• No results found

Recreatiemonitoring SGP Schouwen; deel 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Recreatiemonitoring SGP Schouwen; deel 2"

Copied!
84
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Recreatiemonitoring SGP Schouwen.

(2) Opdrachtgevers: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; Gemeente Schouwen-Duiveland; RECRON; 2 Alterra-rapport 629 Provincie Zeeland; Dienst Landelijk Gebied; Rijkswaterstaat; Vereniging Natuurmonumenten; Staatsbosbeheer..

(3) Recreatiemonitoring SGP Schouwen Deel 2. E. Gerritsen P.A.M. Visschedijk. Alterra-rapport 629 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Wageningen, 2002.

(4) REFERAAT Auteurs Gerritsen, E., Visschedijk, P.A.M., 2002. Recreatiemonitoring SGP Schouwen; deel 2. Wageningen, Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte. Alterra-rapport 629. 84 blz.;.6. fig.; 55 tab.; 7 ref. Dit recreatieonderzoek is het vervolg op het basisonderzoek ‘Recreatiemonitoring SGP Schouwen, deel 1’ (Visschedijk & Bezemer, 1999). De doelstelling van het onderzoek is om tot 2008 met regelmatige intervallen van 2 jaar de gevolgen van de voorgestelde ontwikkelingen op het recreatief gebruik van Schouwen en de wensen en tevredenheid van de recreanten te volgen. Voor het verzamelen van gegevens voor het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de onderzoeksmethoden: enquêteren en tellen. Er zijn 993 enquetes afgenomen in 10 onderzoeksdagen verspreid over 2001-2002. De gegevens uit de enquêtes zijn geanalyseerd en worden in dit rapport gepresenteerd. Trefwoorden: recreatie, monitoring, enquête, beleving, waardering, Schouwen-Duiveland. ISSN 1566-7197. Dit rapport kunt u bestellen door € 19,- over te maken op banknummer 36 70 54 612 ten name van Alterra, Wageningen, onder vermelding van Alterra-rapport 629. Dit bedrag is inclusief BTW en verzendkosten.. © 2002 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Postbus 47, NL-6700 AA Wageningen. Tel.: (0317) 474700; fax: (0317) 419000; e-mail: postkamer@alterra.wag-ur.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. 4 Projectnummer 090-11460-01. Alterra-rapport 629 [Alterra-rapport 629/EvL/11-2002].

(5) Inhoud 1. Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Methodologie 1.4 Leeswijzer. 7 7 8 8 9. 2. Opzet monitoringssysteem Schouwen 2.1 Toepassing methodologie 2.2 Opzet en tijdsplanning. 11 11 12. 3. Opzet herhalingsonderzoek 2001 - 2002 3.1 Operationaliseren doelstellingen 3.2 Locatiekeuze 3.3 Aantallen en typen respondenten 3.4 Veldwerkomstandigheden. 13 13 13 14 14. 4. Mondelinge enquête 4.1 Inleiding 4.2 Herkomst 4.3 Overnachtingplaats 4.4 Perioden van bezoek 4.5 Bezoekhistorie 4.6 Verblijfsduur op de onderzoeksdag 4.7 Vervoerswijze 4.8 Activiteiten op de onderzoeksdag 4.9 Gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag 4.10 Kwaliteitsscores 4.11 Bezoekmotief 4.12 Bestedingen. 15 15 15 15 17 17 18 18 20 22 23 25 25. 5. Schriftelijke enquête 5.1 Inleiding 5.2 Verblijfsduur op Schouwen 5.3 Vakantietype 5.4 Voorkeursperiode voor recreëren op Schouwen 5.5 Bekendheid met Schouwen 5.6 Deelname aan activiteiten op Schouwen in het algemeen 5.7 Bekendheid en bezoek bos- en natuurgebieden 5.8 Bekendheid en bezoek attracties en bezienswaardigheden 5.9 Aanwezigheid recreatievoorzieningen 5.10 Kwaliteitsscores omgeving 5.11 Toekomstige ontwikkelingen 5.12 Hernieuwd bezoek aan Schouwen 5.13 Algemene kenmerken van de respondenten. 29 29 29 30 30 30 31 32 33 33 35 36 37 38. 6. Vergelijking 1998 – 1999 met 2001 – 2002 6.1 Inleiding. 41 41.

(6) 7. 6.2 Mondelinge enquête 6.3 Schriftelijke enquête. 41 48. Conclusies. 55. Literatuur. Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7 8. 6. Belangrijkste reden voor een bezoek aan Schouwen Voorzieningen die gemist worden Tabellen 1998 - 1999 Tel- en enquêtepunten Mondelinge enquête Schriftelijke enquête Telformulier Afgeronde projecten. 59. 61 63 65 71 73 75 81 83. Alterra-rapport 629.

(7) 1. Inleiding. 1.1. Aanleiding. Zeeland in het algemeen en Schouwen in het bijzonder vormen een belangrijk onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, terwijl het gebied ook uitermate belangrijk is voor de toeristisch-recreatieve sector. De relatief vroege recreatieve ontwikkeling van het gebied en de hiermee gepaard gaande verouderde afstemming met natuur en landschap behoeft herstructurering. Ook de kwaliteit van het recreatief product staat onder druk. Dit geldt zowel voor de recreatieve bedrijven (omvang, inrichting en voorzieningenniveau) als voor de omgeving (infrastructuur, verkeersafwikkeling en inrichting). Ter verbetering van de huidige situatie zijn er twee landinrichtingsprojecten in voorbereiding (Schouwen-Oost en Schouwen-West). Geheel Schouwen is aangewezen als Strategisch Groenproject (Ontwerp Streekplan Zeeland 1997). Strategische Groenprojecten zijn gericht op een omvangrijke functiewijziging en een ingrijpende wijziging van de ruimtelijke structuur en zijn van strategisch belang voor het landelijk gebied. Gezien de aard en omvang rekent het rijk de projecten tot zijn verantwoordelijkheid (Structuurschema Groene Ruimte 1992). Het onderzoeksgebied is op de onderstaande kaart aangegeven.. 5! Renesse Brouwershaven. 4! Burgh-Haamstede. 1!. 3! 2!. Westenschouwen. E. Zierikzee. Meters 0. 500 1000 1500 2000. Kaart 1. Onderzoeksgebied met tel- en enquêtepunten.. Alterra-rapport 629. 7.

(8) In het Gebiedsperspectief voor het Strategisch Groenproject Schouwen (1997) is een aantal beleidsdoelstellingen geformuleerd: • • • • • •. Aandacht voor mobiliteit: terugdringen automobiliteit, bereikbaarheid; Aandacht voor bos en natuur: natuurinvalshoek, landschappelijke invalshoek, belevingswaarde, druktebeleving, kwaliteit; Kwaliteitsverhoging verblijfsrecreatie; Verbreding van seizoen en product; Verbreding van zon-, zee- en strandformule.. Om deze beleidsdoelstellingen te bereiken, is een aantal ontwikkelingen in gang gezet. Voorbeelden hiervan zijn: ontwikkeling van bos- en natuur, het veranderen van verkeersstromen en sanering van recreatiebedrijven uit de natuur (vroongronden en duinen). De vraag of deze veranderingen in het gebied aansluiten op de wensen van toeristen en recreanten (ook bewoners!), heeft tot dusverre weinig aandacht gehad. Aangezien deze veranderingen geleidelijk zullen worden ingevoerd en vooral ook op termijn hun uitwerking zullen hebben, is het van belang het gebruik van het gebied en de wensen en tevredenheid van de recreanten gedurende een langere tijd te volgen. Hiervoor is in 1997 aan het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBNDLO) - nu Alterra - gevraagd een monitoringsysteem te ontwerpen, waarin de volgende thema’s aan de orde komen: • • • • • •. 1.2. Doeltype-omschrijving van de recreanten; Gebruik van het toeristisch-recreatieve product Schouwen; Mate van tevredenheid van de recreanten; Beleving van de omgeving door recreanten; Gebruik van informatie door de recreanten; Houding van recreanten ten aanzien van ontwikkelingen.. Doelstelling. De doelstelling van het onderzoek is om tot 2008 met regelmatige intervallen van 2 jaar de gevolgen van de voorgestelde ontwikkelingen, in het kader van het SGP Schouwen, op het recreatief gebruik van Schouwen en de wensen en tevredenheid van de recreanten te volgen.. 1.3. Methodologie. Voor het verzamelen van gegevens voor dit herhalingsonderzoek wordt gebruik gemaakt van de voor dit doel gebruikelijke onderzoeksmethoden: enquêteren en tellen. De specifieke toepassing wordt in het volgende hoofdstuk beschreven. De voorgestelde methode is in essentie gelijk aan een methode toegepast in monitoringonderzoek voor het gebruik van terreinen van Staatsbosbeheer. 8. Alterra-rapport 629.

(9) (Visschedijk 1997) en is in 1997 in Schouwen getoetst (Visschedijk en Segeren, 1998). Deze methode is toegepast bij het basisonderzoek ‘Recreatiemonitoring SGP Schouwen, deel 1’ (Visschedijk en Bezemer, 1999).. 1.4. Leeswijzer. Hoofdstuk een en twee bespreken de aanleiding, het doel en de werkwijze van het herhalingsonderzoek. Deze zaken zijn niet veranderd ten opzichte van het basisonderzoek (Visschedijk en Bezemer, 1999) dat is uitgevoerd in ‘98-‘99. Hoofdstuk 3 geeft de opzet van het herhalingsonderzoek aan. De resultaten worden in hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 besproken. Hoofdstuk 6 vergelijkt de resultaten van het basisonderzoek uit ‘98-’99 met de resultaten van het herhalingsonderzoek ‘01-’02. Hieruit zijn conclusies getrokken die tot slot in hoofdstuk 7 zijn beschreven.. Alterra-rapport 629. 9.

(10) 10. Alterra-rapport 629.

(11) 2. Opzet monitoringssysteem Schouwen. 2.1. Toepassing methodologie. Uitgangspunt voor het monitoringsysteem is het, op basis van een steekproef, volgen van de toeristisch recreatieve ontwikkelingen op Schouwen gedurende het gehele recreatieseizoen. Hiertoe zullen recreanten (zowel verblijfs- en dagrecreanten als bewoners) op diverse onderzoeksposten in het gebied worden geteld en zullen aan hen verschillende vragen worden voorgelegd. Om tot een afgewogen steekproef te komen moeten de onderzoeksposten goed verspreid over het onderzoeksgebied worden vastgesteld. Hierbij moet naast de geografische spreiding ook rekening gehouden worden met de diverse landschapstypen, maar ook met de mogelijkheid om bezoekers staande te houden en medewerking aan het onderzoek te vragen. Door middel van een monitoringsonderzoek kan gedurende een langere tijd met relatief beperkte middelen voortdurend inzicht worden verkregen in gebruik, waardering en beleving van het onderzoeksgebied door de gebruikers. Trends worden op deze wijze zichtbaar en het onderzoeksmateriaal biedt de mogelijkheid om snel en adequaat in te gaan op wensen van de recreanten en om resultaten van beleid en beheer continu te meten. Er is in dit onderzoek gekozen voor de volgende wijze van gegevensverzameling:. Tellingen. De tellingen hadden tot doel na te gaan of de geënquêteerde bezoekers een juiste afspiegeling vormen van het totale bezoek (representativiteit). Uit de tel gegevens kunnen de fracties vervoermiddel en de groepsgrootte verdeling worden afgeleid, dit wordt vervolgens vergeleken met de vraag naar vervoerswijze in de enquête. Tevens kan de steekproeffractie bepaald worden door de totale hoeveelheid groepen te vergelijken met het aantal respondenten. Ook kan er een oordeel gevormd worden over de drukteverhouding tussen de diverse punten.. Mondelinge enquête. Op dezelfde punten waar geteld is, is aan passerende bezoekers gevraagd mee te werken aan het onderzoek. Ter plekke is aan de respondenten een vragenlijst voorgelegd die circa 10 minuten in beslag nam. Deze mondelinge enquête werd afgenomen volgens het ’next to pass-principe’. Dit betekent dat zodra een vragenlijst is afgerond, de volgende passant gevraagd wordt om mee te werken aan het onderzoek. De mondelinge enquête is vooral gericht op het gebruik van het gebied op de onderzoeksdag en op een aantal kwaliteitsitems ten aanzien van de recreatiemogelijkheden.. Schriftelijke enquête. Aan het eind van de mondelinge enquête is aan de respondenten gevraagd mee te werken aan de schriftelijke enquête. Deze kon thuis worden ingevuld en met een. Alterra-rapport 629. 11.

