• No results found

'Ik verwacht gewoon dat het bikkelen wordt, echt meemaken wat zij hebben meegemaakt' Een onderzoek naar de relatie met het verleden in de historische reality programma's De Slag om Arnhem en De Langste Dag

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'Ik verwacht gewoon dat het bikkelen wordt, echt meemaken wat zij hebben meegemaakt' Een onderzoek naar de relatie met het verleden in de historische reality programma's De Slag om Arnhem en De Langste Dag"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘Ik verwacht gewoon dat het bikkelen wordt, echt

meemaken wat zij hebben meegemaakt’

Een onderzoek naar de relatie met het verleden in de historische reality programma’s De Slag om Arnhem en De Langste Dag

Hanneke van Kessel 6132359 Masterscriptie Publieksgeschiedenis Universiteit van Amsterdam 1 juni 2015 Dr. Paul Knevel Dr. Jouke Turpijn

(2)

2 Afbeelding voorblad

Kandidaat Suzan Derksen uit De Langste Dag

(3)

3

Inhoudsopgave

Inleiding 4

1. Geschiedenis beleven: theoretisch en historisch kader 7

1.1 Geschiedenis en televisie 9

1.2 Een nieuw genre: historical reality television 14

1.3 Authenticiteit, realiteit en waarheid 23

2. Casestudies: De Slag om Arnhem en De Langste Dag 28

2.1 Programma informatie 28

2.2 Het verleden is een spel 31

2.3 Het verleden dat ben ik 37

2.4 Het verleden is leerzaam 45

Conclusie 57

Abstract 60

Literatuurlijst 61

(4)

4 Inleiding

Schokkende en opwindende gebeurtenissen in een recent verleden met een sterke morele lading, veel overgebleven foto’s en filmbeelden, bereidheid bij degenen die het zelf meegemaakt hebben om erover te praten; zijn er betere ingrediënten voor

aansprekende televisie?1

Televisie en de Tweede Wereldoorlog. Een gouden combinatie. Althans volgens professor J.C.H. Blom. En ook de cijfers liegen er niet om. Bijna één derde van alle historische

televisiedocumentaires, vertoond tussen 1951 en 1990 in Nederland, gaan over de oorlog.2

Maar ook vandaag de dag lijken de mogelijkheden van het onderwerp nog niet uitgeput. Typ de zoekterm ‘Tweede Wereldoorlog’ in bij de online catalogus van het Beeld en Geluid

instituut en je krijgt 17454 hits.3 Dit tegenover 2646 hits in 1994.4 Met vrij nieuwe tv-series

als De Oorlog (2009) en Oorlogsgeheimen (2014) en de altijd terugkerende aanwezigheid van het onderwerp in Andere Tijden, kun je gerust stellen dat er tegenwoordig nog steeds een buitengewone interesse voor de oorlog op televisie bestaat. Ook vieren we dit jaar 70 jaar vrijheid, wat zal betekenen dat er opnieuw aandacht zal worden besteed aan de Tweede Wereldoorlog op televisie.

In de jaren na de oorlog ontwikkelde televisie zich voornamelijk tot een actueel medium, dat gebeurtenissen van (inter)nationaal belang in beeld bracht. Denk aan gebeurtenissen als voetbalwedstrijden, defilés bij paleis Soestdijk en de kroning van Elizabeth. Maar ook de herdenkingen van de bezetting werden uitgezonden. Het zijn deze

herdenkingen die de aanleiding vormden voor historische programma’s op televisie.5 Tijdens

de eerste jaren van geschiedenis op televisie ligt de nadruk voornamelijk op het live uitzenden van herdenkingsprogramma’s rondom de Tweede Wereldoorlog en niet op zelfstandige televisiedocumentaires. In 1960 komt hier echter verandering in en wordt de televisieserie De Bezetting uitgezonden, geschreven en gepresenteerd door Loe de Jong,

1

J.C.H Blom, ‘Ch. Vos, Televisie en bezetting. Een onderzoek naar de documentaire verbeelding van de tweede wereldoorlog in Nederland’, Low Countries Historical Review, 114.1 (1999) 147-149, 147.

2

Chris Vos, Televisie en bezetting. Een onderzoek naar de documentaire verbeelding van de Tweede

Wereldoorlog in Nederland (1995) 9.

3 Beeld en Geluid, ‘Online catalogus’. Geraadpleegd op 28 november 2014.

<http://zoeken.beeldengeluid.nl/internet/index.aspx>

4 Vos, Televisie en bezetting, 9. 5 Ibidem, 57.

(5)

5

directeur van het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD). In een reeks van 21 afleveringen verspreid over vijf jaar vertelt De Jong voor het eerst een

samenhangend verhaal over de oorlog. Er wordt een traditionele opzet gehanteerd. De Jong presenteert zijn tekst live in een studio welke wordt afgewisseld met van te voren op film

vastgelegde fragmenten met archiefbeelden en interviews met getuigen.6 De Jong maakt

een onuitwisbare indruk en de serie bereikt een zeer groot publiek. Een publiek dat wordt geconfronteerd met een nieuwe wijze van benaderen van de oorlog. Niet langer ligt de nadruk op het herdenken van dit verleden, maar juist op een reconstructie hiervan; hoe en waarom heeft het allemaal plaatsgevonden en plaats kunnen vinden? Dit was niet alleen belangrijk voor de jeugd, maar ook voor oudere generaties, die nu langzamerhand wel

wilden weten wat er was gebeurd in de periode 1940 - 1945.7

Het is alweer ruim 50 jaar geleden dat de laatste aflevering van De Bezetting werd uitgezonden. In de tussentijd is er veel veranderd in de manier waarop we met de

geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog omgaan en hoe we überhaupt met geschiedenis omgaan. Ook op televisie zijn deze veranderingen zichtbaar. Herdenken we? Reconstrueren we? Of doen we misschien iets heel anders? In mijn onderzoek wil ik kijken naar de

hedendaagse verbeelding van de Tweede Wereldoorlog op televisie aan de hand van twee nieuwe programma’s: De Slag om Arnhem (2012) en De Langste Dag (2014). Hoe gaan deze series om met het (oorlogs)verleden? De programma’s zijn geen voorbeelden van de tot dusver besproken voorbeelden van klassieke historische televisiedocumentaires, maar vertegenwoordigen een ‘nieuw’ historisch televisiegenre, namelijk historical reality television. Dit genre combineert elementen uit historische televisiedocumentaires met reality-tv en is ontstaan in de jaren negentig toen de publieke belangstelling voor

geschiedenis enorm groeide. In deze periode nam het aantal historische tv-programma’s

snel toe en ontstonden er veel nieuwe genres.8 Zo ook historical reality television. In

Nederland staat dit genre nog in de kinderschoenen. Groot-Brittannië kent echter al een lange traditie van historische reality programma’s. Denk aan series als 1900 House (1999) en Edwardian Farm (2010). Ook over de Tweede Wereldoorlog verschenen er in

Groot-Brittannië verschillende historische reality programma’s. Voorbeelden zijn 1940s House

6 Vos, Televisie en bezetting, 82. 7

Ibidem, 83.

8 Erin Bell, ‘Televising history: The past(s) on the small screen’, European Journal of Cultural Studies, 10.5 (2007)

(6)

6

(2000) en Coal House at War (2008). De Slag om Arnhem en De Langste Dag zijn de eerste voorbeelden van historische reality-tv over de Tweede Wereldoorlog in Nederland.

In De Slag om Arnhem volgt de kijker elf jongeren die in veertien dagen worden voorbereid om uit een vliegtuig te springen, net zoals duizenden parachutisten dat deden op zondagmiddag 17 september 1944 tijdens de Slag om Arnhem. De jongeren werken en leven net zoals de soldaten van toen en worden in precies dezelfde omstandigheden opgeleid tot parachutist. Met als einddoel dezelfde sprong boven dezelfde Ginkelse Heide. Het

programma is gebaseerd op de Britse BBC-serie Destination D-Day: the Raw Recruits dat in 2004 in Groot-Brittannië werd uitgezonden. De Langste Dag is de opvolger van De Slag om Arnhem en staat opnieuw in het teken van het herbeleven van een historisch moment. Dit keer worden dertig jongeren in een loodzware training klaargestoomd om uit een vliegtuig boven Normandië te springen of vanuit een landingsvaartuig de stranden te bestormen, net zoals hun leeftijdsgenoten dat op D-day 6 juni 1944 deden. Acht afleveringen lang volgt presentator Patrick Lodiers de jongeren tijdens deze zware trainingen tot soldaat.

