Het
Eemien
in
zuidelijk
Flevoland:
een
blik in de
bodem
van
het
bekken
van
Amersfoort
Frank+P.
Wesselingh
*Philip+W.
Visser* & TomMeijer
*In totaal werdener36 molluskentaxa
gevon-den
(tabel
1,pagina
86). Daarnaast werdenzeepokken
(Balanus
improvisus)
enlosseexemplaren
vande kalkkokerwormSpiror-bis sp. meegenomenin de
analyse.
Hetbo-venste monster
(19-20 m.o.m.)
bevatte degenoemde
1113exemplaren,
in deoverige
monsterswerden slechts
gemiddeld
97tel-bare
exemplaren gevonden
(variërendvan5tot196
exemplaren
permonster).
Als telbareexemplaren
werdenfragmenten
van
gastro-poden
waarin de columellawasbewaardenfragmenten
van bivalvenmetmeerdan dehelftvanhet slot beschouwd.
Hetonderstemonster
(63-66
m.o.m.;zone S1.1; tabel1,pagina’s
86en88)bevattezeerweinig schelpen (enkele
vol-marienesoor-tenals Varicorbula
gibba
enTimocleaova-ta,enkele
kustnabije
soorten zoalsPeringia
ulvaeenMytilus edulis,
maarookzoetwater soorten als Valvatapiscinalis
enSphaerii-dae
indet.).
Ditmonsterinterpreteren
wealseen
mengsel
vanzoetwater enmarieneaf-zettingen.
Het erbovenliggende
monster iszeer armaan
exemplaren,
waardoorwehetafzettingsmilieu
ervan nietmet zekerheidIn het kadervan
grondwateronderzoek
is op 26juni
2006een
spoelboring uitgevoerd
aandeSlingerweg
in hetzuid-puntje
vanFlevoland.Perdrie meterintervallen werdon-geveereen
kilogram
sediment verzameld. Deboring ligt
vrijwel
in hetcentrumvanhetglaciale
BekkenvanAmers-foort
(figuur 1)
enbood demogelijkheid
de continuïteiten de laterale variatievan Eemienafzettingen
in dit bekkentebestuderen.
De
boring Slingerweg
werdgezetin deoever vandenoor-delijke
sloottegenoverSlingerweg
25(RDX 157.572;
RDY476.899), gemeenteZeewolde. De
spoelboring
werduitge-voerd doorBraker
Grondboringen
IJsselmuiden.Hetmaai-veldter
plekke ligt
op ongeveer2,5
meter onder N.A.P.De
boring
werdbeëindigd
op 126meteronder maaiveld(m.o.m.).
Intotaalwerdenvijf pakketten aangeboord
(fi-guur2,
pagina
88).Van 0-4m.o.m.werd kleien veenaan-getroffen
die wordengerekend
totde holoceneNaaldwijk
en
Nieuwkoop
formaties. Van 4-16m.o.m.werdeenaf-wisseling
vangrijsbruin zand,
klei en veenaangelroffen
die wordt
gerekend
totde FormatievanBoxtelenisafge-zetin het Weichselien. Het
lichtgrijze matig fijn
totmatig
grofkorrelige
zand uit het niveau 15-16m.o.m.hadhoe-kige
korrels (wasscherp)
enismogelijk
dekzand. Van 16tot 19 m.o.m.werdeen donkerbruin, sterk
zandig
veenaangelroffen
datwerekenentotde FormatievanWouden-berg (Eemien).
De Eem Formatie komtvoortussen19en66m.o.m. enomvat
donkergrijze kleien,
veelalmetschel-penresten.De bovenstemeter
(19-20
m.o.m.) bestaat uiteen
lichtgrijs fijnkorrelig
zandmetveelschelpen.
Van20-48m.o.m. is de klei
donkergrijs,
van48-60m.o.m.is deklei
donkergrijs
totzwart,omin de onderste 6meterweerover te gaannaar
lichtgrijs
enwaarbij
dezandfractieook naarondertoeneemt.In het interval 42-63m.o.m.komenveelvuldig
millimeter-dikke lichtonregelmatige laagjes
voor.Van 66m.o.m.totaande basisvande
boring
op 126m.o.m. iser een naaronder toenemend
grofkorrelig
zand-pakket aanwezig,
datonder111metergedomineerd
wordtdoor
grind,
In hetgrind
komt veel heldere kwarts voor,daarnaast komen
regelmatig
rode enwitteveldspaat
envuursteen voor.Dit
pakket
wordttoegerekend
aandemid-den
pleistocenc
FormatievanAppelscha.
