• No results found

Vergelijking van de kosten bij het stoken met aardgas en olie 3500 sec. Redwood I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vergelijking van de kosten bij het stoken met aardgas en olie 3500 sec. Redwood I"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INSTITUUT VOOR TUINBOUWTECHNIEK WAGENINGEN

Vergelijking vin de kosten bij het stoken met aardgas en olie 3 50 0 sec. Redwood I

Goor

drs. R. Vissia, P.J. Neefjes en A.F.C. Verschuur

Projcctnr. 22 2

U.D.C. 657.47 :662. 68/.69. 24

.) f; \ \J •'

Publikatie nr. 19 Wageningen, oktober 1967

(2)

INHOUD Biz. Inleiding 1

Investeringen en jaarkosten 2

Eloctriciteitskosten 3 Kosten van stookarbeid 5 Kosten van MgO-poeder, opwarmen en

startolie

Verwarmingskosten exclusief brandstof

Brandstofkosten 13 Vergelijking van de totale kosten bij

het stoken met aardgas en olie 3 50 0

sec. Redwood I 1 Vergelijking van de stookkosten bij een

afwijkend brandstofgebruik : een

reken-voorbeeld 20 Conclusie voor een prijsverwachting 3 0

(3)

Inleiding

Dit rapport dient te worden gezien als een aangepaste en enigs-zins bewerkte opvolger van de in maart 1966 verschenen I.T.T.-publikatie nr. 5: :Vergelijking van de kosten bij het stoken met

olie 3500 sec. Redwood I en aardgas1' van drs. S. Kostelijk en

C.P. Withagen.

Alle gehanteerde prijzen zijn gebaseerd op prijspeil okt. 1967; enkele technische uitgangspunten zijn herzien naar de nieuwste ervaringen en inzichten.

De opzet is in grote lijnen dezelfde gebleven evenals de essen-tiële uitgangspunten, die hieronder nog eens worden opgesomd.

de berekeningen hebben betrekking op nieuwe installaties, voor het stoken van gas is uitgegaan van ccjnbinatiebranders

zodat bij storing in de gaatoevoer direct op H.B.0. II kan worden overgeschakeld.

voor het stoken van olie is de installatie uitgerust met een

doseerinrichting voor magnesiumoxydepoeder en met een cycloon om luchtverontreiniging en glasvervuiling tegen te gaan.

In de gevallen dat het teeltplan er zich voor leent wordt de toepassing van C02~toediening vaak in verband gebracht met de verwarmingskosten. Dit ligt voor de hand; er komt bij de C02-toediening warmte vrij en het is o.a. mogelijk voor dit doel aardgas te gebruiken.

Het is bekend dat het gebruik van aardgas voor CO2-toediening t.o.v. het goedkoopste alternatief een belangrijke besparing op de kosten van C02-toediening mogelijk maakt als er voor

ver-warmingsdoeleinden ook aardgas wordt gebruikt.

Afhankelijk van het gewas, de kasoppervlakte en de dosering be-draagt deze besparing 50 à 5 5%. Bij kleine oppervlakten en een lage dosering is het goedkoopste alternatief de methode waarbij gebruik wordt gemaakt van petroleum-drukverstuivers. Bij

grotere oppervlakten en hogere dosering is dit de methode waarbij wordt gewerkt met petroleum-verdampingsbranders. (zie J.v.Veen in "De Tuinderij ';, nr. 29-11-1966).

Dit kan in individuele gevallen een rol spelen bij de keuze aardgas of olie. Het is echter de vraag of het verstandig is om dit voordeel bij een beslissing de doorslag te laten geven. Het is bezwaarlijk om de kosten van het toedienen van CO2 te betrekken in een algemene berekening van de kosten van

(4)

verwar-ming bij gebruik van verschillende brandstoffen omdat het beeld daardoor gecompliceerd wordt. Dit komt doordat CO^-toedienen niet voor elke teelt zin heeft, nog niet algemeen wordt toege-past daar waar het wel zin zou hebben en wat betreft de dosering nog voortdurend in discussie is.

Om deze reden is dan ook van het mede betrekken van de kosten van CO^-toediening in de volgende berekeningen afgezien.

Investeringen en jaarkosten

De investeringen in de installaties (ketels, branderinstallaties en andere onderdelen) zijn in overeenstemming gebracht met het huidige prijspeil. Dit op grond van opgaven van fabrikanten, importeurs en handelaren.

Voor de aardgasinstallatie is uitgegaan van een combinatiebrander, zodat bij het uitvallen van de gaslevering op H.B.0. II kan worden omgeschakeld. Dit uitgangspunt is gekozen omdat de N.V. Neder-landse Gasunie bij storingen in de gastoevoer geen aansprakelijk-heid erkent volgens de Algemene Voorwaarden behorende bij de

overeenkomst van de levering van gas aan grootverbruikers. De voor deze brandstof benodigde tank is berekend op 24 uur stoken op volle brandercapaciteit.

Voor de vlampijpreinigingsapparatuur, noodzakelijk voor het onderhoud van de ketel van een olieinstallatie, is de modernste uitvoering gekozen. Apparatuur uitgerust met een roterende borstel en bikkop, waardoor een betere conditie en dus een beter stookrendement wordt bereikt. Dit brengt met zich mee dat de investering in dit onderdeel groter is geworden. Een lijst

van onderdelen en de investeringen daarin is opgenomen als bijlage 1 .

De afschrijvingspercentages zijn ontleend aan L.E.I.-rapport 393 met uitzondering van de schoorsteen bij de olieinstallaties en de MgO-doseerinstallatie.

Het afschrijvingspercentage van de schoorsteen is in overeenstem-ming gebracht met dat van de ketel. Dit houdt in dat bij de

olieinstallcties de schoorsteen iets sneller wordt afgeschreven. De MgO-doseerinstallatie is snel afgeschreven op grond van ver-wachte technische ontwikkelingen. Een overzicht van de op de

(5)

-3-verschillende onderdelen afgeschreven bedragen is opgenomen als bijlage 2.

Als onderdeel van de jaarkosten zijn tevens opgevoerd de repa-ratiekosten, die zijn gesteld op 2\% voor olie en op 1J% voor gasinstallaties, beide van de nieuwwaarde. Hierin zijn opgeno-men de kosten van een service-abonneopgeno-ment zowel bij de gas- als bij de olieinstallaties, waarbij er van wordt uitgegaan dat de installaties jaarlijks worden gecontroleerd en opnieuw af-gesteld. Het verschil van 1% kan v/orden verklaard doordat er van is uitgegaan dat na 7 a 8 jaar de vlampijpen van de met olie

gestookte ketels moeten worden vernieuwd.

Als bijlage 3 is opgenomen een overzicht van ketelcapaciteiten en bijbehorende oppervlakten voor de verschillende teeltplannen. De rente is gebracht op 6% per jaar. Een restwaarde van 10%

is aangehouden.

Tabel 1 geeft een overzicht van de jaarkosten van de complete installaties exclusief het buizennet.

Electriciteitskosten

De kosten van electriciteit bestaan uit een vastrechtgedeelte en de kosten van het verbruik. Voor de berekening van het

vast-recht is uitgegaan van het voor de installatie benodigd electrisch vermogen.

Het electriciteitsverbruik ten behoeve van de olierondpomp, de heater en de olieverwarmingspomp wordt verrekend in een totale kostenpost voor het stookklaar maken van de olie (zie tabel 5 ) . Het electriciteitsverbruik van de oliebrander wordt bepaald door het vermogen van de installatie en het aantal uren dat de installatie in gebruik is. Het werkelijk opgenomen vermogen is 80% van het geïnstalleerd vermogen. Het aantal uren dat de brander in gebruik is voor verwarming is berekend uit het totale brandstofverbruik excl. grondstomen, gedeeld door de brander-capaciteit.

De ventilator heeft een langere bedrijfstijd dan de brander. Dit houdt verband met het voor- en naspoelen. Hiervoor is per stookdag gemiddeld 20 minuten in rekening gebracht.

