• No results found

H.A. Huussen jr., Hemmo Dijkema 1799-1853. Gronings agronoom en Ruslandreiziger

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "H.A. Huussen jr., Hemmo Dijkema 1799-1853. Gronings agronoom en Ruslandreiziger"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

107

Recensies

tegen een onderlaag kan worden getypeerd. Hiermee wil ik trouwens niet zeggen dat ik vind dat theorieën nooit bruikbaar zijn en daarom maar uit de geschiedschrijving moeten worden weggelaten. Integendeel, theoretische verhandelingen maken een historische studie vaak inte-ressanter en geven het een meerwaarde.

Samenvattend, het geschrift is een aanwinst voor de Nederlandse geschiedschrijving, in het bijzonder omdat er veel instaat dat nog niet eerder was behandeld. Het laat zien, waarom het metrieke stelsel, hoewel de acceptatie daarvan vele ups en downs heeft gekend, toch uiteinde-lijk de vanzelfsprekende standaard is geworden.

Ida H. Stamhuis

A. H. Huussen jr., Hemmo Dijkema 1799-1853. Gronings agronoom en Ruslandreiziger (Gro-ninger historische reeks XX; Assen: Van Gorcum, 2001, 263 blz., ƒ17,92, ISBN 90 232 3669 6).

De Groninger hoogleraar A. H. Huussen jr. schreef voor de mede door hemzelf geredigeerde Groninger historische reeks een biografie van de Groninger Hemmo Dijkema. Wat het leven van Dijkema van belang maakt zijn zijn landbouwkundige publicaties en zijn verslagen over een reis door Rusland. Over de eerste dertig jaar van zijn leven en over zijn persoonlijk leven is evenwel weinig bekend. Uit wat bekend is, komt hooguit het beeld naar voren van een eenzame vrijgezel. Door gebrek aan bronnen zoals een persoonlijk archief, was Huussen dus gedwongen deze biografie voor een belangrijk deel op Dijkema’s publicaties te baseren.

De boerenzoon Dijkema groeide op in het Noord-Groningse Rasquert. Op zijn dertigste jaar nog ging hij theologie studeren in Groningen en na zijn afstuderen was hij enkele jaren hulp-predikant in het kleine Stitswerd, eveneens in Groningen. Er was echter een overschot aan dominees en hij kon nergens een definitieve benoeming krijgen. Gebrekkige loopbaan-vooruitzichten en persoonlijke tegenspoed waren daarom waarschijnlijk redenen voor Dijkema om in het buitenland zijn geluk te beproeven: in 1840 ging hij via Scandinavië en Estland naar St. Petersburg. Hij maakte uitgebreide tochten door Rusland en in 1842 keerde hij vanuit Odessa terug naar Nederland. Tevergeefs had hij in Rusland werk proberen te vinden als leraar of als rentmeester op een landgoed.

Voor zijn Ruslandreis was Dijkema al actief als publicist in de landbouwkunde. Hij had een prijswinnende verhandeling geschreven over de vlasteelt. Een zekere bekendheid verwierf hij echter met zijn in drie delen gepubliceerde verslag van zijn reis door Rusland (het derde deel verscheen in 1853). In Nederland was er tot dan toe weinig gepubliceerd over Rusland. In het reisverslag is veel aandacht voor opvoeding, onderwijs, het geloof, de landbouw en het zoge-heten volkskarakter van de mensen. Het meest bijzondere van Dijkema was dat hij contact legde met boeren en arbeiders om hun taal en gebruiken te leren kennen. Moraliserend sprak hij zich uit tegen drankmisbruik, gokken, bijgeloof, corruptie en lijfstraffen van lijfeigenen. Dijkema geloofde dat de economische en maatschappelijke toestand zou kunnen verbeteren door goede opvoeding en scholing.

Dijkema ging na zijn reis verder met zijn landbouwkundige publicaties, onder andere in al-manakken over de landbouw. Hij wilde kennis verspreiden en zo bijdragen tot meer bescha-ving en welstand onder de boeren. Zo schreef hij onder meer artikelen over verschillende manieren van ploegen, bemesting, aardappelteelt en nieuwe methoden van ontginning. Het bekendste werd hij met een groot werk over de geschiedenis van de landbouw in de provincie

(2)

108

Recensies

Groningen. Van enkele van Dijkema’s boeken zijn de intekenaren bekend en Huussen heeft hun sociale samenstelling onderzocht. In 1853 werd Dijkema benoemd tot burgemeester van de kleine Groningse plattelandsgemeente Marum. Enkele maanden na zijn benoeming over-leed hij na een kort ziekbed.

