• No results found

Onderzoek loonbedrijven : algemeen overzicht van het gebruik van machines, arbeid en kapitaal op 41 loonbedrijven in 1961

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek loonbedrijven : algemeen overzicht van het gebruik van machines, arbeid en kapitaal op 41 loonbedrijven in 1961"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S i c? </ •• 4 2 / / f j , v

L n

'öio S E P A R A A T

No. '

?-G e s t e n c i l d e M e d e d e l i n g

ONDERZOEK LOONBEDRIJVEN

ALGEMEEN OVERZICHT VAN HET GEBRUIK VAN MACHINES, ARBEID EN KAPITAAL OP 41 LOONBEDRIJVEN IN 1961

door

Ir. W. P. M. CORSTIAENSEN

met medewerking van

K. MARTENS, J. BOUMA en J. VISSER

Jaargang 1963 No. 5

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

(2)

GESTENCILDE MEDEDELING Jaargang 19&3 - no. 5

O N D E R Z O E K L O O N B E D R I J V E N

Algemeen overzicht van het gebruik van machines, a r b e i d en k a p i t a a l op U1 loonbedrijven i n 1961

door

I r . W.P.M. Corstiaensen met medewerking van

K. Martens, J . Bouma en J . Visser

I n s t i t u u t voor Landbouwtechniek en R a t i o n a l i s a t i e Dr. S.L. Mansholtlaan 12

(3)

Onderzoek loonbedrijven

INLEIDING

Het a g r a r i s c h loonbedrijf i s een t o e l e v e r i n g s b e d r i j f van landbouwwerk-werkzaamheden. Aansluitend aan Gestencilde Mededeling 1963 no. b wordt thans een v e r s l a g uitgebracht over de werkzaamheden b i j de onderzochte loonbedrijven i n 1961. Deze bleken n l . zeer v e r s c h i l l e n d t e z i j n en hou­ den nauw verband met het werkgebied en de beheersvorm van e l k l o o n b e d r i j f . De b i j h e t onderzoek betrokken bedrijven kunnen we a l s volgt indelen : Groep 1 2 3 1+ 5

6

z u i d e l i j k e zandgronden p a r t i c u l i e r e bedrijven o o s t e l i j k e " M It zuidwestelijke k l e i r i v i e r k l e i g r o n d e n coöperatieve p a r t i c u l i e r e coöperatieve p a r t i c u l i e r e coöperatieve Totaal 1 1 3 stuks s t u k s 13 stuks 6 s t u k s stuks s t u k s 7 1 1+1 bedrijven De v e r r i c h t e werkzaamheden

Uit h e t onderzoek i s gebleken, dat e r v e e l v e r s c h i l l e n d e werkzaamheden door deze bedrijven worden v e r r i c h t . Het ene b e d r i j f h e e f t v e e l a l een andere groep werkzaamheden dan h e t ander. Deze v e r s c h i l l e n hangen nauw samen met het produktieplan van de landbouwbedrijven i n de s t r e e k . Op de z u i d e l i j k e zandgronden zullen de bewerkingen z i j n aangepast aan h e t g r o t e r e percentage bouwland, dat daar t e n opzichte van de o o s t e l i j k e

zandgronden wordt aangetroffen. Ook z i j n de werkzaamheden a f h a n k e l i j k van de groep machines, d i e de bedrijven hebben aangeschaft. De p a r t i c u l i e r e loonbedrijven z u l l e n eerder modernere machines aanschaffen dan de coöpe­ r a t i e v e loonbedrijven, omdat b i j de l a a t s t e groep de besluitvorming wordt vertraagd door de medezeggenschap van de l e d e n .

Het a a n t a l bedrijven per groep loopt i n de d i v e r s e gebieden s t e r k u i t e e n . Het middelen van de gegevens i s a l l e e n dan verantwoord, wanneer de b e d r i j ­ ven voldoende r e p r e s e n t a t i e f z i j n voor de s t r e e k . We menen, dat b i j u i t ­ s l u i t i n g van h e t coöperatieve loonbedrijf op de r i v i e r k l e i g r c n d e n de groepen a l s geheel een beeld geven van de b e d r i j v i g h e i d van de loonbedrijven i n h e t gebied. Zeker z i j n de gegevens voldoende r e p r e s e n t a t i e f om een globale indruk hiervan t e k r i j g e n .

I n de t a b e l l e n 1 , 2 en 3 z i j n de gegevens v e r s t r e k t van de z u i d e l i j k e en o o s t e l i j k e zandgronden en voor e l k gebied van de p a r t i c u l i e r e en coöpe­ r a t i e v e loonbedrijven.

De b e l a n g r i j k s t e werkzaamheden worden i n procenten uitgedrukt van r e s p . de t o t a l e bruto-opbrengst, h e t t o t a a l a a n t e l machine-uren en h e t t o t a a l a a n t a l manuren. De machine-uren en manuren z i j n e f f e c t i e v e u r e n .

I n t a b e l b z i j n de voornaamste werkzaamheden van de p a r t i c u l i e r e loonbe­ d r i j v e n op de zuidwestelijke kleigronden en van een coöperatief l o o n b e d r i j f op de r i v i e r k l e i g r o n d e n op dezelfde wijze weergegeven.

S t n o . 50Î+-2000-12/11 -163.