(6)

4 -CU CD O • H > u CD en C CD CD • H • H rd P, rd P-O) SH C rd > 0) -H 00 O eu eu p c CL) p. ß W ß • H > • H , ß O œ i n < rö M p. rd < TD O O 2 X 3 <D ce; O 0) w o CD L O 0) • H rH O 0) P. rd •s N rd rd P O H I I 0) •rH -H rd P, rd O, 0) Cd CÜ • H • P CD ß •H P. Ü co <P fö (Ö -P O En CD C D '-^ • H q o o p ' 5 rü P • P CD ß m m c P-, • o K CU rö 0) p c O) ce; p . , ß Ü co 4 H < , ß I rO - H , . O CD rH M P g 0) rd ß ^ a,-H eu p CO v -CM r~ o J -I UO t— CT I I I O CO CM O CD CD CN1 c 0 C D CT CO CD CM L f ) L O C D L O CO en CD O r-CD o co r -o CO co L O r^ co C D CD L O CM CM C D L O PO L O CM C D O L O L O CM CD O O CD CD O T— T— T_ CD a> «*. CO o v -r^ T— CD CD TN co = > • m o CM CM CM O CO *% CM r J -o CM CO CM O L O Cs ^-~ O C D O CO CO CO O r— « • * t'-en CD O O CO CO L O L O * • * CD CM CO O J J -r t O CD f\ CM CM cr> o L O L O L O o L O r\ L O V -O o C D CO O O L O CD L O l > -C D C D CT CD O v -CD O CO CD L O J -CD C D CD CM C D CT CM CT d -CM CO O CD L O J -O CO C ^ O C ~ CO • 3 " CT) t>-co co co CM L O CM CO co CO o CO CD L O C M , co CM CM I CM O LO CO C D L O CD C D L O C D O L O J -O CD CO O O CD I o L O CC I O CD U~> CD CD CD CD CD L O O CD C D CD L O CD CD O CD CD CD CD CD CD CD L O CM O O O CD O L O O O o o L O o o o o o o CD o CD O O L O /—\ Ö P CD ^— CU T ) P. rd rd 3 P co et) P **-• 0) X ! p rd rd 2 S 3 CD •H C O) X i ß rd > o\° L O L O ß rd > o\° CD H M O ca x: T> rd rd P P O 0 > a CO Cl) p c\ ß 0) - p LO O M P • H 3 rH CO ß rd rd P CU > O Ö P C D CU rH rH O > CU (X « n •H P< e rd rH > CU X) p rd n ß CU • X) X) P 5 O 3 X Ci) a) - H M ß CU P . a) eu e > ba ß ß CU •H X) ß u (D o A< S Q) rd f-i rd a> T - i CO CO - H u • n <U • H ft Ä f-i CO CU ß •H^a) rß^CU ,«s CU X) fc rd rd 3 2 3 0) • H ß CU X> ß rd > o\° r-|(M CM rd O -• Q) • H rH O • n • H cd » ff> 0) X) ^ rd rd 2 3 3 cu • H ß CD X ! ß rd > o\° r-|(M V -0 rd O

(7)

Ten aanzien van de gaskleppen is aangenomen, dat deze gemiddeld per stookdag 20 maal open en dicht gaan. Per stookdag vraagt dit gemiddeld 0.17 uur.

Het aantal bedrij fsuren van de installatie ten behoeve van grondstomen is afzonderlijk berekend.

Tabel 2 geeft voor de diverse teelten de totale electriciteits-kosten, dus inclusief het vastrecht. De kosten zijn gebaseerd op de tarieven van het electriciteitsbedrijf Delfland te Delft.

Kosten van stookarbeid

De stookarbeid betreft toezicht op de installatie en ketelragen. Onder toezicht wordt verstaan het inspecteren van de brander en de thermostaten en eventueel het bijstellen daarvan. Bij een gasinstallatie kan hiermede worden volstaan. De benodigde tijd is op 5 minuten per stookdag te stellen. Voor een olieinstallatie komt hier het schoonmaken van de oliecup en de controle van

MgO-doseerinstallatie en cycloon nog bij. De totaal voor toezicht benodigde tijd komt hiermee op gemiddeld 10 minuten per stookdag. Bij aardgas is regelmatig ketelragen overbodig. Er is veronder-steld dat de ketel bij gasstoken per seizoen eenmaal wordt nage-keken. Voor een installatie gestookt met olie 3500 sec. is er van uitgegaan, dat éénmaal per week wordt geraagd, om een zo groot mogelijk stookrendement te bereiken. De tijd gemoeid met het ragen is afhankelijk van het aantal vlampijpen of de grootte van de ketel. Afhankelijk van de ketelcapaciteit moet per raagbeurt 2 tot 4 uur worden berekend.

De arbeidsuren gemoeid met zowel toezicht als ketelragen worden bepaald door de lengte van de stookperiode en de tijd nodig voor grondstomen. Het aantal stoomdagen is afhankelijk van de te stomen oppervlakte en het aantal gebruikte stoomzeilen.

Tabel 3 geeft een samenvatting van de kosten van stookarbeid. Het uurloon is, mede met het oog op arbeid gedurende het weekend, op

(8)

OJ CU cd EH -P a> a ö a> M o -p w -p <u u o o > ö' d) -p w o ta -p • H (Ü -P •H Ü •H U -P O H H Ö •H tQ £Ô 00 U Cd Ö a) « o M o o LA PO • H a <u - p Ö o cd o H CT» r~». — -P O P-, a <u -p ö o cdO r H L A P c --p o ÇU 0) en a CÖ M Cd M M o • H ••"3 ^ s <u cd Ö «3 a 0) M O •, w ?H (U I «a O H .M w a o r ^ 4 A Ö <u • p cô a _, o cd -P H CQ cd H W cd H t o «\ Ö 0) - p cd a o -p W cd W) 'tf U cd cd 0) • H r-i O CO cd fco TJ ! H cd cd 0 ) • H H o CQ cd m ' C l ! H cd cd CD • H H O CO cd b f l T 3 ^ cd cd OJ • H H O co cd fcO n3 cd <D • H H O CO rd Cs0 -d ! H cd cd o • H H O w cd fc0 ' d U cd cd <u • H H o • xi p ) - ^ cd H o cd H Ü d> A4 • p 0) Ö W - H P O o m o o M D CT» LP» OJ t — o L A O MD cvj L A OJ LP» en O J G \ PO - = * • »— LP» O J 3 -t — _* ,— CT» O J LP» t ^ LP> O J L P . OJ <x> t— - * o o o o o LP» CT» PO en LP» MD MD C O C O OJ -=r L A LP» O J t — ,— oo £— O J o M D O J -cl-co _* M D C O O J 1 -* LP» i— - 3 " ro L A t — vo O J CT» OJ P O L A L A O O O o L A t — t — ro -* j -O J t — M D M D m T — O MD -4-O OJ i — O N O J t— O J P O = l -O J L A L A L A PO O J t — L A t — *— ~=t J -CT» M D t — L A en CT» t — L A O O O o o o '— P O t — L A MD L A co L A C— -* O O O £— CT. d -O J P O P O PO o O J 4 3 -*— M D - * M D d -O J C O MD O M D L A P O - 3 " C O O t — J -t — CT, M D O O O o L A O J *— o o MD MD OJ CT» MD CT» d -i — t -t— i > -L A O J O C O PO co PO 3 -0 -0 c— MD P O CT» ^ t C O L A t — P O o MD O -J-CT. P O o L A O c— t— o o o o o L A *— o t— M D CT, L A O L A CO L A O C O C O -* CT, O J P O O J -3-L A .— L A -3-M D t — 0 0 C A L A o co C O C O P O t — O N o t — 1 L A o MD en CT\ C O o o o o L A t — >— o t — M D CT, O P O L A C O L A - * CT» O - * O A O J t — L A L A L A ,— L A C O L A CT» - 3 " O M D -* %— t — *~ C— L A C— OJ CT\ 0 0 1 L A t — MD CT, CM i — T~ O O o o o o O J co o CT, d -L A P O C O t — t — T — PO -L A CT» P O L A C— L A L A C O MD CT, C O CT, i — PO C O oo CT, 1 — '~ 1 — MD O t — O PO L A 1 ,— L A C O T T — OJ "" o o o o o LA 1 OJ 1

