• No results found

View of Mart van Lieburg, Erasmus MC. Vijf eeuwen geneeskunde en gezondheidszorg in Rotterdam 1465-1965

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Mart van Lieburg, Erasmus MC. Vijf eeuwen geneeskunde en gezondheidszorg in Rotterdam 1465-1965"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BOOK REVIEWS

BOOKREVIEWS

185

Mart van Lieburg, Erasmus MC. Vijf eeuwen geneeskunde en gezondheidszorg in Rotterdam 1465-1965 (Utrecht: Matrijs, 2019). 271 p. ISBN 9789053455623. DOI: 10.18352/tseg.1188

Het boek Erasmus MC. Vijf eeuwen geneeskunde en gezondheidszorg in Rotter-dam 1465-1965 is een fors boek op (het naar mijn smaak wat onhandige) kof-fietafelformaat. Het maakt dat, ofschoon het rijkelijk gevuld is met fraaie il-lustraties en het aantal pagina’s tekst net boven de niet al te schokkende 250 ligt, het toch om een enorme hoeveelheid woorden gaat. Dat is natuurlijk ook niet verwonderlijk als vijf eeuwen geschiedenis moeten worden behandeld, al gaat het dan ‘slechts’ om louter de medische geschiedenis van één stad. Van Lieburg – die zich duidelijk op medisch professionals richt, ik neem tenmin-ste aan dat niet iedereen meteen weet wat ‘anusatresie’ (p. 140) of ‘scrofulo-se’ (p. 144) is – maakt volkomen duidelijk dat die geschiedenis rijk is geweest. Allen die op zoek zijn naar informatie over de hospitalen en geneesheren (en later ook enkele -dames) die de havenstad heeft gekend, zal zijn hart opha-len bij dit boek – waarin overigens wel heel veel wordt geciteerd, zeker in de hoofdstukken die de periode tot pak ’m beet 1800 behandelen, ofwel: juist de periode waarin het taalgebruik het verst van het huidige taalgebruik afstaat en verschillen van interpretatie dus het makkelijkst kunnen ontstaan. Deze infor-matiedichtheid neemt niet weg dat er vragen zijn. Sterker: het is de informa-tiedichtheid die tot vragen leidt.

Ten eerste: historisch gezien is er weinig reden om 1965 als eindpunt te ne-men. De medische geschiedenis van Rotterdam werkte immers, zo wordt ook wel duidelijk, allesbehalve continu naar het in dat jaar opgerichte Erasmus MC toe. Dit geldt echter nog meer voor de in de titel genoemde begindatum, die louter gekozen lijkt te zijn om er een mooie vijf eeuwen van te kunnen maken. Nergens in het boek wordt het jaartal verder nog genoemd. Maar dit is niet het voornaamste.

In de inleiding wordt als reden voor het schrijven van dit boek opgegeven dat er weinig bekend is over het medische verleden van Rotterdam omdat die stad ‘nu eenmaal graag zijn imago van een bruisende haven- en handelsstad (koestert), waar het vooral om het heden en de toekomst gaat, niet om het ver-leden zoals dat in andere steden en dan vooral ook in oude universiteitssteden zo zichtbaar aanwezig is. (…) En dat terwijl er zoveel is waarop Rotterdammers in het algemeen en de werkers in het Erasmus MC in het bijzonder trots kun-nen zijn.’ (p. 11) Behalve dat deze lezer zich toen meteen afvroeg waarom het Erasmus MC dan wél maar de medische faculteiten in bijvoorbeeld Amster-dam, Leiden en Nijmegen géén medisch historici in dienst hebben, is het de

ISSN15721701.pinn.TSEG20203.indb 185

(2)

186

VOL. 17, NO. 3, 2020 TSEG

vraag waar zij trots op zouden moeten zijn. Hoezo kan (moet?) iemand die werkt op het Erasmus MC trots zijn op wat Erasmus heeft geschreven? Of fier op wat een of andere arts uit de zeventiende eeuw heeft gepresteerd? En nog belangrijker: al weet ik dat sommige politici hier ‘ja’ op zullen zeggen, is het de taak van een historicus om mensen in het heden trots te laten zijn op het ver-leden? Dit probleem verklaart meteen waarom het voornamelijk een verhaal van naar de opvatting van de schrijver memorabele zaken is geworden, ook al rept de inleiding expliciet van ‘hoogte- en dieptepunten’, ‘successen en mis-lukkingen’, ‘vernieuwers en dwaalgeesten’, waarbij uiteraard meteen de vraag moet worden gesteld waardoor een succes of een mislukking, een vernieuwer of een dwaalgeest, een hoogte- of een dieptepunt wordt gedefinieerd.

Het boek ontbeert kortom een vraagstelling behalve dan: wat is ‘de’ medi-sche geschiedenis van Rotterdam, wie waren de medici van Rotterdam, waar stonden de vele medische instellingen en wat gebeurde daar. Het maakte dat althans deze recensent zich meermaals afvroeg: waarom moet ik dit weten? Wat moet ik met deze kennis? De hoeveelheid mijns inziens overbodige infor-matie is dan ook groot, óók als het inderdaad de bedoeling is geweest een op-somming te geven van wat er allemaal is gedacht en gedaan en gebouwd. Wat bijvoorbeeld is de functie van de opmerking dat iemand niet in het Genees-kundig Jaarboekje van 1900 stond, omdat hij het jaar ervoor was verhuisd? (p. 116) Als het – gezien de einddatum van 1965 – de bedoeling was om een op-somming te geven van al wat tot de stichting van het Erasmus MC heeft geleid, waarom dan ook aandacht voor allerlei zaken die met de universitaire medi-sche opleiding niets van doen hebben, zoals heilgymnastiek?