(4)

2

-Vergelijking van de werkzaamheden op de z u i d e l i j k e en o o s t e l i j k e zand­ gronden.

a . I n t a b e l 1 i s i n procenten uitgedrukt het aandeel van de v e r s c h i l l e n d e werkzaamheden i n het t o t a a l van de bruto-opbrengst van de d i v e r s e groepen b e d r i j v e n . B i j de v e r g e l i j k i n g van de bruto-opbrengsten moeten w i j ons r e a l i s e r e n , dat werkzaamheden, vclke worden uitgevoerd met dure machines op de voorgrond t r e d e n . Daarnaast h e e f t h e t meer of minder i n t e n s i e v e gebruik van de machines een g r o t e invloed. Uit de gegevens b l i j k t , dat de graanoogst i n beide gebieden de voornaamste p l a a t s inneemt. Op do zuide­ l i j k e zandgronden vormen het s t a t i o n a i r dorsen, h e t binderen en het maai-dorsen r e s p . 1 9 , 5 , en 7 , 7 % of t o t a a l 32,8 % van de t o t a l e b r u t o -opbrengst; op de o o s t e l i j k e zandgronden i s d i t r e s p . 1 8 , 6 ,

6,k

en 12,5 % of t o t a a l 37,5 % van de t o t a l e bruto-opbrengst.

Op de o o s t e l i j k e zandgronden i s de hoeveelheid graan per 100 ha c u l t u u r ­ grond ongeveer 2 / 3 van de hoeveelheid op de z u i d e l i j k e zandgronden. H i e r u i t kunnen we concluderen d a t , voorzover h e t de graanoogst b e t r e f t , een gemiddeld loonbedrijf op de o o s t e l i j k e zandgronden b i j n a 1|? maal het werkgebied h e e f t van een g e l i j k groot loonbedrijf op de z u i d e l i j k e zandgronden, Wanneer we «rnneiron, dat i n beide gebieden r e l a t i e f een­ z e l f d e hoeveelheid door de landbouwbedrijven z e l f wordt gehinderd en g e d o r s t .

Immers deze bedrijven hebben maaidorsmachines i n gebruik. De coöpera­ t i e v e bedrijven hebben de'/:e machines nog n i e t .

De p a r t i c u l i e r e loonbedrijven z i j n p r o g r e s s i e v e r .

B i j de g r a s - en hooioogst kunnen we een v e r g e l i j k i n g maken op b a s i s van werkzaamheden a l s grasmaaien, inkuilen en opraappersen. Op de z u i d e l i j k e zandgronden z i j n deze werkzaamheden r e s p . 3 , 5 , 10,0 en 13,0 % en t o t a a l 26,5 % en op de o o s t e l i j k e zandgronden r e s p . 6 , ^ , 5,1* en 19,9 % en t o t a a l

31,7 % van de t o t a l e bruto-opbrengst, Op de o o s t e l i j k e zandgronden wordt v e e l geperst en naar verhouding minder machinaal ingekuild. Op de zuide­ l i j k e zandgronden wordt h e t machinaal inkuilen meer t o e g e p a s t . B i j het persen wordt h e t beeld enigszins verstoord door het s t r o p e r s e n . De omvang van h e t grasmaaien i s omgekeerd evenredig aan het percentage machinaal i n k u i l e n . Dit i s b e g r i j p e l i j k , omdat b i j h e t maaikneuzen h e t grasmaaien v e e l a l komt t e v e r v a l l e n .

Vergelijken we h e t p a r t i c u l i e r e met h e t coöperatieve loonbedrijf dan z i e n we, evenals b i j de graanoogst, dat het p a r t i c u l i e r e b e d r i j f meer gebruik maakt van nieuve werktuigen. Heb raaehinaal inkuilen met maai-kneuzers wordt tweemaal zo vee.L toegepast b i j h e t p a r t i c u l i e r e loonbe­ d r i j f a l s b i j het coöperatieve l o o n b e d r i j f . B i j het opraappersen i s geen v e r s c h i l aanwezig op de z u i d e l i j k e gronden, op de o o s t e l i j k e gronden moet h e t aanwezige v e r s c h i l worden t „geschreven aan het e x t r a stropersen door de p a r t i c u l i e r e loonbedrijven.

B i j h e t ploegen en h e t grondfrezen i s h e t aandeel i n de bruto-opbrengst op de z u i d e l i j k e zandgronden g r o t e r dan op de o o s t e l i j k e zandgronden. Tussen het p a r t i c u l i e r e en het coöperatieve loonbedrijf z i j n s l e c h t s k l e i n e v e r s c h i l l e n waarneembaar.

Het aandeel'van h e t spuiten i n de bruto-opbrengst i s op de z u i d e l i j k e zandgronden g r o t e r ( g r o t e r e oppervlakte t e s p u i t e n gewassen). Opmerkelijk i s , dat de coöperatieve loonbedrijven naar verhouding meer s p u i t e n dan de p a r t i c u l i e r e loonbedrijven-, Ten opzichte van h e t s p u i t e n kan d i t

onder-zoekingsmateriaal e c h t e r n i e t voldoende r e p r e s e n t a t i e f worden g e a c h t , omdat h e t spuiten n i e t door a l l e bedrijven wordt uitgevoerd, w e l l i c h t een gevolg van h e t zeer g e s p e c i a l i s e e r d z i j n van d i t werk.

(5)

B i j de overige werkzaamheden z i j n de percentages zo k l e i n , dat hiermede bezwaarlijk vergelijkingen kunnc-n worden gemaakt.

b . I n t a b e l 2 i s i n procenten uitgedrukt het aandeel van de verschillende werkzaamheden i n het t o t a a l a a n t a l machine-uren van de groepen b e d r i j v e n . Ook h i e r i s het aandeel van de graanoogst zeer g r o o t , maar k l e i n e r dan b i j de bruto-epbrengst.

