• No results found

Leidraad Participatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Leidraad Participatie"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdamse leidraad

voor participatie bij wijkvernieuwing

en complexgewijze aanpak

Leidraad

Participatie

Amsterdams Volkshuisvestingsoverleg

2 april 2010

(2)

Leidraad Participatie

Amster

damse leidraad

voor participatie bij wijkver

nieuwing

en complexgewijze aanpak

Amster dams V olkshuisvestingsoverleg 2 april 2010

(3)

3

Inhoud

1. Inleiding 5 2. W at is participatie? 7 Randvoorwaar de n

Zes dimensies van participati

e

3.

Participatie per fase van besluitvor

ming

10

Fase 1 - De strategiefas

e

Fase 2 - Onderzoeks- en visiefas

e Fase 3 - Pr ogramma- en ontwerpfase Fase 4 - Uitvoeringsfas e 4. Het participatieplan 16 5. Bijlagen 19 Bijlage 1 - Participatieladder 20 Bijlage 2 - V

oorbeelden van participatiemethoden per fase

22 Bijlage 3 - W ebsites 24 Bijlage 4 - Begrippen 25

(4)

4

1.

Inleiding

Deze Leidraad Participatie is geschr

even voor alle partijen die in

Amster

dam betr

okken zijn bij stedelijke vernieuwing en complexgewijze

aanpak bij r

enovatie van complexen of sloop- nieuwbouw pr

ojecten.

De behoefte aan een leidraad komt voort uit het ingrijpende karakter

van stedelijke vernieuwing en het gemeenschappelijke besef dat

communicatie met en participatie door bewoners onmisbaar is om

de stedelijke vernieuwing te verwezenlijken. De Leidraad Participatie

is bedoeld als houvast om in het pr

oces van stedelijke vernieuwing

en complex

gewijze aanpak te komen tot een gezamenlijke plan- en

besluit

vorming en een br

eed gedragen vernieuwing. Ook vormt de

leidraad een richtlijn om participatie door bewoners te stimuler

en.

De Leidraad Participatie is gemaakt in opdracht van het Amster

damse Volkshuisvestingsoverleg (A VO) 1 .

Leeswijzer

In deze leidraad leest u aller

eerst wat we onder participatie verstaan.

Vervolgens beschrijven we de fasen en besluitvorming in het planpr

oces

en geven we per fase een algemeen ambitieniveau aan. T

ot slot vindt u in

de Leidraad een model voor een participatieplan: een hulpmiddel om per

pr

(5)

6

7

2.

W

at is participatie?

In de praktijk gebruiken we het begrip participatie in verschillende

situaties. Begrippen als (formele) inspraak, communicatie en participatie

wor

den nogal eens door elkaar gebruikt. In dit hoofdstuk verhelder

en we

daar

om eerst wat we onder participatie verstaan.

Randvoorwaar

den

Participatie betekent deelnemen aan en een r

ol spelen in het

besluitvormingspr

oces. Om als bewoners te kunnen participer

en in

stedelijke vernieuwing moet aan een aantal randvoorwaar

den zijn voldaan:

Participatie lukt niet zonder perspectief. Dit betekent dat er vooraf

ƒ

duidelijkheid moet zijn over de r

echten, de r

ol en de verwachtingen

van bewoners.

Participatie komt alleen van de gr

ond als de betr

okken partijen hier

ƒ

ruimte voor bieden: financieel en qua beleid, planning, capaciteit en

commitment.

Participatie betr

eft zowel individuele als geor

ganiseer

de bewoners

ƒ

(in commissies of huur

dersver

enigingen).

Is er geen formele bewonerscommissie, dan stimuleert de

ƒ

corporatie dat deze wor

dt opgericht. Hierbij kunnen de bewoners

een ber

oep doen op de corporatie, op een Wijksteunpunt W

onen

of op het opbouwwerk.

Bewoners(gr

oepen) die participer

en krijgen in elke fase van het

ƒ

planpr

oces geld voor scholing, begeleiding en overlegfaciliteiten

(6)

8 W

Zes dimensies van participatie

e onderscheiden zes dimensies van participatie:

Het niveau van participatie;

1.

Het ber

eik van participatie;

2.

De br

eedte van participatie;

3.

Vormen en methoden van participatie;

4.

Or

ganisatie van participatie;

5.

Formele inspraak.

6.

1.

Het niveau van participatie

In een vernieuwingspr

oces vindt participatie plaats op verschillende

niveaus. De r

ol en invloed van bewoners varieert van geïnformeer

d tot geconsulteer d tot medeopdrachtgever . De participatieladder in bijlage 1 br engt rangor

de aan in de mate van participatie en gaat daarbij uit van

een ladder met vijf sporten.