(12) portvrije retourenvelop worden teruggestuurd. In de schriftelijke vragenlijst kwamen voornamelijk algemene zaken ten aanzien van Schouwen aan de orde, alsmede een aantal ontwikkelingen in het kader van het SGP-Schouwen. Ook zijn vragen gesteld over een aantal kwaliteitsitems ten aanzien van de recreatieve omgeving. Er is gekozen voor de combinatie van de mondelinge én schriftelijke enquête vanwege het brede scala aan onderwerpen. Alleen een mondelinge enquête zou dan te lang duren. Gelet op het grote aantal Duitstalige bezoekers zijn de vragenlijsten ook in het Duits beschikbaar gesteld.. 2.2. Opzet en tijdsplanning. Het monitoringsysteem bestaat uit een basisonderzoek, waarbij gedurende 1 jaar op uitgebreide schaal gegevens worden verzameld, en een herhalingsonderzoek waarmee vervolgens, in de jaren daaropvolgend, op basis van een verkleinde steekproef gegevens worden verkregen. Er is gezien de geplande werkzaamheden gekozen voor een totale monitorperiode van 10 jaar. Het tijdschema voor het onderzoek ziet er schematisch als volgt uit:. Basisonderzoek Herhalingsonderzoek. Onderzoeksjaar 1998 1999 2000 *. 2001 *. 2002. 2003 *. 2004. 2005 *. 2006. 2007 *. Het basisonderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden, zie het IBN-rapport 456 (Visschedijk en Bezemer, 1999). Dit Alterra-rapport geeft de resultaten weer van het eerste herhalingsonderzoek 2001-2002.. Herhalingsonderzoek. Het herhalingsonderzoek is in feite een beperkte vorm van het basisonderzoek. De methode blijft gelijk, alleen het aantal onderzoeksposten is minder. In de meeste onderzoekssituaties zal bij een herhalingsonderzoek sprake zijn van een beperkt aantal aselect gekozen onderzoekspunten. Aangezien in Schouwen diverse landschapstypen deel uit maken van het onderzoeksgebied, moeten deze typen ook in het herhalingsonderzoek voorkomen. Er is daarom gekozen voor een opzet waarbij in de jaren van herhalingsonderzoek een vijftal vaste posten wordt opgenomen. Door middel van extrapolatie zullen de gegevens van de jaren met beperkter (herhalings-) onderzoek naar het niveau van het volledige (basis-) onderzoek worden gebracht. De posten in het herhalingsonderzoek zouden, gelet op de positieve ervaring, dezelfde posten als in het proefonderzoek kunnen zijn. De resultaten van de nulmeting bevestigen dit vermoeden.. 12. Alterra-rapport 629.

(13) 3. Opzet herhalingsonderzoek 2001 - 2002. 3.1. Operationaliseren doelstellingen. De doelstellingen van het onderzoek zijn als volgt geoperationaliseerd: • • •. • •. 3.2. Onder doeltype-omschrijving van de recreanten vallen elementen zoals persoonskenmerken, activiteitenpatroon, herkomst, recreanttype (dagrecreant/verblijfsrecreant), verblijfstype, groepssamenstelling en –grootte. Het gebruik van het toeristisch-recreatieve product Schouwen wordt onder meer bepaald door de activiteiten, het voorzieningengebruik, de verblijfsduur, het vervoermiddelgebruik, de bezoekperiode en –frequentie en bezoekmotieven. De mate van tevredenheid met het product is een combinatie van de tevredenheid ten aanzien van recreatievoorzieningen en beleving van de omgeving. Dit wordt aan de hand van stellingen en meningen ten aanzien van Schouwen en recreatie en beleving in het algemeen gemeten. Het gebruik van informatie is een combinatie van de bekendheid, het feitelijke gebruik en de kennisbron. De houding ten aanzien van de ontwikkelingen in het kader van het Strategisch Groenproject is een combinatie van de houdingen ten aanzien van een aantal voorgestelde maatregelen.. Locatiekeuze. De gegevens (zowel de tel- als enquêtegegevens) voor het onderzoek zijn verzameld op 5 punten in het onderzoeksgebied: 1 2 3 4 5. De parkeerplaats bij de Plompetoren De strandslag bij de rotonde in Westerschouwen De parkeerplaats bij de boswachterij in Westerschouwen De parkeerplaats aan de Vroonweg De strandslag bij restaurant Zeerust in Renesse. De locaties zijn zo gekozen dat er verschillende bezoekersgroepen binnen de steekproef vallen en dat de onderscheiden landschapstypen (strand, duin, polder, vroongronden) eveneens allen in het onderzoek voorkomen. Strand: punt twee en vijf. Duin: punt drie. Polder: punt één. Vroongronden: punt 4. (zie kaart hoofdstuk 1).. Alterra-rapport 629. 13.

(14) 3.3. Aantallen en typen respondenten. In de onderstaande tabel staan de aantallen afgenomen enquêtes verdeeld. Tabel 1. Verdeling enquêtes over de onderzoeksdagen in Schouwen in procenten, N=993. Onderzoeksdag Zondag 16 september 2001 Zondag 14 oktober 2001 Woensdag 17 oktober 2001 Woensdag 15 mei 2002 Zondag 26 mei 2002 Zondag 16 juni 2002 Zaterdag 20 juli 2002 Zondag 21 juli 2002 Zondag 25 augustus 2002 Zaterdag 14 september 2002 Totaal. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 40 60 57 43 52 48 21 79 58 42 28 72 35 65 34 66 26 74 24 76 37 63. Totaal % 7 8 10 9 9 9 10 9 14 15 100. N 68 79 98 94 89 86 101 90 141 147 993. In de mondelinge enquête is gevraagd of men vanuit de woonplaats naar Schouwen is gekomen. De respondenten die op de dag van het onderzoek vanuit hun woonplaats zijn vertrokken, behoren tot de dagrecreanten. De respondenten die niet vanuit hun woonplaats zijn vertrokken op de dag van het onderzoek en op Schouwen overnachten, behoren tot de verblijfsrecreanten. De resultaten zijn eveneens onderverdeeld in dit onderscheid in dagrecreanten en verblijfsrecreanten en in een aantal tabellen ook naar seizoen. Op basis van de tellingen is nagegaan of bepaalde groepen over- dan wel ondervertegenwoordigd waren zodat herweging van de gegevens nodig zou zijn. Dit bleek niet het geval waardoor herweging achterwege kon blijven.. 3.4. Veldwerkomstandigheden. Op alle onderzoeksdagen was het goed weer. Aanvankelijk waren er twee dagen in augustus 2002 gepland. Op één van deze twee dagen waren de weersomstandigheden dusdanig slecht dat is besloten deze af te gelasten en te vervangen door 1 dag in september 2002. Deze verandering in het tijdschema heeft geen invloed gehad op de betrouwbaarheid van de resultaten.. 14. Alterra-rapport 629.

(15) 4. Mondelinge enquête. 4.1. Inleiding. De mondelinge enquête is met name gericht op het gebruik van het gebied op de onderzoeksdag en de kwaliteit van het gebied ten aanzien van recreatiemogelijkheden. In het beschrijven van de resultaten is een onderscheid gemaakt naar dagrecreanten en verblijfsrecreanten. In totaal zijn er 993 mondelinge enquêtes afgenomen. Elke afgenomen enquête representeert echter in veel gevallen meer dan 1 persoon. Daarom is in de enquête ook gevraagd naar de groepsgrootte. De gemiddelde groepsgrootte was 2,68.. 4.2. Herkomst. De respondenten kunnen in twee groepen verdeeld worden, namelijk dagrecreanten en verblijfsrecreanten. Daarbij zijn de dagrecreanten die respondenten die vanuit hun woonplaats naar Schouwen zijn gekomen op de dag van het onderzoek. Meer dan 1/3 van de respondenten is dagrecreant. Bijna 2/3 van de respondenten is verblijfsrecreant. 17,6% van de respondenten komt uit Duitsland. Op de kaartjes op bladzijde 16 is te zien in welk postcodegebied in Nederland de respondenten wonen.. 4.3. Overnachtingplaats. Aan de respondenten die niet vanuit hun eigen huis naar Schouwen zijn gegaan, de verblijfsrecreanten, is gevraagd in welk type accommodatie zij hebben overnacht. In de onderstaande tabel staan hiervan de resultaten. Tabel 2. Overnachtingplaats verblijfsrecreanten in procenten, N=636. Overnachtingplaats Vakantiewoning, gehuurd Camping, vaste standplaats Camping, toeristische plaats Vakantiewoning, eigendom Hotel of pension Familie of kennissen Kampeerboerderij Jeugdherberg Overig. % 29 23 17 12 10 3 3 0 3. De drie meest gebruikte overnachtingplaatsen zijn een gehuurde vakantiewoning, een vaste plaats op een camping en een toeristische plaats op een camping.. Alterra-rapport 629. 15.

(16) 1-2 groepen 3-6 groepen 7-25 groepem meer dan 25 groepen. Kaart 2. Woonplaats dagrecreanten. 1 groep 2 groepen 3 groepen meer dan 3 groepen. Kaart 3. Woonplaats verblijfsrecreanten. 16. Alterra-rapport 629.