De hoofdvraag die in mijn onderzoek centraal staat, is: Welke relaties met het verleden, specifiek het oorlogsverleden, worden er in de historische reality programma’s De Slag om Arnhem en De Langste Dag geconstrueerd? In Nederland zijn er meerdere werken verschenen over de Tweede Wereldoorlog en televisie. Het bekendste werk is

hoogstwaarschijnlijk Televisie en bezetting. Een onderzoek naar de documentaire verbeelding van de Tweede Wereldoorlog in Nederland van Chris Vos.9 In dit boek beschrijft Vos vijf ontwikkelingen binnen de verbeelding van de Tweede Wereldoorlog op televisie van 1950 tot 1990. Deze ontwikkelingen gaan achtereenvolgens van herdenken naar reconstrueren, naar bekritiseren, naar het centraal stellen van het slachtoffer en ten slotte naar de oorlog als ethisch ijkpunt met thema’s als schuld, boete en vergeving. Maar ook Frank van Vree en later Barbara Henkes hebben zich beziggehouden met de representatie van de Tweede Wereldoorlog op televisie. In In de schaduw Auschwitz. Herinneringen, beelden, geschiedenis beschrijft Van Vree veranderingen in de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog aan de

hand van naoorlogse monumenten, films en documentaires.10 Van Vree laat zien dat het

beeld van de oorlog, ook op televisie, in een periode van vijftig jaar ingrijpend is veranderd.

9

Chris Vos, Televisie en bezetting. Een onderzoek naar de documentaire verbeelding van de Tweede

Wereldoorlog in Nederland (1995)

(7)

7

Aanvankelijk overheerst het nationale perspectief, maar decennia later is het de systematische moord op joden, zwakzinnigen, zigeuners en andere als minderwaardig beschouwde groepen die centraal staat. Ook Barbara Henkes heeft zich beziggehouden met de beeldvorming van de Tweede Wereldoorlog op televisie. In ‘De Bezetting revisited. Hoe van De Oorlog een ‘normale’ geschiedenis werd gemaakt die eindigt in vrede’ stelt Henkes

dat de makers van de tv-serie De Oorlog11 er niet in slagen een nieuwe visie op het

oorlogsverleden te presenteren.12 Henkes heeft met name kritiek op het ordenende principe

en de moralistische lijn van de serie.

Zowel Vos, Van Vree als Henkes leggen in hun onderzoek de focus op historische televisiedocumentaires. Het zijn documentaires die veelal inspelen op morele thema’s als ‘goed’ en ‘fout’. Historische reality programma’s als De Slag om Arnhem en De Langste Dag kunnen echter dergelijke morele thema’s overstijgen en hierdoor veel meer gaan over historisch besef dan over historische kennis. In Ohne Geschichte sein? Geschichtsinteresse, Geschichtsbewusstsein heute van Theodoor Schieder wordt het begrip ‘historisch besef’ voor

het eerst uitgewerkt.13 Volgens Schieder is historisch besef het constant aanwezige

bewustzijn dat de mens met alles wat hij creëert in de tijd bestaat, dus een verleden en een toekomst heeft en dat hij niets produceert wat eeuwig en onveranderlijk is. Bestanddelen

van dat bewustzijn zijn historische kennis, traditionele opvattingen en eigen herinneringen.14

Vooral deze eigen herinneringen spelen een belangrijke rol in historische reality

programma’s. De nadruk ligt binnen deze programma’s namelijk op het ‘beleven’ van het verleden en minder op de reconstructie hiervan. Voor een reconstructie is immers historisch kennis nodig. Aan de hand van feitelijkheden wordt getracht het verleden te interpreteren. Dat historische reality programma’s veel eerder over historisch besef kunnen gaan dan historische documentaires of veel andere vormen van historische televisie, betekent overigens niet dat deze andere programma’s niet bijdragen aan de totstandkoming van

11

De Oorlog (2009) is een negendelige televisieserie over Nederland in oorlogstijd. De serie werd wekelijks op zondagavond uitgezonden door de NPS en de eindredactie lag in handen van Ad van Liempt, die eerder al werkte als eindredacteur bij Andere Tijden. Naast de televisieserie verscheen tegelijkertijd het gelijknamige boek De Oorlog.

12

Barbara Henkes, ‘De Bezetting revisited. Hoe van De Oorlog een ‘normale’ geschiedenis werd gemaakt die eindigt in vrede’, BMGN, 125.1 (2010) 73-99.

13

Theodoor Schieder, Ohne Geschichte sein? Geschichtsinteresse, Geschichtsbewusstsein heute (1973)

14 Paul Schulten, ‘Geschiedenis en journalistiek’ in: Maurits van Rooijen ed., Geschiedenis in de praktijk.

(8)

8

historisch besef. Andersom geldt ook dat historische reality programma’s wel degelijk historische kennis kunnen opleveren.

Tot nu toe is er in Nederland weinig onderzoek gedaan naar het genre historical reality television. Dit heeft uiteraard te maken met de korte traditie die Nederland kent met historische reality programma’s. Toch zorgen programma’s als De Slag om Arnhem en De Langste Dag ervoor dat er steeds meer aandacht ontstaat voor historische reality-tv. Het is tijd om deze nieuwe historische programma’s serieus te nemen en te kijken naar wat deze series ons vertellen en op welke manier. Het is belangrijk om dit te onderzoeken omdat historische reality programma’s een andere relatie met het verleden aangaan dan bijvoorbeeld historische televisiedocumentaires.

In het eerste hoofdstuk van mijn onderzoek zal ik de hoofdvraag in een breder perspectief plaatsen. Aan de hand van het boek History on Television van Ann Gray en Erin

Bell zal ik kijken naar de (hedendaagse) relatie tussen geschiedenis en televisie.15 Vervolgens

zal ik het genre historical reality television bespreken en meteen ook de kritiek op dit genre. Het theoretisch en historisch kader sluit ik af door in te gaan op de manier waarop

historische reality series kunnen worden geanalyseerd. In hoofdstuk 2 zal ik De Slag om Arnhem en De Langste Dag binnen het theoretisch en historisch kader plaatsen aan de hand van een ‘tekstanalyse’. Welke relaties ontstaan er met de Tweede Wereldoorlog en welke vragen worden er gesteld? Hierbij zal ik kijken naar zowel de vorm als de inhoud van de programma’s. Daarnaast hoop ik de makers en enkele kandidaten van de programma’s te kunnen interviewen om zo een completer beeld te kunnen schetsen. Tot slot zal ik in de conclusie mijn eigen visie op historische reality programma’s geven en zal er wellicht aanleiding worden gegeven voor verder onderzoek.

(9)

9

1.1 Geschiedenis beleven: theoretisch en historisch kader

Dit hoofdstuk vormt het theoretisch en historisch kader voor mijn onderzoek naar de relatie met het verleden in de historische reality programma’s De Slag om Arnhem en De Langste Dag. Ik zal eerst kijken naar de relatie tussen geschiedenis en televisie. Een niet altijd even makkelijke of vanzelfsprekende relatie, zo blijkt. Wat voor medium is televisie eigenlijk en welke conventies spelen een rol? Vervolgens zal ik kijken naar het genre historical reality television. Een relatief nieuw historisch genre dat de aandacht legt op het beleven van het verleden en minder op het leren over het verleden. Tot slot kijk ik naar waar je op moet letten bij het analyseren van historische reality programma’s.

1.2 Geschiedenis en televisie

Een niet altijd even makkelijke of vanzelfsprekende relatie. De relatie tussen geschiedenis en televisie. Een relatie die vrienden kent, maar ook vijanden. Het zijn deze vrienden en

vijanden die wel eens ruzie maken of lopen te bekvechten. De één zegt welles, de ander nietes. Maar wie heeft er gelijk? En heeft er überhaupt iemand gelijk? Geschiedenis op televisie kent ‘omarmers’ en critici. Dit is al jaren zo en dat zal ook nog wel jaren zo blijven. Beiden hebben andere opvattingen over wat historische televisie wel kan en wat niet. Wat zeggen deze mensen?

De ‘omarmers’ van geschiedenis op televisie leggen de nadruk op de kracht van het (bewegende) beeld. Beelden laten een diepere indruk achter en zorgen voor een directere relatie met het verleden waardoor historische verhalen beter blijven hangen. Volgens Jan Blokker slaagt er geen medium beter in, dankzij de gouden combinatie van beeld, muziek en (vaak persoonlijk) commentaar, de verbeelding te prikkelen en de kijker te verleiden zich te

verplaatsen in het verleden.16 De impact van deze visuele vertellingen is daarom groter dan

die van geschreven woorden:

16

Blokker geciteerd in Paul Knevel en Jouke Turpijn, ‘“Dat is wel eens anders geweest!” Geschiedenis op de Nederlandse televisie’, BMGN – Low Countries Historical Review, 130.1 (2015) 87-106, 91.