W eten/informer en ƒ Raadplegen ƒ Adviser en/ontwerpen ƒ Mee beslissen ƒ Samenwerken ƒ 2. Het ber

eik van participatie

Bij stedelijke vernieuwing zijn veelal uiteenlopende gr

oepen bewoners

betr

okken die vaak met verschillende communicatiemiddelen wor

den

ber

eikt. Een goed ber

eik betekent dat de verschillende bewonersgr

oepen participer en in het vernieuwingspr oces. 3. Br

eedte van participatie

De br

eedte van de participatie geeft aan over welke onderwerpen

bewoners en ander

e belanghebbenden kunnen meepraten.

4.

V

or

men en methoden van participatie

Tijdens het vernieuwingspr

oces zijn verschillende vormen en methoden

van participatie mogelijk. In de bijlage 2 vindt u een overzicht van de

verschillende methoden en instrumenten. Meer informatie vindt u op

www .kei-centrum.nl, www .participatiewijzer .nl en www .kennisnetwerk-amster dam.nl. 5. Or

ganisatie van participatie

Geor

ganiseer

de participatie kan op verschillende manier

en vorm krijgen.

De meest voorkomende vorm is de bewonerscommissie. Het r

echt

op advies en/of instemming bij verkoop en ingrijpende r

enovatie is vastgelegd in de Overlegwet 4 . 6. For mele participatie

De stadsdelen en corporaties zijn bij r

enovatie, sloop-nieuwbouw

pr

ojecten en wijkvernieuwing gehouden aan een aantal wettelijke

verplichtingen tot inspraak. Zo moet de overheid zich houden aan haar

inspraakver

or

dening

2

en moeten de corporaties zich houden aan het

Besluit Beheer Sociale Huursector

3 (BBSH) en Overlegwet huur ders-verhuur der 4 . In Amster

dam bestaan bovendien nader

e afspraken tussen

partijen, zoals de samenwerkingsover

eenkomsten

5

tussen de corporaties

en hun huur

derskoepel, het Plaberum

6

(Plan- en besluitvormingspr

oces

ruimtelijke maatr

egelen) en het kader voor sociale plannen bij r

enovatie

en sloop-nieuwbouw pr

ojecten

7

(7)

10

11

3.

Participatie per fase van besluitvor

ming

Het pr

oces van stedelijke vernieuwing loopt volgens een aantal fasen

die zijn vastgelegd in het Plaberum. Het beschrijft het planpr

oces en

het bestuurlijke besluitvormingspr

oces. Het koppelt de voortgang

van het pr

oces aan bestuurlijke besluiten. Bij elk besluit wor

dt

bekeken of en hoe de volgende stap kan wor

den gezet. Zie: www

.

kennisbankruimtelijkesector

.nl/plaberum.

Fase 1 - Strategie

leidt tot een strategiebesluit

Fase 2 - Onderzoek en visievorming

leidt tot een pr

ojectbesluit

Fase 3 - Pr

ogramma en ontwerp

leidt tot een investeringsbesluit

Fase 4 - Uitvoering

leidt tot r

ealisering via

uitvoeringsbesluiten

Bewonersparticipatie is maatwerk en krijgt per pr

oject en fase vorm. De

Leidraad Participatie biedt met het model voor een participatieplan een

hulpmiddel om voor elk pr

oject en fase de participatie in te vullen. De

Leidraad Participatie koppelt de participatie tijdens stedelijke vernieuwing

en de fasen uit het Plaberum aan elkaar

. Dit leidt tot de onderstaande

stappen die op het gebied van participatie per fase gelden:

een initiatief nemen: een besluit dat er iets zou moeten gebeur

en;

ƒ

onderzoek doen, partijen benader

en en visie vormen;

ƒ

een plan uitwerken dat haalbaar is en gedragen wor

dt;

ƒ

dat plan uitvoer

en.

ƒ

Hier

onder bespr

eken we deze fasen in meer detail.

Fase 1 - De strategiefase

In de strategiefase gaat de ontwikkelende partij na of het gezien de

pr

oblematiek, het beleid en de mogelijkheden zinvol en wenselijk

is om voor een bepaald gebied of complex een plan te starten. De

haalbaarheid, de risico’

s en de consequenties wor

den verkend. Als

een (bestaand) gebied wor

dt aangepakt speelt de mening van belang

-hebbenden een r

ol bij het besluit. De strategiefase eindigt met een

strategiebesluit van het stadsdeel (Dagelijks Bestuur) en/of de (dir

ectie

van) de corporatie. Dit is een besluit om wel of niet te starten met het

planpr

oces, dat uiteindelijk moet leiden tot een concr

ete aanpak van een

complex of wijk.

Tijdens de strategiefase is de eerste stap om participatie te stimuler

en

contact op te nemen met ondersteunende or

ganisaties in de buurt,

zoals het Wijksteunpunt W

onen of opbouwwerk, om deze te informer

en.