Op de z u i d e l i j k e zandgronden z i j n de werkzaamheden' s t a t i o n a i r dorsen,

binderen en maaidorsen r e s p . 1 3 , 9 , 6 , 3 en 2,U t o t a a l 22,6 % op de o o s t e ­ l i j k e zandgronden r e s p . 1 3 , 6 , 6,k en 3,S %, t o t a a l 23,8 %• Dit v e r s c h i l komt overeen met hetgeen i s geconstateerd b i j de bruto-opbrengst, toen we op 32,8 r e s p . 37,5 % kwamen.

B i j de onderlinge v e r g e l i j k i n g van h e t p a r t i c u l i e r e met h e t coöperatieve loonbedrijf zien we dat h e t a a n t a l draaiuren b i j deze werkzaamheden voor h e t p a r t i c u l i e r e loonbedrijf ongunstiger i s geworden door het inschakelen van de maaidorsmachine. Het s t a t i o n a i r dorsen en het binderen z i j n a f g e ­ nomen door h e t maaidorsen. Op de o o s t e l i j k e zandgronden i s d i t s t e r k e r

aanwezig dan op de z u i d e l i j k e zandgronden. Hoewel d i t v e r s c h i j n s e l ongunstig i s t e n opzichte van de machinebezotting i n h e t l o o n b e d r i j f , hebben we i n de toekomst rekening t e houden met h e t toenemen van h e t s t e r k arbeidsbesparende maaidorsen. B i j de g r a s - en hooioogst z i j n de percentages machine—uren voor

het grasmaaier,, inkuilen en cprcappersen op de z u i d e l i j k e zandgronden r e s p . 5 , 7 , 8 , 9 en 7,^+ %, t o t a a l 22,0 £,op de o o s t e l i j k e zandgronden r e s p . 11,7 , 6 , 0 en 9 , 9 %» t o t a a l 27,6 %. De v e r s c h i l l e n z i j n overeenkomstig aan d i e , welke voorkwamen b i j de v e r g e l i j k i n g van de bruto-opbrengst (26,5 % en 31,7 %) Vergelijken we de percentages van deze werkzaamheden van de p a r t i c u l i e r e en coöperatieve loonbedrijven, dan constateren we, dat de machine-bezetting i n h e t p a r t i c u l i e r e loonbedrijf gunstiger i s door h e t meerdere gebruik van de maaikneuzer, hoewel h e t grasmaaien en het opraapdorsen' i e t s ongunstiger i s . De mechanisatie h e e f t b i j deze werkzaamheden een gunstig e f f e c t gehad en h i e r b i j h e e f t momenteel h e t p a r t i c u l i e r e loonbedrijf een voorsprong. B i j h e t ploegen en h e t grondfrezen tezamen i s het aandeel i n de machine­ uren b e l a n g r i j k g r o t e r dan het aandeel b i j de bruto-opbrengsten.

De oorzaak hiervan l i g t i n de gemiddelde l a g e r e opbrengsten per machine­ u u r , omdat de gebruikte machines goedkoper z i j n . Op de z u i d e l i j k e zand­ gronden i s h e t aandeel van deze werkzaamheden b e l a n g r i j k g r o t e r , omdat e r meer bouwland aanwezig i s . Tussen de p a r t i c u l i e r e en coöperatieve l o o n ­ bedrijven z i j n de v e r s c h i l l e n g e r i n g .

B i j h e t spuiten i s het a a n t a l machine-uren i n a l l e groepen bedrijven zeer g e r i n g . Veelal behoeft i n deze gebieden s l e c h t s een gering a a n t a l gewassen i n een k o r t e periode bespoten t e worden.

Het spuiten van aardappelen komt s l e c h t s sporadisch voor. Mocht d i t e c h t e r toenemen, hetgeen t e verwachten i s , dan zal' h e t a a n t a l gebruiks-uren van de spuitmachine wel toenemen, maar door de geringe oppervlakte aardapppelen i n deze gebieden z a l deze toeneming n i e t van g r o t e betekenis kunnen worden.

Van de overige werkzaamheden z i j n het mestrijden en h e t aardappelrooien wat h e t a a n t a l machine-uren b e t r e f t , b e l a n g r i j k e r geworden i n v e r g e l i j k i n g met de belangrijkheid van deze werkzaamheden t e n opzichte van de b r u t o -opbrengsten. Het z i j n weer werkzaamheden n e t v e e l manuren per h a , d i e men a f s t o o t .

Op de o o s t e l i j k e zandgronden i s het aandeel van het mestrijden g r o t e r dan op de z u i d e l i j k e zandgronden. De r e l a t i e f g r o t e r e v e e s t a p e l i n deze gebieden i s h i e r n i e t vreemd aan.

(6)

- k

-c . I n t a b e l 3 i s i n pro-centen uitgedrukt h e t aandeel van de v e r s -c h i l l e n d e werkzaamheden i n het t o t a a l van de ei'fectieve manuren van de groepen b e ­ d r i j v e n .

Het a a n t a l tffe.ctieve manuren h e e f t een g r o t e betekenis voor de r e n t a b i l i ­ t e i t van het l o o n b e d r i j f ; Het i s derhalve n u t t i g na t e gaan welke werkzaam­ heden een b e l a n g r i j k aandeel h i e r i n hebben.

Het aandeel van de graanoogst i s ook h i e r weer g r o o t .