(10)

10

Television history (…) contains an inbuilt drama that the lecture room, seminar discussion, or research monograph are scarcely equipped to match (…). The plasticity and immediacy of the visual images make an impact more vivid than that of even the

most majestic of prose passages.17

Televisieprogramma’s over de Tweede Wereldoorlog of over oorlog in het algemeen zijn bij uitstek programma’s die zo’n inbuilt drama bezitten. Dit hangt sterk samen met het idee dat historische televisieprogramma’s het beste zijn in het vertellen van epische verhalen. En er zijn maar weinig andere (ware) verhalen die meer drama, pathos en tragedie kennen dan

verhalen over oorlog.18 De Tweede Wereldoorlog kent ook nog eens een enorme

hoeveelheid aan foto’s en filmbeelden, waardoor het onderwerp zich makkelijk laat vertalen naar een visuele vertelling. Ook de bereidheid van getuigen om mee te werken is erg

belangrijk. Getuigenissen zorgen voor een persoonlijke invulling van verhalen over de oorlog. De critici van geschiedenis op televisie leggen de nadruk op het gebrek aan diepgang. Beelden zouden oppervlakkig zijn en slechts kunnen illustreren, terwijl het geschreven woord diepgang biedt en kan betogen. Critici zien televisie als een ‘plat’ medium waarbij het

enkel en alleen om kijkcijfers draait en niet om het bijbrengen van historische kennis.19 Eén

van deze critici is Willem Melching. Naar aanleiding van de met veel publiciteit omgeven serie In Europa haalde hij fel uit over de inhoudelijke kwaliteit van het programma onder de kop ‘In Europa barst van de fouten [en] dat is erg, want feiten zijn de basis van elke

historische redenering’.20 De academische discipline van geschiedenis (met een focus op

onderzoek en onderwijzen) komt aldus tegenover de popularisering van geschiedenis door massamedia (met een focus op entertainment) te staan. Deze focus op entertainment zorgt er volgens critici voor dat televisie niet in staat is om geschiedenis op een juiste manier te presenteren; het verwijt dus dat televisie geen wetenschappelijk boek is. Maar ook

praktische overwegingen spelen hierbij een rol. Chris Vos, zelf niet direct een tegenstander van geschiedenis op televisie; hij schrijft hier immers een boek over en is

17

Ian Kershaw, ‘The Past on the Box: Strengths and Weaknesses’ in: David Cannadine ed., History and the

Media (2007) 118-123, 120.

18 Tristram Hunt, ‘Reality, Identity and Empathy: The Changing Face of Social History Television’, Journal of

Social History, 39.3 (2006) 843-858, 847.

19 Kershaw, ‘The Past on the Box’, 121.

(11)

11

documentairemaker, laat duidelijk zien waarom televisie geen geschikt medium is voor het presenteren van historisch onderzoek:

Maar het is (nog) geen academische gewoonte om een documentaire als proefschrift in te leveren. In zekere zin terecht, want een boek is het medium bij uitstek voor de weelde aan informatie die een onderzoek als dit oplevert. Een verfilming van de volgende bladzijden zou niet alleen onbetaalbaar zijn, maar ook door zijn extreme lengte moeilijk te consumeren. En dan spreken we nog niet over de problemen die de

‘beeldbaarheid’ van de stof zou opleveren.21

Televisie (maken) is duur en kent een beperking in lengte en in dichtheid qua informatie; een televisieprogramma kan slechts een beperkt aantal pagina’s tekst omvatten. Daarnaast kunnen niet alle historische onderwerpen gevisualiseerd worden, omdat daar niet altijd materiaal voor is. Allerlei beperkingen waar het geschreven woord geen last van heeft.

Voor of tegen. Maar maakt dat eigenlijk uit? Recente trends laten zien van niet. Naast vrienden en vijanden zijn er namelijk ook mensen die de relatie tussen geschiedenis en televisie gewoon accepteren en nemen zoals die is. Vanaf de jaren negentig groeit de

interesse voor geschiedenis enorm.22 Ook voor geschiedenis op televisie. Het aantal

historische programma’s neemt toe en er ontstaan nieuwe genres. Dit zorgt ervoor dat een groot deel van de mensen in Groot-Brittannië, Europa en Amerika minstens een deel van

hun kennis over het verleden verwerft via televisie.23 Heeft het dan zin om telkens een

welles-nietes-spelletje te blijven spelen? Historische televisie is er nu eenmaal en er wordt naar gekeken. Ann Gray en Erin Bell behoren tot de mensen die de relatie tussen

geschiedenis en televisie accepteren. In hun boek History on Television benaderen zij historische televisie als een vorm van public history. Dit zorgt voor een pleidooi voor een interdisciplinaire aanpak en de erkenning van autoriteiten buiten de universiteit. Niet alleen de historicus ‘maakt’ immers geschiedenis, ook de televisiemaker en filmmaker doen dat. Deze laatsten kunnen dat soms zelfs beter volgens publiekshistorica Hilda Kean:

21

Vos, Televisie en bezetting, 7.

22 Gray en Bell, History on Television, 1. 23 Ibidem.

(12)

12

(…) some of the most imaginative and engaging work on the past is not being

conducted by historians at all but by artists and filmmakers, [by whom] the visual has

been emphasized.24

Het is daarom belangrijk om ook deze makers van geschiedenis serieus te nemen. Daarnaast stellen Gray en Bell in hun boek voor het eerst andere vragen aan de relatie tussen

geschiedenis en televisie. Ze vragen zich niet af of geschiedenis op televisie nu goed is of slecht, maar hoe televisie geschiedenis ‘doet’? Hoe presenteren programma’s geschiedenis, wat presenteren ze en wat wordt er van de kijker verwacht?

De vragen die Gray en Bell stellen, zorgen ervoor dat de conventies van televisie aan het licht worden gebracht. Ieder medium kent zijn eigen conventies en het zijn deze

conventies die ervoor zorgen dat ieder medium op zijn eigen manier omgaat met het verleden. Tristram Hunt, historicus en televisiepresentator, geeft aan dat ieder medium een ander doel dient, interactie heeft met een ander publiek en op een eigen manier een

steentje bijdraagt aan het begrijpen van het verleden. Het heeft geen zin om een historisch televisieprogramma te vergelijken met een historisch boek, omdat dat appels met peren vergelijken is. Televisie is er volgens hem voor het grote publiek en ‘the purpose (…) is to

entertain, educate and excite’.25 Het is de publieke aandacht voor geschiedenis die telt. Dat

vinden niet alleen Hunt, Gray en Bell, maar ook historicus Ian Kershaw is het daar mee eens:

If historians agree that the purpose – or at least one major – of history is to take the subject beyond specialists in the academy, then they must look with favour upon the medium which, par excellence, is capable of doing just that. Historians are not dealing with mysterious or intractable matter… they should want to communicate it

in terms that non-specialists can understand.26

Kershaw geeft aan dat wanneer historici het belangrijk vinden om geschiedenis toegankelijk te maken, ze open moeten staan voor alle mogelijkheden waarop dat kan. Televisie is zo’n mogelijkheid en daarom zouden historici hier blij mee moeten zijn. Met name

24

Kean geciteerd in Gray en Bell, History on Television, 6.

25 Hunt, ‘Reality, Identity and Empathy’, 847. 26 Kershaw, ‘The Past on the Box’, 122.

(13)

13

publiekshistorici, want televisie kan een bruikbaar medium zijn voor de overdracht van historische kennis buiten de universiteit. Toch blijft het van belang om iedere keer opnieuw na te gaan wat je wilt vertellen aan welk publiek en op welke manier dat het beste kan. Televisie hoeft niet altijd het meest geschikte medium te zijn.

Het werk van Gray en Bell laat zien dat geschiedenis op televisie het bestuderen waard is. Mensen kijken er nu eenmaal naar en verwerven een deel van hun kennis over het verleden via televisie. Alleen daarom al is het belangrijk om historische tv-programma’s serieus te nemen en te kijken naar wat deze programma’s ons vertellen. Het is daarbij van belang om te bedenken hoe je dergelijke programma’s gaat beoordelen. Kijk je naar de mate waarin ze bijdragen aan (traditionele) kennisoverdracht of zie je de programma’s als

momenten waarop mensen plezier beleven aan geschiedenis, als geschiedenis als sociale activiteit? Het is belangrijk om hierin een onderscheid te maken, omdat beide manieren op een andere wijze laten zien wat geschiedenis is of kan zijn. Dat dit onderscheid niet altijd gemaakt wordt, laat Michael Kammen zien naar aanleiding van het onderzoek The Presence of the Past. Popular Uses of History in American Life van Rosenzweig en Thelen.27 In dit onderzoek werden 1500 Amerikanen gevraagd naar hun relatie met het verleden en de doorwerking hiervan in hun dagelijkse leven. Ondervraagden gaven aan bijvoorbeeld een dagboek bij te houden, oude foto’s te bekijken of antiek te verzamelen. Het onderzoek laat zien is dat mensen op verschillende manieren met het verleden bezig zijn en dat de

motieven hiervoor nogal uiteenlopen. Volgens Kammen wordt er in het onderzoek echter geen onderscheid gemaakt tussen aan de ene kant kennis over het verleden en aan de

andere kant interesse voor het verleden.28 Een belangrijk onderscheid, omdat het bekijken

van oude foto’s of het verzamelen van antiek niet dezelfde kennis oplevert als bijvoorbeeld het lezen van een boek. Deze eerste zijn voorbeelden van geschiedenis als sociale activiteit. Ze kunnen zorgen voor een groeiende belangstelling voor geschiedenis, maar leveren geen bijdrage aan traditionele kennisoverdracht. Bij het beoordelen van historische televisie is het dus van belang om constant te bedenken wat het nu eigenlijk oplevert. Is dit historische interesse, kennis of misschien wel besef? Dit is zeker van belang in een tijd waarin het aanbod historische televisie gevarieerder is dan ooit. Van klassieke historische

27

Roy Rosenzweig en David Thelen, The Presence of the Past. Popular Uses of History in American Life (1998)

28 Michael Kammen, ‘Carl Becker Redivivus: or, is Everyone really a historian?’, History and Theory, 39.2 (2000)

(14)

14

documentaires tot aan geschiedenisquizzen. Ieder programma gaat op zijn eigen manier om met geschiedenis. Zo ook de programma’s die behoren tot het nieuwe genre historical reality television.