Zij wor

den voornamelijk geraadpleegd (zie de participatieladder bij

bijlage

1), omdat in de strategiefase alleen een eerste analyse van de

situatie wor

dt gemaakt. V

oor het participatieplan (zie hoofdstuk 4) wor

dt

minimaal het niveau adviser

en van de participatieladder geadviseer

d,

omdat ook hier een gedragen plan het ver

der

e pr

oces gemakkelijker doet

verlopen.

Fase 2 - Onderzoeks- en visiefase

In de onderzoeks- en visiefase onderzoekt de ontwikkelende partij de

kwaliteiten, knelpunten, randvoorwaar

den, meningen van partijen en

haalbaarheid van oplossingen. Het r

esultaat van deze fase: een nota van

uitgangspunten met daarin een visie op de toekomst van het gebied en

een concr

(8)

12 Bij een stedelijk vernieuwingspr

oject is een vernieuwingsplan ook onder

-deel van deze fase. Een vernieuwingsplan is niet alleen een visie op de

toekomst maar ook een concr

ete vertaling naar keuzes over al dan niet

slopen, het soort woningen, de parkeer

oplossingen, gr

oenvoorzieningen

enzovoort.

De onderzoeksfase wor

dt afgesloten met een pr

ojectbesluit. Hierin staat

in gr

ote lijnen wat er waar wor

dt gebouwd (type woningen), of er wor

dt

gesloopt, wat de functies zullen zijn, hoe parker

en wor

dt opgelost en

waar gr

oen verschijnt, wat de financiële kaders zijn, hoe het pr

ojectbesluit

zich verhoudt tot een (te wijzigen) bestemmingsplan.

Zo nodig zet het stadsdeel een pr

ocedur

e in gang om het bestemmings

-plan aan te passen. De stadsdeelraad moet zich bij de besluitvorming

rond een vernieuwingsplan houden aan haar inspraakver

or

dening, waarbij

de bur

gers formeel inspraakmogelijkheid hebben. Bij complexgewijze

vernieuwing maakt de ontwikkelende partij niet alleen een nota van

uitgangspunten, maar ook een schetsontwerp of voorlopig ontwerp met

een eerste kostenraming.

Hoe zit het met participatie in de onderzoeks- en visiefase? Het is

belangrijk om bewonersor ganisaties en niet-geor ganiseer de gr oepen bewoners te betr ekken bij de pr obleemanalyse en de pr obleemdefinitie. Een pr

oduct in deze fase kan een pr

obleemanalyse zijn op basis van een

woonwensenonderzoek

8

onder bewoners. Uitgangspunt is om in deze

fase te raadplegen en te adviser

en (zie bijlage 1).

Zoals een gedeelde pr

obleemstelling een belangrijke basis is voor

oplossings

richtingen, is een gedeelde visie een belangrijk uitgangspunt

om tot een gedragen ontwerp te komen. In een (tussentijdse) menings

-peiling

9

wor

dt deze visie getoetst.

De ontwikkelende partij peilt of er onder de bewoners steun is voor de

aanpak en peilt de mening voor alternatieve oplossingen. Deze

fase

leent

zich bij uitstek voor raadplegen en adviser

en, maar ook voor samen

-werken en meebeslissen.

Bewonerscommissies hebben in deze fase het formele r

echt om

geïnformeer

d te wor

den over de plannen van de corporatie bij de

herstructur

ering van een wijk en om schriftelijk advies te geven. De

corporatie moet de bewoners

commissie hier

om vragen, tenzij de

commissie bij het participatie

plan van dit formele r

echt heeft afgezien.

Deze r

echten zijn vastgelegd in de Overlegwet huur

ders-verhuur

der

.

Fase 3 - Pr

ogramma- en ontwerpfase

In deze fase stellen de ontwikkelende partij, de gemeente en de

bewoners een concr

eet pr

ogramma en een ontwerp vast en de

ontwikkelende partij neemt een investeringsbesluit. Het is voor de

ontwikkelaar een beslissend moment: go or no go?

De ar

chitect en stedenbouwkundige maken een concr

eet plan. Daarnaast

ber

eidt de ontwikkelende partij een sociaal plan

10

voor

, zoekt zij

terugkeer

- en herhuisvestingsmogelijkheden, stelt ze hur

en vast en neemt

ze een fasering op. In de pr

ogramma- en ontwerpfase is ook ruimte om na

te denken over de inrichting en uitstraling van gebouwen en woningen,

over ontsluitingen, pleinen, gr

oen, parker

en en ander

e voorzieningen. Bij

stedelijke vernieuwing stelt de ontwikkelende partij een uitwerkings

plan

op en legt dit voor aan de stadsdeelraad. In het uitwerkings

plan staan de

uitkomsten van het maatschappelijk overleg en wor

dt duidelijk hoe die

uitkomsten terugkomen in de plannen.