Op de z u i d e l i j k e zandgronden z i j n de aandelen van h e t s t a t i o n a i r dorsen, h e t binderen en h e t naaidersen r e s p . 1 8 , 0 , 8 , 5 en 3 , 7 t o t a a l 30,2 op de o o s t e l i j k e zandgronden- z i j n deze r e s p . 1 6 , 2 , 8 , 9 en 5S0 %, t o t a a l

30,1 %. We zien h i e r h e t z e l f d e beeld a l s b i j de machine—uren, z i j het dan d a t de beide gebieden nu met een g e l i j k percentage u i t de bus komen. B i j de v e r g e l i j k i n g van de p a r t i c u l i e r e met de coöperatieve loonbedrijven

zien we, dat naar verhouding minder manuren e f f e c t i e f kunnen worden gemaakt b i j h e t p a r t i c u l i e r e loonbedrijf', ornaat h e t binderen en het s t a t i o n a i r d o r ­ sen g e d e e l t e l i j k z i j n vervangen door h e t maaidorsen. Dit v e r s c h i l i s g r o t e r op de o o s t e l i j k e dan op de z u i d e l i j k e zandgronden. Dat d i t v e r s c h i l g r o t e r i s dan b i j de machine-uren moet toegeschreven worden aan de a r b e i d s b e z e t t i n g van de betrokken machines.

Immers, men h e e f t b i j het s t a t i o n a i r dorsen v e e l a l 2 man of meer en d i k ­ w i j l s wordt door h e t loonbedrijf b i j h e t binderen ook een tweede man b i j g e l e v e r d .

B i j de g r a s - en hooioorst z i j n de percentages manuren b i j het grasmaaien, i n k u i l e n en opraappersen op de z u i d e l i j k e zandgronden r e s p . H,8, 10,0 en 7,1* t o t a a l 22,2$,op de o o s t e l i j k e zandgronden r e s p . 9 , 9 , 6 , 7 en 9»6 t o t a a l 26,2 %, Het gezamenlijk percentage i s h i e r b i j g r o t e r cp de o o s t e ­ l i j k e zandgronden door liet hogere percentage grasmaaien en persen.

Op de z u i d e l i j k e zandgronden i s het aandeel van h e t inkuilen h e t b e l a n g ­ r i j k s t .

Vergelijken we de p a r t i c u l i e r e loonbedrijven met de coöperatieve, dan zien we d a t deze oogst b i j de p a r t i c u l i e r e loonbedrijven een b e l a n g r i j k g r o t e r percentage a r b e i d inneemt. Dit i s vooral veroorzaakt door h e t machinaal k u i l e n . Het p a r t i c u l i e r e loonbedrijf h e e f t h i e r een gunstiger a r b e i d s b e z e t ­ t i n g .

liet aandeel van het ploegen en h e t grondfrezen i n de t o t a l e e f f e c t i e v e arbeid i s zeer b e l a n g r i j k op de z u i d e l i j k e zandgronden, namelijk.tezamen 23^5 %• Op de o o s t e l i j k e zandgronden z i j n deze werkzaamheden van i e t s geringere betekenis,namelijk 13»3 %.

Evenals b i j de machine-uren i s de a r b e i d s b e z e t t i n g b i j het s p u i t e n s l e c h t s van zeer geringe b e t e k e n i s .

Van do overige werkzaamheden z i j n het mestrijdcn en vervolgens h e t a a r d -afypelenrooicn b e l a n g r i j k . Op de o o s t e l i j k e zandgronden i e t s meer dan op de z u i d e l i j k e zandgronden en b i j de p a r t i c u l i e r e bedrijven i e t s meer dan b i j de coöperatieve loonbedrijven.

C-lobale berekening van de hoeveelheid loonwerk per ha cultuurgrond.

De hoeveelheid loonwerk per ha cultuurgrond kan men globaal b e c i j f e r e n u i t de gegevens van h e t dorsen van h e t g r a a n . Immers, p r a k t i s c h a l h e t graan wordt door h e t loonbedrijf g e d o r s t . Dit kan s l e c h t s eenmaal geschieden. We kunnen h e t a a n t a l ha berekenen d a t de gezamenlijke loonbedrijven op de

z u i d e l i j k e en o o s t e l i j k e zandgronden hebben g e d o r s t , door h e t a a n t a l machine­ uren t e delen door de c a p a c i t e i t per uur van h e t s t a t i o n a i r dorsen, r e s p . h e t maaidorsen. H i e r u i t v o l g t dat op d e z u i d e l i j k e zandgronden +_ 2639 ha werd gedorst door 1U bedrijven en op de o o s t e l i j k e zandgronden _+ 2858 ha door 19 b e d r i j v e n .

(7)

V/anneer we voorts aannemen, dat deze groep loonbedrijven op gemiddelde bedrijven hebben gevorkt i n hun gebied, dan kunnen we v i a h e t percentage granen de opp. cultuurgrond ven h e t t o t a l e werkgebied van deze groepen bedrijven berekenen. Dolen we de t o t a l e opbrengst van deze groepen b e ­ d r i j v e n door het a a n t a l verkregen ha van het werkgebied, dan r e s u l t e e r t d i t i n h e t gemiddelde bedrag, dat per ha cultuurgrond aan loonwerk wordt besteed.

Op de z u i d e l i j k e zandgronden kwamen we 7.0 op een bedrag aan loonwerk van _+ 5 110,— per ha en op de o o s t e l i j k e zandgronden aan _+ 5 70,— per h a .

De werkzamheder. op de zuidwestelijke kleigronden

De werkzaamheden cp do zuidwestelijke kleigronden hebben een geheel andere samenstelling,,dan op de zandgronden. We hebben h i e r t e maken niet 7 p a r t i c u ­ l i e r e loonbedrijven, welke gemiddeld een g r o t e r e omvang hebben.