(9)
(10)

• 7 -• p CO a G CU O - p tQ -P ttJ -G £H O O > a CU co o *i to t l • H <U fi U < oo H <D P o5 En *—^ x) H bO G • H W cd bO T 3 M cd o3 G 0 H Î S « 0 O eu 03 O o I A 0 0 (U • H H O (U - p d Ü a j : > H ON • p o P H G (U - p G U CÖO H L A >-4 ' - p O PH Q) ta G co Cd iL, cd a) M -~3 •HSi cd a CU ö ^ G CU N O U r\ co U CU g Cd a H o w a S A ï A G CU • p cd a Ö cd • P H co n cd r-\ co cd r H en n G O •s S" S - p co cd 60 T 3 M cd cd 0) • H H O en cd bO nd ä cd eu • H H O CO cd bO - d 5H cd cd O) • H H O to cd M T * U cd cd eu • H H o to cd bO TS u cd cd 0) • H H o m cd to •n u cd cd tu • H H o co cd bO <ö fn cd cd tu • H r-f o • ,G ft^ CÖ H o cd H Ü 0) ,M - p O G « - H CU ON ON OO ON C\J ON ON co ON CM o OO ON d -OJ oo ON LA VO OJ vo r_ t — c O co vo VO LA c o OJ vo t— 1 — CO o o o o o LA OJ ON ON CO ON OJ ON O N CO ON OJ o oo ON d -OJ 0 0 ON L A VO c o vo LA OJ CO d -t— t— c o c o c o vo t— 0 0 co o o o o LA t -CO ON LA J -1 — CO ON LA d -CO o T — t— LA co oo d -VO t— oo VO OJ - d ON d -t— 1 — ON ON co vo c— d -ON o o o o o o T -CO ON LA d -T — CO ON L A _ d CO o 1 — t— LA CO oo d -vo t— CO VO VO d -ON d -t— t — *— o CO vo ON LA ON o o o o LA OJ • — CO ON ,-o 0 0 CO ON T — o oo co o ON d -vo CO oo CO VO CO d -c— o ON o *-" o CO CO vo 1 — d - t~-OJ o *— J o o o o o LA T -CO ON r-o oo OO ON 1 — o oo co o ON 3 -VO CO oo CO vo CO d -t— o o T— •<— vo co o ON t — -=t c— VO 0 0 T — *"" o o o o LA t— • J -o OJ t— LA J J -o OJ t— LA 3 d -T — t— OJ t— -a--* OJ c— ON 3 -t— 0 0 J -OJ *~ OJ ON o LA oo o CO o vo OJ 1 o o o o o o OJ 3 -o OJ oo T — vo d -o OJ oo t — VO d -T~ LA o CO - d J -vo t— o '— o OD CO o d -*— CO ON o LA L A vo CO VO OJ d -1 o o o o o LA OJ

(11)
(12)

Kosten van MgO-poeder, opwarmen en startolie

Met het stoken van olie 3500 sec. R.W.I gaan nog andere kosten gepaard. Dit zijn de kosten van MgO-poeder, het opwarmen van de zware en de startolie.

MgO-poeder

De olieinstallatie is uitgerust met een doseerinrichting om magnesiumoxydepoeder in de olievlam te brengen. Hierdoor wordt de schadelijke werking van het roet geneutraliseerd. De aange-houden dosering is 3\ kg per ton olie. De kosten van het poeder zijn bij een afname tot 5000 kg ƒ 458,- per ton inclusief vracht-kosten.

In tabel 4 is een overzicht gegeven van de kosten van dit poeder bij verschillende ketelcapaciteiten en teeltplannen. Opwarmen

De kosten van het noodzakelijke opwarmen van de zware olie zijn berekend op ƒ 2,5 0 per ton. Hierin zijn opgenomen de voor het opwarmen benodigde olie en het electriciteitsverbruik van de olierondpomp, de heater en de olieverwarmingspomp. Tabel 5 geeft een overzicht van de opwarmkosten in de verschillende situaties. Startolie

1 ) Voor het verbruik van startolie is de L.E.I.-norm van 60 liter per 100.000 kcal ketelcapaciteit gehanteerd. Bij de teelten waar-bij grondstomen wordt toegepast is de verbruikte hoeveelheid ver-dubbeld. Tabel 6 geeft een overzicht van deze kosten.

Verwarmingskosten exclusief brandstof

Met uitzondering van de brandstofkosten zijn nu alle andere kosten van de verwarming per onderdeel behandeld. Voor aardgas en zware olie kunnen thans de totale verwarmingskosten exclusief brandstof kosten worden verkregen door de verschillende onderdelen samen te voegen. Dit houdt in dat voor olie dienen te worden opgeteld de

cijfers van de tabellen 1 t/m 6 en voor aardgas van de tabellen 1 t/m 3. Dit is gerealiseerd in tabel 7.

(13)

• 9 -CD rrj r H c •H <& O Q) CO O o LO co (IJ • H rH o -p 0) C 0) M O P> m •H X5 CD X3 O) O a i

o

c

cu •p co O 1 o G O (t! e n r H v -a. -P c O CD Cu - P 1 o c o rrj LO r H V -Cu • p c O CU C X - P 0) co C co rrj Ï H rrj 0! , * T - ) • H C k rrj 0) S < C CD N O u rrj 1 H e co o r X « e w o & ,v: aj e i rrj g rrj O .rH -P co r\ r\ rti G H CU co -p tf\ G CU - P rrj rö r H e en O - P - P • H CU -P , £ • H \ Ü r H rrj rrj Cu O rrj M O r H C 0! - H - P CD M 1 * Ï CO r -CNI 1 ^ i c o T— CM 1 r> J -OO 1 V -oo r -1 L O CT> T -1 f > T — CO CM 1 T — C D CM O CD O o o L O 1 r* cn r— J -1 ^ CO CM r o 1 r* CO c o v -1 v ~ r -CM 1 c o Ol CM 1 V -CT, CO 1 LO T— c o o o o o L O r~-1 ^ v— L O L O 1 ^ CD r o J -1 " r r -x~ l rt ~ -c o 1 zt v ~ J -1 CM CM L O 1 CD CM J -O o o CD O O ^— 1 n c o CO c o 1 <* d J -L O 1 •> CM CM CM 1 ^~ r^ J -1 r -T— L O 1 CM L O CO 1 L O CM L O O o CD CD L O CM V 1 *"> L O CM CO 1 ff\ c o L O CO 1 " CD CD CM 1 C D CD L O 1 T ~ CM CO 1 c o o o t - ~ 1 T — c o CD CD CD C D CD C D L O ir-1 n j -CD c n 1 ^ CM CD r>-1 <rs CD T— CO 1 CD L O CD 1 d -CM r -1 c o r~ cr> 1 CD CO r -o CD O O L O r-~ T — 1 fl> K— o • < — * 1 ** T ~ r--c o 1 " L O L O c o 1 r. c o L O C"-1 r-CM c o 1 c o J -CD T — 1 v ~ =t OO CD CD O O C D O CM 1 m r -r-~ o o 0 " 1 r, CO CO o f 1 /\ c o =sr zf 1 n CM Z f C7) 1 L O c o C D T — | 3-C D CO T — 1 * r -L O CD * T~ O CD C D O O L O • CM SH CD T d 0) o P-. 1 o bO c o - p ^^ 1 ^\ OO L O ^X H-, -P x: o rrj ^ > r H O G • H CO • r o • H S-i a-.^ P H s" * P i O CD CO CD CD L O CO CD • H r H O G O _I_J k CD P i faf V H f j CO ^-\ T

(14)