De mollusken uithet
traject
van 19-66m.o.m.werdenonderzocht. Alleen defractiegroterdan1,6mmwerd
geanalyseerd.
Figuur1.LiggingvanBoring SlingerwegenBoringAmersfoort in hetglaciale
BekkenvanAmersfoort.
AFZETTINGEN WTKG 31 (4),2010 88
Figuur2.Boring Slingerweg.Szonesworden beschreven inde tekst.Dieptesinmeter onder maaiveld. (Na/NiFm,=Naaldwijk/NieuwkoopFormatie: WdbgFm, =Woudenberg Formatie.)
kunnen duiden. Hetgaathierom marienesoorten en een
fragment
vande brakwaterkokkelCerastodermaglaucum.
Het interval 48-60m.o.m.
(zone S1.2)
bevateen zeer con-sistente faunagedomineerd
doorVaricorbulagibba.
Daar-naastkomt
Peringia
ulvae inlage
aantallenvoor enzijn
andere marienesoorten zeldzaam.De dominantievan V.
gibba,
tezamen metdezeerdonkerekleurvandeklei,
hetvoorkomenvan
organisch
materiaalenhetalgemeen
voor-komenvanmm-fijne laagjes wijzen
opeenvrij diep (onder
of rond destormgolfbasis),
zuurstofarmafzettingsmilieu.
Het interval 45-48m.o.m. (waarvan twee monsters
zijn
geanalyseerd)
vormteenredelijk soortenrijk geheel
waar-in
Peringia
ulvae numeriek domineertsamenmetin éénvandetwee monsters
Spirorbis
sp. Daarnaast komenlage
aantallenBittiumvandesoorten Turboellaradiatabalkei,
reticulatum, Mytilus edulis,
Cerastodermaglaucum,
Spi-sula subtruncataen
Venerupis
senescens voor. Ditmonster wordtgeïnterpreteerd
als eenovergangvanhetvoorgaan-denaarhet
volgende afzettingsmilieu, waarbij
hetvoorko-men van
Spirorbis
met TurboellaenBittiumvermoedelijk
wijst
op deaanwezigheid
vanzeegras en/ofmacroaigen.
Het interval 27-42 m.o.m. (zone
S1.3-S1.5) herbergt
ta-melijk
diverse fauna’s(lot
17soorten ineenmonster).Demeest
algemene
soortenzijn Peringia ulvae, Mytilus
edu-lis,
Cerastodermaglaucum
(die
doorlage
aantallen Ce-rastoderma edule wordt vervangen in het interval 30-36m.o.m.: zone
SI.4)
enSpisula
subtruncata. In hetonder-stedeel
zijn
voortsTurboella radiata balkei(vooral
in het 33-45m.interval)
enVenerupis
senescens(36-45 m.o.m.)
algemeen.
Inmonster30-33m.o.m.is dezeepok
Balanusimprovisus
zeeralgemeen,
watwijst
op het voorkomenvanvastsubstraat
(bijvoorbeeld schelpen
ofmacroaigen).
B.improvisus
kan zeerlage
enhoge zoutgehaltes
goed
ver-dragen
maar heeft wel relatiefzuurstofrijk
waternodig.
Het interval 27-42m.o.m.wordt
geïnterpreteerd
als een mesohalieneondiepe
zeebodem(boven
destormgolfbasis
endeels zelfs boven de ‘fairweather’golfbasis)
met in het interval 33-45m.o.m.deaanwezigheid
vanzeegrasvelden
en/of
macroaigen (zeewier).
Deaanwezigheid
van Ceras-toderma edule inplaats
vanCerastodermaglaucum
in in-terval 30-36m.o.m.wijst vermoedelijk
opeenperiode
vanvrijwel
normaal mariene(euhaliene)
condities.Monster 24-27m.o.m. wordt
gedomineerd
doorPeringia
ulvae,
Ostreaedulis, Macoma balthicaen Balanusim-provisus.
Daarnaast is Ventrosiaventrosaniet zeldzaam.Opvallende afwezige
is Cerastodermaglaucum.
Hetgaat
hierom een
kustnabije (mogelijk mesohaliene)
mollusken-associatie.
Het monster 23-24m.o.m. is
soortenrijk (20
soorten). Erzijn
zeer verschillendeconservatiestijlen
in hetmateri-aal
vertegenwoordigd,
verschillende kleuren en eengro-tevariatieaan
afronding
enfragmentatie,
watwijst
opeengemengde
fauna.Zeeralgemeen zijn Peringia ulvae,
Ce-rastoderma
glaucum
en Balanusimprovisus.