Op de zandgronden was de gemiddelde bruto-opbrengst per b e d r i j f _+ 555 •000,—, op de zuidwestelijke kleigronden vas d i t _+ V 160.000,—.

Door de g r o t e spreiding van deze bedrijven over hot zuidwestelijk k l e i ­ gebied i s h e t n i e t r.ogelijk u i t deze gegevens de hoeveelheid loonwerk per ha cultuurgrond globaal t e berekenen. Door J . v . d . Lely, medewerker van het Landbouw-Econcnisch I n s t i t u u t , w e r d i n het Loonbedrijf no. 12 (1962) berekend dat op de Zeeuwse eilanden f 17U s— en cp de Zuidhollandse eilanden

5 23b,—/ha cultuurgrond a l s werR door derden voorkwam.

I n t a b e l kk z i j n de procenten berekend van de opbrengst, het a a n t a l machine-uren en h e t a a n t a l manmachine-uren, welke b i j de v e r s c h i l l e n d e werkzaamheden z i j n b e r e i k t .

I n t a b e l l+ kolom 1 zien we , d a t deze groep bedrijven ruim 29 % van de b r u t o -opbrengst h e e f t verkregen u i t het maaidoreen. Op g r o t e a f s t a n d wordt d i t werk gevolgd door het spuiten en h e t persen met r e s p . 12»0 en 11,3 %• Dan zien we h e t s t a t i o n a i r dorsen met 7 , 4 £ . Hieruit zien we, d a t h e t s t a ­ t i o n a i r dorsen s t e r k afgenomen i s . Het binderen komt n i e t meer voor b i j deze l i j s t van werkzaamheden. Voorts t r e f f e n we een se-rie werkzaamheden a a n , welke betrekking hebben op de werkzaamheden voor het (gemengde) akkerbouwbedrijf, zoals h e t ploegen, b i e t e n r o o i e n , v l a s plukken, t r a n s p o r t van landbouwpro­ ducten, stalmest r i j d e n en grasmaaien. De l a a t s t e werkzaamheid h e e f t gedeel­ t e l i j k oôk betrekking cp het maaien van erwten. Diverse soorten grondbewer­ kingen z i j n i n h e t programma aanwezig, o . a . voer opvulling van de \ o o r j a a r s ­ p e r i o d e . De verscheidenheid van werkzaamheden i s groot maar wordt s t e r k overheerst door h e t maaidorser:, het spuiten en het persen.

I n kolom 2 z i j n de percentage;-; aan machine-uren gegeven. Hier zien we, dat

h e t maaidor3en nog h e t hoogste percentage h e e f t , maar d i r e c t wordt gevolgd door het t r a n s p o r t van landbouvprodukten ( b i e t e n t r a n s p o r t ) en het ploegen. Cp enige a f s t a n d komt nu het persen. Dit beeld i s gewijzigd i n v e r g e l i j k i n g met de percentages van de brutc-opbrengst en «

B i j de bruto-opbrengstcn z i j n de dure machines naar voren gekomen met hun hoge opbrengsten per u u r . Ku komen meer de machines naar voren, welke de meeste draaiuren maken. Het t r a n s p o r t van landbouwproducten en h e t ploegen z i j n i n de p l a a t s gekomen van het spuiten en h e t s t a t i o n a i r dorsen.

I n kolom 3 z i j n de percentages aan manuren gegeven.

Hier komen d i e werkzaamheden naar voren, welke per machine v e e l arbeidsuren vragen. Nu s t a a t h e t s t a t i o n a i r dorsen bovenaan, gevolgd door het maai-dorsen, het t r a n s p o r t van landbouwproducten er: het ploegen. Uit deze g e ­ middelde c i j f e r s van 7 loonbedrijven zou men mogen concluderen, dat de s p r e i ­ ding van de werkzaamheden, verdeeld over het gehele j a a r , zowel wat b e t r e f t de bruto-opbrengst a l s het aanta] machine-uren en het a a n t a l manuren gun­ s t i g i s . Vooral wanneer we de v e l e v e r s c h i l l e n d e voorjaarswerkzaamheden t e ­ zamen nemen. Deze l a a t s t e , z i j n e l k voor zich van geringe b e t e k e n i s , maar tezamen betekent deze groep een aanvulling van de e f f e c t i e v e arbeidsuren i n de p e r i o d e , waarin leegloop i s t e verwachten.

(8)

De vraag i s e c h t e r of e l k b e d r i j f van deze greep deze v e e l z i j d i g h e i d h e e f t opgebracht. Uit de beoordeling van de bedrijven a f z o n d e r l i j k b l i j k t , dat enkele bedrijven een zeer gunstige verdeling hebben, verschillende bedrijven hebben h e t accent zeer zwaar liggen b i j de oogstwerkzaamheden, t e r w i j l één b e d r i j f zeer g e s p e c i a l i s e e r d i s , namelijk i n spuiten en ploegen.

De g r o t e verscheidenheid van de akkerbouwgewassen i n d i t gebied i s oorzaak, dat h e t loonbedrijf een u i t g e b r e i d machine-park h e e f t .

Hiermede kon dan worden b e r e i k t , dat de a r b e i d over een zeer groet gedeelte van h e t j a a r e f f e c t i e f werd besteed.