(17) 4.4. Perioden van bezoek. Op de vraag naar de perioden dat men Schouwen bezoekt, konden de respondenten óf het gehele jaar óf 1 of meer perioden invullen. Tabel 3. Periode dat bezoekers naar Schouwen komen in procenten, N=741. Periode Gehele jaar Maart – April. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 63 28. Totaal 38. 9. 15. 13. Mei – Juni. 16. 38. 32. Juli – Augustus. 21. 42. 36. September – Oktober. 17. 32. 28. November – Februari. 3. 2. 2. Het merendeel van de respondenten komt het gehele jaar en in juli-augustus naar Schouwen. Het voor- en naseizoen zijn ook populair. De verblijfsrecreanten zijn voornamelijk in de maanden mei tot en met augustus op Schouwen-Duiveland, ook het naseizoen scoort hoog. De dagrecreanten komen voornamelijk het hele jaar door.. 4.5. Bezoekhistorie. In de tabel is aangegeven hoe lang de respondenten Schouwen al bezoeken. Tabel 4. Aantal jaren dat respondenten Schouwen al bezoeken in procenten, N=987 Bezoekhistorie Op onderzoeksdag voor het eerst Het eerste jaar 1 tot 2 jaar 3 tot 5 jaar Langer dan 5 jaar Woonachtig op Schouwen. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 8 15 1 9 5 9 7 13 46 53 33 0. Totaal 13 6 8 11 50 12. De helft van de respondenten komen al meer dan 5 jaar op Schouwen. Dit geldt voor zowel dag- als verblijfsrecreanten. De bezoekers zijn dus merendeels vaste gasten.. Alterra-rapport 629. 17.

(18) Aantal bezoeken in de afgelopen 12 maanden Tabel 5. Aantal bezoeken gedurende de afgelopen 12 maanden in procenten, N=672. Aantal bezoeken 1 2 tot 5 5 tot 10 10 tot 50 50 tot 100 Meer dan 100. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 14 35 38 35 22 10 15 19 1 2 10 0. Totaal 29 36 13 18 2 3. De meeste respondenten, namelijk 65%, hebben Schouwen de afgelopen 12 maanden 1 tot 5 keer bezocht.. 4.6. Verblijfsduur op de onderzoeksdag. Zowel voor de huidige voorzieningen als voor toekomstige ontwikkelingen is het van belang om te weten hoeveel tijd de respondenten op de dag van het onderzoek op Schouwen hebben doorgebracht. Tabel 6. Verblijfsduur op onderzoeksdag in procenten, N=928. Verblijfsduur Minder dan 15 minuten 15 tot 30 minuten 30 minuten – 1 uur 1 tot 2 uur 2 tot 4 uur Langer dan 4 uur. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 1 1 8 4 11 12 16 20 29 31 36 33. Totaal 1 5 11 19 30 34. Uit de tabel blijkt dat de meeste respondenten langer dan twee uur of langer dan een halve dag op Schouwen blijven. Redenen hiervoor kunnen zijn de grote afwisseling op Schouwen en het grote aanbod aan recreatiemogelijkheden, er komen veel verblijfsrecreanten en veel van de ondernomen activiteiten zijn plaatsgebonden.. 4.7. Vervoerswijze. Bij de vraag naar de gebruikte vervoermiddelen konden de respondenten meerdere vervoermiddelen aangeven. In de enquête is gevraagd naar alle op de onderzoeksdag gebruikte vervoermiddelen.. 18. Alterra-rapport 629.

(19) Tabel 7. Gebruikte vervoermiddelen op Schouwen in procenten, N=989 Gebruikte vervoermiddelen Auto Te voet Toerfiets ATB/Mountainbike Openbaar vervoer Racefiets Paard Motor Transferiumvervoer Brom-/snorfiets Anders. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 74 48 53 49 17 44 2 2 1 1 0 1 3 1 2 1 1 1 0 0 2 1. Totaal 57 50 35 2 1 1 2 1 1 0 1. De auto, de ‘benenwagen’ en de toerfiets scoren hoog. Bij zowel de dagrecreanten als de verblijfsrecreanten is de auto het meest gebruikte vervoermiddel. Dit geldt echter meer voor de dagrecreanten dan voor de verblijfsrecreanten. De toerfiets wordt daarentegen weer meer door de verblijfsrecreanten dan door de dagrecreanten gebruikt.. Meest gebruikte vervoermiddel. Naast de vraag naar alle gebruikte vervoermiddelen is ook gevraagd naar het meest gebruikte vervoermiddel op de dag van de enquête. Voor de respondenten die maar 1 vervoermiddel hebben gebruikt, geldt dat dit het meest gebruikte vervoermiddel is. Tabel 8. Meest gebruikte vervoermiddel op Schouwen in procenten, N=989 Meest gebruikte vervoermiddel Te voet Auto toerfiets ATB/Mountainbike Racefiets Motor Openbaar vervoer Transferiumvervoer Brom-/snorfiets Paard Anders. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 36 38 42 24 15 34 1 2 0 1 1 1 1 0 1 1 0 0 2 0 1 1. Totaal 38 31 27 2 0 1 0 1 0 1 1. Te zien is dat dit andere percentages oplevert dan de vraag naar alle gebruikte vervoermiddelen. De recreanten doen het meeste te voet, gevolgd door de auto en de tourfiets.. Alterra-rapport 629. 19.

(20) Bij de dagrecreanten blijft de auto het belangrijkste vervoermiddel, al is het percentage een stuk kleiner dan in tabel 7. De verblijfsrecreanten doen het meeste te voet.. 4.8. Activiteiten op de onderzoeksdag. Bij de vraag naar de verrichte activiteiten op de onderzoeksdag kon men meerdere antwoorden geven. In tabel 9 worden de verschillen in activiteiten tussen dagrecreanten en verblijfsrecreanten bekeken, in tabel 10 worden de activiteiten gecombineerd met het seizoen (de onderzoeksdagen zijn daartoe gerelateerd aan voorseizoen, hoogseizoen of naseizoen). Tabel 9. Verrichtte activiteiten op de onderzoeksdag op Schouwen in procenten, N=987. Verrichtte activiteiten Wandelen Fietsen Op terras zitten Luieren Zonnen Hond uitlaten Zwemmen Dorps- / stadsbezoek Toeren met auto Planten en dieren kijken (algemeen) Vogels kijken Uitgaan Recreatief winkelen Picknick / barbecue Trimmen / joggen Natuurexcursie Paardrijden Vissen Kleine watersport (surfen, duiken, kanoën) Grote watersport (zeilen, motorboot varen) Anders. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 70 64 21 49 39 34 15 30 9 20 18 12 6 15 9 14 14 10 7 8 4 6 4 7 2 7 4 4 3 3 3 3 3 2 1 1 1 2 0 2 9 7. Totaal 66 39 36 24 16 14 12 12 11 8 6 6 5 4 3 3 2 1 1 1 8. De twee meest verrichtte activiteiten zijn wandelen en fietsen, maar ook de plaatsgebonden activiteiten luieren, zonnen en op terras zitten worden door een groot deel van de respondenten ondernomen. Bij zowel dagrecreanten als verblijfsrecreanten is het wandelen de meest verrichte activiteit. Een verschil tussen beide groepen is dat bij verblijfsrecreanten fietsen op de tweede plaats staat, terwijl deze activiteit bij de dagrecreanten op de derde plaats staat. Ook in percentage is er een duidelijk verschil tussen beide; 49% bij de verblijfsrecreanten en 21% bij de dagrecreanten.. 20. Alterra-rapport 629.

(21) Tabel 10. Verrichtte activiteiten op de onderzoeksdag op Schouwen, naar seizoen in procenten, N=987. Voorseizoen Verrichtte activiteiten Wandelen 76 Fietsen 36 Op terras zitten 34 Luieren 19 Zonnen 9 Hond uitlaten 11 Zwemmen 5 Dorps- / stadsbezoek 11 Toeren met auto 13 Planten en dieren kijken (algemeen) 7 Vogels kijken 6 Uitgaan 2 Recreatief winkelen 7 Picknick / barbecue 3 Trimmen / joggen 3 Natuurexcursie 3 Paardrijden 2 Vissen 1 Kleine watersport (surfen, duiken, kanoën) 0 Grote watersport (zeilen, motorboot varen) 0 Anders 12. Bezoekseizoen Hoogseizoen 55 46 39 36 34 13 25 9 11 6 6 8 3 5 3 2 2 2 1 1 8. Naseizoen 69 35 34 19 6 16 6 15 10 10 5 6 6 3 3 4 3 1 3 2 5. Totaal 66 39 36 24 16 14 12 12 11 8 6 6 5 4 3 3 2 1 1 1 8. Wandelen wordt duidelijk in alle seizoenen gedaan, maar vooral in het voor- en naseizoen. Fietsen en op het terras zitten zijn redelijk gelijkmatig over alle seizoenen verdeeld. Zwemmen, luieren en zonnen zijn activiteiten die voornamelijk in het hoogseizoen worden verricht.. Alterra-rapport 629. 21.

(22) 4.9. Gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag. Ook bij de gebruikte voorzieningen wordt eerst gekeken naar de twee typen recreanten en vervolgens naar de seizoenen waarin het onderzoek is verricht. Tabel 11. Gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag op Schouwen in procenten, N=927. Gebruikte voorzieningen Strand Horeca Parkeergelegenheid Bewegwijzerde wandelroute Bewegwijzerde fietsroute Musea / bezienswaardigheden / attracties Infopaneel Fietsenstalling Bewegwijzerde autoroute VVV kantoor Fiets- / voetveer Transferium Vogelobservatiehut Info- / bezoekerscentrum Ruiterroute Bezoek aan agrarisch bedrijf (‘Kijkje op ‘t Erf’) Fietskluis Anders. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 51 67 55 51 42 24 24 24 12 26 7 11 4 5 3 5 3 4 2 4 4 3 3 2 2 2 1 3 3 1 0 1 0 1 3 4. Totaal 61 52 30 24 21 10 5 4 4 3 3 2 2 2 2 1 1 4. Voor meer dan de helft van de respondenten zijn strand en horeca de meest gebruikte voorzieningen. Daarna volgen de voorzieningen parkeergelegenheid (30%) en bewegwijzerde wandel- (24%) en fietsroutes (21%). Ook voor beide groepen gelden strand en horeca als meest genoemde voorziening. Echter bij de dagrecreanten is het verschil tussen beide kleiner dan bij de verblijfsrecreanten. Een derde veel gebruikte voorziening is parkeergelegenheid, hoewel deze qua percentage een stuk kleiner is dan horeca en strand. De parkeergelegenheden worden door een groter percentage dagrecreanten dan verblijfsrecreanten gebruikt.. 22. Alterra-rapport 629.

(23) Tabel 12. Gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag op Schouwen, naar seizoen in procenten, N=927. Gebruikte voorzieningen Strand Horeca Parkeergelegenheid Bewegwijzerde wandelroute Bewegwijzerde fietsroute Musea / bezienswaardigheden / attracties Infopaneel Fietsenstalling Bewegwijzerde autoroute VVV kantoor Fiets- / voetveer Transferium Vogelobservatiehut Info- / bezoekerscentrum Ruiterroute Bezoek aan agrarisch bedrijf Fietskluis Anders. Voorseizoen 60 48 25 30 20 8 2 2 4 2 3 2 2 2 1 0 0 6. Bezoekseizoen Hoogseizoen 70 54 27 18 25 8 6 6 4 5 1 2 1 2 2 1 1 3. Naseizoen 55 54 36 26 20 12 6 4 4 2 5 2 2 3 2 1 1 3. Totaal 61 52 30 24 21 10 5 4 4 3 3 2 2 2 2 1 1 4. Het strand is duidelijk de meest gebruikte voorziening in alle seizoenen. Ook de horeca wordt door de helft van de respondenten in alle seizoenen gebruikt. Er bestaat een klein verschil in het gebruik van de parkeergelegenheden verdeeld over de seizoenen; in het naseizoen wordt er meer gebruik van gemaakt dan in het vooren hoogseizoen.. Voorzieningen die gemist worden. In een open vraag is gevraagd naar de voorzieningen die de respondenten misten op Schouwen. Hierop is dermate weinig respons op gekomen dat de resultaten niet vermeld worden in een tabel, de percentages waren hiervoor te laag. Wel is in de bijlage een lijst opgenomen met de reacties van de respondenten.. 4.10. Kwaliteitsscores. In twee vragen van de mondelinge enquête zijn 10 verschillende items, in de vorm van 10 stellingen, aan de respondenten voorgelegd. Als eerste is gevraagd aan te geven welk belang men hecht aan elk item met betrekking tot recreatie in het algemeen. Daarna is gevraagd naar een mening over elk item in relatie tot Schouwen. Als beide elementen aan elkaar worden gekoppeld, kan de waarde van de meningen bepaald worden. Uitgangspunt daarbij is dat een mening zwaarder weegt naarmate er meer belang aan het item wordt gehecht. Elk item krijgt een kwaliteitsscore volgens onderstaande matrix.. Alterra-rapport 629. 23.