Algemeen
zijn
Ventrosia ventrosa, Ostreaedulis, Spisula
subtrunca-ta en Macoma balthica.
Opvallende
anderesoortenzijn
kustindicatoren zoals Littorina
saxatilis,
Barneacandida,ende
eerdergenoemde
Balanusimprovisus,
enbrakwater-indicatoren zoals Scrobicularia
plana
ende eerder ge-noemde Ventrosiaventrosa.Op
basisvandemenging
vanfossilisatiestijlen
waaronder het voorkomenvanverschil-lende
ecologische
incompatibele
taxa alsmede het uniek voorkomenvankustindicatoren doet vermoeden dat hetom een
strandafzetting
gaat ofom eengeulafzetting,
waar-bij
zowelvan eenrivier als van eenestuarienegeul
spra-kezoukunnenzijn.
De
faunasamenstelling,
de sedimentenende tafonomievande
schelpen wijzen
eropdalde Eem Formatie in deboring
Slingerweg
eenenkeleafzettingscyclus vertegenwoordigt
vansnelle
verdrinking gevolgd
dooreenrelatiefzuurstof-anne
hoogstand
vandezeespiegel gevolgd
dooreenver-ondieping
ineenalgemeen
brakwatermilieumetdaarineenmariene
puls
om tenslotte viaeenkustnabij
milieuovertegaan in veenmoerassen waaruit de
Woudenberg
Forma-tie isontstaan.Boring Slingerweg
kan wordenvergeleken
metboringen
rond Amersfoort
(Cleveringa
etal., 2000),
zo’n 10kilo-meternaarhet zuiden. We
beperken
onshiertotdeverge-lijking
met de relatiefcomplete
sectievanboring
Amers-foort-1
(32B119).
Dezeboring
is veelschelpen-
envooralsoortenrijker
dan deboring Slingerweg.
In totaal werdenerdoor
Cleveringa
et al.(2000)
5 marienemollusken-een-heden
gedefinieerd.
Vanafhet onderstemonsterop 24.8m. onderNAP,waarin alleenzoetwatersoorten (zone Ml.l)kenmerkendvoor een
gematigd
klimaatvoorkwamen,
isde
volgende opeenvolging gedocumenteerd
(metbijbeho-rende milieu
interpretaties).
Ml.2:Cerastoderma
glaucum
-Venerupis
senes cens- Bit-tium reticulatum-Abraovatagedomineerde
fauna’s:zeerondiep sublittoraal,
mesohalienwater metlage
getijde-varialie.
Ml .3: Cerastodermaedule-Modiolus adriaticus
gedomi-neerde fauna’s;
laag energetisch sublittoraal,
mesohalien tot euhalienwater met eenietsgroteregetijdcnamplitudc.
Ml.4: Bittium reticulatum-
Timoclea ovatagedomineer-de fauna’s; euhalien milieumetdaarin veelvoorkomende
zeegras- danwel zeewiervelden
(gebaseerd
op devoor-komendemollusken
soorten).
Ml .5:
Mytilus
edulis- Cerastodermaglaucum
- Ventrosiaventrosia
gedomineerde
fauna’s;laag energetisch
meso-halien milieumetzeegras en/ofzeewier.M1.6;
Mytilus
edulis-Macoma balthicagedomineerde
fau-na’s:
ondiep
sublittoraalmeteenrelatieflaag zoutgehalte
en
lage getijdenamplitude.
Een zevende
(onbenoemd)
interval bevat klei metwei-nig
marienemolluskendie door deauteurs werden gere-kend tothoog intragetijde
totsupragetijdc
milieus.Detop van het fossielhoudendeEemien inboring
Amersfoort-1ligt
op -10.9m. NAP. In hetalgemeen vertegenwoordigt
het Eemien in dieboring
minderdiepe afzettingsmilieus
dande Eemintervallen inde
boring Slingerweg. Boring
AFZETTINGEN WTKG 31 (4), 2010 90
het voorkomenvan
zeegrasvelden
(gebaseerd
op de mol-luskcnfauna’s).
Over hetalgemeen
was ersprake
van eenbeperkt
marientotzelfslagunair afzettingsmilieu. Boring
Amersfoort
vertegenwoordigt
evenalsboring Slingerweg
eenenkeleafzettingscyclus
vanzoetwater(24.8
m.-NAP)
naarmaximaaldiep (16.8-17.8
m.-NAP)
naarondiep
wa-ter
(-10.9
m.NAP).