De werkzaamheden op do rivierkleigrondcn

Voor de werkzaamheden op de r i v i c r k l e i g r c n d e n i n N-Brabant was maar één b e d r i j f i n het onderzoek betrokken. Het was een coöperatief l o o n b e d r i j f . I n t a b e l 1+B z i j n op dezelfde wijze de gegevens v e r s t r e k t a l s b i j de voorgaan­ de groepen b e d r i j v e n .

De werkzaamheden van d i t loonbedrijf hebben nauwe samenhang met het produktie plan i n d i t gebied. Het landbouwbedrijf i s een gemengd b e d r i j f , waarbij

naast h e t grasland de t e e l t van granen overweegt. R i v i e r k l e i i s een m o e i l i j k t e ploegen grond. De zware t r e k k e r s b i j h e t loonbedrijf z i j n b e t e r i n s t a a t deze grond t e ploegen, dan het vaak l i c h t e r e m a t e r i a a l van de b o e r , wanneer a l t h a n s de opdrachten op t i j d verden verkregen.

I n de kolom van de bruto-opbrengsten zien we, d a t h e t persen, h e t maaidorsen, het ploegen, het kuilen en h e t spuiten de voornaamste werkzaamheden z i j n . Deze werkzaamheden z i j n ongeveer g e l i j k verdeeld over de akkerbouw- en de g r a s l a n d - e x p l o i t a t i e . Tezamen omvatten ze 68 ,1+ % van de t o t a l e bruto-opbrengs Opvallend i s , dat h i e r het s t a t i o n a i r dorsen zeer ver a c h t e r komt i n de r i j van de voornaamste werkzaamheden, evenals h e t binderen. I n deze coöperatie i s de graanoogst v r i j w e l v o l l e d i g ' op maaidorsen gebaseerd. De oorzaak hiervan moeten' we zoeken i n h e t gemengde landbouwbedrijf, d a t door de s c h a a r s t e aan arbeidskracht de arbeidstoppen v r i j w e l geheel overdraagt aan h e t l o o n b e d r i j f . I n de kolom van de machine-uren s t a a t h e t ploegen bovenaan ; d i t werk wordt ge volgd door k u i l e n , persen en stalmest r i j d e n . Dat h e t ploegen z o ' n b e l a n g r i j k werk i s i n deze c o ö p e r a t i e , i s t o e t e s c h r i j v e n aan de zeer zware gronden, welke vee.1 t r e k k r a c h t vragen.

Ook b i j d i t b e d r i j f zien we, dat e r een g r o t e verscheidenheid i s i n do werk­ zaamheden. De voorjaarswerkzaarnheden z i j n i n aanto.l ook goed vertegenwoordigd Met deze verscheidenheid moet het mogelijk z i j n de arbeid i n het loonbedrijf v r i j r e d e l i j k t e b e z e t t e n . De leegloop i n de winter z a l echter s t e e d s g r o t e r worden, omdat h e t s t a t i o n a i r dorsen, nu nog enige procenten van h e t t o t a a l , s t r a k s v r i j w e l geheel z a l verdwijnen.

Slotopmerking

Uit h e t voorgaande overzicht van werkzaamheden kunnen we concluderen, d a t h e t loonbedrijf i n h e t algemeen s p e c i a a l g e r i c h t i s op de u i t v o e r i n g van ocgstwerkzaamheden. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd met v e e l a l dure machines. liet b e l a n g r i j k s t e werkseizoon van het loonbedrijf i s s t e r k afhan­ k e l i j k van de aard van het landbouwbedrijf. Op de zandgronden met h e t g e ­

mengde bedrijf z u l l e n de g r a s - en hooioogst en de graanoogst de b e l a n g r i j k s t e werkzaamheden z i j n . I n de streken met het gemengde akkerbouwbedrijf i s de oogst van de akkerbouwgewassen het b e l a n g r i j k s t . Wanneer deze oogst een g r o t e verscheidenheid van gewassen omvat, z a l de werkperiode voor h e t l o o n ­ b e d r i j f l a n g en gunstig kunnen z i j n .

(9)

7

-Voorts moeten we c o n s t a t e r e n , dat h e t s t a t i o n a i r dorsen s t e r k afneemt. Hiervoor i n de p l a a t s komt h e t maaidorsen, maar t e g e -l i j k z a -l men moeten accepteren, dat de moge-lijkheid voor het v e r r i c h t e n van e f f e c t i e v e arbeid i n dc winterperiode hierdoor afneemt. Het ploegen i s ook een b e l a n g r i j k e bezigheid i n het l o o n b e d r i j f . Dit werk i s welkom, omdat hierdoor h e t percentage e f f e c t i e v e t i j d opgevoerd kan worden. Vooral op de zandgronden kan de loonwerker n i e t zeker z i j n van d i t werk, omdat v e l e boeren z e l f h e t ploegen kunnen uitvoeren en a l l e e n dan d i t werk u i t handen geven, wanneer z i j i n moeilijkheden komen. Anders l i g t d i t op zwaardere gronden, waar h e t ploegen meer aan t i j d i s gebonden. Z i e t een boer geen kans voor de winter z i j n land geploegd t e k r i j g e n , dan z a l de hulp van het loonbedrijf worden gevraagd. Op de zeer zware gronden, waar de boer n i e t beschikt over zware t r e k k e r s , kan het ploegen een regelmatig voorkomend werk z i j n voor het l o o n b e d r i j f .

Voorts hebben we g e z i e n , dat b i j deze groep loonbedrijven het p a r t i c u ­ l i e r e loonbedrijf eerder de moderne machines e x p l o i t e e r t dan h e t coöpe­ r a t i e v e l o o n b e d r i j f .