1 0 -L O r H 0) Xi (fl H ^^ T 3 M b j C •H s ^ M i.^-• Ü 0) co CD O L O CO <1> • H H O +J CU Ë ß «u ^ o -p co •r-1 • H X! " S C 0) -H co o r V ; e U rd 3 O 1 o C O rö en r H r -a , 4-> G O Q) P-,-P 1 O CO rd LO H T -a, • P c O (1) 0,-P 0) co C co rd k rd o) r M T D •H C ^ m a; e < c <u N O u «Tl r H 1 CO e o ~ X co e p O 0) X 6 i rd rö £ r H O co +-> rd C r H CD CO 4-1 c CL) +J rd rd r H £ CO O 4-1 4-> • H <D +•> r C •H \ Ü H rd rd P^ O rd ,Y O r H C 0) - H 4-> 0) ^ 1 ^ C D r o zt 1 r\ o zt CQ 1 « T — CO T — 1 Csl co CM 1 r , L O CD co 1 r* r^ o zt 1 r. Zt r ~ 0 0 o o o . o o L O 1 * • > J ± r f CO 1 ^ CT) O L O 1 tf\ CO C D Csl 1 CO Csl zt 1 «-. r-L O z f 1 *-• C D T— CD 1 rf-> Csl ö~> Zt o C D CD CD L O [ > • 1 r> O L D CO 1 r* O") r-CD 1 «N t - ~ t ~ -CNJ 1 CO CO L O 1 r. CD zt CO 1 <r\ CO T — CO 1 L D L O CD CD O CD CD C D CD •ç— 1 * • > zt r^ C D . v -1 r* CO J -CO 1 " L D z f CO 1 L O co r-1 r> r^ C D co 1 «•> r-T — o T — 1 en r r * CO O O o o L O Csl v -1 ^ r^ co Csj r— 1 ^ OD v~ CD <r* 1 " L O \— zt 1 Csl CO c o 1 r . co L D CT! 1 r> *— CN CM V -1 J -co OD O C D O CD C D L O ^— 1 o co CD L O • T — 1 ^ CO CO T — T — 1 ^ zt CO d -1 co Csl C D • T ~ 1 n CO CM T— ^— 1 ^ i CO Csl zt T — 1 CO zt • < — r— CD CD CD CD L O r^ r~ 1 ** rv - r>-• T — 1 ^ co UD CO T ~ 1 ^ co L O L O 1 L O r^ T — ^~ 1 <^ O er, Csl T~ 1 <r> r-Csl CO y — 1 T -r— co ^~" CD C D CD CD C D CD Csl 1 • 1 1 <n r^ Zt 1 — Csl 1 r* c~-CT> CD T" 1 n T— OD CD 1 O") CD zt *-1 » J -T — CD ^_ 1 " zt co o Csl 1 CD zt CD ^— CD O CD CD C D L O Csl M -,! *^ VC * o Q) co C D CD L O CO 0) • H r H 0 <D • P O O 4-J CO U 0) > c o 4-1 CM <D ft CD L O ** Csl H—, y**^ X—

(15)

- 1 1 M O) rd - P 0 r C • r o • H , Q .—* » T3 r H M G • H K o « cc » F Û) • H i H O - H u rd - H w C rü > G OJ P> w o ^ » o eu en o CD L O r o OJ • H r H O - p CU G C 0) X o - H (/} c 0) -H G ru r H • O H •H o D-, O O CT) O O L O CU co G rd en •H r 4 0) f—) G O) rö < G CU N O P . I e' O X f-o ^ r H CO r. ÜJ P, CU

e

o p> « 1 i—1 en rH co G (IJ -P G CU • P e o •p m -P • H CU -P rC • H "-v. O rH rö rd O. Ü rd ^ ü •H C CU - H - P CU co ro CD L O CO 0 0 CD O CO ro CT) LO cc 0 0 CT) o ro ro CD ro CD L O CO c o CD CD CO r-CO CD v -L O CT) v— c o Csl CM o C D Csl CD CM r o r\ L O CD CO CD O r o r o CD V LO CD CO Cs] C \ ! O CD C N I CO CM r o L O c o c o e n o c o oo CD L O CT) CO CXI CM CD CD Csl CD CM r o o o o o o O L O O O O * CD L O r>-CD O CD » O O CD O C D CD c CD L O Csl CD C D CD o CD CD L O O C D CD ° CD L O r--o C D CD CD C D C D O O O O o L O M G • H C CU X CD P 00 • H Cfl p. Cl) g e o X £ o X G CU rfl H en \ G eu - P rd G O . r * G CU e o • p en P1 T J \ rd H W r> rd r H œ \ G CU P1 rd e o - p • r-' • H , û G O rH CJ? •y ci; r G • p a) e G eu T5 G O , G CI) hO C H e P, rd 3 P. eu > eu T3 P1 rd X} e o n • H TD O C eu • H r H O + J . r< œ m -H P1 en m • n G - H eu P, eu T3 M CU en • H G • H G eu G p ) eu G ^ rd O r H P. P H / 3 P^ P O CU P H T : * C • o O • H G M A û CD O t— ^~-L O c o r< CD T~-u X o o o o o W CD • n CD • H CL,

(16)

1 2 -m O • P co X ) G fO X5 rH O k rö tö • n fc CU a ' T) rH b£ C •H M • H e fn <ö s k 0) > c (0 > c <ü p> co 0 y ; r>-r H CU X3 rö En cn 0) •H p> m rH rH rö P< C/3 ß • H CU 3 Cl) •H c s -P c o m o r H CD -F o D H £ 0) p> ß fö o rH O P U L O • P T -o ÇU CU cn ß rö en fti fn ^ eu • H -1-1 P. c 0) d) e < ß (IJ N O u r. DO p. eu E rH O en ^ e 0 X F\ c (U -p rö E rö O rH p> co f \ i t ! rH en rö rH CO ^ ß eü P1 rö g O P1 n c r— a + a >* i ' t ) CO £t IÖ rö h ü rö CU o . - H o O H u ) m O oo en 1 T 3 CO k rö rö txo rö CU o . • H O Ü H u ) ( j Q OO CO 1 "3 cn in rö rö bO rö CU o • - r H O CJ 1—1 LO a> 0 oo cn 1 TJ cn P. rö rö ÖO rd 0> o . - H O O <—< LO CD O oo co 1 T 3 tn SH tö rö bl) rö eu o • • ^ o O 1—1 LO CU O co CO 1 ^ cn Sn rö rö bO rö eu o • • ^ O ü r H LO Cl) O oo cn i x ) cn !H rö 'Ö bO rö eu o • 'H o O r H LO CU O oo co • p X j H ^ -J ^ ^ 4 -P g J - H ^ -> O J tö c S ft-H oo CM LO , J r -co T — 0 co CT) r J -. n-o LO CT> , r— o CT) CM o J -LO CT) oo CD LO CD OO . J -CO CD Hr r -V ~ zt 3-z f CM LO r-^ . r~- t-~-0 t-~-0 rh J -CD LO o . co CM J -Jd" d " r^ o-r^ « r>-O o o CD O LO CM O o LO 0 0 o CM , t n ^— LO O-) o Hr o r-~ co 0 co LO =3r r>-. J -co 3-co . p -co co co » HT co r^ co * co LO CM cn . J -co o r -. co co co CT) J -oo LO ^— . cn ,_ oo co 3 - r>-co r>-• co O CD co O U 0 r--o L O LO . LO CM CO oo . o ^~ cr> [ > • HT . LO OO J -CT) o co r>-CM CM . LO co co Hr co o co oo , LO co CD J -o cn 0 0 oo J -. LO CO co r -. CO co CD LO LO CM OO CM . CD O J J -LO r— CO » CT) O O O CD O O T— \— oo CD . co CO y— CM ^~ t -co oo CT> LO v -CD r^ o t -s— CO . LO OO o o co co ^r -0 -0 LO ^_ CM \— " O ^~ CM CD CO LO r - r--L O o V " J -cn cn L O CM rt T— T -co CT) co LO OO ^~ CO ° CD v" CD o CD CD LO CM v— cn CT) OO • co cn x~ <r~ . CM ^~ LO CD CM . CO rJ-CM LO . CO CO CD O LO co co L O CT) r -r-~ v co r -CO co CD x oo CO CM CD CM v— J -. ,— ^— d -co oo co r~^ co CD . CM OO r>-CM CO CM co J i— T — CD CD CD CD O LO T— Zt co co » co r>-CT) v -, co T — CT) r^ r>-• co T -CD L O . CM co CT) OO CO CD LO OO . CD s ~ CT) -d-co . CO oo CD co ^— T— 0 0 co r -• co ,_ oo 3-. CM \— CD CM CT) CO OO oo CM co LO o r -CO *— *— LO CM v ~ O O o o LO r -• r -CO co T — - r--co r--oo Hr ,;_ ^_ co CD r-^ 3 - r>-LO 0 0 CD CD r -• CO o 1 — ^~ ^~ ^~ \— LO CO co CM oo r » CM TT-CD c-~ CD r -co CM LO oo ^~ r ~ A CM r^ CO CO r l 3 - r~-0 r~-0 o r-~ LO CD LO o CO 'r~ o o o o o o CM 0 0 CO CO r>J -CM 0 0 -LO Y~ co co LO r^ t M CO co . o • CD O r--o v -O CM r -LO t— j ± r > CM r -CD oo v— [~-CD LO r-~ oo CD CD Hr \— LO J -co r~~ [--r^ CD CO oo CM CO r-~ r>-co cn J T -O CD O O CD LO CM