1.2 Een nieuw genre: historical reality television

Een combinatie van Andere Tijden en Big Brother. Zo zou je het nieuwe televisiegenre historische reality-tv kunnen omschrijven. Voortbouwend op de traditie van living history, combineert het genre elementen uit historische televisiedocumentaires met reality-tv. In historische televisiedocumentaires wordt het verleden vaak verteld door alwetende vertellers. Dit kunnen presentatoren zijn, voice-overs of mensen met expertise, denk aan wetenschappers of (oog)getuigen. Daarnaast worden archiefmateriaal en vormen van re-enactment ingezet om het verhaal rondom het verleden verder in te kleuren. Historische reality-tv echter vertelt niet zelf het verleden, maar laat dit verleden ‘vertellen’ door anderen door hen het verleden te laten beleven. Op deze manier ontstaat er een directere relatie met het verleden. Deze anderen zijn gewone mensen zoals jij en ik. In Consuming History bespreekt Jerome de Groot twee manieren waarop mensen het verleden kunnen ‘vertellen’:

(…), either by allowing them to participate in history through the game-style re-enactment of the ‘House’ format (in which a group of people are placed in a

particular setting for a set amount of time and forced to act in the style of a historical period), or through interactivity of various forms such as voting, nominating, or

commenting.29

Wanneer er over historische reality-tv wordt gesproken, worden over het algemeen

programma’s bedoeld die volgens de eerste manier het publiek betrekken bij het verleden. Ook in mijn onderzoek ligt de focus op deze eerste manier. In De Slag om Arnhem en De Langste Dag herbeleven jongeren historische momenten uit de Tweede Wereldoorlog in het bijzijn van een camera. Van stemmen, nomineren of becommentariëren, is veel minder sprake. Wel kunnen kandidaten uit De Langste Dag afvallen nadat zij door hun

(15)

15

medekandidaten zijn genomineerd om te vertrekken. De Grootste Nederlander (2004) is een voorbeeld van een programma dat zich hoofdzakelijk bezighield met de tweede manier van het betrekken van het publiek. Door middel van een verkiezing werd vastgesteld wie volgens het Nederlandse volk de grootste Nederlander aller tijden is. In het programma werden portretten van invloedrijke Nederlanders getoond, waarna de ambassadeurs van deze Nederlanders met elkaar in debat gingen om de kijker thuis te overtuigen van het feit dat zijn of haar Nederlander de ‘grootste’ is.

Historical reality television ontstaat in de jaren negentig wanneer de publieke belangstelling voor geschiedenis enorm groeit. Een ware history boom vindt plaats en

geschiedenis lijkt populairder dan ooit.30 Niet alleen op televisie, maar ook in films, boeken

en musea neemt het aanbod ‘geschiedenis’ snel toe. Volgens Kees Ribbens ontstaat er in deze periode een historische cultuur die veel gevarieerder en individueler is dan voorheen,

maar ook visueler en materiëler.31 Dit heeft te maken met het feit dat als onderdeel van

deze history boom zich veel nieuwe genres ontwikkelen voor het presenteren van

geschiedenis. Deze nieuwe genres gaan veelal over persoonlijke ervaringen met het verleden en wijken af van de geschiedenis van de grote verhalen. Daarnaast haken ze in op grote

culturele trends die zich aan het begin 21ste eeuw voltrekken. ‘The history of the self’ en

‘one’s heritage and origins’ spelen op dat moment een centrale rol in de omgang met het

verleden.32 De interesse voor genealogie groeit, de aard van musea verandert (het worden

plaatsen van interactie en experience) en de focus komt op sociale geschiedenis te liggen.33

De achtergrond van deze veranderingen schuilt in een nieuwe reden waarom mensen in geschiedenis geïnteresseerd zijn. In het artikel ‘Reality, Identity and Empathy: The Changing Face of Social History Television’ haalt Tristram Hunt historicus Jürgen Kocka aan:

(…) it seems fair to say that a generation ago many people studied history in order to learn from it, with respect to the present and the future. Nowadays, many people deal with history in order to find out where they come from and who they are, or with the aim of discovering and observing alternative ways of life, or with the desire

30

Gray en Bell, History on Television, 1.

31

Kees Ribbens, Een eigentijds verleden. Alledaagse historische cultuur in Nederland 1945-2000 (2002) 285-289.

32 Emma Hanna, ‘Reality-Experiential History Documentaries: The Trench (Bbc, 2002) and Britain’s Modern

Memory of the First World War’, Historical Journal of Film, Radio and Television, 27.4 (2007) 531-548, 532.

33 Ruth McElroy en Rebecca Williams, ‘The Appeal of the Past in Historical Reality Television. Coal House at War

(16)

16

of enriching their mind, of broadening their base of experience and of educating their

senses.34

Niet langer willen mensen weten wat er is gebeurd en waarom dat gebeurde, maar weten wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Mensen ontlenen hun identiteit tegenwoordig niet

meer aan religie, klasse of gemeenschap, maar aan geschiedenis.35 Het is deze zoektocht

naar identiteit en betekenis die ervoor zorgt dat de aard van de historische belangstelling in de jaren negentig veranderd. De hierboven beschreven veranderingen zorgen ervoor dat nieuwe genres als historische reality-tv zich kunnen ontwikkelen. Daarnaast spelen ook ontwikkelingen binnen de televisie-industrie een rol. Zo is reality-tv een relatief goedkoop genre om te produceren.

Ondanks het feit dat historische reality-tv pas als genre ontstaat in de jaren negentig, zijn er voorbeelden van historische programma’s van voor die tijd die sterk op reality-tv lijken. In 1978 werd door de BBC het programma Living in the Past uitgezonden.

In het bijzijn van de pers drinken de deelnemers uit Living in the Past champagne (bron: BBC, 1978)

Uit een groep van duizend vrijwilligers werden twaalf volwassenen en drie kinderen gekozen die een jaar lang ervoeren hoe het was om te leven ten tijde van de ijzertijd. Tweemaal per week kwamen de camera’s op bezoek en werden de deelnemers gefilmd in hun nieuwe

34 Kocka geciteerd in Hunt, ‘Reality, Identity and Empathy’, 845. 35 Hunt, ‘Reality, Identity and Empathy’, 845.

(17)

17

omgeving ver weg van de moderne samenleving. Een nieuwe omgeving die ze zelf hadden opgebouwd. In een documentaire over de serie wordt 30 jaar later samen met de

kandidaten teruggekeken op hun deelname. In de opening van de documentaire zegt de voice-over het volgende:

They didn’t attempt to become ancient people, that’s obviously impossible, but the whole of that year they wore, or didn’t wear, the same kind of clothes, lived in the same kind of buildings, raised the same crops and livestock and used the same tools which archeologist and historians tell us we used more than 2000 years ago in the

Iron Age.36

Leven volgens het verleden om dat verleden beter te begrijpen. Dat is waar het in Living in the Past meer dan 35 jaar geleden om draaide. Door middel van living history werd een soort van experimentele archeologie uitgevoerd, waardoor de focus op alledaagse geschiedenis kwam te liggen. Hiermee past Living in the Past binnen de traditie van history from below.

Een stroming die ontstond in de jaren zestig en pleitte voor ‘the history of the historyless’.37

Niet langer was men geïnteresseerd in de geschiedenis van de (politieke en economische) elite, maar in de geschiedenis van de gewone man. Tegenwoordig houden historische reality programma’s zich echter veel meer bezig met ‘Human Interest’. Deelnemers doen niet alleen meer mee omdat ze iets willen leren over geschiedenis, maar vooral omdat ze iets willen leren over zichzelf.

Het beleven van het verleden en daarvan leren, dat is waar het binnen historische

reality-tv om draait. Het doel is ‘showing what life was like, not recreating historical fact’.38

Hierin schuilt het wezenlijke verschil tussen veel vormen van traditionele historische televisie en historische reality programma’s. Veel historische televisieprogramma’s richten zich op de overdracht van historische kennis. Loe de Jong deed dat vanuit zijn studio in Hilversum. Als een soort schoolmeester sprak hij in De Bezetting de kijker toe en vertelde hij met behulp van archiefmateriaal en vooraf opgenomen interviews met getuigen het hele verhaal rondom de oorlog. Ook Simon Schama, een Britse historicus en televisiepresentator,

36 Uit de BBC Four serie ‘What happened next?’. Geraadpleegd via YouTube op 23 januari 2015.

<https://www.youtube.com/watch?v=2e7ZLWz3UMw>

37Sabyasachi Bhattacharya, ‘History from below’, Social Scientist, 11.4 (1986) 3-20, 3.