(24) Tabel 13. Matrix voor de berekening van de kwaliteitsscore BELANG. OORDEEL. Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief. Zeer onbelangrijk -1 0 0 0 1. Onbelangrijk. Neutraal. Belangrijk. -2 -1 0 1 2. -4 -2 0 2 4. -6 -3 0 3 6. Zeer belangrijk -8 -4 0 4 8. Een voldoende score is in principe een gemiddelde van 0 of hoger, wenselijk is echter een kwaliteitsscore van gemiddeld minimaal 1. In dat geval is het gemiddelde oordeel over een item in ieder geval positief geweest. Kwaliteitscores dagrecreanten verblijfsrecreanten Norm 6 5 4. Score. 3 2 1 0 -1. ov er a. lk. so om m en st an au di to gh ed op en en ba ie ts ar do ve en rv oe rm bt re cr ea tie vo ld oe nd e ru im te ve ilig he id sg ev oe l. op er. n. sc ho on /p r. al le. w. ee r. ve rm. aa k. vo or ki nd er e. en ke er so ve rla st ve r. Sc ho uw. ge en. ov er al ko m en. ov er a. lk om en. na tu ur. -2. Item. Figuur 1. Kwaliteitsscores onderscheiden naar dag- en verblijfsrecreanten. De meeste items scoren positief en het merendeel ook boven 1. De verblijfs- en dagrecreanten zijn beide ontevreden over de toegankelijkheid van de natuur. Een tweede item waar de dagrecreanten ontevreden over zijn is de verkeersoverlast. De verblijfsrecreanten ondervinden geen last van het verkeer. De score ligt net boven de 1. De verblijfs- en dagrecreanten zijn beide zeer tevreden over het vermaak voor kinderen op Schouwen, het openbaarvervoer met betrekking tot recreatie en men vindt dat er voldoende ruimte is. Deze drie items scoren allemaal rond de 4.. 24. Alterra-rapport 629.

(25) 4.11. Bezoekmotief. De vraag naar de belangrijkste reden voor een bezoek aan Schouwen was een open vraag en de respondenten konden daar dus zelf iets invullen. De volledige lijst met antwoorden is in de bijlage opgenomen. In onderstaande tabel staan de redenen die door minstens 2% van de dagrecreanten of verblijfsrecreanten is genoemd. Tabel 14. Belangrijkste redenen om Schouwen te bezoeken in procenten, N=811. Belangrijkste reden van bezoek Combinatie strand, bos, zee Rust, ontspanning Natuur Ruimte Sport Wonen Op bezoek bij familie/kennissen Fietsen, Wandelen Schone zeelucht Andere redenen. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 25 31 20 27 20 18 5 6 3 3 4 3 2 2 2 7 2 2 13 5. Totaal 29 24 19 6 3 3 2 2 2 2 6. Zowel de dagrecreanten als de verblijfsrecreanten hebben grotendeels dezelfde motieven voor een bezoek aan Schouwen: een combinatie van strand, bos en zee rust en ontspanning – of natuur. Hierbij moet worden vermeld dat in de enquêtes geregeld combinaties van deze drie categorieën voor kwamen. Deze zijn hier niet uitgesplitst maar ondergebracht onder de genoemde drie categorieën.. 4.12. Bestedingen. Aan de respondenten is gevraagd hoeveel ze aan een aantal kostenposten hebben besteed op de dag van het onderzoek. Er is gevraagd naar reiskosten, verblijfskosten, entreekosten, horecakosten en detailhandelskosten. De resultaten worden op twee manieren gepresenteerd; als cirkeldiagrammen van de gemiddelden per kostenpost voor zowel de dagrecreanten als de verblijfsrecreanten en als tabel met gemiddelde en mediaan van de uitgaven per kostenpost voor dagrecreanten en verblijfsrecreanten.. Alterra-rapport 629. 25.

(26) Verblijfskosten 4%. Detailhandel 10% Entreekosten 1%. Reiskosten 39%. Horeca 46%. Figuur 2. Bestedingen van dagrecreanten. Detailhandel 16%. Verblijfskosten 33%. Reiskosten 12%. Entreekosten 2%. Horeca 37%. Figuur 3. Bestedingen van verblijfsrecreanten. 26. Alterra-rapport 629.

(27) In de cirkeldiagrammen is te zien hoe de respondenten gemiddeld hun uitgaven op de dag van de enquête hebben verdeeld. Anders gezegd geeft het een beeld hoe de respondenten 1 euro besteden. Een logisch verschil tussen beide groepen is het aandeel van de verblijfskosten in het totaal. Bij de verblijfsrecreanten is dit aanmerkelijk groter dan bij de dagrecreanten. Daartegenover staat dat de dagrecreanten weer meer uitgeven aan reiskosten op de dag van de enquête. Verder besteden beide groepen een groot percentage van de euro aan de horeca. In onderstaande tabel staan de uitgaven van dagrecreanten en verblijfsrecreanten aangegeven. Het gaat hier alleen om die respondenten die op de onderzoeksdag iets hebben besteed. Met €g wordt het gemiddelde bestede bedrag bedoeld, €m is de mediaan en is de middelste van naar grootte gerangschikte waarnemingen. De kolom met percentages geeft aan hoeveel van de beide groepen recreanten uitgaven heeft gedaan in de verschillende kostenposten. Tabel 15. Uitgaven op de onderzoeksdag door dag- en verblijfsrecreanten in procenten, gemiddelde(€g) en mediaan(€m). Uitgavensoort % Detailhandel Entreekosten en huur recreatiegoederen Horeca Reiskosten. 7. Verblijfskosten. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten % €g €m €g €m. Totaal €g. €m. 18. 34,93. 20,00. 44. 34,32. 20,00. 34,43. 20,00. 4. 18,40. 10,00. 12. 21,92. 11,00. 21,35. 10,44. 65. 27,89. 20,00. 75. 36,99. 22,68. 34,01. 20,00. 62. 19,67. 11,34. 39. 26,46. 10,00. 23,26. 10,00. 49,45. 37,50. 64. 57,11. 40,00. 56,62. 40,00. Zowel dag- als verblijfsrecreanten geven het meest uit aan de horeca. De tweede grote kostenpost voor de dagrecreanten zijn de reiskosten. Terwijl verblijfsrecreanten logischerwijs de verblijfskosten op de tweede plaats hebben staan. Kijkend naar de gemiddelden (€g) blijkt dat de verblijfsrecreanten aan alle kostenposten, behalve aan de detailhandel, meer uitgeven op de dag van het onderzoek dan de dagrecreanten.. Alterra-rapport 629. 27.

(28) 28. Alterra-rapport 629.

(29) 5. Schriftelijke enquête. 5.1. Inleiding. Aan de respondenten van de mondelinge enquêtes is gevraagd of ze ook een schriftelijke enquête wilden invullen, 339 respondenten (34%) antwoordden hierop positief en kreeg een schriftelijke enquête mee naar huis. Van deze groep zijn er 192 ingevuld en teruggestuurd. Dit is een respons van circa 57%. De genoemde aantallen zijn voldoende om betrouwbare uitspraken te doen. Zoals in het beschrijven van de resultaten van de mondelinge enquête is ook hier onderscheid gemaakt naar dagrecreanten en verblijfsrecreanten. Hierbij moet worden opgemerkt dat de aantallen voor deze uitsplitsing niet voldoende waren om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. De percentages geven wel een goede indicatie en zijn daarom opgenomen in de tabellen. De schriftelijke enquête gaat in op een aantal algemene zaken ten aanzien van Schouwen, alsmede een aantal ontwikkelingen in het kader van het SGP-Schouwen. Ook worden vragen gesteld over een aantal kwaliteitsitems ten aanzien van de recreatieve omgeving. Tot slot wordt gevraagd naar een aantal onderwerpen die betrekking hebben op de respondent zelf.. 5.2. Verblijfsduur op Schouwen. Tabel 16. Verblijfsduur van bezoekers van Schouwen in procenten, N=189. Lengte van verblijf Ik woon hier 1 dag. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 50 3. Totaal 18. 41. 8. 18. Meer dan 1 dag (vakantie). 5. 66. 48. 2e. 2. 23. 16. huis of vaste standplaats (vakantie). Ongeveer de helft van de respondenten blijft meer dan 1 dag op Schouwen. De helft van de dagrecreanten woont op Schouwen. Verder verblijft 41% van de dagrecreanten 1 dag op Schouwen. Twee derde van de verblijfsrecreanten brengt meer dan 1 dag door op Schouwen en ongeveer een kwart van de verblijfsrecreanten heeft een tweede huis of vaste standplaats op Schouwen.. Alterra-rapport 629. 29.

(30) 5.3. Vakantietype. Deze vraag heeft betrekking op de vakantie ten tijde van het onderzoek. Tabel 17. Soort vakantie in procenten, N=121. Soort vakantie. Totaal. Hoofdvakantie Nevenvakantie Familie-/vriendenbezoek Anders. 32 44 6 18. De belangrijkste vakantietypen zijn de hoofdvakantie en de nevenvakantie.. 5.4. Voorkeursperiode voor recreëren op Schouwen. Tabel 18. Voorkeursperiode voor recreëren op Schouwen in procenten, N=189 Voorkeursperiode Gehele jaar Maart – April Mei – Juni Juli – Augustus September – Oktober November – Februari. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 63 33 12 6 20 43 2 10 3 9 -. Totaal 42 8 35 7 7 -. De respondenten hebben een duidelijke voorkeur voor twee perioden, namelijk het hele jaar en mei-juni. De dagrecreanten komen graag het hele jaar, terwijl de verblijfsrecreanten ook het voorseizoen prefereren. Opmerkelijk is dat de maanden juli en augustus niet hoog scoren.. 5.5. Bekendheid met Schouwen. In onderstaande tabel staan de verschillende wijzen waarop de respondenten op Schouwen attent zijn gemaakt. Het geeft een indicatie waar respondenten informatie over Schouwen vandaan hebben gekregen.. 30. Alterra-rapport 629.