(17)

•13-Brandstofkosten Verbruik

Het is niet mogelijk voor de warmtebehoefte bij de verschillende behandelde gewassen of gewassencombinaties een 'hard!' cijfer te

geven. Afgezien van de reeds moeilijk elimineerbare invloeden als klimaat, en de omvang van het te verwarmen glascomplex, spelen plantdatum en/of het wel of niet toepassen van de zgn. hete-pijp-methode hierbij een te grote rol. Vooral de laatste is tegenwoordig nogal in discussie.

De gekozen cijfers voor het olieverbruik mogen voor de indivi-duele tuinder dan ook niet normatief worden gesteld. Voor een geval van een afwijkend verbruik is de berekening van de kosten-verhouding olie/gas aan te passen aan de hand van de gegeven reken-voorbeelden .

De gekozen cijfers voor de verschillende teeltplannen kunnen het best worden gekarakteriseerd als praktijkgemiddelden waarover bij de voorlichting weinig discussie is.

Om het olieverbruik in gas te kunnen vertalen moet een equivalentie-cijfer worden gehanteerd. Dit equivalentie-cijfers is niet alleen afhankelijk van de verhouding van de calorische waarden van de beide brand-stoffen maar ook van de rendementen waarmee de brandbrand-stoffen wor-den verstookt.

Het equivalentiecijfer is vastgesteld door de Afdeling Kassen en Gebouwen van het Instituut voor Tuinbouwtechniek. De verantwoording volgt hieronder.

De berekening is gebaseerd op metingen gedaan door het I.T.T. en de N.V. Bronswerk aan een I.T.T.-ketel gestookt onder ideale om-standigheden. Het feit dat in de tuinbouw vrijwel nooit onder ideale omstandigheden wordt gestookt doet aan de waarde van het equivalentiecijfer weinig af omdat het een verhoudingsgetal is. Voor deze metingen is de ketel voorzien van een nieuwe olie en

(18)

•14-Meetresultaten COj-gehalte rookgas n (luchtovermaat) ' rookgastemperatuur rookgasverlies stralings- en restverlies Stookrendement Olie 3500 sec Redwood I Aardgas 13,7 1 ,20 205 8,9 1 1> 90,1% met enige 11,0 % roetvorming 1 ,07 186°C 7,0 1 92 % » 1)

1) Dit cijfer is arbitrair. Door de M.V. Bronswerk is 3% aange-houden doch dit heeft betrekking op een stoomketel. In metingen van de Gasunie wordt 1% gesteld voor warmwaterketels als ge-middelde van een serie metingen.

Deze cijfers volgen dus uit metingen met dezelfde calorische be-lasting (ca. 900.000 kcal/h) onder ideale omstandigheden. De olie werd verstoven volgens het betere systeem van de drukverstuiving, ten opzichte van de cupverstuiving, Toch was roetvorming merkbaar aan de schoorsteenpluim. De restverliezen zijn ook ideaal laag op 1 % gesteld. Voor gas was de luchtovermaat slechts 7%, resul-terende in een CC>2% van 10,97 en voor olie was de luchtovermaat 20% met het ongebruikelijke hoge % van 13,77, waarbij men meestal tot 13% gaat met het oog op de roetvorming. De metingen hebben betrekking op vollast, zodat de stilstandsverliezen nul zijn. Af leiding_equivalentiecijfer

1 kg Olie = 9660 kcal (= stookwaarde of calorische onderwaarde). Op het ketelwater wordt overgedragen bij een stookrendement van 90,1% ~A. x 9660 = 8704 kcal.

1 m3o Aardgas = 7 560 kcal (= stookwaarde of calorische onderwaarde) Om d.m.v. aardgas 8704 kcal op het ketelwaarde over te dragen is

8 7 0 4

nodig bij een stookrendement van 92%: -qx x 100 : 9460 kcal

toe-gevoerd in gas.

9460 3

Dit is frr-n - 1,25 mó o aardgas.

Hieruit volgt: 1 kg olie 3500 sec. Redw.I is equivalent aan 1,25 m3o aardgas.

(19)

•15-Brandstofhoeveelheden

De volgende tabel geeft het brandstofverbruik waarvan is uitge-gaan voor de verschillende teeltplannen.

2 Brandstofverbruik per m tomaten - sla x) sla-tomaten-sla x) x) komkommers- sla rozen Amerikaanse anjers potplanten 15°C potplanten 1 9°C olie 3500 60 45 70 60 20 65 95 kg kg kg kg kg kg kg sec. aardgas 7 5 m 0 56 " 8 8 " 7 5 " 2 5 " 81 " 119 " x) Inclusief het brandstofverbruik voor grondstomen, Prij s

De brandstoffenprijzen zijn nogal beweeglijk. Om de hierdoor ver-oorzaakte moeilijkheden bij het vergelijken van de kosten, bij het stoken met de beide brandstoffen, te omzeilen zijn evenals in het vorige rapport de brandstofkosten tot sluitpost van de berekeningen gemaakt.

Hierdoor blijft het rapport hanteerbaar bij veranderende brand-stofprijzen, zolang er tenminste in de andere kostencomponenten geen verschuivingen optreden. Deze verschuivingen zijn echter niet erg waarschijnlijk.

De prijzen van ketels en branderinstallaties toonden tenminste in het verleden een vrij stabiel beeld. Overigens hebben de

brandstofkosten verreweg de grootste invloed op het kostenbeeld. Niettemin geven we wel de actuele brandstoffenprijzen, die als uitgangspunt voor berekeningen kunnen dienen zolang ze onver-anderd blijven.

(20)

-16-3 Leverancier Jaarafname Vastrecht m Q-pri]s

xn m 3 per jaar x) Gasbedrijven aangesloten 2.100-325.000 f 150,- 7 et bij de S.R.O.G. idem of N.V. Gasunie Tarief I 325.000-1.000.000 ƒ4800,- 5,571 et idem of N.V. Gasunie Tarief II 1.000.000 en ƒ7500,- 5.301 et meer x)

Hxerbij kan meterhuur xn rekenxng worden gebracht. De

ver-schillende gasbedrijven hanteren hiervoor verver-schillende huur-tarieven, zodat het niet doenlijk is deze hier op te nemen.

Deze tarieven zijn zgn. keuzetarieven, hetgeen betekent dat een afnemer in een andere tariefgroep kan komen als achteraf blijkt dat het voor hem voordeliger is. In de volgende grafiek zijn de

3

kosten van het gas, xncl. vastrecht, per m Q nog eens uxtgezet

voor verschillende jaarafnamen (zie pag. 17).

De Gasunie is bereid om de extra vergoeding wegens onregelmatige afname niet in rekening te brengen aan grootverbruikers met een

o

afname minder dan 1 miljoen m per jaar. Daar de tuinbouw vrijwel geheel binnen deze groep valt, is de onregelmatigheidstoeslag verder verwaarloosd.