(18)

18

richt zich in A History of Britain (2000) direct tot de kijker. In tegenstelling tot Loe de Jong presenteert hij echter zijn visie op het verleden zonder te stellen dat dit de enige is. Daarnaast bevindt Schama zich op (historische) locatie en niet in een studio. In De Gouden Eeuw (2012) maakt de alwetende presentator plaats voor een presentator die op zoek is. Hans Goedkoop is niet langer ‘he who knows’, zoals we van hem gewend zijn in Andere Tijden, maar ‘he who wants to know’: ‘In dertien delen maak ik de komende maanden een

reis naar die tijd, op zoek naar de levende werkelijkheid van toen’.39 Tot slot zorgen vormen

van re-enactment en de toenemende rol van persoonlijke getuigenissen ervoor dat

historische kennis tegenwoordig ook door minder strenge autoriteiten wordt overgedragen. De bovenstaande voorbeelden laten zien dat historische kennis op verschillende manieren het publiek kan bereiken. Zoals eerder al gezegd, richt historische reality-tv zich niet op de overdracht van historische kennis, maar legt het genre de nadruk op het hebben van een historische ‘beleving’. Deze beleving zorgt ervoor dat mensen op een andere manier bij het verleden worden betrokken. Er ontstaat een relatie die veel directer en emotioneler is dan bij veel andere vormen van historische televisie. Dit komt omdat mensen zelf deel uit gaan maken van het verleden door in (gemaakte) historische settingen plaats te nemen en te leven volgens dat verleden. Op deze manier ontstaat er een andere manier van het

begrijpen van het verleden en creëren deelnemers eigen herinneringen met betrekking tot dit verleden die kunnen helpen bij de totstandkoming van historisch besef.

Traditionele vormen van historische televisie houden zich voornamelijk bezig met explanation, terwijl nieuwe genres als historische reality-tv zich richten op understanding. Deze verschuiving vindt niet alleen plaats binnen historische televisie, maar ook binnen andere culturele instellingen, denk aan musea. Het idee met betrekking tot ‘leren’ is gedurende de jaren binnen deze instellingen veranderd. Leren moest (opnieuw)

aantrekkelijk worden gemaakt. Maar hoe doe je dat? Van oudsher waren musea plekken voor het passief consumeren van kunst of geschiedenis, er werd weinig van de bezoeker gevraagd (explanation). Vandaag de dag is dat anders. Musea richten zich veel meer op interactie en beleving. Bezoekers zijn niet langer passieve consumenten, maar worden aan het werk gezet (understanding). Op deze manier ontstaat er een nieuwe relatie tussen het museum en de bezoeker. Deze relatie is niet one-directional, maar multi-directional,

(19)

19

waardoor de autoriteit van het museum als het ware met de bezoeker wordt gedeeld.40 De

vraag is echter of dit ook daadwerkelijk gebeurt.

Getekend door Jennifer Rae Atkins (bron: The Participatory Museum, 2010)

Deze zelfde veranderingen zie je ook binnen historische televisie met de komst van

historische reality-tv. Door ‘gewone’ mensen zelf het verleden te laten beleven, ontstaat er een nieuwe manier van het begrijpen van dit verleden. Deze nieuwe manier richt zich op de empathie van de kijker, waardoor het publiek veel directer en actiever bij het verleden wordt betrokken. De deelnemers van reality programma’s zijn mensen zoals jij en ik, daardoor worden hun ervaringen als het ware ook onze ervaringen. Als een soort avatars representeren zij ons als televisiepubliek. Het zijn geen autoriteiten op het gebied van geschiedenis die ons het verleden vertellen, maar het zijn gewone mensen. Op deze manier wordt historische reality-tv als het ware het interactieve museum van historische televisie en wordt de autoriteit met betrekking tot het verleden gedeeld met het televisiepubliek.

Niet iedereen is blij met de verschuiving van explanation naar understanding. Met name Tristram Hunt heeft kritiek. Volgens hem weerspiegelt de verschuiving een nieuwe verkeerde reden waarom mensen in geschiedenis geïnteresseerd zijn. De historische

belangstelling is niet langer gebaseerd op de oprechte interesse voor het verleden, maar op de interesse voor identiteit. Volgens Ed Jonker heeft het echter geen zin om te klagen dat het hier om een ‘verkeerde’ historische belangstelling gaat, omdat mensen nu eenmaal

(20)

20

emotionele, politieke en culturele behoeften hebben om met het verleden om te gaan en

deze even veel bestaansrecht hebben als de wetenschappelijke drijfveren van historici.41

Hunt is echter bang dat mensen vergeten te kijken naar de grote structuren waarbinnen hun identiteiten worden gevormd. De focus op understanding geldt volgens hem als een

bedreiging voor de historische analyse en voor de geschiedenis van de grote verhalen. Het zijn deze grote verhalen die ons kunnen helpen om de wereld om ons heen beter te begrijpen en die zorgen dat we iets kunnen leren van geschiedenis. Historische reality programma’s gaan echter niet over deze grote verhalen, maar over de belevenissen van individuele kandidaten. Hierdoor leren kandidaten vooral iets over zichzelf. Het format is volgens Hunt gericht op vermaak zonder een bijdrage te leveren aan het beter begrijpen van het verleden: ‘It is history as entertainment, pure and simple, without the capacity to teach

about the past or shed light on the present’.42

Tristram Hunt is niet de enige die zijn kritiek uit tegenover het genre historische reality-tv. Ook Simon Schama heeft problemen met het genre. Volgens hem is historische reality-tv niet in staat om geschiedenis te representeren. Dit komt omdat het publiek van deze programma’s op een verkeerde manier bij het verleden wordt betrokken:

(…) since our involvement with the characters [in historical reality shows] depends on us knowing that they are really ‘like us’, or that, in so far as they can be make unlike us, the agency of that transformation is social and material – washing with lye, tying a corset. To truly complete the change, the washing, I think, has to be mental or

imaginative, as much as physical. Poetic reconstruction [in television], if it is to work, needs to lose the characters, and by extension us, who are watching them, entirely

within their own world without any inkling of the return trip to the contemporary.43

Volgens Schama is het grootste probleem van historische reality-tv dat de deelnemers van deze programma’s ‘like us’ zijn. Dit zorgt ervoor dat er geen afstand ontstaat tussen het verleden en het heden, een afstand die er wel zou moeten zijn, wil je relevante uitspraken

41

Ribbens, Een eigentijds verleden, 46-47.

42 Hunt, ‘Reality, Identiy and Emphaty’, 856.

(21)

21

kunnen doen over geschiedenis. De toon van historische reality programma’s staat hierbij in de weg:

(…) the genre’s tone of intimacy and proximity collapse historical difference and distance and hence leads to discomfort with the encroaching of subjectivity into the

‘objective’ discipline of history.44

Schama ziet historische reality-tv als een bedreiging voor de ‘objectieve’ discipline van geschiedenis. Een bedreiging die ontstaat wanneer mensen ‘like us’ worden geplaatst in historische settingen van toen en er banden met het verleden ontstaan die er in het echte leven helemaal niet zijn. Interactie met het verleden op deze manier moet daarom volgens

Schama binnen historische televisie worden vermeden.45

Dat met name historici als Hunt en Schama kritiek kennen op het genre is niet zo vreemd. Beide heren zien met de komst van historische reality-tv hun eigen rol binnen historische televisie in het gedrang komen. Dit komt omdat historische reality-tv ingaat tegen de basisprincipes van historische televisie:

Reality History is lowest common denominator television, re-enactement television inviting the viewer to identify with the ordinariness of the protagonist – and in many ways this clashes with the clean and coherent lines of narrative history; it certainly troubles the role of the academic or television historian as the gatekeeper of cultural

product and historical fact.46

Met de komst van historische reality-tv geven niet langer alleen (televisie)historici betekenis aan het verleden, maar ook de gewone man. Het publiek krijgt binnen historische reality-tv een veel actievere rol in het construeren van verhalen rondom het verleden. Verhalen die vroeger misschien alleen werden verteld door de televisiehistoricus. Historische reality programma’s stellen de rol van de televisiehistoricus dus op de proef. Hij of zij is immers niet meer als enige in het bezit van een sleutel tot het verleden. Ineens hebben veel meer

44

McElroy en Williams, ‘The Appeal of the Past’, 83.

45 De Groot, Consuming History, 167. 46 Ibidem, 165.

(22)

22

mensen dat. Op deze manier zorgt historisch reality-tv ervoor dat de autoriteit van de (televisie)historicus gedeeld moet worden met het publiek. Toch hoeven televisiehistorici niet te vrezen voor het einde van historische televisiedocumentaires. Wel schrijft Jerome de Groot in Consuming History dat critici als Hunt en Schama voorbij gaan aan het belang van historische reality programma’s voor de overdracht van geschiedenis naar het publiek. Volgens hem draait het juist om het feit dat de mensen binnen historische reality-tv ‘like us’ zijn en geen geïdealiseerde reconstructies. De kritiek van Schama dat historische reality programma’s een bedreiging vormen voor de ‘objectieve’ discipline van geschiedenis vindt De Groot dan ook ongegrond, omdat historische presentaties altijd subjectief zijn. Iedere selectie van de makers is immers bepalend voor de manier waarop geschiedenis wordt gerepresenteerd. Ook op televisie. Reality-tv erkent dat tenminste en claimt niet

‘authentiek’ te zijn. Dit in tegenstelling tot veel historische televisiedocumentaires, terwijl zij net zo goed als reconstructies van het verleden kunnen gelden.