(31) Tabel 19. Hoe men op Schouwen attent is gemaakt in procenten, N=161. Attent gemaakt op Schouwen via Vanouds bekend Familie of kennissen Toeval Camping of hotel Krant of tijdschrift VVV of ANWB Radio of TV Natuurbeschermingsorganisatie Anders. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 82 44 6 31 3 6 3 4 2 2 3 6 8. Totaal 52 26 6 3 3 2 1 1 8. De helft van de respondenten kent Schouwen al en ongeveer een kwart heeft Schouwen leren kennen via familie of kennissen. Schouwen toevallig ontdekken is maar bij 6% van alle respondenten gebeurd. Mond-op-mond reclame en herhalingsbezoek zijn dus de belangrijkste informatiebronnen geweest.. 5.6. Deelname aan activiteiten op Schouwen in het algemeen. Deze vraag naar de mate waarin men aan bepaalde activiteiten deelneemt op Schouwen is gesteld in het algemeen, dus los van de onderzoeksdag. Tabel 20. Activiteiten die wel eens verricht worden op Schouwen in procenten, N=180 Activiteit Wandelen Fietsen Planten en dieren kijken Luieren Zonnen Dorps- / stadsbezoek Op terras zitten Hond uitlaten Vogels kijken Toeren met auto Zwemmen Recreatief winkelen Picknick / barbecue Natuurexcursie Trimmen / joggen Uitgaan Vissen Kleine watersport Grote watersport Paardrijden. Alterra-rapport 629. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten Soms Bijna altijd Soms Bijna altijd 15 83 21 78 51 38 28 65 49 43 55 35 67 17 48 44 59 26 58 36 73 18 65 34 75 20 60 32 16 30 5 21 34 26 37 19 62 19 61 12 55 14 63 12 55 6 70 15 53 8 51 6 41 11 45 4 23 13 22 3 30 4 46 3 16 2 20 4 13 2 7 2 11 2 6 1 9 7 2. Totaal Soms Bijna altijd 19 79 34 57 53 37 54 36 58 33 67 29 64 28 8 24 36 21 61 14 61 13 66 12 52 7 44 6 22 6 41 3 13 3 8 2 8 1 7 1. 31.

(32) Duidelijk blijkt uit de tabel dat ook los van de onderzoeksdag de activiteiten wandelen en fietsen op Schouwen veel gedaan worden door beide groepen. Als de cijfers vergeleken worden met die van de tabel van verrichte activiteiten op de onderzoeksdag (met onderscheid in dagrecreanten en verblijfsrecreanten), dan blijkt dat de eerste twee items (wandelen en fietsen) in beide tabellen overeenkomen. Maar de percentages verschillen: van de onderzoeksdag zijn ze beduidend lager.. 5.7. Bekendheid en bezoek bos- en natuurgebieden. Voor een aantal bos- en natuurgebieden is gevraagd of men deze kende en of men deze in de 12 maanden voorafgaand aan de onderzoeksdag bezocht heeft. De resultaten zijn opgesplitst in dagrecreanten en verblijfsrecreanten. Tabel 21. Bekendheid en bezoek van bos- en natuurgebieden rond Schouwen in procenten, N= 172 Bos- en natuurgebieden Boswachterij Westerschouwen Zeepeduinen Verklikkerduinen Landgoed Slot Haamstede Schelphoek Oosterschelde Grevelingenmeer Vroongronden. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten Bekend Bezocht Bekend Bezocht 98 90 86 86 81 68 74 66 66 45 64 49 90 38 79 43 84 65 74 59 80 59 74 67 92 59 82 55 58 45 41 31. Bij de dagrecreanten zijn Boswachterij Westerschouwen, Landgoed Slot Haamstede en Grevelingenmeer het meest bekend. Van deze drie is Boswachterij Westerschouwen ook het best bezocht. Bij Landgoed Slot Haamstede is een groot verschil tussen bekendheid en bezoek in de afgelopen 12 maanden, waar minder dan de helft van degenen die het slot kennen, het ook heeft bezocht. Uit een vergelijking tussen de twee groepen recreanten blijkt dat de genoemde bosen natuurgebieden beter bekend zijn bij de dagrecreanten dan bij de verblijfsrecreanten. De verschillen zijn vooral groot (meer dan 10%) bij Boswachterij Westerschouwen, de Vroongronden en Landgoed Slot Haamstede. Bij het bezoeken van de bos- en natuurgebieden is er nauwelijks verschil tussen beide groepen, behalve bij de Vroongronden. Deze wordt door een kleiner percentage verblijfsrecreanten bezocht.. 32. Alterra-rapport 629.

(33) 5.8. Bekendheid en bezoek attracties en bezienswaardigheden. Net als bij de bos- en natuurgebieden is ook voor attracties en bezienswaardigheden gekeken naar de bekendheid en het daadwerkelijke bezoek in de afgelopen 12 maanden. Tabel 22. Bekendheid en bezoek van attracties en bezienswaardigheden rond Schouwen in procenten, N=180 Attracties en bezienswaardigheden Excursieschuur SBB Plompe Toren Kijkje op het erf Markten/evenementen Mus. Burghse Schoole Blikmuseum Renesse Noordzeeaquarium Delta-Expo Neeltje Jans Zierikzee. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten Bekend Bezocht Bekend Bezocht 79 92 54 83 72 52 69 98 100. 37 51 17 58 20 6 6 52 88. 59 79 28 80 55 30 49 99 97. 21 66 10 64 23 6 12 51 83. Bij de attracties en bezienswaardigheden lopen de resultaten meer uiteen. Opvallend zijn Kijkje op het Erf, Blikmuseum Renesse en het Noordzeeaquarium. Deze zijn allen door weinig respondenten bezocht de afgelopen 12 maanden, waarbij Kijkje op het Erf en het Blikmuseum Renesse ook weinig bekend zijn. Het verschil in bezoek aan bos- en natuurgebieden en attracties en bezienswaardigheden zou verklaard kunnen worden uit het feit dat er gevraagd is naar het bezoek in de afgelopen 12 maanden. Het herhalingsbezoek aan attracties en bezienswaardigheden (meer dan 1 bezoek in de afgelopen 12 maanden) is blijkbaar lager dan aan bos- en natuurgebieden. De verschillen tussen dagrecreanten en verblijfsrecreanten voor wat betreft bekendheid zijn hier groter dan bij de bos- en natuurgebieden; alleen markten/evenementen, Delta-expo Neeltje Jans en Zierikzee verschillen minder dan 10% voor de beide groepen. Bij het bezoek aan de attracties en bezienswaardigheden zijn er vier die percentueel door meer verblijfsrecreanten dan dagrecreanten worden bezocht, namelijk Plompe Toren, markten/evenementen, Noordzeeaquarium en museum Burghse Schoole. Zierikzee werd door beide groepen het meest bezocht de afgelopen 12 maanden.. 5.9. Aanwezigheid recreatievoorzieningen. Voor een aantal recreatievoorzieningen is gevraagd wat men van de aanwezige hoeveelheden vond. In volgende tabel staan de antwoorden.. Alterra-rapport 629. 33.

(34) Tabel 23. Meningen over hoeveelheden recreatievoorzieningen in procenten, N=190 Recreantentype Recreatievoorzieningen Wandelpaden Gemarkeerde wandelroutes Fietspaden Gemarkeerde fietsroutes Fietsenstallingen Fietskluizen Ruiterpaden Gemarkeerde ruiterroutes Gemarkeerde autoroutes Parkeergelegenheden bij strand Overige parkeergelegenheden Openbaar vervoer Zwemgelegenheden Visgelegenheden Informatievoorzieningen Vogelobservatiehutten Horeca op strand Overige horeca Ligplaatsen boten. Dagrecreanten Te weinig Voldoende 14 85 19 79 25 70 22 71 17 49 23 19 4 35 2 25 2 64. Verblijfsrecreanten Te veel Te weinig Voldoende Te veel 6 92 13 83 18 75 1 16 74 10 54 18 18 10 25 3 8 14 4 14 4 56 3. 22. 69. 5. 13. 66. 3. 9 21 25 6 21 17 3 -. 77 39 57 30 62 25 74 77 24. 5 4 12 11 8. 18 9 10 2 18 19 6 2 1. 69 50 61 26 57 19 72 81 9. 1 1 2 2 6 3 3. Van de meeste voorzieningen vindt meer dan de helft van de dagrecreanten dat er voldoende van aanwezig zijn. Uitzonderingen zijn: fietsenstallingen, fietskluizen, ruiterpaden gemarkeerde ruiterroutes, openbaar vervoer, visgelegenheden, vogelobservatiehutten en ligplaatsen voor boten. Rond de twintig procent van de dagrecreanten vindt dat de hoeveelheid van deze voorzieningen te weinig zijn (behalve ligplaatsen boten (0%) en visgelegenheden (6%). Verder is 25% van de dagrecreanten ontevreden over het aantal fietspaden en is 22% ontevreden over parkeergelegenheden bij het strand. Daar staat tegenover dat respectievelijk 70% en 69% hierover wel tevreden zijn. De verblijfsrecreanten lijken voor wat betreft hoeveelheden voorzieningen over het algemeen meer tevreden dan de dagrecreanten. Echte uitschieters waar men ontevreden over is, zijn er niet. Wel zijn er voorzieningen waar bijna 20% van de verblijfsrecreanten ontevreden over zijn: fietspaden, fietskluizen, overige parkeergelegenheden, informatievoorzieningen en vogelobservatiehutten. Bij zowel dag- als verblijfsrecreanten is ongeveer 20% ontvreden over de fietsvoorzieningen en parkeergelegenheden. Terugkijkend naar de activiteiten die de respondenten ondernemen is dit een belangrijk resultaat, omdat fietsen één van de populairste activiteiten is onder de respondenten en de auto het belangrijkste vervoermiddel is.. 34. Alterra-rapport 629.

(35) 5.10. Kwaliteitsscores omgeving. Net als in de mondelinge enquête is ook in de schriftelijke enquête gevraagd naar de mening over een aantal items met betrekking tot Schouwen en het belang dat men aan die items in het algemeen hecht. In de schriftelijke enquête ging het specifiek over de omgeving. De combinaties van deze resultaten levert per item een gemiddelde kwaliteitsscore op. Voor de duidelijkheid staat hier nogmaals de verdeling en opbouw van de verschillende scores. Een voldoende score is in principe een gemiddelde van 0 of hoger, wenselijk is echter een kwaliteitsscore van gemiddeld minimaal 1. In dat geval is het gemiddelde oordeel over een item in ieder geval positief geweest. Tabel 24. Matrix voor de berekening van de kwaliteitsscore BELANG. OORDEEL. Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief. Zeer onbelangrijk -1 0 0 0 1. Onbelangrijk. Neutraal. Belangrijk. -2 -1 0 1 2. -4 -2 0 2 4. -6 -3 0 3 6. Zeer belangrijk -8 -4 0 4 8. Kwaliteitscores Dagrecreanten Verblijfsrecreanten Norm 6 5 4 Score. 3 2 1 0 -1. we in ig. m. en se n. te ge nk on om de en rh ou op d sc va ho af n w w uw ez eg en ig e n he en id om pa de ge n vin ge gs ni la vo e w te or aa n lic i va ht n in na g to o tu er ve ur is rS tis ch ch ou e be w en w eg w ijz ho er in ev g ee lh ho ei ev d bo ee s lh ei d ho na ev tu ee ur lh ei ho d ho st ev ev ra ee ee nd lh lh ei ei d d d ag ui ne ra vo n ris ld af ch oe w iss nd ge el e b ie in di d g er la en nd en sc h pl ap an te n te zi en. -2. Item. Figuur 4. Kwaliteitsscores onderscheiden naar dagrecreanten en verblijfsrecreanten. Zoals te zien is, scoren de meeste items hoger dan 1 en een aantal zelfs hoger dan 2. Er zijn echter ook twee items die lager of gelijk aan 1 scoren: de respondenten vinden dat ze teveel mensen tegenkomen en dat er teveel omgevingslawaai is. Het eerste item van deze twee scoort negatief bij zowel de dagrecreanten als de. Alterra-rapport 629. 35.