Zoals bekend is het aardgastarief gebonden aan de olieprijs, in

. . 3 . . . die zin dat de prijs per m is gebonden aan de gemiddelde

inkoop-waarde voor de industrie met een afname van minstens 10.200 ton/ jaar van olie met een viscositeit hoger dan 500 sec Redwood I. Het gastarief komt thans overeen met een prij s van deze industrie-olie van ƒ 65,- per ton. De huidige industrieprijs is hoger

(voornamelijk tengevolge van de sluiting van het Suezkanaal), doch de Gasunie verwacht dat deze industrieolieprijs op het niveau van ƒ 65,-/ton terug zal komen zodra de incidentele prijsverhogende invloeden wegvallen. In ieder geval hanteert de Gasunie deze

olieprijs voor de bepaling van de gastarieven tot 3 maanden na de ?ieropening van het Suezkanaal maar uiterlijk tot 1 juli 1968. In het algemeen ligt de tuindersolieprijs hoger dan de door de

(21)

o

(22)

•18-hierbij uitgegaan wordt van een zeer grote jaarafname. In de tijd dat de door de Gasunie gehanteerde industrieolieprijs f 62,-/ton was, lag de tuindersolieprijs op ƒ 68,40/ton (+ ƒ 71,40 - ƒ

3,-voor contante betaling).

Als we veronderstellen dat dit verschil wel gelijk zal blijven, dan is de tuindersolieprijs die correspondeert met een industrie-olieprijs van ƒ 65,-/ton te stellen op ƒ 71,40/ton.

De huidige tuindersolieprijs ligt hoger dan dit bedrag en wel op omstreeks ƒ 80,-/ton.

Voor berekeningen met deze cijfers moet nog de accijnsrestitutie van ƒ 10,5 0/ton worden afgetrokken.

Het bovenstaande over brandstoffenprijzen verliest zijn zin zodra er verandering in de prijzen komt. Omdat de brandstoffenprijzen, zoals reeds vermeld, echter als sluitpost van de berekeningen zijn genomen, blijft het rapport hanteerbaar.

Terwille van de volledigheid leek het gewenst de brandstoffen-prijzen echter te vermelden.

Vergelijking van de totale kosten bij stoken met aardgas en olie 3500 sec. Redwood I

Zoals reeds opgemerkt zijn de brandstofkosten tot sluitpost van de berekeningen gemaakt om de hanteerbaarheid van het rapport te handhaven ondanks wisselende brandstoffenprijzen.

Met behulp van de cijfers uit tabel 7 is het mogelijk om voor

iedere denkbare olieprijs de zgn. concurrerende aardgasprijs te berekenen, d.w.z. de prijs van het aardgas waarbij de totale

kosten van het stoken met gas gelijk zijn aan die bij het stoken met olie. Een lagere te betalen gasprijs dan de concurrerende betekent dat gasstoken voordeliger is en andersom.

De berekeningen hebben de volgende vorm: C1 + 0 x X = C2 + G x Y. Hierin is:

C1 = verwarmingskosten bij olie excl. brandstofkosten)

C2 = " " " gas " " " [ voor een

0 = olieverbruik /" bepaalde teelt en G = gasverbruik \ bedrij fs-v -, • • • l grootte X = olieprijs | ö Y = concurrerende gasprijs 5

(23)

Voor een bepaalde teelt en bedrij fsgrootte zijn Cl , C2, 0 en G constanten. We hebben hier dus te maken met een rechtlijnig ver-band, d.w.z. dat de bij alle denkbare olieprijzen behorende con-currerende gasprijzen op een rechte lijn liggen.

Voor iedere teelt en bedrij fsgrootte dienen derhalve voor 2

denkbeeldige olieprijzen de bijbehorende concurrerende gasprijzen te worden berekend om de ligging van deze lijn te bepalen. De

resultaten van deze berekeningen zijn weergegeven in de grafieken 2 t/m 8 (zie pag. 23 t/m 29).

Het volgende voorbeeld kan de bovenstaande redenering verduide-lijken. We kiezen als uitgangspunt een bedrijf met een

opper-2

vlakte van 6560 m en een teeltplan van vroege stooktomaten met nateelt sla. Voor dit bedrijf is nodig een installatie met een capaciteit van 1,5 miljoen kcal/h. Voor dit bedrijf zijn zoals blijkt uit tabel 7 bij het stoken van olie de verwarmingskosten excl. brandstof ƒ 11.462,- per jaar. Het olieverbruik is 6560 x 60 kg = 393,6 ton (zie blz.15). Bij een olieprijs van ƒ 50,-- per ton zijn de totale verwarmingskosten ƒ 11.4-62,- + 393,6 x ƒ 50,- = ƒ 31.142,-.

Bij het stoken met gas bedragen de kosten van verwarming excl. de brandstofkosten ƒ 6.27 8,- per jaar. Willen de totale stook-kosten bij olie en gas gelijk zijn, dan rest er voor de

brand-stofpost bij gasstoken ƒ 31.142,— - ƒ 6.278,— = f 24.864,--. Per jaar is op het betreffende bedrijf nodig 6560 x 75 =

492.000 m gas. De concurrerende gasprijs is dus uqo'nnn'- =

5,0536 et per m , waarbij te bedenken is dat deze prijs

uit-sluitend mag worden vergeleken met het geldende tarief inclusief vastrecht.

Dezelfde berekeningen kunnen voor het betreffende bedrijf worden gemaakt bij een olieprijs van bijv. ƒ 90,-/ton. De concurrerende

. . . 3 gasprijs is in dit geval 8,2536 et per m .

Voorbeeld.

Met behulp van de grafieken kan de kweker voor zijn bedrijf de concurrentiepositie van aardgas t.o.v. olie 3500 sec. Redwood I bepalen.

(24)

-20-Stel een rozenkweker wil een nieuw bedrijf beginnen met een 2

oppervlakte van 4900 m . Hij wil daarvoor weten of stoken met aardgas al of niet voordeliger is dan het stoken met zware olie. Hiervoor dient hij te raadplegen grafiek nr. 5 en daarvan lijn nr. 4. De door hem te betalen olieprijs is f 60,-/ton (de

accijnsrestitutie is hiervan reeds afgetrokken). Hij gaat dan boven het getal 60 op de horizontale as loodrecht naar boven tot lijn 4 gesneden wordt. Van dit snijpunt uit gaat hij hori-zontaal naar de verticale as en komt terecht bij 5,97. Dit

betekent dat hij bij een werkelijke aardgasprijs van 5,97 et per 3

m even duur zou stoken als met zware olie.

3

Hij zou nodig hebben 4900 x 75 = 367.500 m aardgas (zie blz.15 ). Uit grafiek 1 is nu af te lezen dat bij deze hoeveelheid een

3

werkelijke aardgasprijs van 6,8 8 ct/m behoort (incl. vastrecht). De werkelijke gasprijs is dus hoger dan de concurrerende en dat betekent dat het stoken met zware olie voor hem voordeliger is.

Vergelijking van de stookkosten bij een afwijkend brandstof-gebruik.

2

Het brandstofverbruik per m vertoont in de praktijk nogal enige variatie. Afgezien van de invloeden van een onbestendig klimaat zijn hierbij zoals reeds opgemerkt de plantdatum en het al of niet toepassen van de zgn. hete-pijp-methode van belang. Met behulp van de gegeven cijfers is het echter eenvoudig een globale berekening op te zetten om de stookkosten te vergelijken bij een brandstofverbruik dat afwijkt van de op blz. 15 gegeven cij fers.

We willen dit doen aan de hand van een voorbeeld. Hiervoor kiezen

• • 2 we als uitgangspunt een bedrijf met een oppervlakte van 3690 m en

een teeltplan van komkommers met nateelt sla. We stellen het 2 brandstofverbruik nu op 50 kg. zware olie per m d n plaats van 70 k g ) .

Het totale olieverbruik is dan 3690 x 50 kg = 184,5 ton; het gasverbruik is 184500 x 1,25 = 230.625 m3 Q.

Voor dit bedrijf blijven we uitgaan van een installatie van

1.000.000 kcal/h. Voor deze installatie zijn de verwarmingskosten exclusief brandstof (tabel 7) bij het stoken van olie ƒ 9.786,-»

(25)

-21

We dienen echter deze kosten te corrigeren omdat erin zijn op-genomen enkele componenten die variëren met het olieverbruik. Dit zijn de kosten van MgO-poeder en de zgn. opwarmkosten

(tabel 4 en 5 ) .