Niet alle historici zullen er blij mee zijn, maar net zoals er mensen kijken naar historische televisie, kijken er ook mensen naar historisch reality programma’s. Het bestaansrecht van deze reality programma’s schuilt dan niet alleen in het feit dat er naar gekeken wordt, maar ook in het idee dat met deze programma’s nieuwe mensen kunnen worden bereikt. Mensen die eerder wellicht werden vergeten:

Perhaps, historical reality television’s most potent public service rationale is its claim to offer new routes of entry to public history to those who have elsewhere been denied it.47

Door het verleden te laten ‘vertellen’ door gewone mensen zoals jij en ik, ontstaat er een nieuwe relatie met het verleden. Een relatie waar de herbeleving van historische momenten centraal staat en er een connectie met het verleden ontstaat die veel directer en

emotioneler is dan binnen veel andere vormen van historische televisie. Deze directe en emotionele connectie speelt een belangrijke rol in de totstandkoming van historisch besef. Dit komt omdat naast historische kennis en traditionele opvattingen ook eigen

herinneringen nodig zijn om dit historisch besef te verwezenlijken. Op deze manier kunnen ervaringen van kandidaten binnen historische reality-tv bijdragen aan het beter begrijpen

(23)

23

van het verleden. Wel moeten we ons afvragen hoe groot deze bijdrage is. Dit is zeker van belang bij historische reality programma’s met een sterk ‘Human Interest’ karakter. De vraag is dan of deze programma’s nog wel over geschiedenis gaan. In de volgende paragraaf zal ik uitgebreider ingaan waar je op moet letten bij het analyseren van historische reality

programma’s.

1.3 Authenticiteit, realiteit en waarheid

In Nederland is er weinig tot geen onderzoek gedaan naar het genre historische reality-tv. Het onderzoek naar historische televisie beperkt zich meestal tot de analyse van historische televisiedocumentaires als De Bezetting (1960), Vastberaden, maar soepel en met mate

(1974) en De Oorlog (2009).48 Wat op zich niet opzienbarend is, aangezien Nederland nog

maar een korte traditie van historische reality programma’s kent. Groot-Brittannië kent echter al een lange traditie van historische reality programma’s. Er zijn dan ook veel Britse auteurs die zich met de analyse van historical reality television hebben beziggehouden. Naast Gray, Bell, De Groot en Hunt, bijvoorbeeld ook Ruth McElroy en Rebecca Williams. In hun artikel ‘The Appeal of the Past in Historical Reality Television’ laten zij aan de hand van een publieksonderzoek van het programma Coal House at War zien waar je op moet letten bij het analyseren van historische reality programma’s. Coal House at War (2008) gaat over drie families die ervaren hoe het is om te leven in een mijnbouw gemeenschap ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in 1944. De serie werd uitgezonden door BBC Wales.

Het eerste punt dat McElroy en Williams naar voren brengen, is dat het belangrijk is dat een analyse van historische reality-tv een dubbele focus kent. Er moet zowel naar de historische aspecten van een historisch reality programma worden gekeken als naar aspecten rondom televisuality. Beide aspecten spelen namelijk een rol in het proces van betekenisgeving bij de kijker:

Whilst all forms of re-enactment are mediated, watching historical reality television

48

Chris Vos, Televisie en bezetting. Een onderzoek naar de documentaire verbeelding van de Tweede

Wereldoorlog in Nederland (1995); Frank van Vree, In de schaduw van Auschwitz. Herinneringen, beelden, geschiedenis (1995), Kees Ribbens, Een eigentijds verleden. Alledaagse historische cultuur in Nederland 1945-2000 (2002); Barbara Henkes, ‘De Bezetting revisited. Hoe van De Oorlog een ‘normale’ geschiedenis werd

(24)

24

marries viewers’ interpretation of experiential-based versions of the past with their own media literacy in adjudicating performances and narratives not just of the past,

but of the screened present.49

Kijkers geven dus betekenis aan het verleden op televisie ‘through their own frameworks

which are both historical and televisual, both cognitive and affective’.50 Het is daarom van

belang om bij de analyse van historische reality-tv niet te vergeten dat het om een

representatie van geschiedenis op televisie gaat. Dit geldt uiteraard ook voor andere vormen van television history. Een tweede punt dat in het onderzoek van McElroy en Williams naar voren komt, geldt wel specifiek voor historische reality programma’s en gaat over de paradox die binnen historische reality-tv bestaat. Deze paradox schuilt in het feit dat ondanks het feit dat de historische setting vaak zo authentiek mogelijk wordt gemaakt, de mensen in deze settingen dat niet zijn:

(…) as much as the production design, setting and historical re-enactment may try faithfully to recreate the past, those who take part always carry with them their

modern sensibilities.51

Een simpel haarkapsel of de manier waarop mensen praten, kan dan al verraden uit welke tijd de deelnemers komen. Vanwege de aard van historische reality-tv is het echter

onmogelijk om mensen helemaal zichzelf te laten zijn én ze tegelijk één te laten worden met het verleden. Het heeft dus geen zin om te beoordelen hoe ‘realistisch’ of ‘echt’ historische reality series zijn, omdat ze dat überhaupt nooit kunnen worden.

49

McElroy en Williams, ‘The Appeal of the Past’, 87.

50 Ibidem, 88. 51 Ibidem.

(25)

25

De families Griffiths, Paisey en Tranter-Davies; kandidaten uit Coal House at War (bron: BBC, 2008)

Dit heeft ook te maken met het feit dat de deelnemers in de programma’s historische gebeurtenissen herbeleven, zonder dat deze gebeurtenissen echt zijn. De historische setting kan dan wel zo authentiek mogelijk zijn, de gebeurtenissen zijn dit niet. Wanneer in Coal House at War bijvoorbeeld het luchtalarm afgaat, weten de kandidaten dat ze niet echt gebombardeerd zullen worden. Hierdoor ontstaat er een performance van het verleden die ervoor zorgt dat historische reality-tv als een vorm van historical reenactment op televisie kan worden beschouwd. Het verschil met traditionele vormen van historical reenactment is echter dat we hopen iets van deze televisieprogramma’s te kunnen leren:

These televised reenactments set out not to dramatize a past that is already known, but to learn something new about the past through the activity of reenactment itself

and to communicate those findings to a wider audience.52

Tot slot geven McElroy en Williams aan dat het genre vraagt om een soepelere omgang met historische feitelijkheden. Dit heeft aan de ene kant te maken met: ‘the programme’s perceived reality and accuracy’ en aan de andere kant: ‘the viewers’ enjoyment and

knowledge of the show as a televisual construct’.53 De spanning tussen beide kanten zorgt

ervoor dat historische reality programma’s flexibeler en selectiever omgaan met historische

52

Alexander Cook, ‘The Use and Abuse of Historical Reenactment: Thoughts on Recent Trends in Public History’ in: Criticism, 46.3 (2004) 487-496, 487.

(26)

26

feiten. Als gevolg hiervan zullen historische reality programma’s zelden een bijdrage leveren aan de totstandkoming van historische kennis. Wat op zich geen probleem is, omdat dit nooit het doel van historische reality-tv is geweest. Wel is het belangrijk om te beseffen dat niet iedere kijker evenveel historische voorkennis heeft om de informatie in de historische reality programma’s te beoordelen. Een soepelere manier van omgaan met historische feiten betekent dus niet dat er verkeerde informatie mag worden gegeven. Veel kijkers zullen de gegeven historische feitelijkheden namelijk voor ‘waar’ aannemen, omdat zij zich niet bewust zijn van de conventies rondom het reality genre.

De hierboven genoemde punten hebben vooral betrekking op het analyseren van de vorm van historische reality programma’s. Het is daarnaast ook belangrijk om naar de inhoud van historische reality programma’s te kijken. Niet alle historische periodes en gebeurtenissen zullen zich namelijk even goed lenen voor een vertaling naar het reality genre. Ook speelt de inhoud een bepalende rol voor de uiteindelijke vorm van de programma’s. Gebeurtenissen uit een recent verleden kunnen bijvoorbeeld van context worden voorzien met behulp van archiefmateriaal, maar gebeurtenissen van langer geleden (denk aan de ijzertijd in Living in the Past) zullen op een andere manier aan hun historische context moeten komen. Bijvoorbeeld door middel van voice-overteksten of historische locaties en voorwerpen. Daarnaast zijn er ook onderwerpen die wellicht te gevoelig zijn voor een vertaalslag naar het historische reality genre. De Slag om Arnhem en De Langste Dag zijn historische reality programma’s over de Tweede Wereldoorlog. Een gevoelig thema dat vandaag de dag nog steeds veel losmaakt en tot de verbeelding van de kijker spreekt. Kritiek op het genre is dan ook heftiger wanneer het een thema als oorlog betreft:

Critiscism of historical reality television’s presentation of social history through the frame of individual experience is never fiercer than when the format examines the

history of war.54

The Trench (2002), een reality programma van de BBC over de Eerste Wereldoorlog, is een voorbeeld van een dergelijk programma dat veel kritiek kreeg vanwege haar focus op oorlog. De zwaarste kritiek kwam van televisiecriticus A.A. Gill van The Sunday Times:

(27)

27

If The Trench is deemed a success, will the next version be to get 20 Polish Jews and mock up a concentration camp so that the couch-bound viewer can get a deeper, more emphatic, accessible understanding of the Auschwitz experience – using of

course, Top of the Pops smoke for gas, as they did in The Trench?55

De kritiek is dat historische reality-tv niet in staat is om de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog op een goede manier te presenteren. Gill vraagt zich dan af hoe ver je als reality programma mag gaan om de kijker te bereiken. De makers van The Trench waren echter nooit van plan om een reality programma te maken:

We wanted to make a programme about the First World War accessible to a new generation. We’ve never thought of it as a Reality show, it’s a new way of doing history. The problem of WW1 is a lack of archive film so if you want to tell a story of

everyday life you have to find new ways.56

Wat je hier ziet, is dat de inhoud er aan de ene kant voor zorgt dat het genre niet in staat wordt geacht om deze inhoud op een goede manier te presenteren. Aan de andere kant zorgt de inhoud ervoor dat het genre juist wel geschikt wordt bevonden. Bij het analyseren van historische reality programma’s is het dus belangrijk om zowel naar vorm als inhoud van deze programma’s te kijken, omdat beide een rol spelen in de totstandkoming van een relatie met het verleden. Daarnaast speelt ook de reactie van het publiek een belangrijke rol in een analyse van historische reality-tv. Ondanks dat The Trench aanvankelijk veel kritiek kreeg van journalisten en historici, werd het programma door het Britse publiek positief ontvangen.

55 Hanna, ‘Reality-Experiential History Documentaries’, 534. 56 De Groot, Consuming History, 169.

(28)

28

2. Casestudies: De Slag om Arnhem en De Langste Dag

In dit hoofdstuk heb ik de tv-series De Slag om Arnhem en De Langste Dag onderworpen aan een tekstanalyse. Gebaseerd op de theorie uit het voorgaande hoofdstuk en mijn eigen bevindingen heb ik drie relaties met het (oorlogs)verleden geformuleerd die binnen beide series worden geconstrueerd. De eerste relatie, het verleden is een spel, speelt in op het wedstrijdkarakter van beide programma’s en hangt sterk samen met het idee dat historische reality programma’s nooit realistisch kunnen zijn. De verschillende spel- en

wedstrijdenelementen zorgen er dan aan de ene kant voor dat dit gevoel bevestigd wordt, maar gelden tegelijkertijd ook als ‘oplossing’ voor dit realiteitsprobleem. De tweede relatie, het verleden dat ben ik, laat zien dat de programma’s een focus op het concept ‘identiteit’ kennen. Dit heeft te maken met het feit dat historische reality programma’s zich

tegenwoordig veel meer met ‘Human Interest’ bezig zijn gaan houden. De

identiteitsontwikkeling van kandidaten is een grotere rol gaan spelen, waardoor je je kunt afvragen of deze programma’s nog wel over geschiedenis gaan. De derde en laatste relatie, het verleden is leerzaam, laat zien welke historische kennis er in de programma’s wordt overgedragen, op welke manier dit gebeurt en hoe deze (korte) geschiedenislessen bij het publiek worden ontvangen. Historische reality programma’s zijn een combinatie van reality-tv en elementen uit historische documentaires. Daarnaast vraagt het genre om een

soepelere omgang met feitelijkheden. In deze laatste relatie wordt er gekeken naar de manier waarop elementen uit historische documentaires in de programma’s worden ingezet en hoe er met historische feitelijkheden wordt omgegaan.

2.1 Programma informatie

Zowel De Slag om Arnhem als De Langste Dag zijn programma’s van BNN en werden ontwikkeld en geproduceerd door Eyeworks. Eyeworks is een onafhankelijke televisie- en filmproductiemaatschappij die in 2001 in Nederland werd opgericht door onder andere Reinout Oerlemans. Inmiddels is het bedrijf ook internationaal succesvol en heeft het afdelingen in vijftien landen. Voorbeelden van andere Eyeworks producties zijn: Oh oh Cherso, Flikken Maastricht en Komt een vrouw bij de dokter. BNN is een jongerenomroep die radio en televisie maakt voor jongeren tussen de 15 en 25 jaar en voor jongvolwassen tot 35

(29)

29

jaar. Maar eigenlijk is de omroep er, naar eigen zeggen, voor iedereen die zich jong voelt en

jong denkt.57 De omroep is opgericht in 1997 door Bart de Graaff en na zijn overlijden staan

de letters BNN voor Barts Neverending Netwerk (voorheen Barts News Network).

Voorbeelden van andere BNN-programma’s zijn Spuiten en Slikken, 3 op Reis en Je Zal Het Maar Hebben. Dat De Slag om Arnhem en De Langste Dag echte BNN-programma’s zijn, komt in eerste instantie door het feit dat de programma’s over jongeren gaan. Daarnaast proberen de programma’s jongeren te laten nadenken over de betekenis van vrijheid. Deze boodschap en de historische context van de programma’s zorgt ervoor dat ze een bijdrage leveren aan de maatschappelijke taak van de Nederlandse Publieke Omroep. De publieke omroep moet volgens de Mediawet zorgen voor een gevarieerd media-aanbod van informatie, cultuur, educatie en amusement voor niet alleen het grote publiek, maar ook

voor kleine doelgroepen en diverse bevolkingsgroepen.58 Dat De Slag om Arnhem en De

Langste Dag geproduceerd zijn door Eyeworks is geen verrassing. Eyeworks is namelijk één van de grootste producenten van reality-tv in Nederland.

De Slag om Arnhem werd op 3 mei 2012 uitgezonden en op 5 mei van datzelfde jaar herhaald. Het betreft een eenmalige aflevering van ongeveer 80 minuten, waarin elf

jongeren de kans krijgen om de geschiedenis te herbeleven. De jongeren bereiden zich voor op een parachutesprong boven de Ginkelse Heide, net zoals de Britse soldaten dat ruim 60 jaar geleden ook deden. Het programma is gebaseerd op het BBC-programma Destination D-Day: the Raw Recruits: een vijfdelige serie waarin 24 jonge mannen onder begeleiding van de Royal Marines en D-Day veteranen worden voorbereid op een simulatie van de landing op Normandië. De Langste Dag, opvolger van De Slag om Arnhem, werd uitgezonden in 2014 en bestond uit een reeks van acht afleveringen. De eerste aflevering werd uitgezonden op 2 maart en net zoals bij de Slag om Arnhem is Patrick Lodiers als presentator aan het programma verbonden. De afleveringen duren ongeveer 50 minuten. Opnieuw krijgen jongeren de kans om in de voetsporen van de geallieerde soldaten te treden en worden ze in een korte tijd klaargestoomd voor de ‘strijd’ in Normandië. Een strijd die niet iedereen zal meemaken, omdat gaandeweg verschillende kandidaten zullen afvallen. Het programma

57

BNN, ‘Algemene info: Wat is BNN’s doelgroep?’. Geraadpleegd op 13 mei 2015. <http://over.bnn.nl/info/algemene-info>

58

Rijksoverheid, ‘Media en publieke omroep’. Geraadpleegd op 13 mei 2015.

<http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/media-en-publieke-omroep/taken-en-organisatie-publieke-omroep>

(30)

30

werd genomineerd voor een Televizier-ring in de categorie ‘Best Reality’. De kijkcijfers van De Langste Dag schommelen tussen de 216.000 kijkers en 442.000 kijkers.59 De Slag om Arnhem telde op 3 mei 355.000 kijkers.60 Voor BNN zijn dit aardige cijfers. Spuiten en Slikken

(2015) telt iedere week ongeveer 300.000 kijkers61 en ook Je Zal Het Maar Hebben (2014)

scoorde rond dit getal.62 In vergelijking met andere primetime geschiedenisprogramma’s

vallen de cijfers echter een beetje tegen. Zo keken er naar De Gouden Eeuw (2013) wekelijks

ruim 700.000 kijkers.63

Naast de uitzendingen op televisie hebben beide programma’s ook een website64 en

een Facebookpagina65. De websites bevatten een uitgebreidere programmabeschrijving en

verschillende korte trailers. Ook kun je via de website afleveringen terugkijken. Dit kan ook via uitzendinggemist.nl van de NPO (Nederlandse Publieke Omroep). De Facebookpagina’s zijn gelijknamig aan de programma’s en bevatten veel extra informatie. Voor mijn onderzoek zijn vooral deze Facebookpagina’s interessant. Kijkers kunnen namelijk reageren op

berichten, waardoor inzicht kan worden verkregen in hun mening over de programma’s. Daarnaast biedt de Facebookpagina ruimte voor achtergrondinformatie, worden er vragen gesteld en staan er artikelen uit de pers online. Vooral rondom De Slag op Arnhem is op Facebook veel gedaan om de dialoog met de kijker op gang te brengen. De Facebookpagina’s

tellen respectievelijk 1514 en 3968 likes.66 Voor een BNN-programma is dat niet zoveel;

Spuiten en Slikken telt namelijk 252.923 likes en 3 op Reis 114.073 likes, maar voor een

historisch televisieprogramma is het best aardig.67 Andere Tijden telt namelijk 5890 likes.68

59

Stichting Kijkonderzoek, cijfers opgevraagd op 19 januari 2015, zie bijlage 1.

