TA 1338— A p r i l 1982
k a m « r i r Annn Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding
NNd 154 5 ,13 38 Wageningen
',l
BIBUOTHEEiC
STAR^GGEBOUW
INVLOED BEWAARTEMPERATUUR OP DE CHEMISCHE SAMENSTELLING VAN OPPERVLAKTEWATERMONSTERS
G. Ursinus
t
Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len, dus geen officiële publikaties.
Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een een-voudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discus-sie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclu-sies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten.
Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in ï aanmerking
3 1 DSC, 1982
I N H O U D biz. 1. INLEIDING 1 2. METHODIEK 1 3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 2 4. LITERATUUR 3
1. INLEIDING
Het onderzoek naar de waterkwaliteit in het Peelgebied, vereist dat er veel watermonsters onderzocht moeten worden op fosfaat en stik-stof. Daar het grote aanbod de capaciteit van het ICW laboratorium over-treft, worden de routine-analyses uitgevoerd door het waterkwaliteits-laboratorium van het waterschap "De Dommel" te Boxtel.
Ter conservering dienen de monsters aangezuurd en koel te worden bewaard (HARMSEN e.a., 198)). Een mogelijk gebrek aan koelruimte en het feit, dat de monsters tijdens bemonstering en een periode erna ongekoeld in de apparatuur aanwezig zijn, heeft geleid tot een onder-zoek naar de invloed die de bewaartemperaturen van 4 C (koelkast) en 20 C hebben op de samenstelling van de aangezuurde monsters.
2. METHODIEK
Er zijn zes verschillende oppervlaktewatermonsters genomen op 6 monsterplaatsen in de Peel. Ze zijn in het veld aangezuurd met 4 ml
8n zwavelzuur per liter. De helft van de monsterhoeveelheden zijn bij kamertemperatuur bewaard en de andere helft in de koelkast. De dag na monstername zijn de monsters gefiltreerd en geanalyseerd op:
- ammonium en Kjeldahl-stikstof volgens NEN 3235 - 6.1.1. - ortho-fosfaat en totaal-fosfaat volgens NEN 3235 - 8.2. - nitraat met behulp van HPLC.
Na enige dagen zijn de analyses herhaald om te zien of door het
bewaren veranderingen waren opgetreden in de onderzochte componenten. De analyses zijn in duplo uitgevoerd en het gemiddelde hiervan is
Bovendien zijn in dezelfde diagrammen de relatieve hoeveelheden uit-gezet ten opzichte van de eerste dag bij 20 C in procenten.
3. RESULTATEN EN DISCUSSIE
Voordat het mogelijk is conclusies te trekken uit de staafdiagram-men 1 tot en met 5, dienen de fouten in de analyses bekend te zijn.
Deze fouten kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld. Als eerste de toevallige fout per monster, welke kan worden weergegeven door de gemiddelde duplofout (zie tabel 1).
Tabel 1. De gemiddelde duplofouten in procenten van de monsters beschreven in deze nota
Component Duplofout in % 1.5 >,3 2,9 3,5 3,9
De tweede fout is de calibratiefout. Voor alle metingen wordt gebruik gemaakt van een standaardreeks ten opzichte waarvan wordt ge-meten. Is er een fout in de calibratie, dan is er per keer calibreren sprake van een systematische fout. Bij vergelijken van verschillende series metingen kan echter van een toevallige fout worden gesproken. De calibratiefout ligt in dezelfde orde van grootte als de duplofout. Na kwadratisch optellen van de duplofout en de calibratiefout betekent dat voor NO- en ortho-PO, een fout van circa 3% een reële schatting
zal zijn. Voor totaal-PO,, NH, en Kjeldahl-N zal de fout circa 5% be-dragen. Rekening houdend met deze fouten bij het vergelijken van alle metingen, dan blijkt er geen duidelijk verschil te bestaan tussen monsters bewaard bij 4 C en 20 C, daar de verschillen binnen de fout vallen. In beide gevallen is er ook geen verloop in de tijd waar te nemen. 1) 2)
3)
4) 5) N03 ortho-PO, totaal-PO, NH. 4 Kjeldahl-NUit figuur 4 blijkt, dat de totaal-PO, gehaltes in monsters gecon-serveerd bij 4 C niet verschillen van de totaal-PO, gehaltes in
dezelf-de monsters geconserveerd bij 20 Cf
Binnen acht dagen is er ook geen duidelijk verloop waar te nemen. Helaas zijn door een complicatie bij de analyse de resultaten van de eerste analysedag niet bekend.
