• No results found

Spinnerij Bekker (2):: voorbeeld van voor-industriële plattelandsnijverheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Spinnerij Bekker (2):: voorbeeld van voor-industriële plattelandsnijverheid"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Spinnerij Bekker (2):

Citation for published version (APA):

van Hooff, W. H. P. M. (1983). Spinnerij Bekker (2): voorbeeld van voor-industriële plattelandsnijverheid. Gemerts Heem, 25(4), 104-108.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1983

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

SPINNERIJ BEKKER

(2):

Voorbeeld van

voor-industri~le

plattelandsntjverheid

door Giel van Hooff

~rof. I.J. Brugmans, schrijver van diverse

standaardwer-ken over de 19e-eeuwse sociaal-economische ga;;chiedenis

van Nederland, constateert in zijn hoofdwerk een ver-schuiving van de textielnijverheid in de regio Z.0.-Brabant vanuit het min of meer stedelijk centrum (Helmond) naar het

eromheen liggende platteland. Hij gebruikt daarvoor zelfs een

aparte term, rustikalisering, zonder dit begrip echter nader te omschrijven of er een analyse van te geven (1). Toch lijkt het ons belangrijk om eens beter te kijken waarom katoenspin-nerijen als Bekker, die in de eerste helft van de 19e-eeuw in de regio Z.O.-Brabant opkomen, zich niet in het centrwn zelf vestigen, maar daarbuiten, en waarom deze bedrijven geen van allen uitgroeien tot een moderne industrie.

De uitbreiding van de plattelandsnijverheid is typerend voor

het vroeg-kapitalisme of de voor-industriele produktiewijze, waarbij de ondernemers niet door mechanisering hun produktie

proberen uit te breidenen/ofproduktiekosten te verlagen,maar dat trachten te realiseren dcxr gebruik te maken van de

(3)

-104-tussen 1815 en 1830 in de regio-Helmond gevestigd werden, op de dorpen terecht kwamen (in tegenstelling tot de weefgoede-renfabriekjes die in Helmond geconcentreerd waren ~n bleven) is m.i. voornamelijk een gevolg van de toenmalige situatie op de arbeidsmarkt: de halfgemechaniseerde spinnerijtjes met hun handenarbeid en eenvoudige machinerieen, konden de con-currentie met het goedkope, machinaal vervaardigde, Engelse garen slechts aan door de loonkosten laag te houden en kin-derar bei d in te schakelen. De grondstof kostte hen,mede van-wege de transportkosten, meer dan in Engeland, en voor de fijnere garens ontbrak het hen waarschijnlijk aan geschikte apparatuur. Alleen onder de bescherming van een invoerrecht op buitenlandse garens dat tot 1830 gold (wat, omdat het naar gewicht ging, de grovere, dikkere garens relatief zwaarder belastte dan de fijne, terwijl in de Helmondse textielnijver-heid met haar eenvoudige stoffen een redelijk grote vraag was naar grovere garens), konden de plaatselijke spinnerijen zich handhaven.

Kinderen, die voor het spinwerk ingeschakeld konden worden waren in die periode vooral op de dorpen t.e vinden. In wevers-centra als Helmond en Mierlo warenal veel kinderen ingescha-keld als hulpwever,spoeler e.d •• De Helmondse fabriceurs be-heerstten als huiseigenaar, d.m.v. gedwongen winkelnering, onderlinge afspraken e.d., de plaatselijke arbeidsmarkt vol-komen en zij zullen geen vreemde concurrentie geduld hebben. Vandaar dat ook de fabrikanten uit Haarlem, die rond 1838-1840 hier calicots laten weven, in Gernert en Mierlo terecht komen, terwijl in Helmond hun vertegenwoordiger weinig voet aan de grond krijgt (3).

Rond 1830 zijn dan ook de belangrijkste spinfabriekjes in As-ten, Aarle-Rixtel en Gernert te vinden. Tussen 1830 en 1840

verdwijnen de meesten, omdat zij als gevolg van de afschaf-fing van de importhefafschaf-fing, de concurrentie met het goedkoper geworden buitenlands garen niet aankunnen. Slechts de spin-nerij in Asten kan zijn bestaan, zij het in zeer 'afgeslank-te' vorm !anger rekken door het produceren van lampekatoen, maar in 1856 wordt ook dit bedrijfje opgeheven (4). Geen en-kele spinnerij heeft zich tot een modern geheel gemechaniseerd bedrijf kunnen ontwikkelen: daarvoor ontbrak het de buiten-landse spinmeesters aan kapitaalkrachtige ondernemingsgeest. De weeffabrikanten, voornamelijk in Helmond geconcentreerd, waren bovendien niet of nauwelijks in een zelfstandige spin-nijverheid in de regio ge1nteresseerd. Zij konden het garen vrij gemakkelijk uit het buitenland (vrnl. Engeland) krijgen. Slechts belemmeringen in deze aanvoer (bijv. ten gevolge van