Dit wreekt zich ook in het onverklaard blijven van bepaalde keuzes – die, ondanks de schijnbare volledigheid, uiteraard zijn gemaakt. Het resulteert in zinnen als: ‘Daarbuiten mogen enkele feiten en gebeurtenissen niet onver-meld blijven.’ ( pp. 86-87) ‘Ja hoor’, denk ik dan, ‘dat mag best. Graag zelfs.’ Meerdere malen heb ik na weer een hele opsomming met een zucht ‘namen, namen, namen’ naast de kantlijn geschreven. En ook de enkele keer dat er wordt gesteld dat een bepaalde zaak ‘stilzwijgend kan worden gepasseerd’ – woorden overigens die meteen werden gevolgd door de mededeling dat en-kele andere zaken wel ‘moeten worden genoemd’ – (p. 100), blijft uitleg over het waarom daarvan achterwege, terwijl bij gebrek aan vraagstelling zij de le-zer niet zomaar duidelijk kunnen zijn. En dat is dan nog afgezien van de vraag waarom er eigenlijk gezegd moet worden waar wel en waar niet aan wordt voorbijgegaan. Wat de lezer niet weet, zal de lezer niet missen.

Dit gebrek aan vraagstelling wreekt zich tevens daarin dat ontwikkelin-gen vaak wel worden ontwikkelin-genoemd, maar niet verklaard. Er wordt gezegd dat op een bepaald moment iets zo en zo was en dat dit een tijd later anders was

ge-ISSN15721701.pinn.TSEG20203.indb 186

(3)

BOOK REVIEWS

BOOKREVIEWS

187

worden. De lezer blijft in het ongewisse over de verklaring hiervoor, zoals bij-voorbeeld van het gegeven dat in tegenstelling tot vijf jaren eerder in 1903 ‘de gemeenteraad alsnog (besloot) tot afschaffing van het sanitaire toezicht’ (p. 104). Een stoplap als ‘verrassend genoeg’ (p. 136) wordt dan weliswaar aan-trekkelijk, maar is een zwaktebod. Een lezer van een historisch werk wil niet verrast worden, hij of zij wil dat een ontwikkeling hem of haar duidelijk wordt gemaakt. En waarom moet bij de zogenoemde Eudokia-rede van Abraham Kuyper expliciet worden gezegd dat deze ‘magistraal’ was? (p. 231). Zo’n bij-voeglijk naamwoord voegt niets toe als niet wordt uitgelegd wat er dan zo ma-gistraal aan die rede was.

Soms is het overigens, ook voor deze leek op het gebied van de medische zorg te Rotterdam, duidelijk dat de informatie domweg niet klopt. Zo wordt op p. 226 van dit niet geannoteerde boek geschreven dat een arts in 1916 dienstdeed in een Rode-Kruisambulance naar de Balkanoorlog. In 1916 zit-ten we midden in de in 1914 uitgebarszit-ten Eerste Wereldoorlog waar de Bal-kanoorlogen aan vooraf gingen. En tijdens die Eerste Wereldoorlog is er geen Rode-Kruisambulance de Nederlandse grens overgegaan. Tenslotte: het boek had een goede redactie kunnen gebruiken gezien het redelijk grote aantal taal-fouten.

Leo van Bergen

ISSN15721701.pinn.TSEG20203.indb 187

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op voorhand hebben we alle paragrafen verdeeld over de beschikbare lessen, want als een leerling op dinsdag koos voor de werkles, dan moest de activerende les van de woensdag

De vraag die bij mij speelt, is dan ook niet óf ik dit opnieuw wil gaan opzetten, maar alleen: welke geschik- te tekst rondom een persoon of gebeurtenis is nog meer geschikt om in

 Indien het gesponsorde product specifiek bestemd is voor een doelgroep van het Erasmus MC (bijvoorbeeld uitsluitend patiënten van een Erasmus MC-polikliniek of deelnemers aan

Wim Arends van de provincie, maar daarnaast ook actief in zijn eigen adviesbureau Osaka, is naar eigen zeggen al jarenlang geïnteresseerd in bovenstaand probleem en vraagt zich af

Vanaf het 2008 zijn voor a!!e bekostigde onderwljsfnstellingen de inrichtingsvereisten van de Regeling en RJ660 van kracht. Ingeval van bekostigd onderwijs, dat is verbonden

Wanneer een klein kind een zeer ruwe weg te bewandelen heeft, of reizen moet in de duisternis, of diepe wateren moet doorgaan, zegt hij tot zijn vader: ik vrees dat

Verreweg het meest genoemde knelpunt is de inkomstenverrekening: ‘We zitten elke maand weer kunstjes te doen.’, ‘Het is onhandig dat mensen te maken hebben met twee regimes die

Afhankelijk van uw situatie wordt gekeken of u met eigen vervoer naar het Erasmus MC hier naartoe kunt gaan of dat vervoer met de ambulance nodig is..  Als u met eigen vervoer