Bij complex

gewijze vernieuwing maakt de opdrachtgever in samen

-werking met de ar

chitect een definitief ontwerp waarin het ontwerp wor

getoetst aan het bestemmings

plan en aan de bouwver

or

dening, en een

(9)

14

15

De ontwerpfase eindigt bij stedelijke vernieuwing met een investerings

-besluit. Stadsdelen en ontwikkelaars committer

en zich daarin aan een

plan, een pr

oces (fasering, sociaal plan) en een investering. In veel

gevallen neemt het stadsdeel in deze fase ook formeel een sloopbesluit

12

.

Ook in deze der

de fase is bewonersparticipatie nodig. V

oor bewoners

beginnen de plannen in de pr

ogramma- en ontwerpfase concr

eet te

wor

den en tot de verbeelding te spr

eken. De bewoners zijn mogelijk de

toekomstige gebruikers, of op zijn minst de ervaringsdeskundigen die de

pr

ofessionals kunnen meegeven hoe oplossingen in de praktijk wel en

niet werken. Het is dus belangrijk om ze te betr

ekken bij hun toekomstige

woon- en leefomgeving. Daarvoor bestaan veel methoden

13

.

Het is in elk geval belangrijk om over de manier waar

op individuele en

geor

ganiseer

de bewoners wor

den betr

okken vooraf in de participatie

-plannen duidelijkheid te geven en het pr

oces hier op af te stemmen. In de pr ogramma- en ontwerpfase vindt bestuurlijke besluitvorming plaats,

waarbij het nodig is dat bewoners officieel inspraak hebben r

ondom

de goedkeuring van het uitwerkingsplan en de aanpassing van het

bestemmingsplan. De fase wor

dt afgesloten met een draagvlakmeting

14

onder de bewoners. De invulling van deze draagvlakmeting staat in de

Kaderafspraken Sociaal Plan.

De participatieniveaus in deze fase variër

en van raadplegen en adviser

en

tot ontwerpen en samenwerken (medeopdrachtgeverschap). Bewoners

-commissies hebben in deze fase volgens de Overlegwet het formele

recht op een gekwalificeer

d advies over het pr

ogramma van eisen,

de planning en de uitvoering van de woningverbetering. Ook heeft

de bewonerscommissie adviesr

echt bij de invulling van het sociaal

plan op complexniveau. Dit geldt ook voor het opstellen van een

complexbeheerplan en het aanpakken van de sociale veiligheid.

Fase 4 - Uitvoeringsfase

De uitvoeringsfase bestaat uit de dir

ecte voorber

eiding en de uitvoering

zelf. Onder

deel van de voorber

eiding is dat de ontwikkelende partij, na

advies van het stadsdeel, een peildatum

15

(start herhuisvesting) aanvraagt.

Daarnaast stelt de ontwikkelende partij een interim-beheerplan

16

op

om de leefbaarheid in de periode van voorber

eiding en verbouwing te

bewaken. De ontwikkelende partij maakt met de bewoners individuele

afspraken en sluit contracten af over de kwaliteit en prijs van de

woningen, de tijdsduur van de verbouwing, de beschikbaarstelling van

wissel

woningen (bij terugkeer) of de herhuisvesting als stadsvernieuwings

-ur

gent

17

. De uitvoeringsfase eindigt als de aannemer de woningen

oplevert aan de ontwikkelende partij en aan de bewoners.

Ook in de uitvoeringsfase is participatie door bewoners van belang omdat

de plannen nog kunnen wijzigen. Het is daar

om goed om een pr

ocedur

e

af te spr

eken over hoe om te gaan met tussentijdse wijzigingen bij de

uitvoering van de plannen. Spr

eek bijvoorbeeld af dat de deelnemende

partijen elkaar tijdens de uitvoeringsfase r

egelmatig ontmoeten om te

overleggen over de bouw

. Ook moet de ontwikkelende partij samen met

de bewoners een interim-beheerplan voorber

eiden. Het participatieniveau

in deze fase is voornamelijk informer

en en raadplegen tijdens de

uitvoering, en adviser

en bij het vaststellen van het interim-beheer

(10)

16

4.

Het participatieplan

Zoals u in het vorige hoofdstuk hebt kunnen lezen, vormt participatie

van bewoners een vast onder

deel van elke fase van een stedelijk

vernieuwingspr

oject. Hoe bewonersparticipatie wor

dt ingericht

en uitgevoer

d, ligt vast in een participatieplan. De ontwikkelende

partij stelt dit plan per fase op in overleg met bewoners en ander

e

belanghebbenden. T

er ondersteuning raadplegen de deelnemende

partijen het Wijksteunpunt W

onen en/of het opbouwwerk. Deze

or

ganisaties hebben een br

eed netwerk in de buurt én expertise op het

gebied van participatie. De ontwikkelende partij stelt samen met het

stadsdeel en bewoners het participatieplan vast.