60 Stichting Kijkonderzoek, cijfers opgevraagd op 19 januari 2015, zie bijlage 1. 61

Mediacourant, ‘Bijna 300.000 kijkers voor Spuiten en Slikken’. Geraadpleegd op 19 mei 2015. <http://www.mediacourant.nl/2015/02/bijna-300-000-kijkers-voor-spuiten-en-slikken>

62 Mediacourant, ‘Nieuwe Je Zal Het Maar Hebben trekt 287.000 kijkers’. Geraadpleegd op 19 mei 2015.

<http://www.mediacourant.nl/2014/12/nieuwe-je-zal-het-maar-hebben-trekt-287-000-kijkers>

63

Televizier, ‘Het einde van de Gouden Eeuw’. Geraadpleegd op 19 mei 2015. <http://www.televizier.nl/nieuws/het-einde-van-de-gouden-eeuw.1509686.lynkx>

64

Zie voor De Slag om Arnhem <http://programma.bnn.nl/20/de-slag-om-arnhem/home> en voor De Langste

Dag <http://programma.bnn.nl/55/de-langste-dag/home>

65

Zie voor De Slag om Arnhem, de Facebookpagina ‘De Slag om Arnhem’

<https://www.facebook.com/slagomarnhem?fref=ts> en voor De Langste Dag, de Facebookpagina ‘De Langste Dag’ <https://www.facebook.com/delangstedagbnn?fref=ts>

66

Facebookpagina’s ‘De Slag om Arnhem’ en ‘De Langste Dag’. Geraadpleegd op 21 januari 2015.

67 Facebookpagina’s ‘SpuitenSlikken’ en ‘3 op Reis’. Geraadpleegd op 5 maart 2015.

<https://www.facebook.com/SpuitenSlikken?fref=ts> en <https://www.facebook.com/3opreis?fref=ts>

68 Facebookpagina ‘Andere Tijden’. Geraadpleegd op 5 maart 2015.

(31)

31 2.2 Het verleden is een spel

De eerste relatie met het verleden die ik hier wil behandelen, is het verleden is een spel. Deze relatie hangt sterk samen met de vorm van beide programma’s. In zowel De Slag om Arnhem als De Langste Dag worden spel- en wedstrijdelementen gebruikt om het verhaal rondom de oorlog te vertellen. Daarnaast is van belang dat de deelnemers uit de

programma’s daadwerkelijke gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog naspelen, zonder dat er uiteraard sprake is van een dreiging van een echte oorlog. Naast de vorm speelt ook de inhoud van de programma’s een rol in de totstandkoming van deze relatie. Dit zie je terug in de woordkeus van de presentator en in het soort geschiedenis waar het in De Slag om Arnhem en De Langste Dag omdraait.

Dat het (oorlogs)verleden in De Slag om Arnhem en De Langste Dag als een spel wordt gerepresenteerd, komt in eerste instantie door de vorm van beide programma’s. Beide programma’s zijn opgebouwd rondom een missie of opdracht. In de Slag om Arnhem is dat de parachutesprong boven de Ginkelse Heide en in De Langste Dag is dat de landing op Normandië en later in het programma het bereiken van Parijs. Om deze missie(s) te laten slagen, moeten de kandidaten verschillende opdrachten uitvoeren om zo steeds dichter bij het einddoel te komen. Voorbeelden van opdrachten zijn: het bouwen van een eigen tentenkamp, het afleggen van stormbanen, het onschadelijk maken van mijnen of het ontcijferen van morsecodes. Meestal worden de opdrachten opgedragen door de militaire leiding, bestaande uit instructeurs van de infanterie, de Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers, maar soms geeft presentator Patrick Lodiers uitleg. Op deze manier fungeren zij als een soort spelleiders. De militaire leiding beoordeelt vervolgens de uitkomst van de opdrachten. De opdrachten kunnen goed gaan, maar ook mislukken. Aan het halen of niet behalen van deze opdrachten zitten dan ook consequenties: een overwinning wordt beloond en een verlies wordt bestraft. In aflevering 4 van De Langste Dag worden de winnaars van de dag-opdracht beloond met een overnachting in een droge schuur, terwijl de verliezers voor

straf buiten moeten slapen in koude tentjes.69 De ergste ‘straf’ in beide programma’s is het

verlaten van het programma.

Hoewel het spelelement in beide series aanwezig is, komt deze in De Langste Dag het sterkst naar voren. Dit komt omdat de ergste straf, het verlaten van het programma, een

(32)

32

essentieel onderdeel van het programma is. Dit in tegenstelling tot bij De Slag om Arnhem. Daar verlaat alleen deelnemer Laurens het ‘spel’, omdat hij door de militaire leiding niet in staat wordt geacht een veilige parachutesprong te kunnen maken. De Langste Dag gaat een stapje verder. De eerste aflevering begint met dertig deelnemers en iedere aflevering vallen er kandidaten af, totdat er uiteindelijk in aflevering 3 achttien deelnemers overblijven die in twee groepen (de parachutisten en de infanteristen) meegaan naar Normandië. Kandidaten kunnen afvallen omdat ze zelf besluiten ermee te stoppen of omdat ze door de militaire leiding naar huis worden gestuurd. Nadat de achttien deelnemers in aflevering 3 hun landing op Normandië hebben gemaakt, zowel vanuit de lucht als vanaf het water, kent het

programma een twist. De deelnemers denken dat de landing het einde van hun avontuur is. Dit is echter niet het geval. Onder het mom van ‘in de oorlog wist men ook niet wat men kon verwachten’ wordt meegedeeld dat de strijd zich voortzet en dat niet langer met elkaar maar tegen elkaar wordt gestreden in een nieuwe missie: het bereiken (bevrijden) van Parijs met de meeste mankracht. Vanaf nu nemen de infanteristen het op tegen de parachutisten en komen beide teams tegenover elkaar te staan. De geallieerden streden in de oorlog echter tegen de Duitsers en niet tegen elkaar. Toch is de keuze om de teams tegen elkaar te laten strijden, een weloverwogen keuze vertelt Jeroen Schaap, eindredacteur en uitvoerend producent van het programma. Het zorgt voor spanning in het programma, spanning die het

mist omdat van een echte oorlog geen sprake is.70 Op deze manier wordt een historisch feit

verdraaid om zo de ervaring met het verleden te bevorderen. Na deze twist in het

programma kunnen kandidaten ook voor het eerst worden weggestemd. Wanneer een dag-opdracht wordt verloren, moet het verliezende team een medekandidaat naar huis sturen. Dit doen de teamleden door iemand te nomineren. Degene met de meeste nominaties verlaat vervolgens het programma.

Niet alleen de missies en opdrachten zorgen ervoor dat het verleden als een spel kan worden benaderd in de programma’s. Ook speelt tijd een grote rol in deze relatie, wederom met name bij De Langste Dag. De opdrachten moeten vaak binnen een bepaalde

tijdseenheid worden uitgevoerd. Bij De Langste Dag staat deze tijd vaak onder in beeld en zie je deze langzaam wegtikken. Daarnaast zijn de opdrachten meestal zo opgebouwd dat het erom gaat wie het snelst is. Wie bereikt als eerste het eindpunt op de kaart of als eerste de overkant van de rivier? Deze focus op tijd zorgt ervoor dat de programma’s meer op een

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jammer genoeg veel meer dan we denken. Hoe komt dit eigenlijk? En waarom heerst er nog steeds een taboe rond je eenzaam voelen? Tijdens deze voordracht hebben we het

 Verzeker uzelf dat vrouwelijke patiënten die zwanger kunnen worden in staat zijn zich te houden aan de aanbevolen anticonceptiemethoden tijdens het gebruik van vismodegib

muziektheatervoorstelling uit voor het hele gezin en in de zomer kunnen kinderen een week lang kunst maken tijdens onze kunst vakantieweek.. Daarnaast bieden we

De (levensloopbestendige) appartementen die het bestemmingsplan mogelijk maakt geven in het centrum van ’s Gravenzande invulling aan de behoefte aan gestapelde woningen voor

Docenten geven aan dat leerlingen niet goed zelf keuzes kunnen maken en zien ook dat hun leerlingen het lastig vinden om voor twee jaar tegelijk te kiezen. Na het moment van

Projecttitel 4a Coördinatiegroep functieverandering Regio Foodvalley Gewenst resultaat Periodiek overleg Gelderse gemeenten in de Regio Foodvalley Korte

Die scoren doorgaans goed, maar om even hoge kijkcijfers vast te stellen als tijdens ‘The mMsked Singer’ moeten we toch al 5 jaar terug in de tijd met ‘K3 zoekt K3’.. ‘The

Voor deze beoordeling moet je, net als vorig studiejaar, laten zien dat je je bewust verder aan het ontwikkelen bent richting een onderzoekende, autonome en betekenisgerichte