Huussen sluit af met een bronnenuitgave van dertig pagina’s bestaande uit enkele brieven van Dijkema en een bespreking van een van zijn boeken. Tenslotte is er een bronnenoverzicht, een literatuurlijst en een register. Huussen schrijft met veel uitroeptekens en in een oubollige stijl over ‘wij’ en ‘onze Dijkema’. De biografie is chronologisch opgebouwd en bevat 25 hoofd-stukken, waarvan sommige slechts uit enkele pagina’s bestaan. Dijkema wordt in kaderteksten uitvoerig geciteerd en de auteur maakt veel niet-relevante opmerkingen, bijvoorbeeld over internet of het Paarse kabinet. Ook het notenapparaat bevat breedsprakige toelichtingen. Een bondige stijl en een betere structuur zou de leesbaarheid van deze publicatie zeker bevorderd hebben. Het belang van Dijkema zou tenslotte duidelijker zijn geworden als de auteur een uitgebreidere vergelijking met andere auteurs had gemaakt bijvoorbeeld rond de thema’s reis-verhalen, het Ruslandbeeld en de landbouwkunde.

Mark van Deursen

C. Smit, Omwille der billijkheid. De strijd over de invoering van de inkomstenbelasting (Dis-sertatie Universiteit van Amsterdam 2002, De natiestaat. Politiek in Nederland sinds 1815; Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2002, 365 blz., ISBN 90 284 1995 0).

‘Bij de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 was er niet veel wat de ingezetenen aan deze staat bond behalve een ontzagwekkende staatsschuld.’ Aldus de openings-zin van het proefschrift van Christianne Smit over de discussies rond de invoering van de inkomstenbelasting, geschreven in het kader van het onderzoeksproject ‘De natiestaat’. Het is een vlot geformuleerde, maar ook nogal boude binnenkomer. Zou het echt onzin zijn om te denken dat afkeer van de Fransen, de terugkeer van Oranje en de hoop dat ‘de oude tijden weêrom keerden’ wellicht ook een bindende rol hebben gespeeld? En bindt het bezit van staats-obligaties de bezitter werkelijk meer aan een staat dan bijvoorbeeld dat van grond?

Het is ook de vraag of het een goede keuze is geweest om een boek over inkomstenbelasting onder de titel ‘omwille der billijkheid’ in 1813 te beginnen. Natuurlijk kan men best op goede gronden besluiten om eerdere discussies over de inkomstenbelasting in bijvoorbeeld de Bataafs-Franse tijd buiten beeld te houden. Maar was dan 1830 niet een veel voor de hand liggender beginpunt geweest? Juist toen was immers het Nederlandse belastingstelsel aanmerkelijk on-billijker geworden dan ooit voordien. De accijnzen op eerste levensbehoeften waren fors ver-zwaard toen de Zuidnederlandse belastingopbrengsten niet langer benut konden worden voor de rentebetaling op de staatsschuld. Met name door de Belgische Afscheiding van 1830 en het daarop gevolgde ‘volhardingsbeleid’ van Willem I moest sindsdien een steeds extremer per-centage van de belastingopbrengst overgeheveld worden naar de zakken van renteniers, die vervolgens noch over het bezit van, noch over het inkomen uit hun obligaties enige belasting hoefden te betalen. Bij de aanvang van het koninkrijk was de staatsschuld door Napoleons tiërcering juist drie keer zo klein als vóór 1810, terwijl bovendien de last ervan in 1815 fors was verlicht door de vereniging met de Zuidelijke Nederlanden

De openingszin is niet de enige in dit boek, die wel boeiend en bondig oogt, maar bij nadere beschouwing toch minder betrouwbaar blijkt. Ook de slotzin roept vragen op. De uiteindelijk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Henriette Roland Holst-van der Schalk, Tolstoi, zijn wezen en zijn werk.. vergeleken bij de trouwe, toegewijde liefde, de roerende aanhankelijkheid, de teedere zorg, die ons uit

De bundel herdersdichten, Eclogae, van Vergilius leverde Poot het model voor zijn herdersklacht ‘Dafnis’, een gedicht op een jonggestorven vriend uit 1711, dat hij overigens geen

Bepaal: Deze vraagstelling wordt gekozen indien voor de beantwoording gebruik gemaakt moet worden van een diagram, grafiek, tekening, tabel of eeri in de tekst

De verzoening van Jezus aan het kruis is het fundament van een nieuw leven in Hem, waarin wij door de Heilige Geest geleid worden en ook de vaste richtlijnen in Zijn Woord

De wet stelt duidelijke grenzen: samenwerking tussen concurre- rende ondernemingen is verboden (formeel juridisch: ‘overeenkomsten tussen ondernemingen die de mededinging

Jan Rinke, Hier heb je 't leven en bedrijf, van Jan de Wasscher en zijn wijf... [Hier heb je 't leven en bedrijf, van Jan de Wasscher en

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de

Dit geldt niet voor de Johannes de Doperkerk in Eygelshoven, de eerste nieuwe kerk ontworpen door de samenwerkende architecten Alphons Boosten en Jos Ritzen.. In dit artikel wordt