Een aantal belangrijke zaken die in een participatieplan aan de or

de

komen, zijn:

een doelstelling waaruit de waar

de van het participatietraject blijkt;

ƒ

de r

ol en positie van bewoners (or

ganisaties) in het ƒ vernieuwingspr oject; welke personen en or ganisaties verantwoor

delijk zijn voor het

ƒ

participatietraject;

wie er deelnemen aan het participatietraject: pr

ofessionals,

ƒ

bewoners, ander

e belanghebbenden;

de tr

ede op de participatieladder per fase;

ƒ

de financiële randvoorwaar

den en verantwoor

delijkheden;

ƒ

een communicatieplan per fase van het participatietraject;

ƒ

werkvormen en or

ganisatie van het participatietraject, inclusief

ƒ

pr

ocesafspraken met alle participanten. Denk aan: hoeveel

bijeenkomsten, werkwijze, verslaglegging;

verantwoor

delijkheid en r

olver

deling bij de uitvoering van het

ƒ

participatietraject op alle onder

delen: inhoud, voorzitterschap

tijdens bijeenkomsten, communicatie, r

ol van pr ojectleiding, bestur en enzovoort; de tijdsplanning; ƒ

invulling van de onafhankelijke ondersteuning voor bewoners

ƒ

(budget/partijen);

afspraken over r

eactietermijnen voor bewonersor

ganisaties en

ƒ

eventuele formele of wettelijk verplichte besluitvorming;

het moment waar

op het participatietraject eindigt en de manier

ƒ

waar

op bewoners er daarna bij betr

okken blijven. Denk aan

(interim-)beheer en het r

echt op inbr

eng of contr

ole tijdens de

uitvoering van het pr

oject.

De ontwikkelende partij maakt na elke fase een verslag van de

resultaten van de participatie. Ook geeft zij aan welke adviezen en

keuzes uit het participatietraject zij overneemt in de vernieuwings-

en uitwerkingsplannen. De ontwikkelende partij legt hierbij ook

minderheidsstandpunten vast, zodat deze voor later

e fasen in de

uitvoering of besluitvorming niet verlor

en gaan. Elke fase wor

dt

afgesloten met een evaluatie van het participatietraject met alle

partijen die hebben deelgenomen. Een nieuwe fase start pas nadat de

(11)

18

19

Participatieladder

1.

Voorbeelden van participatiemethoden per fase

2. W ebsites en literatuur 3. Begrippen 4.

5.

Bijlagen

(12)

20

1.

W

eten/informer

en

Participatie begint bij kennis delen. Bij stedelijke vernieuwingspr

ojecten –

van vernieuwingsplan tot uitvoering, van sloopbericht tot herhuisvesting,

van sloop- en nieuwbouw tot gr

ootschalig r

enovatiepr

oject – moeten

bewoners weten wat er speelt. Dit is een onontbeerlijk fundament in

het participatietraject. De partners die betr

okken zijn bij de stedelijke

vernieuwing zijn verplicht om te informer

en, transparant te oper

er

en en

hun keuzes in stedelijke vernieuwingspr

ojecten te bear gumenter en. De r ol van de bewoner * hierbij is toehoor der .

2.

Raadplegen

De betr

okken partners bepalen in hoge mate de agenda, maar zien

betr

okkenen als gespr

ekspartners bij de besluitvorming over het pr

oject

of plan. De r

esultaten uit de gespr

ekken zijn niet bindend voor de

besluitvorming. De betr

okken partners toetsen bij bewoners hoe zij over

het conceptplan denken en infomer

en hen over de r esultaten. De r ol van de bewoner * hierbij is geconsulteer de.

3a.

Adviser

en

Bewoners kennen hun woning en omgeving. V

aak kunnen zij prima

adviser

en over de conceptplannen voor de buurt of voor nieuwe

woningen. In principe stellen de betr

okken partners de agenda samen,

maar zij geven bewoners

*

tijdens de planontwikkeling gelegenheid om

pr

oblemen aan te dragen en oplossingen te formuler

en. V

oor

dat er

een uiteindelijk besluit wor

dt genomen in een fase wor

dt aan bewoners

advies gevraagd. De fase wor

dt afgesloten met een schriftelijk advies van

de bewoners. De betr

okken partners verbinden zich aan deze al of niet

gevraagde adviezen, maar kunnen hiervan bear

gumenteer d afwijken. De r ol van de bewoner * hierbij is adviseur .

Bijlage 1 - Participatieladder

3b.