(4)

hoge prijzen, dichtgevroren vaarwegen e.d.) zouden het idee van een eigen grondstofvoorziening aantrekkelijk hebben kun-nen maken, maar deze belemmerende omstandigheden golden niet in die mate als bijvoorbeeld in Twente waar in 1829 door Hof-kes een moderne spinnerij werd opgericht. Ook de behoefte om voor het eigen bedrijf een spinnerij op te richten was niet erg groot. Van slechts ~~n Helmondse fabriceur bestaat de aanwijzing dat hij bij een spinnerij betrokken is geweest (5). Daarbij speelde de (conservatieve) handelsgeest van de mees-te Helmondse fabriceurs ook een rol: een (moderne) spinnerij vereiste veel vast kapitaal en bracht veel risico met zich mee: hetzelfde geld kon sneller en met minder risico's in de produktie en handel van weefgoederen e.d. terugverdiend wor-den.

Een stoommachine van een model, zoals dat ronc 1 BOO veel gebruikt werd.

Het voorbeeld van de Gemertse spinnerij toont aan dat niet zozeer technisch kunnen of financieel vermogen de ontwikke-ling van de spinnijverheid in de regio Z.O.-Brabant heeft

be-paald. Het ontbrak de Bekkers gezien de installatie van

bij-voorbeeld een stoommachine en eigen ketel niet aan

innovatie-drift en technische kennis, terwijl zij het benodigde

kapi-taal voor deze investering in eigen dorp konden lenen (6).

(5)

-107-Maar de markt voor weefgarens, die door de vrij vlotte

aan-voersmogelijkheden via de Zuid-Willemsvaart werd be1nvloed,

was, zeker na afschaffing van het beschermend invoerrecht,te zeer blootgesteld aan de buitenlandse concurrentie. Pas in de eerste wereldoorlog, als de aanvoer van buitenlandse ga

-rens stokt, gaan enkele Helmondse fabrieken zich weer voor

het spinnen van eigen garens interesseren.

NOTEl'I:

(1) I.J. Brugmans, Paardenkracht en mensenmacht, Den Haag 1961, pg. 162-163.

(2) I.J. Brugmans, Honderd Jaren Nederlandse Nijverheid, 1830-1930, in: Welvaart en Historie, Den Haag 1978, pg. 124-125.

(3) Zie bet verslag van R. Campbell van een reis door Noord-Brabant in november 18371 in opdracht van de Nederlandsche Handel -Maatschappij, in: Economisch Historisch Jaarboek, dl. XL, 1977, pg. 155.

(4) Zie advertentie in de Nieuwe Noordbrabander van 12 juli 1856 en Gemeentearchief Asten, inv.nr. 19/27, brief nr. 158.

(5) nl. Albertus Bots (zie: Aarle-Rixtel en haar textielnijverheid, pg. 42.

(6) Giel van Hooff, Spinnerij Bekker (1816-1841), in: Gemerts Heem, 1983, pg. 68-80.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het vorige nummer wer- den zeven prangende vragen betreffende wiskunde olympiades beantwoord, in dit nummer een schets van hoe een en ander in zijn werk gaat bij het tot stand

stoomweverijen met 868 getouwen. 98 Tijdens de stadsbrand van 7 mei 1862 werd de weverij gespaard maar brandde de spinnerij af. De spinnerij van Gerh. Jannink & Zonen beschikte

Er is een grote asymmetrie in de CMBR (in de orde van 10-3) door de peculiar snelheid van 368 km/s van de Aarde ten opzichte van de Hubble flow van de

In de toekomst ziet hij meer van het heelal Twee stelsels in tegenovergestelde richting en op grote afstand van de waarnemer. Stelsels hebben geen tijd gehad om te

In de toekomst ziet hij meer van het heelal Twee stelsels in tegenovergestelde richting en op grote afstand van de waarnemer. Stelsels hebben geen tijd gehad om te

Voor normale straling en materie neemt dichtheid af als energie over groter volume wordt uitgesmeerd.. Eigenschap van ruimtetijd zelf (driekwart van alle energie is van deze

Voor elk van deze soorten energie en materie geldt dat er een verband tussen energiedichtheid en druk bestaat. Toestandsvergelijking volgt uit friedmannvergelijkingen

Helium-4 heeft hoge bindingsenergie van 28 MeV Donkere materie niet relevant, want dynamica wordt door straling gedomineerd. Neutron- en protonvangst leidt tot 3 H en