ffuTldels/Jlud, :l(4 n1l'i 200:!.

2. Zie '111" f:'coTl()ntis/, 12 april 200:!.

l. Voor l'en profiel van WolfèJwitz, zie '111" Nt'\\' York Tintl'S fl,!uguziTle, 22 september 2002.

4. Voor l'en uitgebreide uitleg, zie 'I11l' !'coTlontis/, 26 april 2003. S Zie I.e 1'111 Tl t , 2X m;lart 200:l.

(l. Zil':Justin V;llSSl', 'Les lll;OCOnSl'rvateurs aml;ricains et lï~urope', inl." MOTldt', 23 m;lart 2002.

7. Zie '111" /:'coTlotnist, 21juni 2003.

X. Voor ;lchtl'rgrond over Bill Kristol's activiteiten, zie Tilt' WuslIiTlgtoTll'ost, 18 m;l;lrl 2003. I lij is oVl'rigl'ns dl' zoon vaneen V,ll1 dl' intellectuele vaders der l1l'()-conSl'IVa t il'Vl'n, lIving Kristol.

(). Zie: Julil' Kostl'rlitz, 'Thl' Nl'()L'onsl'lvat ive Mon1l'nt', in: N(lti()rwl.!ol/nllli. 17 mei 200l, pp. I S40-1 S46.

10. ;\Idus StrollL' Talbott, president van dl' Ikmocratisch-georii,'nteerde denktank Ilrookin,gs Institutionl'n voormalig plaatsvelvangend minister van

Buitl'nl;ll1dsl' Zaken onder Clinton. Zie overigens: Bruno C:oppieters, '(;Iob,disl'ring en concurrentie: I.l'vi;lth;ll1 rl'visitl'd', in: Philippe Nal'rt en Bru no Coppil'll'l's I red.), (;lo/Julist'nTlg -lege Tl ,'11 Vlol'k, Ltnnoo, 2000, pp. 97-122. I I Tvpl'rl'nd voor dl' ni t ici van I:u ropa 's di ploma til'kL' st ij I i n dezen is DI' Vi ct or

1),IVis Ilanson, l'l'nlkmocr;l;lt dil' na '11 september' duidelijk lll'()-conselvatieve t rekken i, g;l;ll1 Vl'rtonl'n. Zie o.m. zijn: '(;oodbve to Furopl'Î', in: CflTllrlleTltury,

Irg. 1\4. nl'. 4 (oktober 20(2), pp, 42-47.

\2. Zie: Ivo Ila;ddl'l'l'n!;lml's l.inds;IY, 'It's lIawk vs. Hawk in tlw Bush /\dministr;ltion', in: Tilt' \\'uslIington I'()s/, 27 oktobl'l' 2002.

I Il\ 111 KI" 1 .'I)() \

131 o

"

'"

o

'"

(8)

I'

,

13. Zie o.m. een vraaggesprek met neo-conservatiefRobert Kagan in Enjeux-Les Eehos,

april 2003. Over de vraag hoeveel militaire risico's men neemt, kan een heel de-bat worden aangegaan.

14. Over Leo Strauss en de neo-conservatieven, zie: The New York Times, 4 mei 2003, The Weekly Standard, 2 juni 2003, The Economist, 21 juni 2003. Zie overigens:

Nasser Behnegar, Leo Strauss, Max Weber and the Seientifie Study of Polities,

University of Chicago Press, 2002.

15. Zie De Volkskrant van 22 april 2003, alsook het tijdschrift The New Republic.

16. Zie: Stefan van Wersch, 'Neoconservatieven, christen-zionisten, en de zin en on-zin van democratisering in het Midden-Oosten', in: Internationale Spectator, jrg.

57, nr. 5 (mei 2003), pp. 219-226.

17. Zie: Suzanne Fields, 'Expanding the base ofneocons', in: The Washington Times, 1

mei 2003.

18. Ook door President Bush: zie o.m. zijn lezing voor het American Enterprise Institute van 26 februari 2003 en zijn persconferentie van 30 juli 2003, op www.whitehouse.gov. Zie aldaar eveneens de toespraak door veiligheidsadvi-seur Dr Condoleezza Rice over met name de transformatie van het Midden-Oosten, op 7 augustus 2003. Zie verder:]oshua Micah Marshall, 'Neo Con: Chaos in the Middle East isn't the Bush-hawks' nightmare scenario - it's their plan' in: The Washington Monthly, jrg. 35, nr. 4 (april 2003), pp. 28-34.

19. Zie o.m.: Pim Fortuyn, Tegen de Islamisering van onze cultuur, Bruna, 1997 en 50 jaar Israe!. Hoe lang nog?, Bruna, 1998.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

22 aan dat een ieder als lid van de gemeenschap recht heeft op maatschap- pelijke zekerheid en er aanspraak op kan maken, dat door middel van nationale in- spanning

Voor het eerst sinds er een IJzeren Gordijn hangt tussen Oost en \Vest heeft de Interparlementaire Unie haar jaarlijl&lt;se congres belegd in de hoofdstad van

Het cultt,mrrelati- visme wordt door Fortuyn omschreven als de opvatting dat &#34;het niet meer nodig is om als volk iets te willen en iets te zijn, waarin we onze

Het is burgerlijk, ruikt naar spruitjes en voor homosexualiteit is eigenlijk geen plaats.’ 43 De breuk liet niet lang op zich wachten – volgens Fortuyn vooral vanwege zijn

Beter zou zijn: &#34;Europa, best duur - Europa, best groot - Europa, best bureaucratisch - Europa, best on- democratisch - Europa, best onveilig&#34;.. Weet u het nog, al die

Is in deze vergadering niet de helft van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden binnen vier weken

De oplossingen zullen dan ook gevonden moeten worden binnen deze activi- teiten en gedrag en dus niet alleen door de aanleg van infrastructuur (wegen, spoorwegen, vaarwegen) waar in

In addition, two proof-of-principle studies have recently shown that incorporation of either percent Gleason pattern 4 and 5 (“integrated quantitative” Gleason score; IQ-Gleason)