Ontwerpen

Een variant van adviser

en is (mee)ontwerpen. Bewoners

*

zijn

ervaringsdeskundig, en zullen – zeker bij terugkeer – graag meetekenen

aan het conceptplan of conceptplannen voor buurt of woning. Stedelijke

partners scheppen ruimte om bewoners

*

te laten meetekenen aan de

plannen. De r ol van de bewoner * hierbij is medeontwerper .

4.

Meebeslissen

Een plan wor

dt alleen ter besluitvorming voor

gelegd als een bepaald

per

centage bewoners erachter staat. Stedelijke partners en bewoners

*

spr

eken van tevor

en af welk per

centage dit is, op welke onder

delen

van het plan of pr

oject bewoners meebeslissen, en hoe dat wor

dt

gemeten. Stedelijke partners nemen de beslissing van bewoners over

,

mits is voldaan aan hun ander

e voorwaar

den. Deze voorwaar

den zijn

bijvoorbeeld van financiële of wettelijke aar

d en moeten al voor

dat het

plan wor

dt voor

gelegd bekend zijn.

De r ol van de bewoner * hierbij is medebeslisser .

5.

Samenwerken

Samenwerken is de hoogste vorm van participatie: samen tekenen, samen

beslissen, samen uitvoer en en/of samen betalen. In samenwerkingsvormen tussen de ver

eniging van eigenar

en

18

en de corporatie bijvoorbeeld: in

contractvorm leggen partners dan vast wie wat doet en wanneer

. Deze

vorm zien we weinig in stedelijke vernieuwing, maar is in de r

egulier

e

bewoning goed toe te passen.

De r ol van de bewoner * hierbij is samenwerkingspartner . * W

aar in deze ladder ‘bewoner(s)’ staat, bedoelen we al of niet geor

ganiseer

(13)

22

23

Bijlage 2 - V

oorbeelden van

participatiemethoden per fase

Fase 1 - Strategie

Pr obleem (h)erkennen Enquêtes Interviews Foto’ s Schouwen Wijkgespr ekken Kwaliteitspanels

Mapping (het in kaart br

engen)

Fase 2a - Onderzoek

Pr obleem analyser en W orkshop Expertmeeting

Methoden om consensus te ontwikkelen

Fase 2b - V

isie

Pr obleemstelling opstellen Nieuwsbrief Draagvlak meten Informatieavonden Wijkconfer enties Enquête Oplossingsrichtingen/ oplossingsvarianten verkennen In kleine kring W erkatelier Expertmeeting Excursies Brainstorm

Gericht vragen stellen

Scenariomethode Dr oomgr oepen In br ede kring Manifestatie Themabijeenkomsten Digitaal debat Planning for r eal

Fase 3 - Pr

ogramma en ontwerp

Criteria en randvoorwaar den benoemen W erkatelier Plannen uitwerken W erkatelier Expertmeeting Excursies Ronde tafel Themabijeenkomsten Vaststellen Draagvlakmeting

Fase 4 - Uitvoering

Huis-aan-huisbezoek Overleg Bouwver gadering Overleg

(14)

24

Bijlage 3 - W

ebsites

W

ebsites over methodieken, r

egels enz.

www .kei-centrum.nl ƒ www .participatiewijzer .nl ƒ www .huur ders.info ƒ www .kennisbankruimtelijkesector .nl ƒ www .wonen.amster dam.nl/pr o ƒ www .kennisnetwerk-amster dam.nl ƒ www .wonen.amster dam.nl/stedelijke/dossier_wijkaanpak ƒ

De partijen en hun websites

De huur dersver eniging Amster dam: www .huur dersver ƒ amster dam.nl De Amster

damse Federatie van W

oningcorporaties: www .afwc.nl ƒ De gemeente Amster dam: www .amster dam.nl ƒ

De stadsdelen van de gemeente Amster

dam: www .amster dam.nl/ ƒ stadsdelen De dienst W onen, Zor g en Samenleven: www .wzs.amster dam.nl ƒ

Or

ganisaties voor bewonersondersteuning

Het Amster dams Steunpunt W onen: www .steunpuntwonen.nl ƒ De Wijksteunpunten wonen: www .wswonen.nl ƒ

Bijlage 4 - Begrippen

Het A VO is het Amster dams V olkshuisvestings Overleg 1. Het A VO is een r

egulier overleg van de gemeente Amster

dam, de

stads

delen, de Amster

damse Federatie voor W

oningcorporaties

en de Huur

ders

ver

eniging Amster

dam. Zij overleggen over

de ontwikkelingen in de volks

huisvesting en de leefbaarheid.

Ook zijn deze partijen betr

okken bij de Beleidsover

eenkomst

W

onen. Het overleg spitst zich toe op afspraken met de sociale

sector (corporaties). Naast het voorber

eiden van nieuwe beleids

-over

eenkomsten wor

dt gespr

oken over de voortgang van afspraken

en over tussentijdse knelpunten en actualiteiten. Zie ook www

.wonen. amster dam.nl/pr o/beleid_en_onderzoek/beleid_huurwoningen/ amster dams?ActItmIdt=66987. De inspraakver or

dening is de nu geldende Inspraakver

or

dening

2.