(36) verblijfsrecreanten. Het tweede item (omgevingslawaai) wordt door de dagrecreanten als negatief ervaren, bij de verblijfsrecreanten is de score net positief.. 5.11. Toekomstige ontwikkelingen. In de schriftelijke enquête is gevraagd in hoeverre men het eens of oneens is met de in gang gezette ontwikkelingen, veranderingen en maatregelen. 70. 60. 50 Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 40. 30. 20. 10. n. na tu ur ge bi ed en. sc he ld e. M. en in g. w er. en. au to ve rk ee ri. na tu ur r. on d. O. os te r. va n. aa nl eg ge n ik ke le n. on tw en in g M. en in g M. bo s. oe rv oo ra ut o M en in g. er v. in al te rn. at ie fv. in. fie ts pa de n aa nb ie de n. aa nl eg ge n. fie ts pa de n M. en in g. aa nl eg ge n. po ld er. du in en. en ps ke rn ui t. do r. ve r en in g M. M en in g. w. er e. n. au to -e. au to ve rk. ee r. la ng za am. n. re cr sc he id en. pl aa ts en ve r. M en in g. en in g M. ke er. ea tie be dr ijv en. 0. Figuur 5. Meningen van dagrecreanten over toekomstige ontwikkelingen op Schouwen. Uit de figuur komt naar voren dat de meeste dagrecreanten het met de ontwikkelingen eens tot zeer eens zijn. Met het verplaatsen van recreatiebedrijven ten behoeve van natuurontwikkeling heeft een opvallend grote groep (>30%) geen mening. Verder is opvallend dat men het vooral eens tot zeer eens is met het weren van autoverkeer uit natuurgebieden. Met het weren van autoverkeer uit de dorpskernen is men het minder eens; iets meer dan 20% van de dagrecreanten is het hier mee oneens.. 36. Alterra-rapport 629.

(37) 70. 60. 50 Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 40. 30. 20. 10. M. en in g. M. en in g. sc he id en. ve rp la at se n. re cr ea tie be au dr t M oijv en en en in g la ng w er z en aa m au ve to rk ve ee rk M r ee en ru in g it do aa rp nl eg sk er ge ne n fie n M en ts pa in g de aa n M nl in eg en du ge in in g n en aa fie nb ts pa ie de de n n al in te po rn ld at er ie fv er vo er M vo M en or en in au in g g to on a tw an ik le ke gg le en n na va M en n tu bo ur in g s r o w nd er en O o au st er to sc ve he rk ee ld e ri n na tu ur ge bi ed en. 0. Figuur 6. Meningen van verblijfsrecreanten over toekomstige ontwikkelingen op Schouwen. Bij de verblijfsrecreanten is een vergelijkbaar beeld te zien als bij de dagrecreanten; het merendeel van de respondenten is het eens tot zeer eens met de ontwikkelingen en ook bij deze groep is men het vooral eens tot zeer eens met het weren van autoverkeer uit natuurgebieden.. 5.12. Hernieuwd bezoek aan Schouwen. Aan de respondenten is gevraagd of zij van plan zijn binnen de komende 5 jaar wederom Schouwen te bezoeken. In tabel 26 zijn de antwoorden per recreantentype vermeld. Tabel 25. Plan of men binnen komende 5 jaar Schouwen weer bezoekt in procenten, N=192. Herhalingsbezoek Ja Weet niet Nee Ik woon op Schouwen. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 58 88 42 1 10 2. Totaal 79 14 7 1. Ongeveer 80% (!) van de respondenten geeft aan Schouwen de komende 5 jaar weer te zullen bezoeken. Slechts 7% zal in die periode niet meer naar Schouwen komen.. Alterra-rapport 629. 37.

(38) 5.13. Algemene kenmerken van de respondenten. Samenstelling huishouden. Om de huishoudensamenstelling te bepalen dienden de respondenten aan te geven uit hoeveel personen van 18 jaar en ouder, van 12 tot 18 jaar en tot 12 jaar hun huishouden was samengesteld. Uit die gegevens is de volgende tabel herleid. Tabel 26. Samenstelling van de huishoudens van de bezoekers van Schouwen in procenten, N=182 . Samenstelling huishouden 1 volwassene. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 11 7. 2 volwassenen. 60. 62. 62. 1 volwassene met kinderen. -. 1. 1. 2 volwassenen met kinderen tot 12. 14. 18. 17. 2 volwassenen met kinderen van 12-18. 12. 6. 8. 5. 4. 2 volwassenen met kinderen tot 12 en van 12-18 4. Totaal 8. Meer dan de helft van de respondenten voert een huishouden met 2 volwassenen en geen kinderen. Daarna komen de groepen bestaande uit 2 volwassenen met kind(eren). Grote verschillen tussen dagrecreanten en verblijfsrecreanten zijn er niet.. Opleiding Tabel 27. Hoogst voltooide opleiding van de bezoekers van Schouwen in procenten, N=192 . Opleiding Lager onderwijs of LBO. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 12 16. Totaal 15. Algemeen voortgezet onderwijs. 15. 18. 17. Middelbaar beroepsonderwijs. 30. 19. 22. HBO of Universiteit. 42. 47. 46. Bijna de helft van de respondenten heeft een hogere opleiding. Verder is er bij het middelbare beroepsonderwijs een groot verschil tussen de dagrecreanten en de verblijfsrecreanten.. Inkomen. Bij het bepalen van het inkomen is gevraagd naar het totale netto huishoudinkomen per maand. Tabel 28. Netto huishoudinkomen van de bezoekers van Schouwen in procenten, N=178 . Inkomen Minder dan € 1100. Recreantentype Dagrecreanten Verblijfsrecreanten 2 2. Totaal 2. € 1100 - € 2250. 61. 44. 49. Meer dan € 2500. 38. 54. 49. 38. Alterra-rapport 629.

(39) Bijna de helft van de respondenten heeft een netto huishoudinkomen tussen de € 1100 - € 2250 per maand, en de andere helft heeft meer dan € 2500,- netto per maand. Er is een klein verschil tussen dag- en verblijfsrecreanten. Verblijfsrecreanten verdienen iets meer dan dagrecreanten.. Leeftijd Tabel 29. Leeftijd van de respondenten in procenten, N=984 Leeftijdsklasse. Recreantentype. Totaal. Dagrecreanten. Verblijfsrecreanten. 0 – 25 jaar. 5. 6. 6. 26 – 45 jaar. 45. 38. 40. 46 – 60 jaar. 30. 36. 34. 61 jaar en ouder. 20. 20. 20. Het merendeel van de respondenten is tussen de 26 en 45 jaar oud. Daarna komt de groep met een leeftijd tussen 46 en 60 jaar. Tussen de dagrecreanten en verblijfsrecreanten zijn geen significante verschillen aanwezig.. Alterra-rapport 629. 39.

(40) 40. Alterra-rapport 629.

(41) 6. Vergelijking 1998 – 1999 met 2001 – 2002. 6.1. Inleiding. In dit hoofdstuk worden de totaalpercentages van het basisonderzoek van 1998 – 1999 vergeleken met de totaalpercentages van het herhalingsonderzoek 2001 - 2002.. 6.2. Mondelinge enquête. Aantal afgenomen enquêtes. De onderstaande tabel geeft aan hoeveel enquêtes zijn afgenomen per onderzoeksperiode. Het aantal enquêtes dat in het herhalingsonderzoek 2001 – 2002 is afgenomen is in verhouding met het basisonderzoek hoog. Met vijf onderzoekspunten in het herhalingsonderzoek is 52% behaald van het basisonderzoek. Het basisonderzoek maakte gebruik van 15 onderzoekspunten. Tabel 30. Totaal aantal enquêtes per onderzoeksperiode. Onderzoeksjaar Totaal. 1998 - 1999 1909. 2001 - 2002 993. Overnachtingsplaats. Ten opzichte van 1998 – 1999 is een lichte stijging merkbaar in het gebruik van gehuurde vakantiewoningen, vaste standplaatsen op campings, vakantiewoningen in eigendom en hotels/pensions. Er wordt duidelijk minder gebruik gemaakt van toeristische plaatsen op campings. Tabel 31. Overnachtingsplaats verblijfrecreanten in procenten. Overnachtingplaats Vakantiewoning, gehuurd Camping, vaste standplaats Camping, toeristische plaats Vakantiewoning, eigendom Hotel of pension Familie of kennissen Kampeerboerderij Jeugdherberg Overig. Alterra-rapport 629. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 26 21 24 11 9 4 2 0 3. 29 23 17 12 10 3 3 0 3. 41.

(42) Perioden van bezoek. De perioden van een bezoek aan Schouwen is nu (2001 – 2002) meer gelijkmatig over het jaar verdeeld. De hoge piek in juli en augustus is verdwenen. De respondenten komen nu graag het hele jaar door en ook het naseizoen is populairder geworden. Tabel 32. Periode dat bezoekers naar Schouwen komen in procenten. Periode. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 33 17 35 48 22 3. 38 13 32 36 28 2. Gehele jaar Maart – April Mei – Juni Juli – Augustus September – Oktober November – Februari. Bezoekhistorie. De bezoekhistorie van de respondenten laat geen opmerkelijke verschillen zien, wel kan opgemerkt worden dat er een lichte toename is in herhalingsbezoek. En er zijn minder respondenten die voor het eerst op Schouwen waren. Een lichte toename in het herhalingsbezoek wordt ook bevestigd door tabel 34. Het percentage bij ‘2 tot 5’ en ‘5 tot 10 keer’ is toegenomen. Tabel 33. Aantal jaren dat respondenten Schouwen al bezoeken in procenten. Bezoekhistorie. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 16 5 8 12 48 11. 13 6 8 11 50 12. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 30 32 11 18 3 2. 29 36 13 18 2 3. Op onderzoeksdag voor het eerst Het eerste jaar 1 tot 2 jaar 3 tot 5 jaar Langer dan 5 jaar Woonachtig op Schouwen. Tabel 34. Aantal bezoeken gedurende de afgelopen 12 maanden in procenten. Aantal bezoeken 1 2 tot 5 5 tot 10 10 tot 50 50 tot 100 Meer dan 100. 42. Alterra-rapport 629.