MgO-poeder wordt gedoseerd met 3,5 kg per ton olie; de kiloprijs is ƒ 0,458. De opwarmkosten zijn berekend op f 2,5 0 per ton

olie. De correctiepost wordt dus,nu het verbruik 20 kg olie per ?

m minder is:

M g O - p o e d e r 3 6 1 9°0 X 0 2 0 x 3 , 5 k g x ƒ 0 , 4 5 8 = f 1 1 8 , 3 0

O p w a r m k o s t e n 3 6^ Q0Q 2° x ƒ 2 , 5 0 = ƒ 1 8 4 , 5 0

ƒ 3 0 2 , 8 0

De gecorrigeerde verwarmingskosten exclusief brandstof bij het stoken van olie zijn dus ƒ 9.786,- - ƒ 302,80 = ƒ 9.483,20.

Bij het stoken van gas zijn de verwarmingskosten excl. brandstof ƒ 5.438,-. Hierop behoeven geen correcties te worden aangebracht. Als we er van uitgaan dat de olieprijs ƒ 60,- per ton is (accijns-restitutie reeds afgetrokken), dan is de concurrerende gasprijs

(volgens de formule van blz. 18 ):

ƒ 9 . 4 8 3 , 2 0 + 1 8 4 , 5 x ƒ 6 0 , - - ƒ 5 . 4 3 8 , - _ , 3

2 3 0 . 6 2 5 ~ o , o o t <_ L / J U Q .

Theoretisch is deze berekeningswijze niet helemaal correct. Er zit in de verwarmingskosten excl. brandstof naast MgO-poeder en op-warmkosten nog een andere component die ook, zij het indirect, varieert met het brandstofverbruik. Dit zijn voor olie zowel als gas de electriciteitskosten. Deze variaties hierin zijn echter van geringe invloed en compenseren elkaar bovendien grotendeels bij het vergelijken van olie en gas.

De theoretisch juist berekende concurrerende gasprijs is voor 3

dit geval 6,495 ct/m a De afwijking met het resultaat van de

bovenstaande eenvoudige praktische benadering is derhalve te ver-waarlozen .

Wil men nu weten hoeveel de totale verwarmingskosten in dit geval globaal bedragen, dan kan de volgende berekening worden gemaakt.

(26)

•22-a. k o s t e n van v e r w a r m i n g (excl. b r a n d s t o f ) ƒ 9.483,20 b. 184,5 ton o l i e à f 60,-/ton f 1 1 . 0 7 0 , -V e r w a r m i n g s k o s t e n bij stoken v a n g a s : f 20.550,20 a. k o s t e n van v e r w a r m i n g (excl. b r a n d s t o f ) f 5.438,--b. 230.625 m3 a a r d g a s à 7 cent ƒ 16.143,75 c. v a s t r e c h t ƒ 1 5 0 , — ƒ 21.731 ,75

Stoken van a a r d g a s is bij deze v e r h o u d i n g e n ƒ 1.181,55 d u u r d e r dan het stoken van olie 3500 s e c . R . W . I .

Dit is ook logisch want de c o n c u r r e r e n d e a a r d g a s p r i j s is b e

-3

c i j f e r d op 6,554 c t / m

0

t e r w i j l de t e betalen a a r d g a s p r i j s

3 hoger is en m c l . v a s t r e c h t komt op 7,065 c t / m0.

(27)

2 3 -10,0 9,59 , 0

-8,5

8 , 0 7 , 5 - „U- 7.0-

6.5-Concurrerende aardgasprijs bij wisselende prijs voor olie 3500 sec, voor nieuwe installaties

Teelt: stooktomaten (plantdatum:1 jan.)

met nateelt sla Grafiek 2

-+•----4__ ,4 r7 -_4_ 6,0 5 . 5

-5,0

4.5

4.0 — 1=c 2 = 3 = 4 = 5 = 6 = 7 = j p p e r v l a k t e H M I I I I II II I I ; ! van 2 . 0 9 0 H H H H H it 3 . 2 8 0 4 . 3 7 0 5 . 4 6 0 6 . 5 6 0 , 7 . 6 5 0 ^ . 7 4 0 1 0 . 9 3 0 2 m H H H H it H H

:

:

...i:..j

: i ; ! • :: / ; - — r — - | ' : : j ' - !

55

— i —

60

- f

65

70

—r-75

80

T

85

90

(28)

-2 . 1 : : . J : 4-10,0

9.5

9,0

,z,t.

_l„. 8,5- 8,0-i.;_i: | : ^ : »

-Concurrerende aardgasprijs bij wisselende prijs voor olie 3500.sec, voor nieuwe installaties Teelt: stooktomaten (plantdatum:1mrt.) met voor- en nateelt sla

Grafiek 3 t 4—: J. t ~~r

4-

-—~j - : -• ... t T" i - - 1 — '6 *7 7 . 5 7 , 0 -_ i . — . 6 , 5 6 . 0 5 , 5 -: _ - j -: • 4 - - - t-5.0 4.5 4,0 -T " 55 1 = o p p 2 = 3 = 4 = ^5 = 16 = i ... e r v 1! II II II II II II a k t e i i 2 van 3. 6 20 m H H n H M II II 5 . 4 2 0 " 7. 2 3 0 " 9.04 0 " - 0 . 8 50 " . 1 2 . 6 5 0 " v1 4. 4 6 0 " 18. 080 " \~ ; 60 65 70 75 80 85 90 i y ï T c r\"\ i" o K H f l can •? n rr 1 H . n P T' t " - n

(29)

-il}'- T T ^ T 10,0 9,5 9,0 -4.:|-: 8.5--8,0

w-u- tut; ÜU

UTTT• 2 1 »

-:^~ 4t- -trt

i;:.r .-4.. .:;t:" ~4rr

Concurrerende aardgasprijs bij wisselende prijs voor olie 3 500 sec, voor nieuwe installaties

Teelt: komkommers (plantdaturn;1 jan.) met

n a t e e l t s l a G r a f i e k <+ r—t• r—t• f V T T

--i_

-i— -U^. 7,5 7 . 0 6 , 5 -.'..:.•:.:..•'::.• ! •.;•..!•.:.;:...; ~t-.i-:l..

r

,5 r6 6.0 - - _ j _ _ . 5,5 L,L 4 -1 = oppervlakte van -1.740 m 2 = 2.610 3.690 4 = 5 = •i !6 = H 7 = I 70 H n Tl I I I I i 75 " 4.610 " . : i " 5.5 3 0 " r—.-~r " -6.450 " " <7 37Q " - - • - . - I - . - , — " 9.220 " t ! ! . . ; - . i ] \ • I ! ' : ! ' ! I l ' i i 80 85 9 p r i j s o l i e 3 500 s e c . in g l d . per on

(30)

:*iit.,'#1. fia àitj: ï ü t

-asi

# * £?k fttttttT ÎTTt: :.iqî T' jm :.fitt i Ü S Ï K ^ Ï i£ï: £ £ 9.5- t ä Ä ïS Copetareerénde a a r d g a s p r ü s b i j wisselende p r i j s

voor olie 3 500 sec, voor nieuwe installaties.

feelt ; rozen ' ~ Grafiek 5 ; i ' i r ; : -tir; WV: .:K.:

ïm

!;i;tj:U i u ~ . . ^ a i ' t . : . -1* :| .::::.. • 7.5 7 , 0 6 . 5 -6,0 5 . 5 5 , 0 -4,5 A,0-- 'A,0--,u ••;'i * i: :

"f

• • • • ( -i . M-!.-~jr-~ '_\ \J\'; r ~r: -4i;: 1 = oppervlakte van 1.81

«<l

, f _ 55 60 65 70 75 80

(31)

10,5

10,0

-60 65 70 75 80 prijs olie 3500 sec. in gld. per ton

(32)

-2fw

1

10,0 -3ï±: i c i

im

:;trn; î f â r r 1ft: - 1 — •rj *; 'irrr. ^ E B Ä -IT: :'!.... HiilÜ. ttu .%",tîï'r;. ju: THfWHïF

» 4 f

lîHîm ::;t;

1

-44Sv t;ti*|Hl

iiasi'