(10)

Tabel 1 . Brutg-opbrengsten i n % van b e t t o t a a l .

z u i d . zar.dgron ien o o s t . zandgronden a l l e p a r t . corp. a l l e p a r t . coëp. bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven

ploegen 9 , 6 9 , 6 9 , 7 5 ,8 5,5 ' 6,1+ s t a t . dorsen 19,5 17,7 26,9 18,6 12,1+ 35,5 grondfrezen 8 , 1 8 , 0 8,1+ 2 , 2 2,1+ 1 . 8 k u i l e n 10,0 11 ,3 5 , 0 5 il' 6 , 1 3,U mestrijden 5,1 5 , 3 U,3 6 , 2 6 , 8 1+ ,6 persen 13,0 13,0 12 ,3 19,9 21 ,2 16,1+ aardappc-lrooien 5 , 8 5 , 7 5 , 9 6 , 8 7 , 3 5 , 6 binderen 5 , 6 li ,8 9 , 2 6 tk k , 2 1 2 , 3 grasmaaien 3» 5 3 . 5 3 . 8 6 , k 6 , 1 7 . 3 grondverzet 1 , 9 0,1 0 , 2 0 , 3 0,1 maaidorson 7 , 7 9 , 5 - 12,5 17,1 -landbouwtransport 0 , 9 1,1 0 , 1 1 . * 1 . 7 0 , 7 spuiten 6 , 2 5 , 8 - 7 , 8 3 , 7 3,^ )+,6 schijven 0 , 3 0 , 6 1 , 8 0 , 5 0 , 6 0 , 1 zagen 0 ,1 0 , 1 - 1 , 0 1 , 0 0 , 9 bietenrooien 0 , 9 0 , 2 3 , 5 - - -g i e r r i j d e n 0 , 0 0 , 0 - 0 , 3 0 , 5 -poten - - - 0 , 6 0 , 8 -c u l t i v â t e r e n 0 , 2 0 , 2 0 , 2 o, u 0 , 5 0 , 0 grondtransport 0 , 0 0 , 1 - 0 , 3 0,1+ -overige werkzaamheden 1 , 1 1,1 0 , 5 1 , 7 0 , 3 T o t a a l : 100 100 100 100 100 100

(11)

Tabel 2 . ïfechine-uren i n % .

z u i d . zandgronden o o s t . zandgronden all'e p a r t . co"p. a l l e p a r t . coöp. bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven

ploegen 17,3 16 ,9 18,3 12,2 12,1 1 2 J s t a t . dorsen 13 ,9 12,8 17,3 13,6 8 , 9 25,7 grondfrezen 10 ,9 10,7 11,8 3 , 6 3 , 9 2 , 7 kuilen 8 , 9 10,1* ^ ,1 6 , 0 7 , 0 3 , 5 mestrijden 6 , 6 8 , 7 8,1» 10,2 10,7 8 , 8 persen 7.1» 7 , 2 8 , 0 9 , 9 10,2 9 , 1 aardappelrooien 6 ,h 7 , 0 ^ , 5 7 , 1 7 , 3 6 , 6 binderen 6 , 3 5,à 9 , 5 6 , . ^ '7 10,9 gra.sir.aai en 5 , 7 5 , ^ 6 , 7 11,7 11,5 12,5 grondverzet 3,1 >4,0 0 , 2 0 , 3 0,1+ 0, 1 niaaidorsen 2,U 3 , 2 3 , 8 5 , 2 -landbouvtransport 2>h 3,1 0 , 2 U,2 5 , 0 2, 1 s p u i t e n 2,U 2 , 0 3 , 7 2, 1 2, 1 2, 2 s c h i j v e n 1 , 3 0 , 8 2,9 . 0 , 7 0 , 9 0, 1 zagen 0,1 0 , 2 - 2 , 3 2,U 2 , 2 bietenrocion 0 , 9 0 , 2 . 3,1 - - -g i e r r i j d e n 0 , 0 0 , 0 - 1 , 0 1,U -poten - - - 0 , 9 1 , 2 -c u l t i v â t e r e n 0 , 3 0 , 3 0 , 3 O CO 1,1 0 , 1 grondtransport C>1 0 , 1 - 0 , 7 0 , 9 -overige werkzaamheden 1 , 6 0 , 5 2 , 5 3>1 0 , 7 T o t a a l : 100 100 1 100 100 100 100

(12)

Tabel 3 . E f f e c t i e v e manuren i n $ van h e t t o t a a l .

zuid .-zandgronden oost .zandgronden a l l e p a r t .

I

cocp. a l l e p a r t . coöp. bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven bedrijven

ploegen lfc,3 15,1 10,3 9 , 9 11,6 s t a t . dorsen 18 ,0 16,2 23,7 16,2 12,2 27,7 grondfrezen 9 , 0 • 8 , 9 9 3 , 0 3,2 2,U kuilen - 10,0 12,1 ' 3>k 6 , 7 7 , 9 3 , 3 mestrijden 7.U ' 7 , 5 C O r\ 10,H 11,2 7 , 9 persen 7 »'+ ' 7 , 3 7 , 7 9 , 6 10,1 8 . 3 aardappelrooien 5 , 6 5 . 9 b,5 6 ,i+ 6 , 5 6 , 2 t i n d e r e n 8 , 5 • 7 . 3 ' 12,3 8 , 9 7 , 0 1U, 5 grasmaaien • 14,8 h ,6 5 9 . 9 9 . ^ 11.3 grondverzet 2 , 6 3 , 3 0 , 2 0 , 3 0sk 0 , 1 ir.aaidorsen 3 , 7 ^ , 9 - 5,0 6 , 6 -landbouwtransport 2,1 2 , 7 0 , 1 1 , 0 **»7 1,9 s p u i t e n O ). c. »4 ' 2,1 3 , 5 1 , 8 1 , 7 2,0 schijven 1,1 0 , 7 ' 2 , 3 0 , 6 0 , 8 0 , 1 sagen 0,1 0 , 2 - 2 , 0 2,1 1 , 9 bietenrooien 1 ,5 o,b 5 , 0 - - -g i e r r i j d e n 0 , 0 0 , 0 - 0 , 8 1,1 -pot en - - - 0 , 8 1 . 0 -c u l t i v a t e r e n 0 , 2 0 , 2 0 , 3 0 , 7 0 , 9 0 , 1 grondtransport 0,1 0,1 - 0 , 6 0,7 -overige werkzaamheden 1 ,o 1 , 3 0 , 3 - 2 , 0 2 , 6 0 , 7 T o t a a l : 100 100 100 100 100 100