(43) Verblijfsduur op de onderzoeksdag. Het gedrag van de respondenten ten opzichte van de verblijfsduur is niet veranderd. De grootste groep verblijft 2 tot 4 uur of langer dan 4 uur in een gebied. Tabel 35. Verblijfsduur op onderzoeksdag in procenten Verblijfsduur Minder dan 15 minuten 15 tot 30 minuten 30 minuten – 1 uur 1 tot 2 uur 2 tot 4 uur Langer dan 4 uur. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 3 3 10 17 25 33. 1 5 11 19 30 34. Vervoerswijze. De auto is in beide onderzoeksperioden nog altijd het populairste vervoermiddel. Opvallend is dat de toerfiets in populariteit heeft moeten inbinden (- 9%). In tabel 37 wordt aangegeven welk vervoermiddel het meest gebruikt is op de onderzoeksdag. Ook hier is de toerfiets minder populair geworden (- 14%). De respondenten doen het meeste te voet of gebruiken de auto. Tabel 36. Gebruikte vervoermiddelen op Schouwen in procenten Gebruikte vervoermiddelen Auto Te voet Toerfiets ATB/Mountainbike Openbaar vervoer Racefiets Paard Motor Transferiumvervoer Brom-/snorfiets Anders. Alterra-rapport 629. 1998 - 1999. 2001 – 2002. 55 49 44 2 2 1 1 1 1 0 2. 57 50 35 2 1 1 2 1 1 0 1. 43.

(44) Tabel 37. Meest gebruikte vervoermiddel op Schouwen in procenten Meest gebruikte vervoermiddel Te voet Auto toerfiets ATB/Mountainbike Racefiets Motor Openbaar vervoer Transferiumvervoer Brom-/snorfiets Paard Anders. 1998 - 1999. 2001 – 2002. 27 32 41 1 1 0 1 0 1 1 1. 38 31 27 2 0 1 0 1 0 1 1. Activiteiten op de onderzoeksdag. Ten opzichte van 1998 – 1999 is de activiteit wandelen licht toegenomen. De respondenten fietsen minder. Verder zijn er grote verschillen te zien bij luieren en zonnen. Dit komt waarschijnlijk door de weersomstandigheden op de onderzoeksdagen. De zon liet zich niet altijd zien, waardoor de activiteiten zonnen en luieren minder door de respondenten werden gedaan. De tabel ‘verrichte activiteiten op de onderzoeksdag op Schouwen naar seizoenen’ is in dit hoofdstuk niet opgenomen. De verschillen tussen de onderzoeksperioden zijn minimaal. Om een indruk te krijgen van de verdeling van de verrichte activiteiten over de seizoenen is tabel 10 toereikend. In bijlage B3 is de tabel van 1998 – 1999 opgenomen.. 44. Alterra-rapport 629.

(45) Tabel 38. Verrichtte activiteiten op de onderzoeksdag op Schouwen in procenten. Verrichtte activiteiten Wandelen Fietsen Op terras zitten Luieren Zonnen Hond uitlaten Zwemmen Dorps- / stadsbezoek Toeren met auto Planten en dieren kijken (algemeen) Vogels kijken Uitgaan Recreatief winkelen Picknick / barbecue Trimmen / joggen Natuurexcursie Paardrijden Vissen Kleine watersport (surfen, duiken, kanoën) Grote watersport (zeilen, motorboot) Anders. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 60 48 38 47 40 12 20 19 15 15 10 9 16 8 4 3 3 3 3 2 3. 66 39 36 24 16 14 12 12 11 8 6 6 5 4 3 3 2 1 1 1 8. Gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag. In de onderzoeksperiode 2001 – 2002 is er minder gebruik gemaakt van het strand, de horeca en bewegwijzerde fietsroutes. Ook het transferium is minder populair. Het gebruik van bewegwijzerde wandelroutes is toegenomen. De tabel ‘gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag op Schouwen naar seizoenen’ is in dit hoofdstuk niet opgenomen. De verschillen tussen de onderzoeksperioden zijn minimaal. Om een indruk te krijgen van de verdeling van het gebruik van voorzieningen over de seizoenen is tabel 12 toereikend. In bijlage B3 is de tabel van 1998 – 1999 opgenomen.. Alterra-rapport 629. 45.

(46) Tabel 39. Gebruikte voorzieningen op de onderzoeksdag op Schouwen in procenten. Gebruikte voorzieningen. 1998 - 1999. 2001 - 2002. Strand. 68. 61. Horeca. 60. 52. Parkeergelegenheid. 29. 30. Bewegwijzerde wandelroute. 18. 24. Bewegwijzerde fietsroute. 25. 21. Musea / bezienswaardigheden / attracties. 8. 10. Infopaneel. 5. 5. Fietsenstalling. 7. 4. Bewegwijzerde autoroute. 7. 4. VVV kantoor. 6. 3. Fiets- / voetveer. 2. 3. Transferium. 6. 2. Vogelobservatiehut. 3. 2. Info- / bezoekerscentrum. 3. 2. Ruiterroute. 1. 2. Bezoek aan agrarisch bedrijf (‘Kijkje op ‘t Erf’). 1. 1. Fietskluis. 0. 1. Anders. 2. 4. Voorzieningen die gemist worden. De tabel ‘voorzieningen die gemist worden’ ontbreekt voor de onderzoeksperiode 2001 – 2002 omdat er weinig opmerkingen bij deze open vraag gemaakt zijn. Hier kunnen dus geen totalen worden vergeleken. Een reden waarom de respondenten nauwelijks hebben gereageerd op de vraag welke voorzieningen zij missen, zou kunnen zijn dat zij tevreden zijn met het aanbod aan voorzieningen. In bijlage B3 is de tabel van 1998 – 1999 opgenomen en in bijlage B2 zijn de opmerkingen van 2001 - 2002 opgenomen.. Kwaliteitscores. De ontevredenheid over de toegankelijkheid van de natuur is toegenomen. In het onderzoeksjaar 1998 - 1999 lag de score tussen 0 en -1. Nu ligt deze tussen de -1 en 2. De ontevredenheid over de verkeersoverlast is iets afgenomen. Deze score lag tussen de -1 en 1, en nu tussen en 0 en 1. In 1998 – 1999 vonden de respondenten dat ze niet overal met de auto mochten komen. Deze ontevredenheid is er niet meer. Dit item scoort nu tussen de 2 en 3. Waar de score nog niet negatief is maar waar men nu wel beduidend minder over tevreden is, is de properheid van Schouwen.. 46. Alterra-rapport 629.

(47) Tabel 40. Kwaliteitscores Kwaliteitscores Overal komen in de natuur Overal komen op Schouwen Geen verkeersoverlast Vermaak voor kinderen Schoon/proper Overal komen met de auto Alle weersomstandigheden iets doen Openbaar vervoer mbt recreatie Voldoende ruimte Veiligheidsgevoel. 1998 - 1999 -1 / 1 / -1 / 2 / 3 / 0 / 1 / 1 / 4 / 3 /. 0 2 1 5 4 1 2 2 5 4. 2001 - 2002 -2 / -1 1 / 3 0 / 1 3 / 5 1 / 2 2 / 3 2 / 3 4 / 5 4 / 5 3 / 4. Bezoekmotief. De totalen bij de tabellen ‘bezoekmotief’ kunnen niet met elkaar worden vergeleken omdat dit als een open vraag is opgenomen in de enquête en daardoor de uitkomsten verschillend zijn. Wel kan uit de cijfers worden afgeleid dat de respondenten voornamelijk voor zee, strand, natuur en rust komen en dit voor beide onderzoeksperioden geldt. De bezoekmotieven zijn dus niet veranderd. In de bijlage is de tabel van 1998 – 1999 opgenomen.. Bestedingen. Een toename in uitgaven is duidelijk zichtbaar. Het bestedingspatroon is niet alleen veranderd maar ook de invoering van de euro, inflatie e.d. moeten hierbij als oorzaken worden meegenomen. Entreekosten en de huur van recreatiegoederen is verviervoudigd. Men geeft twee keer zoveel aan reiskosten uit. Dit geldt ook bijna voor de verblijfskosten. Tabel 41. Gemiddelde uitgaven op de onderzoeksdag door dag- en verblijfsrecreanten in euro’s. Uitgavensoort Detailhandel Entreekosten en huur recreatiegoederen Horeca Reiskosten Verblijfskosten. Alterra-rapport 629. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 19,58 4,85 22,53 11,75 30,27. 34,43 21,35 34,01 23,26 56,62. 47.

(48) 6.3. Schriftelijke enquête. Verblijfsduur. Het aantal respondenten dat een 2e huis of vaste standplaats heeft is duidelijk afgenomen. Verder blijft bijna de helft van de respondenten, meer dan1 dag op Schouwen. Dit geldt voor beide onderzoeksperioden. Tabel 42. Verblijfsduur van bezoekers van Schouwen in procenten. Lengte van verblijf Ik woon hier 1 dag Meer dan 1 dag (vakantie) 2e huis of vaste standplaats (vakantie). 1998 - 1999. 2001 - 2002. 13 13 49 25. 18 18 48 16. Vakantietype. De groep respondenten die zijn hoofdvakantie op Schouwen houdt is afgenomen. Schouwen wordt nu vooral gebruikt als een plek waar men een nevenvakantie houdt. Tabel 43. Soort vakantie in procenten. Soort vakantie Hoofdvakantie Nevenvakantie Familie-/vriendenbezoek Anders. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 41 44 3 12. 32 44 6 18. Voorkeursperiode voor recreëren op Schouwen. De voorkeursperiode voor recreëren op Schouwen is veranderd. Meer respondenten geven de voorkeur aan het hele jaar. Daarop volgend is het voorseizoen (mei-juni) erg populair. Opvallend is dat de maanden juli en augustus enorm in populariteit zijn gedaald. Tabel 44. Voorkeursperiode voor recreëren op Schouwen in procenten Voorkeursperiode Gehele jaar Maart – April Mei – Juni Juli – Augustus September – Oktober November – Februari. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 34 8 27 27 4 1. 42 8 35 7 7 .. Bekendheid met Schouwen. Ook de wijze waarop de respondenten op Schouwen attent zijn gemaakt is veranderd. Een grotere groep dan in 1998 – 1999, nu meer dan de helft, is als vanouds bekend met het gebied. Minder respondenten hebben via familie of kennissen informatie over Schouwen gekregen.. 48. Alterra-rapport 629.

(49) Tabel 45. Hoe men op Schouwen attent is gemaakt in procenten. Attent gemaakt op Schouwen via. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 36 36 10 5 3 3 0 0 5. 52 26 6 3 3 2 1 1 8. Vanouds bekend Familie of kennissen Toeval Camping of hotel Krant of tijdschrift VVV of ANWB Radio of TV Natuurbeschermingsorganisatie Anders. Deelname aan activiteiten op Schouwen in het algemeen. Om de vergelijking tussen de onderzoeksperioden te maken is vooral gekeken naar de kolommen ‘bijna altijd’. Het valt meteen op dat wandelen flink is toegenomen. Fietsen, zonnen, luieren en zwemmen zijn afgenomen. Tabel 46. Activiteiten die wel eens verricht worden op Schouwen in procenten. Activiteit Wandelen Fietsen Planten en dieren kijken Luieren Zonnen Dorps- / stadsbezoek Op terras zitten Hond uitlaten Vogels kijken Toeren met auto Zwemmen Recreatief winkelen Picknick / barbecue Natuurexcursie Trimmen / joggen Uitgaan Vissen Kleine watersport Grote watersport Paardrijden. 1998 - 1999 Soms 34 29 54 46 54 65 65 6 39 61 62 63 52 43 25 44 16 10 9 8. Bijna altijd 63 62 31 46 41 32 25 19 14 12 23 15 7 5 4 8 5 5 3 2. 2001 - 2002 Soms 19 34 53 54 58 67 64 8 36 61 61 66 52 44 22 41 13 8 8 7. Bijna altijd 79 57 37 36 33 29 28 24 21 14 13 12 7 6 6 3 3 2 1 1. Bekendheid en bezoek bos- en natuurgebieden. Uit de tabel blijkt dat er een toename is in bekendheid van alle bos- en natuurgebieden. Ook worden de gebieden meer bezocht, op één uitzondering na. Het landgoed Slot Haamstede wordt iets minder bezocht. Het Grevelingenmeer. Alterra-rapport 629. 49.