Uit analyses van Harmsen en anderen (1981) is echter gebleken, dat bij conservering gedurende 14 dagen bij 4 C geen concentratieverande-ringen optraden. Daar de totaal-PO, concentraties bij 4 C en 20 C ge-lijk blijven, mag geconcludeerd worden, dat 8 dagen conservering bij 20 C geen invloed heeft op de totaal-PO, concentratie.
4. LITERATUUR
HARMSEN, J., H. VAN DRUMPT, A.E.M. VAN BLIJSWIJK EN T. VAN EGDOM, 1981. Het conserveren van watermonsters, een nog lang niet opgelost probleem. ICW nota 1319.
H' 3 Ou m rt H -i _ -i . a O* H ' C—1. CT1 (0 « e> V n rt ft> FI T3 rt> •1 (Ü rt C i-< (t> 3 < M 3 • P » O n n> 3 NJ O O O >*i F ' 09 • ^ « n o 3 O (6 3 rt • i tu rt F ' (C <5 n> i-i t-' o o T) P> g 9 O 3 F » c § F » 3 ON o •ti •d fl> H < t-> M X" rt 3 «: tu r t fl> >-t
8
3 03 rt (D i f enD S
— H ? (D8
1
3' U. O <*t
;rt N) O o O 5' uS
f0 D« 8
c c (0 1) o a a> (D 5' 5'J J
• — — l —s; 5i
*"• N) « o n o n ( *^ - j 3i » Ä
_ A i N) 1 U) 1mmm
t~ i iW^^^^WÉ^Mmm^^mfmâ '
WÊmM^^mmm^^^^mM^wm^ i
<b ^ •*•*•*•*•*•*»*•*•*•*•*•*•*•*•*»*•*•*•*•*•*+*•*•*•***•*•*•*•*•*•*•*•*#*•***»**1 3
IB -J L J N)S
O O ^ ° o o o ^co IT ft) H W H-0 a. M-O O S n ro 3 rt to rr p» m < M O o X) f U J . O4 tu w rt
I
(D fi C H» (Ds-h-1 I 01 rt H-?r 01 < CU 0 o o 3 S3 o o n o •o •xi m ri-ft) C pi rt <D
7
a n> rt a. i_i. cr n> i» •i rt fl> B •3 a> •1 to r t C i-t ft) 3 < to 0 *-O o rt> a M O O O H ' OQ W • O o s 3 rt 01 rt H ' rö < ft» i -1 O o •3 3 H ' rt i-t CU rt K> 3 0> O •3 ro <! i-*
R-rt <B
s
tuD B 1
n> ff —*-ft < n> 3" 8 $£
O < _fcÄ
SJ o o o3
D n> 8- R S 8 £ s. <T> t ge h gel -ei o <B n> 5' 5'S J
— — '-» 2" °-o : >=: o o O o O rt <D co 3 V A V » % % V » % % % V * % % % % % % V » V » V A V » V » V i V A , V A V i 3 to o I LS 8
•=? - » ^ . < ü2 ° O o'rt to M« 9 fl> rt H -i _ j . CL O* H ' t _ i . t r ro (a H rt
1
T> ro H 0> rt 9 < P> 9 *> o o n 9 |SJ O O O h1« OQ • •C-O O 9 9 rt H r t H-n> < n> t -1 o o T) rt O et Pi 0) ( - • 1 O M M l P> (Ü rt 3 O O (D i-J < (0 rt n> « p> et (D 9 1Q B
< n>8
1
2 < • * -o < _* ,& NJ O o O * 3 X)8
D O o c (D* * S. n> 51
Q CTg
C (B \ Q IB 5'S J
— CT o O — -* CT »^ O o O O *~ OS *-oo *» CD co *-f . co o *-o — *• Q. m O °° U3 <t> c co co IB * -3 CO 3 o o l/l * -(B CO - l o r-3 co IB œ Q * " a0 0 «< *» IB CO ISJ -f-U) O O •v O 3 (O o 0 IQ _. o. ^. en er Q _» o oTl H' wi rt m H W H« S <?• ft pt H« l - i . (X <r H» l _ i . O4 (D < 09 rt n s •Ö n> H (Ü rt C i i n> 3 <! tu 3 O O fl> 3 M O O O O O 3 O n> 3 rt H P> rt e-(D <! (0 •i t-> O (3 •o O t i rt O4