Een directe
vergelijking
tussen detweeboringen
islastig
omdat deboring Slingerweg
eenvee! dikkerpakket
EemFormatieomvatdattot veel
dieper
in deondergrond
aan-wezig
isendat deels isafgezet
indiepere
milieus dan inboring
Amersfoort. Ook al iser in beideboringen sprake
vaneenenkele
verdiepende-verondiepende cyclus,
kunnen daardoor de verschillende onderdelenniet een-op-eenmetelkaar worden
gecorreleerd.
Zo zal detransgressie
inbo-ring Slingerweg vermoedelijk
eerder hebbenplaatsgehad
dan in de
omgeving
vanAmersfoort omdat heteerstege-bied
mogelijk lager lag.
Bovendien zullendesedimentatie-snelheden in het bekkencentrum
hoger zijn
geweestdan aande rand. Inboring
Amersfoort domineert Cerastoder-maedule tenopzichte
van Cerastodermaglaucum
in dezones Ml .3enMl .4
(-15.8-23.65
m.NAP),
wateentekenvoormaximale
zoutgehaltes
is. Aanvullende gegevens, zo-als ribaantallenop Cerastodermaleggen
dezoutgehalte-piek
zelfs helemaal inzoneMl .4(Cleveringa
etal., 2000,
zie ook
figuur 3).
Hetmeestmarienesignaal
is inboring
Slingerweg
tevinden in interval 30-36 m.o.m.,eveneensvrij hoog
in het Eemien interval. Een maximaal openma-rien
signaal
is ookbekend uit latere delenvande Eemse-quentie
in hetmeerwestelijk gelegen
BekkenvanAmster-dam(vanLeeuwenel
al., 2000)
enhangt
samen meteenvrij
korteperiode
waarinzandige ondieptes
in dekustzo-ne naarhet westen werden beslecht
tijdens pollenzone
E5.Varicorbula
gibba-gedomineerde fauna’s,
zoals dieinbo-ring Slingerweg
tussen48en60m.o.m.voorkomen,ont-breken in
boring Amersfoort-1,
maarzijn bijvoorbeeld
wel bekendvanboring
Terminal in Amsterdam. In deboring
Amersfoort-1 is er slechts eenkleine Varicorbula
gibba
piek
op de grensvanMl .2enMl.3. Als de Cerastoderma eduleende Varicorbulagibba pieken
in beideboringen
tecorreleren
zijn
dan iseencorrelatie zoals weergegeven infiguur
3mogelijk.
Figuur3. MogelijkecorrelatieboringSlingerwegenboringAmersfoort-1. Datavande laatsteboringuitCleveringaetal.,2000. De monsterintervallen in de laatsteboring zijnniet evengroot.
Referenties
Cleveringa, P.,
T.Meijer,
R. J.W.vanLeeuwen,
H. deWolf,
R. Pouwcr, T.
Lissenberg,
& AW.Burger,
2000. The Eemianstratotypelocality
atAmersfoort in thecentralNetherlands:are-evaluation of old andnewdata.-
Ge-ologie
enMijnbouw
/ Netherlands Journal ofGeosci-ences, 79; 197-216.
Leeuwen,R.JW.van, D.J.Bccts,J.H.A.Bosch,A.W. Bur-ger, P.
Cleveringa,
D.vanHarten,
G.F.W.Hemgreen,
RW.
Kruk,
C.G.Langcreis,
T.Meijer,
R.Pouwcr, H.deWolf, 2000.
Stratigraphy
andintegrated
faciesana-lysis
of the Saalian andEemian sediments intheAm-sterdam-Tenninalborehole.-
Geologie
enMijnbouw
/Netherlands Journal of
Geosciences,
79: 161-196.*FrankP.