(50) heeft daarentegen een grote groei in het bezoekpercentage, terwijl de bekendheid niet zo drastisch is toegenomen. Tabel 47. Bekendheid en bezoek van bos- en natuurgebieden rond Schouwen in procenten Bos- en natuurgebieden Boswachterij Westerschouwen Zeepeduinen Verklikkerduinen Landgoed Slot Haamstede Schelphoek Oosterschelde Grevelingenmeer Vroongronden. 1998 - 1999 Bekend 83 67 57 82 74 71 82 37. Bezocht 79 57 47 43 56 55 55 25. 2001 - 2002 Bekend 90 76 65 83 77 76 85 46. Bezocht 87 67 47 41 61 64 89 35. Bekendheid en bezoek attracties en bezienswaardigheden. De bekendheid van attracties en bezienswaardigheden is in zijn algemeenheid toegenomen of gelijk gebleven. Het enige wat minder bekendheid heeft zijn de markten en evenementen. Ondanks deze bekendheid is het bezoek niet overal toegenomen. Kijkje op ’t Erf, markten en evenementen, Delta-Expo Neeltje Jans en het Noordzeeaquarium hebben een lager bezoekpercentage. Daarentegen is het bezoekpercentage van Zierikzee enorm gestegen. Tabel 48. Bekendheid en bezoek van attracties en bezienswaardigheden rond Schouwen in procenten. Attracties en bezienswaardigheden Excursieschuur SBB Plompe Toren Kijkje op het erf Markten/evenementen Mus. Burghse Schoole Blikmuseum Renesse Noordzeeaquarium Delta-Expo Neeltje Jans Zierikzee. 1998 - 1999 Bekend 46 76 34 86 48 27 55 95 98. Bezocht 17 46 15 72 16 5 16 54 14. 2001 - 2002 Bekend 65 83 36 80 61 37 55 99 98. Bezocht 26 61 12 62 22 6 10 51 84. Aanwezigheid recreatievoorzieningen. De tabellen ‘meningen over hoeveelheden recreatievoorzieningen in procenten’ van beide onderzoeksperioden worden, om de overzichtelijkheid te behouden, niet samengevoegd. In bijlage B3 staan de gegevens van 1998 – 1999 aangegeven. In de tabellen worden geen totaal percentages aangegeven, maar zijn de percentages uitgesplitst in cijfers voor dag- en verblijfsrecreanten. Daarom worden ook hier de gegevens besproken in cijfers voor dag- en verblijfsrecreaten.. 50. Alterra-rapport 629.

(51) In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat men tevreden is over de hoeveelheid voorzieningen. Dagrecreanten zijn iets minder tevreden dan verblijfsrecreanten. Dit geldt voor beide onderzoeksperioden. Hoewel nu (2001 – 2002) een groter percentage aangeeft dat er voldoende fietspaden, gemarkeerde fietsroutes, fietsenstallingen en fietskluizen zijn, vindt toch relatief een grote groep (rond de 20%) dat deze voorzieningen onvoldoende zijn. Dit geldt ook voor parkeergelegenheden bij het strand. Daarnaast zijn er een aantal voorzieningen die nu minder goed scoorden als in 1998 – 1999. Dit zijn het openbaar vervoer, zwemgelegenheden, visvoorzieningen en informatievoorzieningen. Met name dagrecreanten zijn minder tevreden over het openbaarvervoer. Verblijfsrecreanten zijn minder tevreden over de visvoorzieningen en de zwemgelegenheden. Beide groepen zijn minder tevreden over de informatievoorzieningen.. Kwaliteitscores omgeving. De mening van de responten over de omgeving van Schouwen is nauwelijks veranderd. Ze vinden nog steeds dat ze teveel mensen tegenkomen op Schouwen en dat er teveel omgevingslawaai is. Daarnaast is de mening over een aantal items wel iets positiever geworden. Het gaat om de toeristische bewegwijzering, hoeveelheid bos, hoeveelheid natuur en de afwisseling in het landschap. Tabel 49. Kwaliteitscores omgeving Kwaliteitscores Weinig mensen tegenkomen op Schouwen Onderhoud van wegen en paden Afwezigheid omgevingslawaai Genieten van natuur Voorlichting over Schouwen Toeristische bewegwijzering Hoeveelheid bos Hoeveelheid natuur Hoeveelheid strand Hoeveelheid duinen Hoeveelheid agrarisch gebied Afwisseling landschap Voldoende dieren en planten te zien. 1998 - 1999. 2001 - 2002. -2 / -1 2 / 3 0 / 1 4 / 5 1 / 2 2 2 / 3 3 / 4 4 / 5 3 1 / 2 3 2 / 3. -2 / -1 1 / 3 0 / 1 4 / 5 1 / 2 2 / 3 2 / 4 4 / 5 4 / 5 3 1 / 2 3/ 4 2 / 3. Toekomstige ontwikkelingen. Tabel 50 laat zien in hoeverre men het eens of oneens is met de in gang gezette ontwikkelingen, veranderingen en maatregelen. Er zijn geen opvallende verschillen tussen de beide onderzoeksperioden te zien. De meeste recreanten zijn het eens tot zeer eens met de ontwikkelingen. Een duidelijke uitschieter is ‘weren autoverkeer in natuurgebieden’, deze scoort een zeer hoog percentage (60%) bij ‘zeer eens’. De andere ontwikkelingen liggen rond de 40%.. Alterra-rapport 629. 51.

(52) Tabel 50. Meningen van recreanten over de toekomstige ontwikkelingen op Schouwen Mening toekomstige ontwikkelingen Mening verplaatsen recreatiebedrijven. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 1998 - 1999 4 11 25 39 21. 2001 - 2002 3 10 30 34 23. Mening scheiden auto- en langzaam verkeer. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 1 5 7 47 41. 4 6 56 34. Mening weren autoverkeer uit dorpskernen. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 2 14 7 45 32. 3 15 10 49 23. Mening aanleggen fietspaden in duinen. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 3 7 5 41 46. 3 5 6 43 43. Mening aanleggen fietspaden in polder. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 1 5 11 47 36. 2 6 9 50 34. Mening aanbieden alternatief vervoer voor auto. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 3 8 19 39 31. 2 10 16 46 26. Mening aanleggen van bos. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 1 5 12 47 35. 2 6 12 52 29. Mening ontwikkelen natuur rond Oosterschelde. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 1 2 9 49 40. 1 2 6 52 39. Mening weren autoverkeer in natuurgebieden. Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens. 1 3 5 32 59. 1 3 5 33 60. 52. Alterra-rapport 629.

(53) Hernieuwd bezoek aan Schouwen. Een iets groter percentage dan in 1998 – 1999 geeft aan geen bezoek aan Schouwen meer te brengen of weet het nog niet. Er is ook een lichte stijging in het aantal mensen dat Schouwen wel weer zal bezoeken. Tabel 51. Plan of men binnen komende 5 jaar Schouwen weer bezoekt in procenten. Herhalingsbezoek Ja Weet niet Nee Ik woon op Schouwen. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 76 9 1 14. 79 14 7 1. Samenstelling huishouden. In de samenstelling van het huishouden is weinig veranderd. De grootste groep die Schouwen bezoekt bestaat uit twee volwassenen. Tabel 52. Samenstelling van de huishoudens van de bezoekers van Schouwen in procenten. Samenstelling huishouden. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 8 55 1 20 10 6. 8 62 1 17 8 4. 1 volwassene 2 volwassenen 1 volwassene met kinderen 2 volwassenen met kinderen tot 12 2 volwassenen met kinderen van 12-18 2 volwassenen met kinderen tot 12 en van 12-18. Opleiding. De respondenten zijn in vergelijking met 1998 – 1999 hoger opgeleid. Een groter percentage heeft een HBO of universitaire opleiding gevolgd. Tabel 53. Hoogst voltooide opleiding van de bezoekers van Schouwen in procenten.. Opleiding Lager onderwijs of LBO Algemeen voortgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs HBO of Universiteit. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 14 24 23 39. 15 17 22 46. Inkomen Tabel 54. Netto huishoudinkomen van de bezoekers van Schouwen in procenten. Inkomen Minder dan € 1100 € 1100 - € 2250 Meer dan € 2500. Alterra-rapport 629. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 10 58 33. 2 49 49. 53.

(54) De respondenten verdienen meer als in het jaar 1998 – 1999. Bijna de helft van de respondenten verdiend meer dan 2500 euro in 2001 – 2002, tegenover éénderde in 1998 – 1999.. Leeftijd Tabel 55. Leeftijd van de respondenten in procenten Leeftijdsklasse 0 – 25 jaar 26 – 45 jaar 46 – 60 jaar 61 jaar en ouder. 1998 - 1999. 2001 - 2002. 9 41 31 18. 6 40 34 20. Er is nauwelijks verschil tussen leeftijden van de respondenten in beide onderzoeksperioden. De grootste groep is tussen de 26 en 60 jaar oud.. 54. Alterra-rapport 629.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de boring van de aanvoerleiding wordt onder andere rekening gehouden met de restricties vanwege Natura 2000 gebieden en de richtlijnen voor gestuurde boringen..

Verder zijn het relatief veel Duitse bezoekers die speciaal voor een evenement naar het strand zouden komen, zij waren vooral afkomstig uit strandvak 6.. De meerderheid van de

Hieronder vinden mama en papa een afbeelding die ze kunnen gebruiken om aan te tonen dat je ze eventjes niet mag storen.. Ik mis jullie heel erg,

Er wordt, door middel van bouwaanduidingen, binnen de bestemming ‘Wonen’ de mogelijkheid geboden voor woningen met de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding-vrijstaand 1’

Sanders, George, Albert Scheffers en Huib Uil, Een bijzonder ensemble in het stadhuismuseum: herinnering aan de Zierikzeese regent mr.. De skeletten van Klaaskinderkerke in context,

Werkverkeer voor de meest oostelijke kant van het dijktraject maakt ter hoogte van pension Klap gebruik van een tijdelijke dijkovergang vanaf de N59.. Na 1 april gaat het

Provincie transportroute Tijdelijke aansluitingen op werkwegen ontwerp (bochtverbreding of aansluiting) bespreken met één jaar voor de aanbesteding?. provincie

IJmuiden aan Zee - Niet alleen het IJmuiderstrand werd dit week- einde goed bezocht. Strand en zwembaden waren favoriet. En met dit mooie weer ko- zen veel mensen voor