2003

Dit is een algemene ver

or

dening van de gemeente Amster

dam

waarin ger

egeld wor

dt over welke onderwerpen wel en geen

formele inspraak op beleids

voornemens wor

dt gegeven, wie

inspraakger

echtigd is, wat de vorm van de inspraak is, de termijnen

van de inspraakperiode en de verslag

legging van de meningen die

naar vor

en gebracht zijn. Op basis van deze ver

or

dening wor

dt door

de stadsdelen een eigen ver

or

dening samen

gesteld. Zie ook www

.

regelgeving.amster

dam.nl/centralestad/inspraakver

or

dening_2003.

Het BBSH is het Besluit Beheer Sociale Huursector

3.

Het BBSH is een algemene maatr

egel van bestuur

, vastgesteld

door de minister

. Het besluit r

egelt onder ander

e de toelating, de

werkzaamheden en de verplichte pr

estaties van woning

corporaties.

(15)

26

27

W

et op het overleg huur

ders verhuur

der

4.

Deze wet wor

dt ook wel de Overlegwet genoemd en geldt voor alle

sociale verhuur

ders en voor particulier

e verhuur

ders die 25 of meer

woningen bezitten. De wet geeft huur

ders

or

ganisaties het r

echt op

overleg met de verhuur

der bij belangrijke beleidsbeslissingen over de

huurwoningen. Zie ook www

.W

etten.Overheid.nl.

Samenwerkingsover

eenkomsten

5.

Dit zijn afspraken tussen verhuur

ders en de huur

derskoepels waarin

de r

echten en plichten van beide partijen wor

den beschr

even. De

samen

werkings

over

eenkomsten van de corporaties zijn aan te vragen

bij de verschillende koepels of bij de betr

ef

fende corporatie. Zie ook

www

.huur

ders.info/?id=280.

Het Plaberum is Plan- en besluitvor

mingspr

oces ruimtelijke

6.

maatr

egelen

Het Plaberum beschrijft het planpr

oces, het bestuurlijke besluit

-vormings

pr

oces en biedt per fase van het planpr

oces een overzicht

van de te lever

en pr

oducten. Door de voortgang van het pr

oces te

koppelen aan bestuurlijke besluiten blijven de risico’

s beheersbaar

.

Bij elk besluit wor

dt bekeken of en hoe de volgende stap kan wor

den

gezet. In het Plaberum wor

den de verschillende gemeentelijke

trajecten beschr

even: planvorming, het juridisch/ planologische

traject, contract

vorming en besluitvorming. Het nieuwe Plaberum kent

vier fasen. Elke fase wor

dt afgesloten met een bestuurlijk besluit. Zie

ook bouw

brief 38 uit 2006 op www

.kennisbankruimtelijkesector

.nl/

plaberum.

Kaderafspraken voor sociale plannen van 11 maart 2009

7.

Dit document bevat een aantal stedelijk geldende kaderafspraken

die als basis wor

den gebruikt voor het op lokaal niveau vaststellen

van sociale plannen (pr

oject, -buurt of stads

deel

niveau) bij alle

nieuwe ingr

epen zoals ingrijpende r

enovatie en sloop-nieuwbouw

. De

kaderafspraken voor sociale plannen bij sloop en verbetering hor

en bij de Beleids over eenkomst W onen Amster dam 2007 t/m 2010. Zie ook www .wonen.amster dam.nl/pr o/beleid_en_onderzoek/@66988/ beleidsover eenkomst. Een woonwensenonderzoek 8.

Een woonwensenonderzoek of woonbelevingsonderzoek is een

onderzoek naar de beoor

deling, door de bewoner

, van verschillende

aspecten van de huidige woning en woon

omgeving. Dit onderzoek

wor

dt vooral bij de start van een pr

oject gebruikt om nader

e

informatie te krijgen over de sterke en zwakke kanten van de

woningen of de woon

omgeving (onderzoeksfase).

Een (tussentijdse) meningspeiling

9.

Een tussentijdse meningspeiling is een onderzoek dat wor

dt

uitgevoer

d tijdens de visiefase om te kunnen beoor

delen of ideeën/

visies gedeeld wor

den.

Een sociaal plan

10.

Een sociaal plan is een uitwerking van de kaderafspraken voor

sociale plannen (nr 7) en bevat een r

eeks van afspraken omtr

ent de

rechtspositie van en voorzieningen voor de bewoner bij een concr

eet

renovatie of slooppr

oject.

Een uitwerkingsplan

11.