Wesselingh,
NCB Naturnlis,Postbus9517,2300 RALeiden,e-mail: Frank.Wesselingh@nch.naluralis.nl
*Philip
W. Visser,ArcadisNederland,Postbus 673, 7300AR
Apeldoorn,
e-mail:Philip.visser@arcadis.nl
*Tom
Meijer,
NCBNaturalis,Postbus9517,2300RAAFZETTINGEN WTKG 31 (4).2010 86 a}0}cnaiai-fc».-Ê>.-i^-fc>.oJcococof'or'Of'0 coo^4^-*-oocnaifo<x)a)CA)o-^-f^co i i i i i i i * i i i i i i < * CT>a)OiC^cnoi-t^-^-f^-t^coc*)cowrono cncoo~^-fi--^cocx)airocDa>coO'^-P>-cr co Littorina saxatilis 0000000000000006 Peringiaulvae 1 0 1 4 6 7 19 11 31 27 3 8 39 5 23 175 Ventrosiaventrosa 000001 101011347 52
Turboellaradiata balkei 00 1 0202217 22 590 1 00
Rissoa sp. 0000010032000000 Bittium reticulatum 00001 01 244210101 Retusa obtusa 0000000000000008 ?Retusacylindrica 0000000001000000 Chrysallida pellucida 000000001 1 104064 Chrysallidaindistincta 0000000010000015 Chrysallidacf. interstincta 0000000000000100 Odostomiascalaris 00000000001 00000 Pulmonata indet. 0000000000000001 Valvatapiscinalis 1 000000000000000 Mytilusedulis 1 1 2 0 0 0 3 3 18 9 37 17 35 42 0 15 Modiolus adriaticus 000000000031 0000 Ostrea edulis 1 000000001 2 1 44 20 48 Lucinella divaricata 0000000000000010 Mysellabidentata 00000000041 10223 Cerastoderma glaucum 01 1 00272 16 21 30023 170 Cerastoderma edule 0000000000331 01 0 Parvicardium scabrum 0000000000020000 Spisulasubtruncata 0 0 0 0 0 4 3 2 59 46 32 22 6 6 2 66 Mactra stultorum 0000000004400000 Tellina sp. 0000010000000000 Macoma balthica 01 00021000014310 47 ?Gastranafragilis 0000000000000001 Abraalba 0000030000000100 Abra nitida 0000002231100000 Abra tenuis 0000000000001000 Scrobiculariaplana 0000000000000003 Venerupussenescens 000001 3331520 1 1 1 1 Timoclea ovata 1 1 00000000000000 Sphaeriidaeindet. 5000000000000000 Varicorbulagibba 8 1 190 33 81 48 4 3 1 2 0 0 0 0 0 1 Barnea candida 0000000000001016 Balanusimprovisus 00 1 0 0 0 0 0 2 0 1 4 85 5 84 500 Spirorbissp. 0001030 37 37000000
Tabel 1.Mollusken uit het Eemienvanboring Slingerweg
63-66
60-63
57-60
54-57
51-54
48-51
45
-48 b45
-48 a42-45
39-42
36-39
33-36
30-33
27-30
24-27
23-24
Uttorina saxatilis 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6 Peringiaulvae 1 0 1 4 6 7 19 11 31 27 3 8 39 5 23 175 Ventrosiaventrosa 0 0 0 0 0 1 1 0 1 0 1 1 3 4 7 52Turboellaradiata batkei 0 0 1 0 2 0 2 2 17 22 5 9 0 1 0 0
Rissoa sp. 0 0 0 0 0 1 0 0 3 2 0 0 0 0 0 0 Bittium reticulatum 0 0 0 0 1 0 1 2 4 4 2 1 0 1 0 1 Retusa obtusa 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 ?Retusacylindrica 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Chrysallida pellucida 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 0 4 0 6 4 Chrysallidaindistincta 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 1 5
Chrysallidaof. interstlncta 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0
Odostomiascalaris 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 Putmonataindet. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 Valvatapisdnalis 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Mytilus edulis 1 1 2 0 0 0 3 3 18 9 37 17 35 42 0 15 Modiolus adriaticus 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 1 0 0 0 0 Ostrea edulis 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 2 1 4 4 20 48 Lucinella divaricata 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 Mysellabidentata 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 1 1 0 2 2 3 Cerastoderma glaucum 0 1 1 0 0 2 7 2 16 21 3 0 0 2 3 170 Cerastoderma edule 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 3 1 0 1 0 Parvicardium scabrum 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 Spisulasubtruncata 0 0 0 0 0 4 3 2 59 46 32 22 6 6 2 66 Mactra stultorum 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 4 0 0 0 0 0 Tellinasp. 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Macoma balthica 0 1 0 0 0 2 1 0 0 0 0 1 4 3 10 47 ?Gastranafragilis 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 Abraalba 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 Abranitida 0 0 0 0 0 0 2 2 3 1 1 0 0 0 0 0 Abratenuis 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 Scrobiculariaplana 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 Venerupussenescens 0 0 0 0 0 1 3 3 3 15 2 0 1 1 1 1 Timoclea ovata 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Sphaerlidaeindet. 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Varicorbulagibba 8 1 190 33 81 48 4 3 1 2 0 0 0 0 0 1 Barnea Candida 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 6 Balanusimprovisus 0 0 1 0 0 0 0 0 2 0 1 4 85 5 84 500 Spirorbissp. 0 0 0 1 0 3 0 37 3 7 0 0 0 0 0 0