(13)

Tabel U. Bruto-opbrengst, machine'.-uren en manuren i n % van h e t totaa]»

A B

P a r t i c u l i e r e loonbedrijven op de z u i d - Coöperatief loonbedrijf op de r i v i e r -w e s t e l i j k e kleigronden j k l e i kolom 1 2 3 kolom 1 2 3 Werkzaamheden Bruto-op-orengsten Machine­ uren Man- l'Jerkzaan-uren jheden Bruto-opbrengsten Machine­ uren Kanuren maaidorsen 29,3 12,8 9 , 3 ploegen 13,1 18,8 18,3 t r a n s p o r t

landbouwprod. i+,1 11 ,7 - A o ,6 * kuilen 10,7 10,2 10,1+

ploegen 5 , 3 11 ,1 7 , 6 persen 20,1 10,0 9 , 6 persen 11 , 3 8 , 2 6 , 5 s t a l n e s t -r i j d e n ^ , 2 9 , 3 9 , 1 s t a t . d o r s e n 5 >9 15,6 grasmaaien 5 , 1 7 , 6 8 , 6 grasmaaien e . d 2 , 6 5 . 3 3 , 9 maaidorsen 1U ,0 6 , 7 6 , 5 s p u i t e n 12,0 5.1 5 , 8 t r a n s p o r t landb.prod. 2 , 8 6 , 7 6 , 5 b i e t e n r o c i e n 5 . 2 !+,n 5 * zaaien cn pot en }',1

X9

* Oo s t a l m e s t r i j d e n 3,1 3 , 6 M s t a t . d o r s e n 5 , 2 U.6 ^ , 5 vlasplukken . 3 , 5 3 , 6 5 , 6 s p u i t e n 10,5 U,6 ^ , 5 t r a n s p o r t grond 1 , 3 3,fc 2 , 5 schoffelen 2 , 0 3,2 3 , 1 zaaien en poten 2 , 2 3 , 3 5,U eggen 1 , 8 2 , 9 2 , 8 grondverzet 2 , 2 3,1 2 , 8 schijfeggen M 2,1 2 , 1 c u l t i v â t e r e n 1 tk 2 , 8 1 , 9 grondfrezen 1 , 3 1 , 9 2 , 0 grondfrezen 1 ,9 2 , 7 1 , 9 binderen 1 , 5 1 , 8 2 , 5 eggen 1 , 0 1 , 8 1 ,2 kun str.es t

-s t r o o i e n

0 , 5 1 , 2 1 , 2 k u i l e n 1 . 0 1 , 6 1 . 9 hooien 0 , 3 1 , 0 0 , 9 erwten naaien 1 ,0 1 ,u 1,U grondverzet 0 , 3 0 , 7 0 , 6 kunstmest-strocienO,5 1,U 1 . 3 c u l t i v â t e r e n Q,h 0 , 6 0 , 5 hooien 0,1» 1 , 2 0 , 8 overige werk­ zaamheden 3 , 3 6 , 3 5 , 9 overige wer] zaarnheden 0 , 7 1 , 2 1 , 3 T o t a a l : 100 100 100 T o t a a l 100 100 100

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De therapie is bedoeld voor een subgroep van kankerpatiënten waarbij sprake is van een hoge ziektelast (0,83 op een schaal van 0-1), mede doordat er voor deze subgroep van

Om het effect van de verschillende maatregelen op de nutriëntenvracht in het oppervlaktewater met elkaar te kunnen vergelijken zijn de effecten van 1, 2 en 3 gecombineerd tot

Ten eerste omdat hierbij de kieming minder is en ten tweede omdat de stempels vrijwel niet te onderscheiden zijn, waardoor ze moeilijk te bestuiven en te fixeren zijn.. Het

Het gemiddelde aantal soorten en vooral het aantal grasstroken met meer dan 50 soorten is hoger dan het aantal in het huidige scenario, maar deze gemiddelden nemen weer af als

De certificaathouder leert een basisontwerp opstellen, een van de werkzaamheden van werkvoorbereiding. Hij verzamelt en interpreteert bestek en tekeningen om tot een ontwerp te

The expression ratio of MIF receptors CXCR4 and CD74 on B cells is increased during rapid MS onset To determine whether the B cell-intrinsic MIF pathway is differ- entially regulated

We aimed to extend the existing research on the well- known parenting styles concept by identifying joint par- enting styles in an exploratory manner using data on three major

Door als tijdschrift van en voor professionals die werken met sociaal kwetsba- re mensen met een cognitieve beperking zich veel meer te verbinden met al die andere pro- fessionals