-;Ï;):HJ t *

1

::ï in mr

Concurrerende aardgasprijs bij wisselende prijs

voor olie 3500 sec. voor nieuwe installaties

• 1 1'-;ï

9 . 5 - - ::ÏI:

Teelt: gematigde potplanten (15°C)

Grafiek 7

9,0 8.5 8.0 t f ;••-•: . : ( , : :r:t::r; „ ! -!. ;--4:;.:.t_. . - . 4 — ::.l;-— + • -f— 7,5 -~

7,0-:

M

::

-|+#^:|

::

[4 ,5 ^7 — r f - . u._._L-6,5 - -i 6,0 5,55.0 -..f L_:.-4r T+- ~-4-1=o 2 = |3 = 15 = '|6 = ;7 = i PP -— e r v l a k t e n !t tl II »f II II :••-•!••--• '4. ' • 1 van 2 . 0 9 0 m " 3 . 1 3 0 " " I + . 1 8 0 " " 5 . 2 2 0 " " 6 . 2 7 0 " " / 7 . 3 1 0 " " v8 . 3 6 0 " " 10.4H0 " :. :.L„;i.:;.l; ..L\. . ' i . • ; ! : ! : • •' - • i •; •: j ---; -:~ ' 1 ; 1 T T 55 60 65 70 75 80 85

prijs olie 3500 sec. in gld. per ton

(33)

2 9 -ïïT3tïïHHïï|Tr

zm^

10,0 - t

f

*-fi-•t^J ::TTr

a

l::i:;: -^-C— ïïnïïTTT Ü 4 +

spi

litffi

Concurrerende aardgasprijs bij wisselende prijs voor olie 3500 sec, voor nieuwe installaties

Teelt: warme potplanten <19°cT

Grafiek %

:\:i:

65 70 75 80 85 prijs olie 3500 sec. in gld. per ton

(34)

-30-Conclusie voor een prijsverwachting

De belangrijkste conclusie van dit rapport is geformuleerd in de grafieken 2 t/m 8, waar voor iedere olieprijs tussen ƒ 45,-en ƒ 90,- per ton, voor 7 teeltplann45,-en, 45,-en voor ieder daarvan weer 8 bedrij fsgrootten, de concurrerende gasprijs wordt ge-geven. Hiermee zijn zoals reeds eerder gezegd de moeilijkheden van de prijzenvariaties omzeild.

Niettemin leek het interessant een conclusie te formuleren voor een bepaalde prij sverhouding en wel voor de actuele gasprij s en de olieprijs waarop deze is gebaseerd.

Zoals bekend zijn de prij zen voor de levering van aardgas aan

grootverbruikers gekoppeld aan de industrieolieprijs. Bij de laatste vaststelling van de gasprijs is de Gasunie echter niet uitgegaan van de werkelijke industrieolieprijs, maar is de prijs-stijging die het directe gevolg is van de sluiting van het Suez-kanaal, buiten beschouwing gelaten.

De gehanteerde olieprijsindex is ƒ 65,-/ton. Daar het beleid van de Gasunie er op is gericht zoveel mogelijk incidentele prijswijzigingen, die niet van structurele aard zijn, te voor-komen, kan hier uit worden geconcludeerd dat de Gasunie deze industrieolieprij s verwacht na het wegvallen van de incidentele prijsverhogende invloeden.

Toen de industrieolieprijs ƒ 6 2,-/ton was, was de tuindersolieprijs ƒ 68, M-0 /ton (een korting van ƒ 3,- voor contante betaling is hier-van reeds afgetrokken). Als we veronderstellen dat het verschil van f 6,4-0 blijft gehandhaafd, dan kan de tuindersolieprijs die correspondeert met een industrieolieprijs van ƒ 65,-/ton worden gesteld op f 71,40/ton.

Voor deze tuindersolieprijs van ƒ 71,40 (minus ƒ10,50 accijns-restitutie) en de actuele gasprijs (zie blz. 16) wordt in de volgende tabellen (8, 9 en 10) een overzicht gegeven van de ver-warmingskosten met de beide brandstoffen voor de 7 teeltplannen met ieder 3 bedrij fsgrootten (kolom 1 en 2 ) .

In kolom 3 worden de verwarmingskosten met aardgas gegeven, waar-van is afgetrokken een bedrag overeenkomend met de totale olie-accijnsrestitutie die zou zijn verleend indien er met olie was gestookt.

(35)

- 3 1 rH 0) X ) rtf • n •H a w faC k ' rö rö o rH (1) p o CL) Xi G CD o c rci > •H P-• H G O CL> •H X ! G O P en O x 00 U" G • H e u u a > X rd Ü o o o o L O r --P •H CD -p •rH U rö ex rd O 0) P CD x I f-J rö s CD P G CD rö H rd CO CD I HH > 0) HJ > G P G co r - ) i H « 3 - H O ü •H o ro cr o CD o -G ^ rd a co uo ra b o x ) A< G k CD H m !M rö > > • CD O o . L O g rrj P O p r o I rrj CU > rH • H ,G O CO P. Û) > G Cl) P ra O X 00 P 00 rrj M bO i j G U • H 6 rrj rrj ü O) ra o C D L O co CU • H rH O G CL) P LO-CI X ra Mi G •H p. rd-P L0 rö t e ra > TJ 3 ' H P G rrj - H rö g 00 P G G - n 0) - H rH ü rrj O rrj 3 -H C T r H O) O CO rrj m • h n CU 15 P P CO rrj rö 0) c n rö P J - T-0) X o c oo cn o W « -p 0) o - n o •H o -H co CL, | H LO <L| QJ O co & H - , cn GOO •H e rö P co O i i L O I CO I I rd L O co e rö P r f O II X3 G CM I I nrj c o ^— CM O co o CD CO CM CO O CO CO CO co CD v— CM CD co L O co 0 0 Ir-en LO r - d-co CM CM CO CM CO r--LO r~-r - co L O L O r\ ZN O o LO CM L O CO CM L O L O r— co s— CM 0 0 CO CO T— L O L O L O CO CM CD Ol CM 0 0 co CM L O T -co zt CM O co co CM CD CO CD Cf) CM CM CM CO CO co C M CO L O V " » <c— oo t— 0 0 co co L O CM CD CM o CD CM Csl oo co CM co CO co o I P O CM CD P £ d, X P . O rö r-H > G • H o co CM O CM CD T— CO CM O CM OO CM O L O J -CO L O CO CM CO 0 0 co L O CM X — r-~ o CM CO OO CM CM CD CO CM CD CO O CM OO CO zt CO oo CM O L O CM CO CM r--CM CM oo oo J -CM o CM G rö rH ft p rH cy rö 00 r> G 0) P F o • P G Cl) p rö e 0 p » rö rö rH rH co co r\ 00 P O e g o X £ O X rö i-H co G CL) N O P a co G rö rö ^ • H P CL) b < ra P Cl) • n G rö C CD p C rö r H ftU P O O L O D H V -c 0 p G rö r H a , o P 0 O en O H V

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 20 augustus 2020 ontving de ILT via de DCMR het verzoek om advies op de aanvraag voor een veranderingsvergunning van Schouten Olie gelegen aan Gnephoek 4, 2401 LP, Alphen aan

Het feit dat de internationale oliemaatschappijen zich met grote investeringen vast- leggen aan de Kaspische Zee regio, zal betekenen, dat net als de Noordzee olie in de jaren

Aansluitend op de afkoelproef werd het massaverlies van de appels in de kisten ge- meten.. Het massaverlies werd bepaald in 2

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Dat betekent dat het aantal letselongevallen bij gelijkblijvende verkeersprestatie zal dalen (toevallige schommelingen en andere invloeden op de verkeersonveiligheid

Het enige houvast dat geboden wordt, is het feit dat de muren haaks op de Rijselstraat gericht staan en met perceelsindeling / verkaveling te maken hebben (fig. De huidige

Recente stonnafslag van het strand brengt ech- ter steeds weer vers materiaal naar boven.. Het blijft ech- ter een gok of zo’n strandwandeling

Verdergaande centralisatie van aanvraag- en toekenningsprocedures Het College begrijpt het voorstel zo, dat de toekenning van andere – meer algemene - voorzieningen benodigd