Een uitwerkingsplan bestaat uit: de stedenbouwkundige visie, de

pr

ogrammatische uitgangspunten, de fasering inclusief een sociaal

plan voor de huidige bewoners en ondernemers, omgang met

wettelijke randvoorwaar

den en de financiële haalbaarheid.

Een sloopbesluit

12.

Een sloopbesluit is een formeel besluit van de gemeente/ het

stadsdeel om sloop van een pand/ complex toe te staan. Der

gelijke

besluiten wor

den als onder

deel van een bundel kaderbeslissingen

(nieuwe bestemming, verwerving, exploitatie, sociale plannen) voor

een specifiek actiegebied genomen.

Participatiemethoden

13.

Participatiemethoden zijn werkwijzen die in verschillende situaties, bij

verschillende doelgr

oepen gebruikt kunnen wor

den om de deelname

van bewoners bij het ontwikkelen van plannen zoveel mogelijk te

bevor

der

(16)

28

Een draagvlakmeting

14.

Dit is een onderzoek waarbij aan het eind van het planvormingspr

oces

door een onafhankelijke partij het draagvlak wor

dt gemeten onder

bewoners van een complex of een wijk voor een voor

gestelde aanpak.

In Amster

dam zijn nader

e r

egels over

eengekomen tussen stedelijke

partijen voor de uitvoering van de draagvlakmeting (zie kader sociaal

plan).

Een peildatum

15.

Peildatum: de datum die door Bur

gemeester en W

ethouders wor

dt

aangemerkt als aanvangs

datum van de herhuisvesting van de

bewoners van een sloop- of r

enovatiecomplex. V

anaf de peildatum

kunnen de legale hoofdbewoners stadsvernieuwingsur

gent wor

den.

De aanvraag wor

dt ingediend door de ontwikkelaar bij de dienst

W

onen, Zor

g en Samenleven, die alvor

ens te beslissen advies vraagt

aan het stadsdeel. De peildatum valt meestal één tot anderhalf jaar

voor de start van de ingr

eep (r

enovatie of sloop).

Een interim-beheerplan

16.

Een interim-beheerplan is een r

eeks afspraken tussen verhuur

der

,

huur

ders, politie, stadsdeel (diensten) die moet garander

en dat een

buurt tijdens de vernieuwing schoon, heel en veilig blijft.

Een stadsver

nieuwingsur

gent

17.

Een stadsvernieuwingsur

gent is een woningzoekende die een

voorrangspositie heeft verkr

egen in verband met de sloop of

renovatie van zijn/haar woning. De r

echten van deze ur

genten zijn

vastgelegd in stedelijke convenanten (de Kaderafspraken bij Sloop

en V

erbetering en het Draaiboek W

oonruimtebemiddeling) en in het

sociaal plan van het pr

oject.

Een ver

eniging van eigenar

en

18.

Een V

er

eniging van Eigenar

en (VvE) behartigt de gemeenschappelijke

belangen. De VvE is verantwoor

delijk voor

- en heeft zeggen

schap

over de (gemeen

schappelijke delen van) het gebouw

. Het beheer

komt in hoofdzaak neer op het beslissen over onderhoud en gebruik

van de gemeen

(17)

Amsterdams Volkshuisvestingsoverleg

2 april 2010

Een pdf versie van deze Leidraad is te vinden op

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

maatschappelijke verandering gaande is. Het stimuleren en faciliteren van burgerinitiatieven sluit naadloos aan op het bedrijfsplan, de trend, maar ook op de conclusies

Vanaf de dag dat u bent ingeschreven in de BRP, heeft u 18 maanden de tijd om workshop(s) te volgen, waarin u geleerd krijgt hoe de arbeidsmarkt in Nederland werkt en waarom het

Pilots inburgering van start tot finish, deel 3: Brede intake en persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP).. Pilots inburgering van start tot finish, deel 3 Pilots

Einddoelstelling participatie Datum doelstelling behaald Omschrijving actieplan Afspraken over intensiteit. Activiteit/subdoel

'HET BEHANDELPLAN WORDT UITGETEKEND LOUTER OP BASIS VAN HET SOORT KANKER, NIET OP BASIS VAN WAT EEN PATIËNT ZELF WIL' MELISSA HORLAIT, ONDERZOEKSTER VUB... Welke

Het is verkeerstechnisch gezien niet noodzakelijk deze calamiteiten ontsluiting op te waarderen tot een volledige ontsluiting.".. Zijn er mogelijkheden bekeken om de

Medicatie en vaccins tegen COVID-19 zouden gratis moeten zijn voor de patiënten die het nodig hebben, en betaalbaar voor onze collectieve sociale zekerheid.. Grote farmareuzen

 Inwoners willen weten waarom er in de RES alleen wordt gekeken naar wind en zonne- energie.  Inwoners willen weten of er ook al wordt gekeken naar windmolens op zee. 